DE BAZAR
Dagblad voor Leiden en Omstreken.
f 49.50
5 ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN 3
2 WAAK agenten gevestigd zub '1
«B KWARTAAL I1M
K WEEK 10.19
3ANC0 FEE POST PEE KWARTAAL IBM
2de JAARGANG. - DONDERDAG B5 SEPTEMBER 1921 - No. 445
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRUS
rEB GEWONE REGEL 10-2217J
DES ZATERDAGS I0C3
INGEZONDEN RKrr.HTEB DCBBEt TAKTES
KLEINE AD TESTEN 11E3 ru hocffateas
80 «oorden 50 teut: Zuiadigs 75 <m\-1
i. bij voflralrteêaüac
DE PARTIJDAG,
giet regel ingscomité voor den op 11 dezer te
gehouden en zoo schitterend geslaagden
Srtijdag hotuigt langs dezen weg zijn hartelij-
Si dank aan allen dio tot het welslagen van
ïien dog hebben willen medewerken, en die tijd
éli moeite hebben ontzien om dezen dag voor
_J partijleven tot een nooit te vergeten dag te
if'"-
j In 't hijzonder brengen wij een woord van
tink aan de medewerkers(sters) aan het schoo-
L tableau en aan Moes Havicx en do kranige
tutters van het vierde stadsvendel die zich in
ioier dan een opzicht verdienstelijk maakten en
hot welslagen van den dag zulk een belang-
aandeel hadden.
Bet Rogelingscomité.
3
WIJ ETALEEREN:
Prachtig Model
BREESTRAAT 161.
1118
Partijdag te Leiden.
Wanneer wij ons thans zotten om van
verdere gedeelte van den Partijdag
n verslag te geven, dan doen wij dat met
n gevool van groote blijdschap en dank-
fiiarheid.
j Hot was oen zeldzaam 'heerlijke dag.
|De stoutste verwachtingen zijn overtrof-
Ver boven bidden en denken zijn wij
en> door dezen' dag gezegend.
_Er werd op 'honderden bezoekers
toopt en zie, daar waren or d ui z e n -
je n.
leeds do morgenvergadoring was zeer
bezocht en de kostelijke, principieel©
v&n den Schouten maakte het verga*
tot een .groot genot.
Hoe helder werd onze taak, onze o e -r -
ft o .taak in de naaste toekomst in het licht
;eld.
Een verrassing was het teem onder de
'gaderden ook de heer Mr. S. de Vries,
id minister van Financiën aanwezig bleek
zijn. die met hartelijk applaus weid be-
Aa.n het einde van de morgen vergadering
;on worden medegedeeld, dat besloten was,
J(le middagvergadering op het Burchterrein
•jO houden.
Dat was een b 1 ij d e en naar later bleek
mK>lc een goedetijding.
5 Do opkomst in do middagvergadering
-was toch 7.oo- overweldigend groot, dat de
|jëh oorzaal onmogelijk de groote schare
^lad kunnen bevalen.
J 'Van heinde en ver waren ze samenge
stroomd onze mannen en vrouwen.
0 Heel het burehtterrein was een compacte
En wat niemand had durven verwachten,
jjjjiot alleen dat de regen uitbleef, maar we
"werden ook no,g verrast door een koeste
rend zonnetje.
•Do wind scheen aanvankelijk oen weinig
hinderend te zullen werken, maar door de
verplaatsing van het spreekgestoelte naar
het midden van hét terrein, werd dit be-
ïwaar, dank zij mede de krachtige stem
yan do sprekers overwonnen,
r Van het schitterend geslaagde tableau,
ff».de glorie van hét "Calvinisme" voorstellend
){en van de daarna gevolgde rode van Prof.
^Diepenhorst over „Do nieuwe politieke
aak van de vrouw", konden we in het vo-
jjfig nummer nog een verslag plaatsen.
Na de rede van Prof. Diepenhorst werd
op verzoek van den voorzitter do vergade
ring verrast met een kort woord van
ond-minister De Vries.
Do heer De Vries met hartelijk applaus
Breroerfc, verklaarde gaarne een onkel woord
.te willen zeggen al was [t oorspronkelijk
Jriet. zijn plan.
f Een minister die pas gevallen is, doet
Liwijs voorloopig te zwijgen. Spr. wil dan
|®ok niet spreken van de crisis. Dat doen ze
|©.p 't ©ogenblik in de Tweede Kamer on hij
■jgeioofit dat ze 't verstandig doen (gelach),
.j. Toen spr. hoorde dat in Leiden een par-
Ötijdag word gehouden, zei hij tot zichzelf:
&aar moet ik heen. (applaus).
Dr. Kuyper heeft eens gezegd dat hij zich
gale minister soms zoo alleen gevoelde. Dit
«choco spr. toen, ecu, wtküe w^senyl maar
toch heeft hij later iets gevoeld van wat
Dr. Kuyper bedoeldo.
Een minister moet altijd oen zekere re
serve in acht nomen, en daarom heeft epr.
behoefte weer eens temidden van de broede
ren en zusteren te zijn. Dat dioet het harte
weer goed.
Het lijkt wel mooi minister te zijn en
spr. hoopt dat velen van de hier aanwezigen
het nog oenis zullen worden (gelach) maar
zegt hij, dan niet als Minister van Finan
ciën.
Dat is geen dankbaar werk, 'vooral voor
een amita-revol utionoair. Er zit zoo weinig
geestelijks in. Maar er moet toch ook een
Minister van Financiën zijn en zoo viel het
lot op Jona, die nu weer op het drooge is.
(applaus).
Daarbij komt dat niemand het aange
naam vindt als je aan zijn portemonnaie
komt. Spr. heeft echter geen kans gezien
de uitgaven te bestrijden; en de zaken' in
het rechte 6poor te houden, zonder nieuwe
belastingen op te leggen, al hoeft hij daar
mee het hart van ons volk niet veroverd.
Zeker het ministerschap had ook mooie
momenten. Spr. denkt o.a. aan 1918 en aan
de oplossing van de onderwijskwestie, maar
toch blijft contact met hot volk noodig en
kan ook een minister op zijn eenzamen post
de sympathie van het volk noodig.
Dat contact missen do vrijzinnigen. Wor
ons blijft echter, dat wij één God dienen in
wiens Naam wij ook op politiek gebied
strijden. Dat is voor hen die vooraan staan
een steun en het is. zoo gelukkig, dat wij
hier in tegenstelling met andere landen, het
verband kennen tussohen het geloof en het
staatkundig leven. Dat is van groote be-
teekenis.
Het is een niet. te schatten voorrecht, het
stemt ons tot büjdshcap en dankbaarheid,
dat het mogelijk is dat hier rogeoringen op
treden, 'die wenschen te buigen voor God en
Zijn Woord.
Het is spr. een groot voorrecht dat hij
thans na drie jaren hier mag zijn.
Laat oms zegt. hij, opwassen in het ge
loof en laat dat geloof de grondslag zijn
voor ons optreden op politiek terrein.
(Applaus).
De v o o r z i 11 err dankte Mr.- de Vries
voor zijn hartelijk woord.
Met open armen, zoo zeide hij, ontvangen
wij u weor terug in de practische politiek.
Daarna wordt het woord gegeven aan
Dr.. K. Dijk van 's-Gravemhage om te
spreken over
„Onder eigen banier".
Het jaar 1922 aldus deze spreker
komt ki 't zicht.
Dat zal voor onzo politieke partijen een
zeer gewichtig jaar zijn. We worden
geroepen tot een strijd, waarin onze poli
tieke worsteling haar hoogtepunt viert.
Zulk een strijd hebben we noodig. Wij kun
nen niet zonder die spanningsmomenten,
waarin de innerlijke kracht op hooger proef
wordt gestold.
We gaan wapenschouw houden, verken
nen 't terrein, meten onze krachten en er
is .geen vezel die daarbij niet 'trilt en geen
lid van 't. A.-R. lichaam dat niet in actie is.
Zulke tijden in ons partijleven zijn vaak
schoon geweest. Vooral de ouderen herinne
ren zich die heerlijke dagen als de Stan
daard ons opriep tot den trijd en met
heilige bezieling onder telkens nieuwe
strijdleuzen, de gelederen in beweging wer
den gebracht.
Welnu, wo gaan thans wéér de verkie
zingen tegen. We moeten mee beslissen wie
in 's lands Raadszaal den toon zullen aan-
gevon.
Dit dwingt tot ernstige zelfbezinning en
zelforitiek.
Spr. koos daarom als onderwerp: „On
der eigen banier."
Men zal misschien zoggen: dat spreekt
toch vanzelf, nu iedere partij op eigen ge
legenheid strijd voert en coalitie in vroege-
geron zin niet meer noodig is. 't Is natuur
lijk dat. wo onder eigen banier optrekken.
Maar zoo gemakkelijk, zegt spr., staat
de zaak toch niet. Wo hebben als vrucht
van samenwerking een rechts Kabinet, en
mot dat feilt moei, rekening worden gehou
den. Wel tordege dringt dus do vraag of we
roads nu opnieuw op zulk 'n samenwerking
zullen bedacht zijn of dat we ons in ons
isolement zullen terugtrekken.
't Gaat dus om de vraag of de strijd on
der eigenbanier een la/tor samenwerken met
Roomschen en Chr. Historisch en toelaat.
Spr. behandelt deao vraag zonder eenige
pretentie en wil alleen zeggen wat hij per-
eoolijk op het hart heeft.
Heeft, bet Kabinet en de politiek van de
laatste jaren tot isolement aanleiding ge
geven?
En don stolt spr. op den voorgrond, dat
we aan ons Kabinet veel gehad hebben.
Dank sloahto aan de revolutiedagen, toen
oen slap vrijzinnig socialistisch Kabinet den
roeden stroom niet had kunnen keeren.
Nooit zullen wo vergeten wat het. Kabi
net tn dlc dagen gedaan heeft, en evenmin
wat dat Kabinet op 't gebied van 't onder
wijs dead. Ook willen we ons niet onttrek
ken aan de hulde die dit Kabinet toekomt
■voor zijn sociale wetgeving.
Spr. stelt dat alios mot nadruk voorop.
Hot mangelt hom allerminst aan waardoe-
ruig. - - - ---- ---.k.
Maar daarmee zijn we niet. klaar.
Onze vreugde ia niet onvermengd.
We hebben onze bezwaren. Geheel te
vreden zijn we niet en op de vraag of we
zonder meer een nieuwe unie zullen aan
vaarden, zegt. spr.: neon!
Waarover hebben wo te klagen! In do
eerste plaats hierover, dat met onze partij
en onze beginselen meermalen te weinig is
gerekend. Spr. denkt, aan de pogingen on
zerzijds om do vrijheid der vrije school te
verdedigen +egen te ver gedreven staats
bemoeiing. Hoe is 't gegaan met ons pro
fest tegen de subeidieering van de Opera?
Hoe is 't gegaan mot onze bezwaren togen ,lJ
stemmen van de vrouw? En als men daar
bij bedenkt dat bij de sociale wetgeving de
vrees voor revolutie wol wat veel invloed
heeft gehad, dan is er reden voor de vraag:
Wat nu?
In de tweede plaats ié er do schoolwet,
waarvan spr. voor de vrijhoid van onze
scholen gevaar ducht en waarvan hij
vreest, dat nu de schoolstrijd naar de Ge
meenten verplaatst wordt..
De eindpaal op dit gebied is nog vol
strekt. niet bereikt. Er is hier iets van pijn
der teleurstelling. Laten we toch zien
het gevaar dat hier dreigt..
Dan is er nog de kwestie van het uittre
den van. Minister Do Vries, die ons ook na
de verklaring van Minister Ruys een raad
sel blijft. Spr. weet niet. hoe het optreden
van het Kabinet te kwalificeer en. Hij wil
er niet veel van zeggen, maar 'hij wil toch
uitspreken, dat deze dingen ons niet. koud
laten en dat wij zooiet6 onze Ministers
niet laten aandoen.
Ongetwijfeld, wij hebben schuld, door te
veel te letten op do gedienstigheden van de
practijk. Wij hebben „geslikt", wat onze va
deren zouden uitgespuwd hebben. Onze oude
banier heeft niet altijd gewapperd; we heb
ben ons wel eens laten overwinnen.
Wat er dan .gebeuren moet? Moeten we
allo samenwerking afwijzen.en tot een abso
lute separatie aansporen? Dat wil spr. niét
doen.
Er zijn gemeenschappelijke beginselen.
Wo houden vast aan de waarheid dat
God regeert..
Ook mogen we het landsbelang, dat. met
de samenwerking in nauw verband staat,
niet. uit het. oog verliezen.
Een-rechts Kabinet kan zooveel keeren;
't is altijd oen dam tegen revolutie on an
archie.
We moeten daarom voorzichtig zijn en
niet zonder meer op verbreking van de sa
menwerking aandringen.
Niet omdat wo zoo gaarne excellenties
in ons midden hebben, want de tijden van
glorio en grootheid zijn voor ons niet de
•beste.
Wij begeeren geen departementen, maar
als 't landsbelang opnieuw coalitie eischt,
mogen we ons aan het offer van coalitie
niob onttrekken.
Maar, zulk een offer brongen we niet
zonder condities. Geen huwe
lijk zonder h u w e 1 ij k s v o o r-
waarden. Samenwerking, 'goed, maar
dan op een welomschreven program!
We "vragen niet teveel, als we een waar
borg willen voor de volle sympathie van de
reohtsevhe partijen. We mogen niet met ons
laten spelen.
Maar als met onze beginselen weer ge
rekend wordt, dan sluiten we ons nauw
aan on dan heeft het Kabinet geen brouwer
verdedigers dan in ons Anti-revolutionnai-
ien.
Daarbij is dan noodig^ overleg tussohen
onzo ministers on onze Kamerclub.
Als die 'beide zich als anti-revolutionnair
openbaren on onzo kleuren in* 't parlement
worden ontplooid, gaan wo met moed de
toekomst logen ook als samenwerkende
part.ij.
Maar als voorwaarde is daarvoor noodig
.in eigen part.ij het voeren van een goede
principicelo zuiver ant-i-revolu-1ionnairo po
litiek.
Er is ook in onze gelederen verachtering
Zeker, er zijn voor dezo decadence wel ver
ontschuldigingen aan te voeren.
Ook is het spr. niet. onbekend, dat. velen
in onze kringen een zekere verflauwing niet
zoo erg vinden. Met eenige voorliefde
spreekt- men van de critiek der jongeren,
welke aritiek bij bet mcerondeel der jon
geren echter geen weerklank vindt.
We moeten weer weten wat we willen.
Weer zeggon wat ons standpunt is. Daar
aan ontbreekt in onze kringen teveel, wat
6pr. met verschillende voorbeelden, kies
recht, sociale wetgeving enz. nader aan
toont.
Daarin schuilt onze fout.
Daarom moeten we weer gaan studee-
ren.
De algomeene leuzen hebben we
wel te pakken, maai- overigens zijn we nog
teveel aan 't zoeken.
Wij zijn hi gebreke gebleven, de gedach
ten van Dr. Kuyper nader uit te werken.
Nu is het. trekken van lijnen ongetwijfeld
moeilijk. De problemen loai cn zich niet zoo
gemakkelijk cp.
Maar toah, we moeten weer hebben z o-
korheid en belijndhoid.
We moeten weer kunnen zeggen: Wij
kunnen niet anders: God helpe ons!
Doen we dat niet, dan raken we onze l>e-
tectaifi en onzen invloed kwijt.Wij moeten
weten in 'f diepst van onze ziel waarvoor
wo strijden.
Zoo geve God ons 't weer te aanschou
wen.
't Eigen beginsel moet weer worden.' aan
gewezen, 't eigen vaandel ontplooid. De
tegenpartij moet weten, wat men aan ons
heeft,.
Er is zooveel verwarring in onze dagen.
De tijden zijn denker. No,g is 't. een „toe
vende dageraad". De tegenstellingen ver
scherpen zich, de oonflicten vermeerderen,
het ongeloof wordt steeds driester.
In deze spannende dagen 'hebben we een
groote taak.
Wij hebben het profetisch Woord dat. een
rots is en op grond van dat Woord hebben
wo weer rechte lijnen te trekken.
Ernstig wekt spr. daarom op nooit, los
te laten het Woord dor Waarheid en vaster
te omklemmen de banier der beginselen.
Daaamtoe reept ons ook de historie.
Leiden 'is in bange dagen behouden ge
bleven, omdat men wilde strijden tot het
einde 'toe voor Gods Woord en de vrij
heid.
Dat was het geheim van do kracht onzer
vaderen.
Welnu, de strijd van onze dagen kan op
geen andere wijze worden gewonnen.
Als Jezus geen Koning is ons hart, als
er niet is een persoonlijk geloof, dan is het
met onze partij gedaan.
Daarom beginnen met ons zelf en dan
mot. moed verder.
Wij moeten nu den strijd tegen, zon
der Dr. Kuyper, en zonder mannen
als Bavinck, die we toch zoo noodig had-
den.
Maar God blijft dezelfde en in Zijne mo
gendheid gaan we, trouw aan onzo leiders,
bezield en bemoedigd, onder eigen banier
den strijd tegen en als 't moet, dan in
isolement.
Moeten we alleen etaani, welnu, dan om
klemmen we met. vaste hand de oude banier
en spreken in geloovig vertrouwen: In God
zullen we kloeke daden doen!
Na deze met groote aandacht gcvjlgdc
en worm toegejuichte rede volgde
het planten der Oranjcvaan.
Onder overgroote belangst elling "had ver
volgens de Êncomste plaats van het vierde
stadsvendel der schutterijc, onder bevel van
Moes Havis.
Het was een aardig gezicht teen do mid-
deleeuwscihe schutters in hunne kleurige
kloedij mot slaande trom en onder het
schetteren van de trompet don trans be
klommen en daar met do groote Oranjevlag
het. saluut brachten.
Mees Havix, hield vanaf den trans de vol
gende toespraak:
Eer same, vrome ende besondere goede
vrienden, Bestuurders van close vergadc-
ringhe inder Stadt van Leyiien. -enJde de
borgheren, die met wagens ende schuyten
inder Stadt syt ghecomen:
Alsoo iele seer blijde ben van goeder
herten ende uyt liefden die ick de Stadt
ende de vrienden aldaer tsamenghccomen
toe ben draghende, fliebbe niet. konnen na-
laaten, ghemerct ick ghesienj heb die ghc-
trouwicheit, die ghy juyden bewesen ende
(ghetoont hebt, nu. overmits ick gaern sien
soude het welvaeren descs veilx, wille ick
wenschen, dat. hier alle sa eken! moghen co-
men tot een goet cynde.
Dit is een schoonc dagh bysönder in de-
sen onsen tijt der beroerten om ghetrou
erido stantvastich te blijfen ende do
borgheren op sulcker wijse Lcghemoet en-
do voor te gaen|, hebbende daertoo oock
achterdinken op ulieden Huysvrouwen en-
do dochterch. Wilt hier goet onderrecht
doen.
Het is alle monschen bekent-, wal vlijdt
enldc costen' deden om dese vergadoringhe
to doen! gclucken, soodat wij niet twijfe
len of dit volk sal aen hunne syde alle
stantvasticheit toonen endo sich houden
als ghetroue bondtghenoolen en alle lis-
tighe ende soeto aenélaghen des vijants
verwerpen.
Ick ben seer blyde gheweest hier te mo
ghen eomien enjrle wille tot ghodachthenisso
dése Oranjcvaen planten.
Den'ekt aen 't woort van den Hoe re Van
cler Does, Heer tot Noortwyck:
„Laot ons noch houden de waperjen in hande,
opdat den naem van vrie lande
niet en ghcd'ie lot grootcr schande".
Ick, als u vrient heb niet willen nalaa-
iten u dit te -adverteerent begeerentfo het-
selve in 't goede le willen aen/oeniien.
Nadat vervolgens het vendel gekiekt
was, werd onder groot, enthousiasme en
onder hot zingen van het Wilhelmus de
Oranje vaan geplant-
Hot was een aardig moment, een nummer
dat insloeg wat wel bleek uit het lang
durig handgeklap, waarmee het vendel bij
aankomst en vertrek werd beg iet.
Toen daarna de schutters zich onder de
aanwezigen 'begaven om bijdragen te ver
zamelen voor de strijdkos, werd do belang
stelling ook -nog op andere wijze getoond,
De collecte bracht n.l. op f 232.27.
Na hot vertrek van het stadsvendel op
dezelfde wijze als het gekomen was, trad
als vierde spreker op D s. J. H. F. Rcm-
m o van Amsterdam, mot het onderworp
Bezieling.
In aansluiting met -het voorafgaande
nummer van hot program, begon Ds. Rem-
me mot op te"merken, dat we een klein deel
van -den buitenkant onzer historie hebben
gezien.
Maar de ziel daarvan ligt in do waar-
achtigo A.-R. beginselen.
Een der grootste gevaren die 't- Christe
lijk leven in 't -algemeen en ons partijloven
in 't bijzonder bedreigen is de onmisken
bare everschatting van een vergankelijk
goed in onzen tijd.
't Is er zoover vandaan, dat het. woord
dos Apostels: „Wij aanmerken de dingen
die mein niet ziet", in breeden kring weer
klank vindt.
De verwachting dat de mensolihcid op
den dorschvloer van den oorlog gelouterd
en gezuiverd zou worden en dichter bij do
eeuwige dingen gebracht is teleurgesteld.
En nu kan men wel zoggen dat wio schip
breuk leed aan zijn geloof, daa-mee blijk
geeft nooit ingescheept te zijn geweest in
het scheepke dat de lcruisvlag in top -heeft,
maar daarmee zijn de bezwaren tegen den
geest, dezer eeuw niet weggeredeneerd.
Overail dreigen onder de wateren van de
zen tijd gevaarlijke klippen.
Daarmede houdt verband dat in onze
kringen een zekere laksheid niet to looche
nen valt.
Wij staan in verband met dezen tijd mot
zijn gebreken en begeerten en verlangens.
Wij zijn niet immuun tegen de besmetting
van 't kwaad dezer eeuw.
Er wordt ook onder ons zooveel levens
energie verteerd en verbruikt in de worste
ling voor 't stoffelijk goed.
Men zal zeggendat. kan toch niet anders,
nu we staan midden in de wereld.
Ongetwijfeld, maai-, laat ons toch niot
vergeten dat or i«n dat staan in 't midden
van 't Welt-levon hot ernstige gevaar
schuilt, dat ook wij zullen opgaan in do
warreling van 't grijpen naar wat men met
de handen kan tasten.
Men zegt. maar dat behoef', toch niet!
Zeker, maar wo weten ook wel dat Jezus
sprak van de doornon die do planting des
geloofs bedreigen.
Die schade wordt niet dadalijk hierin
"openbaar dat wc met pak en zak ovorloopen
naar den vijand, of hierin dat- wo ons in
slagordo laten stellen tegenover do broo
deren. Als dat do eenige manier was om
ontrouw to worden, dan zou 't gevaar niet
zoo groot zijn. Maar 't 6taat in werkelijk
heid heel anders.
Voor 't oog kan alles in orde% zijn, wo
kunnen nog meestrijden in den- strijd en
toch in ons h a r t ontrouw zijn gewor
den aan onze beginselen-.
Do zuigkracht - van het mamomnisme is
zoo machtig in onzo dagen. Wij denkon aan
allerlei dingen, behalve aan do dingen die
eeuwige waarde hebben. Wo wegen ons geld
uit voor wat geen brood is.
Zoo weinigen zijn or op bedacht, 'het g o-
1 o o f te behouden, terwijl men zich afmat
in het grijpen -naar 't stoffelijke goed.
Onze A.-R. partij zet de douren voor allo
rangen en standen wijd open. Onzo partij
is, althans behoort te zijn, de partij van
den levendon God. Maar dan zal ook de
kraoht van do geestelijke levensbeschou
wing zoo sterk moeten zijn, dat do afstand
tussohen de versehillonde levenskringen
overbrugd wo-rdt cn do stom van 't vermeen
de imdividueelo belang tot zwijgen ge
bracht.
Wij nemen een gevaarlijke positio in te
midden van do worsteling onzer dagen.
Het heilige vuur van do goddelijke be
zieling zal moeten branden i.n oms hart als
we maar niet anti-rovolut-ionnair willen
heeten, maar 't ook in waarheid zijn.
De revolutie waartegen wo ons stollen ia
zoo oud als de zonde zelf, want do z o n-
d e is de revolutie, die niet anders is dan de
doorvoering van 't zondige begimsol dat op
kwam in 'het zioleleven. Wie de revolutie
predikt, doet eigenlijk niet anders dan de
consequentie trokken vin hot zondig bo-
ginsel.
Wij kunnen ons als anti-rovolut.ionnairen
niet alleen stellen tegen de sociale en staat
kundige revolutie. Wij mogen niet scheiden
wat God heeft samengevoegd. Homol on
aardo, ziel en liohaam, geest en stof zijn
door God samengevoegd en er is voor alle
levensterrein sleohts één medicijnterug
koor tot God!
't Politieke bederf staat met het geeste
lijke bederf in 't nauwste verband.
Wo kunnen niet zijn A.-R. in 't politieke
'leven als 't revolutionnairo beginsel in one
hart. niet gebroken wordt.
Alleen in 't ware bogimsel dat onzo partij
heeft aanvaard, ligt. do bezieling en steun-
kracht voor onzen strijd.
Wo moeten or mon onzo ziel in leven.
'Alle arbeid en' actie op politiek terrein
niet in 't uitslaan van den zielebrand go-
grond, gelijkt op de doode vruchten, die
aan de boomen zijn vastgebonden.
Mot con geesl olijke weging die buiten
ons hart omgaat, ie 't niet andere. Togen
matheid on inzhiking moet daare-m waar
schuwend het woord uitgaan. Als do ma&
heid over ons Icomt, zinkt do arm machte
loos neer, worden do handen cafig en da
knieën stram en de voeten weigerachtig.
't Zijn miiot altijd de mieiston ia wiea
zieloadoren het gif van de matheid en ija.-.