Dagblad voor Leiden en Omstreken. BINNENLAND. ABONNEMENTSPRIJS f UI uüiuttH UN BUi'lÜN UHilüa -3. fc STAAR AUKNTKN ÜiiVKSTlül) Uit T FKR kwartaal I1M vm vimst ic-tt SKANC'U Pliïf POST PB» KWABTAAI» IRS« 2de JAARGANG. - MAANDAG 19 DECEMBER 1921 - No. 516 BUREAU: HOOIGRACHT 35 LEIDEN. TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIE-PRIJS PER GEWONE liBfiKfr gjB t;J DBS ZATERDAGS |0» Dl GEZONDEN RECLAMES DUBBEL TAÜIÏB KLEINE advkhtrnti^S m Luitm |- W warden fiO «ai: Zster&ci 75 «at j;' ®- feQ voarsittoteüajs *i De vrije persoonlijkheid. Wij wenschen zijn gaarne eenzijdig; vallen zoo licht van het eene uiterste in het andere, vooral -wanneer wij ons niet door hoogere beginselen geleid weten. Het revolutiebeginsel heeft Mr. Groen van Prinsterer gezegd, gaat in de geschie denis altijd weer op en neer tusschen an archie en depotisme, tusschen regeering- loosheid en tyrannic van den enkeling. In de geschiedenis van het economische leven, komt ook dit verschijnsel naar voren. Nu eens is er een drijven om het ge- heele leven te doen bebeerscben door den Staat, en met de persoonlijke vrijheid en 't persoonlijk initiatief geen rekening te hou den en dan weer wordt alle inmenging van de Overheid als schadelijk afgewezen. Het eeno oogenblik wordt alleen aan dö per sonen, de enkelingen aandacht geschon ken en dan weor wordt de gemeen schap zeer scherp op den voorgrond 'gesteld en laat men den enkeling in de gemeenschap ondergaan. Het gildenstelsel leidde tenslotte tot een nauwsluitend corset, dat de vrije ademha ling belemmerde en do gezonde ontwikke ling van het bedrijfsleven onmogelijk maakte. Men snakte naar meerdere vrijheid, die dan ook verkregen werd. De gilden wer den niet gereorganiseerd en aangepast aan do eischen van den nieuwen tijd, maar. een voudig afgeschaft. Dooh nu viel men weer in een ander uiterste. Het organisatie-loven werd onmo gelijk gemaakt en het individualisme met groote kracht op den voorgrond gescho ven. Het gevolg van de prediking van de schoonschijnende, maar bodriegelijke vrij- lieidstheoriën op maatschappelijk en staat kundig gebied was, dat de vrije arbeider gemaakt werd tot een loonslaaf, die in volkomen afhankelijkheid en onder do meest ongunstige omstandigheden zijn droevig- bestaan voortsleepte. Laat-maar-begaan, laal-maar-waaien werd de leuze. Met het zondig menschen- ihart werd geen rekening gehouden. AI3 al les zich in volkomen vrijheid kon ontwik kelen en een ieder zijn eigen belang na streven, dan zou vanzelf aan alle sociale ellende een einde komen. Maar het. tegendeel is het geval geweest. Het socialo vraagstuk kreeg een ernstig karakter als nooit te voren; de sociale nood tartte allo beschrijving. Toon is, allereerst van anti-revolutio naire zijde, weer de aandacht gevestigd op de roeping van de Overheid, ten op zichte van het maatschappel iik leven, ter wijl tegenover het verderfelijk individua lisme geplaatst werd de beteekenis van het gemeenschapsleven. Langzaam maar zeker is het roer ge wend. Tal van maatregelen zijn genomen ter bescherming van het, zwakke. Aan de rechteloosheid van de arbeiders is een ein de gemaakt, de vrouwen- en kinderarbeid as ingeperkt; do invaliden en ouden van ■dagen staan niet langer onverzorgd; tal van maatregelen ziin genomen ter bescher ming van de gezondheid; de nachtarbeid is afgeschaft en de arbeidsduur beperkt, enz. En tegelijkertijd is ook het organisatie leven gegloeid. Zij, die voorheen zwak waren, omdat ie alléén stonden, hebben zich georganiseerd in machtigs bonden. Zij hebben in eendracht kracht gezocht, met het gevolg dat aan het eenzijdig op leggen van de arbeidsvoorwaarden voor goed een einde is gekomen. In dit alles is veel, wat wij toejuichen Pil waarvoor wij 'als Christenen dankbaar mogen zijn. Doch nu dreigt weer een ander gevaar. Van de pool van het individualisme wor den wij onweerstaanbaar heengetrokken, naar een andere pool, waar met het indi vidu geen rekening wordt gehouden en het in de gemeenschap ondergaat. En anplaats dat do Overheid erkend wordt als een .schild voor den zwakke", onverschillig wie die zwakke dan ook mo ge zijn, is er een streven om heel het le ven te brengen onder de macht van den Staat, en alle leven en levensuiting onder geschikt te maken aan wetten en verorde ningen en reglementen, die tenslotte het gezonde leven moeten verstikken. Maar dat is -niet het anti-revolutionaire ideaal. Tegen liet individualisme hebben wij ge streden en zullen wij ons blijven verzetten. De staatsonthouding, het „laat maar be gaan", wordt door ons principieel veroor deeld. Maar wij zullen ons ook stellen tegen het absolutisme van de gemeenschap, in welken vorm dat zich dan ook mogo open baren. Maatregelen ter bescherming van het zwakke door de Overheid juichen wij toe, maar daarbij handhaven wij den eisch, dat zoodanige bescherming 'niet lelde tot ver hindering van de vrije ontplooiing der persoonlijkheid. Dure les. Toen de heer De Lange do vorige week in den Leidschen Raad meedeelde, dat de eerste begrootingszltting aan de gemeen te f 1100.— had gekost, voegde hij daaraan too, dat nu ieder zelf maar moest uitmaken of die zitting dat geld waard was. Over het antwoord op deze vraag zal onder de Leidsche burgerij wel geen ver schil van meening bestaan. Toch willen wij aan de gevoerde debat ten niet alle beteekenis ontzeggen. Niet. voor hot eerst is toch weer geble ken, dat het .optreden van de Soc.-Demo- craten in den Raad geheel beheerscht wordt dooT de propaganda, en dat daarbij het oude recept „v 0 01 beloven en weinig geven" voortdurend in toe passing wordt gebracht. Dat is één van de lessen, die de kiezers uit de bogrootiiLgsdebatten kunnen leeren. Eon dure les, het zij zoo. Maar een les die toch niet te duur is, als de kiezers waarlijk geloerd heb ben. Uit de Pers. Ambtenaren-gevaar. „Er wordt, schrijft het Centra in veel gescholden op de ambtenaren. Mocht men sommige kranten gelooven, dan zijn ze oen groote bende luilakken en geldverkwisters. Wie practisch met ambtenaren bekend is, weet hoo grievend, onverdiend dit oor deel in zijn algemeenheid is. De Vrijheidsbond is er als de kippen bij, om uit deze anti-ambtenarij-moesson een politiële slaatje te slaan. Het aantal ambtenaren moet worden in gekrompen. Dus zou men zeggen de overtol- lïgen en do luien en de onbekwamen zoo gauw mogelijk ontslaan! Dat zou iedere particuliere instellihg ongetwijfeld doen. Maar daar moet do heer Dresselhuys natuurlijk niets van hebben.- Is hij niet de vader van de wet op de Rechtspositie?! Eens ambtenaar blijft ambtenaar. Zoo lang een ambtenaar geen ernstig misdrijf heeft gepleegd, is geen Minister in staat hem te ontslaan, 't Is gemakkelijker, om tien Ministers weg te krijgen dan één klerkje! Maar do heer Dresselhuys heeft .er iets op gevonden: oen uitstrevings- eysteemnieuwe ambtenaren mogen niet worden aangesteld, en als er een vacature komt, mag daar niet iemand van buiten in benoemd worden, rnaav alleen iemand, die al ambtenaar is. Als dit stelsel wat lang doorwerkt, zal het practisch resultaat dit zijn: dat het al- gêmeene peil der ambtenaren in steeds sneller tempo daalt. Immers, do allerbesten onder de ambte naren ziet men herhaaldelijk den Staats dienst verlaten, omdat zij in een particu liere positie veel hooger salaris kunnen verdienen. Tientallen van voorbeelden wa- ren hiervan uit do laagste jaren te noe men. In hun plaats moet nu, volgens Mr. Dresselhuys, iemand benoemd worden, die al ambtenaar is. Versch bloed van buiten af mag er in 't ambtearen-corps niet meer binnentreden. Waar nu onder do beste ambtenaren alleen voorkomt, dat zij den dienst verlaten, terwijl de prullen tot aan hun dood of pensioneering in 's Rijks dienst blijven, moet door dit stelsel het al gemeen peil dalen, en dat juist te snéller, na annate het langer werkt, omdat de goe de invloed van die bekwaamste ©n meest energieke ambtenaren, die uit het. corps ge treden zijn, op die zwakkere elementen voortaan gemist wordt. Het verluidt, dat de motïe-Dresselhuys door ambtenaren geinspireerd is. Volkomen verklaarbaar 1 Als men 't ambtenaren-corps afsluit, wil dit zeggen: versnelde promotie. Bovendien hoopt men hierdoor een verlaging der sa larissen te voorkomen. Dit laatste is een dwaze vooronders Lei ding. Immers de salarissen zijn te hoog of 7-e zijn het. niet. In 't laatste geval, mag er van verlaging geen sprake zip. En in het eerste geval moeten ze verlaagd worden, ook al zóu 't mogelijk blijken, het aantal ambtenaren met 10 pCt. of 20 pCt. te ver minderen. Neen, de geheele methode-Dresselhuys is grondfout. Wij moeten niet van liet ambtenaren corps een afgesloten kaste maken. Hoe meer fris oh bloed er in komt, boe beter! Maar men moet den moed hebben, om de ('Vertolligen, de luilakken, de prullaria ie ontdaan. Dan krijgt men ook een vermin dering vap het aantal ambtenaren, maar men verhoogt het peil. Voor de practisobe gevolgen vai. de ruthode-Dressclhuys kan niet ernstig gi-r.oeg- géwaarsvb'Vd worden." Wij zijn he! met wat de strekking van dit betoog aangaat, volmaakt eens. Alleen de voorstelling van de motie-Dresselhu; s is niet geheel juist. Daarin wordt ook ge vaagd geen personeel vast of tijdelijk aan te stellen, voor de Kamer gelegenheid heeft gehad, zich uit te spreken over Re- goeringsvoorstellon naar aanleiding van de aangekondigde voorstellen der Bezuini gingscommissie. Dat is heel iets anders, dan wat het „Centrum" er van maakt. STADSNIEUWS. De heer W. F. Veldhuijzen alhier, is te Amsterdam geslaagd voor het examen voor hulpkeurmeester voor vee en vleesch, terwijl de heer Ohr. Lasonder, te 's-Gra- venhage geslaagd is voor het voorloopig machinist-examen. Den lsten Januari a.s. zal het vijf en twintig jaar geleden zijn, dat de politie agenten F. Bodenstaff en C. J. den Edel, in dienst traden bij het politie-korps. De G ere f. School voor M. U. L. O. aan de Hoogl. Kerkgracht alhier, wordt met 1 Januari a.s. opgeheven. Met dien datum wordeu in hetzelfde per ceel twee nieuwe scholen geopend, één voor U. L. O., waarvan hoofd wordt de heer Vrois en waarvan tot onderwijzers benoemd zijn de héeren Brederveld, Ko ning en Loof, één voor lager onderwijs, waaraan tot onderwijzers benoemd zijn de heeren van Vreedendaal, v. Kapel, de Ko ning, den Hengst, Willemse, v. Neutegem en tot onderwijzeressen de dames Koek koek en Montague. Voor de betrekking van hoofd worden dezer dagen solicitanten opgeroepen. j Gisteren was het. 52 jaar geleden, dat de Jongelingsvereen." op Geref. grond slag „Obadja", hier ter stede, werd opge richt onder den naam Christelijke J. V. „Obadja". Naar wij vernemen, hoopt deze vereeni- ging Woensdag 28 Dec. a.s. dit feit in openbare Jaarvergadering to herdenken. De „Bond van Chr. Letterkimige kringen in Nederland" hoopt op 2den Kerstdag te Utrecht zijn eersten bondsdag te houden. De agenda is zeer aantrekkelijk en afwisselend samengesteld. De vergader ring, die gehouden zal worden in Hotel „Do l'Europe", Vrederiburg (le étage) vangt aan des morgens te 10 uur. Na de huishoudelijke werkzaamheden (jaarver slag; bestuursverkiezing; bespreking be treffende het tijdschrift v. d. Bond „Op gang") referent de heer J. Haantjes te Utrecht over: „Het komende jaar". In de middagsamenkomst, die te 2 uur begint, hoopt de lieer Ds. J. v. d. Valk, Rector van het Marnix-Gymnasium te Rotterdam een lezing te houden over „M a r i a" van Herman Middendorp en de lieer J. van H a m, leeraar aan de Chr. H.B.S. te dezer stede te spreken over „Z u i d-A f r i- kaansche Poëzi e", terwijl mej. S m i d t en de heer B a. lc k e r uit Am sterdam- Nederlandsche, Vlaamsche en Zuid-Airikaansehe verzen hoopt te recilee- ren. De bondsdag wordt besloten mot een gezellige avondbijeenkomst, teneinde de leden uit de verschillende doelen van het land in de gelegenheid te stellen nader kennis te maken. Gelijk wij reeds eerder meldden, hoopt a.s. Woensdag 21 Doe. voor de Chr. Geref. Jongelingsvereen. Spreuken 22 6b, op te treden D s. G. Wisse van Arnhem, met het onderwerp: „De Gouden Lichtstad". De samenkomst heeft plaats in het Kerkgebouw der Chr. Geref. Kerk. De verhuurde plaatsen zullen tot kwart voor achten opengehouden worden, daarna zijn alle zitplaatsen vrij. Men zie voor bijzonderheden de in dit nummer voorkomende advertentie. Gemeentelijke Arbeidsbeurs. 1 ovenvuller 2 aardeworkvormers 1 plateelschilder 1 steenperser 3 boekdrukkers 11 letterzetters 2 be hangers 6 betenwerkers 1 fundee- ringswerker 1 gasfitter 1 graniet- schuurder 32 grondwerkers 5 metse laars 44 opperlieden 59 schilders 2 steenhouwers 2 witters 28 timmer lieden 1 voeger 7 betonijzorvlechters 1 beeldhouwer 2 houtsorteerders 1 mach. houtbewerker 1 verstekker cn- cadreur 3 mandenmakers 10 meubel makers 1 meubelstoffeerder 2'poli- toerders 1 matrassenmaker 3 kleer makers 1 vellfnblocter 25 bankwer kers 4 electriciene 1 ketelmaker 1 klinker 4 metaaldraaiers 1 metaal- slijper 1 metaalschaver 1 verwar mingsmonteur 1 nagcljongon 1 rij tuigschilder 3 rijwielherstellers 6 scheepsklinkers 22 scheopssmcdon 2 burgersmeden - 4 voorslaanders 3 vuurwerkers 1 goudsmid 1 staal draadmaker 4 stoker machinisten 8 aanhouders 1 zandvormer 3 blikbe- werkers 5 boekbinders 20 hand drukkere 3 wolpluizers 1 touwspin- ner 1 sajetdroger 1 wolkammer 9 broodbakkers 1 banketbakker 2 suikerwerkers 1 kok 1 slager 36 sigarenmakers 1 tuinman 11 war- iflpeziers 5 magazijiikncchten 2 win kelbedienden 2 kellnerè 1 chauffeur, 3 loopknechten 1 dékknecht 1 schipper 1 motorschipper 3 boekhou ders 5 kantoorbedienden 1 huisknecht1 97 losse werklieden 1 lompenso-rteor- der. Afd. vrouwen: 1 winkeljuffrouw 1' kantoorbediende 1 groentenschoon- maakster 7 werkesiers 1 ass. in da huishouding 1 fabr.-arbeidster. Dc Kamerverkiezingen. Naar gemeld wordt, is de heer F. L. Ossendorp als nr. 2 gewipt op de lijst van de S.D.A.P. in den kieskring Den Haag. Hij zal plaats moeten maken voor den heer W. Droes, wethouder van 's-Graven- hage, die op de laatste lijst. nr. 4 stond. Rake bezuiniging. In d© deze weok gehouden vergadering van de rov. Staten van Overijssel heeft da heer Tc-rKuile ter bezuiniging de volgende voorstellen ingediend: le De salarissen van het college van Ged. Staten te verlagen mót 25 pCt. 2e. Het presentiegeld van de Statenleden te verlagen met 50 pCt.. 3e. De loonen van alle ambtenaren, be ambten, werklieden in dienst, van de pro vincie ie verlagen met 25 pCt. 4e. Vermindering van het personeel zoo wel ter griffie als bij den prov. Water staat. 5e. Yerhooging van de prestatie's van ab len. die in dienst zijn van de provincie. 6e. Bekorting van de welbespraaktheid van de Saienleden, wat men zich zal bren gen minder vergaderingen en minder druk kosten. 7e. De tarieven van het clectrisch be drijf zoo op peil te brengen, dat er geen geld meer bij hoeft. Het voorstel, om de voorstellen ter Kul» le te renvoiceeren aan Ged. Staten om ad vies uit te brengen in do zomervergade ring wordt aangenomen met 31 tegen 7 stemmen. Wij zijn nieuwsgierig naar de debatten welke straks over deze voorstellen zullen worden gehouden. De drang naar bezuini ging is op zichzelf natuurlijk goed, maar op oen dergelijke dwaze manier als de hoer Ter Kuile do zaak aanpakt zal hbt goede doel wel geschaad kunnen worden, doch zeker niet bereikt. Vooral punt 6 is aller- kosterlijkst. Nederlandseh vee naar Argentinië. Volgens telegrafische mededeeling van Harer Majesteits Gezantschap to Buenos- Aires is de invoer van Nederlandsch rund vee in Argentinië thans weder toegestaan. De Huurcommissic. Do Minister van Justito zegt in de Mem. van Antwoord op de bogrooting, dat vol doende termen aanwezig zijn alsnog d<j huurcommissies crisisinstellingen, wel ke als zoodanig bestemd ziin in de toe komst to worden opgeheven meerdere bevoegdheid tee le kennen, hidien zonder bevoegdheid verhuringen door do huur- commissie ondoenlijk zouden blijken; of dit laatste het geval is, is den Minister niet bekend. Wat betreft de publicatie van vooron derzoek in strafzaken merkt do Minister op dat niet is gebleken dat de politie meermalen inlichtingen geeft, die er toe leiden, dat bepaalde personen als verdacht van het gepleegde misdrijf worden ge signaleerd, terwijl achteraf blijkt, dat zij daaraan volkomen onschuldig zijn. FEUILLETON. STEPHANUS. V Naar hot Ena-elsch van -*ü M- KTNO^LÜY. ,70) f Nog een uur later was hij uitgereden miot allen spoed naar Damascus, want hij hoopte voor den avond de vluchtelingen ito achterhalen. Hij was vergezeld door ©en goed gewapende bende, aan wie groote bclooning was beloofd, indien hun werk cmot goeden uitslag word bekroond. De ries naar Damascus was lang van duur, de wegen waren ruw en slecht begaanbaar, zoodat zij slechts langzaam vooruit kon don komen. Hoezeer hij ook zidh voort spoedde, Saulus kon Damascus niet binnen ©en week bereiken. Wat hen betrof, die hun ontkomen waren, was het hem niet [mogelijk te weten, of zij denzelfden weg waren gegaan. Nu en clan hoorde hij van de Khans langs den weg, dat ©en troep mannen te paard, door vrouwen vergezeld, voor hen uittrokkendoch toen hij inder daad op den derden dag zulk een gezel schap achterhaalde, bleek het een kara vaan van kooplieden te zijn, die met hun vrouwen en kinderen op reis waren, ^,Ik zal in ieder geval naar Damascus gaan," besloot hii; „want zelfs, al kan ik niet dadelijk hen gevangen nemen, oio ik zoek, zoo zijn er m die stad andere ver dwaalde schapen van het huis van Israel, welke ik noodzakelijk tot de kudde niret terugvoeren." Gedurende deze reis, voor het cent se dert vele maanden, had Saulus tijd tot na denken. Gewoonlijk zwijgzaam 011 uit de hoogte, waagdfen zijn ondorhoorigon het niet, den troisolien Farizeër aan te spre ken, behalve wanneer het noogzakelijk was, zoodat gedurende vele uren de man nen zwijgend voorttraden, terwijl hun lastdieren den moeilijken rotsaohtigen weg vervolgden. Hoe vreemd het mogo schijnen, toch dwaalden zijn gedachten, weer af van het doel zijner reis; in deze lentestilto verdwe nen de gebiedende woordon van Annas uit zijn geest,. Er was iets in de frissche bloemen, dio met vriendelijk welkom uit het gras aan don weg kwamen kijken, wat hem aan Stephanas deed donken, don doo- den afvallige, zooals hij hem vol bitter heid noemde. Voor zijn geestesoog ver scheen dat onvergeeflijke gelaat,nu schit terende van het - vuur der jeugd en van geestdrift, zooals hij ft zich herinnerde in monigen strijd over do wet en de profe tieën, dan weer streng ©n dreigend, ter wijl hij -do vroeselijk© beschuldiging uit sprak, welke nog in do ooron van den Farizeör weerklonk: „Gij kardnekkigen en onbesnedenen van harfc en ooren, gij wederstaat altijd den Heiligen Geest, ge lijk uwe vaderen, alzoo ock gij. Wien van de Profeten hebben uwe vaderen niet vervolgd? En zij hebben gedood degenen, •dio t,e voren verkondigd hebben de komst des Rechtvaardigen, van welken gijlieden nu verraders on moordenaars geworden zijfc." Dan weer doodsbleek door de ijzige schaduw van den naderden dood, doch be schenen door eon bovenaardsch licht, toen •hij zeide: „Zie, ik zie de hemelen geopend en den Zoon des menschon staande ter rechterhand Gods." En ten laatste, gewijd doer 't geheimzinnige zegel van den groo- ten Verlosser, toen hij was ingeslapen op het steenen bed buiten de Damascuspoort. Tevergeefs Iraohte hij deze visioenen af te schudden, terwijl hij vastberaden be velen, verboden én lange gedeelten uit de wet met luider stem herhaalde, en even streng de voorgeschreven wasschjngeni en reinigingen in acht nam, wanneer hot ge zelschap bij en stroomende beek stilhield. Alles te vergeefs. „G»j, die de Wet ont vangen hebt door bestellingen der Enge len, cn hebt iq hiel, gehouden!" klonk de onverbiddelijke e ern. En daar doorbeen klonk het weeklagen der vrouwen, van haar kinderen beroofd, bet steunen van sterke mannen onder de geeseling, het ge dempte geluid van het dichtslaan der ge vangenpoorten en het Tinkelen der kettin gen. Op den vijfden dag van zijn reis werd de foltering hem ondraaglijk, zoodat hij zijn tent verliet en naar buiten ging onder den vrijen hemel. „Mijn.God!" 6teunde hij luid „heb ik Uw wetten niet gehouden, en Uw bevelen nageleefd? Gij hebt tooh onge rechtigheid gehaat, en Gij hebt rechtvaar digheid liefgehad; zie, ik heb al deze din gen gedaan, opdat Uw naam geëerd moge moge blijven voor 't volk en afgodsdienst en allo godslastering en bedrog uit uw land mogen verwijderd worden," En hij zwoer een duren eed voor den Heere, om een offer te brengen van vette schapen cn ossen. Doch weer klonk een slem: „O gij huis Israël, hebt gij Mij veertig jaren lang beesten gedood en offeranden ge bracht? Doch zie, Tk zal i'. uitleiden uit Babylon, die de Wet ontvangen hebt door bestellingen der Engelen en hebt zo niet gehouden." „Ik heb de Wet gehcuden!" riep bij luid en de heuyelen herhaalden mot somberen echo: „de wet, de wet." Toen verschenen in zijn gedachten <Ie aangezichten van de vier, die aan zijn hand ontkomen waren, ©n hij herinnerde zich den blik van de jonge maagd, toen zij zeido: „Ik geloof, dat Hij ter dood e in bracht is aan het kruis, opdat Hij allen tot Hem zou leiden en hen van hun zouden genezen, ©venals Mo zes de slang in da woestijn ophief, opdat de Israëlieten moch ten aanschouwen en gered worden," 011 bij deze woordon vermengden zich de plechtige 6tommen der profetie: „Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op zich genomen,, en onze smarten heeft Hij gedragen, dodli' wij achten Hem, dat Hij geplaagd, van: God geslagen en verdrukt was. Maar Hij' is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld,, de straf die ons den vrede aanbrengt, waa op Hem, en door Zijne striemen is ons gcr-, nezing geworden. Wij dwaalden allen als* (schapen; wij keerden ons een iegelijk naar! zijnen weg, doch de Heeero heeft ons aller ongerechtigheid op Hem doen aanloopcn." „God, indien .hot waarheid ware!" pre*; velde hij; en voor ©cn oogenblik was döj zachte schijn der alomtegenwoordige lief de in zijn du is tof e ziel gedrongen; doch hij hief hardnekkig het hoofd op. „Tic kan:- niet gelooven!" riep hij, „ik wil niet ge looven, dien den dood aan 't kruis gestop-^ ven is? Ik ben waanzinnig. Ik wil niot ge looven indien ook ik niet do hemelent geopend zie." ;(Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 1