Regenmantels Regenjassen de Ibazar Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSGHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS J-* EN LEIUBJI BH BUITEN LE1D8H IF WAAH AOKNTBN GBVKSTIÜD ZUS PUB KWABTAAL PBB WEEKIO.lt PBANCO l'EK POST PBB KWABTAAL 1180 2de JAARGANG. - DINSDAG 1 NOVEMBER 1921 - No. 434 BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIE-PRIJS PER GEWONE REGEL J 0J3 01 MES ZATERDAGS 2030 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TAEliJ? KLEINE ADVE3TENTEBS m bo««stm» &0 wo«rd«i 50 ««at: Zftterfegs 75 eest, t- bij vcorattboisllng Dit nummer bestaat uit twee bladen V Merkwaardige uitspraak. Onlangs bevatte de Toorts een artikel tje van het Soc. Democratische Kamerlid, den heer Kleerekooper dait enkele zeer merkwaardige uitspraken bevat, zóó merk waardig dat wij een deel van dat artikel hier lal „Het was aldus de heer Kleerekooper een gewoon gesprek, zoo'n praatje op de tram en toch wil het den gains ohen dag mijn hoofd niet uit". De man, mot wien ik het voerde, was een tram-conducteur. En het ging over de [vraag, of de aanstaande prijsverlaging [Van hot tramkaartje inderdaad wel veel in- tvloed hebben' zou op de drukte van het ver- Keer. „En mijn vrouw zegt;," zoo sprak de conducteur, „als het niet drukker wordt, Üan gaan ze tornen aan ons traotement. het moet toch ergens vandaan komen." „Ja, dat moet het zeker", gaf ik tocy 6,vooral bij de train, waar het loon meer dan vier-vijfden bedraagt van de totale mifcgaven." „Nou moet u weten", zeide weer de con ducteur, „dat we Roomsch zijn. Maar ik stem altijd links. En toen zij nu voor 't eerst méé moest, bij de Raadsverkiezingen, jtoen wou ze niet op Rood. ,,'t Geloof jnoest ook behouden blijven". Ik liet haar snaar zoo gaan natuurlijk. Maar als ze nou (bobt over loonsverlaging, dan zeg ik: „Ja snensch, dan had je maar op mijn vrinden moeten stemmen. Die zullen aan ons loon siiet tornen". En dan is ze verlegen, en ik lach haar wét fijn uit!" „Morgen conducteur!" „Morgen meneer!" En we gingen van elkaar, na dat vluch tige onderhoud. Die man met zijn praatje had me een prik gegeven, en juist op een plekje, waar ik gevoelig ben. Want wat had hij nu eigenlijk verteld? Dat zijn vrouw haar voordeel had ge offerd aan haar ideaal, maar dat HIJ niet liet be?te, maar het meest-loonende geko zen had. En die vertrouwelijke mededeeling aan tnji moest blijkbaar beteekenen, dat hij in zoo iemand van ons soort menschen een voorvechter zag van meer vet in den (soepketel, meer dan alle Geloof bij elkaar En voor die rol pas ik. Ik voel Mei de geringste roeping om voor den verdediger eener richting te worden gehouden, die de anenschen zalig wil maken door hun een paar schamele loonpeningen méér in ^de week te bezorgen en te verzekeren. Wel vaart is een schoons zaak, maar meer loon is nog niet meer welvaart, en meer wel vaart nog niet noodwendig een verbooging van 't ware levenspeil. En een mensohenr leven is toch te goed om bet geheel ie rij den aan reclame voor een automaat, waar in men slechts aan deze zijde een slembil jet behoeft te werpen, on er aan den an deren kant lo ons vera ui ging uit te balen Ik althans zou daarv i or bedanken Lhn was ik nog liever schoolmeester vcci een hongerloon, en had tenminste der. gons -hen dag van dat lekkere volle om me hoer. dat ik alles leeren kon wat ik wist en geven war. ik haa" Dat zijn toch a.1 h e 1 merkwardigo uit spraken. Immers, niet alleen die tramconducteur, maar het overgroote deel van de aanhan gers van de S. D. A .P. verwacht van die partij en hare woordvoerders niets anders dan wat. meer vet in den soepketel en een ietwat dikkere boterham. Voor die rol pas ik, zegt de heer Kleere kooper. Maar dat zal toch niet gaan. Wie regelmatig Het Volk leest en wie konnis neemt van de bijdragen van don heer K. on nan de redevoeringen van de socialis tische leden Radon en Staten vindt daar in een voortdurend speculeeren op Ihet ei genbelang van de proletariërs. En als in deze dagen vermeld wordt dat do socialistische propaganda zoo rijke vruchten draagt, dan is dat niet omdat bij die.propaganda van idieele goederen wordt gesproken, en van hoogere motieven', maar omdat den mensdhen worldt wijsgemaakt dat versterking van de S. D. A. P. befcee- kent en dikkere boterham, een betere ver zorging van de arbeidersbelangen Uit het hierboven geciteerde artikel blijkt ken hoe misleidend die propaganda toch hoe misleidend die propaganda tooh in den grond de zaak is. DE LAKENHAL. Sinds in Mei 1919 begonnen werd met de afbraak der oude huizon tussohen de La kenhal en de Scheistraat en menigeen eens probeerde te zien, wat daar achter die reusachtige schutting gebeurde, heeft do Lakenhal meer nog dan voorheen, de be- lanigstcMng genoten van ied'eren Leidenaar, die met een zekeren trots wijst op zijn echt-Holl'and'schen geboortegrond, met z'n oude gebouwen en naar men zegt, nog wel 600 oude gevels. [Zou daar nu wel een gebouw verrijzen, dat paste bij den gevel van de oorspronke lijke Lakenhal? De tegenwoordige stijlloo- ze 'bouwwijze deed wel vreezen, maar de be vreesden werden al spoedig gerustge steld.. Wel zou de hoofdgevel, zooals ook is ges'chied, aan de Scheist raat komen en diaarmee de oude gevel slechts tot zijgevel worden gedegradeerd, maar als de Leide naar voortaan nog zal spreken van zijn Lakenhal, zal hij zeker blijven vertellen, dat het gebouw aan den Oude Singel staat en misschien wel met echt Leidsch conservatisme ook aan die gracht de hoofd ingang blijven wijzen. 't Is hun te vergeven, want onder al d'e hallen, die Leiden vroéger bezeten heeft en waarvan van enkele de namen zelfs door den rasechten Leidenaar niet méér ge kend worden, zooals de Rashal, d'e Fus- teinhal, is de Lakenhal, vooral ook door do bestemming, welke ze na haar op non- activiteitstelling kreeg, de moest bekende gebleven. Op 23 Mei 1918, mudden in den tijd van oorlogsmisère, deed de Burgemeester in den Raad' de verrassende mededeeling, dat door Mtr. G. P. D. Pape 't 's-G rave nh age ƒ50.000 aan Leiden was geschonken voor aankoop van perceelen aan den Oude Sin gel en in de Scheistraat, om terrein te ver krijgen tot uitbouw van ons Stedelijk Mu seum. Den heer J. J. Hasfjelbach, eigenaar van die perceelen komt do eer toe, deze voor een redelijk bedrag ('t Waren er twaalf) aan Leiidcns Archivaris, Mr. Dr. J. C. Overvoorde, te hebben aangeboden. De overleden broeder van den schenker, Mr. C. W. J. J. Pape, had namelijk een collectie schilderijen en familieportretten aan heb museum aangeboden, maar de Ar chivaris moest de familie berichten dat het museum in den ouden omvang, daar voor geen plaats meer bood en ook niet uitgebouwd kon worden, indien niét dé ge meente eigenaresse van belendende per ceelen werd. Toen kwam Mr. C. P. D. Pape met zijn schitterende aanbieding van een halve ton goud'9. De gemeente bleef daarmee evenwel nog voor de bouwkosten zitten en de oorlogs toestand liot wel zooveel berekenen, dat de belastingbetalende burgerij met een ietwat pijnlijk vertrokken gezicht de ge volgen van deze mooie schenking zotu aan vaarden. Maar Mr-. C. P. D. Pape hielp Leiden uit den brand door voor don nieuw bouw niet minder dan 4 ton nog boven de eerste ƒ50.000 te schenken, waarvoor we nu, nu het uitgebouwde Museum op 3 No vember zal heropend worden, ook gaarne .met geheel Leiden hem. dank zeggen. De beschrijving van het nieuwe gedeel te, reeds geru'imen tijd geleden dén 'lezers van dit blad gegeven, doet wel vermoeden, dat. hoe ook in den stijl van het oorspron kelijke gebouw gehouden, het verschil tussohen het oude en nieuwe gedeelte, voor al ook door het inwendige, zeer in het oog zal vallen. En dit kon ook niet anders. Het nieurwe gedeelte is gebouwd als -mu seum en het oude verrees met een geheel ander doel. Is „van oude tijden en over veele jaren, naar het gevoelen van som mige verstandige persoonen" de Visseherij (nog geen peuren) een bron van inkom sten voor „de .Borgers" geweest, reeds van den jaro 1300* hebben het meerendeel van de Borgers en Inwoonders dezer stad zich meest geneert en bezich gehouden met de neering van de Draperij, bestaande in het maken en reeden van zekere zoorten van Lakencn, welke genoemt wierden van we gens de plaatze, alwaar die gemaakt wa ren, Leidsche Laakenen". Maar „zoodra de ingezetenen der Stad Leyden, door hun vernuft en hunne naar stigheid in 't bereiden van verscheidene stoffen, zoo Saayen, Baayen, Lakens, Grei nen als andere zich vermaard gemaakt had don, vondt men ook baatzuchtige lieden, die niet -tevreden met betamelijke winsten (de lezer -merkt wel, dat er in deze tijden niets nieuws onder de zon is, ook op dit terrein) zich door bedrog poogden te ver rijken. Om nu deze „Ersatz-arlikelen „te weren en te stremmen wierdt tot dat, einde oor baar gevonden zekere huizen of Hallen ie doen timmeren". Zoo kwam Leiden ook aan de Lakenhal om de beroemde lakens te beoordoelen en te merken, of ze „Pruyken of Vol-zegelde of Klein-Loot of Haacligaarde of Voor-Wol len, aarde-Wollen en dord'e-Wollën, de al lerslechtste Laakens, waren". 't Zou ons te ver voeren het geheele La kenhal-bedrijf hier te beschrijven en daar om willen we nog iets vertellen van den bouw. Als kind trok reeds het gebouw onze aandacht door liet molentje boven den in gang; een Volmolen, direct du9 herinne rend aan het bedrijf, waarvoor deze lial gebouwd werd. De gebeeldhouwde lakens aan weerszijden daarvan hielpen mede die bestemming aangeven, binnen tredende op de ruime voorplaats, waar jarenlang steenen uit oude Leidsolie bouwwerken zijn bewaard, ziet imen aan Weerszijden de vooruitspringende vleugels in een, waarvan de hutspot-pot bewaard word-t. De mooie voorgevel heeft bij de kroon lijst vijf steenen tableaux, „het Spinnen, Weeven, Rouwen, Droogscheeren en Ver ven" der lakens voorstellende. Daarboven vinden we de naam: „Laecken-Halle" met het jaartal MDCKI, het jaar waarin de bouwmeester Arend van Schraevesand, dit gebouw voltooide. De mooie oud-Holland<- sche vensters, die we in den nieuwen ge vel missen, geven het geheel den indruk van een solied Hollandsch bouwwerk, een historische plek als Leiden waardig. De zeer mooie, nieuwe gevel past uit stekend bij dén ouden, voor zoover dit mogelijk 'is. z Was eenmaal do oudé Laeclcen-Halle bijna wereldbekend om haar Laa'kenen, oud- en nieuwbouw samen mogen, al is het niet meer de neering der Borgers, toch Lcidens roem vermeerderen als een mu seum. dat ten 'volle den naam van Stede lijk Museum verdient, waar het inwoners' en vreemdeling zal doen zien wat er groots en schoons -in den ouden en nieuwen tijd in onze veste werd gevonden. LUGDUNO. BREESTRAAT 161. EQesverkiezeniS gemakkelijke a- betalingswijze. -a STADSNIEUWS. Horvornii ngsdag. Gisteravond had -ter herdenking van de zen gewichtigen datum een godsdienst oefening plaats in de Pieterskerk. De kerk was geheel gevuld. Nadat gezongen was Ps. 100: 3 en 4 en voorgelezen Jesaja 26:113, nam D s. H artwigsen het woord en wees er op, hoe de 31 Oct. een dag is van dank en verootmoediging. Er ie stof tot dank, als we terugblikken in het verleden, >als we zien op onze groote voorrechten, maar we hebben redenen tot verootmoediging, als we zion op ons zelf en liet oog om ons heen slaan. iSpr. zou, naar aanleiding van Open. 15:3 zijn gehoor opwekken t,ot dank, terwijl d-s. Groot Enzerink zou vermanen tot veroot moediging en boete. Ds. Hartwiggen ging nu voor dii gebed, waarna hij tot behandeling van zijn tekst overging. De apostel Johannes schildert ons in dit tekstwoord een wonderlijk gezicht. Bij een glazen zee, vermengd met vuur, staan de overwinnaars van het Beest,, -spelende op liun -cythers en zingende 'het lied van Mo- zes en van het Lam. In liét lied van Mozes worden de deug den des Heeren verheerlijkt, Die zijn we- derpartijders versloeg; liet lied des Lams bezingt de verlossing uit de macht des duivel-s. Israël zong het lied van Mozes, behouden aangekomen aan de overzijde der Roode Zee, terwijl het geestelijk Israël in het lied des Lainis gewaagt van de overwinning van Christus' bl-oed. En zij zongen: „Groot zijn uwe werken, o Heer, Gij almachtig God!" Wanneer we het over de groote werker! Gods zullen hebben, bedoelen we allereerst Gods Hervormingswerk, dal zoo groole- iijks noodig was. De kerk der Apostelen was vervallen, misvormd door menschelijk eigenbelang. Romers dier.st was enkel uiterlijkheden, grootsche kerkgebouwen, met beelden ver sierd, die, als men zeide,aan de overledenen moesten herinneren, maar die in .hun bonte pracht de kerken verfraaiden, groote scharen priesters, in kostbare gewaden. Rome vergat, hoe in Gods Woord geschre ven staat: „Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld". Rome's priesterschare, aan wier hoofd do „Heilige Vader", Gods plaatsvervanger, dong naar macht wilde zelfs de vorsten onderdanig maken, en geen spoor was er te vinden van hel Heilig Avondmaal des Heeren in de Roomsche Mis, zooals die werd en word t bediend. Rome wees op do goede werken, terwijl we op Christus' groote werk te zien heb ben. Verandering was noodig. En Gods ge biedende hand greep in en het behaagde hem zich van een mensch te bedienen, een monnik, om iets groots tot stand te brengen. L/utlier voélde zich in zijn ziel gegre pen door den schandelijken aflaathandel en protesteerde daartegen krachtig in zijn 95 Stellingen, in zijn twistgesprek en op den Rijksdag te Worm's. (Hij bracht het Woord Gods over in dé Duitsolie Laai, en dat Woord verbreidde zich. Groote dank past ons daarvoor. In ons land: viel het in goede aarde en ten koste van leven en bezittingen verwier ven onze Vaderen zich de Godsdienstvrij heid. Zal dit zoo blijven? Met verontwaardi ging hoorden we de uitlating van den In- tér nuntius ten Hove, met wees zien we Rome's actie op alle gebied. Maar God houdt de teugels; Hij die groo te dingen werkt, Hij regelt en bestuurt de dingen der aarde en des Hemels. Hij zij geloofd en gedankt tot in eeuwigheid. (N'ad'at -nu gezongen wsa Psalm 150:1, be- JHo'm ds. Groot Enzerink den kansel, en koos tot tekst Jesaja 8:26: Tot de wet en tot de getuigenis! ISpr. wees ero p, dat Gods Woord, en d a t alleen do groote bcteekonis en de. oorzaak van dit machtige feit der Reformatie was. iH-et Woord Gods, waarin Luther den weg ter zaligheid zag, dien hij in zijn 95 stel lingen resumeerde, maakte hem ook en gehaat en bemind door velen. Want deze uitwerking heeft het Woord altijd, het brengt leven of dood. zegen of vloek, Hemel of Hel. Het duldt geen hrnkr-n op twee gedach ten, hét wil een gloed in het hart, of een koude onverschilligheid, de lauwheid haat God. Daardoor waren de reformatoren man nen van kracht en durf, vol des Heiligen Geestes. We hebben straks de danktoon beluis terd, maar die noodzakelijke dank ver stomt haast op de lippen, wanneer we om ons zien. Wat herdenken we in de reformatie? Al leen de bevrijding uit Rome's macht? Dat ware even treurig, als het feit, dat som mige Protestantsclie Christenen zich niet ontzien met Rome op maatschappelijk ge bied samen te werken, onder het voor wendsel, dat Rome's geloof op denzelfden 'wortel steunt, terwijl dezen nog wel Ge reformeerd bij uitstek heélen. Noen, liet och t herdenken der reforma tie houdt iets anders in; de inwerkende kracht Gods op ons hart. En hoe staat hel met dat echte reforma torische beginsel tegenwoordig? Gaan we dit allereerst r.a op het terrein d&r Kerk, de Gereformeerd», de Nationale Kerk. De Bijbelschc waarheden worden tegen woordig, veelal naar het fabelrijk verwe zen. Velen ontkennen de béteekenis van Christus' sterven, opstanding en Hemel vaart. 'In andere kringen is 't omgekeerd, die leggen het Woord naar hun zin uil, in hun ziekelijke opvatting en treden builen do kerk. Dan hebben ze zslfs geen woord meer voor de kerk over, uithoofde van li u n reformatie, de dwalenden, alsof de refor matie niet door Gods hand werd voortge-, bracht. Zoolang in de Kerk nog wordt be deden: Jezus Christus en die gekruist, zoo-, lang mag ze niet worden verlaten, en als hot z o over is, ja, dan is ze een valsc'he Kerk. /Maar zoolang Gods Woord in haar is, is onze roeping in haar besloten, ook al heerseht -er volgons somijugen een Balyl'o- nische spraakverwarring. Wat nu de wereld betreft: de Refor matie heeft liet volk als volk bereikt; do 80-jarige oorlog was niet in de eerste plaats tegen Spanje's, maar tegen Rome's macht, en het was rechtvaardig van Wil lem den Zwijger, dit hij ons een Universi teit schonk waar jonge mannen bij Gods Woord worden opgeleid tot leiders des volks. Beschouwen we nu het volk, dan zien we, dat er voor Gods Woord geen plaats is; de menschen zijn er te „intellectueel" voor. De reformatie bracht vrijheid, ook voor de wetenschap, de juiste, analysee- rende, standvastige. Men voelt geen behoefte aan liet onzeke re, twijfolachtige religieuse, men heeft er slechte een glimlach voor over. Maar ter- zolfd'or tijd, dat dé wetenschap,' die alles verklaart, heerseht, geven duizenden zich over aan Theosofie, Christian Science, zelfs aan duivelbezwering. - En wijzelf. Velen van ons houden zich van 's Maandagsmorgeii's tot 's Zaterdags avonds enkel en alleen met de sociale vraag Stukken bezig,zonder er den passenden sleu tel op te beproeven, n.l Gods Woord. We moeten ons vandaag verootmoedi gen, cn erkennen, dat slechte langs den weg, door Gods Woord ons gewezen, over Golgotha, wo het juiste doel bereikeni Jezus Christus en, dien gekruist. Als dat door ons wordt bekend cn ge loofd, cn dat door ons in Kerk en Maat schappij wordt tpegepast, dan zal geen verdoemelijke macht ons van den goeden weg leiden, noch die van dén duivel, noch die van Rome. Dan zullen we den donkeren weg ge troost afleggen naar het rijzend morgen licht. Ds. Groot Eiizerjnk ging nu. voor in dank gebed. Nadat staande, liet Lutherlied: „Een yasto burg is onze onze God" was gezon gen, verRet de groote schare liet kerkge- gebouw. Naar gemeld wordt, zal Mevr. Baart—» Braggaar om gezondheidsredenen ontelag nemen als lid van den Gemeenteraad, in welke functie zij zal worden opgevolgd idioor den heer Pikaar, oud-lid van den Raad van Leiderdorp. Mevr. Baart, die sinds 1918 in den Raar voor de S.D.A.P. zitting had, trad in dit college weinig op den voorgrond. Haar op treden demonstreerde, evenals dat van Mevr. Dubbcldeman, de absolute overbodig heid van het passieve vrouwenkiesrecht, terwijl bovendien liét. lidmaatschap voor haar gezondheidstoestand niet bevorderlijk was. 'Het is wel zoo goed als zeker, dat door deze wisseling, de debalten in lengte zullen winnen. iVoor liet. tijdvak van 1 dezer tot en! met 31 December is benoemd tot assistent voor de theoretische natuurkunde aan dé Rijksuniversiteit, alhier de heer J. Bouman, alhier. Voor het, tijdvak van i dezer tot en met 31 December is benoemd tot amanuensis 2de klasse, bij de vergelijkende pathologie aan dé Rijksuniversiteit alhier, de heer A. Sm'it, alhier. Naar wij vernemen zal bij de opening van liet museum „De Lakenhal" op a.s. Donderdag perst hét. woord worden ge voerd door den lieer J. H. Bosch, om na mens den heer Mr. Pape hel. gebouw aan de gemeente Leiden over te dragen. Daar na zal do Burgemeester, of, indien hij zich daartoe nog niet in staat gevoelt, de waar nemende Burgemeester, de heer W. Pera, liet gebouw voor de gemeente. Leiden aan vaarden. Vervolgens zal de Notaris, Mr. H. M. A. Coebergh te Leiden, worden uitgenoo digd, om van de overdracht opn proces verbaal op te maken. Eindelijk is de lieer Mr. J. C. van der Lip, als waarnemend Voorzitter der Commissie voor het Stede lijk Museum „De Lakenhal", voornemens een slotwoord te spreken. Onmiddellijk •daarna zal in de vestibule eene gedenkplaat, vermeldende de namen der heide hoeren Pape, die de Gemeente 'Leiden' daar heeft doen aanbrengen, wor den onthuld, waarbij óf de Burgemeester óf de waamomerj-ÊBurgemeesler hel woord zal voeren, waarop den lieer J. H. Bosch 'namens Mr. Pape niet een paar woorden .zal antwoorden. Vervolgens worden de genoodigden on der leiding van den architect van het ge bouw, den heer W. A. Lensvelt, in cie gele genheid gesteld het, gebouw in oogen- scho'uw te nemen, na afloop waarvan na mens Mt. Pape ecnige ververschingen wor den aangeboden. Daarmede is do plecht -g- lioid geëindigd. Blijkens een advertentie in dit nummer zal op Woensdag 9 November a.s. de reeds eerder in ons blad .aangekondigde samen komst plaats hebben van de Zenrlingscom- missie der Geref. Kerk alhier in het Kerk gebouw Hooigracht, waar dB. D. Pol, pre dikant te Boskoop, hoopt voor -te gaan. Deze bijeenkomst zal, gelijk bekend té, in karakter afwijken van vorigen. Nadat ds. Pol gesproken heeft, wordt er gelegenheid geboden, vragen te stellen, welke door ds. Pol zullen worden beant woord. De bedoeling zit vóór, op de zo wijze meerdere belangstelling te wekken voor den Zenidngsarbeid on de bijeenkomst eest meer leerzaam karakter te' geven. Wij wekken gaarne tot bijwoning dezer Zendingssamenkomst, op. De zaak der Zending te beharligen, is Christenplicht, zegt. de Commissie, cn daar mede zijn we liet volkomen eens! Blijko deze Christenplicht dan allereerst Uit in een geheel gevulde kerk op Woens dag 9 November a.s. Wij vernemen, dat d'e bekende Am- stordamsche straatprediker, do lieer N. Baas. door de Commissie van Stadsevan gelisatie der Geref. Kerk alhier, is uit- genoodigd om Woensdag 23 December, iö een bijeenkomst met. evangeliseerend ka rakter, op te treden. Deze bijeenkomst zal niet in één der kerken, maar in een zaal worden gehouden. Naar wij vernemen, blijven de pogin gen tol uitbouw dor Jongelingsvereeuigink op Géref. Grondslag, „O'badja", alhier, niét' zonder succes. De geldelijke steun uit de' gemeente is sterk toegenomen, terwijl ook het ledénlal zich reeds hoeft uitge- b'reid.In beginsel is dan ook reeds beslotaüi to trachten tot oprichting to komen itvo een t.weede .Jongelingsver., waartoe ook cenige oud-leden medewerking hebben aaH geboden. InmiddQls duurt nog de propagand^-aotto voort, ivó— -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 1