11. WAALS, KilLsM 114. Aan het einde der week. Een week van spanning ligt weer ach ter ons. Do O pp o r-S ilezische kwestie is nu eindelijktot een oplossing gekomen althans in zooverre dat de Raad van den Volkenbond een beslissing heeft genomen, bij wolko beslissing de geallieerden reeds bij voorbaat beloofd hadden zich te zullen neerleggen In Duilsc-hland heerschtc aanvankelijk groole ontstemming toen) beken* 1 werd, Idat het veelbesproken industriegebied dan toch verdeeld zou worden, maar de op winding is nu weer wat gekalmeerd en van een Kabinetscrisis schijnt al geen sprake meer te zijn. Daaruit mag Worden afgeleid dat) de beslissing voor Duitschland niet izoo on- voordeelig is, dan 't aanvankelijk wel schceni In elk geval moet het aanblijven van dc regeering als een gunstig teeken worden beschouwd. Een Kabinetscrisis zou in dc tegen woordige omstandigheden ook al zeer onge- Wenscht zijn geweest. Over de Ie r s c h e kwestie wordt nog voortdurend geconfereerd, maar tot een oplossing heeft men het nog niet kun nen brengen en naar het schijnt'is daar op voorloopig ook nog niet veel kans. Van Iersche zijde zoekt ment allerlei uit vluchten en in Engeland worden steeds sterker de stemmen van hen die het af keuren dat de regee.ring met do „Sinn- Fei n-moord en aars"" ond erh and el t. Leiden de besprekingen niet spoedig tot een definitief resultaat, dan schijnt bet ons zeer Wel mogelijk, dat men nood gedrongen de onderhandelingen zal moe ten afbreken. De wereld hangt van conferenties aan elkaar tegenwoordig. Binnen enkele dagen zal te Washington een bijeenkomst wor den gehouden die aapvankelijk met den verheven naam van „ontwapenings-con- ferenfie" werd aangeduid, maar waar van' ontwapening wel niiet zal worden ge sproken. i I '-'p J*] ggjStVj Do bedoeling schijnt nu meer te zijn, zoo mogelijk .een sfeer van vertrouwen to scheppen, wat in elk geval ook zijn goede zijde heeft, al heeft de ervaring geleerd dat men verstandig doet, de verwachtin gen niet te hoog te spannen. Ook in ons land ontbreekt het niet aan conferenties en congressen. Deze week is weer een conferentie ge houden over de Sociale Verzekering,een zeer belangrijk onderwerp, waarvoor dan ook veel belangstelling Was. De vraag is echter of we zoo langza merhand niet teveel van het goede krij gen. Het schijnt soms, dat een soort be roeps-congressisten worden gevormd, knap pe mensc-hen ongetwijfeld,' met geweldige portefeuilles en een nooit te stuiten woordenstroom, die geen congres verzui men en die altijd aan de debatten deel nomen, maar die toch misschien op een meer practische en goedkoope Wijze hun wijsheid konden verzamelen en distribu- «eren. po eenlige goede zijde van goed voor bereide congressen is, dat soms niet on-, belangrijke prae-adviezem worden, uitge bracht, die dan in druk verschijnen on soms waardevol materiaal opleveren. Behalve bedoeld congres werd o.a. nog een vergadering gehouden van denl Vrijs. Democratischen Bond, van den Christel. Vrouwenbond en van de A.-R. partij, die Donderdagavond een Centralen Convenit. hield, waarna Vrijdag de deputaten bij een kwamen. In eersthedoeldo vergadering werden belangrijke besprekingen gehouden over de wijze van oandidaatslielling enz., ter wijl in de Deputatenvergadering de Sta tuten van de Dr. A. Kuyper-stichting werden vastgesteld en het Vrouwenkies recht-vraagstuk werd behandeld. Belangrijke gebeurtenissen deden zich overigenis weinig voor; we leven zoowel bp politiek als op sociaal gebied eenigszins in een; tijd van voorbereiding. De span- •ïiing ontbreekt niet, en het is niet on waarschijnlijk dat straks over heel de linie een hevige strijd uitbreekt. Aan ons de taak om te zorgen dat wij op alle gebeurtelijkheden zijn voorbereid. Herfst. Tc Voel een traan mijn ooge ontwel- len, als ik denke H da -voorbij. Guido Gezelle. In het verhaal van den zingenden zwaan Egt eon mystieke schoonheid. Eindelijk eluit de vijverkoning zijn blanke vleug- ienpoort, en over het diep groene fulpen water waar wit de leliën droomen op 't breede plompenblad, heeft zacht het eenigst levenslied van den vogel, die nooit zingen kon. Want de zwaan sterft op het hoogte punt gekomen van zijn schoonheid. En .waar het s».hep;ol do schoonheid zien gaat vlekkeloos cn rimpelloos, daar staat hij aan don grens der boven jinuelijke Gingen, •chouwend ia de goudeu luister des he mels. En voor Je zwaan nu den slanken hals gelaten zinken1 laat naar den donke ren vijverbodem, dankt hij in hoogste ex- hose, want Jhij kan zingen. Hier is ver- ainnobeeld de overgang van de schoonheid naar do heiligheid: in het stervend zingen, en in het zingend eterven. Dat is 'bet hoogste levensrcsultaat. De edelste vrucht. Nu woetj ik wel het zwanenverhaal ie slechts een sproke. Een onwerkelijkheid. Maar de sublieme gedachte, die zij draagt, ffindt ge toch weder in de wereld, indien trw speurend oog en uw luisterend oor maar Èoekt. Want ieder jaar weerom slaan pre voor een eterven, een levensontbinding. En het ie weer ieder jaar dat de heide haar purperen mantel aantrekt van 't zo- merzonnereest. haar bloesemgewaad, dat Uitgolft in wijde ploojijic naar den gouden De meest elegante en moderne =B Dameskleeding Is thans zeer Hl voordeelig. Een bezoek aan onze rijk gesorteerde Magazijnen zal |H U overtuigen, dat wij de betere Hl zoowel als de goedkoopere genres ==E Hl met eene zeer lage winsthereke- §H nïng verkoopen. 1004i WÈ einder. En de vogel die trekt naar warmer regionen', geeft blijde nog zijn vreugde roep, omdat hij wegtrekt met. 6choone her innering aan het feest van bloemengeur en bijenzang en zonnewende. En nu staan we op den drempel van dien vreugdetempel. En wie zich nu alleen maar vermeien mocht in het blank van daihlia'6 en windekelken, wie alleen maar wist het rozendal waar zijn God hem bracht, maar wiens hand nimmer d!e scherpe doornen angel schond, hij zal welhaast met droef heid henenvlioden. Want boven heuvlenkling is wel gouden de dag en vel de lucht met een klare zilve- ren vloeibaarheid, waarin helder tikkend de droppelen ruischen door de gebronsde boomenkruinen, maar, dat is slechte de ernstige inzet van de dondersymphonie die straks bersten zal boven de wereld. Maar even duurt die visie van majestueu- se heerlijkheid. Want schoen zijn de herfst- lanen met hun gebogen gouden bladeren- poorten, schoon de zilvM&i webben, die zich in den dauwen morgen hechten koel tussehen de sparrestammen, maar ach, 'het is altijd nog de passieve schoonheid, de schoonheid der stilte, die wacht op haar ontbinding, en die haar ontknooping beidt. Want. er is iets tragisch in het herfst- getij Dit: dat deze schoonheid, de spo ren in zich draagt van haar eigen1 onder gang. En daarom heeft de herfstpracht in zich dien droeven weemoed, om wat voor bij i6. De natuur zal sterven door haar ei gen verzadiging. Want. als de korenaar voldragen is, buigt dieper de teedere halm. tiot eindelijk zij knakt, en als de roos haar bloeiende rijpheid den beimiplkoninig toewendt, is haar ontbladering aanstaande Maar nu is er nog een troost. En dat is: do bronzen vrucht-, die rijpte n 't verscholen blaad'reii groen in de zachte schaduw der diepere levens school. Want n de vrucht culmineert zich der schoonheid levenskracht. Daar ziin de sappen heen gevloeid en is het zaad ontsproten. Daarin hebt ge de belofte vo»>r de "jonge toekomst. En dan moge winter middagzijn wolkendoeken spreiden over 't stralend 'hemelgelaat, wat deert bet hem, die geproefd heeft de vrucht des levens, en bewaard haar kiem. Want hij draagt bij zich het weten, hetgeen eens zoo schoon gezongen werd al6 een herfsthymne, als een bemoediigng voor den weemoedige: Die wolken, lucht en winden Wijst spoor en loop en baan, Zal ook wel wegen vinden Waarlangs uw voet kan gaan. De herfst komt met storm. Ook de herfst in ieder mensehenleven. En dit moeten wij wel opmerken: in ieder mensehenleven is meer dan één herfst. 0 ja, er is een herfst die voort schrijdt met den' tijd naar den levenswin- ter, als de haren der grijsaards besneeuwd zijn door den ouderdom. Het is in den tijd dat het leven wegebt. Dat de mensch op zijn retour is. En niet meer opneemt jonge indrukken en krachtige levenssappen, voortschrijdende ideeën en hemelvarend idealisme. Als hij zat van dagen is en aan eigen zomertijd genoeg heeft. Helaas ook dan zijn er velen: die de vrucht niet gezien hebben. Dat en ge kent hen wel wier levensboom zijn wor tels niet uitsloeg in zuivere moederaarde. Die hun heede leven gebloeid hebben met vele bloesems en in vier loof misschien als in den statigen kastanjeboom prijkten de kaarsen van de Meimaand. Kaarsen blank voor adoratie en mystiek. Maar het zijn niets steeds de schoonste bloesems die de rijpste vrucht u bieden. En begrijpt ge nu ook, dat verzet te gen den ouderdom? Die grootmoeder, die alles nog zoo bedisselen' wil. In wier drukke doen nog dat bedrijvige ligt van hen, die nooit de stilte kenden in 'hun leven. Bij wie het kerkgaan een deel van hun le vensprogramma was. Meer niet. Die grootmoeder, die maar in de weer is. En die or niet tegen kan alleen te zitten, 's avonds op haar ouderwetsoho kamer. Die geen vruchten heeft tot voeding in de woestijn der eenzaamheid. En begrijpt ge nu die diiftige versteoid- hoid, dio onvriendelijkheid haast, tegen dat 'kleine meisje op haar schoot, dat Omoe argelo os-kindlerlijk al „oud" durf ijle nbo- men. Ziqt: do levensvrucht ontbreekt.. Ei wordt zooveel tevergeefs geleefd. Het doel wordt gemist cn de levensles nimmer ge kend. Want do school is verzuimd. Het leven is tenslotte Igdcm zomerdag van zeilende wolken op het blauwe hemel- moer. Het is ernst. Het ie geen zoet spel van tortelduiven in den- Lente-ochtend. Neen), want ook de 'tortelduif wordt nog „ge scheurd van zijn beminde tortel". Wie do levensles wil kennen, die God leert, zal het zwoegen kennen moeten op barren akker en in boeten zomerdag zal branden de zon en schroeien) het gelaat. En de regenvlagen zullen onophoudelijk verweeren zijn schoonheid en eindelijk, als dan het lijden voorbij is, als hij inziet dat er maar één le6 ie, de les van den Heiland: door den dood tot het leven, door de smart tot de etilheid-inrGod, dan zal dit de bede zijn: „Leer mij uit Dijn leere loeren Wat ik loeren, leeren nr-et," (Huyghene). Erfis nog een levensherfet. Die van het berooide menschenhart.. Dat i6 de herfst der jeugd. Het verloo- pen getij der liefde. De herfst van den te leurgestelde, van hem dus bij wie er iets te 1 o o r ging. Iet® van d<e natuurlijke spontaneïteit, iets van1 het open vertrou wen. En ook die herfst komt met storm. Stor men wild, onstuimig, die uitgesnikt worden dn de stilheid van vertrouwde meisjeska mers. Stormen die losbersten in het 'har t van den jongeman als hij weer teleurge steld werd, weer stond voer die droeve des illusie, die de kracht van zijn handen niet veranderen kunnen. Voor dezen herfst is de zomer zoo kort En daarom is de weemoed zoo groot. Want de vrucht heeft zich nog niet gerijpt Er was nog niets geleerd. O ja de vrucht was er wel. Zij hing verleidelijk aan den hoogen tak. Maar de sprong was net hoog genoeg om haar te grijpen. En werd zij soms hier en daar gevat dan nog was zij onrijp en waardeloos. Het zijn de bittere gevolven van mislukte en. te koit geschoten jonge liefdés, die brengen de kilheid van den jeugdherfst. Die kilheid, die haar koele sluiers nog werpt tot op la ten levensdag. Een herfst, dien tevergeefs de moeder- glimlach en de vader!'efde verzonnigen kunnen. Een herfst, die nu eenmaal door leefd moet worden, tot onverwachte mis schien in den hoogen top een late rucht zich rijpt. En er een levensles van gouds vertrouwen zich vormen gaat in het moede hart, als hemelsprake voor den lateren wintertijd. Maar wat' is nu het wondere van die 'vrucht? Dit: dat zij te hoog ie om gegre pen te worden door domme menschenhand. De edelste vrucht wordt nimmer gegrepen. Die. valt af als het Gods tijd is. En wanneer is het nu Zijn tijd? Dan: als de weemoed deemoed wordt. Dan: als de heimwee verstilt tot be rusting. Dan: als de mensch zijn zwanenlied leert zingen. Want het diepste leven, de hoogste lief- dle schuilt; toch in de verborgen levens- schoot, waar wederbaart Gods Geest. De jeugd 6faat in heft teeken der le- vensontdekking. Maar daarom ook gaan er zooveel Lente-dagen zonlooe voorbij, omdat we pas ontdekken1 na het gebeurde. Omdat eerst ©en traan het oog ontwellen moet als „ik denke 't is voorbij Loert dan reysen met gepeijzen nae palaisen, uit 'het sliek deser werrelt, die soo d werrelt. Eeuwigh gast voor Oogenblickl (Vondel). T. Gemengd Nieuws In een 'hotel in de Kalver- van en J. M. A'artman Helena Maria, d. ivan aangehouden, verdacht van verduistering van 53.000 Mart. V-'nl Te Eindhoven is door de gemeentepolitie een ernstig zed ensöh andaal ontdekt. Een slachtoffer is overleden, terwijl 'n ernstige zieke eai een tiental verdachten zijn gearresteerd. De milicien Tymmers uit Hendrik Ido Ambacht'liep Dinsdag LI. te Bre da bij het oefenen een klap van het .paard op. Hij is gisterennacht in het Diaconessen huis aldaar overleden. Men meldt uit Alkmaar aan het „Hbld.", dat in verhand met het .groot aantal processen-verbaal door do politie op- gemankt wegens te snel rijden met auto's en motorrijwielen, van Justitiezijd© de wenk is ge geven in dezen niet te overdrijven. In het gezin van de J. te Schoondijko ie een vreemde, hier te lande zeld zaam voorkomende ziekte uitgebroken, welke door deskundigen als beri-beri is herkend. De drie aangetaste kinderen zijn overleden. De moeder, di* tn het riekeftihuis verpleegd werd, is vooruitgaande. Eveneens heelt zich een ziektegeval voorgedaan te Hoek bij Neuzen. Te Hérken bosch (Limb.) i 6 ingebroken ten huize van den heer Heijligors. Een geldlede, waarin 1600 en ongeveer 3000 mark is meegenomen. De ledige lade is nabij de Duitsche grens teruggevonden. Aan het gemeentelijk Oude Vrouwen-gesticht te-Ha Mem in het overblijvend batig saldo der opgeheven Spaarbank van Hat- tem en omstreken, groot 20,182.82geschon ken. Spelenderwijze geraakte te Vittkcveen een 8-jarig meisje in een tobbe met kokend! waschwater en overleed' aan de be komen brandwonden. Te Meppol heerscht, meld' t de Zw. Grt., onder de katten een zeer besmet telijke riekte. Door den burgemeester ie per omroeper4 bekend gemaakt, dot de gestorven dieren op bet politiebureau gebracht moeten' worden. Reeds zijn eenige cadavers ter onder zoek naar Utrecht opgezonden. In verband met den g e- pleegden moord op Harm Trip te Buinerveen maakt de Officier van Justitie bekend dat een belooning van 500 wordt gegeven aan den- gene die inlichtingen verschaft, welke leiden tot een veroordeeling. In Twente zijn de jacht- velden ruim voorzien van hazen, konijnen, pa trijzen en fazanten. De droge zomer werkte blijkbaar gunstig op den wildstand en de ja- gors keeren met volle weitasch huiswaarts. Het Twentsch jachtgezelschap bemachtigde onder Holten 102 hazen en 80 konijnen. Ook in den Achterhoek schijnt veel wild te zijn: een drijf jacht te Ampsen bracht 335 konijnen, 30 hazen, 14 fazanten en 1 patrijs op. Te V 1 a a r d i m g e n i e e n z e e- jarig kind door een vrachtauto overreden en gedood. Leidsche Penkrassen. Amice. Wij leven than® weer in een tijd van ac tie. Op elk gebied komt er weer leven en beweging en voor iemand die meeleeft en in de publieke zaak belang stelt, wordt 'het soms wel eens lastig een keus ie doen uit de vele vergaderingen die gehouden wor den. Dat is nu eenmaal een schaduwzijde van het leven in onzen tijd. We hebben noodig actie op elk gebied en dat gaat nu eenmaal niet zonder vergaderen. En zoo trekken wij vergaderin gsmenechen van het eene lo kaal naar het andere, om te vergaderen, al maar te vergaderen. Dan is er een politieke bijeenkomst, de vólgende dag vragen sociale aangelegenhe den de aandacht, dan is 'het weer de nood en1 ellende in een of andere landstreek, die ons duidelijk wordt gemaakt, en zoo gaat 't gedurende den wintertijd maar door, zoo dat men soms blij is als men althans den Zaterdagavond rustig in den kring van' het gezin kan doorbrengen. Wanneer er iemand is die beweert dat er aan al dat vergaderen een gevaarlijken kant zit, dan wil ik dat niet ontkennen. Wij loopen gevaar, dat we al vergaderende en ons bezig houdende met opzichzelf nuttige en noodige zaken, onze gezinnon vergeten en onze eerste plichten speciaal ten opzich te van onze kinderen verzuimen. Want oCh hoe gaat 't vaak in onze ge zinnen. Eerst een beetje haasten en jach ten om toch maar op tijd klaar te komen en als we dan eindelijk weer thuiskomen' good doorgerookt ^n niet al te frisoh, dan zijn we niet in do meest gunstige conditie om nog aan allerlei gezinsbelangen aan dacht te schenken. Dat dit niet. in orde is, behoef ik niet te zeggen, en ik kan mij dan ook zeer goed he^t'iptar :a. er rr.ftirche'i ziin, die van al lerlei vergaderingen wier leng e in vele gevallen niet evenredig is aan de vruch ten een hartgrondigen afkeer hebben En ik geloof ook heel graag dat er tal van huismoeders zijn die voor het vereenigiuga leven ver vam enthousiast zijn, en die daar om misschien weloeus een convocatie op een geheimzinige wijze laten verdwijnen. Als ik deze schaduwzijden of wilt ge gevaren, volmondig toegeef, dan volgt daaruit niet, dat ik de vergaderingen zou willen afschaffen of dat. ik tot een minder geregeld bezoek van allerlei vergaderingen zou willen aansporen. Vergaderingen mogen vaak tot op zekere hoogte een kwaad zijn, ze zijn niet min der onmisbaar, zoo dat we hier met recht van een noodzakelijk kwaad, zonden kunnen spreken. We kunnen 't er nu eenmaal niet zonder doen, on ik geloof dat als al onze men sehen daarvan overtuigd waren, dat we dan heel wat minder zouden kunnen vergade ren. Dat, klinkt een beetje paradoxaal maar is 't toch naar 't mij voorkomt juist.. Op *t oogenblik is 't. vaak zoo dat allerlei arbeid op enkele schouders wordt gelegd. In kerkelijke, in politieke, in sociale en an dere vergaderingen, men ontmoet altijd weer in hoofdzaak dezelfde menschen, de gangmakers, die overal hun schouders on der zetten en 't ook doen, niiet omdat ze dat nu zoo buitengewoon .prettig vinden, maar omdat ze do zekerheid 'hebben1, dat er an ders niets tot stand komt. Als zulke menschen klagen over 't vele vergaderen, dan bon ik 't heelemaal met ze eens. Maar 't merkwaardige van de zaak is juist dat personen die men zoo ongeveer nergens ziet, meestal 't hardst en 't meest klagen. Ze keuren 't af dat. sommige menschen altijd van huis zijn maar als ge ze dan voorstelt om een deel van die taak over te nemen en door verdeeling van den arbeid het werk ©enigermate te verlichten, dan zijn ze plotseling niet. meer te spreken, maaT steppen hun pijpje en kruipen met. hun krant achter, de kachel om van daaruit het werk van anderen te critiseeron en vaak1 onbarmhartig uit elkaar te rafelen. Zoolang dat 't geval is, zoolang heb ik niet den moed om hen die zich dan nog wel voor de publieke zaak willen geven en misschien weieens wat. al teveel van hui» zijn, te vermanen om toch wat meer aan 'hun gezin te denken en zich toch wat min der in vergaderingen te vertoonen. 't_l3 wel jammer dat 't zoo moet, maar ik zie geen andere uitweg. Maar omdat ik voor de nadeel en van al het vergaderen mijn oogen niet wil sluiten, wil ik dit 'kwaad" niet grooter maken dan beslist noodzakelijk is en daarom voel ik er ook zoo bitter weinig voor om onze vrouwen met kunst cn vliegwerk naar allerlei ver te brengen. Het spreekt wel vanzelf dat ik er niets •tegen heb, dat onze vrouwen behalve hare kransjes enz. ook eens een verga dering bezoeken. Dit kan zelfs heel nuttig zijn, maar als ik goed zie, dan moet hot toch uitzondering blijven. Ik geloof graag dat onze vrouwen in ver gaderingen weieens heel nuttig werk kun nen doen, maar ik ben er niet minder van: overtuigd, dat we, door onze vrouwen veel in vergaderingen te brengen, onze gezinnen in den grond verwoesten. Een vrouw, een moeder, ook 'al heeft ze nu juist geen bijzondere paedagogische ta lenten kan in het gezinsleven zoo groot en invloed uitoefenen. Als de mannen gaan vergaderen, en de vrouwen en de moeders gaan mee, geloof dan maar niet dat de kinderen rustig thuis zullen blijven. Het is de moeder, die de kinderen nog bij elkaar kan houden en die de huiskamer voor de kinderen aantrekkelijk kan maken1. Op dit gebied zijn we misschien toch al niet vooruitgegaan do laatste jaren. Als men ziet 'het groot aantal jongens en meis jes dat 's avonds langs de straten zwerft, dan voelen we wel dat hier iets niet in or de is, en dat de band die de gezinnen bij eenhoudt, hier en daar bedenkelijk begint te verslappen. Daarom moeten we zoo uiterst voorzich tig zijn eer we er aan beginnen onze vrou wen op groote schaal naar de vergaderin gen te brengen. Natuurlijk bedoel ik daar niet mee, da.t de vrouwen geen belang zouden moeten stellen in wat er in onze vergaderingen be handeld wordt. Ik acht het. integendeel van belang dat zij daarmee goed op de hoogte worden gesteld. Maar dat zou dan gedaan kunnen worden door zoo nu en dan speciale avonden te organiseeren waar op con .pret tige en gezellige wijze belangrijke punten worden behandeld, zoodat ook de vrouwen, die nu eenmaal of ze 't willen of niet, in dezen maatschappeilijken en politieken strijd betrokken worden, zoo eenigermate weten wat er op dat. gebied te koop is. Zijn onze vrouwen dus door do omstan digheden genoodzaakt misschien weleene een offer te brengen, de mannen moeten er niet voor terugdeinzen, een deel van de ge zelligheid van het huiselijke leven op te offeren. Vooral in deze dagen is dat noodig. De roode huisbezoekers gaan van huis tot huis om de arbeiders van Christ©- lijken 'huize te bezoeken en to bewer ken, en hen er toe te brengen hun beginsel te verloochenen door lid te worden van een roode vakorganisatie. En als dat een maand- lang geduurd hoeft, dan gaan al de gegevens die de vak organisaties hebben verzameld naar de S D. A. P. die dan opnieuw oen stevigen aan val gaat doen. En nu gaat 't, zeker niet aan, om dat, maar werkeloos aan te zien. Toen in 1914 de oorlog uitbrak wc-rd ge heel Europa gemobiliseerd. Hier om don aanval af te slaan daar nu om op alle ge beurlijkheden voorbereid te zijn. Men. deed dat niet. omdat 't zoo prettig was of zoo voordeelig, maar omdat 't nu eenmaal niet anders kan, omdat de nood drong. Welnu, m'n waaide zoo is 't ook nu. Van alle kanten komen de vijanden opzetten, en ze doen dit met. temeer kracht, nu weer de verkiezingen naderen. Als 't ging om belangen, als speci ale arbeiders- of middenstandsbelangen be dreigd werden-, we zouden zeker niet. rustig blijven zitten. Maar nu gaat 't om veel meer dan belangen, om beginselen, nu zijn 't geestelijke goederen die bedreigd worden En zouden wij dan rustig blijven zitten en lamenteeren over de groote kracht die de vijand -ontwikkelt? Maar dat gaat immers niet. Neen, amice, we moeten er op uit-, we moeten ons mobiliseeren. De mannen moeten hunne gezellige avon den opofferen en zich geven met heel hun hart-;voor de publieke zaak en de vrouwen, zij moeten een offer brengen, door desnoods hare mannen die wat al te gemakkelijk zijn aangelegd en die den strijd schuwen, de deur uit te jagen. Ik had indertijd het, genoegen een deel van de mobilisatie meo te maken. Dat was vooral in 't begin uitermate vermoeiend; maar teen alles georganiseerd was en ge noeg manschappen onder de wapenen wa ren, toen kon op geregelde tijden, zonder bezwaar een deel met verlof worden ge stuurd. Zoo kan 't ook gaan in oas sociale en staatkundige leven. Als heel ons Christe lijk leger onder de wapenen komt dan heb ben we een overvloed van strijders en kan door -verdeelin,g van den arbeid het, werlc van 'hen die nu nacht en dag schier in do weer zijn, worden verlicht.. Algemeen© mobilisatie dus. In 't belang van do zaak waarvoor wij strijden in in 't belang ook van onze gezinnen. Ik hoop m'n waarde, dat ge hierin met, mij eenstemmig denkt en dat, ge ook in uw kring gaarne in deze richting zult meewer- VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 6