r Medezeggenschap van aniblenarcn- organisaties. Do centrale commissie voor georgani seerd overleg in ambtenarenzaken heeft aan de hecren Prof. Mr. Diepenhorst. Prof. Mr. Kranenburg, Mr. Mondeis, Prof. Mr. J. Oppeniheim en Prof. Mr. Struyckeh ge vraagd, hun oordcel kenbaar te (maken over de vraag inzake de medezeggenschap van amblenarenorganisalie over de arbeid's voorwaarden der ambtenaren, de salarisre geling'daarbij inbegrepen. Aan de antwoorden nu wordt ontleend: Prof. Mr. P. A. Diepenhorst te Amster dam, schreef: Naar mijn oordeel zal bet overleg met ambtenaren sleehls een advise erend karak ter mogen dragon. Dat karakter wordt be paald door den aard van den overheids dienst. De publieke di'en-st draagt een ge heel bijzonder karakter. Het gozagselernent van de overheid zal zich 'hier bij alle ver houdingen moeten doen; gelden. Gaf de overheid toe aan eischen, die zij zelf niet kan billijken, dan zou zij daarmede haar bestaansrecht omboeten. Werd andere op vatting gehuldigd, dan zou ook het stakings recht van het overheidspersoneel moeten worden! erkend en de gronden waarop o.m. door KuLeman im zijn „Der Gewerbèchafls- gedianke in der Beamtenbewegiïng*dit recht is geloochend, lijken' mij steekhou dend. Niemand heeft het recht om over een tegenover het Overheidsgezag irugestelden ■eisch zelf te beslissen, maar moet de uit spraak van bevoegde {gezagsorganen als bindend erkennen. Prof. M-r. Kranenburg komt na eerie uit voerige uiteenzetting van zijn oordeel tot dn conclusie, dat medezeggenschap van ambtenarenorgamisaties over de arbeids- woorwaarden, de salarisregeling daarbij gegrepen, tn dien vorm van onderhandeling t-usschen vertegenwoordigers der Regee ring eenicrzdjils en die der organisaties an derzijds naar geldend Nederlandsch Staats recht mogelijk is. Do medezeggenschap zal z.i. zich niet kunnen uitstrekken tot de technische leiding van een dienst, snaar «al dat wel'kunnen betreffende algemeene re geling der arbeidsvoorwaarden, de regeling der salarieering daaronder begrepen. Deze regeling vindt haar grenzen in het budget recht der vertegenwoordigende organen. Binnen diie grenlzert ziet Prof. Kranenburg in de beginselen van oms staats- en admi nistratief recht zoo zich dat heeft ont wikkeld, geen belemmering voor een me- Üezeggingschap als door hem aangegeven. De heer Mr. Men/dels schrijft, dat de term ..medezeggenschap" niet tot misver* stand moet leiden. Als een positieve bepa ling van ons geldend staatsrecht regeling of vaststelling van bezoldiging of andere arbeidsvoorwaarden aan Rogeering, Pro vinciaal of Gemeentebestuur opdraagt, dan blijft die regelende bevoegdheid enl de po litieke verantwoordelijkheid! geheel on aangetast, ook al overlegt eni onderhandelt die overheid met een aimbtenaren-organi- safiie, en al leidt dit overleg tot overeerl- stemmiing. Wammeer dus in de commissie van het georganiseerd overleg de verte- genjwooirdigers der Regeering gemachtigd zijn, binnen te vopengestelde grenzen, tot overeenstemming te geraken met d:o verte genwoordigers der ambtenarenl-vereeni- ging en de regeering op grond van en' con form aan het, resultaat van dat overleg, de regeling der arbeidsvoorwaarden vast stelt, dlan zie ik daarin geen strijd met geest jof voorschrift van ons geldend staatsrecht. Staatsraad Prof. Mr. J. Oppeniheim schrijft „Medezeggenschap der ambtenaren! bij de vaststelling, door hét bevoegd openbaar gezag vajn hunne arbeidsvoorwaarden, of bij de regeling hunner salarissen, is. naar mijn meening, naar Nederlandsch Staats recht niet toelaatbaar. Met de betrekkig tot de vaststelling der arbeidsvoorwaarden), kan voor de verdedi ging mijner meeding niet een beroep wor den gedaan op stellige bepalingen van de grondwet of andere wet, maar vindt haren steun in den geest van het Nederlandsch Staatsrecht, naar hetwelk de volle, onge- deélde verantwoordelijkheid voor de be sluiten die eenlg orgaan van het publiek gezag neemt, berust bij en) drukt op dit or gaan en dat medewerking van, of geheele of gedeeltelijke afwenteling op personen of organisaties staande buiten het open baar gezag, niet kent en men mag zeggen niet duldt. Ik acht dus „medezeggenschap" niet toe laatbaar. Iets anders is het inwinnen door het orgaan tot de vaststelling van ar beidsvoorwaarden of salarissen, bevoegd van advies van- of het plegen daarover van overleg met de ambtenaren-organisaties. Het eeni en ander staat liet bevoegd open baar gezag vrij. Staatsraad Prof. M. Struycken schrijft: In antwoord op uw schrijven van 5 Ju li 1.1. No. 535 betreffende „Georganiseerd1 Overleg" heb ik de eer u mede te doelen, dat naar mijne meening do med'ezeggenl- schap van ambtcnarenorganisalies over de arbeidsvoorwaarden der ambtenaren, de salarisregeling daarbij inbegrepen, naar het geldend Nederlandsehe Staatsrecht zich niet verder kan uitstrekken dan tot het geven van adviezen asm de bevoegde auto riteiten. UIT HET LAND" VAN DËN M IJN. Do Rijnland-correspondent van do N. R. Crt. geeft een interessante beschrijving over de berei ding van den wijn in de grootste keklerij van Neustadt. „Op het breede voorplein, zoo vertelt, hij, staan de tallo026 ovale vaten met gekneusde druiven, oen mengsel, dat er heel niet smakelijk uitziet. Ben geel-groezolig, drabbig geheel weer men nau welijks druiven in herkennen kan, een onsmakelijk uitziende massa, waarboven begoerige wespen zweven. Altoos door rijden do wagens aan met nieuwe .ladingen. Do inhoud wordt, met houten schoppen bruut eruit gehaald, neergeploft in de vaten. In de persafdeeling staan lange rijen hydrau lische machines, die bij elkaar zoo'n 30.000 liter druivensap per dag verwerken. Van aio zijden ruischt, stroomt bet druiven* sap uit de persen in vaten. Onmerkbaar oefenen de reusachtige persen hun 6tagen, geweldigen druk uit, men ziet alleen anaar liet geregeld ral len uit de tallooze botten, op menschenruggon aangedragen, leeggegoten in de groote oppervlak te. Met electriscbe pompen wordt het druivensap naar de kelders getransporteerd. Overal liggen slangen, alsof de brandweer aan den gang is. Lange buizen komen van buiten van do spoor wegwagons, spuiten hun inhoud leeg in de slan gen, die hier op den steenen bodem dwarrelen. Het lijkt een chaos, een rommel, als bij elk antiek stadsbrandje. Maar ik vergis me. Allee wordt zorgvuldig genoteerd. Elke lading wordt afzonderlijk bewerkt en de opbrengst genoteerd, weer geleid in bepaalde vaten beneden. Daar in den gistkelder laait mo de sterko kool- zuurlucht tegen. Men wendt onwillekeurig het hoofd af, maar kan niet ontsnappen aan do dam pen die uit den kelder opstijgen. Is men er een maal in, dan ruikt men het niet meer. Lange rijen reusachtige okshoofden liggen in de uitgestrekte gewelven, waar hier en daar een kachel gestookt wordt om dc gisting te bevorderen. Hst borrelt en rommelt in die vaten, bet klokt en kookt. De witte, porseleinen stop pen op de spongaten bewegen zich, laten het koolzuur ontsnappen, vallen neer om het door dringen van de lucht te verhinderen. De don kere slangen liggen boven de vaten en nieuwe va ten werden gevuld met druivensap, dat boven uitgeperst is. Ik ga verder. Nieuwe, uitgestrekte gewelven volgen, met niets dan hooge vaten, die, in te- .gen&telling met den gistkelder, zwijgen. Het is haast al te stil in die kelder met de groote, zwijgende vaten. De rumoerige jeugdperiode van den jongen wijn is hier gedaan. Do woelige gistperiode is voorbij, waarbij de most tot 28 gr. Celsius aan warmte produceert. De in het druivensap zich bevindende gist ver andert tijdens die woelige periode de suiker- deolen in alkohol en koolzuur, in glycerine, barnsteinzuur en in „bouquetstoffen,,. Is allo suiker door het gisten vergaan, dan is het eerste proces klaar. De vaten worden gevuld tot het spongat en blijven rusten tot Januari, Februari of tot Maart. En nu komt het vervolg van hot gistproces. Allerlei stoffen, die onoplosbaar zijn, scheiden zich af, vormen een rail bezinksel in het. vat. De wijn zuivert zichzelf, laat, al wat schadelijk zijn kan, bezinken. Het heldere deel van den wijn krijgt nieuwe huisvesting. Naar vaten, waarin zwavel gebrand is, verhuisd het wijnsap, blijft er weder een paar maanden liggen, om dan in andere vaten overgo* tapt to worden, ook weer door zwaveldampen voorbereid. Het daardoor ontstane zwavelzuur-oxyde des- infekteert allereerst de wanden van het vat, doodt de schadelijke bacteriën, die zich nog in den wijn bevinden, en bevorderd dc ontwik- kling van den wijn. Als de herfstzon weer de rol van „druiven- kok" vervult, volgt d© derde "en laatste verlnii-» zing, met steeds minder wordend zwavolgcbruik. Nu blijft- de wijn liegen, tot zij „flassenrcif" is. Om dit te kunnen constateeren wordt 'n fk gevuld, herhaaldelijk geschud en in een warme kamer geplaatst. Blijft hij nu helder, dan is l et laatste stadium bereikt, kan in flessclien afge tapt worden i>m binnen de glazen wanden „bou- guet" te krijgen. Een vernufig apparaat vult de flessclien en is zoo eenvoudig, dat het werk door jongens gedaan kan worden. Met twee glazen buisjes worden twee flessclien gevuld en zoodanig, dat. ze, zonder bla zen te vormen, geregeld do flessc-hen rallen. Heft n.en het buisje op, dan valt er geen droppel op do grond. Naastaan zit een andere jongen, die de flos- schen kurkt, die; in wagens naar boven gebracht, automatisch van etiketten en capsules voorzien worden. Denk verder aan de groote machines, waarin do gebruikte flesschen eerst in lauw, dan in heet sodawater gespoeld worden, nagespoeld in heet en koud water, om dan nog eens tegen den licht glans van lectrische lampjes nagekeken tö wor den en men kijgt zoo ongeveer oen beeld van deze reusachtige wijnfabriek. Men wandlt door de gewelven, regelmatig ver deeld door de precies gerangschikte okshoofden. Ir. enkele gewelven monstervaten van 73,000 li ter, zelfs een van 44.000 L. Aan allo zijden keldergangen, ovale gewelven met vaten van all-af ei elag. Het verwondert me niet te hooren, dat in do kelders van de firma Hoch circa 2i millioen liter wijn opgeslagen ie en. alleen hier 420.00Q flesschen liggen. Er wordt in den Palts in het, seizoen dagelijks voor 17—20 millioen aan wijn gekocht en che misch onderzoek kan niet over do kwaliteit be slissen. Dat lean sjleen het moge in onzen wetenschappelijken tijd vreemd klinken, de tong van den wijnkenner. Ik had n.l. reeds vroeger in het Rijnland ge hoord, dat zulke wijnproevers van professie zich daarin moesten trainen. Bijv. niet rooken, geon gekruide spijzen eten, geen alcohol drinken. M'n deskundige zegsman verklaarde dat alles voor larie. Dit onderscheiden van den wijnsmaak ligt ie mand in het bloed; men kent het of men, kent hot niet. Het is moeilijk, heel moeilijk, want niet de eigen smaak geldt, doch de smaak van het publiek. Gemengd Nieuws Te Vrooins'hoop ie Maandag de landbouwer T. bij het op hol slaan van zijn paarden tusschen de wagen en een 'boom dood gedrukt. Zoowel de 70-jarige hnis- 'houdster als de 74-jarige H. Ruiter verklaarden volgens het „N. v. d. D." goed gezien te 'hebben, dat de inbreker bij don inbraak te Heeronv-een „dingen" om zijn handen had. Deze zijn 'thans gevonden: hét zijn stukken oude dweil, waaraan batndjes yoor het vasthouden om don pols. Deze stukken dweil zijn microscopisch onderzocht en daarin zijn stukjes glas 'gevonden. Ofschoon maréchaussee;.' en politie druk in de weer zijn don dader op te sporen, is hij nog niiet gevonden. De toestand van de beide oudjes is goed'; de ernstige hoofdwonden staan volgens don ge neesheer best. Winder mag 'het heelen-, dat beiden niet onder de slagen met die hoekige zware 6taaf bezweken zijn- De dader was vol gens beider getuigenis 'n man tusschen de 30 en 40 jaar en, bijzonder ving in zijn bewegingen. De controle op de Hol- landers, die naar Aken snoepreisjes gaan maken, is zter verscherpt. De oon duo tours van de trams, die de Hollanders goed mogen lijden, daar ze dikke fooien krijgen waarschuwen de reizigers als in Aken de passen worden, nage keken. Zóó gebeurde (het, dat een paar halten vóór Aken, de Hollanders, die geen pas hadden uitstapten en -te voet naar Aken gingen. Doch aan de Ponühor werden zij gecontroleerd. De boeten beliepen voor elk vele honderden ma.r- kcn. En wie geen marken had, kon met Hol- landsch geld betalen, want de mecsten zetten hun Hol'landsche geld in Aken om; in het wa renhuis Tietz bijv. heeft een der grootste ban ken een filiaal geopend. Daar krijgt men meer marken voor een gulden dan in Holland. Naar het Haarl. Dagblad meldt, is de beer P Kuyper, vroeger architect te Heemstede, die Maandagavond mot zijn auto van Haarlem naar Blauwcapelle gang, nahij Utrecht met zijn auto tegen een boom gereden. Do heer Kuyper viel uit de auto, geraakte in een sloot en is in de modder gestikt. Te Bussuin is een 17-jarige jongen met een bedrag van JO.OOO, hetwelk zijn vader van anderen onder zijn berusting had, gevlucht. Een Oostenrijker, die" lange jaren in een Limbuigsrïhe mijn had gewerkt, kreeg een ongeluk en ontving een ui'tkcoring van ƒ2.40 per dag van de Rijksverzekerings bank. De man is echter sinds langen tijd naar Oostenrijk vertrokken. Hij krijgt nu per maand door tussdhenkomst van een vriend, het geld in kronen gestuurd. In een jaar .tijde is de mijnwerker millionair. Een Ooslenrijksch mijnwerker te Schaes- berg wonende, had aldaar een hui je bespaard. Onlangs verkocht brij het huiske, met meu belen. de „Bergmanskoe" en wat andere spul len. Voor de 5500 a 6000 gulden kocht hij kronen en in Oostenrijk kocht hij een kasteel. De k ast celheer-mi 1 li onair bebouwt nu den grond en verdient goed zijn brood. De landbouwer C. V. te Stel- londam had het ongeluk, terwijl hij zijn 2/2- jarig zoontje eenige medicijn wilde ingeven, een verkeerd 'fleschje te grijpen, doordat 'de schemering was ingetreden. Meenendc de goede medicijn te hebben, gaf hij den kleine een eet lepel lysol in. De arme kleine begon direct, vree- sclojk te gillen en er moest onmiddellijk genees kundige hulp werden ingeroepen. Hoewel hel ergste gevreesd werd, leefde gisteren het ventje nog, doch zijn toestand is hoogst bedenkelijk. Men meldt aan de P r o v. Cron. Crt., dal in Groningen op verschillende plaatsen, in de omgeving van Baflo, door ge- bruifftnaking van wichelroeden water' in den bodem is gevonden. Men vond het soms in zulk een groote hoeveelheid, dat "een landbouwer uit riep, dat watersnood' niel meer bestaat. Een 2-j a t i g kind geraakte in de Galgesioot te Naarden. Dc moeder sprong hot pardoes na en een buurman, die het gevaar zag, sprong eveneens te water om moeder en kind te. redden. Zijn vrouw, 'die hem in het modderige waiter zag verdwijnen, sprong bom na. En zoo verkeerden er vier personen in levensgevaar. Eenige werklieden van de steen fabriek hebben allen mei een roeiboot gered. RECHTZAKEN. KANTONGERECHT TE LEIDEN. Zitting van 17 October. Op de rol slaan 153 zaken, waarvan 140 openbaar. H. O. S., slager te Leiden, niet verschenen, is ten laste gelegd, dat hij in zijn pakhuis vleesch voorhanden heeft gehad' niet voorzien van het vereis ebt e goedkeuringsstempel en een ham, die tot bederf vras evergr/aan. Als getuige wordt gehoord keurmeester Lamme. Eisch 10 6ubs. 5 dagen hechtenis. M. v. d. G., sigarenwinkelier te R ij n s b u r g is jen laste gelegd, dat hij zijn wankel na be paalden winkelsluitingstijd v-óor het publiek open heeft gehad. Eisch 4 subs. 4 dagen hechtenis.. Opnieuw wordt behandeld de zaak tegen L. v. d. B., poelier te N o o r d w ijk e rh o u t. die terecht heeft gestaan terzake hij, hein toe- behoorende varkens heeft laten losioopen. op aardappelland van van S. Een nieuwe getuige in deze zaak wordt gehoord, die bevestigt, dat bekl. de varkens in zijn hok heeft gedaan. Eisch 10 subs. 10 dagen hechtenis. D. "W. N., kapper en winkelier te Rijns- b ri r ,g, is ten laste gelegd, dat hij zijn winkel na sluitingstijd voor het publiek heeft open gehad. Eisch 5 of 5 dagen hechtenis. Voor de tweede maal wordt behandeld de zaak tegen A. 0., voerman ,te Voorschoten, wien is Jen laste gelegd, dot hij alcoholhoudenden anderen dan sterken drank heeft getapt in huis, terwijl hij slechts verlof had om builen to tappen. Bevestigd wordt dat de verbalisant, die het 'bier besteld had, naar binnen is gedrongen en liet bier daar heeft uitgedronken. De ambt. meent echter, dat bekl. schuldig is en eischt 10 subs. 10 dagen hechtenis. Mej. J. H. wed. C. 0., houdster van een kap perswinkel le Rijns burg, is ten laste gelegd, dat zij haar winkel na winkeJsluitiugs- tijd heeft open gehad. Eisch 5 subs. 5 dagen hechtenis. N. A., te Katwijk, is ten laste gelegd dat hij een voor 't publiek gevaarlijken hond heeft laten losloopcn, waardoor deze C. den D. dn zijn jas heeft gebeten en beschadigd. C. den D. heeft een schade verg oedingseisoh gesteld van 30.—. Eisch 10 subs. 10 dagen. Opnieuw wordt behandeld do zaak' tegen mr, J. W. Fr., te Arnhem.*wien ten loste gelegd" was, dat hij in hel afgebakende gedeelte op het strand te N o o r d w ij k was gaan baden, zen der van een badkoetsje gebruik te maken. Als getuige wordt gehoord burgemeester van Panhuys, die de beslaande verordening toe licht. De Ambt. van het O. M eischt 1 sub6. 1 dag hechtenis. De heer Fr. dicht zijn standpunt nader toe, en legt uit waaTom hij op grond van ar'. 194 uitstel van deze zaak had mogelijk geacht. Be klaagde was i'i het buitenland, toen hij gedag vaard werd. Wat het ten laste gelegde betreft, zegt bekl., dat de dagvaarding tamelijk obscuur is, daar do desbetreffende verordening niet duidelijk is. Hij zou volgons de dagvaarding op het strand in zee gebaad hebben. Maar 'bovendien, ze»gt beklaagde, na een definide gegeven te hebben van het begrip „bad", heeft dc gemeente niets te zeggen over de ze*. Vervolgens voert belel. aan, dal de kantonrechter moet uitmaken of de plaats, waar 'hij gebaad heeft al of niet valt onder de verordening. Zulks i6 in de dagvaar ding niet omschreven. Verder zegt hij, dat hij zich thuis (in zijn vi'lla) had verkleed, en dat hij hier dus zijn „badkoets" had. Wat betreft de openbare ordeverstoring merkt hij op, dat het in Noordwijk een publiek geheim is. dat deze ver ordening is gemaakt in het belang van Mij. Noord-zeebad. De burgemeester van Noord^wjjk merkt op, dot beklaagde 'toch wel, ondanks zijn scherpzin nigheden, tegen bete? weten in spreekt, en dat het toch noodzakelijk is, dat men eenige orde sohept aan de 'hand1 van voste regelen, want niet alle personen bevinden zich in dezelfde conditio aJs beid. I. Z., varkens&lager te Leiden, staat te recht terzake hij in zijn onderneming een 5 P.K. motor heeft gebruikt terwijl hij slechts voor een 2 P.K. vergunning had, zoodat zulks gevaar opleverde. Eisch 10 subs. 5 digen hechtenis. W. do J.. vTikelier, te Leiden, staat te recht, terzake hij in zijn perceel bieT heeft ver kocht zonder verlof te hebben om het daar to laten drinken. Eisch 10 boete subs. 10 dagen hechtenis. A. N. B, caféhouder le Leiden, is ten las te gelegd, dat hij zijn café na sluitingstijd heeft open gehad voor publiek. Eisch 3 boete sub". 1 dag hechtenis. A. J. L., naaister te Leiden, is ten laste gelegd, dat zij eenige meisjes in dienst heeft ge had, zonder daarvoor een arbeidslijst te hebben gehad. Eisch 8 geldboeten van 1 subs. 1 dag voor elke boete. H. E. D., rijwielhandelaar te Leiden, is gedagvaard terzake hij een jongen arbeid heeft laten verrichten -na gestelden tijd. Eisch 5 subs. 5 dagen hechtenis. F. H. v. d. H.. directeur eener bakkerij te Leiden, is gedagvaard terzake overtreding der Arbeidswet, tweemaal begaan. Eisch 5 geldboeten van 5 sube. 2 dagen voor elke boete. G. E.. fabrikant te Leiden, is eenzelfde overtreding ten laste gelegd. Eisch 3 geldboeten van 5 subs. 2 dagen hechtenis voor elke boete. G. J. R., bedrijfsleider der N. V. Vroom en Dreesman te Lei d e n, staat voor een zelfde overtreding terecht. Bekl. weet er niets van; hij was met va can tie. Eisch 19 geldboeten van 2 subs. 1 dag hechtenis voor elke boete. P. J. D., hoofd1 eener waschinriohting te Leiden, is eveneens arbeidsoverU'eding ten 'laste gelegd. Ei ch 6 hopte subs. 3 dagen hechtenis. P. V., aannemer te N o o r d w ij k aan Z e e is ten laste gelegd, dat hij een aantal ©tu- cadoors heeft laten werken, zonder dat hij daarvoor een arbeidslijst had. Uit het getuigen verhoor blijkt, dat niet V., doch de onderaanne mer de verantwoordelijke persoon is, daar deze zijn eigen werklieden heeft. De Ambt. van het O. M. meent, dat V. wel degelijk aansprakelijk as en eischt 9 geldboeten van 1, subs. 1 dag voor elke boete. Joh. C. v. d. N., landbouwer te Va Ik en- fa u r g, staat terecht terzake dronkenschap A!a gemachtigde voor bekl. wilde optreden de heer Bakker, zaakwaarnemer, hetgeen dcor den kan tonrechter geweigerd wordt, op grond dat bij geen advocaat is en bekl. zelf aanwezig is. Bekl. ontkent. Wel heeft hij sterken drank gedron ken. Hij had sterken drank bij zich en een doos gebakjes voor zijn schoondochter, die bevallen was. De kantonrechter merkt op, dat da infor maties over bekl. ongunstig luiden. De zaak wordt hierna aangehouden om den verbalisant te hooren. Uitspraak in al deze zaken over 14 dagen. Hongarije na den oorlog. 'Misschien was dit leed, daarom wat groo- ter dan akiders, omdat we in de familie Bi- beraue-r van Balaton met zijn hartelijke be woners en zijn heerlijke genietingen) af scheid namen. Want we gingien nu weer te rug naar Budapest, onze tijdelijke woon- flpdaats en als zoodanig onze „operatie-ba- eis". We waren langzamerhand) tamelijk ver 't „binnenland'" ingedrongen), eni ons Wachtte dus een' vrij-lange reis. 't Reizen in hot (buitenland is echter lang niet zoo vervelend als in t eigienj land', waar men in der( regel door bekende streken trekt en met passagiers reist, die je verveling niet verdrijven, doordat zo zwijgen of die je nog meer vervelen), doordat ze almiaar pra ten. Maar hier was alltijd afleidiing. Een deel van do reis gebruiken we om onze over stelpend vele indrukken; te verwerken, door er met elkaar (in 't Hollandseh na tuurlijk, dan verstond niemand ons en konden we d'esnondS over een: buurman zulke opmerkingen imaken. als men zich anders alleen over eert afwezige veroor looft!) over te spreken en ze dén in een „reisjournaal"" vast te leggen. Ondertus- fcheni en daarna wordt onze aandacht tel kens getrokken door het bekoorlijke land schap. Tusscheri uitgestrekte velden met zwaarbeladen, gnootendoels al op hok staand koren (de korenoogst Was dit jaar gelukkig ook in Hongarije goed en is daar door do warmte vroeger dan bij ons) lig gen boerendorpjes: aMo hulzen wit en: om ringd door den nati on alen boom van Ilon- den acacia. En is ons oog *oor o ogenblik verzadigd door 't zien van d'it eni ander schoon, dan geven geven we moncl enI oor een beurt. Wc beginnen) een gesprek met een medereiziger of in den( regel be gint hij. Want de Hongaar praat graag, ailthanis mict een vreemdeling. Dc eerste vraag is gewoonlijk naar uw nationaliteit. Hij heeft dan al wel gehoord, dat ge een Germaansche taal spreekt. Maar vermoedt nooit dat ge Hollander zijl: een Duitsch dialect, Zweedsch eni andere benamingen meerit hij aan uw taal te moeten geven. Go helpt hem uit den droom en dan eerst wordt 't gesprek geanimeerd'. Over en weer breken de vragen d'e antwoorden) af: het antwoord op een; vorige vraag is nog niet geheel gegeven' of een nieuwe wordt al weer geuit. Vooral naar onze Koningin wordt niet zeidien geïnformeerd. Onze in lichtingen! over haar kunnien gunstiger zijn, dan die, welke wij over -ex-koning Karei ontvangen. Maar misschien zijn deze weinig vleiend voor deri balling In Zwit serland en nog minder voor zijn wouw! niet geheel objectief: zooals to begrijpen is houdt een. Hongaar niet. zooveel van den vreemden. Habsburger als wtij van onze eigen Qranje-vorstin. ■Leuke ontmoetingen konden1 we zoo soms hebben. We zatten een keer in den] trein en. oefenden ons vlijtig in hot lee ren van het Hongaarsch. Een vriendelijke dame hoort. dit. en begint, ons to helpen. In 't gesprek blijkt, dat we Hollanders zijn.Nu is ze in de wolken van blijdschap: -Die goede Hollanders, die zooveel voor de kinderen van haar volk haddon gedaan, die zoo goed zorgden voor haar nichtje, dat juist in Ne derland was! ie moot wat yoor ons doen! Ze zal ons in ons leerem van haar taal hel pen. In haar gebroken Duitsch beduidt ze ons na te zeggen, wat zij vóór zegt. Endaar ratelt ze tenminste in onze oorenl een langen Hongaarschen zin af. Of we 'tmaar na wildon zéggen? Zeer voorzichtig een zoo ijverige onderwijzeres behandelen we miet leerlingen-beschroomdheid brengen we haar aan 't verstand, dat dlit ons toch 'te machtig is, dat wo van haar moeilijke taal nog maar eert dertig woorden kennen. „Moeilijk haar taal?" wel neen), maar dan zal ze ons -toch enkele woordjes lee- reni. Als wij maar schrijven willen, zij zal dieteereri. Ook dat gaat natuurlijk niet: heele woordén tegelijk. Enfin, dan zal ze ze zelf opschrijvent En zoo staan in m'n aanteekeojboekje nog een heele reeks door haar geschreven woorden. We kregen den indruk, dat ze waarschijnlijk een heel lie ve fnoeder voor haar kinderen was, maar niet do meest, geschikte om ze over moei lijkheden heen te helpeii. Op deze terugreis hadden tve oen) pret- tigen reisgenoot in dien1 heer Karl Alther, één van de beide al genoemde Zwitscrsche dominees. Bakó Lósló was al eender afge reisd. Maar met hem praatten we in den trein toch weinig, omdat hij dc voor hem minder interessante reis veelal be kortte door een den voorafgaanden nacht verzuimd offer aan Morpheus te brengen. Iet-s waarop deze god 't volste recht had, daar Bakó hem door overgrooto drukte dien tijd zeer slecht diende. De. Alther was met zijn collega in Hon garije terwille van de Hongaarsche kinde- ren, die oo-k in zijn land in grooten. ge tale een liefderijk tehuis vondeni. Maar hij was niet erg tevree: niet over vele Hon gaarsche ouders, die meermalen zelf best •in staat waren hun kinderen van 't noodn- ge te voorzien, doch een reisje naar 't bui tenland voor hun kroost interssanter en voor zichzelf voord-eeliger vonden'. En evenmin over vele Zwitsers, die ni-et. an ders d'an 't nog tamelijk sterke kind, dat ze al éénmaal gehad hadcHem en dus ken- Vten, wilden hebben, maar beslist weiger den een van ondervoeding bijna sterven/rl „vreemd" kind op te nemen. Want dat is 't treurige in dit geval: d(ö aldus onmoedig bevoorechten maken, dat andere kleinen, voor wien een verblijf in een a ruder land levensvoorwaarde moet genoemd worden, op dez'o wijze geen plaats kunnen- vinden. Deze predikanten' waren nu in Hongarije om aan die-zen misstand zoo mogelijk een eind-c te maken. Zoo koutenid waren wo .in Stuhlwciszen- burg aangekomen, waar we evenals op de heenreis weer een klein half uur moesten, wachten. Op de uitreis 'hadden we er eee.r lekkere melk gekocht een „tractatie" in dit land. waar de melk blijkbaar erg schaarsch was (wij hebben ze maar tweemaal geproefd) Dus nu zouden wo er weer wal. voor veel kronen, maar t-och 'altijd voor weinig geld koopten. We zouden na 't avondeten in Budapest aankomen en mioesten dus voor ons zelf zorgen. Eerst wat brood, en toen zag ik een kar met worst. Na me eerst ge prepareerd te hebben zei ik tot die koop vrouw „negy" en stak mezelf niet al te best vertrouwend vier vingera op. Ze begreep me. maar gaf me in plaats van (vier stuk, vier paar. Ook niet e.rg: ze zou den hun weg wel vinden. Di-en. vonden ze ook! In de coupé terug, begin ik >er spoe dig aan. Ik beet en zette niet zoo'n gezicht, als -ik moet getrokken hebben, toen ik als jongen mijn tandem i.n eeni tomaat (zelle, meenertrt, dait 't een lekkere appel was! Maar die ééne, die ik weet niet waar- moe toebereid was, moest naar (binnen. En ging er in. Toen' had ik genoeg. M'n drie medereizigers warerl echter zeer onharte lijk. Afgeschrikt door mijn „bah!", „brrri" e.d. bedankten zij voor hun gul aangebo den doel: Dus vonden de zeven overige hun weg naar een bank in de de-rdo-klasse-Wa- gon. Gedwongen mildheid'I Een van de vele avontuurtjes, waar on bekendheid ons in bracht. 'sAvomdis bij de aankomst, in Budapest beleefulen we e-r weer één. Met behulp van de ons gegeven aanduidingen, meenden we den weg vanaf 't station wel f© kunnen vinden. We wa ren toch al één dag in die wereldstad ge weest! De tram, waarmee wo moesten, kwam niet vlug genoeg. Dan maar vast opgcloopem naar de halte, waar wo toch moesten overstappen. We loopen flink door. maar na een kwartiertje zagen wo die halte nog niet. Dan ons met behulp van de kaart even) o-riëntoeren. Jawel, door '1 donker is geem straatnaam te lezen. Dan maar gevraagd. Telkens geen antwoord. De gewone Hongaar kent zeer zelden Duitsch. Eindelijk iemand, die on-s helpen kan. Lijn 11 zou ons vanuit het N. W. der stad naar hot midden) brengen. Wat ze» zonder verder ongeval ook deed. A. SCH.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 6