r Medezeggenschap van aniblenarcn-
organisaties.
Do centrale commissie voor georgani
seerd overleg in ambtenarenzaken heeft
aan de hecren Prof. Mr. Diepenhorst. Prof.
Mr. Kranenburg, Mr. Mondeis, Prof. Mr. J.
Oppeniheim en Prof. Mr. Struyckeh ge
vraagd, hun oordcel kenbaar te (maken
over de vraag inzake de medezeggenschap
van amblenarenorganisalie over de arbeid's
voorwaarden der ambtenaren, de salarisre
geling'daarbij inbegrepen.
Aan de antwoorden nu wordt ontleend:
Prof. Mr. P. A. Diepenhorst te Amster
dam, schreef:
Naar mijn oordeel zal bet overleg met
ambtenaren sleehls een advise erend karak
ter mogen dragon. Dat karakter wordt be
paald door den aard van den overheids
dienst. De publieke di'en-st draagt een ge
heel bijzonder karakter. Het gozagselernent
van de overheid zal zich 'hier bij alle ver
houdingen moeten doen; gelden. Gaf de
overheid toe aan eischen, die zij zelf niet
kan billijken, dan zou zij daarmede haar
bestaansrecht omboeten. Werd andere op
vatting gehuldigd, dan zou ook het stakings
recht van het overheidspersoneel moeten
worden! erkend en de gronden waarop o.m.
door KuLeman im zijn „Der Gewerbèchafls-
gedianke in der Beamtenbewegiïng*dit
recht is geloochend, lijken' mij steekhou
dend.
Niemand heeft het recht om over een
tegenover het Overheidsgezag irugestelden
■eisch zelf te beslissen, maar moet de uit
spraak van bevoegde {gezagsorganen als
bindend erkennen.
Prof. M-r. Kranenburg komt na eerie uit
voerige uiteenzetting van zijn oordeel tot
dn conclusie, dat medezeggenschap van
ambtenarenorgamisaties over de arbeids-
woorwaarden, de salarisregeling daarbij
gegrepen, tn dien vorm van onderhandeling
t-usschen vertegenwoordigers der Regee
ring eenicrzdjils en die der organisaties an
derzijds naar geldend Nederlandsch Staats
recht mogelijk is. Do medezeggenschap zal
z.i. zich niet kunnen uitstrekken tot de
technische leiding van een dienst, snaar
«al dat wel'kunnen betreffende algemeene re
geling der arbeidsvoorwaarden, de regeling
der salarieering daaronder begrepen. Deze
regeling vindt haar grenzen in het budget
recht der vertegenwoordigende organen.
Binnen diie grenlzert ziet Prof. Kranenburg
in de beginselen van oms staats- en admi
nistratief recht zoo zich dat heeft ont
wikkeld, geen belemmering voor een me-
Üezeggingschap als door hem aangegeven.
De heer Mr. Men/dels schrijft, dat de
term ..medezeggenschap" niet tot misver*
stand moet leiden. Als een positieve bepa
ling van ons geldend staatsrecht regeling
of vaststelling van bezoldiging of andere
arbeidsvoorwaarden aan Rogeering, Pro
vinciaal of Gemeentebestuur opdraagt, dan
blijft die regelende bevoegdheid enl de po
litieke verantwoordelijkheid! geheel on
aangetast, ook al overlegt eni onderhandelt
die overheid met een aimbtenaren-organi-
safiie, en al leidt dit overleg tot overeerl-
stemmiing. Wammeer dus in de commissie
van het georganiseerd overleg de verte-
genjwooirdigers der Regeering gemachtigd
zijn, binnen te vopengestelde grenzen, tot
overeenstemming te geraken met d:o verte
genwoordigers der ambtenarenl-vereeni-
ging en de regeering op grond van en' con
form aan het, resultaat van dat overleg, de
regeling der arbeidsvoorwaarden vast
stelt, dlan zie ik daarin geen strijd met geest
jof voorschrift van ons geldend staatsrecht.
Staatsraad Prof. Mr. J. Oppeniheim
schrijft
„Medezeggenschap der ambtenaren! bij
de vaststelling, door hét bevoegd openbaar
gezag vajn hunne arbeidsvoorwaarden, of
bij de regeling hunner salarissen, is. naar
mijn meening, naar Nederlandsch Staats
recht niet toelaatbaar.
Met de betrekkig tot de vaststelling der
arbeidsvoorwaarden), kan voor de verdedi
ging mijner meeding niet een beroep wor
den gedaan op stellige bepalingen van de
grondwet of andere wet, maar vindt haren
steun in den geest van het Nederlandsch
Staatsrecht, naar hetwelk de volle, onge-
deélde verantwoordelijkheid voor de be
sluiten die eenlg orgaan van het publiek
gezag neemt, berust bij en) drukt op dit or
gaan en dat medewerking van, of geheele
of gedeeltelijke afwenteling op personen
of organisaties staande buiten het open
baar gezag, niet kent en men mag zeggen
niet duldt.
Ik acht dus „medezeggenschap" niet toe
laatbaar. Iets anders is het inwinnen door
het orgaan tot de vaststelling van ar
beidsvoorwaarden of salarissen, bevoegd
van advies van- of het plegen daarover van
overleg met de ambtenaren-organisaties.
Het eeni en ander staat liet bevoegd open
baar gezag vrij.
Staatsraad Prof. M. Struycken schrijft:
In antwoord op uw schrijven van 5 Ju
li 1.1. No. 535 betreffende „Georganiseerd1
Overleg" heb ik de eer u mede te doelen,
dat naar mijne meening do med'ezeggenl-
schap van ambtcnarenorganisalies over de
arbeidsvoorwaarden der ambtenaren, de
salarisregeling daarbij inbegrepen, naar
het geldend Nederlandsehe Staatsrecht zich
niet verder kan uitstrekken dan tot het
geven van adviezen asm de bevoegde auto
riteiten.
UIT HET LAND" VAN DËN M IJN.
Do Rijnland-correspondent van do N. R. Crt.
geeft een interessante beschrijving over de berei
ding van den wijn in de grootste keklerij van
Neustadt.
„Op het breede voorplein, zoo vertelt, hij, staan
de tallo026 ovale vaten met gekneusde druiven,
oen mengsel, dat er heel niet smakelijk uitziet.
Ben geel-groezolig, drabbig geheel weer men nau
welijks druiven in herkennen kan, een onsmakelijk
uitziende massa, waarboven begoerige wespen
zweven.
Altoos door rijden do wagens aan met nieuwe
.ladingen. Do inhoud wordt, met houten schoppen
bruut eruit gehaald, neergeploft in de vaten.
In de persafdeeling staan lange rijen hydrau
lische machines, die bij elkaar zoo'n 30.000 liter
druivensap per dag verwerken.
Van aio zijden ruischt, stroomt bet druiven*
sap uit de persen in vaten. Onmerkbaar oefenen
de reusachtige persen hun 6tagen, geweldigen
druk uit, men ziet alleen anaar liet geregeld ral
len uit de tallooze botten, op menschenruggon
aangedragen, leeggegoten in de groote oppervlak
te. Met electriscbe pompen wordt het druivensap
naar de kelders getransporteerd. Overal liggen
slangen, alsof de brandweer aan den gang is.
Lange buizen komen van buiten van do spoor
wegwagons, spuiten hun inhoud leeg in de slan
gen, die hier op den steenen bodem dwarrelen.
Het lijkt een chaos, een rommel, als bij elk
antiek stadsbrandje. Maar ik vergis me. Allee
wordt zorgvuldig genoteerd. Elke lading wordt
afzonderlijk bewerkt en de opbrengst genoteerd,
weer geleid in bepaalde vaten beneden.
Daar in den gistkelder laait mo de sterko kool-
zuurlucht tegen. Men wendt onwillekeurig het
hoofd af, maar kan niet ontsnappen aan do dam
pen die uit den kelder opstijgen. Is men er een
maal in, dan ruikt men het niet meer.
Lange rijen reusachtige okshoofden liggen in
de uitgestrekte gewelven, waar hier en daar
een kachel gestookt wordt om dc gisting te
bevorderen. Hst borrelt en rommelt in die vaten,
bet klokt en kookt. De witte, porseleinen stop
pen op de spongaten bewegen zich, laten het
koolzuur ontsnappen, vallen neer om het door
dringen van de lucht te verhinderen. De don
kere slangen liggen boven de vaten en nieuwe va
ten werden gevuld met druivensap, dat boven
uitgeperst is.
Ik ga verder. Nieuwe, uitgestrekte gewelven
volgen, met niets dan hooge vaten, die, in te-
.gen&telling met den gistkelder, zwijgen. Het is
haast al te stil in die kelder met de groote,
zwijgende vaten. De rumoerige jeugdperiode van
den jongen wijn is hier gedaan.
Do woelige gistperiode is voorbij, waarbij
de most tot 28 gr. Celsius aan warmte produceert.
De in het druivensap zich bevindende gist ver
andert tijdens die woelige periode de suiker-
deolen in alkohol en koolzuur, in glycerine,
barnsteinzuur en in „bouquetstoffen,,.
Is allo suiker door het gisten vergaan, dan is
het eerste proces klaar.
De vaten worden gevuld tot het spongat en
blijven rusten tot Januari, Februari of tot Maart.
En nu komt het vervolg van hot gistproces.
Allerlei stoffen, die onoplosbaar zijn, scheiden
zich af, vormen een rail bezinksel in het. vat.
De wijn zuivert zichzelf, laat, al wat schadelijk
zijn kan, bezinken.
Het heldere deel van den wijn krijgt nieuwe
huisvesting. Naar vaten, waarin zwavel gebrand
is, verhuisd het wijnsap, blijft er weder een paar
maanden liggen, om dan in andere vaten overgo*
tapt to worden, ook weer door zwaveldampen
voorbereid.
Het daardoor ontstane zwavelzuur-oxyde des-
infekteert allereerst de wanden van het vat,
doodt de schadelijke bacteriën, die zich nog
in den wijn bevinden, en bevorderd dc ontwik-
kling van den wijn.
Als de herfstzon weer de rol van „druiven-
kok" vervult, volgt d© derde "en laatste verlnii-»
zing, met steeds minder wordend zwavolgcbruik.
Nu blijft- de wijn liegen, tot zij „flassenrcif"
is. Om dit te kunnen constateeren wordt 'n fk
gevuld, herhaaldelijk geschud en in een warme
kamer geplaatst. Blijft hij nu helder, dan is l et
laatste stadium bereikt, kan in flessclien afge
tapt worden i>m binnen de glazen wanden „bou-
guet" te krijgen.
Een vernufig apparaat vult de flessclien en is
zoo eenvoudig, dat het werk door jongens gedaan
kan worden. Met twee glazen buisjes worden twee
flessclien gevuld en zoodanig, dat. ze, zonder bla
zen te vormen, geregeld do flessc-hen rallen. Heft
n.en het buisje op, dan valt er geen droppel op
do grond.
Naastaan zit een andere jongen, die de flos-
schen kurkt, die; in wagens naar boven gebracht,
automatisch van etiketten en capsules voorzien
worden.
Denk verder aan de groote machines, waarin
do gebruikte flesschen eerst in lauw, dan in heet
sodawater gespoeld worden, nagespoeld in heet
en koud water, om dan nog eens tegen den licht
glans van lectrische lampjes nagekeken tö wor
den en men kijgt zoo ongeveer oen beeld van deze
reusachtige wijnfabriek.
Men wandlt door de gewelven, regelmatig ver
deeld door de precies gerangschikte okshoofden.
Ir. enkele gewelven monstervaten van 73,000 li
ter, zelfs een van 44.000 L.
Aan allo zijden keldergangen, ovale gewelven
met vaten van all-af ei elag. Het verwondert me
niet te hooren, dat in do kelders van de firma
Hoch circa 2i millioen liter wijn opgeslagen ie
en. alleen hier 420.00Q flesschen liggen.
Er wordt in den Palts in het, seizoen dagelijks
voor 17—20 millioen aan wijn gekocht en che
misch onderzoek kan niet over do kwaliteit be
slissen. Dat lean sjleen het moge in onzen
wetenschappelijken tijd vreemd klinken, de tong
van den wijnkenner.
Ik had n.l. reeds vroeger in het Rijnland ge
hoord, dat zulke wijnproevers van professie zich
daarin moesten trainen. Bijv. niet rooken, geon
gekruide spijzen eten, geen alcohol drinken. M'n
deskundige zegsman verklaarde dat alles voor
larie.
Dit onderscheiden van den wijnsmaak ligt ie
mand in het bloed; men kent het of men, kent
hot niet. Het is moeilijk, heel moeilijk, want niet
de eigen smaak geldt, doch de smaak van het
publiek.
Gemengd Nieuws
Te Vrooins'hoop ie Maandag
de landbouwer T. bij het op hol slaan van zijn
paarden tusschen de wagen en een 'boom dood
gedrukt.
Zoowel de 70-jarige hnis-
'houdster als de 74-jarige H. Ruiter verklaarden
volgens het „N. v. d. D." goed gezien te 'hebben,
dat de inbreker bij don inbraak te
Heeronv-een „dingen" om zijn handen had.
Deze zijn 'thans gevonden: hét zijn stukken oude
dweil, waaraan batndjes yoor het vasthouden om
don pols. Deze stukken dweil zijn microscopisch
onderzocht en daarin zijn stukjes glas 'gevonden.
Ofschoon maréchaussee;.' en politie druk in de
weer zijn don dader op te sporen, is hij nog
niiet gevonden.
De toestand van de beide oudjes is goed'; de
ernstige hoofdwonden staan volgens don ge
neesheer best. Winder mag 'het heelen-, dat
beiden niet onder de slagen met die hoekige
zware 6taaf bezweken zijn- De dader was vol
gens beider getuigenis 'n man tusschen de 30
en 40 jaar en, bijzonder ving in zijn bewegingen.
De controle op de Hol-
landers, die naar Aken snoepreisjes gaan
maken, is zter verscherpt. De oon duo tours van
de trams, die de Hollanders goed mogen lijden,
daar ze dikke fooien krijgen waarschuwen de
reizigers als in Aken de passen worden, nage
keken. Zóó gebeurde (het, dat een paar halten
vóór Aken, de Hollanders, die geen pas hadden
uitstapten en -te voet naar Aken gingen. Doch
aan de Ponühor werden zij gecontroleerd. De
boeten beliepen voor elk vele honderden ma.r-
kcn. En wie geen marken had, kon met Hol-
landsch geld betalen, want de mecsten zetten
hun Hol'landsche geld in Aken om; in het wa
renhuis Tietz bijv. heeft een der grootste ban
ken een filiaal geopend. Daar krijgt men meer
marken voor een gulden dan in Holland.
Naar het Haarl. Dagblad
meldt, is de beer P Kuyper, vroeger architect
te Heemstede, die Maandagavond mot zijn auto
van Haarlem naar Blauwcapelle gang, nahij
Utrecht met zijn auto tegen een boom gereden.
Do heer Kuyper viel uit de auto, geraakte in
een sloot en is in de modder gestikt.
Te Bussuin is een 17-jarige
jongen met een bedrag van JO.OOO, hetwelk
zijn vader van anderen onder zijn berusting
had, gevlucht.
Een Oostenrijker, die" lange
jaren in een Limbuigsrïhe mijn had gewerkt,
kreeg een ongeluk en ontving een ui'tkcoring
van ƒ2.40 per dag van de Rijksverzekerings
bank. De man is echter sinds langen tijd naar
Oostenrijk vertrokken. Hij krijgt nu per maand
door tussdhenkomst van een vriend, het geld
in kronen gestuurd. In een jaar .tijde is de
mijnwerker millionair.
Een Ooslenrijksch mijnwerker te Schaes-
berg wonende, had aldaar een hui je bespaard.
Onlangs verkocht brij het huiske, met meu
belen. de „Bergmanskoe" en wat andere spul
len. Voor de 5500 a 6000 gulden kocht hij
kronen en in Oostenrijk kocht hij een kasteel.
De k ast celheer-mi 1 li onair bebouwt nu den
grond en verdient goed zijn brood.
De landbouwer C. V. te Stel-
londam had het ongeluk, terwijl hij zijn 2/2-
jarig zoontje eenige medicijn wilde ingeven, een
verkeerd 'fleschje te grijpen, doordat 'de
schemering was ingetreden. Meenendc de goede
medicijn te hebben, gaf hij den kleine een eet
lepel lysol in. De arme kleine begon direct, vree-
sclojk te gillen en er moest onmiddellijk genees
kundige hulp werden ingeroepen. Hoewel hel
ergste gevreesd werd, leefde gisteren het ventje
nog, doch zijn toestand is hoogst bedenkelijk.
Men meldt aan de P r o v.
Cron. Crt., dal in Groningen op verschillende
plaatsen, in de omgeving van Baflo, door ge-
bruifftnaking van wichelroeden water' in den
bodem is gevonden. Men vond het soms in zulk
een groote hoeveelheid, dat "een landbouwer uit
riep, dat watersnood' niel meer bestaat.
Een 2-j a t i g kind geraakte
in de Galgesioot te Naarden. Dc moeder sprong
hot pardoes na en een buurman, die het gevaar
zag, sprong eveneens te water om moeder en
kind te. redden. Zijn vrouw, 'die hem in het
modderige waiter zag verdwijnen, sprong bom
na. En zoo verkeerden er vier personen in
levensgevaar. Eenige werklieden van de steen
fabriek hebben allen mei een roeiboot gered.
RECHTZAKEN.
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Zitting van 17 October.
Op de rol slaan 153 zaken, waarvan 140
openbaar.
H. O. S., slager te Leiden, niet verschenen,
is ten laste gelegd, dat hij in zijn pakhuis
vleesch voorhanden heeft gehad' niet voorzien
van het vereis ebt e goedkeuringsstempel en een
ham, die tot bederf vras evergr/aan.
Als getuige wordt gehoord keurmeester
Lamme.
Eisch 10 6ubs. 5 dagen hechtenis.
M. v. d. G., sigarenwinkelier te R ij n s b u r g
is jen laste gelegd, dat hij zijn wankel na be
paalden winkelsluitingstijd v-óor het publiek
open heeft gehad.
Eisch 4 subs. 4 dagen hechtenis..
Opnieuw wordt behandeld de zaak tegen L.
v. d. B., poelier te N o o r d w ijk e rh o u t.
die terecht heeft gestaan terzake hij, hein toe-
behoorende varkens heeft laten losioopen. op
aardappelland van van S. Een nieuwe getuige
in deze zaak wordt gehoord, die bevestigt, dat
bekl. de varkens in zijn hok heeft gedaan.
Eisch 10 subs. 10 dagen hechtenis.
D. "W. N., kapper en winkelier te Rijns-
b ri r ,g, is ten laste gelegd, dat hij zijn winkel
na sluitingstijd voor het publiek heeft open
gehad.
Eisch 5 of 5 dagen hechtenis.
Voor de tweede maal wordt behandeld de zaak
tegen A. 0., voerman ,te Voorschoten,
wien is Jen laste gelegd, dot hij alcoholhoudenden
anderen dan sterken drank heeft getapt in
huis, terwijl hij slechts verlof had om builen to
tappen. Bevestigd wordt dat de verbalisant, die
het 'bier besteld had, naar binnen is gedrongen
en liet bier daar heeft uitgedronken. De ambt.
meent echter, dat bekl. schuldig is en eischt
10 subs. 10 dagen hechtenis.
Mej. J. H. wed. C. 0., houdster van een kap
perswinkel le Rijns burg, is ten laste gelegd,
dat zij haar winkel na winkeJsluitiugs-
tijd heeft open gehad.
Eisch 5 subs. 5 dagen hechtenis.
N. A., te Katwijk, is ten laste gelegd dat
hij een voor 't publiek gevaarlijken hond heeft
laten losloopcn, waardoor deze C. den D. dn
zijn jas heeft gebeten en beschadigd. C. den D.
heeft een schade verg oedingseisoh gesteld van
30.—.
Eisch 10 subs. 10 dagen.
Opnieuw wordt behandeld do zaak' tegen mr,
J. W. Fr., te Arnhem.*wien ten loste gelegd"
was, dat hij in hel afgebakende gedeelte op het
strand te N o o r d w ij k was gaan baden, zen
der van een badkoetsje gebruik te maken.
Als getuige wordt gehoord burgemeester van
Panhuys, die de beslaande verordening toe
licht.
De Ambt. van het O. M eischt 1 sub6. 1
dag hechtenis.
De heer Fr. dicht zijn standpunt nader toe,
en legt uit waaTom hij op grond van ar'. 194
uitstel van deze zaak had mogelijk geacht. Be
klaagde was i'i het buitenland, toen hij gedag
vaard werd.
Wat het ten laste gelegde betreft, zegt bekl.,
dat de dagvaarding tamelijk obscuur is, daar
do desbetreffende verordening niet duidelijk is.
Hij zou volgons de dagvaarding op het strand
in zee gebaad hebben. Maar 'bovendien, ze»gt
beklaagde, na een definide gegeven te hebben
van het begrip „bad", heeft dc gemeente niets
te zeggen over de ze*. Vervolgens voert belel.
aan, dal de kantonrechter moet uitmaken of de
plaats, waar 'hij gebaad heeft al of niet valt
onder de verordening. Zulks i6 in de dagvaar
ding niet omschreven. Verder zegt hij, dat hij
zich thuis (in zijn vi'lla) had verkleed, en dat
hij hier dus zijn „badkoets" had. Wat betreft de
openbare ordeverstoring merkt hij op, dat het in
Noordwijk een publiek geheim is. dat deze ver
ordening is gemaakt in het belang van Mij.
Noord-zeebad.
De burgemeester van Noord^wjjk merkt op,
dot beklaagde 'toch wel, ondanks zijn scherpzin
nigheden, tegen bete? weten in spreekt, en dat
het toch noodzakelijk is, dat men eenige orde
sohept aan de 'hand1 van voste regelen, want
niet alle personen bevinden zich in dezelfde
conditio aJs beid.
I. Z., varkens&lager te Leiden, staat te
recht terzake hij in zijn onderneming een 5
P.K. motor heeft gebruikt terwijl hij slechts
voor een 2 P.K. vergunning had, zoodat zulks
gevaar opleverde.
Eisch 10 subs. 5 digen hechtenis.
W. do J.. vTikelier, te Leiden, staat te
recht, terzake hij in zijn perceel bieT heeft ver
kocht zonder verlof te hebben om het daar to
laten drinken.
Eisch 10 boete subs. 10 dagen hechtenis.
A. N. B, caféhouder le Leiden, is ten las
te gelegd, dat hij zijn café na sluitingstijd heeft
open gehad voor publiek.
Eisch 3 boete sub". 1 dag hechtenis.
A. J. L., naaister te Leiden, is ten laste
gelegd, dat zij eenige meisjes in dienst heeft ge
had, zonder daarvoor een arbeidslijst te hebben
gehad.
Eisch 8 geldboeten van 1 subs. 1 dag
voor elke boete.
H. E. D., rijwielhandelaar te Leiden, is
gedagvaard terzake hij een jongen arbeid heeft
laten verrichten -na gestelden tijd.
Eisch 5 subs. 5 dagen hechtenis.
F. H. v. d. H.. directeur eener bakkerij te
Leiden, is gedagvaard terzake overtreding
der Arbeidswet, tweemaal begaan.
Eisch 5 geldboeten van 5 sube. 2 dagen
voor elke boete.
G. E.. fabrikant te Leiden, is eenzelfde
overtreding ten laste gelegd.
Eisch 3 geldboeten van 5 subs. 2 dagen
hechtenis voor elke boete.
G. J. R., bedrijfsleider der N. V. Vroom en
Dreesman te Lei d e n, staat voor een zelfde
overtreding terecht. Bekl. weet er niets van; hij
was met va can tie.
Eisch 19 geldboeten van 2 subs. 1 dag
hechtenis voor elke boete.
P. J. D., hoofd1 eener waschinriohting te
Leiden, is eveneens arbeidsoverU'eding ten
'laste gelegd.
Ei ch 6 hopte subs. 3 dagen hechtenis.
P. V., aannemer te N o o r d w ij k aan
Z e e is ten laste gelegd, dat hij een aantal ©tu-
cadoors heeft laten werken, zonder dat hij
daarvoor een arbeidslijst had. Uit het getuigen
verhoor blijkt, dat niet V., doch de onderaanne
mer de verantwoordelijke persoon is, daar deze
zijn eigen werklieden heeft.
De Ambt. van het O. M. meent, dat V. wel
degelijk aansprakelijk as en eischt 9 geldboeten
van 1, subs. 1 dag voor elke boete.
Joh. C. v. d. N., landbouwer te Va Ik en-
fa u r g, staat terecht terzake dronkenschap A!a
gemachtigde voor bekl. wilde optreden de heer
Bakker, zaakwaarnemer, hetgeen dcor den kan
tonrechter geweigerd wordt, op grond dat bij
geen advocaat is en bekl. zelf aanwezig is. Bekl.
ontkent. Wel heeft hij sterken drank gedron
ken. Hij had sterken drank bij zich en een doos
gebakjes voor zijn schoondochter, die bevallen
was. De kantonrechter merkt op, dat da infor
maties over bekl. ongunstig luiden. De zaak
wordt hierna aangehouden om den verbalisant
te hooren.
Uitspraak in al deze zaken over 14 dagen.
Hongarije na den oorlog.
'Misschien was dit leed, daarom wat groo-
ter dan akiders, omdat we in de familie Bi-
beraue-r van Balaton met zijn hartelijke be
woners en zijn heerlijke genietingen) af
scheid namen. Want we gingien nu weer te
rug naar Budapest, onze tijdelijke woon-
flpdaats en als zoodanig onze „operatie-ba-
eis". We waren langzamerhand) tamelijk
ver 't „binnenland'" ingedrongen), eni ons
Wachtte dus een' vrij-lange reis. 't Reizen
in hot (buitenland is echter lang niet zoo
vervelend als in t eigienj land', waar men in
der( regel door bekende streken trekt en
met passagiers reist, die je verveling niet
verdrijven, doordat zo zwijgen of die je
nog meer vervelen), doordat ze almiaar pra
ten.
Maar hier was alltijd afleidiing. Een deel
van do reis gebruiken we om onze over
stelpend vele indrukken; te verwerken,
door er met elkaar (in 't Hollandseh na
tuurlijk, dan verstond niemand ons en
konden we d'esnondS over een: buurman
zulke opmerkingen imaken. als men zich
anders alleen over eert afwezige veroor
looft!) over te spreken en ze dén in een
„reisjournaal"" vast te leggen. Ondertus-
fcheni en daarna wordt onze aandacht tel
kens getrokken door het bekoorlijke land
schap. Tusscheri uitgestrekte velden met
zwaarbeladen, gnootendoels al op hok
staand koren (de korenoogst Was dit jaar
gelukkig ook in Hongarije goed en is daar
door do warmte vroeger dan bij ons) lig
gen boerendorpjes: aMo hulzen wit en: om
ringd door den nati on alen boom van Ilon-
den acacia. En is ons oog *oor
o ogenblik verzadigd door 't zien van d'it eni
ander schoon, dan geven geven we moncl enI
oor een beurt. Wc beginnen) een gesprek
met een medereiziger of in den( regel be
gint hij. Want de Hongaar praat graag,
ailthanis mict een vreemdeling. Dc eerste
vraag is gewoonlijk naar uw nationaliteit.
Hij heeft dan al wel gehoord, dat ge een
Germaansche taal spreekt. Maar vermoedt
nooit dat ge Hollander zijl: een Duitsch
dialect, Zweedsch eni andere benamingen
meerit hij aan uw taal te moeten geven. Go
helpt hem uit den droom en dan eerst
wordt 't gesprek geanimeerd'. Over en weer
breken de vragen d'e antwoorden) af: het
antwoord op een; vorige vraag is nog niet
geheel gegeven' of een nieuwe wordt al
weer geuit. Vooral naar onze Koningin
wordt niet zeidien geïnformeerd. Onze in
lichtingen! over haar kunnien gunstiger
zijn, dan die, welke wij over -ex-koning
Karei ontvangen. Maar misschien zijn deze
weinig vleiend voor deri balling In Zwit
serland en nog minder voor zijn wouw!
niet geheel objectief: zooals to begrijpen
is houdt een. Hongaar niet. zooveel van den
vreemden. Habsburger als wtij van onze
eigen Qranje-vorstin.
■Leuke ontmoetingen konden1 we zoo
soms hebben. We zatten een keer in den]
trein en. oefenden ons vlijtig in hot lee ren
van het Hongaarsch. Een vriendelijke
dame hoort. dit. en begint, ons to helpen. In
't gesprek blijkt, dat we Hollanders zijn.Nu is
ze in de wolken van blijdschap: -Die goede
Hollanders, die zooveel voor de kinderen
van haar volk haddon gedaan, die zoo goed
zorgden voor haar nichtje, dat juist in Ne
derland was! ie moot wat yoor ons doen!
Ze zal ons in ons leerem van haar taal hel
pen. In haar gebroken Duitsch beduidt ze
ons na te zeggen, wat zij vóór zegt. Endaar
ratelt ze tenminste in onze oorenl een
langen Hongaarschen zin af. Of we 'tmaar
na wildon zéggen? Zeer voorzichtig een
zoo ijverige onderwijzeres behandelen we
miet leerlingen-beschroomdheid brengen
we haar aan 't verstand, dat dlit ons toch 'te
machtig is, dat wo van haar moeilijke taal
nog maar eert dertig woorden kennen.
„Moeilijk haar taal?" wel neen), maar
dan zal ze ons -toch enkele woordjes lee-
reni. Als wij maar schrijven willen, zij zal
dieteereri. Ook dat gaat natuurlijk niet:
heele woordén tegelijk. Enfin, dan zal ze
ze zelf opschrijvent En zoo staan in m'n
aanteekeojboekje nog een heele reeks door
haar geschreven woorden. We kregen den
indruk, dat ze waarschijnlijk een heel lie
ve fnoeder voor haar kinderen was, maar
niet do meest, geschikte om ze over moei
lijkheden heen te helpeii.
Op deze terugreis hadden tve oen) pret-
tigen reisgenoot in dien1 heer Karl Alther,
één van de beide al genoemde Zwitscrsche
dominees. Bakó Lósló was al eender afge
reisd. Maar met hem praatten we in den
trein toch weinig, omdat hij dc voor
hem minder interessante reis veelal be
kortte door een den voorafgaanden nacht
verzuimd offer aan Morpheus te brengen.
Iet-s waarop deze god 't volste recht had,
daar Bakó hem door overgrooto drukte
dien tijd zeer slecht diende.
De. Alther was met zijn collega in Hon
garije terwille van de Hongaarsche kinde-
ren, die oo-k in zijn land in grooten. ge
tale een liefderijk tehuis vondeni. Maar hij
was niet erg tevree: niet over vele Hon
gaarsche ouders, die meermalen zelf best
•in staat waren hun kinderen van 't noodn-
ge te voorzien, doch een reisje naar 't bui
tenland voor hun kroost interssanter en
voor zichzelf voord-eeliger vonden'. En
evenmin over vele Zwitsers, die ni-et. an
ders d'an 't nog tamelijk sterke kind, dat
ze al éénmaal gehad hadcHem en dus ken-
Vten, wilden hebben, maar beslist weiger
den een van ondervoeding bijna sterven/rl
„vreemd" kind op te nemen. Want dat is 't
treurige in dit geval: d(ö aldus onmoedig
bevoorechten maken, dat andere kleinen,
voor wien een verblijf in een a ruder land
levensvoorwaarde moet genoemd worden,
op dez'o wijze geen plaats kunnen- vinden.
Deze predikanten' waren nu in Hongarije
om aan die-zen misstand zoo mogelijk
een eind-c te maken.
Zoo koutenid waren wo .in Stuhlwciszen-
burg aangekomen, waar we evenals op de
heenreis weer een klein half uur moesten,
wachten.
Op de uitreis 'hadden we er eee.r lekkere
melk gekocht een „tractatie" in dit land.
waar de melk blijkbaar erg schaarsch was
(wij hebben ze maar tweemaal geproefd)
Dus nu zouden wo er weer wal. voor
veel kronen, maar t-och 'altijd voor weinig
geld koopten. We zouden na 't avondeten in
Budapest aankomen en mioesten dus voor
ons zelf zorgen. Eerst wat brood, en toen
zag ik een kar met worst. Na me eerst ge
prepareerd te hebben zei ik tot die koop
vrouw „negy" en stak mezelf niet al te
best vertrouwend vier vingera op. Ze
begreep me. maar gaf me in plaats van
(vier stuk, vier paar. Ook niet e.rg: ze zou
den hun weg wel vinden. Di-en. vonden ze
ook! In de coupé terug, begin ik >er spoe
dig aan. Ik beet en zette niet zoo'n
gezicht, als -ik moet getrokken hebben, toen
ik als jongen mijn tandem i.n eeni tomaat
(zelle, meenertrt, dait 't een lekkere appel
was! Maar die ééne, die ik weet niet waar-
moe toebereid was, moest naar (binnen. En
ging er in. Toen' had ik genoeg. M'n drie
medereizigers warerl echter zeer onharte
lijk. Afgeschrikt door mijn „bah!", „brrri"
e.d. bedankten zij voor hun gul aangebo
den doel: Dus vonden de zeven overige hun
weg naar een bank in de de-rdo-klasse-Wa-
gon. Gedwongen mildheid'I
Een van de vele avontuurtjes, waar on
bekendheid ons in bracht. 'sAvomdis bij de
aankomst, in Budapest beleefulen we e-r
weer één. Met behulp van de ons gegeven
aanduidingen, meenden we den weg vanaf
't station wel f© kunnen vinden. We wa
ren toch al één dag in die wereldstad ge
weest! De tram, waarmee wo moesten,
kwam niet vlug genoeg. Dan maar vast
opgcloopem naar de halte, waar wo toch
moesten overstappen. We loopen flink
door. maar na een kwartiertje zagen wo
die halte nog niet. Dan ons met behulp
van de kaart even) o-riëntoeren. Jawel, door
'1 donker is geem straatnaam te lezen. Dan
maar gevraagd. Telkens geen antwoord.
De gewone Hongaar kent zeer zelden
Duitsch. Eindelijk iemand, die on-s helpen
kan. Lijn 11 zou ons vanuit het N. W. der
stad naar hot midden) brengen. Wat ze»
zonder verder ongeval ook deed.
A. SCH.