DE BAZAR Dagblad voor Leiden en Omstreken. f 49.50 5 ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN 3 2 WAAK agenten gevestigd zub '1 «B KWARTAAL I1M K WEEK 10.19 3ANC0 FEE POST PEE KWARTAAL IBM 2de JAARGANG. - DONDERDAG B5 SEPTEMBER 1921 - No. 445 BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIE-PRUS rEB GEWONE REGEL 10-2217J DES ZATERDAGS I0C3 INGEZONDEN RKrr.HTEB DCBBEt TAKTES KLEINE AD TESTEN 11E3 ru hocffateas 80 «oorden 50 teut: Zuiadigs 75 <m\-1 i. bij voflralrteêaüac DE PARTIJDAG, giet regel ingscomité voor den op 11 dezer te gehouden en zoo schitterend geslaagden Srtijdag hotuigt langs dezen weg zijn hartelij- Si dank aan allen dio tot het welslagen van ïien dog hebben willen medewerken, en die tijd éli moeite hebben ontzien om dezen dag voor _J partijleven tot een nooit te vergeten dag te if'"- j In 't hijzonder brengen wij een woord van tink aan de medewerkers(sters) aan het schoo- L tableau en aan Moes Havicx en do kranige tutters van het vierde stadsvendel die zich in ioier dan een opzicht verdienstelijk maakten en hot welslagen van den dag zulk een belang- aandeel hadden. Bet Rogelingscomité. 3 WIJ ETALEEREN: Prachtig Model BREESTRAAT 161. 1118 Partijdag te Leiden. Wanneer wij ons thans zotten om van verdere gedeelte van den Partijdag n verslag te geven, dan doen wij dat met n gevool van groote blijdschap en dank- fiiarheid. j Hot was oen zeldzaam 'heerlijke dag. |De stoutste verwachtingen zijn overtrof- Ver boven bidden en denken zijn wij en> door dezen' dag gezegend. _Er werd op 'honderden bezoekers toopt en zie, daar waren or d ui z e n - je n. leeds do morgenvergadoring was zeer bezocht en de kostelijke, principieel© v&n den Schouten maakte het verga* tot een .groot genot. Hoe helder werd onze taak, onze o e -r - ft o .taak in de naaste toekomst in het licht ;eld. Een verrassing was het teem onder de 'gaderden ook de heer Mr. S. de Vries, id minister van Financiën aanwezig bleek zijn. die met hartelijk applaus weid be- Aa.n het einde van de morgen vergadering ;on worden medegedeeld, dat besloten was, J(le middagvergadering op het Burchterrein •jO houden. Dat was een b 1 ij d e en naar later bleek mK>lc een goedetijding. 5 Do opkomst in do middagvergadering -was toch 7.oo- overweldigend groot, dat de |jëh oorzaal onmogelijk de groote schare ^lad kunnen bevalen. J 'Van heinde en ver waren ze samenge stroomd onze mannen en vrouwen. 0 Heel het burehtterrein was een compacte En wat niemand had durven verwachten, jjjjiot alleen dat de regen uitbleef, maar we "werden ook no,g verrast door een koeste rend zonnetje. •Do wind scheen aanvankelijk oen weinig hinderend te zullen werken, maar door de verplaatsing van het spreekgestoelte naar het midden van hét terrein, werd dit be- ïwaar, dank zij mede de krachtige stem yan do sprekers overwonnen, r Van het schitterend geslaagde tableau, ff».de glorie van hét "Calvinisme" voorstellend ){en van de daarna gevolgde rode van Prof. ^Diepenhorst over „Do nieuwe politieke aak van de vrouw", konden we in het vo- jjfig nummer nog een verslag plaatsen. Na de rede van Prof. Diepenhorst werd op verzoek van den voorzitter do vergade ring verrast met een kort woord van ond-minister De Vries. Do heer De Vries met hartelijk applaus Breroerfc, verklaarde gaarne een onkel woord .te willen zeggen al was [t oorspronkelijk Jriet. zijn plan. f Een minister die pas gevallen is, doet Liwijs voorloopig te zwijgen. Spr. wil dan |®ok niet spreken van de crisis. Dat doen ze |©.p 't ©ogenblik in de Tweede Kamer on hij ■jgeioofit dat ze 't verstandig doen (gelach), .j. Toen spr. hoorde dat in Leiden een par- Ötijdag word gehouden, zei hij tot zichzelf: &aar moet ik heen. (applaus). Dr. Kuyper heeft eens gezegd dat hij zich gale minister soms zoo alleen gevoelde. Dit «choco spr. toen, ecu, wtküe w^senyl maar toch heeft hij later iets gevoeld van wat Dr. Kuyper bedoeldo. Een minister moet altijd oen zekere re serve in acht nomen, en daarom heeft epr. behoefte weer eens temidden van de broede ren en zusteren te zijn. Dat dioet het harte weer goed. Het lijkt wel mooi minister te zijn en spr. hoopt dat velen van de hier aanwezigen het nog oenis zullen worden (gelach) maar zegt hij, dan niet als Minister van Finan ciën. Dat is geen dankbaar werk, 'vooral voor een amita-revol utionoair. Er zit zoo weinig geestelijks in. Maar er moet toch ook een Minister van Financiën zijn en zoo viel het lot op Jona, die nu weer op het drooge is. (applaus). Daarbij komt dat niemand het aange naam vindt als je aan zijn portemonnaie komt. Spr. heeft echter geen kans gezien de uitgaven te bestrijden; en de zaken' in het rechte 6poor te houden, zonder nieuwe belastingen op te leggen, al hoeft hij daar mee het hart van ons volk niet veroverd. Zeker het ministerschap had ook mooie momenten. Spr. denkt o.a. aan 1918 en aan de oplossing van de onderwijskwestie, maar toch blijft contact met hot volk noodig en kan ook een minister op zijn eenzamen post de sympathie van het volk noodig. Dat contact missen do vrijzinnigen. Wor ons blijft echter, dat wij één God dienen in wiens Naam wij ook op politiek gebied strijden. Dat is voor hen die vooraan staan een steun en het is. zoo gelukkig, dat wij hier in tegenstelling met andere landen, het verband kennen tussohen het geloof en het staatkundig leven. Dat is van groote be- teekenis. Het is een niet. te schatten voorrecht, het stemt ons tot büjdshcap en dankbaarheid, dat het mogelijk is dat hier rogeoringen op treden, 'die wenschen te buigen voor God en Zijn Woord. Het is spr. een groot voorrecht dat hij thans na drie jaren hier mag zijn. Laat oms zegt. hij, opwassen in het ge loof en laat dat geloof de grondslag zijn voor ons optreden op politiek terrein. (Applaus). De v o o r z i 11 err dankte Mr.- de Vries voor zijn hartelijk woord. Met open armen, zoo zeide hij, ontvangen wij u weor terug in de practische politiek. Daarna wordt het woord gegeven aan Dr.. K. Dijk van 's-Gravemhage om te spreken over „Onder eigen banier". Het jaar 1922 aldus deze spreker komt ki 't zicht. Dat zal voor onzo politieke partijen een zeer gewichtig jaar zijn. We worden geroepen tot een strijd, waarin onze poli tieke worsteling haar hoogtepunt viert. Zulk een strijd hebben we noodig. Wij kun nen niet zonder die spanningsmomenten, waarin de innerlijke kracht op hooger proef wordt gestold. We gaan wapenschouw houden, verken nen 't terrein, meten onze krachten en er is .geen vezel die daarbij niet 'trilt en geen lid van 't. A.-R. lichaam dat niet in actie is. Zulke tijden in ons partijleven zijn vaak schoon geweest. Vooral de ouderen herinne ren zich die heerlijke dagen als de Stan daard ons opriep tot den trijd en met heilige bezieling onder telkens nieuwe strijdleuzen, de gelederen in beweging wer den gebracht. Welnu, wo gaan thans wéér de verkie zingen tegen. We moeten mee beslissen wie in 's lands Raadszaal den toon zullen aan- gevon. Dit dwingt tot ernstige zelfbezinning en zelforitiek. Spr. koos daarom als onderwerp: „On der eigen banier." Men zal misschien zoggen: dat spreekt toch vanzelf, nu iedere partij op eigen ge legenheid strijd voert en coalitie in vroege- geron zin niet meer noodig is. 't Is natuur lijk dat. wo onder eigen banier optrekken. Maar zoo gemakkelijk, zegt spr., staat de zaak toch niet. Wo hebben als vrucht van samenwerking een rechts Kabinet, en mot dat feilt moei, rekening worden gehou den. Wel tordege dringt dus do vraag of we roads nu opnieuw op zulk 'n samenwerking zullen bedacht zijn of dat we ons in ons isolement zullen terugtrekken. 't Gaat dus om de vraag of de strijd on der eigenbanier een la/tor samenwerken met Roomschen en Chr. Historisch en toelaat. Spr. behandelt deao vraag zonder eenige pretentie en wil alleen zeggen wat hij per- eoolijk op het hart heeft. Heeft, bet Kabinet en de politiek van de laatste jaren tot isolement aanleiding ge geven? En don stolt spr. op den voorgrond, dat we aan ons Kabinet veel gehad hebben. Dank sloahto aan de revolutiedagen, toen oen slap vrijzinnig socialistisch Kabinet den roeden stroom niet had kunnen keeren. Nooit zullen wo vergeten wat het. Kabi net tn dlc dagen gedaan heeft, en evenmin wat dat Kabinet op 't gebied van 't onder wijs dead. Ook willen we ons niet onttrek ken aan de hulde die dit Kabinet toekomt ■voor zijn sociale wetgeving. Spr. stelt dat alios mot nadruk voorop. Hot mangelt hom allerminst aan waardoe- ruig. - - - ---- ---.k. Maar daarmee zijn we niet. klaar. Onze vreugde ia niet onvermengd. We hebben onze bezwaren. Geheel te vreden zijn we niet en op de vraag of we zonder meer een nieuwe unie zullen aan vaarden, zegt. spr.: neon! Waarover hebben wo te klagen! In do eerste plaats hierover, dat met onze partij en onze beginselen meermalen te weinig is gerekend. Spr. denkt, aan de pogingen on zerzijds om do vrijheid der vrije school te verdedigen +egen te ver gedreven staats bemoeiing. Hoe is 't gegaan met ons pro fest tegen de subeidieering van de Opera? Hoe is 't gegaan mot onze bezwaren togen ,lJ stemmen van de vrouw? En als men daar bij bedenkt dat bij de sociale wetgeving de vrees voor revolutie wol wat veel invloed heeft gehad, dan is er reden voor de vraag: Wat nu? In de tweede plaats ié er do schoolwet, waarvan spr. voor de vrijhoid van onze scholen gevaar ducht en waarvan hij vreest, dat nu de schoolstrijd naar de Ge meenten verplaatst wordt.. De eindpaal op dit gebied is nog vol strekt. niet bereikt. Er is hier iets van pijn der teleurstelling. Laten we toch zien het gevaar dat hier dreigt.. Dan is er nog de kwestie van het uittre den van. Minister Do Vries, die ons ook na de verklaring van Minister Ruys een raad sel blijft. Spr. weet niet. hoe het optreden van het Kabinet te kwalificeer en. Hij wil er niet veel van zeggen, maar 'hij wil toch uitspreken, dat deze dingen ons niet. koud laten en dat wij zooiet6 onze Ministers niet laten aandoen. Ongetwijfeld, wij hebben schuld, door te veel te letten op do gedienstigheden van de practijk. Wij hebben „geslikt", wat onze va deren zouden uitgespuwd hebben. Onze oude banier heeft niet altijd gewapperd; we heb ben ons wel eens laten overwinnen. Wat er dan .gebeuren moet? Moeten we allo samenwerking afwijzen.en tot een abso lute separatie aansporen? Dat wil spr. niét doen. Er zijn gemeenschappelijke beginselen. Wo houden vast aan de waarheid dat God regeert.. Ook mogen we het landsbelang, dat. met de samenwerking in nauw verband staat, niet. uit het. oog verliezen. Een-rechts Kabinet kan zooveel keeren; 't is altijd oen dam tegen revolutie on an archie. We moeten daarom voorzichtig zijn en niet zonder meer op verbreking van de sa menwerking aandringen. Niet omdat wo zoo gaarne excellenties in ons midden hebben, want de tijden van glorio en grootheid zijn voor ons niet de •beste. Wij begeeren geen departementen, maar als 't landsbelang opnieuw coalitie eischt, mogen we ons aan het offer van coalitie niob onttrekken. Maar, zulk een offer brongen we niet zonder condities. Geen huwe lijk zonder h u w e 1 ij k s v o o r- waarden. Samenwerking, 'goed, maar dan op een welomschreven program! We "vragen niet teveel, als we een waar borg willen voor de volle sympathie van de reohtsevhe partijen. We mogen niet met ons laten spelen. Maar als met onze beginselen weer ge rekend wordt, dan sluiten we ons nauw aan on dan heeft het Kabinet geen brouwer verdedigers dan in ons Anti-revolutionnai- ien. Daarbij is dan noodig^ overleg tussohen onzo ministers on onze Kamerclub. Als die 'beide zich als anti-revolutionnair openbaren on onzo kleuren in* 't parlement worden ontplooid, gaan wo met moed de toekomst logen ook als samenwerkende part.ij. Maar als voorwaarde is daarvoor noodig .in eigen part.ij het voeren van een goede principicelo zuiver ant-i-revolu-1ionnairo po litiek. Er is ook in onze gelederen verachtering Zeker, er zijn voor dezo decadence wel ver ontschuldigingen aan te voeren. Ook is het spr. niet. onbekend, dat. velen in onze kringen een zekere verflauwing niet zoo erg vinden. Met eenige voorliefde spreekt- men van de critiek der jongeren, welke aritiek bij bet mcerondeel der jon geren echter geen weerklank vindt. We moeten weer weten wat we willen. Weer zeggon wat ons standpunt is. Daar aan ontbreekt in onze kringen teveel, wat 6pr. met verschillende voorbeelden, kies recht, sociale wetgeving enz. nader aan toont. Daarin schuilt onze fout. Daarom moeten we weer gaan studee- ren. De algomeene leuzen hebben we wel te pakken, maai- overigens zijn we nog teveel aan 't zoeken. Wij zijn hi gebreke gebleven, de gedach ten van Dr. Kuyper nader uit te werken. Nu is het. trekken van lijnen ongetwijfeld moeilijk. De problemen loai cn zich niet zoo gemakkelijk cp. Maar toah, we moeten weer hebben z o- korheid en belijndhoid. We moeten weer kunnen zeggen: Wij kunnen niet anders: God helpe ons! Doen we dat niet, dan raken we onze l>e- tectaifi en onzen invloed kwijt.Wij moeten weten in 'f diepst van onze ziel waarvoor wo strijden. Zoo geve God ons 't weer te aanschou wen. 't Eigen beginsel moet weer worden.' aan gewezen, 't eigen vaandel ontplooid. De tegenpartij moet weten, wat men aan ons heeft,. Er is zooveel verwarring in onze dagen. De tijden zijn denker. No,g is 't. een „toe vende dageraad". De tegenstellingen ver scherpen zich, de oonflicten vermeerderen, het ongeloof wordt steeds driester. In deze spannende dagen 'hebben we een groote taak. Wij hebben het profetisch Woord dat. een rots is en op grond van dat Woord hebben wo weer rechte lijnen te trekken. Ernstig wekt spr. daarom op nooit, los te laten het Woord dor Waarheid en vaster te omklemmen de banier der beginselen. Daaamtoe reept ons ook de historie. Leiden 'is in bange dagen behouden ge bleven, omdat men wilde strijden tot het einde 'toe voor Gods Woord en de vrij heid. Dat was het geheim van do kracht onzer vaderen. Welnu, de strijd van onze dagen kan op geen andere wijze worden gewonnen. Als Jezus geen Koning is ons hart, als er niet is een persoonlijk geloof, dan is het met onze partij gedaan. Daarom beginnen met ons zelf en dan mot. moed verder. Wij moeten nu den strijd tegen, zon der Dr. Kuyper, en zonder mannen als Bavinck, die we toch zoo noodig had- den. Maar God blijft dezelfde en in Zijne mo gendheid gaan we, trouw aan onzo leiders, bezield en bemoedigd, onder eigen banier den strijd tegen en als 't moet, dan in isolement. Moeten we alleen etaani, welnu, dan om klemmen we met. vaste hand de oude banier en spreken in geloovig vertrouwen: In God zullen we kloeke daden doen! Na deze met groote aandacht gcvjlgdc en worm toegejuichte rede volgde het planten der Oranjcvaan. Onder overgroote belangst elling "had ver volgens de Êncomste plaats van het vierde stadsvendel der schutterijc, onder bevel van Moes Havis. Het was een aardig gezicht teen do mid- deleeuwscihe schutters in hunne kleurige kloedij mot slaande trom en onder het schetteren van de trompet don trans be klommen en daar met do groote Oranjevlag het. saluut brachten. Mees Havix, hield vanaf den trans de vol gende toespraak: Eer same, vrome ende besondere goede vrienden, Bestuurders van close vergadc- ringhe inder Stadt van Leyiien. -enJde de borgheren, die met wagens ende schuyten inder Stadt syt ghecomen: Alsoo iele seer blijde ben van goeder herten ende uyt liefden die ick de Stadt ende de vrienden aldaer tsamenghccomen toe ben draghende, fliebbe niet. konnen na- laaten, ghemerct ick ghesienj heb die ghc- trouwicheit, die ghy juyden bewesen ende (ghetoont hebt, nu. overmits ick gaern sien soude het welvaeren descs veilx, wille ick wenschen, dat. hier alle sa eken! moghen co- men tot een goet cynde. Dit is een schoonc dagh bysönder in de- sen onsen tijt der beroerten om ghetrou erido stantvastich te blijfen ende do borgheren op sulcker wijse Lcghemoet en- do voor te gaen|, hebbende daertoo oock achterdinken op ulieden Huysvrouwen en- do dochterch. Wilt hier goet onderrecht doen. Het is alle monschen bekent-, wal vlijdt enldc costen' deden om dese vergadoringhe to doen! gclucken, soodat wij niet twijfe len of dit volk sal aen hunne syde alle stantvasticheit toonen endo sich houden als ghetroue bondtghenoolen en alle lis- tighe ende soeto aenélaghen des vijants verwerpen. Ick ben seer blyde gheweest hier te mo ghen eomien enjrle wille tot ghodachthenisso dése Oranjcvaen planten. Den'ekt aen 't woort van den Hoe re Van cler Does, Heer tot Noortwyck: „Laot ons noch houden de waperjen in hande, opdat den naem van vrie lande niet en ghcd'ie lot grootcr schande". Ick, als u vrient heb niet willen nalaa- iten u dit te -adverteerent begeerentfo het- selve in 't goede le willen aen/oeniien. Nadat vervolgens het vendel gekiekt was, werd onder groot, enthousiasme en onder hot zingen van het Wilhelmus de Oranje vaan geplant- Hot was een aardig moment, een nummer dat insloeg wat wel bleek uit het lang durig handgeklap, waarmee het vendel bij aankomst en vertrek werd beg iet. Toen daarna de schutters zich onder de aanwezigen 'begaven om bijdragen te ver zamelen voor de strijdkos, werd do belang stelling ook -nog op andere wijze getoond, De collecte bracht n.l. op f 232.27. Na hot vertrek van het stadsvendel op dezelfde wijze als het gekomen was, trad als vierde spreker op D s. J. H. F. Rcm- m o van Amsterdam, mot het onderworp Bezieling. In aansluiting met -het voorafgaande nummer van hot program, begon Ds. Rem- me mot op te"merken, dat we een klein deel van -den buitenkant onzer historie hebben gezien. Maar de ziel daarvan ligt in do waar- achtigo A.-R. beginselen. Een der grootste gevaren die 't- Christe lijk leven in 't -algemeen en ons partijloven in 't bijzonder bedreigen is de onmisken bare everschatting van een vergankelijk goed in onzen tijd. 't Is er zoover vandaan, dat het. woord dos Apostels: „Wij aanmerken de dingen die mein niet ziet", in breeden kring weer klank vindt. De verwachting dat de mensolihcid op den dorschvloer van den oorlog gelouterd en gezuiverd zou worden en dichter bij do eeuwige dingen gebracht is teleurgesteld. En nu kan men wel zoggen dat wio schip breuk leed aan zijn geloof, daa-mee blijk geeft nooit ingescheept te zijn geweest in het scheepke dat de lcruisvlag in top -heeft, maar daarmee zijn de bezwaren tegen den geest, dezer eeuw niet weggeredeneerd. Overail dreigen onder de wateren van de zen tijd gevaarlijke klippen. Daarmede houdt verband dat in onze kringen een zekere laksheid niet to looche nen valt. Wij staan in verband met dezen tijd mot zijn gebreken en begeerten en verlangens. Wij zijn niet immuun tegen de besmetting van 't kwaad dezer eeuw. Er wordt ook onder ons zooveel levens energie verteerd en verbruikt in de worste ling voor 't stoffelijk goed. Men zal zeggendat. kan toch niet anders, nu we staan midden in de wereld. Ongetwijfeld, maai-, laat ons toch niot vergeten dat or i«n dat staan in 't midden van 't Welt-levon hot ernstige gevaar schuilt, dat ook wij zullen opgaan in do warreling van 't grijpen naar wat men met de handen kan tasten. Men zegt. maar dat behoef', toch niet! Zeker, maar wo weten ook wel dat Jezus sprak van de doornon die do planting des geloofs bedreigen. Die schade wordt niet dadalijk hierin "openbaar dat wc met pak en zak ovorloopen naar den vijand, of hierin dat- wo ons in slagordo laten stellen tegenover do broo deren. Als dat do eenige manier was om ontrouw to worden, dan zou 't gevaar niet zoo groot zijn. Maar 't 6taat in werkelijk heid heel anders. Voor 't oog kan alles in orde% zijn, wo kunnen nog meestrijden in den- strijd en toch in ons h a r t ontrouw zijn gewor den aan onze beginselen-. Do zuigkracht - van het mamomnisme is zoo machtig in onzo dagen. Wij denkon aan allerlei dingen, behalve aan do dingen die eeuwige waarde hebben. Wo wegen ons geld uit voor wat geen brood is. Zoo weinigen zijn or op bedacht, 'het g o- 1 o o f te behouden, terwijl men zich afmat in het grijpen -naar 't stoffelijke goed. Onze A.-R. partij zet de douren voor allo rangen en standen wijd open. Onzo partij is, althans behoort te zijn, de partij van den levendon God. Maar dan zal ook de kraoht van do geestelijke levensbeschou wing zoo sterk moeten zijn, dat do afstand tussohen de versehillonde levenskringen overbrugd wo-rdt cn do stom van 't vermeen de imdividueelo belang tot zwijgen ge bracht. Wij nemen een gevaarlijke positio in te midden van do worsteling onzer dagen. Het heilige vuur van do goddelijke be zieling zal moeten branden i.n oms hart als we maar niet anti-rovolut-ionnair willen heeten, maar 't ook in waarheid zijn. De revolutie waartegen wo ons stollen ia zoo oud als de zonde zelf, want do z o n- d e is de revolutie, die niet anders is dan de doorvoering van 't zondige begimsol dat op kwam in 'het zioleleven. Wie de revolutie predikt, doet eigenlijk niet anders dan de consequentie trokken vin hot zondig bo- ginsel. Wij kunnen ons als anti-rovolut.ionnairen niet alleen stellen tegen de sociale en staat kundige revolutie. Wij mogen niet scheiden wat God heeft samengevoegd. Homol on aardo, ziel en liohaam, geest en stof zijn door God samengevoegd en er is voor alle levensterrein sleohts één medicijnterug koor tot God! 't Politieke bederf staat met het geeste lijke bederf in 't nauwste verband. Wo kunnen niet zijn A.-R. in 't politieke 'leven als 't revolutionnairo beginsel in one hart. niet gebroken wordt. Alleen in 't ware bogimsel dat onzo partij heeft aanvaard, ligt. do bezieling en steun- kracht voor onzen strijd. Wo moeten or mon onzo ziel in leven. 'Alle arbeid en' actie op politiek terrein niet in 't uitslaan van den zielebrand go- grond, gelijkt op de doode vruchten, die aan de boomen zijn vastgebonden. Mot con geesl olijke weging die buiten ons hart omgaat, ie 't niet andere. Togen matheid on inzhiking moet daare-m waar schuwend het woord uitgaan. Als do ma& heid over ons Icomt, zinkt do arm machte loos neer, worden do handen cafig en da knieën stram en de voeten weigerachtig. 't Zijn miiot altijd de mieiston ia wiea zieloadoren het gif van de matheid en ija.-.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 1