|Veede Blad.
BINNENLAND.
rgerdag I September 1921
^")P DE RAADSTRIBUNE.
I "landag goliouden RiuwUv&rgodering ,va#
PO^ewcg bot grootste gedeelte gewijd aan
roking van do steunverlening aan de
s- kon weikloozcn.
als bekend mag worden verondersteld,
jvrtee laateto jaren, in verband met de bui
de werkloosheid tengevolge van do cri-
{•TEerkloozonkasacii in do golcgonhcid go
'kep.ringon to doen ook nadat do regle-
JÓd' verstreken was.
een wis dit niet het geval. Do werkloos
f e n zijn oorspronkolijk bedoeld als vorze-
;t ksütuten. Een w erkgever stortto dan zijn
(BSraarvoor hij een uitkeering kreeg, dio
i-?\ Kijk werd aangevuld. Toen echter door
gewone worklooeheid tal van arbeiders, on-
verzekering geen uitkeering dreigden te
besloot de rogeering doze werkloozen
'lijn door eon toelage te verstrekken, did
^Clijk door het Kijk en gedeeltelijk door
.lente word betaald.
rorzokei ing was hier dus eigenlijk geen
;/fl 't V> as oen gilt, zonder moer, die
ivoer ing vond in de buitengewone ora-
•M
won© tijden eischcn nu eenmaal buiten-
"maatrogolcu.
crisiswerkloosheid is thans echter naar
.."Joel der Regoeriag vrijwel voorbij; waar-
Alde eleunrogoling wemsckt to beëindigen.
ron mogen als zij dit wenschen met
ing doorgaan, mits zij dan ook zalf
êh daarvoor dragen.
7^»crschillendo gemeentebasturon ook door
■JÊB nog eon poging gedaan, dit besluit nog
m tijd op te schorten, maar zonder rosul-
*t wa3 in verband daarmede dat B. eu
om met de uitkecringen op te
«en de werkloozen op een andere wijzo
van hot Burgorl. AnnbesL te hel-
Elit volgt al dadelijk, dat absoluut onjuist
Ó,t voorstelling als zouden B. en W. deze
f>n zonder meer aan den hongor willen
•n "W. wilden do betrokkenen helpen even-
do opposanten, maar men verschilde al-
^er do vraag op wolke w, i j z o do noodige
ïoest worden verleend.
W. achtten do meest gewenschto weg deze
9 stoimverloening geschiedt langs don go-
door hot B. A. dat hot best in staat
—ie gaan waar aan steun de meeste be-
|is cn waar dan in verband met de meor-
r, mindere behoefte kan worden geholpen.
{ffVaring hooft volgens B. en W. geleerd,
hoer AV ilbrink bovestigde dit uiet een
uit do praotijk, dat 6ommigc steun
werkloozen allerlei bijverdiensten
p b.v. door do uitoefening van huisiudu-
niet verkeerd natuurlijk. Maar 't
3ecn ongezonde toestand, clat. dezulken prc-
rj «n lijn worden gesteld met anderen dio
fde gelegenheid zijn iets bij te verdienen
l deze laaisten die niet kunnen weer
vjp uitkeering krijgen als andoren dio niet
willen.
m TV. stonden dus op het standpunt etenn
bohoefte, terwijl de Soc. Dem.
gesteund door enkelo andere leden botoog-
li iemand die zich tegen de werkloosheid
orde zonder moor een vordering heoft op de
kite. Als argument werd hierbij aangevoerd
a gift rechtstreeks -uit de gecn.-kas, voor
'.rkloozen minder deprimerend zou zijn, en
%i georganiseerde werklieden dio getoond
fli zichzelf te willen lielpen, een vernoderen-
1g naar bot B. A. moet worden bespaard,
laatste mag een element van waarheid
i een principieel verschil is hier toch niet.
•is nog do vraag wat t meest onaangenaam
ji het B. A. om steun te moeten vragen,
'el in oen publieke vergadering gebruikt te
*1 als propaganda-object.
Jj dit laatste van de zijde der S. D. A. P.
f word, behoeft voor wio do debatten volgde,
fl,betoog.
nors, de "voorstelling alsof B. en W. en hun-
(dostanders de betrokkenen niet zouden wil-
Kpen was door en door leugenachtig cnoven?
Mc voorstelling alsof 't juist de Socialisten
zooveel voor de armen gevoelen. To
ils er de vorigo week in dit blad op gewo-
wn, boe ae Socialisten niets doen om nood
ran hunne geestverwanten te lenigen.
Niet alleen leugenachtig, maar ook demago
gisch was het optreden van do Socialisten; on
ophoudelijk worden de tribune-bezoekers geprik
keld tot onwettige daden. Men zoi niet ronduit
dat ze zich naar het- huis van den burgemeester
moesten begeren om daar „vreten te oischen
(deze werkmansvrienden gaan blijkbaar van do
gedachte uit, dat arbeidors vreten) men zoi niet
dat men don hoer Wilbrink dio hot voorstel van
B. en W. durfde steunen oen pak slaag moest
Sown, maar clo bedoeling was toch duidelijk!
rin als straks dozo of gene workloozo arbei
der zich mocht vergeten, dan kan zon dor vrees
voor tegenspraak worden gezegd, dat de Socia
listen in tien Raad daarvoor verantwoordelijk
zijn, ook al zullen zo als hot zoover mocht ko
men. die verantwoorde!ijkhoid van zich schuiven.
Intu&schen had het debat dat. zoo nu on dan
tamelijk heftig was, misschien ecu weinig be
kort kunnen worden, indien do heer Bots be
gonnen was, met wat hij aan 't eind van hoi.
debat verklaarde, n.l. dal hij tegen eeuig uitstel
om 't B. A. in do gelegenheid to stellen voor het
nemen van maarregelen voor oen spoedige uil-»
keering, goen bezwaar had.
Het resultaat van de lange discussie is be
kend. Met een stem meerderheid werd liet voor
stel van B. en W. aangenomen, met dien ver
stande evenwel, dat do uitkeeringen nog oon
maand zullen doorgaan.
En dus is doze zaak nu van de baan? 't Lijkt
ons uiet waarschijnlijk. Een dor raadsleden Ter-
klaarde althans, dat dit uitstel in elk geval ge
bruikt kon worden om ©en nieuwe adresbewe
ging op touw te zeilen en een nieuw debat uit
te lokken.
Wij spraken hierboven van demagogisch optra
den. Een staaltje daarvan lcverdo ook do hoor
v. Stralen in de vorigo vergadering toen hij vor-
klaardo dat do heer da Lango wol zekere redenen
zou hebben, om mot do actie inzake de uitvoe
ring van d Huurwetten niot ineo to gaan. ca
waarop de heor de Lango bij het vaststellen dor
notulen de aandacht vestigde.
Wat bedoelt u, zoo vroeg de heor do Lango,
mol deze uitspraak?--Do heer v. Stralen die «iet
den mood had om de govolgtrekking dio hot pu
bliek hieruit moot maken, als juist te erken
nen. om de eenvoudige roden dat hij zulk -vn
infame beschuldiging niot kan bewijzen, bleef
aanvankelijk zwijgen cn trachtte aan 'l oind der
vergadering, zich nwt oon nietszeggend anti
woord van dezo zaak af to maken.
De indertijd ontslagen brugwariiUMS deden op
nieuw hun intrede in do raadzaal, in verhand
mot oon. verzoek, om do vroeger gestorte pon-
sioenbijdragou terug to mogen ontvangen.
B. en W. adviaeorden goh mi overeenkomstig
de verordening om afwijzend le beschikken, maar
daar ©r een sterke strooming was, om het moge
lijk le maken iets in dezo richting te doen, word
het voorstel van B. cn W. aangehouden. Waar-»
schijnlijk zal nu wei vororieuing werden ge
wijzigd in dien zin dat terugbetaling mogolijk
wordt en dan krijgen do vroegero brugwachters
nog eou goede kaas.
Hot advies van do Comm. van Financiën ora
do rekening van de lichtfabrieken niet goed te
keuren, zag er nogal dreigend uit. Do heor v.
d. Tot slaagde, er echter in de bezwaren te ©nt-«
zenuwen en aan te toonon dat extra-afschrijving
en re-servecring wel degelijk verdedigbaar is, en
dat rentoheifing van de reserves weinig practiach
nut heeft, terwijl hij toezegging deed dat aan
hel zelfstandig optreden van de bedrijven bij hot
aangaan van financieel© verplichtingen een ein
de zal bomen.
Na deze toezegging waron do bezwaren van
de Comm. verdwenen cn word de rekening goed
gekeurd.
De marktkwestio is nu voorloopig van do
baan. Waarom do heer Sijtsma tegen hot voorstel
van B. en W. nog zoo sterk opponeerde is niet
duidelijk. Als do kramers do keus krijgen tw
echen de Beestenmarkt en do andero aangego-
vn torreineu, dan is alle reden tot ontevreden
heid vervallen.
Het denkbeeld van den hoor Sijtsma om hot
oude Invalidenhuis te sloopen ©n het ierreiu
voor marktplein in te richten, vond weinig in
stemming. Do Voorzitter verklaarde dat B. on
W. met oen voorstel zullen bomenwaarvan te
verwachten is dat het bij den Raad algemeen o
instemming zal vinden. Daar de plannen odder
nog (niet- vaststaan, kenden Kerdcxbrent geen
na-lero rocdedeelingen worden gedaan.
Aan het eind van de vergadering nam de hoor
v. d. Pot afscheid van den. Raad. Door den
Voorzitter en den heer v. Hamel werd do schob
donde wethouder op zeor waardesrende wijzo too-
gosproken en wij twijfelen niet of do wenschon
door beide spreker-s geuit zullen ook in den
kring van onze lezers instemming vinden.
Het is een ver van gemakkelijke taak voor
Mevr. van Italië die thans gekozen is verklaard,
om deze plaats op waardige wijze te vervullen.
As. Dinsdag zal waarschijnlijk in do wet-
boudersvacatar© woirden voorzien.
Praatjesmakers cn hnicBeïaari.
In don vollen coupé, zoo lezon wij in 3e
R.-K. M aast»., zat eon praatheld, zoo een,
die niet aan dogma's gelooft, maar elke
wijsheid, wolke zijn lippen loslaten, toch
voor oon soort van encycliek houdt.
Met eon aplomb van een Kakadorns
strooit, hij zijn lovcmsinzicbten naar zijn
medereizigers rond.
't Kwam over de interpellatie in don
Haiagschen raad over de zedelijke verwilde
ring van het. strandleven, en- de paa/theld
maakte direct uit. dat dat natuurlijk fw
Roomsche «huicholairij was.
„Laat. ioder maar leven zooals 't hem
goeddunkt!" dat was het ware evangelie.
Allen die 't anders meenden, waren hui
chelaars, opgekweekt door do mine's en
pastoors.
Wat had Kuyper ons levom niet verhui-
cheld, en hoe was hij zelf.
En de praatheid grapte over de Brussél-
sche uitstapjes, en de luisteraars 'grinnikten
mee.
Zoo'n huichelaar toch, 't was maar ge
lukkig, dat de man dood was.
Maar de praathekL, die «alios vast, had
nooit gehoord of gelezen wat -een man al6
Brosse, zoo pas nog bij den dood van Dr.
Kuyper in -de „N. R. Out." van hem had ge
tuigd, juist in verband met deze Brossel-
scihe uitstapjes.
„Wat een ontstellende massa kennis,
wat een rijkdom aan ervaring, wat een ge
weldig in de bloedwarme practijk gewor teld
leveiisinzicht lag -er omsloten in dezo mach
tige hersens. En hoe wonderlijk welspre
kend, 'hoe boeiend om maar hoel klein en als
weggevaagd naar te luisteren, was zijn
wijze van vertollen, hoe 'diep mensehelijlc
vooral zijn schier universeel begrip van alle
levensverschijnselen, die hij, opgewekt
voortredeneerende, aanroerde."
„En toen" zoo vertelt Brosse verder
kwam Dr. Kuyper hier over te spreken:
over dc ontucht, waarvan hij do verschijn
selen door eigen aanschouwing diep bleek
le kennen.
Van de prostitutie naar de pornografie.
Dr. Kuyper over de pornografie en als
oon college was 't waarvan oon geweldig
dossier ook al berustte in dit. magazijn van
veelzijdige kennis, onder dien machtigen
schedel. Want hij wilde weten, alle levens
verschijnselen doorgronden, om daarna, zelf,
staardig te kunnen oordeel en.
„Zoo vertelde Dr. Kuyper mij ook van
zijn bezoeken aan Brussel, dat voor veel
maatschappelijke verschijnselen het labora
torium van zijn onderzoek was. Daar kon
hij, dien in Nederland zoo velen kenden, on
opgemerkt zich laten aanspreken, b.v. door
praestituées, die hij ondervroeg over haar
leven in ontucht. Hier liet hij zich weglei
den van een boulevard door eenigerlei heil-
soldaatje om zioh in te werken in de prac
tijk van hot Leger des Heils. En als zij mij
dan wilden meenemen naar de zondaars-
bank dan -ging ik gewillig; om voor
God en mensehem van mijn dwalingen en
mijn kortzichtigheid deemoedig te getui
gen
Zoo schroef Brnsse maar daar wisten
de kletsmajoors in den coupé niets van,
maar zetten heel genoeglijk over het graf
van don doodo heen de traditie ran dan las
ter voort, dien zij zich hadden laten aan
praten.
„Geloof is wat de dominé's en do pastoors
je aanpraten", ging do praatheid door.
't Is maar een kwestie wie do meeste re
clame maakt. Dan slikken dc domme inen-
schen 't wel, want als je weet dan geloof je
niot moer."
't Is een kwestie van geboorte en opvoe
ding, waar je zelf niets aan kan doen. Maar
de hoofdzaak is als je voor je eigen maar
weet. dat je -oen eerlijk en fatsoenlijk mensc-h
bent.
„En humaan!" zode een Joodje in den
hoek van don coupé.
En alle anderen knikten toestemmend
„on humaan", en allon waren al weer ver
geten, hoe weinig humaan ze zoo pas aiog
•over een groeten gestorvene geoordeeld
hadden.
Toon stopten we aan een station, en oen
kelner kwam voorbij met. oon blad glazen,
c-n riep „Ranja, heeren!"
Dat gaf afleiding aan 't gesprek.
„Hooi Nederland zuipt Ranja", zei weer
de praatheid, „en wat is 't voor kost. Geen
sinaasappel heeft, er schuld aan".
„Maar 't is toch verd knap", zoi weer
de heer aan den overkant-, „om zoo heel Ne
derland op commando Ranja te laten zffi-
pen."
„Ook een kwestie van reclame", maakte
de praatheid weer uit.
„Goed, maar toch knap om een artikel er
zoo in to brengen".
„Wat Beeft voor waarde, en We moe-
tón er 30 centen per glas voor betalen
zei weer de ander.
„Och zoo gaat 't altijd" doceerde de
piraatheid verder, „toen ik eon kind was,
tas je op alle trams ,,v. Hou ton's cacao ie
de beste", on boven op den Edfeltoren stond
't ook. Wilde dat nou zeggen, dat de andere
merken cacao minder goed zijn? Maar het
stond nu eenmaal in jo kop „van Houteu's
cacao do beste on wij jongens wilden geen
caoao drinken alk zo niet van v. Houten
was. En nou ik zelf huisvader ben, wil ik
n\'>g dat ze geen andere cacao halen dan
van v. Houten
„Dus toch eigenlijk ook een geloofs
kwestie", merkte een dor reizigers op, die
tot dusver gezwegen had.
,>Ja^ ja" 1 achten ttoea allen, «„eigenlijk
ook oen geloofskwestie'".
„En dan lijkt 't. mij üfcoch altijd nog go-
lukkiger", ging de man voort, dat er in
onze tegenwoordige verwarde maatschap
pij nog dominé's en pastocva zijn, die de
mónsöhen ar op wijzen, hoe zo hebben te
leven, - dan reclamemakers, dio hun louter
om het. stoffelijk gewin aanprijzen, wat ze
hebben te eten en -te drinken. Alkvwi praat
jesmakers kunnen dan do laatste®, voor
knap prijzen, terwijl ze de andoresv voor
huichelaars uitmaken".
Rotterdam alles uitstappen! riep de con
ducteur.
Rijk on Gemeenten.
De heer De Geer, minister geworden',
zegt het „Hbld." stond voor een eigenaardig
geval: (hij had zelf een inidatief-voorstel
ingediend voor een noodregcling van de fi-
nan-cieele verhouding van Rijk en Gemeen
ten, maarer was ook een concureerond
regeeringsvo oreteL Moest de nieuwe minis
ter dit laatste nu intrekken en zijn ei gein
ontwerp totregeoringsvoorstel maken?
Een eigenaardige puzzle!
Zooals gemoldt hoeft do minister nu zijn.
voo.nstel ingetrokken, maar de voot-
draeht van zijn voorganger gewijzigd
natuurlijk in overeenstemming met zijn
eigen denkbeelden. Een compromis een
samensmelting dus. Een belangrijk verschil
tusschea de beiden zat namelijk hierin, dat
vclgens het ontwsrp-De Vries do bestaande
Rijksuitkeeringen aan do gemeenten zouden
worden verhoogd, wannoor do gemiddelde
opbrengst der gemeentelijke mkomsten-be-
lasting over 1917, 1918 en 1919 de Rijks
inkomsten-belasting over het. dienstjaar
1918/19 overtrof. (De verhooging zou be
dragen: 1020 p.Gt.., alnaannate van het
verschil van bedde heffingen). Dezo bepa
ling wordt nu zoo veranderd, dat de verge
lijking van Rijks- en gemeentelijke inkom
stenbelasting plaats heeft naar de jaren
1920, in overeenstemming met wat de heer
Do Geer in zijn eigen ontwerp had gesteld
Overigens had minister De Vries in een
toelichting zich bijzonder pessimi&tisoh uit
gelaten over de mogelijkheid van een d e-
finitiove «regeling van do financieele
verhouding. Minister De Geer denkt daar
over wat hoopvoller, benoemt weer een
staatscommissie om de zaak te onderzoeken
on beperkt mot bet oog -daarop de nood-
«regeling tot de jaren 1921 en 1922.
Ton slotte is er nog een- «herziening van de
bestaande wot van 1897 op de financieele
verhouding noodig, in verband met «het. in
werking treden van de nieuwe lager onder
wijswet. Dit gaat buiten do eigenlijke nood-
regeling om.
Naair men weet was het oniwcrp-do-Geer
voor de gemeenten royaler -dan dat. van den
vorigen minister; dit laatste zou bijv. aan
Amsterdam jaarlijks 2,4 millxoen hébben
gegeven, tegen misschien 5 a 6 millioen vol
gens het ontwerp-De Geer.
Intussohen is 't ontwerp tot 'n derde itit-
koering uit. de O. W.-bela&ting verschenen,
waardoor de gemeenten aan don andoren
kant oon zekere bate ontvangen, Amster
dam bijv. 14 millioen) oen -bate, waarop
wel eenigszins gerekend was, maa-r die nu
toch p3s eenige zekerheid krijgt. Het
spreekt overigeas van zelf, dat het regee-
ringeontwerp nu, als werkelijke noodregc
ling (naar gehoopt wordt, van korten duur)
een ander karakter krijgt dan 'het. had; wij
zullen daarom op de fijne verschillen met
hot ingetrokken initiatief-voorstel niet in
gaan. Wel as van belang, dat met dilt laatste
vervallen is do daarin vervatto beperking
van do .percent ages der gemeen tol ijko in-
komstenbelastMig (tot hoogstens 10 pOt
over olk inkomen, méér dan «bot percentage
dei- Rijksinkomstenbolasting).
(o)
De NoPr^che re» Van E.V de Kooinglff»
De aankomst van H.M. Koningin Wil-»
hehnina. Prinses Juliana eü gevolg in.
Aandalsnes heeft het Noorse he blad
„Romsdal" geinspfreerd tol eenige be-«
schouwingen, welke we hier curiosileild-
lialve ongeveer woordelijk vertaald weer
geven. Hel blad schrijft dan:
„Het is juist niet onze koningsgezind
heid, die ons ertoe drijft iels te schrijven
over Nederland, in haar land zoo hoogge
acht. staatshoofd. Koningin Wilhelmina.
H.M. landde met lvaar dochtertje on ge
volg. Dinsdag to Aandalsnes en de geheete
stoet maakte in .rijtuigeiv een tocht door
het dal. Men is er echter niet zeker van,
of de Prins er ook bij was. Kr waren ver
scheidene heeren in het gevolg. De lieer,
die de leiding had, noemde zich kapitein.
Do Prins kon ook wel kapitein in liet Hol-
landsciic leger zijn. Deze kapitein reed
alleen voorop ju een rijtuig, daarachter
de Koningin met dochter in een tweede,
vervolgens hot overige gevdig in drie rij
tuigen. Natuurlijk had ieder paard zijn
voerman. Bij het vertrek warea slechte
weinig nienschcn aanwezig. Maar bij de
terugkomst was er een massa volk bijeen
gekomen om de Koningin to bekijken. En
zo, kregen een tamelijk groote, niet oude,
gezette dame te zien, met. een gevuld eit
tamelijk germaansch uiterlijk. De dochter
leek op de moeder. De Koningin mankte
den indruk van gezond en krachtig te zijn.
Hetgeen ons trof bij het beschouwen van
deze zeer hoogstaande dame, waren l.aar
eenvoudige, natuurlijke bewegingen en
kleeding. zij leed niet aan grootdoenerij.
Zij scheen ook geheel vrij cn gelukkig te
zijn. Zij was geen modédanie. Haar klee
ding was eenvoudig: gewone rijde zonder
kunstige plooitjes en tierlantjjntjes. Zij
•had onder haar schoenen lage breede hak
ken. Haar hoed was kaal zonder veeren.
En gemakkelijk stapte zij in den wagen.
Zij was kortweg oen voorbeeld ter navol
ging voor onze Noorsche dame3 van heel
wat mindere afkomst. Het zou werkelijk
nuttig voor Noorwegens dames zijn, al3
ons land bezoelk gehad had van veel zulke
koninginnen. Om dezen redenen waren wij
zoo vrij deze hooggeplaatste persoon nader
te bespreken. En dat is de vrouw, die van
Europa de opdracht gekregen heeft ora
do bewakingspapieren te onderteekerven
betreffende Keizer Wilhelm en den ge
wezen Duilschen Kroonprins, die ziek
bcid-e op Hollandscb grondgebied op
houden'."
Aan dit met dubbele Lusschenruimto
tusschen de regels gedrukte hoofdartikel
volgt verderop in de courant nog het vol
gende supplement:
„Het kan heel goed het geval zijn, dat
de kapilefx». die als haar begeleider op
trad, de officieele adjudant van de Konin
gin was, en dat haar gemaal, de Prins,
een minder opvallende plaats innam tus
schen de overige heeren: van het gevolg,
omdat het do persoon van de Koningin is,
die Hollands staatshoofd is en niet haar
gemaal, die slcolits Prins genoemd wordt»
De dochter van de Koningin is kroon
prinsen «u ingevolge Hollands grondwet
aan do kroon Jen. evenals haar
nxoedcr do Koningin. Daarom zat da
kropnprinses naast do koningin".
„Msbd."
Onder geestverwanten.
De medewerker „Argus" van de „Noten
kraker", '-t Zondagsblad van „HetVolk", die
onlangs cons iets over Rusland schreef,
wordt deswegen in de „Tribune" achtereen
volgens genoemd: raor&pruimer, augurkio,
zuiger, duimen-aflikker, t'wohiom-lijdar
broekeman, lcikvorsch en zi'ih-zelf bemor
send idiootje, terwijl voorts vrvn hem wordt
medegedeeld, dat hij vergeten «hoeft zioh U
wasschen en zijn voeten in te groote, vieze
schoenen eteékt en besloten wordt met een
raad om de rei uit zijn f c-omangelen-
s oil ill en te zoeken en tandenborstel en kaai
«ten eeuwige dage te verdoemen.
Speciaal tarief voor levensmiddelen, t
Naar gemeld wordt, treedtmot ingang
an 1 September bij de Nederlandse
Spoorwegen een speciaal verlaagd tarief
voor hel vervoer als ijlgoed van sommige
levensmiddelen in werking.
Dit geldt voor het vervoer als ijlgoed
m:
le. yorseho melk, viseh (lovende en ver-
sehe (ook oppervlakkig gezouten haring),
on gerookto bokking.
2e. vorscho mosselen, vorsche groenten,
vorsche aardbeziën, bessen, boomvruchten,
frambozen, meloenen en tomaten wordt eon
spec-iaal-taricf ingevoerd.
(o)
FEUILLETON.
Ivervloedig vergolden.
►en doze antwoordde dat de oude vrouw
beschimt had en haro dochter van niets
n wilde, stampte hij met zijnen go
rden hiel hevig op den vloer en beval
.eend de verschrikte, bijna onmachtige
dalona haa«r weenen na to laten en hun
nodige aanwijzingen to geven, of an-
zou het haar slecht vorgaan.
Yat zijt gij, dat gij mijn kind be
ft!" borst nu moeder Campbell uit, die
»ts met moeite haro aandoening en gruw
iortoe onderdrukt had.
ilt gij,, dat do vrouw haren man aan
|bloedige klauwen ovorlevere? En wan-
zij zwijgt, wilt gij haar dan vermoor-
gelijk gij vroeger roods zoo menigeen
gering verzuim gedood hebt? 0.
mannen, indien gij mannen zijt,
»t eeno lange rekening bij God, wilt
g meer zonden op uw register brengen
i last dor ongerechtigheid, die op uwe
p. drukt, nog met eene nieuwe misdaad
faren?"
nu uw schimpen, oude heks, on gij,
B vrouw «hoor mij aan. Ik raad ii, mij
dig alles te zeggen wat gij weet, au-
zal ik u er toe dwingen. Welken weg
ging Angus Hope, toen hij, gelijk gij zegt,
voor zeven dagen «heenging?"
„Neen, mijne goede vrouw, gij moet. on
zen korporaal maar niet om den tuin wil
len leiden," merkte Black Bill met. een spot-
ienden lach aan. „Claverhouso zelf verslaat
hot. niet beter dan hij: de stommen tot
spreken te krijgen.
„Rustig Bill", sprak zijn meerdere ge
biedend, „on gij vrouw, bedenk u nog een
maal."
„Et is niets te bedenken!" riep de oude
weduwe er tusschen. De vrouw van Angus
Hope zal niet den smaad over haren man
brongen, ceno vorraderes te worden en dat
voor do oogen harer moeder."
„Draag zorg mij niet voor «den geile te
houden", voor de korporaal gestreng voor,
zonder van de woorden der moedor anders
dan door oen toornig rimpelen van het. voor
hoofd notitie te nemon.
„Ik zal het u niet zeggen,"'ant
woordde Ma.gdalena met. onverminderde
s t and v astigheid
„Zijt gij besloten? Ik zal u niet nog
eenmaal gelegenheid geven u door cene be
kentenis te redden. Wilt gij het mij zeg
gen?"
„Ik wil niot," sprak zij andermaal, zon
der dat hare stem beefde, hoewel hare bloéke
wangen nog meer doodsbleek, werden.
„Wij, ruwe soldaten, hebben weinig ver
stand eu willen met vrouwen geen krijg
voeren," ging de «korporaal met bitteren
lach voort-, doch als onderpand van uwen
goeden wil neem ik dezen zuigeling in be
slag."
Met. dezo woorden ging hij als oen gier
op zijne onsehuldigo prooi los en groep het
kind aan, dat Magdalena altijd neg in hare
armen hield: Met een angstkreet, die ieder
minder verhard hart «had moeten verteede
ren, stortte zij zioh op hem om hem het
kind weder te ontrukken; dooh de wreod-
aard hield het grimmig lachend eene arm
lengte boven haar omhoog en zeide: „Gij
moet mij of het kind laten behouden, of mij
tot zijnen vader voeren." Met onstuimige
hartstochtelijke woorden smeekte de ont
zette moeder den man, haar den kleine te
rug te geven; ook vrouw Campbell be
zwoer hem, echter op een toon waaruit ver
ontwaardiging cn smeeking tegelijk weer
klonken.
„Zie, vrouw, uw kind bidt. u, het van
zijne ruwe dien-slmaagd 1o verlossen" zeide
de wilde soldaat, toen de zuigeling begon
te sohroien. „Wellicht hebt gij wel booTcn
verhalen hoe wij zulke lammeren behande
len: wij werpen ze in do hoogte en vangen
hen met. de spitsen onzer lansen op."
Geheel ontzet door deze herinnering aan
eene geschiedenis, die. hoewel onwaar, des
tijds van do onmouschelijkheid der dragon
ders verhaald werd, sprong Magdalena
woest tegen den soldaat op en poogde met
bijna bovenmensehelijko kracht zijnen arm
omlaag te trekken; doch gelijk soms een
kindermeisje eon kind tergt, dat gaarne den
appel grijpen wil, dien zij in do hand heoft,
zoo nam ook de dragonder den zuigeling
in de andero hand en zag met een oog vol
zegepralende boosheid op do moeder neder
„Spreek, thans!" zeide «hij' „spreek, en ik
geef u uw kind terug; wanneer gij eohter
onwillig blijft, dan hebt. gij hot- heden voor
het laatst, gezien."
Magdalena bijna uitzinnig, was niet in
staat te overwegen in hoeverre het haren
man schaden kon, 4at zij bekerde, waar hij
heen was gegaan. Hij kon thans wellicht
mijlen ver van die plaats verwijderd zijn, on
in dit geval kon wat zij van hem te zeggen
had, Irem geen nadeel aanbrengen: in allen
gevalle was 't slechts een onzéker gevaar,
het verlies van haa«r kind was daarentegen,
indien zij zweeg, onvermijdelijk. Welk moe
derhart. zou doze godaohte hebben kunnen
verdragen! Zij wierp oen zwijgenden, smee
kenden blik op haro moeder.
„Bezin u wol,dochter", vermaande deze
«als antwoord, „ik weet wat -gij doen wilt
mij mijn kind. Ik wil u alios zeggen alles.
Is het zulk een kleinigheid bet leven van
zoovele heiligen in gevaar to brengen ora
een eonig leven le redden, dat u dienaar
is? Bedenk, dat gij eenen moord op uwo ziel
laden zult, wanneer door uw toegeven het
bloed van oon enkol kind Gods zal vergoten
worden: en het kind, dat gij tot zulk oe-nou
prijs redt, zou geen zegen voor u zijn."
„God vargeve mij: maar in dezeu nood
kan ik niet zwijgen," zuchtto de zwaar be
proefde vrouw.
„Te la«nt, to laat!"'" riep nu de eoldant., ter
wijl hij deed alsof hij hot vertrek wilde
verlaton. Magdalena wierp zioh voor hem
noder, m smeekro hem te blijven, terwijl ha
re moedor haar toornig beval op to staan
en te zwijgen.
„Hior, Bill, maak mij van dio vrouw los!"
riep do korporaal onbekommerd om haren
angst-. Do dragonder talmde eohter. „Hoort
gij dan niet, Bill, hier scheur haar weg;:
waarom is zij zoo lang eigenzinnig en
dwaas."
„Neen, neon!" gilde zij. „Man, man, geef
mij inijn kind terug:
„Magdalena, Magdalena!" riep de ouda
vrouw, „gij zult- toch dezo zonde niot be
gaan, Magdalena!" Maar de moeder hoonde
naar haar niet. „o, Mijn kind, mijn kind!"
snikte Zij,
(Weidt verv®2j.j).