14 Dagblad voor Leiden en Omstreken. nu co ABONNEMENTSPRIJS 2 IK LEIDEN EN BUITEN LEIDEN 7$ F WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZUS TER KWARTAAL I1S6 'fcEB WEEK 80.19 jfBANCO PER POST PER KWARTAAL I AM 2de JAARGANG. - MAANDAG 12 SEPTEMBER 1921 - No. 442 BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIE-PRIJS PER GEWONE REGEL1022 01 DES ZATERDAGS IOJO INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF KLEINE ADVERTENTIES vu hovgiteos - SO voorden 60 cent: Zaterdags 76 eea% IX- UJ Woensd ag - September mi hall twee. op „OEN BURCHT" te Leiden. POLITIEKE WINDSTILTE. De klacht over politieke windstilte, met als gevolg weinig politieke actie is algemeen. De partijdag zal een verfrisschende en versterkende wind door onze ge lederen doen waaien. V De voorkeurstemmen. I Met den grooten invloed van de voor keur-stemmen bij de verkiezingen is het %hans gedaan. i Tot nu toe konden de voorkeurstemmen inzonderheid bij tusschentijdsche vacatures £eer belangrijken invloed uitoefenen. Nemen we bijv. aian dat bij een Gemeente raadsverkiezing aan een bepaalde lijst voor ■8000 stemmen, drie zetels zijn toegekend en fidat op vijf na, die op ne. 10 stomden, alle lezers hun stem op no. 1 hebben uitge- Ir cht. i De overgroiote nieendenheiid van de kie- heeft dan te kennen gegeven dat hij !de candidaten in de volgorde van de lijst gekozen wenscht te zien, en toch zal bij leen tussehentijdsdhe vacature niet no. 4 knaar no. 10 gekozen worden verklaard. I- Een zeer klein groepje kiezers heeft het pi de hand, do volgorde totaal te wijzigen. Aan dergelijke praotijken is t/hans echter einde gemaakt.. Volgons een Vrijdag door de Tweede Ka mer aangenomen voorstel, zullen voorkeur stemmen alleen dan invloed hebben, indien l®e moer dam 50 pCt. van den lijstkiesdieeler fintmdken. Nemen we als voorbeeld de laatste Raads verkiezing te Leiden. Daarbij werden op de A.-R. oandidaten in totaal uitgebracht 5680 stemmen, waar voor zeven zetels werden toegewezen. De lijistkiesdeeler -is dus 811, zo o dat een candi- daat om buiten de gewone volgorde om ge kozen te worden, minstens 406 stemmen op ;ich moet hebben vereenigd. Practisch d6 daardoor aam de voorkeur- temmen vrijwel allo waarde ontnomen. De vraag kan gesteld' worden of het go- is, op deze wijze allen invloed van 8e kiezers na de vaststelling van de lijsten te breken. In elk geval krijgen de organisaties en in die organisaties zij, die zich meer spe- Iciaal met de vaststelling der lijsten hebben Ibezig te houden een zeer grooten invloed. Een invloed die tot een gevaar kan wor- pen. Maar een gevaar dat meer denkbeeldig .wordt, naarmate d'e leden van die organi saties meer en beter hunne roeping verslaan 1 en i n die organisaties den invloed uiteefen- en waarop zij recht hebben. V Kleine partijen. Voor de kleine politieke partijtjes, voor j Ido belangengroepen was het mede een slech- j ten dag Vrijdag. f Bepaald werd n.l. dat het percentage van den kiesdeeler dat benoodigd is om bij de verdeeling der zetels in aanmerking te ko men, voortaan 75 pCt. zal bedragen. Tot nu toe was dat 50 pCt. Met het gevolg, dat -bij de Kamerverkie zing in 1918 tal van kleine groepjes een candidaat in de Kamer brachten. Had de thans aangenomen bepaling reeds toen gegolden, dan zouden de heeren Kruyt (Chr. Socialist.) ;van de Laar (Chr. Soc.- Partij)ter Hall (Neutr. Partij); Kolthek (iSoe. Partij) en Wijk (Verb. Dom. Weer macht) buiten de Kamer zijn gebleven. Volgens de thans aangenomen regeling, zullen ook de kleine partijen nog gelegen heid hebben zich te laten vertegenwoordi gen. Maar do verbrokkeling en versplintering wordt minder dan onder de thans vigeeren- de regeling in de hand gewerkt. Voor ons politieke leven kan dit niet an ders dan winst betoekenen. - De Partijdag. Wij 'hebben een goede tijding voor onze mannen en wouwen uit de Rijnstreek, die gaarne a.s. Woensdag den Partijdag zouden bezoeken, maai' door de minder goe de reisgelegenheid werden afgeschrikt. Het regelingsoomité is er namelijk in ge slaagd de salonboot „Pauline" af te huren, welke boot plaats biedt voor minstens 250 Deze boot. zal varen vanuit Leimuiden via Oude-Weterimg, Woubrugge. Alfen, Koudekerk, Hazerswoude, Leiderdorp naar Leiden. Daarmee is het roisbezwaar volkomen op gelost. De „Pauline" is toch zoo ingericht dat de tocht ook bij ongunstig weer nog een p1 o z d e r t o cht kan zijn. Ook over de vergaderplaats behoeft men zich in verband mot het minder gunstige weer niet bezorgd te maken. Indien mogelijk, wordt op den Burcht vergaderd. Maai' wanneer dit niet mogelijk •moolrt zijn, dam. biedt de-groote Stadsge hoorzaal ruimte genoeg om een 15 a 1600 bezoekers te herbergen. De terugvaart van de „Pauline" zal aan vangen, nadat de Partijdag geheel i6 af- Voor onze manman en vrouwen uit de Rijnstreek is er dus geen enkel bezwaar om Woensdag naar Leiden te komen. Wij verwachten ze dan ook in grooten getale. jiüUI J Iets over den Burcht." i" (Vervolg). ,,Do Burcht, wezendo een versiersel dezer stad is niet alleen het eerste en alleroudste gebouw 't geen eerst buiten en voor eenige honderd jaren Dimmen Loyden gelegen heeft, maar een der alleroudste Gestichten en Ster-cktens van gamtsch Holland," dat men thans binnentreedt aan de Nieiiwstraat door do Burchtpoort, waarboven tusschen twee Latijnsche verzen do namen van burge meesters prijken. In 't midden bevindt zich een leeuw, een beeldhouwwerk van onzen beroemden Rombout Verhuist eai op de hoe kon 2 burchten. Dit alles doet den binnen tredende eonigszins vreemd aan als hij door de poort het eerst het verkooplokaal rechts ontdekt en vooruitziende een café-restau rant ontwaart-. Maar als ons geheele 'histo risch gevoel daar tegen in opstand komt-, herinneren we o-ns, dat Van Mieris in zijn 'beschrijving vam Leiden vertelt vam. „de def tigste en beroemde herberg van de stad door bysondere voorrechten begunstigd, al- soo 'hier alle openbare verknopingen van huizen, landen, renten en schuldbrieven moeten gehouden werden." Over het plein bereikt men het eigen lijke burohtterrein, den heuvel, waarlangs eenmaal een trap van 64 treden naar de om muurde ruimte veerde van 37.40 Meter mid dellijn. De schedding van het voorplein be staat uit het trapje met ijzeren' hek met ge kruiste bliksemflitsen en de wapens van Leiden en 4 burgemeesters. De steenen ko lommen, -bekroond met een keizerlijk wa pen, vastgehouden door een bei-er en van Leiden, gehouden door een 6chaap, hebban vroeger op do Vischbrug gestaan en hebben weinig met den ouden Burchtbouw te maken. „De opgaande Schuinste van den Burcht" was vroeger beplant „met allerlei Fruit- boomem, welke deselve in de genoeglijke Lenbe so vermaaklijk en sierlijk maakt, dat die Godinne Pomona alhier haare woon stede echijnt genomen te hebben." Zoo „vermaaiklijk en sierlijk" is het er thans op de helling niet. Meer rioht onze belangstelling zich dan ook op het ommuurde gedeelte waarbinnen dadelijk het oog valt op den diepen put, die tot heel wat fantasien aanleiding heeft ge geven en waardoor (so 'het gemeene volclc segfa) men onder de aarde tot Katwijk op Zee plaagt te konuen gaan 't wolek bij voe len (en met goede reoaer.en) voor een oud- wijfsoh fabel en ongelooflijk gehouden word." Wat evenwol waar is, is dat bij dezen put tijdens zijn bezcvlc aan Leiden in 1549 hier niemand minder dan Filips II heeft ge staan en zi:h met een dor leden van zijn gevolg heeft vermaakt mot een steen in de diepte te werpen en zich verbaasd hebffc over het lange tijdsverloop eer men het- val len van den steen hoorde. Misschien is de put ontstaan uit een uitgang bij de ont vluchting van Ada van Holland, 1204, ge bruikt om te ontkomen aan 'haar oom, Graaf Willem. Ook dit. voorval hoeft aan leiding gegeven tot oudwijfsche fabels, o.a. alsof daarin een koningin zou zijn verdron ken. In de ommuurde ruimte kan men komen door twee toegangspoorten, tegenover elkander gelegen, terwijl bij de restauratie van 1889 nog een uitval spoortje aan de Zuidzijde werd ontdekt, oorspronkelijk door een deur gesloten. De grendelstoen is daar van nog aanwezig. Do dikke muur is „een en twintig voeten hoog en cirkelswijs be sloeten, inhoudende met hot, muurwerk aoht en zestig Roeden, (gelijk zulks in den jare 1610 bij Meester Jan Pietersz. Dou ge moeten is). „En binnen aen dit muurwerk eenige trappen opgaande is mede een verheven ge wuifd gangpad gemaakt, dus men daar langs niet. alleen de St.ad, maar ook de om liggende lustig groene Velden eh Lands douwen met 'haare Dorpen, Sloot-en, Kastee- len en andere plaatsen, zoo nabij als verra gelegen, onderscheidenlijk aanschouwen en besien kan." De bovengenoemde „opgaondo schuinste" schijnt vroeger met haar vruc-htboomen minder hinderlijk voor het uitzicht op de "Landsdouwen" geweest to zijn dan thans. Nu is in don zomor dat uitzicht belemmerd door den boom gr oei op de helling en gelukt het slechts hier en daar te genieten van het prachtige uitzicht, dat Hollands beemden daar aanbieden. Zelfs lijdt daaronder de aanblik van don -pracht-igen gevel van de St. Pancras of Hooglandsche kerk. Misschien kon dit veel verbeterd worden door althans eenige takken van hot, geboom te weg te snoeien. Do aantrekkelijkheid en de schoonheid van den burcht., dit„versiec:ol dezer Stad" zou or stellig bij winnen. Onder de bogen die den omgang dragen, zijn drie schietgaten behouden, andere wer den dichtgemetseld. Rechts van die gaten bevinden zich sporen van gedichte schiet gaten. Binnen de ommuurde ruimte was vroeger een doolhof, eon edit product van oude tuinardiiteetuur on in 't midden daarvan „een aangenaam prieel". Dat alles had er zeker niet kunnen zijn, als het Burohtter rein niet zeer ruim was en grooter dan ook nu nag velen vermoeden. We hebben ten minste verbaasde gezichten gezien, toen meegedeeld word dat er eens moor dan 3000, zegge drieduizend personen, op geweest zijn om te luisteren naar den Generaal van het Heilsleger, Commandant. Booth. We zitten dus Woensdag ook niet om plaatsruimte verlegen. Wat zal het heerlijk zijn als die ruimte vol zal zijn met onze broeders en zusters en over de „Landdouwon" zullen uitklinken onze psalmen en vaderlandsche zangen. Dan moet de gewensebte geestdrift vanzelf ontvonken. Aan de samenvloeiing van den Rijn en door de Hooglandsche Kerkgracht be schut was de Burcht eenmaal een wfclbeves- tigde sterkte, waarin in de rumoerige tij den van vroeger eeuwen de Burchtgraven zioh uitnemend konden verdedigen, want hoewel eigendom der Graven van Holland, werd de Burcht door dezen aan Burchtgra ven toevertrouwd, die Stad en omgeving soms echter zoo prettig maakten, dat toen in 1651 de toenmalige eigenaar, de Graaf van Ligne, het Burchtterrein te koop aan bood -aan de stedelijke regeering, deze gre tig de gelegenheid waarnam „deze doorn, die hen lang gehinderd had, uit den voet- te lichten. Daarna hebben „de heeren regeer ders zoolang gewenscht een recht en be geerd goed in 't- midden der stad gelegen machtig geworden, getoond door het op sieren en verbeteren van den Burg, dat het verkrijgen hen aangenaam was en ofschoon dp trappen tot omtrent 64 in getal tot- aan het Doolhof, dat onlangs -to voren door den huurder aangelegd, reeds gemaakt wa ren, déden ze den opgang met oen ijzeren poort en hekken optooien en 'hunne wapens daarvoor stellen. Van dien Doolhof en dat aangenaam prieel in het midden doszelve is niet- meer te zien. Veel van het. oude is verdwenen maar als middelpunt, der-"stad .blijft de Bufoht oen „versiersel" van groote aantrek kelijkheid. De Burg moge dan, naar Van Mieris zegt. niet den minsten schijn van een Romeinsch gebouw hebben, noch eenig overblijfsol, dat er naar zweemt, met 'het laatste deel van zijn zin, zijn we 'het ton opzichte van onze groote vergadering niet. eens, als hij zegt.- dat „deze ronde romp noch sterkte noch gedienstigheid heeft om de woede te weer staan." Voor on.? to cl} moge deze plaats do ge dienstigheid hebben om van daar heen te gaan, gesterkt tot don strijd voor onzo be ginselen om de woede der tegenstanders te weerstaan,,onde alle listighe ende soote aan slaghen des Vyants to verworpon." LUGDÜNO. STADSNIEUWS. Uitgetrokken werkloozen. Door do besturen, van den Leidschen Bestuur- dersbond, den R. K. Volksbond en hot Plaat se-lijk Arbeidssecretariaat is aan den Gemoento* raad een schema van oen wijzo van 6te>unvor- loaning aangeboden, welk» volgens d© meening der samenwerkend» Vakcentralen oen goeden grondskg zal kunnen vormen bij de nieuw te tref fen voorziening in de nooden van door werkloos heid 'getroffen arbeiders. Bij het ontwerpen van dit schema, is ovorwo-» gen, dat de thaua bestaande crisis, tengevolge waarvan groote werkloosheid heerscht, nog gorui- inen tijd zal voortduren on zich waarschijnlijk nog zal verscherpen, waarom adressanten moenen dat het gowensclit is een instituut in hot leven te roepen, dat zich, in afwachting van nader to treffen Rijksmaa/trogolen, belast met de uitvoe ring van maatregelen ten behoeve van do door werkloosheidscrisis getroffen personen. Bij het ontwerpen van dit schema ia rekening gehouden met d» bezwaren, welke tegen do hub dage steunverleening zijn aangevoerd. Zij mee-' nen -een oplossing te hebben gevonden, waarbij deze bezwaren zijn ondervangen, daar bij aan* vaarding van het door de Vakcentralen godachte systeem, de benoodigd» gelden voor uitkcering niet rechtstreeks door de gemeente maar door het Burgerlijk Armbestuur worden gevoteerd en dit lichaam ook overigens daadwerkelijk betrokken wordt in de ondersteuning der betrokken persen nen. Bedoeld schema is van den volgenden inhoud:' Er worde van gemeentowego ingesteld en Cri sis-commissie, bestaande uit: a. De Wethouder van Sociale aangelegenheden. b. Leden van den Gemeenteraad. c. Een vertegenwoordiger van elk dor bestaan-* de Vakcentralen. Deze commissie vormt oen z.g. crisis-bureau, waarvan de dageliikscho leiding wordt opgedra* gen aan den Wethouder van Socialo aangelegens hoden. De Crisis-commissie stolt vast, in wolk® vak-s ken of bedrijven wordt geacht oen crisistoestand te bestaan. De Commissie is belast met de behandeling van do verzoeken om 6t»un cn met de vaststel ling dor uitkeeringsbedragen, dio echter gosehio* den naar een vasten maatstaf, waarbij de steun regeling voor uitgetrokken sigarenmakers tot grondslag wordt genomen. De gelden, benoodigd voor het doen dor uit-» keeringen, worden door liet Burgerlijk Axmbc* stuur beschikbaar gesteld waarvoor op de begroo ting van het Burg. Armbestuur een bedrag wordt uitgetrokken. Het Burg. Armbestuur belast zich met- do administratie der gedane uitkeeringen en 6taat in geregeld overleg met do Crisis-coiumissie. De uitkeeringen aan ondersteunden, die lid zin van een wcrkloozenkas, worden verstrekt door middel van liet bostuur derbetrokken or* ganisatie, dat elke weok hot uit te koeren be drag verrekent met het Burgerl. Armbestuur. -Gistermorgen, ontstond te Ocgstgeost aan den Morschweg brand in de steenfabriek der firma-Gebr. de Koning. De brand ontstond omdat een stapel turf, bij een brandende oven, om6tortto en nam spoedig een. grooten omvang aan. Oegstgeest's brandweermateriaal was spoedig ter plaatse en bestreed mot 4 stralen onder <ft> kranige leiding van den commandant, den heer v. d. Voet-, het door den 6torken wind steeds moer om zich heen grijpend vuur. Slechts een klein deel der gebouwen ken bar houden worden, een groot deel der fabriek it totaal ingestort. De brandweer was nog tot laai in "den avond bezig om het vuur te 6tuiten. De schade bedraagt naar wij vernamen pl.m. f 100.000. Ruim 1 millioen steenen werden ver nietigd. Verzekering dekt- gedeeltelijk de schade. Zaterdagmiddag 6tierf oen paard van C. dL d. P. in de weide aan den H. Rijndijk. Do politie nam onder bevig portreet van den eige naar hot stoffelijk overschot in beslag. Door W. B. is aangifte gedaan dat hom op hot terrein der sportvereen. „Ajax" tijdens een match een gouden horloge word ontvreemd. i J. v. d. Z. hoeft aangifte gedaan dat hem op de Zaterdaguiarkt f 4 zijn ontvreemd. Eon dor ingezetenen onzer stad ontving uit Spanjo oen brief van den schatgraver dio gevan gen zit. BINNENLAND. Ongevallenwet 1921. Het bostuur dor rijksverzekeringsbank is voornemens aan belanghebbenden dezer dagen onderstaande medodeeling te doon, waart oe het de medewerking der burgemees ters heeft, ingeroepen. De aandacht van belanghebbenden wordt, er op gevestigd, dat krachtens art-. 11 der FEUILLETON. STEPHANUS. 2) Naar het Engelsch van F. M. KINGSLEY. „Bij alle goden! het schijnt, dat een nachtegaal niet gemakkelijk in. oen kooi te vangen is. En wat is er nu van onzen ec.hraiapzuóh'tigen Besa geworden? Bij den heiligen Anubis! het is mij eigenlijk on verschillig, of hij dood is." Over den -rand van den afgrond turende, ontdekte zijn oog eindelijk nog een vorm- looze massa, liggende tegen den wand van een vooruitstekende rots; cn hoewel broni- to^enjde en onwillig, daalde hij langzaam naar de plek af, waar zijn makker lag. In dien tusschentijd zat het kind ineen gedoken op een sken; zij luisterde aan dachtig, de hand op het hairt, alsof zij vrees dé, dat hét luide kloppen haar schuil plaats zou verraden. Doch na eenige o ogen blikken van stil to begon zij te schreien en te weeklagen. „O Isis, gij liefderijke! Wat is mij over komen? O God van de zon in uw glinste rende zegekar? Waarom vernietigt gij zooveel slechtheid niet? Als ik hem eens gedood 'had? Och, waarom bekommer ik mij om! het js reckty^acdisd" - „Anat! Amat>!" klank eon stem. „Witar ben je?" „O, 'het iis Seth!" zoide hetmeisje, vlug op staande. „Sst, hier bon ik." „Waarom ben je daar?" zeide de nieuw aamgekomene verbaasd. „Wat is er ge beurd?" Als eenig antwoord barstte hot meisje in zenuwachtig snikken uit, wanhopig aan haar zwarte vlechten rukkende. Do jongen staar de 'haar vol verbazing en angstig aan; daarop wierp hij snel den loeren waterzak met do rinkelende tinnen bekers weg, welke hij op zijn rug droeg, knielde bij de kleine gestalte neer, en den arm om haar heen slaande, begon hij zacht opoverredonden toon met haar te spreken. „Anat, lieve zuster, kom vertol mij, wat er gebeurd is. Je moet het'mij zoggen, klein tje. Ik had je niet alleen moeten laten; Heeft iemand je doen schrikken? Is het dat?" Daardoor aangemoedigd, begon het meis je haar verhaal in afgebroken zinnen en nauwelijks verstaanbaar. „Hij hoorde je zingn. kleintje", zeide haar broeder de zwarte wenkbrauwen toor nig fronsende, „en wilde je vaugcu als een vogel?" „Ja", antwoordde hot lcind eindelijk ,,maar dat is nog niet alles; hij sei ook, dat beiden morgen verkocht zouden worden; toch'kan liet zijn, dat. het hem mor gen niet meer mogelijk zal zijn, om over koopen af verkoopen te donken. Ik wept nog niet, hoe het mogelijk was, doch plotseling gevoelde i'k een groote kracht in mij. Ik duwde 'hem over don rand ik hoorde hem vallen" en zij rilde bij de gedachte. „En je hebt wel gedaan, kleintje", zeide de jongen. „Het doet or niet. toe, wat hem is overkomen; de goden hebben je bijge staan. Maar de andere er waren er twee, zeide je? Hij zal terugkomen. Wij moeten van hier gaan, en dadelijk." „Waar zullen wij heengaan?" zeide „Anait mot. klaaglijke stem. Wij zijn gelijk do vogeltjes, dio voor don jager vlieden, om toch eindelijk in zijn 'handen te wallen.*' „Toch niet, kleine; de vervolgde aren den vluchten naar de woestijn. Dat zullen wij ook doen. Ik weet een veilige schuil plaats, en je zult dan nooit alleen blijver-." „Zullen wij dan nu gaan?" „Ja, dadelijk als ik onzo bezittingen bijeen verzameld heb; maar wij hebben wei nig het zai niet lang duren." De jongen richtte zich met een zucht op en staardo eenige "oagenbikkon peinzend, naar den uitgeslrekten horizon. Ver bene den iheai lag oen frissche groene vlakte, de vruchtbare laaiden van den Nijl, hier en daar beschaduwd door" groepjes palmt co men. Midden door deze vlakte stroomde de heilige rivier als een gouden ader. Aan beide oevers vorhieven zich de witte muren en veelkleuiige torens van Memp'his, slechts in flauwe omtrekken te voorschijn komende uit. het mistig waas der ondergaande zon. Eu verder weg troonden de sombere Pyra ruiden, de ple.tuigo \vi liie.s aan dc-n rund der woestijn, welke de Egyptearen dachten, dat. oneindig was, meeinende dat. achter haar gouden horizont het rijk der afgescheidenen HOOFDSTUK U. Goede tijding uit de woestijn. „Ik hoor naderende voetstappen." „Hoe is dat mogelijk, Anat? Ik zie nie mand." „Dat doet er niet toe; er is toch iemand Ik hoor het rinkelen van bellen; het geluid stijgt op uit de woestijn tot ons." „Een karavaan, donk je kleine?" zeide Set.h, mot oen modelijdenden glimlach naar het hoog gekleurde gezichtje ziende met do vreemde, wijdgeopende donkere oogen. „Neen", zeide hot meisje na eenige oogen- blikken. beslist het hoofdschuddende. „Er is er maar een,op een vluggen dromedaris" „Bij Horus! je hebt gelijk. Ik zie den man hij komt. dozen kant uit." En met zijn, tinnen bekers rinkelende, snelde do knaap den reiziger tegemoet. „Water! frisch, kool water, de gave van de .goden voor do dorstigen!" zeide hij met luider stem. En de vreemdeling, met ver droogde lippen door don verzongendon adem ven de wooaüiu daalde mol vreugaa van zijn hcocc zirplams cn drank grclig, vit den aangbiieL' beker „God schenko u vrede, wie gij ook zijt/0 zeide hij met klankvolle stern, do jonger» doordringend aanziende. „Hoe komt heb dat ge hier in de woestijn zijl? Weinigen komen hierheen. Waarom beoefent ge nief liever uw handwerk in gindr-cho stad?" Dit zeggendo tastte hij in zijn zak naar een ko* perstuk. De jongen bloosde e»n liot het- hoofd han gen zonder to antwoorden. „Het was geluk voor mij, dat, gij voor, den woestijnreiziger hebt gezorgd" vervolg» de de vreemdeling, terwijl <wn vriendelijk# glimlach als een zonnestraal over zijn go. laat gleed; „want ik kon 'het zilte wat Op, uit de waterzakkon niet meer verdragen, o£ was daarom de karavaan voomigosnol^? voor een frissche teug uit een koele ronteiik die ik mij herinnerde, niet ver van hier. „Do fontein van Cora?" zoido de jongen^ hem aanziende. (Wordt verYelgdiL. j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 1