Regenmantels
Regenjassen
de Ibazar
Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE LEIDSGHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
J-* EN LEIUBJI BH BUITEN LE1D8H
IF WAAH AOKNTBN GBVKSTIÜD ZUS
PUB KWABTAAL
PBB WEEKIO.lt
PBANCO l'EK POST PBB KWABTAAL 1180
2de JAARGANG. - DINSDAG 1 NOVEMBER 1921 - No. 434
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEWONE REGEL J 0J3 01
MES ZATERDAGS 2030
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TAEliJ?
KLEINE ADVE3TENTEBS m bo««stm»
&0 wo«rd«i 50 ««at: Zftterfegs 75 eest,
t- bij vcorattboisllng
Dit nummer bestaat uit twee bladen
V Merkwaardige uitspraak.
Onlangs bevatte de Toorts een artikel
tje van het Soc. Democratische Kamerlid,
den heer Kleerekooper dait enkele zeer
merkwaardige uitspraken bevat, zóó merk
waardig dat wij een deel van dat artikel
hier lal
„Het was aldus de heer Kleerekooper een
gewoon gesprek, zoo'n praatje op de tram
en toch wil het den gains ohen dag mijn
hoofd niet uit".
De man, mot wien ik het voerde, was
een tram-conducteur. En het ging over de
[vraag, of de aanstaande prijsverlaging
[Van hot tramkaartje inderdaad wel veel in-
tvloed hebben' zou op de drukte van het ver-
Keer.
„En mijn vrouw zegt;," zoo sprak de
conducteur, „als het niet drukker wordt,
Üan gaan ze tornen aan ons traotement.
het moet toch ergens vandaan komen."
„Ja, dat moet het zeker", gaf ik tocy
6,vooral bij de train, waar het loon meer
dan vier-vijfden bedraagt van de totale
mifcgaven."
„Nou moet u weten", zeide weer de con
ducteur, „dat we Roomsch zijn. Maar ik
stem altijd links. En toen zij nu voor 't
eerst méé moest, bij de Raadsverkiezingen,
jtoen wou ze niet op Rood. ,,'t Geloof
jnoest ook behouden blijven". Ik liet haar
snaar zoo gaan natuurlijk. Maar als ze nou
(bobt over loonsverlaging, dan zeg ik: „Ja
snensch, dan had je maar op mijn vrinden
moeten stemmen. Die zullen aan ons loon
siiet tornen". En dan is ze verlegen, en ik
lach haar wét fijn uit!"
„Morgen conducteur!"
„Morgen meneer!"
En we gingen van elkaar, na dat vluch
tige onderhoud.
Die man met zijn praatje had me een
prik gegeven, en juist op een plekje, waar
ik gevoelig ben.
Want wat had hij nu eigenlijk verteld?
Dat zijn vrouw haar voordeel had ge
offerd aan haar ideaal, maar dat HIJ niet
liet be?te, maar het meest-loonende geko
zen had.
En die vertrouwelijke mededeeling aan
tnji moest blijkbaar beteekenen, dat hij in
zoo iemand van ons soort menschen een
voorvechter zag van meer vet in den
(soepketel, meer dan alle Geloof bij elkaar
En voor die rol pas ik. Ik voel Mei de
geringste roeping om voor den verdediger
eener richting te worden gehouden, die de
anenschen zalig wil maken door hun een
paar schamele loonpeningen méér in ^de
week te bezorgen en te verzekeren. Wel
vaart is een schoons zaak, maar meer loon
is nog niet meer welvaart, en meer wel
vaart nog niet noodwendig een verbooging
van 't ware levenspeil. En een mensohenr
leven is toch te goed om bet geheel ie rij
den aan reclame voor een automaat, waar
in men slechts aan deze zijde een slembil
jet behoeft te werpen, on er aan den an
deren kant lo ons vera ui ging uit te balen
Ik althans zou daarv i or bedanken Lhn
was ik nog liever schoolmeester vcci een
hongerloon, en had tenminste der. gons -hen
dag van dat lekkere volle om me hoer. dat
ik alles leeren kon wat ik wist en geven
war. ik haa"
Dat zijn toch a.1 h e 1 merkwardigo uit
spraken.
Immers, niet alleen die tramconducteur,
maar het overgroote deel van de aanhan
gers van de S. D. A .P. verwacht van die
partij en hare woordvoerders niets anders
dan wat. meer vet in den soepketel en een
ietwat dikkere boterham.
Voor die rol pas ik, zegt de heer Kleere
kooper.
Maar dat zal toch niet gaan.
Wie regelmatig Het Volk leest en wie
konnis neemt van de bijdragen van don heer
K. on nan de redevoeringen van de socialis
tische leden Radon en Staten vindt daar
in een voortdurend speculeeren op Ihet ei
genbelang van de proletariërs.
En als in deze dagen vermeld wordt dat
do socialistische propaganda zoo rijke
vruchten draagt, dan is dat niet omdat bij
die.propaganda van idieele goederen wordt
gesproken, en van hoogere motieven', maar
omdat den mensdhen worldt wijsgemaakt
dat versterking van de S. D. A. P. befcee-
kent en dikkere boterham, een betere ver
zorging van de arbeidersbelangen
Uit het hierboven geciteerde artikel blijkt
ken hoe misleidend die propaganda toch
hoe misleidend die propaganda tooh in den
grond de zaak is.
DE LAKENHAL.
Sinds in Mei 1919 begonnen werd met de
afbraak der oude huizon tussohen de La
kenhal en de Scheistraat en menigeen eens
probeerde te zien, wat daar achter die
reusachtige schutting gebeurde, heeft do
Lakenhal meer nog dan voorheen, de be-
lanigstcMng genoten van ied'eren Leidenaar,
die met een zekeren trots wijst op zijn
echt-Holl'and'schen geboortegrond, met z'n
oude gebouwen en naar men zegt, nog wel
600 oude gevels.
[Zou daar nu wel een gebouw verrijzen,
dat paste bij den gevel van de oorspronke
lijke Lakenhal? De tegenwoordige stijlloo-
ze 'bouwwijze deed wel vreezen, maar de
be vreesden werden al spoedig gerustge
steld.. Wel zou de hoofdgevel, zooals ook
is ges'chied, aan de Scheist raat komen en
diaarmee de oude gevel slechts tot zijgevel
worden gedegradeerd, maar als de Leide
naar voortaan nog zal spreken van zijn
Lakenhal, zal hij zeker blijven vertellen,
dat het gebouw aan den Oude Singel
staat en misschien wel met echt Leidsch
conservatisme ook aan die gracht de hoofd
ingang blijven wijzen.
't Is hun te vergeven, want onder al d'e
hallen, die Leiden vroéger bezeten heeft
en waarvan van enkele de namen zelfs door
den rasechten Leidenaar niet méér ge
kend worden, zooals de Rashal, d'e Fus-
teinhal, is de Lakenhal, vooral ook door
do bestemming, welke ze na haar op non-
activiteitstelling kreeg, de moest bekende
gebleven.
Op 23 Mei 1918, mudden in den tijd van
oorlogsmisère, deed de Burgemeester in
den Raad' de verrassende mededeeling, dat
door Mtr. G. P. D. Pape 't 's-G rave nh age
ƒ50.000 aan Leiden was geschonken voor
aankoop van perceelen aan den Oude Sin
gel en in de Scheistraat, om terrein te ver
krijgen tot uitbouw van ons Stedelijk Mu
seum. Den heer J. J. Hasfjelbach, eigenaar
van die perceelen komt do eer toe, deze
voor een redelijk bedrag ('t Waren er
twaalf) aan Leiidcns Archivaris, Mr. Dr.
J. C. Overvoorde, te hebben aangeboden.
De overleden broeder van den schenker,
Mr. C. W. J. J. Pape, had namelijk een
collectie schilderijen en familieportretten
aan heb museum aangeboden, maar de Ar
chivaris moest de familie berichten dat
het museum in den ouden omvang, daar
voor geen plaats meer bood en ook niet
uitgebouwd kon worden, indien niét dé ge
meente eigenaresse van belendende per
ceelen werd.
Toen kwam Mr. C. P. D. Pape met zijn
schitterende aanbieding van een halve ton
goud'9.
De gemeente bleef daarmee evenwel nog
voor de bouwkosten zitten en de oorlogs
toestand liot wel zooveel berekenen, dat
de belastingbetalende burgerij met een
ietwat pijnlijk vertrokken gezicht de ge
volgen van deze mooie schenking zotu aan
vaarden. Maar Mr-. C. P. D. Pape hielp
Leiden uit den brand door voor don nieuw
bouw niet minder dan 4 ton nog boven de
eerste ƒ50.000 te schenken, waarvoor we
nu, nu het uitgebouwde Museum op 3 No
vember zal heropend worden, ook gaarne
.met geheel Leiden hem. dank zeggen.
De beschrijving van het nieuwe gedeel
te, reeds geru'imen tijd geleden dén 'lezers
van dit blad gegeven, doet wel vermoeden,
dat. hoe ook in den stijl van het oorspron
kelijke gebouw gehouden, het verschil
tussohen het oude en nieuwe gedeelte, voor
al ook door het inwendige, zeer in het oog
zal vallen. En dit kon ook niet anders.
Het nieurwe gedeelte is gebouwd als -mu
seum en het oude verrees met een geheel
ander doel. Is „van oude tijden en over
veele jaren, naar het gevoelen van som
mige verstandige persoonen" de Visseherij
(nog geen peuren) een bron van inkom
sten voor „de .Borgers" geweest, reeds van
den jaro 1300* hebben het meerendeel van
de Borgers en Inwoonders dezer stad zich
meest geneert en bezich gehouden met de
neering van de Draperij, bestaande in het
maken en reeden van zekere zoorten van
Lakencn, welke genoemt wierden van we
gens de plaatze, alwaar die gemaakt wa
ren, Leidsche Laakenen".
Maar „zoodra de ingezetenen der Stad
Leyden, door hun vernuft en hunne naar
stigheid in 't bereiden van verscheidene
stoffen, zoo Saayen, Baayen, Lakens, Grei
nen als andere zich vermaard gemaakt had
don, vondt men ook baatzuchtige lieden,
die niet -tevreden met betamelijke winsten
(de lezer -merkt wel, dat er in deze tijden
niets nieuws onder de zon is, ook op dit
terrein) zich door bedrog poogden te ver
rijken.
Om nu deze „Ersatz-arlikelen „te weren
en te stremmen wierdt tot dat, einde oor
baar gevonden zekere huizen of Hallen ie
doen timmeren".
Zoo kwam Leiden ook aan de Lakenhal
om de beroemde lakens te beoordoelen en
te merken, of ze „Pruyken of Vol-zegelde
of Klein-Loot of Haacligaarde of Voor-Wol
len, aarde-Wollen en dord'e-Wollën, de al
lerslechtste Laakens, waren".
't Zou ons te ver voeren het geheele La
kenhal-bedrijf hier te beschrijven en daar
om willen we nog iets vertellen van den
bouw.
Als kind trok reeds het gebouw onze
aandacht door liet molentje boven den in
gang; een Volmolen, direct du9 herinne
rend aan het bedrijf, waarvoor deze lial
gebouwd werd. De gebeeldhouwde lakens
aan weerszijden daarvan hielpen mede
die bestemming aangeven,
binnen tredende op de ruime voorplaats,
waar jarenlang steenen uit oude Leidsolie
bouwwerken zijn bewaard, ziet imen aan
Weerszijden de vooruitspringende vleugels
in een, waarvan de hutspot-pot bewaard
word-t.
De mooie voorgevel heeft bij de kroon
lijst vijf steenen tableaux, „het Spinnen,
Weeven, Rouwen, Droogscheeren en Ver
ven" der lakens voorstellende. Daarboven
vinden we de naam: „Laecken-Halle" met
het jaartal MDCKI, het jaar waarin de
bouwmeester Arend van Schraevesand, dit
gebouw voltooide. De mooie oud-Holland<-
sche vensters, die we in den nieuwen ge
vel missen, geven het geheel den indruk
van een solied Hollandsch bouwwerk, een
historische plek als Leiden waardig.
De zeer mooie, nieuwe gevel past uit
stekend bij dén ouden, voor zoover dit
mogelijk 'is. z
Was eenmaal do oudé Laeclcen-Halle
bijna wereldbekend om haar Laa'kenen,
oud- en nieuwbouw samen mogen, al is
het niet meer de neering der Borgers, toch
Lcidens roem vermeerderen als een mu
seum. dat ten 'volle den naam van Stede
lijk Museum verdient, waar het inwoners'
en vreemdeling zal doen zien wat er groots
en schoons -in den ouden en nieuwen tijd
in onze veste werd gevonden.
LUGDUNO.
BREESTRAAT 161.
EQesverkiezeniS gemakkelijke
a- betalingswijze. -a
STADSNIEUWS.
Horvornii ngsdag.
Gisteravond had -ter herdenking van de
zen gewichtigen datum een godsdienst
oefening plaats in de Pieterskerk.
De kerk was geheel gevuld.
Nadat gezongen was Ps. 100: 3 en 4 en
voorgelezen Jesaja 26:113, nam D s.
H artwigsen het woord en wees er
op, hoe de 31 Oct. een dag is van dank en
verootmoediging.
Er ie stof tot dank, als we terugblikken
in het verleden, >als we zien op onze groote
voorrechten, maar we hebben redenen tot
verootmoediging, als we zion op ons zelf
en liet oog om ons heen slaan.
iSpr. zou, naar aanleiding van Open. 15:3
zijn gehoor opwekken t,ot dank, terwijl d-s.
Groot Enzerink zou vermanen tot veroot
moediging en boete.
Ds. Hartwiggen ging nu voor dii gebed,
waarna hij tot behandeling van zijn tekst
overging.
De apostel Johannes schildert ons in dit
tekstwoord een wonderlijk gezicht. Bij een
glazen zee, vermengd met vuur, staan de
overwinnaars van het Beest,, -spelende op
liun -cythers en zingende 'het lied van Mo-
zes en van het Lam.
In liét lied van Mozes worden de deug
den des Heeren verheerlijkt, Die zijn we-
derpartijders versloeg; liet lied des Lams
bezingt de verlossing uit de macht des
duivel-s.
Israël zong het lied van Mozes, behouden
aangekomen aan de overzijde der Roode
Zee, terwijl het geestelijk Israël in het lied
des Lainis gewaagt van de overwinning van
Christus' bl-oed.
En zij zongen: „Groot zijn uwe werken,
o Heer, Gij almachtig God!"
Wanneer we het over de groote werker!
Gods zullen hebben, bedoelen we allereerst
Gods Hervormingswerk, dal zoo groole-
iijks noodig was.
De kerk der Apostelen was vervallen,
misvormd door menschelijk eigenbelang.
Romers dier.st was enkel uiterlijkheden,
grootsche kerkgebouwen, met beelden ver
sierd, die, als men zeide,aan de overledenen
moesten herinneren, maar die in .hun
bonte pracht de kerken verfraaiden, groote
scharen priesters, in kostbare gewaden.
Rome vergat, hoe in Gods Woord geschre
ven staat: „Mijn Koninkrijk is niet van
deze wereld".
Rome's priesterschare, aan wier hoofd
do „Heilige Vader", Gods plaatsvervanger,
dong naar macht wilde zelfs de vorsten
onderdanig maken, en geen spoor was er
te vinden van hel Heilig Avondmaal des
Heeren in de Roomsche Mis, zooals die
werd en word t bediend.
Rome wees op do goede werken, terwijl
we op Christus' groote werk te zien heb
ben.
Verandering was noodig. En Gods ge
biedende hand greep in en het behaagde
hem zich van een mensch te bedienen,
een monnik, om iets groots tot stand te
brengen.
L/utlier voélde zich in zijn ziel gegre
pen door den schandelijken aflaathandel en
protesteerde daartegen krachtig in zijn 95
Stellingen, in zijn twistgesprek en op den
Rijksdag te Worm's.
(Hij bracht het Woord Gods over in dé
Duitsolie Laai, en dat Woord verbreidde
zich. Groote dank past ons daarvoor.
In ons land: viel het in goede aarde en
ten koste van leven en bezittingen verwier
ven onze Vaderen zich de Godsdienstvrij
heid.
Zal dit zoo blijven? Met verontwaardi
ging hoorden we de uitlating van den In-
tér nuntius ten Hove, met wees zien we
Rome's actie op alle gebied.
Maar God houdt de teugels; Hij die groo
te dingen werkt, Hij regelt en bestuurt de
dingen der aarde en des Hemels. Hij zij
geloofd en gedankt tot in eeuwigheid.
(N'ad'at -nu gezongen wsa Psalm 150:1, be-
JHo'm ds. Groot Enzerink den kansel,
en koos tot tekst Jesaja 8:26: Tot de wet en
tot de getuigenis!
ISpr. wees ero p, dat Gods Woord, en d a t
alleen do groote bcteekonis en de. oorzaak
van dit machtige feit der Reformatie was.
iH-et Woord Gods, waarin Luther den weg
ter zaligheid zag, dien hij in zijn 95 stel
lingen resumeerde, maakte hem ook
en gehaat en bemind door velen. Want
deze uitwerking heeft het Woord altijd,
het brengt leven of dood. zegen of vloek,
Hemel of Hel.
Het duldt geen hrnkr-n op twee gedach
ten, hét wil een gloed in het hart, of een
koude onverschilligheid, de lauwheid haat
God.
Daardoor waren de reformatoren man
nen van kracht en durf, vol des Heiligen
Geestes.
We hebben straks de danktoon beluis
terd, maar die noodzakelijke dank ver
stomt haast op de lippen, wanneer we om
ons zien.
Wat herdenken we in de reformatie? Al
leen de bevrijding uit Rome's macht?
Dat ware even treurig, als het feit, dat som
mige Protestantsclie Christenen zich niet
ontzien met Rome op maatschappelijk ge
bied samen te werken, onder het voor
wendsel, dat Rome's geloof op denzelfden
'wortel steunt, terwijl dezen nog wel Ge
reformeerd bij uitstek heélen.
Noen, liet och t herdenken der reforma
tie houdt iets anders in; de inwerkende
kracht Gods op ons hart.
En hoe staat hel met dat echte reforma
torische beginsel tegenwoordig?
Gaan we dit allereerst r.a op het terrein
d&r Kerk, de Gereformeerd», de Nationale
Kerk.
De Bijbelschc waarheden worden tegen
woordig, veelal naar het fabelrijk verwe
zen. Velen ontkennen de béteekenis van
Christus' sterven, opstanding en Hemel
vaart.
'In andere kringen is 't omgekeerd, die
leggen het Woord naar hun zin uil, in
hun ziekelijke opvatting en treden builen
do kerk.
Dan hebben ze zslfs geen woord meer
voor de kerk over, uithoofde van li u n
reformatie, de dwalenden, alsof de refor
matie niet door Gods hand werd voortge-,
bracht. Zoolang in de Kerk nog wordt be
deden: Jezus Christus en die gekruist, zoo-,
lang mag ze niet worden verlaten, en als
hot z o over is, ja, dan is ze een valsc'he
Kerk.
/Maar zoolang Gods Woord in haar is,
is onze roeping in haar besloten, ook al
heerseht -er volgons somijugen een Balyl'o-
nische spraakverwarring.
Wat nu de wereld betreft: de Refor
matie heeft liet volk als volk bereikt;
do 80-jarige oorlog was niet in de eerste
plaats tegen Spanje's, maar tegen Rome's
macht, en het was rechtvaardig van Wil
lem den Zwijger, dit hij ons een Universi
teit schonk waar jonge mannen bij Gods
Woord worden opgeleid tot leiders des
volks.
Beschouwen we nu het volk, dan zien
we, dat er voor Gods Woord geen plaats
is; de menschen zijn er te „intellectueel"
voor. De reformatie bracht vrijheid, ook
voor de wetenschap, de juiste, analysee-
rende, standvastige.
Men voelt geen behoefte aan liet onzeke
re, twijfolachtige religieuse, men heeft er
slechte een glimlach voor over. Maar ter-
zolfd'or tijd, dat dé wetenschap,' die alles
verklaart, heerseht, geven duizenden zich
over aan Theosofie, Christian Science, zelfs
aan duivelbezwering. -
En wijzelf. Velen van ons houden zich
van 's Maandagsmorgeii's tot 's Zaterdags
avonds enkel en alleen met de sociale vraag
Stukken bezig,zonder er den passenden sleu
tel op te beproeven, n.l Gods Woord.
We moeten ons vandaag verootmoedi
gen, cn erkennen, dat slechte langs den
weg, door Gods Woord ons gewezen, over
Golgotha, wo het juiste doel bereikeni
Jezus Christus en, dien gekruist.
Als dat door ons wordt bekend cn ge
loofd, cn dat door ons in Kerk en Maat
schappij wordt tpegepast, dan zal geen
verdoemelijke macht ons van den goeden
weg leiden, noch die van dén duivel, noch
die van Rome.
Dan zullen we den donkeren weg ge
troost afleggen naar het rijzend morgen
licht.
Ds. Groot Eiizerjnk ging nu. voor in dank
gebed.
Nadat staande, liet Lutherlied: „Een
yasto burg is onze onze God" was gezon
gen, verRet de groote schare liet kerkge-
gebouw.
Naar gemeld wordt, zal Mevr. Baart—»
Braggaar om gezondheidsredenen ontelag
nemen als lid van den Gemeenteraad, in
welke functie zij zal worden opgevolgd
idioor den heer Pikaar, oud-lid van den
Raad van Leiderdorp.
Mevr. Baart, die sinds 1918 in den Raar
voor de S.D.A.P. zitting had, trad in dit
college weinig op den voorgrond. Haar op
treden demonstreerde, evenals dat van
Mevr. Dubbcldeman, de absolute overbodig
heid van het passieve vrouwenkiesrecht,
terwijl bovendien liét. lidmaatschap voor
haar gezondheidstoestand niet bevorderlijk
was.
'Het is wel zoo goed als zeker, dat door
deze wisseling, de debalten in lengte zullen
winnen.
iVoor liet. tijdvak van 1 dezer tot en!
met 31 December is benoemd tot assistent
voor de theoretische natuurkunde aan dé
Rijksuniversiteit, alhier de heer J. Bouman,
alhier.
Voor het, tijdvak van i dezer tot en met
31 December is benoemd tot amanuensis
2de klasse, bij de vergelijkende pathologie
aan dé Rijksuniversiteit alhier, de heer
A. Sm'it, alhier.
Naar wij vernemen zal bij de opening
van liet museum „De Lakenhal" op a.s.
Donderdag perst hét. woord worden ge
voerd door den lieer J. H. Bosch, om na
mens den heer Mr. Pape hel. gebouw aan
de gemeente Leiden over te dragen. Daar
na zal do Burgemeester, of, indien hij zich
daartoe nog niet in staat gevoelt, de waar
nemende Burgemeester, de heer W. Pera,
liet gebouw voor de gemeente. Leiden aan
vaarden. Vervolgens zal de Notaris, Mr. H.
M. A. Coebergh te Leiden, worden uitgenoo
digd, om van de overdracht opn proces
verbaal op te maken. Eindelijk is de lieer
Mr. J. C. van der Lip, als waarnemend
Voorzitter der Commissie voor het Stede
lijk Museum „De Lakenhal", voornemens
een slotwoord te spreken.
Onmiddellijk •daarna zal in de vestibule
eene gedenkplaat, vermeldende de namen
der heide hoeren Pape, die de Gemeente
'Leiden' daar heeft doen aanbrengen, wor
den onthuld, waarbij óf de Burgemeester
óf de waamomerj-ÊBurgemeesler hel woord
zal voeren, waarop den lieer J. H. Bosch
'namens Mr. Pape niet een paar woorden
.zal antwoorden.
Vervolgens worden de genoodigden on
der leiding van den architect van het ge
bouw, den heer W. A. Lensvelt, in cie gele
genheid gesteld het, gebouw in oogen-
scho'uw te nemen, na afloop waarvan na
mens Mt. Pape ecnige ververschingen wor
den aangeboden. Daarmede is do plecht -g-
lioid geëindigd.
Blijkens een advertentie in dit nummer
zal op Woensdag 9 November a.s. de reeds
eerder in ons blad .aangekondigde samen
komst plaats hebben van de Zenrlingscom-
missie der Geref. Kerk alhier in het Kerk
gebouw Hooigracht, waar dB. D. Pol, pre
dikant te Boskoop, hoopt voor -te gaan.
Deze bijeenkomst zal, gelijk bekend té,
in karakter afwijken van vorigen.
Nadat ds. Pol gesproken heeft, wordt er
gelegenheid geboden, vragen te stellen,
welke door ds. Pol zullen worden beant
woord.
De bedoeling zit vóór, op de zo wijze
meerdere belangstelling te wekken voor
den Zenidngsarbeid on de bijeenkomst eest
meer leerzaam karakter te' geven.
Wij wekken gaarne tot bijwoning dezer
Zendingssamenkomst, op.
De zaak der Zending te beharligen, is
Christenplicht, zegt. de Commissie, cn daar
mede zijn we liet volkomen eens!
Blijko deze Christenplicht dan allereerst
Uit in een geheel gevulde kerk op Woens
dag 9 November a.s.
Wij vernemen, dat d'e bekende Am-
stordamsche straatprediker, do lieer N.
Baas. door de Commissie van Stadsevan
gelisatie der Geref. Kerk alhier, is uit-
genoodigd om Woensdag 23 December, iö
een bijeenkomst met. evangeliseerend ka
rakter, op te treden. Deze bijeenkomst zal
niet in één der kerken, maar in een zaal
worden gehouden.
Naar wij vernemen, blijven de pogin
gen tol uitbouw dor Jongelingsvereeuigink
op Géref. Grondslag, „O'badja", alhier, niét'
zonder succes. De geldelijke steun uit de'
gemeente is sterk toegenomen, terwijl
ook het ledénlal zich reeds hoeft uitge-
b'reid.In beginsel is dan ook reeds beslotaüi
to trachten tot oprichting to komen itvo
een t.weede .Jongelingsver., waartoe ook
cenige oud-leden medewerking hebben aaH
geboden.
InmiddQls duurt nog de propagand^-aotto
voort, ivó— -