Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE LEIDSCIE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
V. £H LEIKEN EN BUITEN LEIDEN TO
waak agenten getesïxoö sara
fEB KWARTAAL iSAS
PBB WEEK9&1»
►BANCO PUB POST PEE KWARTAAL I&Ï9
2de JAARGANG. - MAANDAG 31 OCTOBER 1921 - No. 483
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRIJS
PEK GSWONB ESÖEL IWU
DES ZATERDAGS JSAS
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TAÜÏÏT
KLEINE ADVERTENTIES ra luwgstra
swmlen 80 ««at: ZaSsjAaga 18 rat.
I bij ïocTiitSeïal'jiï
V Kleine schooltjes.
In het vorig nummer hebben wij de aan-
r gevestigd op het aanmatigend optre-
van „V olksonderwijs", welk orgaan
{éénvoudig decreteert dat geen kleinere bij
zondere scholen dan met vier leerkrachten
toelaatbaar zijn.
In verband daarmede drukken wij hier af
teen staatje dooronze „Rotterdammer"
aan- de ambtelijke statistiek ontleend:
Aantal scholen voor gewoon L.O. (vak
ken a—k) met minder dan 40 leerlingen:
[I Januari Openb. soholen Bijz. scholen.
1904 209 6.5 p.Ot. 82 5.1 pOt.
I 1905 207 6.3 72 4.4
1906 203 6.2 w 61 3.6 i#
1907 206 6.3 66 3.7
1908 218 6.6 63 3.3
j 1909 214 6.5 54 2.7
K 1910 236 7.1 52 2.5
f 1911 248 7.5 48 2.3
f 1912 265 8.— 53 2.5
1 1913 260 7.8 57 2.5
r 1914 273 8.— 48 2.1
1915 288 8.5 53 2.2
Conclusie, zegt hetzelfde blad:
I' Hot aantal kleine scholen is pro cents ge-
wijze bij het openbaar onderwijs 'in 1915
bijna 4 maal zoo groot als bij het bijz.
Let men op de heel kleine soholen, dat
aijn die met minder dan 25 leerlingen, dan
krijgt men 63 openbare scholen voor ge-
Woon lager onderwijs tegenover één zulle
een bijzondere school.
En dat spreekt dan nog van geldver
spilling bij het bijzonder onderwijs.
STADSNIEUWS.
Leidscho Vrijwillige Brandweer.
Na-ar wij vernemen is de commissie uit het
Kader der Leidsclie Vrijwillige Brandweer,
welke tot opdracht heeft het kader in te lichten
Over „brandweerorganisatie" om bij een even
tueel hooren door het Gemeentebestuur tot oor-
(deden en antwoorden bevoegd te zijn., in zoo
verre met haar taak gereed, dat zij eerstdaags
in een algemeen© kamervergadering, oen 6chema
voor reorganisatie, der Leidsche Vrijwillige
Brandweer zal voorleggen en toelichten, hetwelk
els basis voor bovenbedoeld© besprekingen zal
kunnen dienen.
In hoofdzaak komt het er op neer d© Vrijwilli
ge Brandweer, zoodanig te reorganiseeren, dat
aij voor alle gevallen voor hare taak berekend
$e, zonder dat de jaarlijksche uitgaven nog ver-
Sier omhoog gedreven worden.
Ben eerst© eisch is dan echter het vrijwillige
fcador dat geheel belangloos wil zijn onder bes-
paalde voorwaarden meer zogginghceiap in alle
bmndweeraangelegenheden te geven dan thans het
geval is. Het heeft ©r thans echter alle schijn
van, dat het kader geacht wordt als totaal tot
©ordeolen onbevoegd.
Laat ons gemeentebestuur vooral bedenken, dat
zoo men over vrijwillige krachten wil en kan
beschikken, deze ook erkenning oischen en laat
jhot daarbij vooral niet uit het oog verliezen, dat
©en beroepsbrandweer per beschikbare arbeids
kracht de gemeentekas 8 tot f 10.000 kost.
Hervormingsdag.
Ter (herdenking van den Hervormingsdag
hield Ds. Joh. Jansen, Zondag in de Ghr.
Géref. Kerk, een predikatie naar aanleiding
[van Joh. 2 1318.
Spr. verdeelde zijn rede na een kort
inleidend woord in-drie hoofdgedachten:
le. De tempelreiniging en het werk der her
vorming; 2e. "Wat beiden gemeen hebben en
3e. Wat beiden ons prediken.
ZEenv. wees vervolgens nop op: a. De
openbaring van de grootheid van Christus;
Jb. Do ontwikkeling van het Godsrijk en
c. Wat heeft de Heere ons door dit alles
tte zeggen?
Spr. besloot zijn-keurige rede met
©enige verzon uit het Hervormingslied en
het laten zingen van Psalm 72 11.
Naar men ons meldt zal heb Donder
dag 10 November tien jaren geleden zijn,
dat hier ter stede een „Hulpvereeniging van
den Geref. Zendingebond" werd opgelicht.
Bij die gelegenheid hoopt voor haar op te
treden Ds. Hartwigsen, die een opwekkend
woord zal spreken.
Zaterdagmiddag iis hier een buitenge
woon brutale diefstal gepleegd. De heer
W. had zijn zoo goed als nieuw rij
wiel achter in de sociëteit Amidtia ge
plaatst.
Men heeft het echter weten weg te ha
len en daartoe de geheele sociëteit moeten
doorloopen. Naar de dader wordt gezocht.
Zekere v. d. H. die Zaterdagmiddag
in 'beschonken toestand door 'n agent van
politie gearresteerd werd,verzette zich daar
bij 'hevig en beleedigde en mishandelde den
agent. Deze wist hem met behulp van
eenige ijlings toegesnelde collega's naar
het bureau te transporteeren, waar van het
gebeurde proces-verbaal ds opgemaakt.
In een café op de Breestraat ontstond
Zaterdagavond een klein meeningeverseil
tusschen eenige daar vertoevende jongelui
die weldra het vuistrecht toepasten.
Vijf bierglazen werden ernstig gekwetst
terwijl 2 jeneverglazen sneuvelden. Na
eenigen tijd op het bureau hun zonden te
hebben bepeinsd werden de heeren weder
Zaterdagnacht is op het politiebureau
binnengebracht oen zekere N., die in „ken-
nelijken staat" een lantaarnpaal op de
Turfmarktbrug en een zijner medemeneohen
enistiglijk mishandeld 'had.
Door v. H. is aangifte van mishande
ling gedaan, gepleegd door den kastelein
van een café, waar hij vertoefde. Spritua-
liön schijnen een belangrijke rol in dit tra
gisch incident gespeeld te hebben.
In een portiek van een perceel op den
Nieuwen Rijn, is Zaterdagavond omstreeks
'half 11, het lijk aangetroffen van den
kleermaker v. d. Rijden, wonende Jan van
Goyenkade, alhier, die aan een hartverlam
ming is .bezweken.
Een zekere heer B„ uit Amsterdam,
heeft eenigen tijd te onzer stede vertoefd
teneinde een paar vragen van de recherche
over de ontvreemding van een paar kip
pen te beantwoorden.
Na zich eenigen tijd minzaam met de
recherche te hebben onderhouden en een be
kentenis dienaangaande te hebben afgelegd,
begaf B. zich naar het station der HrS.M.,
uitgeleide gedaan door twee politiebeamb
ten, teneinde zich per eerste gelegenheid
naar Amsterdam te 'begeven.
De politie heeft gisteren eenige jon
gens op iheeterdaad betrapt, die bezig wa
ren tricotagegoederen te stelen uit de fa
briek aan den Maredijk. Door een raam
open te schuiven hadden de jongelui zich
toegang verschaft.
In den afgeloopen nacht is ingebroken
in het magazijn van den heer v. U„ wonen
de Haarlemmerstraat alhier.
Een brandkast is van zijn plaats gehaald
en de daders hebben getracht hem met een
stuk ijzer te forceeren, wat niet gelukte
Slechts ©enig geld, pl.m. 15 gulden uit een
cg-ssa wordt vermist.
De recherche is de daders op het spoor.
In de Stedelijke Werkinrichting zijn
opgenomen in do week van 23 October tot
29 October 198 volwassen personen en 29
kinderen.
Moj. J. H. Hoek, wonende te Wassenaar,
leerling© der Chr. Kweekschool alhier, slaagde
voor het examen L. O. act© t© Rotterdam.
BINNENLAND.
Ons verambtelijkte spoorwcgbelieer.
Een stoenkolenmaatschappij, zoo meldt
de N. R. C r t. kreeg eind September te Rot
terdam een trein met steenkool aan, en de
©p oorwegmaatecbappij moest van de aan
komst aan den geadresseerde kennis geven.
Men zou denken, dat dit bij één brief of
briefkaart zou zijn geschied. Doch zoo een
voudig worden de zaken bij onze spoorwe
gen blijkbaar niet behandeld. De geadres
seerde ontving, aangezien de trein uit 65
wagons was samengesteld, precies 65
briefkaarten, elk de aankomst van één wa
gon vermeldende! Onnoodig op te merken,
dat den geadresseerde 65 maal llA ets, por
to werd in rekening gebracht. De adresseer
de richtte zich tot de spoorwegautoriteiten:
„wanneer, schreef hij, alle wagomiummers
op één brief waren gezet, had het porto
van dien brief ten hoogste 10 cent kunnen
bedragen en het spijt ons zeer, dat uw
spoorwegadministratio ons dergelijke noo-
deloozc onkosten bezorgt. Indien do exploi
tatie der spoorwegen daardoor getypeerd
wordt, is het geen wonder, dat de vrachten
zoo hoog 'blijven" onz.
Zie hier het leuke antwoord, dat de
stéênkoolontvanger op zijn klacht mocht
„Wij hebben de eer u te berichten, dat
door een verzuim van den betrokken ambte
naar op den bewusten dag meer kennisge
vingen van aankomst voor de aan uw adres
aangekomen wagons steenkool werden ge
bezigd dan noodig was."
Het antwoord is niet omslachtig, doch
het schijnt aan den steller toch hoofdbre
kens te hebben gekost. Er is althans oen
kleine maand voor noodig geweest, om het
op te stellen. De orakelachtige taal is dan
ook uitmuntend: „op den bewusten dag zijn
meer kennisgevingen gebezigd dan noodig
was."
Voelt gij den kneep? Waarschijnlijk niet.
Daarom oen kleine opheldering. De voor de
kennisgevingen gebruikelijke formulierbrief-
kaarten laten ruimte, zoo werden wij inge
licht, tot vermelding van drie wagons op
één kaart. „Meer kennisgevingen, dan noo
dig was", wil dus waarschijnlijk zeggen:
als de betrokken ambtenaar geen verzuim
gepleegd had, had hij met 22 brief
kaarten volstaan.
Geen terugwerkende kracht.
De raad van ministers beefc-, naar men
aan de „N. Rott. Ct." meldde, bepaald
dat benoemingen en rangsverhoogingen niet
meer met terugwerkende kracht mogen ge-
Het blad woet niet, of deze bepaling
geldt voor alle rijksambtenaren., dan wel
enkel voor de ambtenaren, bij de post- en
De Invaliditeitswet.
O.p 1 dezer werden 755 weduwrenten en
1905 weezenrenten krachtens de Invalidi
teitswet genoten, en op genoemden datum
verkeerden krachtens art. 373 dier wet
13.521 personen in het genot van een als
vrucht van hun verzekering verkregen
ouderdomsrente van drie gulden per week.
Krachtens de vrijwillige verzekering, ge
regeld in de Ouderdomswet 1919, waren op
genoemden datum 32,299 personen in het
genot van een als vrucht van hun verzeke
ring verkregen ouderdomsrente van drie
gulden per week.
Hervormde (gereformeerde) Staatspartij.
Omtrent do dezer dagen opgerichte Her
vormde (Gereformeerde) Staatspartij wordt
aan de N. R. C r t. nog het' volgende ge
meld:
De naam van de partij, inzonderheid de
toevoeging „Gereformeerde" bedoelt te ken
nen te geven, dat men te doen heeft met
een vereeniging van orthodox hervormden.
Aanleiding tot de oprichting der partij is
geweest de naar 't oordeel dergenen, die er
het initiatief toe genomen hebben, wassende
ontevredenheid over de richting, waarin de
öhristelijk-historisdhe Unie wordt geleid,
den ethischen kant, die zij opgaat en die
ook blijkt uit hetgeen, er in den laatste®
tijd in „De Nederlander" is geschreven,
'haar heulen met de Roomsehen in de coali
tie 'en in verband hiermee het niet scherp
genoeg stellen van het protestantsch ka
rakter onzer natie tegenover, het roomsche
imperialisme, zooals zich dat o.a. in de rede
van den pauselijken internuntius bij de
overhandiging van zijn geloofsbrieven aan
de Koningin heeft doen kennen.
De nieuwe .partij kan geen vrede hebben
met de oplossing der schoolkwestie, die met
medewerking der Christelijk-Historischen is
verkregen en acht deze oplossing in strijd
met het Christelijk karakter van ons volk
en ook uit eeoi pracisch oogpunt, n.l. van
wege de groote financieele lasten, die erajan
verbonden zijn, verwerpelijk.
Gelijk reeds dezer dagen in het communi
qué over de oprichting is gemeld, wenscht
zij het. hervormd karakter van ons volk te
handhaven en tot uiting te doen komen in
do Grondwet. In de lijn van dit streven
ligt, o.a. het herstel van het verband tus
schen de Nederlandsch Hervormde Kerk en
den Staat. Van dr. Kuyper's leuze „een
vrije Kerk in een Vrijen Staat" wil zij niets
weten. De Staat moet een positief Her
vormd karakter hebben en dit moot ook in
het -openbaar onderwijs tot uiting komen.
Men kan de oprichting van de nieuwe partij
beschouwen als een terugkeer tot de begin
selen van de oude Friesche Christelijk His
torie chen.
Getracht zal worden bij de aanstaande
verkiezingen met oen eigen candidatenlijst
uit te komen. Wellicht zal het ook komen
tot het uitgeven van een eigen partijblad,
waavoor reeds belangrijke giften zijn ont
vangen.
Van samenwerking met. een van de be
staande partijen van links of rechts zal,
tenzij dan de C.-H. Unie met wier program
de oprichters der partij zich in hoofdzaak
wel kunnen vereenigingen, haar politiek
herziet, geen sprake kunnen zijn.
Voor do achtergebleven,ar* der redders.
Het Kamerlid Van de Bilt heeft aan dien
Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel de volgeride vragen gericht:
Is het den Minister bekend, dat door liet
vergaan van de „Brandaris" en de red
dingssloep uit Maassluis in dom jongsben
storm, een aantal weduwen' en' weezen der
omgekomen manschappen dier red'dings-
vaartuigen onverzorgd achterblijven, al
thans zijn aangewezen op ondersteuning
door particulier initiatief, wat niet altijd
afdoende helpen kan?
Zou de Minister niet willen overwegen
om waar een goed ingerichte reddings
dienst aan onze kusten in het belang is
van onzen handel en onze scheepvaart
maatregelen te. nemen dat van Overheids
wege blijvend en afdoende Wordt gezorgd
voor de achtergeblevenen der redders, zoo
d'aar hulp noodig is?
BUITENLAND.
Duitschland en Opper-Siiezië.
De gezanten-conferentie hoeft het. Duit-
sche protest behandeld tegen de beslissing
inzake Opper-Silezië. Z.ooals men weet, had
do Duitsöhe regeering aan de 'gezanten-con
ferentie doen weten, dat de economische en
.territoriale beslissing, die aan Duitschland
werd opgelegd, niet alleen beschouwd werd.
al6 onrechtvaardig jegens het Deutsche
volk, een onrechtvaardigheid tegenover
welke het. zonder verdediging is, maar ook
als een schending van het tractaat van
Versailles.
De Duitsöhe regeering protesteerde tegen
den aldus in het leven geroepen toestand,
maar zwichtte voor de bedreigingen en zou
niettemin voldoen aan den uitdrukkelijken
wensch om vertegenwoordigers te zonden
voor de conferentie tot vaststelling van de
economische regeling.
De gezanten-conferentie heeft dat protest
behandeld en geconstateerd, dat het geen
grond biedt om de oplossing als'ongedaan
te beschouwen. Er wordt slechts actio ge
nomen van den door de Duitsöhe regeering
uitgedrukte® wil om afgevaardigden te 'be
noemen yoor het vaststellen van do econo
mische conventie en aldus de beslissing der
geallieerden uit te voeren.
I
Het lot van Karl van Habsburg.
Zaterdagmorgen 'hebben de vertegen
woordigers der groote geallieerde mogend-^
heden aan den Hongaarschen minister van
Buiten!amdsehq Zaken een! nota overhan
digd, waarin gezegd wordt, dat de Raad
van Ambassadeurs met voldoening heeft
kennis genomen van het succes der Hon-
.gaarsche regeermg tegen de pogingen tot
herstel van de monarchie. De Raad hoeft
het besluit genomen, om de regoering te
Boedapest uit te noodigen, den ex-koning
uit te leveren.
De commandant, van het Britsch© eska>-
der, dat zich op het ©ogenblik te Boeda-
pest bevindt, heeft order gekregen, den ex-
koning namens de geallieerden zoolang on
der zijn hoede te nemen, totdat de gealli
eerden over de definitieve bestemming van
hem hebben beslist.
De Raad, herinnert verder aan zijn jong
ste nota, waarin werd aangedrongen o-j de
noodzakelijkheid, onverwijld Karl's ver
vallenverklaring van den troon to procla-
meeren.
De vertegenwoordigers van Roemenië,
Tsjecho-Slowakije en Joego-Slavië hebben
er eveneens mondeling bij den Hongaar
schen minister van Buitenlandsche Zaken
op aangedrongen, dat de Hon gaars che re
geering onverwijld do vorv allen verklaring
van het huis Habsburg van den Hongaar
schen troon zal proclameeren.
Zij verklaarden voorts, dat indien dit
niet geschiedde, do meest ernstige gevolgen J
voor Hongarije het resultaat zonden kun-
nen zijn.
Wfr- a 1
Groote overstrooming m Canada.
Uit Vancouver wordt aan de Tele gr.
geseind, dat Vrijdagnacht tengevolge van
een wolkbreuk een overstrooming plaats
had, waarbij ongeveer do helft van het
mijnwerkersdorp Britannia Beach, 18 mijlen
van Vancouver, verwoest is.
Er zijn v ij fender tig personen
omgekomen. Een vijftigtal huizen werd
door den stroom meegevoerd. Verscheidene
•houten huizen drijven in do baai cn een deel
van de stad Port. Coquitlam op 14 mijl af
stand van Britannia Beach is eveneens door
het, water verwoest-
Twee spoorwegbruggen cn eenige gebou
wen werden door den stroom medegesleurd.
In dit district bedraagt de schade 25.000
pond.
Twee spoorwegbruggen en eenige gebou
wen worden door den stroom medegesleurd.
In dit district bedraagt de schade 250.000
pond.
De Canadian Pacific Railway is over een
afstand van 200 voet ondermijnd. Het
Noordelijk deel van de Frasp Valley is door
het water afgesneden. 10.000 H.A. bouw
land is overstroomd. Het water staat zos
voet hoog.
De Russische schulden.
In een nota van de Russische Sovjetre-
geering aan de Britedhe regeering d.d. 28
October, wordt er aan herinnerd, dat de
Brusselscho conferentie, betreffende de
steunverleening aan de Russische hongorge-
FEUILLETON.
STEPHANUS.
Naar hot Engelsoh van
M. KINGGLEY.
37)
„Wij zijn uit de gevangenis bevrijd, op
dat wij tot hot volk zouden spreken van
Hem, die in staat is, 'hen van 'hun zonden
te verlossen," antwoordde Johannes. Toen
zich ook over zijn gelaat ©en glimlach
doch het was als de glimlach van een en
gel, aan wien de onsterfelijke Vorst een
tiemelsdhe gave had toegereikt. „Do die
naar is niet meer dan zijn Heer." zeide hij,
»,en indien wij met Hem lijden, zullen wij
©ok met Hem regeeren; Hij is heengegaan
om -een plaats voor ons te bereiden, opdat,
Waar Hij ie, wij ook zullen zijn."
Daarop verhief Annas zich toornig van
zijn zetel. „Laat 'hetgeen ge uit onze han
den ontvangen hebt, ir een les zijn, om er
u aan te herinneren, dat het u verboden
is, den naam van den gekruisigden Gali-
leër in Jeruzalem uit te spreken. Verdere
ongehoorzaamheid zal gestraft worden op
©en wijze, waarbij dit vergeleken niets is."
Zij dan gingen honon van het aangezicht
des Raads, verblijd zijnde dat zij waren
Waardig geacht 'geweest, om Zijns naams
wil smaadhaid to lijden. En zij hielden niet
op, alle dagen in den tempel ©n bij de hui
zen te leeren ©n Jezus Christus te verkon
digen.
XIX
In de schaduw van den muur.
„Dus gaat ge heden-morgen niet met mij
nee?"
„Neon; ik moet leeren spinnen. De moe
ier van Jezus zal het mij leeren1; daarna
zal ik ©en tunica voor je maken. Nu kunt
ge ©ons begrijpen, wat een heerlijkheid het
is, te kunnen zien." Anat zag naar haar
kleine handjes, welke zij op haar schoot
had samengevouwen. „Deze hier", vervolg
de zij, de smalle bruine vingers uitspreiden
de, „zijn tot nu toe zoo lui geweest als de
handen van ©en prinses; doch onze vrouwe
Maria zegt, dat ze veel nog moeten leeren,
om Hem te dienen, die mij genezen heeft."
Seth staarde met verdrietigen blik het
opgewonden gezichtje aan. „Dus zullen wij
niet meer samen wonen zooals te voren,
Heb je de woestijn vergeten?
,,Ik heb niets vergeten; maar ik' wilde
liever hier blijven."
„En de dromedaris?"
,J3ien moet je zoeken. Ik v:'
in de handen van een vreemdeling achter
laten. De bcheerscher van 'de woestijn heeft
recht, dat 'hij het dier uit je handen op-
eischt."
De knaap wendde zich van haar af. „Het
zij zoo", riep hij driftig uit. „Totdat ik hem
gevonden heb, zul je mijn aangezicht niet
meer aanschouwen; het kan zijn, nooit
meer; wat dan nog
„Seth, Seth! Blijf nog hier! Verlaat mij
zoo niet." Doch hij was reeds heengegaan,
zonder zijn hoofd om ie wenden.
„Hoo kan i'k het dier vinden?" mompelde
hij knorrig, terwijl hij doelloos het. laby
rinth van nauwe straten doorkruiste. „Ik
heb overal naar den rnan Gestas gevraagd
niemand kent hem; wat den witten dro
medaris betreft, de monschen zien mij aan.
alsof ik van mijn zinnen beroofd ben, als
ik er van spreek. Indien ik nu iu Egypte
was, zou ik een offerande aan Ptah Hotep
brengen, of ©en guirlande aan den tempel
van de heilige boeken; dan zou ik wijsheid
ontvangen. Indien ik tot do goden van dit'
land bid, zullen zij zich niet om mij be
kommeren, die hier een vreemde ben." Ter«
wijl hij zich in deze gedachten verdiepte,
wioip de knaap zich in do schaduw van
een groote poort neer, terwijl zijn oogeii
eenige mu6schen nastaarden; 'him getsjilp
en geniep biwh' hom deu, dag weer in her
innering, toen hij wanhopig bij de bewuste-
looze gestalte van Anat. was neergeknield
„Er is een God, die mij hoort, overal", zei-
de 'hij halfluid. „Want Hij hoorde en ant
woordde den man, die Anat genas; maar
het is ook iets van groote beteekenis, om
blindheid te genezen. Ik durf Hem niet vra
gen, om mij te helpen, het lastdier te vin
den. Zouden er geen kleinere goden be
staan, die zich om zulke kleinigheden be-
Oekommeren. „Niet één muschken zal op
aarde vallen zonder uwen Vader." Waar
had hij deze woorden gehoord? Johannes
had ze uitgesproken na de geeseling voor
den Raad. „Dat beduidt zijn Vader, niet
•den mijnen," vervolgde hij nadenkend, „ik
ben geen Jood. Toch zijn deze musschen
ook in Egypte; indien ik tot dezen God bid,
zal Hij mij toch niet dooden, denk ik. Ik
wil het beproeven, wat er van komt. „God
van dit land, Jezus, indien dat Uw naam
is! Ik ben, zooals Gij ziet-, een Egyptenaar,
en ik weet niet, welke offerande U gevallig
is; en indien ik hot wist, zou ik het U toch
niet kunnen aanbieden, want ik ben armer
dan- gindsche musch. Toch, indien het waar
is, dat Gij U om dezulken bekommert, help
mij dan ook, bid ik U, om den witten dro
medaris tevinden, welke te recht uit mijne
handen wordt opgeeischt door den. beheer-
Bcher der woestijn."
Toen hij gebeden had, war, er een soort
van berusting over hem gekomen; 'hij open
de de oogen, on do straat inziende, zag hij
twee mannen naderen. Eén van hen her
kende hij dadelijk als de man, wion 'hij den
witten dromedaris had. toevertrouwd. Met
een kreet van vreugde sprong hij op de
been; doch trok zich dadelijk terug in een
opening in de muur en bleef onbeweeglijk
staan. „Ik zal hen volgen, als zij voorbij
gegaan zijn," overlegde hij bij zichzelf.
„Zoodoende kan is misschien het lastdier
vinden; als hij mij ziet, zal hij het verbor
gen houden."
Doch het tweetal bleef in de poert stil
staan en nam weldra plaats op de steonon,
terwijl geen van beiden do onbeweeglijke
gestalte bemerkte, die zich in de schaduw!
van den muur 'had teruggetrokken.
„Geef mij de flesch, indien er nog een
droppel wijn in is; mijn keel is verdroogd
van de hitte", zeide de eone, die Gestaa
genaamd word.
,.'k Heb geen wijn," antwoorddde de an
dore, „water is beter".
„Ba!" Bromde Gestas, de aangeboden
flesch wegduwende. ,.lk drink geen watert
dat is goed voor de beesten."
(Wordt vervolgd).