11. WAALS, KilLsM 114.
Aan het einde der week.
Een week van spanning ligt weer ach
ter ons.
Do O pp o r-S ilezische kwestie
is nu eindelijktot een oplossing gekomen
althans in zooverre dat de Raad van den
Volkenbond een beslissing heeft genomen,
bij wolko beslissing de geallieerden reeds
bij voorbaat beloofd hadden zich te zullen
neerleggen
In Duilsc-hland heerschtc aanvankelijk
groole ontstemming toen) beken* 1 werd,
Idat het veelbesproken industriegebied dan
toch verdeeld zou worden, maar de op
winding is nu weer wat gekalmeerd en
van een Kabinetscrisis schijnt al geen
sprake meer te zijn.
Daaruit mag Worden afgeleid dat) de
beslissing voor Duitschland niet izoo on-
voordeelig is, dan 't aanvankelijk wel
schceni In elk geval moet het aanblijven
van dc regeering als een gunstig teeken
worden beschouwd.
Een Kabinetscrisis zou in dc tegen
woordige omstandigheden ook al zeer onge-
Wenscht zijn geweest.
Over de Ie r s c h e kwestie wordt
nog voortdurend geconfereerd, maar tot
een oplossing heeft men het nog niet kun
nen brengen en naar het schijnt'is daar
op voorloopig ook nog niet veel kans.
Van Iersche zijde zoekt ment allerlei uit
vluchten en in Engeland worden steeds
sterker de stemmen van hen die het af
keuren dat de regee.ring met do „Sinn-
Fei n-moord en aars"" ond erh and el t.
Leiden de besprekingen niet spoedig
tot een definitief resultaat, dan schijnt
bet ons zeer Wel mogelijk, dat men nood
gedrongen de onderhandelingen zal moe
ten afbreken.
De wereld hangt van conferenties aan
elkaar tegenwoordig. Binnen enkele dagen
zal te Washington een bijeenkomst wor
den gehouden die aapvankelijk met den
verheven naam van „ontwapenings-con-
ferenfie" werd aangeduid, maar waar van'
ontwapening wel niiet zal worden ge
sproken. i I '-'p J*] ggjStVj
Do bedoeling schijnt nu meer te zijn,
zoo mogelijk .een sfeer van vertrouwen to
scheppen, wat in elk geval ook zijn goede
zijde heeft, al heeft de ervaring geleerd
dat men verstandig doet, de verwachtin
gen niet te hoog te spannen.
Ook in ons land ontbreekt het niet aan
conferenties en congressen.
Deze week is weer een conferentie ge
houden over de Sociale Verzekering,een
zeer belangrijk onderwerp, waarvoor dan
ook veel belangstelling Was.
De vraag is echter of we zoo langza
merhand niet teveel van het goede krij
gen. Het schijnt soms, dat een soort be
roeps-congressisten worden gevormd, knap
pe mensc-hen ongetwijfeld,' met geweldige
portefeuilles en een nooit te stuiten
woordenstroom, die geen congres verzui
men en die altijd aan de debatten deel
nomen, maar die toch misschien op een
meer practische en goedkoope Wijze hun
wijsheid konden verzamelen en distribu-
«eren.
po eenlige goede zijde van goed voor
bereide congressen is, dat soms niet on-,
belangrijke prae-adviezem worden, uitge
bracht, die dan in druk verschijnen on
soms waardevol materiaal opleveren.
Behalve bedoeld congres werd o.a. nog
een vergadering gehouden van denl Vrijs.
Democratischen Bond, van den Christel.
Vrouwenbond en van de A.-R. partij, die
Donderdagavond een Centralen Convenit.
hield, waarna Vrijdag de deputaten bij
een kwamen.
In eersthedoeldo vergadering werden
belangrijke besprekingen gehouden over
de wijze van oandidaatslielling enz., ter
wijl in de Deputatenvergadering de Sta
tuten van de Dr. A. Kuyper-stichting
werden vastgesteld en het Vrouwenkies
recht-vraagstuk werd behandeld.
Belangrijke gebeurtenissen deden zich
overigenis weinig voor; we leven zoowel
bp politiek als op sociaal gebied eenigszins
in een; tijd van voorbereiding. De span-
•ïiing ontbreekt niet, en het is niet on
waarschijnlijk dat straks over heel de
linie een hevige strijd uitbreekt.
Aan ons de taak om te zorgen dat wij
op alle gebeurtelijkheden zijn voorbereid.
Herfst.
Tc Voel een traan mijn ooge ontwel-
len, als ik denke H da -voorbij.
Guido Gezelle.
In het verhaal van den zingenden zwaan
Egt eon mystieke schoonheid. Eindelijk
eluit de vijverkoning zijn blanke vleug-
ienpoort, en over het diep groene fulpen
water waar wit de leliën droomen op 't
breede plompenblad, heeft zacht het eenigst
levenslied van den vogel, die nooit zingen
kon.
Want de zwaan sterft op het hoogte
punt gekomen van zijn schoonheid. En
.waar het s».hep;ol do schoonheid zien gaat
vlekkeloos cn rimpelloos, daar staat hij
aan don grens der boven jinuelijke Gingen,
•chouwend ia de goudeu luister des he
mels. En voor Je zwaan nu den slanken
hals gelaten zinken1 laat naar den donke
ren vijverbodem, dankt hij in hoogste ex-
hose, want Jhij kan zingen. Hier is ver-
ainnobeeld de overgang van de schoonheid
naar do heiligheid: in het stervend zingen,
en in het zingend eterven.
Dat is 'bet hoogste levensrcsultaat. De
edelste vrucht.
Nu woetj ik wel het zwanenverhaal ie
slechts een sproke. Een onwerkelijkheid.
Maar de sublieme gedachte, die zij draagt,
ffindt ge toch weder in de wereld, indien
trw speurend oog en uw luisterend oor
maar Èoekt. Want ieder jaar weerom slaan
pre voor een eterven, een levensontbinding.
En het ie weer ieder jaar dat de heide
haar purperen mantel aantrekt van 't zo-
merzonnereest. haar bloesemgewaad, dat
Uitgolft in wijde ploojijic naar den gouden
De meest elegante en moderne
=B Dameskleeding Is thans zeer
Hl voordeelig. Een bezoek aan onze
rijk gesorteerde Magazijnen zal
|H U overtuigen, dat wij de betere
Hl zoowel als de goedkoopere genres ==E
Hl met eene zeer lage winsthereke-
§H nïng verkoopen. 1004i WÈ
einder. En de vogel die trekt naar warmer
regionen', geeft blijde nog zijn vreugde
roep, omdat hij wegtrekt met. 6choone her
innering aan het feest van bloemengeur en
bijenzang en zonnewende.
En nu staan we op den drempel van dien
vreugdetempel. En wie zich nu alleen maar
vermeien mocht in het blank van daihlia'6
en windekelken, wie alleen maar wist het
rozendal waar zijn God hem bracht, maar
wiens hand nimmer d!e scherpe doornen
angel schond, hij zal welhaast met droef
heid henenvlioden.
Want boven heuvlenkling is wel gouden
de dag en vel de lucht met een klare zilve-
ren vloeibaarheid, waarin helder tikkend
de droppelen ruischen door de gebronsde
boomenkruinen, maar, dat is slechte de
ernstige inzet van de dondersymphonie
die straks bersten zal boven de wereld.
Maar even duurt die visie van majestueu-
se heerlijkheid. Want schoen zijn de herfst-
lanen met hun gebogen gouden bladeren-
poorten, schoon de zilvM&i webben, die
zich in den dauwen morgen hechten koel
tussehen de sparrestammen, maar ach, 'het
is altijd nog de passieve schoonheid, de
schoonheid der stilte, die wacht op haar
ontbinding, en die haar ontknooping beidt.
Want. er is iets tragisch in het herfst-
getij Dit: dat deze schoonheid, de spo
ren in zich draagt van haar eigen1 onder
gang. En daarom heeft de herfstpracht
in zich dien droeven weemoed, om wat voor
bij i6. De natuur zal sterven door haar ei
gen verzadiging. Want. als de korenaar
voldragen is, buigt dieper de teedere halm.
tiot eindelijk zij knakt, en als de roos
haar bloeiende rijpheid den beimiplkoninig
toewendt, is haar ontbladering aanstaande
Maar nu is er nog een troost.
En dat is: do bronzen vrucht-,
die rijpte n 't verscholen blaad'reii groen
in de zachte schaduw der diepere levens
school. Want n de vrucht culmineert zich
der schoonheid levenskracht. Daar ziin
de sappen heen gevloeid en is het zaad
ontsproten. Daarin hebt ge de belofte vo»>r
de "jonge toekomst. En dan moge winter
middagzijn wolkendoeken spreiden over
't stralend 'hemelgelaat, wat deert bet hem,
die geproefd heeft de vrucht des levens, en
bewaard haar kiem.
Want hij draagt bij zich het weten,
hetgeen eens zoo schoon gezongen werd al6
een herfsthymne, als een bemoediigng voor
den weemoedige:
Die wolken, lucht en winden
Wijst spoor en loop en baan,
Zal ook wel wegen vinden
Waarlangs uw voet kan gaan.
De herfst komt met storm.
Ook de herfst in ieder mensehenleven.
En dit moeten wij wel opmerken: in
ieder mensehenleven is meer dan één
herfst. 0 ja, er is een herfst die voort
schrijdt met den' tijd naar den levenswin-
ter, als de haren der grijsaards besneeuwd
zijn door den ouderdom. Het is in den tijd
dat het leven wegebt. Dat de mensch op
zijn retour is. En niet meer opneemt jonge
indrukken en krachtige levenssappen,
voortschrijdende ideeën en hemelvarend
idealisme. Als hij zat van dagen is en aan
eigen zomertijd genoeg heeft.
Helaas ook dan zijn er velen: die de
vrucht niet gezien hebben. Dat en ge
kent hen wel wier levensboom zijn wor
tels niet uitsloeg in zuivere moederaarde.
Die hun heede leven gebloeid hebben met
vele bloesems en in vier loof misschien
als in den statigen kastanjeboom prijkten
de kaarsen van de Meimaand. Kaarsen
blank voor adoratie en mystiek.
Maar het zijn niets steeds de schoonste
bloesems die de rijpste vrucht u bieden.
En begrijpt ge nu ook, dat verzet te
gen den ouderdom? Die grootmoeder, die
alles nog zoo bedisselen' wil. In wier
drukke doen nog dat bedrijvige ligt van
hen, die nooit de stilte kenden in 'hun leven.
Bij wie het kerkgaan een deel van hun le
vensprogramma was. Meer niet.
Die grootmoeder, die maar in de weer is.
En die or niet tegen kan alleen te zitten,
's avonds op haar ouderwetsoho kamer.
Die geen vruchten heeft tot voeding in de
woestijn der eenzaamheid.
En begrijpt ge nu die diiftige versteoid-
hoid, dio onvriendelijkheid haast, tegen dat
'kleine meisje op haar schoot, dat Omoe
argelo os-kindlerlijk al „oud" durf ijle nbo-
men.
Ziqt: do levensvrucht ontbreekt.. Ei
wordt zooveel tevergeefs geleefd. Het doel
wordt gemist cn de levensles nimmer ge
kend. Want do school is verzuimd.
Het leven is tenslotte Igdcm zomerdag
van zeilende wolken op het blauwe hemel-
moer.
Het is ernst. Het ie geen zoet spel van
tortelduiven in den- Lente-ochtend. Neen),
want ook de 'tortelduif wordt nog „ge
scheurd van zijn beminde tortel".
Wie do levensles wil kennen, die God
leert, zal het zwoegen kennen moeten op
barren akker en in boeten zomerdag zal
branden de zon en schroeien) het gelaat.
En de regenvlagen zullen onophoudelijk
verweeren zijn schoonheid en eindelijk,
als dan het lijden voorbij is, als hij inziet
dat er maar één le6 ie, de les van den
Heiland: door den dood tot het leven, door
de smart tot de etilheid-inrGod, dan zal
dit de bede zijn:
„Leer mij uit Dijn leere loeren
Wat ik loeren, leeren nr-et,"
(Huyghene).
Erfis nog een levensherfet.
Die van het berooide menschenhart..
Dat i6 de herfst der jeugd. Het verloo-
pen getij der liefde. De herfst van den te
leurgestelde, van hem dus bij wie er iets
te 1 o o r ging. Iet® van d<e natuurlijke
spontaneïteit, iets van1 het open vertrou
wen.
En ook die herfst komt met storm. Stor
men wild, onstuimig, die uitgesnikt worden
dn de stilheid van vertrouwde meisjeska
mers. Stormen die losbersten in het 'har t
van den jongeman als hij weer teleurge
steld werd, weer stond voer die droeve des
illusie, die de kracht van zijn handen niet
veranderen kunnen.
Voor dezen herfst is de zomer zoo kort
En daarom is de weemoed zoo groot.
Want de vrucht heeft zich nog niet gerijpt
Er was nog niets geleerd. O ja de
vrucht was er wel. Zij hing verleidelijk
aan den hoogen tak. Maar de sprong was
net hoog genoeg om haar te grijpen. En
werd zij soms hier en daar gevat dan nog
was zij onrijp en waardeloos. Het zijn de
bittere gevolven van mislukte en. te koit
geschoten jonge liefdés, die brengen de
kilheid van den jeugdherfst. Die kilheid,
die haar koele sluiers nog werpt tot op la
ten levensdag.
Een herfst, dien tevergeefs de moeder-
glimlach en de vader!'efde verzonnigen
kunnen. Een herfst, die nu eenmaal door
leefd moet worden, tot onverwachte mis
schien in den hoogen top een late rucht
zich rijpt. En er een levensles van gouds
vertrouwen zich vormen gaat in het moede
hart, als hemelsprake voor den lateren
wintertijd.
Maar wat' is nu het wondere van die
'vrucht? Dit: dat zij te hoog ie om gegre
pen te worden door domme menschenhand.
De edelste vrucht wordt nimmer gegrepen.
Die. valt af als het Gods tijd is.
En wanneer is het nu Zijn tijd?
Dan: als de weemoed deemoed
wordt.
Dan: als de heimwee verstilt tot be
rusting.
Dan: als de mensch zijn zwanenlied
leert zingen.
Want het diepste leven, de hoogste lief-
dle schuilt; toch in de verborgen levens-
schoot, waar wederbaart Gods Geest.
De jeugd 6faat in heft teeken der le-
vensontdekking. Maar daarom ook gaan
er zooveel Lente-dagen zonlooe voorbij,
omdat we pas ontdekken1 na het gebeurde.
Omdat eerst ©en traan het oog ontwellen
moet als „ik denke 't is voorbij
Loert dan reysen
met gepeijzen
nae palaisen,
uit 'het sliek
deser werrelt,
die soo d werrelt.
Eeuwigh gast voor Oogenblickl
(Vondel). T.
Gemengd Nieuws
In een 'hotel in de Kalver-
van en J. M. A'artman Helena Maria, d. ivan
aangehouden, verdacht van verduistering van
53.000 Mart. V-'nl
Te Eindhoven is door de
gemeentepolitie een ernstig zed ensöh andaal
ontdekt. Een slachtoffer is overleden, terwijl 'n
ernstige zieke eai een tiental verdachten zijn
gearresteerd.
De milicien Tymmers uit
Hendrik Ido Ambacht'liep Dinsdag LI. te Bre
da bij het oefenen een klap van het .paard op.
Hij is gisterennacht in het Diaconessen huis
aldaar overleden.
Men meldt uit Alkmaar aan
het „Hbld.", dat in verhand met het .groot
aantal processen-verbaal door do politie op-
gemankt wegens te snel rijden met auto's en
motorrijwielen, van Justitiezijd© de wenk is ge
geven in dezen niet te overdrijven.
In het gezin van de J. te
Schoondijko ie een vreemde, hier te lande zeld
zaam voorkomende ziekte uitgebroken, welke
door deskundigen als beri-beri is herkend. De
drie aangetaste kinderen zijn overleden. De
moeder, di* tn het riekeftihuis verpleegd werd,
is vooruitgaande. Eveneens heelt zich een
ziektegeval voorgedaan te Hoek bij Neuzen.
Te Hérken bosch (Limb.) i 6
ingebroken ten huize van den heer Heijligors.
Een geldlede, waarin 1600 en ongeveer 3000
mark is meegenomen. De ledige lade is nabij
de Duitsche grens teruggevonden.
Aan het gemeentelijk Oude
Vrouwen-gesticht te-Ha Mem in het overblijvend
batig saldo der opgeheven Spaarbank van Hat-
tem en omstreken, groot 20,182.82geschon
ken.
Spelenderwijze geraakte te
Vittkcveen een 8-jarig meisje in een tobbe met
kokend! waschwater en overleed' aan de be
komen brandwonden.
Te Meppol heerscht, meld' t
de Zw. Grt., onder de katten een zeer besmet
telijke riekte. Door den burgemeester ie per
omroeper4 bekend gemaakt, dot de gestorven
dieren op bet politiebureau gebracht moeten'
worden. Reeds zijn eenige cadavers ter onder
zoek naar Utrecht opgezonden.
In verband met den g e-
pleegden moord op Harm Trip te Buinerveen
maakt de Officier van Justitie bekend dat een
belooning van 500 wordt gegeven aan den-
gene die inlichtingen verschaft, welke leiden tot
een veroordeeling.
In Twente zijn de jacht-
velden ruim voorzien van hazen, konijnen, pa
trijzen en fazanten. De droge zomer werkte
blijkbaar gunstig op den wildstand en de ja-
gors keeren met volle weitasch huiswaarts. Het
Twentsch jachtgezelschap bemachtigde onder
Holten 102 hazen en 80 konijnen. Ook in den
Achterhoek schijnt veel wild te zijn: een drijf
jacht te Ampsen bracht 335 konijnen, 30 hazen,
14 fazanten en 1 patrijs op.
Te V 1 a a r d i m g e n i e e n z e e-
jarig kind door een vrachtauto overreden en
gedood.
Leidsche Penkrassen.
Amice.
Wij leven than® weer in een tijd van ac
tie. Op elk gebied komt er weer leven en
beweging en voor iemand die meeleeft en
in de publieke zaak belang stelt, wordt 'het
soms wel eens lastig een keus ie doen uit
de vele vergaderingen die gehouden wor
den.
Dat is nu eenmaal een schaduwzijde van
het leven in onzen tijd. We hebben noodig
actie op elk gebied en dat gaat nu eenmaal
niet zonder vergaderen. En zoo trekken
wij vergaderin gsmenechen van het eene lo
kaal naar het andere, om te vergaderen, al
maar te vergaderen.
Dan is er een politieke bijeenkomst, de
vólgende dag vragen sociale aangelegenhe
den de aandacht, dan is 'het weer de nood
en1 ellende in een of andere landstreek, die
ons duidelijk wordt gemaakt, en zoo gaat 't
gedurende den wintertijd maar door, zoo
dat men soms blij is als men althans den
Zaterdagavond rustig in den kring van' het
gezin kan doorbrengen.
Wanneer er iemand is die beweert dat
er aan al dat vergaderen een gevaarlijken
kant zit, dan wil ik dat niet ontkennen. Wij
loopen gevaar, dat we al vergaderende en
ons bezig houdende met opzichzelf nuttige
en noodige zaken, onze gezinnon vergeten
en onze eerste plichten speciaal ten opzich
te van onze kinderen verzuimen.
Want oCh hoe gaat 't vaak in onze ge
zinnen. Eerst een beetje haasten en jach
ten om toch maar op tijd klaar te komen
en als we dan eindelijk weer thuiskomen'
good doorgerookt ^n niet al te frisoh, dan
zijn we niet in do meest gunstige conditie
om nog aan allerlei gezinsbelangen aan
dacht te schenken.
Dat dit niet. in orde is, behoef ik niet te
zeggen, en ik kan mij dan ook zeer goed
he^t'iptar :a. er rr.ftirche'i ziin, die van al
lerlei vergaderingen wier leng e in vele
gevallen niet evenredig is aan de vruch
ten een hartgrondigen afkeer hebben
En ik geloof ook heel graag dat er tal van
huismoeders zijn die voor het vereenigiuga
leven ver vam enthousiast zijn, en die daar
om misschien weloeus een convocatie op
een geheimzinige wijze laten verdwijnen.
Als ik deze schaduwzijden of wilt ge
gevaren, volmondig toegeef, dan volgt
daaruit niet, dat ik de vergaderingen zou
willen afschaffen of dat. ik tot een minder
geregeld bezoek van allerlei vergaderingen
zou willen aansporen.
Vergaderingen mogen vaak tot op zekere
hoogte een kwaad zijn, ze zijn niet min
der onmisbaar, zoo dat we hier met
recht van een noodzakelijk kwaad, zonden
kunnen spreken.
We kunnen 't er nu eenmaal niet zonder
doen, on ik geloof dat als al onze men
sehen daarvan overtuigd waren, dat we dan
heel wat minder zouden kunnen vergade
ren. Dat, klinkt een beetje paradoxaal
maar is 't toch naar 't mij voorkomt juist..
Op *t oogenblik is 't. vaak zoo dat allerlei
arbeid op enkele schouders wordt gelegd.
In kerkelijke, in politieke, in sociale en an
dere vergaderingen, men ontmoet altijd
weer in hoofdzaak dezelfde menschen, de
gangmakers, die overal hun schouders on
der zetten en 't ook doen, niiet omdat ze dat
nu zoo buitengewoon .prettig vinden, maar
omdat ze do zekerheid 'hebben1, dat er an
ders niets tot stand komt.
Als zulke menschen klagen over 't vele
vergaderen, dan bon ik 't heelemaal met ze
eens. Maar 't merkwaardige van de zaak
is juist dat personen die men zoo ongeveer
nergens ziet, meestal 't hardst en 't meest
klagen.
Ze keuren 't af dat. sommige menschen
altijd van huis zijn maar als ge ze dan
voorstelt om een deel van die taak over te
nemen en door verdeeling van den arbeid
het werk ©enigermate te verlichten, dan zijn
ze plotseling niet. meer te spreken, maaT
steppen hun pijpje en kruipen met. hun
krant achter, de kachel om van daaruit het
werk van anderen te critiseeron en vaak1
onbarmhartig uit elkaar te rafelen.
Zoolang dat 't geval is, zoolang heb ik
niet den moed om hen die zich dan nog
wel voor de publieke zaak willen geven en
misschien weieens wat. al teveel van hui»
zijn, te vermanen om toch wat meer aan
'hun gezin te denken en zich toch wat min
der in vergaderingen te vertoonen.
't_l3 wel jammer dat 't zoo moet, maar
ik zie geen andere uitweg. Maar omdat ik
voor de nadeel en van al het vergaderen
mijn oogen niet wil sluiten, wil ik dit
'kwaad" niet grooter maken dan beslist
noodzakelijk is en daarom voel ik er ook
zoo bitter weinig voor om onze vrouwen
met kunst cn vliegwerk naar allerlei ver
te brengen.
Het spreekt wel vanzelf dat ik er niets
•tegen heb, dat onze vrouwen behalve
hare kransjes enz. ook eens een verga
dering bezoeken. Dit kan zelfs heel nuttig
zijn, maar als ik goed zie, dan moet hot
toch uitzondering blijven.
Ik geloof graag dat onze vrouwen in ver
gaderingen weieens heel nuttig werk kun
nen doen, maar ik ben er niet minder van:
overtuigd, dat we, door onze vrouwen veel
in vergaderingen te brengen, onze gezinnen
in den grond verwoesten.
Een vrouw, een moeder, ook 'al heeft ze
nu juist geen bijzondere paedagogische ta
lenten kan in het gezinsleven zoo groot en
invloed uitoefenen. Als de mannen gaan
vergaderen, en de vrouwen en de moeders
gaan mee, geloof dan maar niet dat de
kinderen rustig thuis zullen blijven.
Het is de moeder, die de kinderen nog bij
elkaar kan houden en die de huiskamer
voor de kinderen aantrekkelijk kan maken1.
Op dit gebied zijn we misschien toch al
niet vooruitgegaan do laatste jaren. Als
men ziet 'het groot aantal jongens en meis
jes dat 's avonds langs de straten zwerft,
dan voelen we wel dat hier iets niet in or
de is, en dat de band die de gezinnen bij
eenhoudt, hier en daar bedenkelijk begint
te verslappen.
Daarom moeten we zoo uiterst voorzich
tig zijn eer we er aan beginnen onze vrou
wen op groote schaal naar de vergaderin
gen te brengen.
Natuurlijk bedoel ik daar niet mee, da.t
de vrouwen geen belang zouden moeten
stellen in wat er in onze vergaderingen be
handeld wordt. Ik acht het. integendeel van
belang dat zij daarmee goed op de hoogte
worden gesteld. Maar dat zou dan gedaan
kunnen worden door zoo nu en dan speciale
avonden te organiseeren waar op con .pret
tige en gezellige wijze belangrijke punten
worden behandeld, zoodat ook de vrouwen,
die nu eenmaal of ze 't willen of niet, in
dezen maatschappeilijken en politieken strijd
betrokken worden, zoo eenigermate weten
wat er op dat. gebied te koop is.
Zijn onze vrouwen dus door do omstan
digheden genoodzaakt misschien weleene
een offer te brengen, de mannen moeten er
niet voor terugdeinzen, een deel van de ge
zelligheid van het huiselijke leven op te
offeren.
Vooral in deze dagen is dat noodig.
De roode huisbezoekers gaan van huis
tot huis om de arbeiders van Christ©-
lijken 'huize te bezoeken en to bewer
ken, en hen er toe te brengen hun
beginsel te verloochenen door lid te
worden van een roode vakorganisatie.
En als dat een maand- lang geduurd
hoeft, dan gaan al de gegevens die de vak
organisaties hebben verzameld naar de S
D. A. P. die dan opnieuw oen stevigen aan
val gaat doen. En nu gaat 't, zeker niet aan,
om dat, maar werkeloos aan te zien.
Toen in 1914 de oorlog uitbrak wc-rd ge
heel Europa gemobiliseerd. Hier om don
aanval af te slaan daar nu om op alle ge
beurlijkheden voorbereid te zijn.
Men. deed dat niet. omdat 't zoo prettig
was of zoo voordeelig, maar omdat 't nu
eenmaal niet anders kan, omdat de nood
drong.
Welnu, m'n waaide zoo is 't ook nu. Van
alle kanten komen de vijanden opzetten,
en ze doen dit met. temeer kracht, nu weer
de verkiezingen naderen.
Als 't ging om belangen, als speci
ale arbeiders- of middenstandsbelangen be
dreigd werden-, we zouden zeker niet. rustig
blijven zitten. Maar nu gaat 't om veel
meer dan belangen, om beginselen, nu zijn
't geestelijke goederen die bedreigd worden
En zouden wij dan rustig blijven zitten
en lamenteeren over de groote kracht die de
vijand -ontwikkelt? Maar dat gaat immers
niet.
Neen, amice, we moeten er op uit-, we
moeten ons mobiliseeren.
De mannen moeten hunne gezellige avon
den opofferen en zich geven met heel hun
hart-;voor de publieke zaak en de vrouwen,
zij moeten een offer brengen, door desnoods
hare mannen die wat al te gemakkelijk
zijn aangelegd en die den strijd schuwen,
de deur uit te jagen.
Ik had indertijd het, genoegen een deel
van de mobilisatie meo te maken. Dat was
vooral in 't begin uitermate vermoeiend;
maar teen alles georganiseerd was en ge
noeg manschappen onder de wapenen wa
ren, toen kon op geregelde tijden, zonder
bezwaar een deel met verlof worden ge
stuurd.
Zoo kan 't ook gaan in oas sociale en
staatkundige leven. Als heel ons Christe
lijk leger onder de wapenen komt dan heb
ben we een overvloed van strijders en kan
door -verdeelin,g van den arbeid het, werlc
van 'hen die nu nacht en dag schier in do
weer zijn, worden verlicht..
Algemeen© mobilisatie dus. In 't belang
van do zaak waarvoor wij strijden in in
't belang ook van onze gezinnen.
Ik hoop m'n waarde, dat ge hierin met,
mij eenstemmig denkt en dat, ge ook in uw
kring gaarne in deze richting zult meewer-
VERITAS.