ÉiweLeisÉCoBiii Tweede Blad. Dinsdag 13 December 1921 Arbei.ds- cn geld verkwisting. 'Hot Hcibl. geeft nog enkele beschou wingen over liet Bezuinig-ing&rapport Waaruit blijkt op Iioo treurige wijzó' aan Ido Departementen in Den Haag de tijd en tevens het door de belastingbetalendebur- gerij opgebrachte gold verknoeid wordt, .en waaraan wij het volgende onticcnen: Op pag. 69 van het rapport van de be- zuinigmgscommissio is het volgende te bezeil „Ten slotte meendo de Commissie niet te mo* geu nalaten te wijzen op de zeer omslachtige administratie, welke bij bedoeld bureau werd .waargenomen. Het maakte niet den indruk van een. zainig beheer, dat een ambtenaar was aan gewezen om in klad vervaardigd© ontwerpen voor minuten op de schrijfmachine over te ty pen, welke nogmaals op do secretarie moesten worden geeopieerd." Do meosto lezers zullen niet weten wat een minuut is. Een minuut is het oor spronkelijke van een stuk, bijvoorbeeld jvan een brief ook van een vonnis ^waarvan dan een afschrift verzonden twordt. Velen zullen weten, dat waarlijk zeer belangrijke en moeilijke brieven door hoofden van grooto zaken, die hun positie danken mede aan hun bekwaam heid om moeilijke brieven snel en goed te kunnen coneipieeren, direct aan een ste nograaf gedicteerd worde. Een kwartier later heeft do man den brief met zooveel extra afdrukken als hij hebben wil, dien hij. als dezo zeer belangrijk is als concept beschouwt om anderen eerst te laten lezen en anders teekent en wegzendt. Bij het departement vau, financien gaat liet anders. Een ambtenaar maakt een klad ont werp voor een minuut. Dat wordt wa rempel overgeschreven, opdat op de se cretarie dc minuut gemakkelijk geeopieerd kan worden. Do „minuut" op zichzelf is overbodig naar onze meening. Dc brief eopieën kunnen ook zonder „minute" ge vonden en bewaard worden. Maar zeker is het ormoodig een „klad concept" er van to maken. Nog overbodiger is het een amb itenaar te bonoemen, die niets anders doet 'dan klad concepten over te schrijven. Wel ke eopieën dan geeopieerd kunnen wor den! Het is natuurlijk grappig. Het is heel," heel belachelijk. Maar men kan er toch niet hartelijk om lachen. Dat ambtenaren voor zulk czelswerk gebruikt worden, dat het geld van do natie, dat voor zooveel wenscltelijker zaken niet te krijgen is, mis bruikt wordt voor zulke domme dwaas heden, stemt te bitter, dan dat het moge lijk is recht hartelijk om zulk een gek kenhuis-inrichting te lachen. Wij weten niet van welken Amerikaan- 'schen zakcnkoniDg wij gelezen hebben, dat de man zoo vlug zijn brieven de be langrijkste, de minder belangrijke werk ten do secretarissen eigenhandig af dic teerde, dat hij twee stenografen tegelijk bezig hield en twee brieven tegelijk dic teerde, Dergelijke hersenkunstcnmakerij ^al niemand van een ambtenaar van het «epartement van financiën, afdeeling ge bouwen, eischem Maar het verschil tus- schcn dat brievensnelvuur en de amb tenaar die kladjes van „minuten" copieert am een ander eopieën van zijn eopieën te laten maken, teneinde een minuut to krij gen waarvan de brief gecopieercl kan wor den. is wel wat heel groot. En clan moet men weten, waar die brie- Ven, waarvan met zooveel zorg „minuten"1 gemaakt worden, over handelen! Op het bureau „gebouwen" was „niet voldoende werk voor 5 ambtenaren" constateert de •commissie. En het gaat over den aankoop en het huren van gebouwen en vaartuigen ,voor het departement financiën en cle aan echaffing van meubilair en den huishoude lijken dienst in die gebouwen! Die ééne copiëcrende ambtenaar is thans heeft cle minister verklaard, „uitgespaard" Maar het gaat niet om dien cenen amb tenaar, het gaat om den geest, die uit het zoolang handhaven van zulk een volkomen jmüeloos ambtenaar blijkt. Wil men een ander, een beter, schoon tmindcr schilderachtig voorbeeld? Het gaat om do Directie van' Economische Za ken een bureau van „buitenlandschc zaken" dat parallel werk doet met do „af deeling 'ïland^f' van Waterstaat. ihaar dat do concurreerende departementen niet willen samenvoegen, niettegenstaande tien duizenden guldens daardoor bespaard zou den wordenf s p Op pag. 48 leest men: -^ a t -- „In do oersto plaats wees do Commissie or op, dafc oen vrij algemeen» fout in do liijksndminis^ tra tic, n.I. dat men niet voldoends 6clieiding maakt tussclieu belang rijke en onbelangrijke stukken, ook bij do Directie wordt gemaakt. Hier doet zich bot merkwaardig verscbjnsel voor, dat- hot agendo oren, indiceeron en bewaren, van stuk ken evenveel ambtenaren vordert als het redac tiewerk en bet bestudeer®* van rapport-.. Be Gommissio meende dit oen wanverhouding tc möe-i ten noemen. Zij achtte bet oneconomisch, dat voor het registreeren van omstreeks 27.000 in gekomen en 22.000 uitgegane stukken per jaar niet minder dan elf ambtenaren waren aangewen zen.. Hiorin diende naar liaro meening verandering to worden gebracht. Het bestaande registratie-* stelsel, volgens hetwelk de ingekomen cn ver zonden brieven dikwijls op 5 verschillende wijzen worden geregistreerd is voor de meeste stukken niet vereïscht." Het klinkt.haaat ongelooflijk, dat men elk stuk op 5 verschillende wijzen regis treert. Niemand kan hier twijfelen dat liet registreeren^ daar niet een middel is, een noodzakelijk middel om een ernstig doel te bereiken maar een doel op zichzelf. Maar die cijfers verdienen nog wel even nader bezien to worden. Er komen per jaar 27.000 stukken in (wat voor stukken zullen daarbij zijn!?) cu er gaan 22.000 uit. Er zijn 310 werkda gen in een jaar. Per werkdag komen er dus 89 brieven in cn gaan er ruim 70 uit. Om deze to registreeren zijn 11 ambtenaren nooclig. Zulk een ambtenaar met mis schien een hoofdcommies of referendaris aan liet hoofcU registreert dus per' dag ruim 6 uitgaande en 8 inkomende brie ven! Dan is zijn dagwerk klaar. En wij, belastingbetalers, kunnen voor zijn trac- tcment cn zijn bode cn zijn pensioen cn zijn telefoon en zijn verwarmig zorgen. Kan men zich dan verwonderen, dat dc commissie conslalcercn moet: „Het aantal ambtenaren, belast rncl liet re gistreeren, bewaren, overschrijven en verzeilden van brieven is thans bijzonder groot. Bij tic De partementen van Algemeen Bestuur, het Hoofd bestuur der Posterijen en Telegrafie en don Baad ran Toezicht cp de Spoorwegdiensten zij a in hot geheel ongewer 2700 ambtenaren werk zaam, waarvan bijna 600 met arbeid van dien aard. zijn belast. Een vrij belangrijk gedeelte van deze amb tenaren bekleedt do rangon van commies cn hoa* gor. Volgens do aan de Commissi» verstrekte opgaven waren tot voor korten tijd bij de aMos- liagen of bureaux ^Kabinet, Agenda enz. cn Se cretarie werkzaam 1 administrateur, 9 refcren* da rissen, 24 hoofdcommiezen en 46 commiezen, chis in het geheel 80 ambtenaren van hoogcren cl middelbaren rang. Ook deze kostbare porsoneel- bezelling pleit, naar hot oordeel der Commissie, tegen de bij de Depa men ten enz. gevolgde ge dragslijn met betrekking tot do registratie, de bewaring en het overschrijven van stukken." Er wordt nog vee, meer nutteloos en dubbel werk gedaan in korten tijd heeft dezo weinig talrijke commissie, die zich met de werkwijze van al die regeerings- 1 departementen bekend moest maken, reeds vele gevallen geconstateerd. Rekeningen, die door een stel regeeringsambfenaren worden gecontroleerd, worden op een an der departement opnieuw gecontroleerd. Voor het verifieeren en „registreeren" d.w.z. in pakjes wegbergen cn in een boek alphabetisch met nummer vermelden van 4000 rekeningen per jaar worden aan het departement van koloniën G ambte naren gebruikt. Elke ambtenaar verifieert en registreert dus welgeteld 21 rekening per dag. Dat lijkt heel erg, maar is voor een regeeringsdepartcment volstrekt met een abnormaal lichte arbeidsdag. Maar die twee cn een halve rekcning.waar zoo'n ambtenaar dan een heclcn kostbaren work dag lang aan verifieert, zijn in'menig ge val reeds elders geverifieerd! GEMEENTERAAD LEIDEN. (Vervolg.) begroot inji voor 1922. Do algemecne beschouwingen worden geopend. De hoor van Eek zegt dat cle heer v. Ha-. mol zooeven als oudste lid namens den Raad heeft gesproken. Spr. was aanvankelijk voorne mens namens de fractie te spreken, maar zal dat nu achterwege laten. Ia 't algemeen acht hij het overigens niet gowenseht dat een lid zond»' opdracht spreekt namens den Raad. Ia dit geval is er voor een afzonderlijk optretlen geen reden daar do Soc. Bern., Koezeer ook met' den Burgemeester verschillend in vele opzichten, zich gaarne bij den hoer v. Hamel aansluiten. Zij willen ook gaarne den Voorzitter do lob ding gemakkelijk' maken, maar zij zullen toch niet al to kort kunnen zijn. Herhaaldelijk zegt spr. wordt ons ook' in Üo pers verweten, dat wij spreken voor de tribune. Dat is juist, omdat wij propaganda willen uw ken voor de Socialistische gemeente-politiek. Dat is .in dc eerste plaats onze bedeeling. Het is een der redenen geweest waarom wij hier rit- ting namen. Wij hebben als Soc. Dom. oen dubbele taak. Wat voer ons het positieve is, wordt door de burgerlijke raadsleden opgevat ale negatief werk. Het medewerken aan den goeden gang van ra ken is voor ons slechts de negatievo zïjdo van het werk in den Baad. Vandaar dat bij het aftreden van den heer r. d. Pot als wethouder door ons aan de bezetting van dien zetel geen aandacht Is goschonlHef: ia voor ons proeies hetzelfde wie daar zit, 1 iemand van rechte, of van do uiterste li akers zijde. Spr. wil in dit verband iets zeggen van da deelname van do S. D. A. P. aan het Dag. Be stuur. De heer O o s t d a m: alweer? Do heer v. Eek: wij zullen het alleen doea als we daar iets kunnen Joon voor het Socia lisme. Het is wel waar, dat do gemeente etcocts meer wordt een filiaal van het Rijk, zoodat ook al was er een socialistisch coTIoge van B. on W. Let betrekkelijk weinig zou kruinen doen. Tel kens wc-er zou men sluiten op de hoogcro auto riteiten, zoodat betore werkloozenzorg, uitbrai ding der gemeentebedrijven, enz. niet mogelijk zou blijken. Dit is wel gebleken te Eaandam, waar het gom.-bestuur feitelijk onder curatoria te gestekl. Een socialistisch college van B. en TV. zou alleen dezo beiookenis hebben, dat ar was een socialistisch centrum, waardoor li«t --M>rea van den klassenstrijd binnen den Baad makkoKjkcr werd. In de gegeven omstandigheden is er voa- te Soc. Dom. geen reden in het college van B. cn TV. zitting te nemen. De mogelijk7-'-1 denkbaar, dat hier zou to men een rogeoring van vakvereent ouder socialistische leiding, maar dat zal alleen het geval zijn, als do burgerlijke partijen hopeloos zijn vastgoloopen. Van welko zijden dc Soc. Dom. ïn zulk een situatie steun zouden ontvangen, kan spr. niet zc-ggen. Wat. zogt, spr. hebben wij hier te doen? Do heer Si jls ma: Voor do tribune spre ken. Do heer do Lange: Daar luistert men ook riet eecs. Do heer v. Eek betoogt dan verder dat i taak ..Mor is, de onhoudbaarheid van liet kapita lisme in het licht tc stellen, welke gedachte hij nadar uitwerkt. Voor do arbeidera zijn er geen woningen, de workloozen worden niet goed verzorgd, de 1 oenen vr.n het gem.-poreoneel z.ijn tc laag. Als voor beeld wijst spr. op een losse arbeider dio rieriris f 20 por week vevillende. Do heer Oost-dam: Wat was dat voor werk? De lieer v. E e k: 't Was-Ofigeeelïon7^-?- arbeid. De heer Oostdam: Wat voor arbeid? Dc Yoorz. hamert. De --er v. Eek vraagt wat er gedaan wordt voor de geestelijke belangen. Do heer de Lange: Geestelijke belangen? Da heer v. Eek: do heer v. Hamel schijnt het niet te begrijpen. Do heer Sijtsma: van Hamel zegt niets. De heer v. Eek is inzonderheid ontevreden over hen die zich Christenen noemen. Hij zelf is geen Christen. Maar toch stelt hem da houding van hen die zich zoo- noemen teleur. Spr. zou wênsehen dat de Overheid meer ïn- grijpt en dat men hier als in Amsterdam (ge lach) goedkoop meel en goedkoope brandstoffen beschikbaar stolde. Verder bepleit spr. uitbrei ding der Overheidsbedrijven, waarbij hij wijst op Groningen, waar onder controle vun het Gam. bestuur groente wordt verkocht. Uit het optreden van den hoer Wierdels te Amsterdam blijkt, dat men ook van burgerlijke zijde voor deze dia gen begint te gevoelen. Een volgend «punt waarop spr. dc aandacht vestigt is een meer democratisch beheer van do gemeente-bedrijven, zoodat we krijgen co-. t. At tische toepassing van do socialistische leer. Nu is het waar dat men in Christelijke kringen hier voor in theorie, iets gevoelt maar in de practïjk merkt men er niets van. Spr. 'meeat dat liet Overheidsbedrijf do voor keur verdient boven hot particuliere, omdat dnabij ook met moreoio overwegingen kan wor den gerekend. Vorder vestigt spr. de aandacht op do poli-la ke en economische gelijkheid van alle ingeze-» tenen, waartoe do gemeen to .zooveel mogelijk heeft mee tc werken. Spr. komt dan tot enkele meer 6peciale pun ten. In do eerste plaats, het anü-democraliseli. ka- akter van liet gem.-bestunr, wat uitkomt in het streven van B. en W. om zoo weinig mogelijk met de weaachen van den raad te rekenen. Spr. erkent dat het is overeenkemsticr do beo--* echcnde denkbeelden als B. en W. omtrent be* paalde zaken zelfstandig handeten. Prof. Buijs heeft wel de stelling verkondigd dat publiek recht beteekent politieke- plicht, zoodat ieder collogc een bepaalde taak heeft, maar spr, meent, dat het gaat om den geest van de wot, die bij veranderde omstandigheden een andere toepas sing eiseht. Daarmede behoorden B. en W. te rekenen. Het standpunt van B. cn W. is zeer gevaar; lijk, omdat de Baad veel meer in contaet is met de massa, met wier meening rekening be hoort tc worden gehouden. Vervolgens acht spr. het noodig dat aan de bevolking meer vrijheid van beweging wordt ge geven. Daarvoor is noodig een mildere toepas sing van de Z o n d ags w e t, opdat optochten met muziek kunnen worden gehouden. De weg dient zelcer voor het verkeer, maar toch ook voor optochten. In verband daarmede vraagt spr, racerdcro vrijheid bij optochten, ook in dien zin. dat liederen kunnen worden gezongen, mits geen burengerucht wordt veroorzaakt en geen oneer bare liederen worden gezongen. Wij zien echter dat het regelmatige gezang is vorboden, terwijl op nationale feestdagen dronkemansgezang wordt toegelaten. Een andere grieF van spr. is, dat de strafiteolportaae wordt belommerd. Vervolgens behandelt spr. het gebruik van wapens door do politie. De pracüjk is. dafc bij kleine overtredingen meermalen do wapens wor den getrokken. Dit beteekent dat da politie het recht heelt lijfstraffen loo lo passen. Do schold Inervan ligt niet in do eerste plaats bij de po litie maar bij de autoriteiten. Spr. wil niet de verhouding tnsschen de poli- l:e en de bevolking verslechteren. Do heer Eer tl mans: Daar bent u anders aardig aan bozig. Tenslotte komt spr. tot do bezuiniging. Als de bedoeling van die actio was, de rijken fc be wegen zuinig to leven om de positie van dc ar men te versterken, dan zou spr. daarvoor zijn. Ook vermindering van het militarisme,, verla ging van hoogo salarissen enz. juicht 6pr. toe. Maar bedoelt men daarmede dafc dc Ovorheid haar taak zal inkrimpen, jen koste van wcvkloo- 7en enz., dan moot spr. daartegen protestoeren. Men wijst op do hooge belastingen, cn speelt op dio manier do eeno armoelijder tegen den an dere nib Een andere belastingregeling dio «p do gegoeden zwaardere lasten legt is noodza kelijk, omar niet de bezuiniging die men hier wensehb Do lieer Wil mor zal niet ingaan op wat cis hoer v. Eek heeft gezegd aan het adres van hen die buiten den Raad staan. Spr. wil alleen iols zeggen over wat gezegd is, aan het adres van do rechterzijde. Spr. komt dan eerst tot wete Iioudorskwestio en betoogt dat 't teek al te dwaas zou zijn indien voor de derde maal aan do S. D. A. P. een vorzoek tot het bezetten van een wcih. zetel was gedaan. Spr. komt dan tot liet verwijt dat de rech terzijde geen forsclio maatregelen wil tegen hot kapitalisme. Wat is de bedooling daarvan? Als bedoeld wordt aan de alleenheerschappij van het kapitaal of aan de overheersching van bet kapitaal overal een einde te maken, dan wil ook spr. forecho maatregelen tegen het kapïteïismo. Doch, als bedoelt! wordt omverwerping van do maatschap pij om plaats to maken voor het socialisme, dan wil spr. er niet aan mode doen. De heer v. Eek hoeft terecht in Het Volk gezegd, dat met dc men eehen, zooals zo zijn, geen eowhliamo is tot stand te brengen. Wat betreft de gewensdrto forsche maatrege len, waarbij als voorbeeld gowezen werd op het Lovcnsmiddolenbedrijf, zegt spr. dut hij daar tegen is omdat op die wijze niot 't algemeen be lang wordt gediend en niet om Middenstanders op de been te houden. Spr. erkent dat liieronp trent wel eens theoriën worden verkondigd, waarmco hij niet meegaat. Do Middenstand moot behouden blijven, alléén omdat en iazoover het algemeen belang het eiseht. Omtrent do Zondagswet zegt spr. dal, als lt waar is dat de grooto meerderheid der bevob king uiet een strenge tocpassïag van do wet verlaagt, men niet moet ageer?» tegen de toe- pa s s i n g, maar tegen dewetzolf. Spr. komt dan tot de bezuiniging. Hij Icost het volgende voor: ,-Hcfc zou struisvogelpolitiek zijn zonder meer door te gaan met het stellen van nieuwe eischen, zonder dat daarnaast werd uiteengezet zonder de zinnen mot ijdelo verwachtingen to begooche len hoe wij don wagen, op hot hellend vlak tot staan kunnen brengen om hem dan tc richten naar beteren koers. Maar daarvoor is eerst noodig dat wij helder beseffen, dat wij bezig zijn vast te loepen, ca dat dc oplossing niot is gelegen in het bowodte gen van telkens hoogcrc eischen cn het stellen van nog hoogcro." Misscliieri zegt spr. zal mott mij bel Heten «fc reactionair. De hoeren Dublieldeman en van EcE:Ti zoer juist. Dc heer Will ra er: dan wil u er do^aaTW" dacht op vestigen dat dezo woorden ontleent^ zijn aan een hoofdartikel in Het .Volk (go-r lach.) Do heer Dubbel de man: leest u h'cfc h'eald, artikel voor. Do V o o r z. hamert. De Iicor Wil mor merkt op, dat do heerön.' van streek raken, nu zij zich door oen parlijgo^ noot do los hooren lezen. j Do heer M o i j n o n zegt, dat do Socialisten; dio het altijd voorstellen alsof do leden hier oor bepaald o groepen dor bevolking optreden, hun gewone taktïek hebben gevolgd. Spr. juicht: het toe, dafc bij gelegenheden, als wa m daag hebben, één lid spreekt namens den gekeo* len Raad. In de tweede plaats acht spr. het oen fout, dafi men hier wil spreken tof. do massa. Spr. meent, dat do taak van den Raad in de eerste plaats is het be.sturon der Gomeoato. De heer v. Eek heeft veroordeeld hef- optreden- van do autoriteiten dio voor de toepassing vaa. do wetten waken, maar spr. juicht dit juist too. T ernietiging van, het tegenwoordige ma ate schappelijke stelsel aehfc spr. niet gcwenscht, oir.-; dat dit do ontwrichting ran de maatschappij, tengevolge heeft. Hot streven naar nivclleering bij dc salarieering is, naar spr. meent, niet ia het belang van de gemeente en ook niet van de menschcn zelf, daar op die wijzo alle idealisme bij den arbeid verdwijnt. De heer v. Eek heeft geklaagd over tie wciaigoL - beliartiging van de geestelijke belangen van het ralk. Over dezo klacht heeft spr. rich verbaasd. Wat toch doet de S. D. A. P. voor dc waarach tige geestelijke belangen van het volk? Ver* klaarde dezer dagen niet een vooraanstaand so* clalist dat dc socialistische leuzen hem niots konden geven voor do bevrediging van zijn geestelijke bekoeifen. Daarvoor zegt spr. is maar oen middel: breng het volk het Evangelie. Do hoor Dubheldcman: Ah Do heer Knuttel is geen togeiistander van' bezuiniging. Men zou kunnen beginnen met het afschaffen van do schriftelijk» behandeling dar begroeting daar wat daarin gezegd wordt steads minder gaat bef eekenen. Spr. meent, dat do begrootiag een te ongunstig beeld geeft, daar met dc prijsverlaging van ver schillende materialen gce" -ring is gehou* don terwijl ook dc exploitatie der Lichtfabrieken wel zal raoevaitefl. Met den H. O. zal ft dit jaar rog wel gaan, maar wel moeten wo er rekening mee honden, dafc do ontwrichting van het loven ook ons land zal aantasten. De crisis in het bo« drijfsleven is nog nauwelijks begonnen, do ba- richten uit hot buitenland zijn zeer pessimistisch, do wereldcrisis grijpt steeds meer ctn rich heen. cn niemand weet hoe de crisis gestuit cn in oen nieuwe opbloei van het kapiuusme kan wordea omgezet. Hot eenigc middel dat men weet aan te geven isloonsverlaging-Dat middel is ech ter in strijd met wat enkele jaren geleden rd aanbevolen nd. vermeerdering van do pouucli*. Do vorminaerde koopkracht heeft n.i. aoodr-— dig vermindering van de productie tengevolge. Do onhoudbaarheid van hot kax>llalisrae is naar sp. meent voldoende gebleken. Hij erkent, dit er minder spanning is, dan enkele jaren geleden, zoodat oen uitbarsting minder waarschijn» hjk is, maar do m a c h t van het revolutiouair» proletariaat is ongetwijfeld toegenomen. Da chaos begint ook hier don toestand aan Ka vreten, zoodat wo ook hier op den goeden weg komen. Spr. betoogt verder, dat de sein-7-r- meerdering in verband mot de geldswaard© niet ver Glit rustend is, maar wel neemt de betcekenia van die schulden toe, naarmate do toestand van do gomeento finanticel zwakker wordt- Ook op die wijze wordt dc ontwrichting c.us in do hand gewerkt. Beter dan hot kapitalisme dat doott kan die ontwrichting niet worden bi- arde^ic zoodat spr. do opmerkingen van den boer Pteijnai niet begrijpt. Spr. memt, dat do arbeiders thans een gevoeligo les krijgen, omdat zij zullen inzien, y dat do voordoe1-- die rij veroverden 6l--hts schijnbaar zijn. Tegen do hervormingen, door den boer v. Edö •aanbevolen, heeft spr. weinig bezwaar, a! ver-» wacht hij er niet veel van. Voor oen 20 iaat geleden zou het oen heel aardige redo rijn wo.cgl; alleen zou uien toen niet het Marxist!» sche stelsel hebben verloochend op de wijzo, zooals de heer van Eek, die eigenlijk nooit xislisch heeft gedacht, dit dead, toen hij b<y toogcle dat do laak van do S. D., A. is da .neerdrukkende werking vaa het kapitalisme t©» ,gen te gaan en .niet cenigo waardeering sprak' van het Christendom. Van het oorspronkelijk! .Christendom, oen zuiver revolutionaire - V«w>» ging. is -«■ het tegenwoordige Christendom ni?U meer ovcj*. Do heer van Eek doet niets ander.j dan het geven van een vorlanglijsljo, dat oen vorhunglijstje blijft, ook als zijn paitij de macht krijgt. Waar ter wereld hoeft men zelio ccn poging gedann iels tot stand to brengen. De heer Dubboldeman: Io Duilwhland. FEUILLETON. STEPHANUS. Naar b^t. Engelsr.b van M. KING3LEY. €7) -T... In den kerker, vaar de duisternis des te erger scheen door de weinige lichtstralen, welke zich een weg baanden door het tra liewerk boven de deur, bevond zich het viertal, dat tot dood veroordeeld was. De lor.ge man Seth was aan het blok beves tigd, de drie vrouwen geketend aan zware ijzeren ringen, welke in den steenen vloer waren geklonken. „Denkt ge, dat Hij one bevrijden zal?" fluisterde Anat, het ldeed van Maria aan haar lippen brengende. „Hij zal ons bevrijden, liefste, naar Zijn Welgevalion", antwoordde Maria loeder. „Indien Zijn weg leidt door de donkere vallei, dan zal het einde des te heerlijkor zijn." „Maar de geeseling, de schande, hoe hoo zullen wij die verdragen?1' klaagde Anat wennende. „Hij heeft het ook verdragon, en Hij was Gods Zoon," zoide Maria, terwijl haar stern beefde; „en zullen wij dan, dio stervelingen zijn, terugdeinzen? Denk niet aan den dag van morgen, behalve als ge hem als den dag beschouwt, die u zal doen Btaan voor Hem in het kleed der ons!erfc- b'kheid. „Dodi indien de kracht ons begeeft, wij Hem verloochenen?" zeide Anat weifelend „Ik ken mijn eigen hart niet of ik hef tot het einde kan dragen." „Hij zal u kracht geven, als hel menig k. Zoudt. ge Hem op dit oogenblilc wil len verloochenen?" „Neen, o neen." „Dan zult ge Hem ook morgen niet ver loochenen. Hij geeft u kracht naar kruis, en de dag van morgen is in Zijn hand." Wat Anna, de vrouw von Kaiaphas be treft, zij zat onbeweeglijk met het hoofd op haar schrot gebogen. Maria dacht, dat zij misschien was ingeslapen, en in baar liefdevol hart hoopte zij, dat het zoo was. Ieder uur verscheen het toortslicht van den gevangenisbewaarder in hun kerker. „Waar is Hij nu, die u bevrijden zal?" riep hij spottend. En een ander maal was het: „Indien de engelen u gedurende de nachtwake bezoeken, roept dan luid want ik heb bij mijn leven gezworen, u morgen aan het gerecht uit te leveren." To middernacht werden de slaperige wachters gewekt door oen luid kloppen op de buitenpoort van do gevangenis. „Doe open!" riep een stem. „Open da delijk do poort, in naam van het Sanhe drin." De hoofdbewaker van de gevange nis keek naar buiten en toen hij bij het licht der lantaarn ontdekte, dat Caleb zelf aan de deur klopte, opende hij behoed zaam de poort en liet hem binnen. „Ik heb bevel," zeide Caleb, „om in het geheim eenige woorden te spreken tot een der vrouwen, die zich onder uw hoede be vinden; dit is het toskon van mijn order;" en hij toonde hem tien zegelring van Annas „M aar de Farizeër Saulus begon de wachter. Caleb maakte een ongeduldig gebaar. „Breng de vrouw dadelijk bij mij," zeide hij. „Ze zijn aan den vloer geketend," bromde de wachter onwillig, „en ik wil zo er geen van allen uithalen, al was het op bevel van Herodes zelf. Ga zelf naar binnen." Caleb trad due naar binnen, op den voet gevolgd door den cipier. „Waar is de vrouw, Anna genaamd," zeide hij. „Ik heb een boodschap voor baar." En toen do dochter van Anna? hom aan gewezen was, duwde hij haar een pakje in de hand. „Gebruik, wat er in is, om do eer van uw 'huis to redden", fluisterde hij. „Het wordt u vol genade gezonden door do hand van Annas." Daarop wenddo hij zich om en verliet de gevangenis. Anna opende liet pakje, terwijl oen vage hoop haar hart. vervulde; doch mot een ge baar, vol afschuw, trad ze terug, toen dc enkele lichtstralen vielen op het lemmet van een dolk. HOOFDSTUK XXXIV. iff ••"f- Ten derde ure. Dien vólgenden morgen had een groote menigte zich bij de gevangen te verzameld, waarin hot viertal zich bevond, dat ver oordeeld was tot do geeseling in het open baar en daarna ter dood zou gebracht worden; want slechte tijdingen versprei den zich vlug ,©n er zijn altijd mensehen, dio tot eigen vermaak het lijden van an deren gaan aanschouwen. Toch waren er ook. die elkander aunza. gen met sombere wanhopige blikken. „Dc laatste dagen zijn gekomen," prevchlen zij, „de dagen van toorn en van verdoe menis. Want. God zal Zijn uitverkorenen niet wreken ,dio tot Hem roepen dag en nacht? Ja, Hij zal hen wreken en zeer spoedig." Doch nog soheen de zon neer met ongerepte pracht, de sombere muren van den bloed bevlekten kerker verlich tende. En de heldere hemel gaf geen tee- ken van do onzichtbare beirscharen, dio achter zijn azuren muren geschaard waren. Op het derde uur naderde Saulus, ver gezeld door een sterke wacht, de gevange nis. Zijn gelaat was bleek, doch een wren de, vastberaden trek lag om zijn mond, waarvoor de menige! zich angstig terug trok. Do bewaker van de gevangenis begroet te hcui met grooto vreugde. „Do gevange nen, die gij aan mijn hoodo hebt toever trouwd, zijn niet. ontsnapt, heer", zeido hij, vergenoegd in zijn handen wrijvende. „Wij hadden geen verschijningen; geen engelen, aardbevingen of duivelen. Wij zijn „Breng hen voor", zeido Saulus gebie dend cn met een toornlgen blik op den ge vangenbewaarder, waarop dezo angstig tot den grond boog. „Ja zeker, dadelijk, hoogvereerde hoer? zoo spoedig wij hun ketenen kunnen los maken. Hier heem" bulderde hij, zich tofi eon cipier wendende, „brend het vieriht voor onzen geëerbiedigden heer!" Dus betraden de veroordeelden weldra de binnenplaats der gevangenis en stonden voor Saulus. Hun gelaat was kalm en vre- j dig, en do Parizeer knarsetandde, toen hif bon aanzag „Hebt ge de gevolgen van uw stijfhoof digheid berekend?" zeide hij kor laf. i (Wordt vorvolgd.),. i;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 5