ÉiweLeisÉCoBiii
Tweede Blad.
Dinsdag 13 December 1921
Arbei.ds- cn geld verkwisting.
'Hot Hcibl. geeft nog enkele beschou
wingen over liet Bezuinig-ing&rapport
Waaruit blijkt op Iioo treurige wijzó' aan
Ido Departementen in Den Haag de tijd en
tevens het door de belastingbetalendebur-
gerij opgebrachte gold verknoeid wordt,
.en waaraan wij het volgende onticcnen:
Op pag. 69 van het rapport van de be-
zuinigmgscommissio is het volgende te
bezeil
„Ten slotte meendo de Commissie niet te mo*
geu nalaten te wijzen op de zeer omslachtige
administratie, welke bij bedoeld bureau werd
.waargenomen. Het maakte niet den indruk van
een. zainig beheer, dat een ambtenaar was aan
gewezen om in klad vervaardigd© ontwerpen
voor minuten op de schrijfmachine over te ty
pen, welke nogmaals op do secretarie moesten
worden geeopieerd."
Do meosto lezers zullen niet weten wat
een minuut is. Een minuut is het oor
spronkelijke van een stuk, bijvoorbeeld
jvan een brief ook van een vonnis
^waarvan dan een afschrift verzonden
twordt. Velen zullen weten, dat waarlijk
zeer belangrijke en moeilijke brieven
door hoofden van grooto zaken, die hun
positie danken mede aan hun bekwaam
heid om moeilijke brieven snel en goed te
kunnen coneipieeren, direct aan een ste
nograaf gedicteerd worde. Een kwartier
later heeft do man den brief met zooveel
extra afdrukken als hij hebben wil, dien
hij. als dezo zeer belangrijk is als concept
beschouwt om anderen eerst te laten lezen
en anders teekent en wegzendt.
Bij het departement vau, financien gaat
liet anders.
Een ambtenaar maakt een klad ont
werp voor een minuut. Dat wordt wa
rempel overgeschreven, opdat op de se
cretarie dc minuut gemakkelijk geeopieerd
kan worden. Do „minuut" op zichzelf is
overbodig naar onze meening. Dc brief
eopieën kunnen ook zonder „minute" ge
vonden en bewaard worden. Maar zeker
is het ormoodig een „klad concept" er van
to maken. Nog overbodiger is het een amb
itenaar te bonoemen, die niets anders doet
'dan klad concepten over te schrijven. Wel
ke eopieën dan geeopieerd kunnen wor
den!
Het is natuurlijk grappig. Het is heel,"
heel belachelijk. Maar men kan er toch
niet hartelijk om lachen. Dat ambtenaren
voor zulk czelswerk gebruikt worden, dat
het geld van do natie, dat voor zooveel
wenscltelijker zaken niet te krijgen is, mis
bruikt wordt voor zulke domme dwaas
heden, stemt te bitter, dan dat het moge
lijk is recht hartelijk om zulk een gek
kenhuis-inrichting te lachen.
Wij weten niet van welken Amerikaan-
'schen zakcnkoniDg wij gelezen hebben,
dat de man zoo vlug zijn brieven de be
langrijkste, de minder belangrijke werk
ten do secretarissen eigenhandig af dic
teerde, dat hij twee stenografen tegelijk
bezig hield en twee brieven tegelijk dic
teerde, Dergelijke hersenkunstcnmakerij
^al niemand van een ambtenaar van het
«epartement van financiën, afdeeling ge
bouwen, eischem Maar het verschil tus-
schcn dat brievensnelvuur en de amb
tenaar die kladjes van „minuten" copieert
am een ander eopieën van zijn eopieën te
laten maken, teneinde een minuut to krij
gen waarvan de brief gecopieercl kan wor
den. is wel wat heel groot.
En clan moet men weten, waar die brie-
Ven, waarvan met zooveel zorg „minuten"1
gemaakt worden, over handelen! Op het
bureau „gebouwen" was „niet voldoende
werk voor 5 ambtenaren" constateert de
•commissie. En het gaat over den aankoop
en het huren van gebouwen en vaartuigen
,voor het departement financiën en cle aan
echaffing van meubilair en den huishoude
lijken dienst in die gebouwen!
Die ééne copiëcrende ambtenaar is thans
heeft cle minister verklaard, „uitgespaard"
Maar het gaat niet om dien cenen amb
tenaar, het gaat om den geest, die uit het
zoolang handhaven van zulk een volkomen
jmüeloos ambtenaar blijkt.
Wil men een ander, een beter, schoon
tmindcr schilderachtig voorbeeld? Het
gaat om do Directie van' Economische Za
ken een bureau van „buitenlandschc
zaken" dat parallel werk doet met do „af
deeling 'ïland^f' van Waterstaat. ihaar
dat do concurreerende departementen niet
willen samenvoegen, niettegenstaande tien
duizenden guldens daardoor bespaard zou
den wordenf s p
Op pag. 48 leest men: -^ a t --
„In do oersto plaats wees do Commissie or op,
dafc oen vrij algemeen» fout in do liijksndminis^
tra tic, n.I. dat men niet voldoends 6clieiding
maakt tussclieu belang rijke en onbelangrijke
stukken, ook bij do Directie wordt gemaakt. Hier
doet zich bot merkwaardig verscbjnsel voor, dat-
hot agendo oren, indiceeron en bewaren, van stuk
ken evenveel ambtenaren vordert als het redac
tiewerk en bet bestudeer®* van rapport-.. Be
Gommissio meende dit oen wanverhouding tc möe-i
ten noemen. Zij achtte bet oneconomisch, dat
voor het registreeren van omstreeks 27.000 in
gekomen en 22.000 uitgegane stukken per jaar
niet minder dan elf ambtenaren waren aangewen
zen..
Hiorin diende naar liaro meening verandering
to worden gebracht. Het bestaande registratie-*
stelsel, volgens hetwelk de ingekomen cn ver
zonden brieven dikwijls op 5 verschillende wijzen
worden geregistreerd is voor de meeste stukken
niet vereïscht."
Het klinkt.haaat ongelooflijk, dat men
elk stuk op 5 verschillende wijzen regis
treert. Niemand kan hier twijfelen dat liet
registreeren^ daar niet een middel is, een
noodzakelijk middel om een ernstig doel te
bereiken maar een doel op zichzelf.
Maar die cijfers verdienen nog wel even
nader bezien to worden.
Er komen per jaar 27.000 stukken in
(wat voor stukken zullen daarbij zijn!?)
cu er gaan 22.000 uit. Er zijn 310 werkda
gen in een jaar. Per werkdag komen er dus
89 brieven in cn gaan er ruim 70 uit. Om
deze to registreeren zijn 11 ambtenaren
nooclig. Zulk een ambtenaar met mis
schien een hoofdcommies of referendaris
aan liet hoofcU registreert dus per' dag
ruim 6 uitgaande en 8 inkomende brie
ven! Dan is zijn dagwerk klaar. En wij,
belastingbetalers, kunnen voor zijn trac-
tcment cn zijn bode cn zijn pensioen cn
zijn telefoon en zijn verwarmig zorgen.
Kan men zich dan verwonderen, dat dc
commissie conslalcercn moet:
„Het aantal ambtenaren, belast rncl liet re
gistreeren, bewaren, overschrijven en verzeilden
van brieven is thans bijzonder groot. Bij tic De
partementen van Algemeen Bestuur, het Hoofd
bestuur der Posterijen en Telegrafie en don
Baad ran Toezicht cp de Spoorwegdiensten zij a
in hot geheel ongewer 2700 ambtenaren werk
zaam, waarvan bijna 600 met arbeid van dien
aard. zijn belast.
Een vrij belangrijk gedeelte van deze amb
tenaren bekleedt do rangon van commies cn hoa*
gor. Volgens do aan de Commissi» verstrekte
opgaven waren tot voor korten tijd bij de aMos-
liagen of bureaux ^Kabinet, Agenda enz. cn Se
cretarie werkzaam 1 administrateur, 9 refcren*
da rissen, 24 hoofdcommiezen en 46 commiezen,
chis in het geheel 80 ambtenaren van hoogcren cl
middelbaren rang. Ook deze kostbare porsoneel-
bezelling pleit, naar hot oordeel der Commissie,
tegen de bij de Depa men ten enz. gevolgde ge
dragslijn met betrekking tot do registratie, de
bewaring en het overschrijven van stukken."
Er wordt nog vee, meer nutteloos en
dubbel werk gedaan in korten tijd heeft
dezo weinig talrijke commissie, die zich
met de werkwijze van al die regeerings-
1 departementen bekend moest maken, reeds
vele gevallen geconstateerd. Rekeningen,
die door een stel regeeringsambfenaren
worden gecontroleerd, worden op een an
der departement opnieuw gecontroleerd.
Voor het verifieeren en „registreeren"
d.w.z. in pakjes wegbergen cn in een boek
alphabetisch met nummer vermelden
van 4000 rekeningen per jaar worden aan
het departement van koloniën G ambte
naren gebruikt. Elke ambtenaar verifieert
en registreert dus welgeteld 21 rekening
per dag. Dat lijkt heel erg, maar is voor
een regeeringsdepartcment volstrekt met
een abnormaal lichte arbeidsdag. Maar
die twee cn een halve rekcning.waar zoo'n
ambtenaar dan een heclcn kostbaren work
dag lang aan verifieert, zijn in'menig ge
val reeds elders geverifieerd!
GEMEENTERAAD LEIDEN.
(Vervolg.)
begroot inji voor 1922.
Do algemecne beschouwingen worden
geopend.
De hoor van Eek zegt dat cle heer v. Ha-.
mol zooeven als oudste lid namens den Raad
heeft gesproken. Spr. was aanvankelijk voorne
mens namens de fractie te spreken, maar zal dat
nu achterwege laten. Ia 't algemeen acht hij het
overigens niet gowenseht dat een lid zond»'
opdracht spreekt namens den Raad. Ia
dit geval is er voor een afzonderlijk optretlen
geen reden daar do Soc. Bern., Koezeer ook met'
den Burgemeester verschillend in vele opzichten,
zich gaarne bij den hoer v. Hamel aansluiten.
Zij willen ook gaarne den Voorzitter do lob
ding gemakkelijk' maken, maar zij zullen toch
niet al to kort kunnen zijn.
Herhaaldelijk zegt spr. wordt ons ook' in Üo
pers verweten, dat wij spreken voor de tribune.
Dat is juist, omdat wij propaganda willen uw ken
voor de Socialistische gemeente-politiek. Dat is
.in dc eerste plaats onze bedeeling. Het
is een der redenen geweest waarom wij hier rit-
ting namen.
Wij hebben als Soc. Dom. oen dubbele taak.
Wat voer ons het positieve is, wordt door de
burgerlijke raadsleden opgevat ale negatief werk.
Het medewerken aan den goeden gang van ra
ken is voor ons slechts de negatievo zïjdo van
het werk in den Baad.
Vandaar dat bij het aftreden van den heer r.
d. Pot als wethouder door ons aan de bezetting
van dien zetel geen aandacht Is goschonlHef:
ia voor ons proeies hetzelfde wie daar zit,
1 iemand van rechte, of van do uiterste li akers
zijde.
Spr. wil in dit verband iets zeggen van da
deelname van do S. D. A. P. aan het Dag. Be
stuur.
De heer O o s t d a m: alweer?
Do heer v. Eek: wij zullen het alleen doea
als we daar iets kunnen Joon voor het Socia
lisme. Het is wel waar, dat do gemeente etcocts
meer wordt een filiaal van het Rijk, zoodat ook
al was er een socialistisch coTIoge van B. on W.
Let betrekkelijk weinig zou kruinen doen. Tel
kens wc-er zou men sluiten op de hoogcro auto
riteiten, zoodat betore werkloozenzorg, uitbrai
ding der gemeentebedrijven, enz. niet mogelijk
zou blijken. Dit is wel gebleken te Eaandam,
waar het gom.-bestuur feitelijk onder curatoria
te gestekl. Een socialistisch college van B. en
TV. zou alleen dezo beiookenis hebben, dat ar was
een socialistisch centrum, waardoor li«t --M>rea
van den klassenstrijd binnen den Baad
makkoKjkcr werd.
In de gegeven omstandigheden is er voa- te
Soc. Dom. geen reden in het college van B. cn
TV. zitting te nemen.
De mogelijk7-'-1 denkbaar, dat hier zou to
men een rogeoring van vakvereent ouder
socialistische leiding, maar dat zal alleen het
geval zijn, als do burgerlijke partijen hopeloos
zijn vastgoloopen.
Van welko zijden dc Soc. Dom. ïn zulk een
situatie steun zouden ontvangen, kan spr. niet
zc-ggen.
Wat. zogt, spr. hebben wij hier te doen?
Do heer Si jls ma: Voor do tribune spre
ken.
Do heer do Lange: Daar luistert men ook
riet eecs.
Do heer v. Eek betoogt dan verder dat i
taak ..Mor is, de onhoudbaarheid van liet kapita
lisme in het licht tc stellen, welke gedachte hij
nadar uitwerkt.
Voor do arbeidera zijn er geen woningen, de
workloozen worden niet goed verzorgd, de 1 oenen
vr.n het gem.-poreoneel z.ijn tc laag. Als voor
beeld wijst spr. op een losse arbeider dio rieriris
f 20 por week vevillende.
Do heer Oost-dam: Wat was dat voor
werk?
De lieer v. E e k: 't Was-Ofigeeelïon7^-?- arbeid.
De heer Oostdam: Wat voor arbeid?
Dc Yoorz. hamert.
De --er v. Eek vraagt wat er gedaan wordt
voor de geestelijke belangen.
Do heer de Lange: Geestelijke belangen?
Da heer v. Eek: do heer v. Hamel schijnt
het niet te begrijpen.
Do heer Sijtsma: van Hamel zegt niets.
De heer v. Eek is inzonderheid ontevreden
over hen die zich Christenen noemen. Hij zelf
is geen Christen. Maar toch stelt hem da
houding van hen die zich zoo- noemen teleur.
Spr. zou wênsehen dat de Overheid meer ïn-
grijpt en dat men hier als in Amsterdam (ge
lach) goedkoop meel en goedkoope brandstoffen
beschikbaar stolde. Verder bepleit spr. uitbrei
ding der Overheidsbedrijven, waarbij hij wijst op
Groningen, waar onder controle vun het Gam.
bestuur groente wordt verkocht. Uit het optreden
van den hoer Wierdels te Amsterdam blijkt,
dat men ook van burgerlijke zijde voor deze dia
gen begint te gevoelen.
Een volgend «punt waarop spr. dc aandacht
vestigt is een meer democratisch beheer van do
gemeente-bedrijven, zoodat we krijgen co-. t. At
tische toepassing van do socialistische leer. Nu
is het waar dat men in Christelijke kringen hier
voor in theorie, iets gevoelt maar in de practïjk
merkt men er niets van.
Spr. 'meeat dat liet Overheidsbedrijf do voor
keur verdient boven hot particuliere, omdat
dnabij ook met moreoio overwegingen kan wor
den gerekend.
Vorder vestigt spr. de aandacht op do poli-la
ke en economische gelijkheid van alle ingeze-»
tenen, waartoe do gemeen to .zooveel mogelijk
heeft mee tc werken.
Spr. komt dan tot enkele meer 6peciale pun
ten.
In do eerste plaats, het anü-democraliseli. ka-
akter van liet gem.-bestunr, wat uitkomt in het
streven van B. en W. om zoo weinig mogelijk
met de weaachen van den raad te rekenen.
Spr. erkent dat het is overeenkemsticr do beo--*
echcnde denkbeelden als B. en W. omtrent be*
paalde zaken zelfstandig handeten. Prof. Buijs
heeft wel de stelling verkondigd dat publiek
recht beteekent politieke- plicht, zoodat ieder
collogc een bepaalde taak heeft, maar spr, meent,
dat het gaat om den geest van de wot, die bij
veranderde omstandigheden een andere toepas
sing eiseht. Daarmede behoorden B. en W. te
rekenen.
Het standpunt van B. cn W. is zeer gevaar;
lijk, omdat de Baad veel meer in contaet is
met de massa, met wier meening rekening be
hoort tc worden gehouden.
Vervolgens acht spr. het noodig dat aan de
bevolking meer vrijheid van beweging wordt ge
geven. Daarvoor is noodig een mildere toepas
sing van de Z o n d ags w e t, opdat optochten
met muziek kunnen worden gehouden. De weg
dient zelcer voor het verkeer, maar toch ook
voor optochten. In verband daarmede vraagt spr,
racerdcro vrijheid bij optochten, ook in dien zin.
dat liederen kunnen worden gezongen, mits geen
burengerucht wordt veroorzaakt en geen oneer
bare liederen worden gezongen. Wij zien echter
dat het regelmatige gezang is vorboden, terwijl
op nationale feestdagen dronkemansgezang wordt
toegelaten. Een andere grieF van spr. is, dat de
strafiteolportaae wordt belommerd.
Vervolgens behandelt spr. het gebruik van
wapens door do politie. De pracüjk is. dafc bij
kleine overtredingen meermalen do wapens wor
den getrokken. Dit beteekent dat da politie het
recht heelt lijfstraffen loo lo passen. Do schold
Inervan ligt niet in do eerste plaats bij de po
litie maar bij de autoriteiten.
Spr. wil niet de verhouding tnsschen de poli-
l:e en de bevolking verslechteren.
Do heer Eer tl mans: Daar bent u anders
aardig aan bozig.
Tenslotte komt spr. tot do bezuiniging. Als
de bedoeling van die actio was, de rijken fc be
wegen zuinig to leven om de positie van dc ar
men te versterken, dan zou spr. daarvoor zijn.
Ook vermindering van het militarisme,, verla
ging van hoogo salarissen enz. juicht 6pr. toe.
Maar bedoelt men daarmede dafc dc Ovorheid
haar taak zal inkrimpen, jen koste van wcvkloo-
7en enz., dan moot spr. daartegen protestoeren.
Men wijst op do hooge belastingen, cn speelt
op dio manier do eeno armoelijder tegen den an
dere nib Een andere belastingregeling dio «p
do gegoeden zwaardere lasten legt is noodza
kelijk, omar niet de bezuiniging die men hier
wensehb
Do lieer Wil mor zal niet ingaan op wat cis
hoer v. Eek heeft gezegd aan het adres van hen
die buiten den Raad staan. Spr. wil alleen iols
zeggen over wat gezegd is, aan het adres van
do rechterzijde. Spr. komt dan eerst tot wete
Iioudorskwestio en betoogt dat 't teek al te dwaas
zou zijn indien voor de derde maal aan do S. D.
A. P. een vorzoek tot het bezetten van een wcih.
zetel was gedaan.
Spr. komt dan tot liet verwijt dat de rech
terzijde geen forsclio maatregelen wil tegen hot
kapitalisme.
Wat is de bedooling daarvan? Als bedoeld
wordt aan de alleenheerschappij van het kapitaal
of aan de overheersching van bet kapitaal overal
een einde te maken, dan wil ook spr. forecho
maatregelen tegen het kapïteïismo. Doch, als
bedoelt! wordt omverwerping van do maatschap
pij om plaats to maken voor het socialisme, dan
wil spr. er niet aan mode doen. De heer v. Eek
hoeft terecht in Het Volk gezegd, dat met dc men
eehen, zooals zo zijn, geen eowhliamo is tot
stand te brengen.
Wat betreft de gewensdrto forsche maatrege
len, waarbij als voorbeeld gowezen werd op het
Lovcnsmiddolenbedrijf, zegt spr. dut hij daar
tegen is omdat op die wijze niot 't algemeen be
lang wordt gediend en niet om Middenstanders
op de been te houden. Spr. erkent dat liieronp
trent wel eens theoriën worden verkondigd,
waarmco hij niet meegaat. Do Middenstand moot
behouden blijven, alléén omdat en iazoover het
algemeen belang het eiseht.
Omtrent do Zondagswet zegt spr. dal, als lt
waar is dat de grooto meerderheid der bevob
king uiet een strenge tocpassïag van do wet
verlaagt, men niet moet ageer?» tegen de toe-
pa s s i n g, maar tegen dewetzolf.
Spr. komt dan tot de bezuiniging.
Hij Icost het volgende voor:
,-Hcfc zou struisvogelpolitiek zijn zonder meer
door te gaan met het stellen van nieuwe eischen,
zonder dat daarnaast werd uiteengezet zonder
de zinnen mot ijdelo verwachtingen to begooche
len hoe wij don wagen, op hot hellend vlak
tot staan kunnen brengen om hem dan tc richten
naar beteren koers.
Maar daarvoor is eerst noodig dat wij helder
beseffen, dat wij bezig zijn vast te loepen, ca
dat dc oplossing niot is gelegen in het bowodte
gen van telkens hoogcrc eischen cn het stellen
van nog hoogcro."
Misscliieri zegt spr. zal mott mij bel Heten «fc
reactionair.
De hoeren Dublieldeman en van EcE:Ti
zoer juist.
Dc heer Will ra er: dan wil u er do^aaTW"
dacht op vestigen dat dezo woorden ontleent^
zijn aan een hoofdartikel in Het .Volk (go-r
lach.)
Do heer Dubbel de man: leest u h'cfc h'eald,
artikel voor.
Do V o o r z. hamert.
De Iicor Wil mor merkt op, dat do heerön.'
van streek raken, nu zij zich door oen parlijgo^
noot do los hooren lezen. j
Do heer M o i j n o n zegt, dat do Socialisten;
dio het altijd voorstellen alsof do leden hier
oor bepaald o groepen dor bevolking optreden,
hun gewone taktïek hebben gevolgd. Spr. juicht:
het toe, dafc bij gelegenheden, als wa m
daag hebben, één lid spreekt namens den gekeo*
len Raad.
In de tweede plaats acht spr. het oen fout, dafi
men hier wil spreken tof. do massa. Spr. meent,
dat do taak van den Raad in de eerste plaats
is het be.sturon der Gomeoato.
De heer v. Eek heeft veroordeeld hef- optreden-
van do autoriteiten dio voor de toepassing vaa.
do wetten waken, maar spr. juicht dit juist too.
T ernietiging van, het tegenwoordige ma ate
schappelijke stelsel aehfc spr. niet gcwenscht, oir.-;
dat dit do ontwrichting ran de maatschappij,
tengevolge heeft. Hot streven naar nivclleering
bij dc salarieering is, naar spr. meent, niet ia
het belang van de gemeente en ook niet van de
menschcn zelf, daar op die wijzo alle idealisme
bij den arbeid verdwijnt.
De heer v. Eek heeft geklaagd over tie wciaigoL -
beliartiging van de geestelijke belangen van het
ralk. Over dezo klacht heeft spr. rich verbaasd.
Wat toch doet de S. D. A. P. voor dc waarach
tige geestelijke belangen van het volk? Ver*
klaarde dezer dagen niet een vooraanstaand so*
clalist dat dc socialistische leuzen hem niots
konden geven voor do bevrediging van zijn
geestelijke bekoeifen. Daarvoor zegt spr. is
maar oen middel: breng het volk het Evangelie.
Do hoor Dubheldcman: Ah
Do heer Knuttel is geen togeiistander van'
bezuiniging. Men zou kunnen beginnen met het
afschaffen van do schriftelijk» behandeling dar
begroeting daar wat daarin gezegd wordt steads
minder gaat bef eekenen.
Spr. meent, dat do begrootiag een te ongunstig
beeld geeft, daar met dc prijsverlaging van ver
schillende materialen gce" -ring is gehou*
don terwijl ook dc exploitatie der Lichtfabrieken
wel zal raoevaitefl. Met den H. O. zal ft dit jaar
rog wel gaan, maar wel moeten wo er rekening
mee honden, dafc do ontwrichting van het loven
ook ons land zal aantasten. De crisis in het bo«
drijfsleven is nog nauwelijks begonnen, do ba-
richten uit hot buitenland zijn zeer pessimistisch,
do wereldcrisis grijpt steeds meer ctn rich heen.
cn niemand weet hoe de crisis gestuit cn in oen
nieuwe opbloei van het kapiuusme kan wordea
omgezet. Hot eenigc middel dat men weet aan
te geven isloonsverlaging-Dat middel is ech
ter in strijd met wat enkele jaren geleden rd
aanbevolen nd. vermeerdering van do pouucli*.
Do vorminaerde koopkracht heeft n.i. aoodr-—
dig vermindering van de productie tengevolge.
Do onhoudbaarheid van hot kax>llalisrae is naar
sp. meent voldoende gebleken. Hij erkent, dit
er minder spanning is, dan enkele jaren geleden,
zoodat oen uitbarsting minder waarschijn»
hjk is, maar do m a c h t van het revolutiouair»
proletariaat is ongetwijfeld toegenomen. Da
chaos begint ook hier don toestand aan Ka
vreten, zoodat wo ook hier op den goeden weg
komen. Spr. betoogt verder, dat de sein-7-r-
meerdering in verband mot de geldswaard© niet
ver Glit rustend is, maar wel neemt de betcekenia
van die schulden toe, naarmate do toestand van
do gomeento finanticel zwakker wordt- Ook op
die wijze wordt dc ontwrichting c.us in do hand
gewerkt. Beter dan hot kapitalisme dat doott
kan die ontwrichting niet worden bi- arde^ic
zoodat spr. do opmerkingen van den boer Pteijnai
niet begrijpt. Spr. memt, dat do arbeiders thans
een gevoeligo les krijgen, omdat zij zullen inzien, y
dat do voordoe1-- die rij veroverden 6l--hts
schijnbaar zijn.
Tegen do hervormingen, door den boer v. Edö
•aanbevolen, heeft spr. weinig bezwaar, a! ver-»
wacht hij er niet veel van. Voor oen 20 iaat
geleden zou het oen heel aardige redo rijn
wo.cgl; alleen zou uien toen niet het Marxist!»
sche stelsel hebben verloochend op de wijzo,
zooals de heer van Eek, die eigenlijk nooit
xislisch heeft gedacht, dit dead, toen hij b<y
toogcle dat do laak van do S. D., A. is da
.neerdrukkende werking vaa het kapitalisme t©»
,gen te gaan en .niet cenigo waardeering sprak'
van het Christendom. Van het oorspronkelijk!
.Christendom, oen zuiver revolutionaire - V«w>»
ging. is -«■ het tegenwoordige Christendom ni?U
meer ovcj*. Do heer van Eek doet niets ander.j
dan het geven van een vorlanglijsljo, dat oen
vorhunglijstje blijft, ook als zijn paitij de
macht krijgt. Waar ter wereld hoeft men zelio
ccn poging gedann iels tot stand to brengen.
De heer Dubboldeman: Io Duilwhland.
FEUILLETON.
STEPHANUS.
Naar b^t. Engelsr.b van
M. KING3LEY.
€7) -T...
In den kerker, vaar de duisternis des te
erger scheen door de weinige lichtstralen,
welke zich een weg baanden door het tra
liewerk boven de deur, bevond zich het
viertal, dat tot dood veroordeeld was. De
lor.ge man Seth was aan het blok beves
tigd, de drie vrouwen geketend aan zware
ijzeren ringen, welke in den steenen vloer
waren geklonken.
„Denkt ge, dat Hij one bevrijden zal?"
fluisterde Anat, het ldeed van Maria aan
haar lippen brengende.
„Hij zal ons bevrijden, liefste, naar Zijn
Welgevalion", antwoordde Maria loeder.
„Indien Zijn weg leidt door de donkere
vallei, dan zal het einde des te heerlijkor
zijn."
„Maar de geeseling, de schande, hoe
hoo zullen wij die verdragen?1' klaagde
Anat wennende.
„Hij heeft het ook verdragon, en Hij
was Gods Zoon," zoide Maria, terwijl haar
stern beefde; „en zullen wij dan, dio
stervelingen zijn, terugdeinzen? Denk niet
aan den dag van morgen, behalve als ge
hem als den dag beschouwt, die u zal doen
Btaan voor Hem in het kleed der ons!erfc-
b'kheid.
„Dodi indien de kracht ons begeeft, wij
Hem verloochenen?" zeide Anat weifelend
„Ik ken mijn eigen hart niet of ik hef
tot het einde kan dragen."
„Hij zal u kracht geven, als hel menig
k. Zoudt. ge Hem op dit oogenblilc wil
len verloochenen?"
„Neen, o neen."
„Dan zult ge Hem ook morgen niet ver
loochenen. Hij geeft u kracht naar kruis,
en de dag van morgen is in Zijn hand."
Wat Anna, de vrouw von Kaiaphas be
treft, zij zat onbeweeglijk met het hoofd
op haar schrot gebogen. Maria dacht, dat
zij misschien was ingeslapen, en in baar
liefdevol hart hoopte zij, dat het zoo was.
Ieder uur verscheen het toortslicht van
den gevangenisbewaarder in hun kerker.
„Waar is Hij nu, die u bevrijden zal?"
riep hij spottend. En een ander maal was
het: „Indien de engelen u gedurende de
nachtwake bezoeken, roept dan luid want
ik heb bij mijn leven gezworen, u morgen
aan het gerecht uit te leveren."
To middernacht werden de slaperige
wachters gewekt door oen luid kloppen
op de buitenpoort van do gevangenis.
„Doe open!" riep een stem. „Open da
delijk do poort, in naam van het Sanhe
drin." De hoofdbewaker van de gevange
nis keek naar buiten en toen hij bij het
licht der lantaarn ontdekte, dat Caleb zelf
aan de deur klopte, opende hij behoed
zaam de poort en liet hem binnen.
„Ik heb bevel," zeide Caleb, „om in het
geheim eenige woorden te spreken tot een
der vrouwen, die zich onder uw hoede be
vinden; dit is het toskon van mijn order;"
en hij toonde hem tien zegelring van Annas
„M aar de Farizeër Saulus begon
de wachter.
Caleb maakte een ongeduldig gebaar.
„Breng de vrouw dadelijk bij mij," zeide
hij.
„Ze zijn aan den vloer geketend,"
bromde de wachter onwillig, „en ik wil
zo er geen van allen uithalen, al was het
op bevel van Herodes zelf. Ga zelf naar
binnen."
Caleb trad due naar binnen, op den voet
gevolgd door den cipier. „Waar is de
vrouw, Anna genaamd," zeide hij. „Ik heb
een boodschap voor baar."
En toen do dochter van Anna? hom aan
gewezen was, duwde hij haar een pakje
in de hand. „Gebruik, wat er in is, om do
eer van uw 'huis to redden", fluisterde hij.
„Het wordt u vol genade gezonden door
do hand van Annas." Daarop wenddo hij
zich om en verliet de gevangenis.
Anna opende liet pakje, terwijl oen vage
hoop haar hart. vervulde; doch mot een ge
baar, vol afschuw, trad ze terug, toen dc
enkele lichtstralen vielen op het lemmet
van een dolk.
HOOFDSTUK XXXIV. iff
••"f-
Ten derde ure.
Dien vólgenden morgen had een groote
menigte zich bij de gevangen te verzameld,
waarin hot viertal zich bevond, dat ver
oordeeld was tot do geeseling in het open
baar en daarna ter dood zou gebracht
worden; want slechte tijdingen versprei
den zich vlug ,©n er zijn altijd mensehen,
dio tot eigen vermaak het lijden van an
deren gaan aanschouwen.
Toch waren er ook. die elkander aunza.
gen met sombere wanhopige blikken. „Dc
laatste dagen zijn gekomen," prevchlen
zij, „de dagen van toorn en van verdoe
menis. Want. God zal Zijn uitverkorenen
niet wreken ,dio tot Hem roepen dag en
nacht? Ja, Hij zal hen wreken en zeer
spoedig." Doch nog soheen de zon neer
met ongerepte pracht, de sombere muren
van den bloed bevlekten kerker verlich
tende. En de heldere hemel gaf geen tee-
ken van do onzichtbare beirscharen, dio
achter zijn azuren muren geschaard waren.
Op het derde uur naderde Saulus, ver
gezeld door een sterke wacht, de gevange
nis. Zijn gelaat was bleek, doch een wren
de, vastberaden trek lag om zijn mond,
waarvoor de menige! zich angstig terug
trok.
Do bewaker van de gevangenis begroet
te hcui met grooto vreugde. „Do gevange
nen, die gij aan mijn hoodo hebt toever
trouwd, zijn niet. ontsnapt, heer", zeido
hij, vergenoegd in zijn handen wrijvende.
„Wij hadden geen verschijningen; geen
engelen, aardbevingen of duivelen. Wij
zijn
„Breng hen voor", zeido Saulus gebie
dend cn met een toornlgen blik op den ge
vangenbewaarder, waarop dezo angstig
tot den grond boog.
„Ja zeker, dadelijk, hoogvereerde hoer?
zoo spoedig wij hun ketenen kunnen los
maken. Hier heem" bulderde hij, zich tofi
eon cipier wendende, „brend het vieriht
voor onzen geëerbiedigden heer!"
Dus betraden de veroordeelden weldra
de binnenplaats der gevangenis en stonden
voor Saulus. Hun gelaat was kalm en vre- j
dig, en do Parizeer knarsetandde, toen hif
bon aanzag
„Hebt ge de gevolgen van uw stijfhoof
digheid berekend?" zeide hij kor laf. i
(Wordt vorvolgd.),. i;