Dagblad voor Leiden en Omstreken.
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS
f UI uüiuttH UN BUi'lÜN UHilüa -3.
fc STAAR AUKNTKN ÜiiVKSTlül) Uit T
FKR kwartaal I1M
vm vimst ic-tt
SKANC'U Pliïf POST PB» KWABTAAI» IRS«
2de JAARGANG. - MAANDAG 19 DECEMBER 1921 - No. 516
BUREAU: HOOIGRACHT 35 LEIDEN. TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEWONE liBfiKfr gjB t;J
DBS ZATERDAGS |0»
Dl GEZONDEN RECLAMES DUBBEL TAÜIÏB
KLEINE advkhtrnti^S m Luitm |-
W warden fiO «ai: Zster&ci 75 «at j;'
®- feQ voarsittoteüajs *i
De vrije persoonlijkheid.
Wij wenschen zijn gaarne eenzijdig;
vallen zoo licht van het eene uiterste in
het andere, vooral -wanneer wij ons niet
door hoogere beginselen geleid weten.
Het revolutiebeginsel heeft Mr. Groen
van Prinsterer gezegd, gaat in de geschie
denis altijd weer op en neer tusschen an
archie en depotisme, tusschen regeering-
loosheid en tyrannic van den enkeling.
In de geschiedenis van het economische
leven, komt ook dit verschijnsel naar
voren.
Nu eens is er een drijven om het ge-
heele leven te doen bebeerscben door den
Staat, en met de persoonlijke vrijheid en 't
persoonlijk initiatief geen rekening te hou
den en dan weer wordt alle inmenging van
de Overheid als schadelijk afgewezen. Het
eeno oogenblik wordt alleen aan dö per
sonen, de enkelingen aandacht geschon
ken en dan weor wordt de gemeen
schap zeer scherp op den voorgrond
'gesteld en laat men den enkeling in de
gemeenschap ondergaan.
Het gildenstelsel leidde tenslotte tot een
nauwsluitend corset, dat de vrije ademha
ling belemmerde en do gezonde ontwikke
ling van het bedrijfsleven onmogelijk
maakte.
Men snakte naar meerdere vrijheid, die
dan ook verkregen werd. De gilden wer
den niet gereorganiseerd en aangepast aan
do eischen van den nieuwen tijd, maar. een
voudig afgeschaft.
Dooh nu viel men weer in een ander
uiterste. Het organisatie-loven werd onmo
gelijk gemaakt en het individualisme met
groote kracht op den voorgrond gescho
ven.
Het gevolg van de prediking van de
schoonschijnende, maar bodriegelijke vrij-
lieidstheoriën op maatschappelijk en staat
kundig gebied was, dat de vrije arbeider
gemaakt werd tot een loonslaaf, die in
volkomen afhankelijkheid en onder do
meest ongunstige omstandigheden zijn
droevig- bestaan voortsleepte.
Laat-maar-begaan, laal-maar-waaien
werd de leuze. Met het zondig menschen-
ihart werd geen rekening gehouden. AI3 al
les zich in volkomen vrijheid kon ontwik
kelen en een ieder zijn eigen belang na
streven, dan zou vanzelf aan alle sociale
ellende een einde komen.
Maar het. tegendeel is het geval geweest.
Het socialo vraagstuk kreeg een ernstig
karakter als nooit te voren; de sociale
nood tartte allo beschrijving.
Toon is, allereerst van anti-revolutio
naire zijde, weer de aandacht gevestigd op
de roeping van de Overheid, ten op
zichte van het maatschappel iik leven, ter
wijl tegenover het verderfelijk individua
lisme geplaatst werd de beteekenis van het
gemeenschapsleven.
Langzaam maar zeker is het roer ge
wend. Tal van maatregelen zijn genomen
ter bescherming van het, zwakke. Aan de
rechteloosheid van de arbeiders is een ein
de gemaakt, de vrouwen- en kinderarbeid
as ingeperkt; do invaliden en ouden van
■dagen staan niet langer onverzorgd; tal
van maatregelen ziin genomen ter bescher
ming van de gezondheid; de nachtarbeid is
afgeschaft en de arbeidsduur beperkt, enz.
En tegelijkertijd is ook het organisatie
leven gegloeid. Zij, die voorheen zwak
waren, omdat ie alléén stonden, hebben
zich georganiseerd in machtigs bonden.
Zij hebben in eendracht kracht gezocht,
met het gevolg dat aan het eenzijdig op
leggen van de arbeidsvoorwaarden voor
goed een einde is gekomen.
In dit alles is veel, wat wij toejuichen
Pil waarvoor wij 'als Christenen dankbaar
mogen zijn.
Doch nu dreigt weer een ander gevaar.
Van de pool van het individualisme wor
den wij onweerstaanbaar heengetrokken,
naar een andere pool, waar met het indi
vidu geen rekening wordt gehouden en het
in de gemeenschap ondergaat.
En anplaats dat do Overheid erkend
wordt als een .schild voor den zwakke",
onverschillig wie die zwakke dan ook mo
ge zijn, is er een streven om heel het le
ven te brengen onder de macht van den
Staat, en alle leven en levensuiting onder
geschikt te maken aan wetten en verorde
ningen en reglementen, die tenslotte het
gezonde leven moeten verstikken.
Maar dat is -niet het anti-revolutionaire
ideaal.
Tegen liet individualisme hebben wij ge
streden en zullen wij ons blijven verzetten.
De staatsonthouding, het „laat maar be
gaan", wordt door ons principieel veroor
deeld.
Maar wij zullen ons ook stellen tegen
het absolutisme van de gemeenschap, in
welken vorm dat zich dan ook mogo open
baren.
Maatregelen ter bescherming van het
zwakke door de Overheid juichen wij toe,
maar daarbij handhaven wij den eisch, dat
zoodanige bescherming 'niet lelde tot ver
hindering van de vrije ontplooiing der
persoonlijkheid.
Dure les.
Toen de heer De Lange do vorige week
in den Leidschen Raad meedeelde, dat de
eerste begrootingszltting aan de gemeen
te f 1100.— had gekost, voegde hij
daaraan too, dat nu ieder zelf maar moest
uitmaken of die zitting dat geld waard
was.
Over het antwoord op deze vraag zal
onder de Leidsche burgerij wel geen ver
schil van meening bestaan.
Toch willen wij aan de gevoerde debat
ten niet alle beteekenis ontzeggen.
Niet. voor hot eerst is toch weer geble
ken, dat het .optreden van de Soc.-Demo-
craten in den Raad geheel beheerscht
wordt dooT de propaganda, en dat
daarbij het oude recept „v 0 01 beloven
en weinig geven" voortdurend in toe
passing wordt gebracht.
Dat is één van de lessen, die de kiezers
uit de bogrootiiLgsdebatten kunnen leeren.
Eon dure les, het zij zoo.
Maar een les die toch niet te duur
is, als de kiezers waarlijk geloerd heb
ben.
Uit de Pers.
Ambtenaren-gevaar.
„Er wordt, schrijft het Centra in veel
gescholden op de ambtenaren.
Mocht men sommige kranten gelooven,
dan zijn ze oen groote bende luilakken en
geldverkwisters.
Wie practisch met ambtenaren bekend
is, weet hoo grievend, onverdiend dit oor
deel in zijn algemeenheid is.
De Vrijheidsbond is er als de kippen bij,
om uit deze anti-ambtenarij-moesson een
politiële slaatje te slaan.
Het aantal ambtenaren moet worden in
gekrompen.
Dus zou men zeggen de overtol-
lïgen en do luien en de onbekwamen zoo
gauw mogelijk ontslaan! Dat zou iedere
particuliere instellihg ongetwijfeld doen.
Maar daar moet do heer Dresselhuys
natuurlijk niets van hebben.- Is hij niet de
vader van de wet op de Rechtspositie?!
Eens ambtenaar blijft ambtenaar. Zoo
lang een ambtenaar geen ernstig misdrijf
heeft gepleegd, is geen Minister in staat
hem te ontslaan, 't Is gemakkelijker, om
tien Ministers weg te krijgen dan één
klerkje!
Maar do heer Dresselhuys heeft .er iets
op gevonden: oen uitstrevings-
eysteemnieuwe ambtenaren mogen niet
worden aangesteld, en als er een vacature
komt, mag daar niet iemand van buiten
in benoemd worden, rnaav alleen iemand,
die al ambtenaar is.
Als dit stelsel wat lang doorwerkt, zal
het practisch resultaat dit zijn: dat het al-
gêmeene peil der ambtenaren in steeds
sneller tempo daalt.
Immers, do allerbesten onder de ambte
naren ziet men herhaaldelijk den Staats
dienst verlaten, omdat zij in een particu
liere positie veel hooger salaris kunnen
verdienen. Tientallen van voorbeelden wa-
ren hiervan uit do laagste jaren te noe
men. In hun plaats moet nu, volgens Mr.
Dresselhuys, iemand benoemd worden, die
al ambtenaar is. Versch bloed van buiten
af mag er in 't ambtearen-corps niet meer
binnentreden. Waar nu onder do beste
ambtenaren alleen voorkomt, dat zij den
dienst verlaten, terwijl de prullen tot aan
hun dood of pensioneering in 's Rijks
dienst blijven, moet door dit stelsel het al
gemeen peil dalen, en dat juist te snéller,
na annate het langer werkt, omdat de goe
de invloed van die bekwaamste ©n meest
energieke ambtenaren, die uit het. corps ge
treden zijn, op die zwakkere elementen
voortaan gemist wordt.
Het verluidt, dat de motïe-Dresselhuys
door ambtenaren geinspireerd is.
Volkomen verklaarbaar 1
Als men 't ambtenaren-corps afsluit, wil
dit zeggen: versnelde promotie. Bovendien
hoopt men hierdoor een verlaging der sa
larissen te voorkomen.
Dit laatste is een dwaze vooronders Lei
ding.
Immers de salarissen zijn te hoog of 7-e
zijn het. niet. In 't laatste geval, mag er
van verlaging geen sprake zip. En in het
eerste geval moeten ze verlaagd worden,
ook al zóu 't mogelijk blijken, het aantal
ambtenaren met 10 pCt. of 20 pCt. te ver
minderen.
Neen, de geheele methode-Dresselhuys
is grondfout.
Wij moeten niet van liet ambtenaren
corps een afgesloten kaste maken. Hoe
meer fris oh bloed er in komt, boe beter!
Maar men moet den moed hebben, om de
('Vertolligen, de luilakken, de prullaria ie
ontdaan. Dan krijgt men ook een vermin
dering vap het aantal ambtenaren, maar
men verhoogt het peil.
Voor de practisobe gevolgen vai. de
ruthode-Dressclhuys kan niet ernstig
gi-r.oeg- géwaarsvb'Vd worden."
Wij zijn he! met wat de strekking van
dit betoog aangaat, volmaakt eens. Alleen
de voorstelling van de motie-Dresselhu; s
is niet geheel juist. Daarin wordt ook ge
vaagd geen personeel vast of tijdelijk
aan te stellen, voor de Kamer gelegenheid
heeft gehad, zich uit te spreken over Re-
goeringsvoorstellon naar aanleiding van
de aangekondigde voorstellen der Bezuini
gingscommissie.
Dat is heel iets anders, dan wat het
„Centrum" er van maakt.
STADSNIEUWS.
De heer W. F. Veldhuijzen alhier, is
te Amsterdam geslaagd voor het examen
voor hulpkeurmeester voor vee en vleesch,
terwijl de heer Ohr. Lasonder, te 's-Gra-
venhage geslaagd is voor het voorloopig
machinist-examen.
Den lsten Januari a.s. zal het vijf
en twintig jaar geleden zijn, dat de politie
agenten F. Bodenstaff en C. J. den Edel,
in dienst traden bij het politie-korps.
De G ere f. School voor M.
U. L. O. aan de Hoogl. Kerkgracht alhier,
wordt met 1 Januari a.s. opgeheven.
Met dien datum wordeu in hetzelfde per
ceel twee nieuwe scholen geopend, één
voor U. L. O., waarvan hoofd wordt de
heer Vrois en waarvan tot onderwijzers
benoemd zijn de héeren Brederveld, Ko
ning en Loof, één voor lager onderwijs,
waaraan tot onderwijzers benoemd zijn de
heeren van Vreedendaal, v. Kapel, de Ko
ning, den Hengst, Willemse, v. Neutegem
en tot onderwijzeressen de dames Koek
koek en Montague.
Voor de betrekking van hoofd worden
dezer dagen solicitanten opgeroepen. j
Gisteren was het. 52 jaar geleden,
dat de Jongelingsvereen." op Geref. grond
slag „Obadja", hier ter stede, werd opge
richt onder den naam Christelijke J. V.
„Obadja".
Naar wij vernemen, hoopt deze vereeni-
ging Woensdag 28 Dec. a.s. dit feit in
openbare Jaarvergadering to herdenken.
De „Bond van Chr. Letterkimige
kringen in Nederland" hoopt op 2den
Kerstdag te Utrecht zijn eersten bondsdag
te houden. De agenda is zeer aantrekkelijk
en afwisselend samengesteld. De vergader
ring, die gehouden zal worden in Hotel
„Do l'Europe", Vrederiburg (le étage)
vangt aan des morgens te 10 uur. Na de
huishoudelijke werkzaamheden (jaarver
slag; bestuursverkiezing; bespreking be
treffende het tijdschrift v. d. Bond „Op
gang") referent de heer J. Haantjes te
Utrecht over: „Het komende jaar". In de
middagsamenkomst, die te 2 uur begint,
hoopt de lieer Ds. J. v. d. Valk, Rector
van het Marnix-Gymnasium te Rotterdam
een lezing te houden over „M a r i a" van
Herman Middendorp en de lieer J. van
H a m, leeraar aan de Chr. H.B.S. te dezer
stede te spreken over „Z u i d-A f r i-
kaansche Poëzi e", terwijl mej.
S m i d t en de heer B a. lc k e r uit Am
sterdam- Nederlandsche, Vlaamsche en
Zuid-Airikaansehe verzen hoopt te recilee-
ren. De bondsdag wordt besloten mot een
gezellige avondbijeenkomst, teneinde de
leden uit de verschillende doelen van het
land in de gelegenheid te stellen nader
kennis te maken.
Gelijk wij reeds eerder meldden,
hoopt a.s. Woensdag 21 Doe. voor de
Chr. Geref. Jongelingsvereen. Spreuken
22 6b, op te treden D s. G. Wisse van
Arnhem, met het onderwerp: „De Gouden
Lichtstad".
De samenkomst heeft plaats in het
Kerkgebouw der Chr. Geref. Kerk. De
verhuurde plaatsen zullen tot kwart voor
achten opengehouden worden, daarna zijn
alle zitplaatsen vrij.
Men zie voor bijzonderheden de in dit
nummer voorkomende advertentie.
Gemeentelijke Arbeidsbeurs.
1 ovenvuller 2 aardeworkvormers
1 plateelschilder 1 steenperser 3
boekdrukkers 11 letterzetters 2 be
hangers 6 betenwerkers 1 fundee-
ringswerker 1 gasfitter 1 graniet-
schuurder 32 grondwerkers 5 metse
laars 44 opperlieden 59 schilders
2 steenhouwers 2 witters 28 timmer
lieden 1 voeger 7 betonijzorvlechters
1 beeldhouwer 2 houtsorteerders
1 mach. houtbewerker 1 verstekker cn-
cadreur 3 mandenmakers 10 meubel
makers 1 meubelstoffeerder 2'poli-
toerders 1 matrassenmaker 3 kleer
makers 1 vellfnblocter 25 bankwer
kers 4 electriciene 1 ketelmaker
1 klinker 4 metaaldraaiers 1 metaal-
slijper 1 metaalschaver 1 verwar
mingsmonteur 1 nagcljongon 1 rij
tuigschilder 3 rijwielherstellers 6
scheepsklinkers 22 scheopssmcdon 2
burgersmeden - 4 voorslaanders 3
vuurwerkers 1 goudsmid 1 staal
draadmaker 4 stoker machinisten 8
aanhouders 1 zandvormer 3 blikbe-
werkers 5 boekbinders 20 hand
drukkere 3 wolpluizers 1 touwspin-
ner 1 sajetdroger 1 wolkammer
9 broodbakkers 1 banketbakker 2
suikerwerkers 1 kok 1 slager 36
sigarenmakers 1 tuinman 11 war-
iflpeziers 5 magazijiikncchten 2 win
kelbedienden 2 kellnerè 1 chauffeur,
3 loopknechten 1 dékknecht 1
schipper 1 motorschipper 3 boekhou
ders 5 kantoorbedienden 1 huisknecht1
97 losse werklieden 1 lompenso-rteor-
der.
Afd. vrouwen: 1 winkeljuffrouw 1'
kantoorbediende 1 groentenschoon-
maakster 7 werkesiers 1 ass. in da
huishouding 1 fabr.-arbeidster.
Dc Kamerverkiezingen.
Naar gemeld wordt, is de heer F. L.
Ossendorp als nr. 2 gewipt op de lijst van
de S.D.A.P. in den kieskring Den Haag.
Hij zal plaats moeten maken voor den
heer W. Droes, wethouder van 's-Graven-
hage, die op de laatste lijst. nr. 4 stond.
Rake bezuiniging.
In d© deze weok gehouden vergadering
van de rov. Staten van Overijssel heeft da
heer Tc-rKuile ter bezuiniging de volgende
voorstellen ingediend:
le De salarissen van het college van
Ged. Staten te verlagen mót 25 pCt.
2e. Het presentiegeld van de Statenleden
te verlagen met 50 pCt..
3e. De loonen van alle ambtenaren, be
ambten, werklieden in dienst, van de pro
vincie ie verlagen met 25 pCt.
4e. Vermindering van het personeel zoo
wel ter griffie als bij den prov. Water
staat.
5e. Yerhooging van de prestatie's van ab
len. die in dienst zijn van de provincie.
6e. Bekorting van de welbespraaktheid
van de Saienleden, wat men zich zal bren
gen minder vergaderingen en minder druk
kosten.
7e. De tarieven van het clectrisch be
drijf zoo op peil te brengen, dat er geen
geld meer bij hoeft.
Het voorstel, om de voorstellen ter Kul»
le te renvoiceeren aan Ged. Staten om ad
vies uit te brengen in do zomervergade
ring wordt aangenomen met 31 tegen 7
stemmen.
Wij zijn nieuwsgierig naar de debatten
welke straks over deze voorstellen zullen
worden gehouden. De drang naar bezuini
ging is op zichzelf natuurlijk goed, maar
op oen dergelijke dwaze manier als de hoer
Ter Kuile do zaak aanpakt zal hbt goede
doel wel geschaad kunnen worden, doch
zeker niet bereikt. Vooral punt 6 is aller-
kosterlijkst.
Nederlandseh vee naar Argentinië.
Volgens telegrafische mededeeling van
Harer Majesteits Gezantschap to Buenos-
Aires is de invoer van Nederlandsch rund
vee in Argentinië thans weder toegestaan.
De Huurcommissic.
Do Minister van Justito zegt in de Mem.
van Antwoord op de bogrooting, dat vol
doende termen aanwezig zijn alsnog d<j
huurcommissies crisisinstellingen, wel
ke als zoodanig bestemd ziin in de toe
komst to worden opgeheven meerdere
bevoegdheid tee le kennen, hidien zonder
bevoegdheid verhuringen door do huur-
commissie ondoenlijk zouden blijken; of
dit laatste het geval is, is den Minister
niet bekend.
Wat betreft de publicatie van vooron
derzoek in strafzaken merkt do Minister
op dat niet is gebleken dat de politie
meermalen inlichtingen geeft, die er toe
leiden, dat bepaalde personen als verdacht
van het gepleegde misdrijf worden ge
signaleerd, terwijl achteraf blijkt, dat zij
daaraan volkomen onschuldig zijn.
FEUILLETON.
STEPHANUS.
V Naar hot Ena-elsch van
-*ü M- KTNO^LÜY.
,70) f
Nog een uur later was hij uitgereden
miot allen spoed naar Damascus, want hij
hoopte voor den avond de vluchtelingen
ito achterhalen. Hij was vergezeld door
©en goed gewapende bende, aan wie groote
bclooning was beloofd, indien hun werk
cmot goeden uitslag word bekroond. De
ries naar Damascus was lang van duur,
de wegen waren ruw en slecht begaanbaar,
zoodat zij slechts langzaam vooruit kon
don komen. Hoezeer hij ook zidh voort
spoedde, Saulus kon Damascus niet binnen
©en week bereiken. Wat hen betrof, die
hun ontkomen waren, was het hem niet
[mogelijk te weten, of zij denzelfden weg
waren gegaan. Nu en clan hoorde hij van
de Khans langs den weg, dat ©en troep
mannen te paard, door vrouwen vergezeld,
voor hen uittrokkendoch toen hij inder
daad op den derden dag zulk een gezel
schap achterhaalde, bleek het een kara
vaan van kooplieden te zijn, die met hun
vrouwen en kinderen op reis waren,
^,Ik zal in ieder geval naar Damascus
gaan," besloot hii; „want zelfs, al kan ik
niet dadelijk hen gevangen nemen, oio ik
zoek, zoo zijn er m die stad andere ver
dwaalde schapen van het huis van Israel,
welke ik noodzakelijk tot de kudde niret
terugvoeren."
Gedurende deze reis, voor het cent se
dert vele maanden, had Saulus tijd tot na
denken. Gewoonlijk zwijgzaam 011 uit de
hoogte, waagdfen zijn ondorhoorigon het
niet, den troisolien Farizeër aan te spre
ken, behalve wanneer het noogzakelijk
was, zoodat gedurende vele uren de man
nen zwijgend voorttraden, terwijl hun
lastdieren den moeilijken rotsaohtigen weg
vervolgden.
Hoe vreemd het mogo schijnen, toch
dwaalden zijn gedachten, weer af van het
doel zijner reis; in deze lentestilto verdwe
nen de gebiedende woordon van Annas
uit zijn geest,. Er was iets in de frissche
bloemen, dio met vriendelijk welkom uit
het gras aan don weg kwamen kijken, wat
hem aan Stephanas deed donken, don doo-
den afvallige, zooals hij hem vol bitter
heid noemde. Voor zijn geestesoog ver
scheen dat onvergeeflijke gelaat,nu schit
terende van het - vuur der jeugd en van
geestdrift, zooals hij ft zich herinnerde in
monigen strijd over do wet en de profe
tieën, dan weer streng ©n dreigend, ter
wijl hij -do vroeselijk© beschuldiging uit
sprak, welke nog in do ooron van den
Farizeör weerklonk: „Gij kardnekkigen
en onbesnedenen van harfc en ooren, gij
wederstaat altijd den Heiligen Geest, ge
lijk uwe vaderen, alzoo ock gij. Wien van
de Profeten hebben uwe vaderen niet
vervolgd? En zij hebben gedood degenen,
•dio t,e voren verkondigd hebben de komst
des Rechtvaardigen, van welken gijlieden
nu verraders on moordenaars geworden
zijfc." Dan weer doodsbleek door de ijzige
schaduw van den naderden dood, doch be
schenen door eon bovenaardsch licht, toen
•hij zeide: „Zie, ik zie de hemelen geopend
en den Zoon des menschon staande ter
rechterhand Gods." En ten laatste, gewijd
doer 't geheimzinnige zegel van den groo-
ten Verlosser, toen hij was ingeslapen op
het steenen bed buiten de Damascuspoort.
Tevergeefs Iraohte hij deze visioenen af
te schudden, terwijl hij vastberaden be
velen, verboden én lange gedeelten uit de
wet met luider stem herhaalde, en even
streng de voorgeschreven wasschjngeni en
reinigingen in acht nam, wanneer hot ge
zelschap bij en stroomende beek stilhield.
Alles te vergeefs. „G»j, die de Wet ont
vangen hebt door bestellingen der Enge
len, cn hebt iq hiel, gehouden!" klonk de
onverbiddelijke e ern. En daar doorbeen
klonk het weeklagen der vrouwen, van
haar kinderen beroofd, bet steunen van
sterke mannen onder de geeseling, het ge
dempte geluid van het dichtslaan der ge
vangenpoorten en het Tinkelen der kettin
gen.
Op den vijfden dag van zijn reis werd de
foltering hem ondraaglijk, zoodat hij zijn
tent verliet en naar buiten ging onder den
vrijen hemel. „Mijn.God!" 6teunde hij luid
„heb ik Uw wetten niet gehouden, en Uw
bevelen nageleefd? Gij hebt tooh onge
rechtigheid gehaat, en Gij hebt rechtvaar
digheid liefgehad; zie, ik heb al deze din
gen gedaan, opdat Uw naam geëerd moge
moge blijven voor 't volk en afgodsdienst
en allo godslastering en bedrog uit
uw land mogen verwijderd worden," En
hij zwoer een duren eed voor den Heere,
om een offer te brengen van vette schapen
cn ossen. Doch weer klonk een slem: „O
gij huis Israël, hebt gij Mij veertig jaren
lang beesten gedood en offeranden ge
bracht? Doch zie, Tk zal i'. uitleiden uit
Babylon, die de Wet ontvangen hebt door
bestellingen der Engelen en hebt zo niet
gehouden."
„Ik heb de Wet gehcuden!" riep bij luid
en de heuyelen herhaalden mot somberen
echo: „de wet, de wet."
Toen verschenen in zijn gedachten <Ie
aangezichten van de vier, die aan zijn
hand ontkomen waren, ©n hij herinnerde
zich den blik van de jonge maagd, toen zij
zeido: „Ik geloof, dat Hij ter dood e in
bracht is aan het kruis, opdat Hij allen
tot Hem zou leiden en hen van hun zouden
genezen, ©venals Mo zes de slang in da
woestijn ophief, opdat de Israëlieten moch
ten aanschouwen en gered worden," 011 bij
deze woordon vermengden zich de plechtige
6tommen der profetie: „Waarlijk, Hij
heeft onze krankheden op zich genomen,,
en onze smarten heeft Hij gedragen, dodli'
wij achten Hem, dat Hij geplaagd, van:
God geslagen en verdrukt was. Maar Hij'
is om onze overtredingen verwond, om
onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld,,
de straf die ons den vrede aanbrengt, waa
op Hem, en door Zijne striemen is ons gcr-,
nezing geworden. Wij dwaalden allen als*
(schapen; wij keerden ons een iegelijk naar!
zijnen weg, doch de Heeero heeft ons aller
ongerechtigheid op Hem doen aanloopcn."
„God, indien .hot waarheid ware!" pre*;
velde hij; en voor ©cn oogenblik was döj
zachte schijn der alomtegenwoordige lief
de in zijn du is tof e ziel gedrongen; doch
hij hief hardnekkig het hoofd op. „Tic kan:-
niet gelooven!" riep hij, „ik wil niet ge
looven, dien den dood aan 't kruis gestop-^
ven is? Ik ben waanzinnig. Ik wil niot ge
looven indien ook ik niet do hemelent
geopend zie."
;(Wordt vervolgd.)