14
Dagblad voor Leiden en Omstreken.
nu co
ABONNEMENTSPRIJS
2 IK LEIDEN EN BUITEN LEIDEN 7$
F WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZUS
TER KWARTAAL I1S6
'fcEB WEEK 80.19
jfBANCO PER POST PER KWARTAAL I AM
2de JAARGANG. - MAANDAG 12 SEPTEMBER 1921 - No. 442
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEWONE REGEL1022 01
DES ZATERDAGS IOJO
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF
KLEINE ADVERTENTIES vu hovgiteos -
SO voorden 60 cent: Zaterdags 76 eea%
IX- UJ
Woensd
ag - September
mi
hall twee.
op „OEN BURCHT" te Leiden.
POLITIEKE WINDSTILTE.
De klacht over politieke windstilte,
met als gevolg weinig politieke actie
is algemeen.
De partijdag zal een verfrisschende
en versterkende wind door onze ge
lederen doen waaien.
V De voorkeurstemmen.
I Met den grooten invloed van de voor
keur-stemmen bij de verkiezingen is het
%hans gedaan.
i Tot nu toe konden de voorkeurstemmen
inzonderheid bij tusschentijdsche vacatures
£eer belangrijken invloed uitoefenen.
Nemen we bijv. aian dat bij een Gemeente
raadsverkiezing aan een bepaalde lijst voor
■8000 stemmen, drie zetels zijn toegekend en
fidat op vijf na, die op ne. 10 stomden, alle
lezers hun stem op no. 1 hebben uitge-
Ir
cht.
i De overgroiote nieendenheiid van de kie-
heeft dan te kennen gegeven dat hij
!de candidaten in de volgorde van de lijst
gekozen wenscht te zien, en toch zal bij
leen tussehentijdsdhe vacature niet no. 4
knaar no. 10 gekozen worden verklaard.
I- Een zeer klein groepje kiezers heeft het
pi de hand, do volgorde totaal te wijzigen.
Aan dergelijke praotijken is t/hans echter
einde gemaakt..
Volgons een Vrijdag door de Tweede Ka
mer aangenomen voorstel, zullen voorkeur
stemmen alleen dan invloed hebben, indien
l®e moer dam 50 pCt. van den lijstkiesdieeler
fintmdken.
Nemen we als voorbeeld de laatste Raads
verkiezing te Leiden.
Daarbij werden op de A.-R. oandidaten
in totaal uitgebracht 5680 stemmen, waar
voor zeven zetels werden toegewezen. De
lijistkiesdeeler -is dus 811, zo o dat een candi-
daat om buiten de gewone volgorde om ge
kozen te worden, minstens 406 stemmen op
;ich moet hebben vereenigd.
Practisch d6 daardoor aam de voorkeur-
temmen vrijwel allo waarde ontnomen.
De vraag kan gesteld' worden of het go-
is, op deze wijze allen invloed van
8e kiezers na de vaststelling van de lijsten
te breken.
In elk geval krijgen de organisaties en
in die organisaties zij, die zich meer spe-
Iciaal met de vaststelling der lijsten hebben
Ibezig te houden een zeer grooten invloed.
Een invloed die tot een gevaar kan wor-
pen.
Maar een gevaar dat meer denkbeeldig
.wordt, naarmate d'e leden van die organi
saties meer en beter hunne roeping verslaan
1 en i n die organisaties den invloed uiteefen-
en waarop zij recht hebben.
V Kleine partijen.
Voor de kleine politieke partijtjes, voor
j Ido belangengroepen was het mede een slech-
j ten dag Vrijdag.
f Bepaald werd n.l. dat het percentage van
den kiesdeeler dat benoodigd is om bij de
verdeeling der zetels in aanmerking te ko
men, voortaan 75 pCt. zal bedragen.
Tot nu toe was dat 50 pCt.
Met het gevolg, dat -bij de Kamerverkie
zing in 1918 tal van kleine groepjes een
candidaat in de Kamer brachten.
Had de thans aangenomen bepaling reeds
toen gegolden, dan zouden de heeren Kruyt
(Chr. Socialist.) ;van de Laar (Chr. Soc.-
Partij)ter Hall (Neutr. Partij); Kolthek
(iSoe. Partij) en Wijk (Verb. Dom. Weer
macht) buiten de Kamer zijn gebleven.
Volgens de thans aangenomen regeling,
zullen ook de kleine partijen nog gelegen
heid hebben zich te laten vertegenwoordi
gen.
Maar do verbrokkeling en versplintering
wordt minder dan onder de thans vigeeren-
de regeling in de hand gewerkt.
Voor ons politieke leven kan dit niet an
ders dan winst betoekenen.
-
De Partijdag.
Wij 'hebben een goede tijding voor onze
mannen en wouwen uit de Rijnstreek,
die gaarne a.s. Woensdag den Partijdag
zouden bezoeken, maai' door de minder goe
de reisgelegenheid werden afgeschrikt.
Het regelingsoomité is er namelijk in ge
slaagd de salonboot „Pauline" af te huren,
welke boot plaats biedt voor minstens 250
Deze boot. zal varen vanuit Leimuiden
via Oude-Weterimg, Woubrugge. Alfen,
Koudekerk, Hazerswoude, Leiderdorp naar
Leiden.
Daarmee is het roisbezwaar volkomen op
gelost.
De „Pauline" is toch zoo ingericht dat
de tocht ook bij ongunstig weer nog een
p1 o z d e r t o cht kan zijn.
Ook over de vergaderplaats behoeft men
zich in verband mot het minder gunstige
weer niet bezorgd te maken.
Indien mogelijk, wordt op den Burcht
vergaderd. Maai' wanneer dit niet mogelijk
•moolrt zijn, dam. biedt de-groote Stadsge
hoorzaal ruimte genoeg om een 15 a 1600
bezoekers te herbergen.
De terugvaart van de „Pauline" zal aan
vangen, nadat de Partijdag geheel i6 af-
Voor onze manman en vrouwen uit de
Rijnstreek is er dus geen enkel bezwaar om
Woensdag naar Leiden te komen.
Wij verwachten ze dan ook in grooten
getale.
jiüUI J Iets over den Burcht."
i" (Vervolg).
,,Do Burcht, wezendo een versiersel dezer
stad is niet alleen het eerste en alleroudste
gebouw 't geen eerst buiten en voor eenige
honderd jaren Dimmen Loyden gelegen heeft,
maar een der alleroudste Gestichten en
Ster-cktens van gamtsch Holland," dat men
thans binnentreedt aan de Nieiiwstraat door
do Burchtpoort, waarboven tusschen twee
Latijnsche verzen do namen van burge
meesters prijken. In 't midden bevindt zich
een leeuw, een beeldhouwwerk van onzen
beroemden Rombout Verhuist eai op de hoe
kon 2 burchten. Dit alles doet den binnen
tredende eonigszins vreemd aan als hij door
de poort het eerst het verkooplokaal rechts
ontdekt en vooruitziende een café-restau
rant ontwaart-. Maar als ons geheele 'histo
risch gevoel daar tegen in opstand komt-,
herinneren we o-ns, dat Van Mieris in zijn
'beschrijving vam Leiden vertelt vam. „de def
tigste en beroemde herberg van de stad
door bysondere voorrechten begunstigd, al-
soo 'hier alle openbare verknopingen van
huizen, landen, renten en schuldbrieven
moeten gehouden werden."
Over het plein bereikt men het eigen
lijke burohtterrein, den heuvel, waarlangs
eenmaal een trap van 64 treden naar de om
muurde ruimte veerde van 37.40 Meter mid
dellijn. De schedding van het voorplein be
staat uit het trapje met ijzeren' hek met ge
kruiste bliksemflitsen en de wapens van
Leiden en 4 burgemeesters. De steenen ko
lommen, -bekroond met een keizerlijk wa
pen, vastgehouden door een bei-er en
van Leiden, gehouden door een 6chaap,
hebban vroeger op do Vischbrug gestaan en
hebben weinig met den ouden Burchtbouw
te maken.
„De opgaande Schuinste van den Burcht"
was vroeger beplant „met allerlei Fruit-
boomem, welke deselve in de genoeglijke
Lenbe so vermaaklijk en sierlijk maakt, dat
die Godinne Pomona alhier haare woon
stede echijnt genomen te hebben." Zoo
„vermaaiklijk en sierlijk" is het er thans op
de helling niet.
Meer rioht onze belangstelling zich dan
ook op het ommuurde gedeelte waarbinnen
dadelijk het oog valt op den diepen put, die
tot heel wat fantasien aanleiding heeft ge
geven en waardoor (so 'het gemeene volclc
segfa) men onder de aarde tot Katwijk op
Zee plaagt te konuen gaan 't wolek bij voe
len (en met goede reoaer.en) voor een oud-
wijfsoh fabel en ongelooflijk gehouden
word."
Wat evenwol waar is, is dat bij dezen
put tijdens zijn bezcvlc aan Leiden in 1549
hier niemand minder dan Filips II heeft ge
staan en zi:h met een dor leden van zijn
gevolg heeft vermaakt mot een steen in de
diepte te werpen en zich verbaasd hebffc
over het lange tijdsverloop eer men het- val
len van den steen hoorde. Misschien is de
put ontstaan uit een uitgang bij de ont
vluchting van Ada van Holland, 1204, ge
bruikt om te ontkomen aan 'haar oom,
Graaf Willem. Ook dit. voorval hoeft aan
leiding gegeven tot oudwijfsche fabels, o.a.
alsof daarin een koningin zou zijn verdron
ken.
In de ommuurde ruimte kan men komen
door twee toegangspoorten, tegenover
elkander gelegen, terwijl bij de restauratie
van 1889 nog een uitval spoortje aan de
Zuidzijde werd ontdekt, oorspronkelijk door
een deur gesloten. De grendelstoen is daar
van nog aanwezig. Do dikke muur is „een
en twintig voeten hoog en cirkelswijs be
sloeten, inhoudende met hot, muurwerk aoht
en zestig Roeden, (gelijk zulks in den jare
1610 bij Meester Jan Pietersz. Dou ge
moeten is).
„En binnen aen dit muurwerk eenige
trappen opgaande is mede een verheven ge
wuifd gangpad gemaakt, dus men daar
langs niet. alleen de St.ad, maar ook de om
liggende lustig groene Velden eh Lands
douwen met 'haare Dorpen, Sloot-en, Kastee-
len en andere plaatsen, zoo nabij als verra
gelegen, onderscheidenlijk aanschouwen en
besien kan."
De bovengenoemde „opgaondo schuinste"
schijnt vroeger met haar vruc-htboomen
minder hinderlijk voor het uitzicht op de
"Landsdouwen" geweest to zijn dan thans.
Nu is in don zomor dat uitzicht belemmerd
door den boom gr oei op de helling en gelukt
het slechts hier en daar te genieten van het
prachtige uitzicht, dat Hollands beemden
daar aanbieden. Zelfs lijdt daaronder de
aanblik van don -pracht-igen gevel van de
St. Pancras of Hooglandsche kerk.
Misschien kon dit veel verbeterd worden
door althans eenige takken van hot, geboom
te weg te snoeien. Do aantrekkelijkheid en
de schoonheid van den burcht., dit„versiec:ol
dezer Stad" zou or stellig bij winnen.
Onder de bogen die den omgang dragen,
zijn drie schietgaten behouden, andere wer
den dichtgemetseld. Rechts van die gaten
bevinden zich sporen van gedichte schiet
gaten.
Binnen de ommuurde ruimte was vroeger
een doolhof, eon edit product van oude
tuinardiiteetuur on in 't midden daarvan
„een aangenaam prieel". Dat alles had er
zeker niet kunnen zijn, als het Burohtter
rein niet zeer ruim was en grooter dan ook
nu nag velen vermoeden. We hebben ten
minste verbaasde gezichten gezien, toen
meegedeeld word dat er eens moor dan 3000,
zegge drieduizend personen, op geweest zijn
om te luisteren naar den Generaal van het
Heilsleger, Commandant. Booth. We zitten
dus Woensdag ook niet om plaatsruimte
verlegen. Wat zal het heerlijk zijn als die
ruimte vol zal zijn met onze broeders en
zusters en over de „Landdouwon" zullen
uitklinken onze psalmen en vaderlandsche
zangen. Dan moet de gewensebte geestdrift
vanzelf ontvonken.
Aan de samenvloeiing van den Rijn en
door de Hooglandsche Kerkgracht be
schut was de Burcht eenmaal een wfclbeves-
tigde sterkte, waarin in de rumoerige tij
den van vroeger eeuwen de Burchtgraven
zioh uitnemend konden verdedigen, want
hoewel eigendom der Graven van Holland,
werd de Burcht door dezen aan Burchtgra
ven toevertrouwd, die Stad en omgeving
soms echter zoo prettig maakten, dat toen
in 1651 de toenmalige eigenaar, de Graaf
van Ligne, het Burchtterrein te koop aan
bood -aan de stedelijke regeering, deze gre
tig de gelegenheid waarnam „deze doorn,
die hen lang gehinderd had, uit den voet- te
lichten. Daarna hebben „de heeren regeer
ders zoolang gewenscht een recht en be
geerd goed in 't- midden der stad gelegen
machtig geworden, getoond door het op
sieren en verbeteren van den Burg, dat het
verkrijgen hen aangenaam was en ofschoon
dp trappen tot omtrent 64 in getal tot- aan
het Doolhof, dat onlangs -to voren door
den huurder aangelegd, reeds gemaakt wa
ren, déden ze den opgang met oen ijzeren
poort en hekken optooien en 'hunne wapens
daarvoor stellen.
Van dien Doolhof en dat aangenaam
prieel in het midden doszelve is niet- meer
te zien. Veel van het. oude is verdwenen
maar als middelpunt, der-"stad .blijft de
Bufoht oen „versiersel" van groote aantrek
kelijkheid.
De Burg moge dan, naar Van Mieris zegt.
niet den minsten schijn van een Romeinsch
gebouw hebben, noch eenig overblijfsol, dat
er naar zweemt, met 'het laatste deel van
zijn zin, zijn we 'het ton opzichte van onze
groote vergadering niet. eens, als hij zegt.-
dat „deze ronde romp noch sterkte noch
gedienstigheid heeft om de woede te weer
staan."
Voor on.? to cl} moge deze plaats do ge
dienstigheid hebben om van daar heen te
gaan, gesterkt tot don strijd voor onzo be
ginselen om de woede der tegenstanders te
weerstaan,,onde alle listighe ende soote aan
slaghen des Vyants to verworpon."
LUGDÜNO.
STADSNIEUWS.
Uitgetrokken werkloozen.
Door do besturen, van den Leidschen Bestuur-
dersbond, den R. K. Volksbond en hot Plaat
se-lijk Arbeidssecretariaat is aan den Gemoento*
raad een schema van oen wijzo van 6te>unvor-
loaning aangeboden, welk» volgens d© meening
der samenwerkend» Vakcentralen oen goeden
grondskg zal kunnen vormen bij de nieuw te tref
fen voorziening in de nooden van door werkloos
heid 'getroffen arbeiders.
Bij het ontwerpen van dit schema, is ovorwo-»
gen, dat de thaua bestaande crisis, tengevolge
waarvan groote werkloosheid heerscht, nog gorui-
inen tijd zal voortduren on zich waarschijnlijk
nog zal verscherpen, waarom adressanten moenen
dat het gowensclit is een instituut in hot leven
te roepen, dat zich, in afwachting van nader to
treffen Rijksmaa/trogolen, belast met de uitvoe
ring van maatregelen ten behoeve van do door
werkloosheidscrisis getroffen personen.
Bij het ontwerpen van dit schema ia rekening
gehouden met d» bezwaren, welke tegen do hub
dage steunverleening zijn aangevoerd. Zij mee-'
nen -een oplossing te hebben gevonden, waarbij
deze bezwaren zijn ondervangen, daar bij aan*
vaarding van het door de Vakcentralen godachte
systeem, de benoodigd» gelden voor uitkcering
niet rechtstreeks door de gemeente maar door het
Burgerlijk Armbestuur worden gevoteerd en dit
lichaam ook overigens daadwerkelijk betrokken
wordt in de ondersteuning der betrokken persen
nen.
Bedoeld schema is van den volgenden inhoud:'
Er worde van gemeentowego ingesteld en Cri
sis-commissie, bestaande uit:
a. De Wethouder van Sociale aangelegenheden.
b. Leden van den Gemeenteraad.
c. Een vertegenwoordiger van elk dor bestaan-*
de Vakcentralen.
Deze commissie vormt oen z.g. crisis-bureau,
waarvan de dageliikscho leiding wordt opgedra*
gen aan den Wethouder van Socialo aangelegens
hoden.
De Crisis-commissie stolt vast, in wolk® vak-s
ken of bedrijven wordt geacht oen crisistoestand
te bestaan.
De Commissie is belast met de behandeling
van do verzoeken om 6t»un cn met de vaststel
ling dor uitkeeringsbedragen, dio echter gosehio*
den naar een vasten maatstaf, waarbij de steun
regeling voor uitgetrokken sigarenmakers tot
grondslag wordt genomen.
De gelden, benoodigd voor het doen dor uit-»
keeringen, worden door liet Burgerlijk Axmbc*
stuur beschikbaar gesteld waarvoor op de begroo
ting van het Burg. Armbestuur een bedrag wordt
uitgetrokken.
Het Burg. Armbestuur belast zich met- do
administratie der gedane uitkeeringen en 6taat in
geregeld overleg met do Crisis-coiumissie.
De uitkeeringen aan ondersteunden, die lid
zin van een wcrkloozenkas, worden verstrekt
door middel van liet bostuur derbetrokken or*
ganisatie, dat elke weok hot uit te koeren be
drag verrekent met het Burgerl. Armbestuur.
-Gistermorgen, ontstond te Ocgstgeost aan
den Morschweg brand in de steenfabriek der
firma-Gebr. de Koning. De brand ontstond omdat
een stapel turf, bij een brandende oven, om6tortto
en nam spoedig een. grooten omvang aan.
Oegstgeest's brandweermateriaal was spoedig
ter plaatse en bestreed mot 4 stralen onder <ft>
kranige leiding van den commandant, den heer
v. d. Voet-, het door den 6torken wind steeds
moer om zich heen grijpend vuur.
Slechts een klein deel der gebouwen ken bar
houden worden, een groot deel der fabriek it
totaal ingestort. De brandweer was nog tot laai
in "den avond bezig om het vuur te 6tuiten.
De schade bedraagt naar wij vernamen pl.m.
f 100.000. Ruim 1 millioen steenen werden ver
nietigd. Verzekering dekt- gedeeltelijk de schade.
Zaterdagmiddag 6tierf oen paard van
C. dL d. P. in de weide aan den H. Rijndijk. Do
politie nam onder bevig portreet van den eige
naar hot stoffelijk overschot in beslag.
Door W. B. is aangifte gedaan dat hom
op hot terrein der sportvereen. „Ajax" tijdens
een match een gouden horloge word ontvreemd.
i J. v. d. Z. hoeft aangifte gedaan dat hem
op de Zaterdaguiarkt f 4 zijn ontvreemd.
Eon dor ingezetenen onzer stad ontving uit
Spanjo oen brief van den schatgraver dio gevan
gen zit.
BINNENLAND.
Ongevallenwet 1921.
Het bostuur dor rijksverzekeringsbank is
voornemens aan belanghebbenden dezer
dagen onderstaande medodeeling te doon,
waart oe het de medewerking der burgemees
ters heeft, ingeroepen.
De aandacht van belanghebbenden wordt,
er op gevestigd, dat krachtens art-. 11 der
FEUILLETON.
STEPHANUS.
2)
Naar het Engelsch van
F. M. KINGSLEY.
„Bij alle goden! het schijnt, dat een
nachtegaal niet gemakkelijk in. oen kooi
te vangen is. En wat is er nu van onzen
ec.hraiapzuóh'tigen Besa geworden? Bij den
heiligen Anubis! het is mij eigenlijk on
verschillig, of hij dood is."
Over den -rand van den afgrond turende,
ontdekte zijn oog eindelijk nog een vorm-
looze massa, liggende tegen den wand van
een vooruitstekende rots; cn hoewel broni-
to^enjde en onwillig, daalde hij langzaam
naar de plek af, waar zijn makker lag.
In dien tusschentijd zat het kind ineen
gedoken op een sken; zij luisterde aan
dachtig, de hand op het hairt, alsof zij
vrees dé, dat hét luide kloppen haar schuil
plaats zou verraden. Doch na eenige o ogen
blikken van stil to begon zij te schreien en
te weeklagen.
„O Isis, gij liefderijke! Wat is mij over
komen? O God van de zon in uw glinste
rende zegekar? Waarom vernietigt gij
zooveel slechtheid niet? Als ik hem eens
gedood 'had? Och, waarom bekommer ik
mij om! het js reckty^acdisd" -
„Anat! Amat>!" klank eon stem. „Witar
ben je?"
„O, 'het iis Seth!" zoide hetmeisje, vlug op
staande. „Sst, hier bon ik."
„Waarom ben je daar?" zeide de nieuw
aamgekomene verbaasd. „Wat is er ge
beurd?"
Als eenig antwoord barstte hot meisje in
zenuwachtig snikken uit, wanhopig aan haar
zwarte vlechten rukkende. Do jongen staar
de 'haar vol verbazing en angstig aan;
daarop wierp hij snel den loeren waterzak
met do rinkelende tinnen bekers weg, welke
hij op zijn rug droeg, knielde bij de kleine
gestalte neer, en den arm om haar heen
slaande, begon hij zacht opoverredonden
toon met haar te spreken.
„Anat, lieve zuster, kom vertol mij, wat
er gebeurd is. Je moet het'mij zoggen, klein
tje. Ik had je niet alleen moeten laten; Heeft
iemand je doen schrikken? Is het dat?"
Daardoor aangemoedigd, begon het meis
je haar verhaal in afgebroken zinnen en
nauwelijks verstaanbaar.
„Hij hoorde je zingn. kleintje", zeide
haar broeder de zwarte wenkbrauwen toor
nig fronsende, „en wilde je vaugcu als een
vogel?"
„Ja", antwoordde hot lcind eindelijk
,,maar dat is nog niet alles; hij sei ook,
dat beiden morgen verkocht zouden
worden; toch'kan liet zijn, dat. het hem mor
gen niet meer mogelijk zal zijn, om over
koopen af verkoopen te donken. Ik wept nog
niet, hoe het mogelijk was, doch plotseling
gevoelde i'k een groote kracht in mij. Ik
duwde 'hem over don rand ik hoorde hem
vallen" en zij rilde bij de gedachte.
„En je hebt wel gedaan, kleintje", zeide
de jongen. „Het doet or niet. toe, wat hem
is overkomen; de goden hebben je bijge
staan. Maar de andere er waren er twee,
zeide je? Hij zal terugkomen. Wij moeten
van hier gaan, en dadelijk."
„Waar zullen wij heengaan?" zeide
„Anait mot. klaaglijke stem. Wij zijn gelijk
do vogeltjes, dio voor don jager vlieden, om
toch eindelijk in zijn 'handen te wallen.*'
„Toch niet, kleine; de vervolgde aren
den vluchten naar de woestijn. Dat zullen
wij ook doen. Ik weet een veilige schuil
plaats, en je zult dan nooit alleen blijver-."
„Zullen wij dan nu gaan?"
„Ja, dadelijk als ik onzo bezittingen
bijeen verzameld heb; maar wij hebben wei
nig het zai niet lang duren."
De jongen richtte zich met een zucht op
en staardo eenige "oagenbikkon peinzend,
naar den uitgeslrekten horizon. Ver bene
den iheai lag oen frissche groene vlakte, de
vruchtbare laaiden van den Nijl, hier en
daar beschaduwd door" groepjes palmt co
men. Midden door deze vlakte stroomde de
heilige rivier als een gouden ader. Aan
beide oevers vorhieven zich de witte muren
en veelkleuiige torens van Memp'his, slechts
in flauwe omtrekken te voorschijn komende
uit. het mistig waas der ondergaande zon.
Eu verder weg troonden de sombere Pyra
ruiden, de ple.tuigo \vi liie.s aan dc-n rund
der woestijn, welke de Egyptearen dachten,
dat. oneindig was, meeinende dat. achter haar
gouden horizont het rijk der afgescheidenen
HOOFDSTUK U.
Goede tijding uit de woestijn.
„Ik hoor naderende voetstappen."
„Hoe is dat mogelijk, Anat? Ik zie nie
mand."
„Dat doet er niet toe; er is toch iemand
Ik hoor het rinkelen van bellen; het geluid
stijgt op uit de woestijn tot ons."
„Een karavaan, donk je kleine?" zeide
Set.h, mot oen modelijdenden glimlach naar
het hoog gekleurde gezichtje ziende met do
vreemde, wijdgeopende donkere oogen.
„Neen", zeide hot meisje na eenige oogen-
blikken. beslist het hoofdschuddende. „Er
is er maar een,op een vluggen dromedaris"
„Bij Horus! je hebt gelijk. Ik zie den
man hij komt. dozen kant uit." En met
zijn, tinnen bekers rinkelende, snelde do
knaap den reiziger tegemoet.
„Water! frisch, kool water, de gave van
de .goden voor do dorstigen!" zeide hij met
luider stem. En de vreemdeling, met ver
droogde lippen door don verzongendon
adem ven de wooaüiu daalde mol vreugaa
van zijn hcocc zirplams cn drank grclig,
vit den aangbiieL' beker
„God schenko u vrede, wie gij ook zijt/0
zeide hij met klankvolle stern, do jonger»
doordringend aanziende. „Hoe komt heb
dat ge hier in de woestijn zijl? Weinigen
komen hierheen. Waarom beoefent ge nief
liever uw handwerk in gindr-cho stad?" Dit
zeggendo tastte hij in zijn zak naar een ko*
perstuk.
De jongen bloosde e»n liot het- hoofd han
gen zonder to antwoorden.
„Het was geluk voor mij, dat, gij voor,
den woestijnreiziger hebt gezorgd" vervolg»
de de vreemdeling, terwijl <wn vriendelijk#
glimlach als een zonnestraal over zijn go.
laat gleed; „want ik kon 'het zilte wat Op,
uit de waterzakkon niet meer verdragen, o£
was daarom de karavaan voomigosnol^?
voor een frissche teug uit een koele ronteiik
die ik mij herinnerde, niet ver van hier.
„Do fontein van Cora?" zoido de jongen^
hem aanziende.
(Wordt verYelgdiL. j