Dagblad voor Leiden en Omstreken. Of ABONNEMENTSPRIJS k IN LEIDEN EN BUITEN LEIDBN O b WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZUS ER KWARTAAL IUI 'EB WEEK10.1» ÏRANCO PER POST PER KWARTAAL I2-M ÏIT 2de JAARGANG. - VRIJDAG 29 JULI f921 - No. 405 BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIE-PRIJS PER GEWONE REGEL1012 Ut DES ZATERDAGS 1030 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIKB KLEINE ADVERTENTIES .u bwfilw BA voorden 50 «ut: ZaterdAC 75 «BV j i bij voorBitbetmliag *1 I Ons Lager-Qnderwijs. Verschenen is het Verslag over den toe- Hand van het lager onderwijs over 19IÖ-1919 -De kost die hier opgediend wordt is -?pU3 niet bepaald nieuw, maar toch bevat it verslag verschillende opmerkingen van belang om daarop de aandacht Le yptigen. Interessant en bedroevend tevens is wat ezegd wordt omtrent iiet geschiedenis- epdcnvijs. Heel hot verslag is één jammerklacht r de weinige resuHateni met dit ondcr- '•Jijs verkregen, terwijl (meermalen ook mistig geklaagd wordt over de weinige wijding hierbij door de onderwijzers aan [&u dag gelegd. G-Zoo schrijft b.v. de Inspecteur in de le V-ispectie: verreweg de meeste van onze volks cholen komt de vaderlandscho geschiede nis niet voldoende tot haar recht, j JDe hoofdreden daarvan acht ik minder y g ongeschiktheid van de stof voor de jjgcrc school immers de uitzonderingen 5 julcr de -schotelt, waaronder er zijn, die niet in gunstige conditio wer- n, bewijzen, dat met vrij weinig lijd en ig minder middelen soms heel wat le Ireiken valt, dan wel de onbekwaam i d of de laksheid der onderwijzers, gg Vanneer wij bedenken, met hoe weinig van dit vak toegerust, de onderwij- rs de lagere school binnentreclen, hoe rvnbeholpen zij door het onpraclisch [genomen examen voor hot pracliscli werk ifMinen le slaan, hoe weinigen hunner er doordrongen zijn. dat om dit vak Inigszins draaglijk te kunnen geven;, na examen nog veel sluecren. zoclcen en -klenken yan hen gevergd wordt, terwijl daarentegen, vertrouwende op hun -heugen en gelukkige invallen van liet zich onvoorbereid voor klasse wagen, dan is het geen won- jr, dat do resultaten op zoovele schoten to o^lenschen overlaten". 2^ Mot liefde voor het vak en volhardend 'Tfeefl zou z.i. veel meer te bereiken zijn ÉfZÜfei thans het geval is. Overigens merkt hij op, en dat is nog eer een kleine pleister op de wonde, dat l een betrekkelijk kort onderzoek on- p gelijk valt af to leiden, in hoeverre liet jschiedenisonderwïijs resultaten heeft ge- ld voor d-e verstandelijke en z e- e lijke vorming der "leerlingen. 't geheel echter ia de toestand be- joevenjd slecht. op;! -ji* Niet toevallig. ^Merkwaardig is wel dat volgens cle ver- gen uit de verschillende districten de re- ®nUtaten van het geschiedenis-onderwijs bij ejt bijzonder onderwijs veel meer bevredi- zijn, dan in de openbare scholen. Dit is niet iets toevalligs, maar hangt hncn met en is een gevolg van de beteo- °mis door de onderwijzers aan het ge- I1 *fh i edenis-onder wijs toegekend «Een opvoeder en onderwijzer is nu een aal niet eon doode maohLne. Zijn le vensbeschouwing spreekt hier een jT""oordje mee. Ie Zoo verhaalt de schoolopziener in het Middelburg,' dat. enkele openbare 3%dei-;wijzers hem verklaarden dat zij het te |et góedvonden van de „zoogenaamde hel der voorvaderen te vertellen, deze vaak hun grond vonden in roof- Joht of een anderen leeldjken karaktertrek. Kot is natuurlijk, dat een onderwijzer, de daden onzer groote mannen in dat fUlpht. beschouwt, geen goecl goschiedenison- n-wijs kan geven. Niet alleen, dat alle jr-^ocd en leven ontbreekt, maar het ligt in aard der zaak, dat hot min of meer met P g e n z i n wordt onderwezen. Gelukkig, it in het district Middelburg slechts een zeer enkele onderwijzer gevonden wordt, die iets voelt voor een dergelijke opvatting der historie. Dat neemt echter niet weg, dat er weinig liefde voor de geschiedenis is bij menig on derwijs in dit vak. is dat misschien een gevolg dei- materialistieohe levensbeschou wing der laatste deconniën?" Er zal wel niemand zijn die deze vraag 'Ontkennend durft beantwoorden. De schoolopziener in het. district Gouda belicht meer de andere-zijde van dit vraag stuk als het heet: „In de bijzondere scholen werd aa.n dit vak meer tijd besteed dan aan de openbare. Dit. is te begrijpen. Voor hen, die meenen, dat alles op de we reld geschiedt onder het onmiddellijk be stuur van eene hoogere macht, zal de ge schiedenis een vak van hoogo waarde zijn, dat hun, voor zoover het op Nederland be trekking 'heeft, de leiding Gods met ons volk zal leeren kennen. Houdt men daarbij in het oog, dat op verschillende plaatsen in den Bijbel, met name in Psalm 7S: 4, 6 en 7, de oisch ge steld wordt,- dat bij de opvoeding aan de historie eene plaats zal worden ingeruimd, dan wordt. het. duidelijk, waarom de vader- landsche gesohiedenis met eenige voorliefde op de Christelijke scholen onderwezen wordt." Inderdaad! Maar dan wordt het. ook weer een keer to meer duidelijk waarom Christen-ouders voor hunne kinderen Christelijk onderwijs begeeren on moeten begeeren. STADSNIEUWS. Pi-of. C. W. van der Pot. •Mr. Dr. C. W. van der Pol Bz., secreta ris van het Hoogheemraadschap Rijnland en wethouder dezer gemeente, is bij Kon. Besluit van 26 dezer aan de Rijksuniver siteit te Groningen benoemd tol gewoon hoogtecraar om onderwijs te geven in het staatsrecht, het administratief recht, de staatkundige geschiedenis en het volken recht. De nieuw benoemde hoogleer'aar, al dus een levensbericht in de N. R. Crt, werd 25 Januari 1880 te Zevenbergen (N.-B.) jgeboren. Hij bezocht de H.B.S. te Zwolle, deed daar eindexamen, bezocht het stede lijk gymnasium te Kampen en werd in 1898 aan de rijks-universiteit te Utrecht als student in de rechten ingeschreven. Hij promoveerde aldaar op stellingen {lot doctor in de rechtswetenschap in 1903. Na zijn promotio werd hij als redacteur verbonden aan jHo Dordreclitsclie Cou- rant. Hij bleef daar werkzaam tot 1901, toen hij benoemd werd tot -adjunct-coan- ■mies ter provinciale griffie van Overijsel. Na daar de verschillende rangen te heb ben doorloopen en na geruimen tijd chef van verschillende afdceliugert te zijn ge- woest. werd'hij in 1910 benoemd tot secre taris van het hoogheemraadschap Rijn» land alhier. In 1912 werd hij gekozen tot lid van den gemeenteraad en in 1918 tot wethouder van financiën en volkshuisvesting. 4 Juli 1916 promoveerde bij tot doctor in de staatswetenschappen! aan de Leid- sche universiteit op een dissertatie, gette leid: Wetr en algemeene maatregel van bes-tuur in het Nederlandsch staatsrecht. In 1917 werd hij benoemd tot secretaris van do Leidscho Kamer van Koophandel en Fabrieken. In verschillende wetenschappelijke tijd schriften zijn artikelen van zijn hand ver-» schenen o.a. in het Rechtsgeleerd Magazijn Vragen des Tijds, in de publicaties van Ovcrijiselsch Recht en Geschiedenis, het Weekblad van het Recht en het Weekblad van Burgerlijke administratie. Ook op so ciaal gebied heeft mr, van der Pot zich veel bewogen: gedurende tal van jaren was hij secretaris van het Leidsohe Volks huis, waar hij zich ook belastte met het geven van kosteloóze rechtskundig© ad viezen aan on- en .minvermogenden. Ook |ivas hij tot aan zijn- benoeming als welhou der penningmeester van de Leidsclie ver eeniging tot bevordering van den bouw van werkmanswoningen. Bcleekenl de benoeming van den 'heer van der Pot een zeer eervolle onderscheiding- waarmede wij hem van har! o gel uk wen- schen, vete Leidenaars zullen niettemin fijn vertrek naar Groningen oprecht be treu ren. Dit heengaan beleekent toch voor Lei- deni een verlies en meer in 't. bijzonder voor onzen Gemeenteraad, waar de heer van der Pot, die zichzelf nooit op den voorgrond plaatste, een vooraanstaande plaats innam. Met belangstelling werd.altijd naar zijne redevoeringen, die van groote zaakkennis getuigden., geluisterd, en op schitterende wijze wist hij meermalen zijn beleid to verdedigen. Het zal dan ook niet gemakkelijk gaan de plaats van den heer van der Pot als wethouder te vervullen, temeer daar wij meenen te weten dat een van de meest aangewezen mannen voor deze functie een wethouderszetel niet ambieert. üct nieuwe raadslid. Wethouder, van der Pot zal als raadslid worden opgevolgd door Mevr. W. van Ilalie-^van Ernden, zoodat. straks de derde vrouw in onze raadszaal hare inlredo zal doen. Zendmgsdag. Naar wij vernemen is op den Woensdag le Oud-Poelgeest gehouden Zewdingsdag in totaal gecollecteerd een bedrag van I 463.21^. Dr. W. J. Lu-ijlen, assistent voor de aterrekunde aan de Rijksuniversiteit alhier is benoemd lot observator aan hot Ticks- observalorium (Californië). De Christelijke.Jongelingsvereeniging „Dient den Heere", had gisterenavond een boottocht georganiseerd over de Kagor- en Brasemcrmeron. Voor dezen tocht waren door de X V. meer dan tweehonderd kaarten beschikbaar gesteld, die alle verkocht waren, zoodat de boot overbezet was. De boottocht mag zeker goed geslaagd heet en. Er heèrsehte een opgowekto stem ming. Vooral het Obr. Muziekgezelschap „Afchalia" heeft zich zeer verdienstelijk ge maakt, door verschillende mooie nummers ton gehoore te geven. De J. V. „Dient, den Heer" kan met ge noegen o-p dezen genotvollen avond terug- BINNENLAND. De Koningin naar Noorwegen. Men meldt ons, dat de Koningin en de Prinses thans het voornemen hebbon den 3on Augustus met -het stoomschip „Mero- pe" naar de Noorweegsohe Fjorden te ver trekken. De Koningin op de Vcluwc. Sedert ongeveer een week vertoeft H. M. do Koningin, meestal vergezeld van Prinses Juliana, bijna dagelijks te Garderen, ton einde schilderstukjes te maken van de op de velden aldaar op söhoven staande rogge, waarbij II. M. vaak met de eenvoudige be woners die eens naar het schilderen komen kijken, heel familiaar een praatje maakt. Zoo vroeg nog gisteren een bejaard vrouw tje: „Kom je maargend weer, juffer"? waar op E. M. met een; waarschijnlijk wel, ant woordde. Niet. zelden wordt door H. M. ook aan het maken van foto's gedaan. Dezer dagen verzocht; de Koningin den landbouwer fi. Mulder, die een vracht rogge van het land had gehaald, even stil te hou den, om een kiekje te kunnen nemen. De goede ziel zeide echter „gien tied te hen", en reed door. „En als ik u dan eens een rijks daalder geef', hernam do hem onbekende dame, en toen had ons boertje tijd in over vloed. Minister de Geer als Burgemeester. De IS'. Arnh. Grl. zegt in eero ken schets van het optreden van den nieuwen Minister -van Financiën Jhr. Mr. D. J. de Geer als Burgemeester van Arnhem: Elke zucht naar volksgunst, iedere /Uiterlijkheid, icdero rellioriek, is Jhr. De Geer vreemd. Hij is de zakelijke werker die niet anders zoekt dan hetgeen belang heeft: oplossingen. In den Raad vestigde bij Aan het oogen- blik, dat hij daarin den eersten voetstap zette een) onaantastbare autoriteit, de auto ritcit van den geboren leider, die door zijn simpele aanwezigheid de situalie altijd bcheerscht. liet jaar van dit Burgemeesterschap is geweest een jaar van -ingespannen arbeid tér voorbereiding van een sterk en con sequent bestuur. Het zal den heer De peer, die zijn werk boven/ alles liefheeft, ►.waar vallen dit lo onderbreken vóór hij Iheefl kunnen bereiken, wat hij zich onge twijfeld heeft voorgesteld (e bereiken. Hij izal alléén gezwicht zijn voor den aandrang /dien rnen niet nagelaten zal hebben) op hem uit te oefenen, om-lat hij de overtui ging had, dat zijn plicht hem naar een ze tel in 1s lands regeering dreef. Hier laat hij achter een onS-óMooide itnak; veel, door zijn vertrek, teleurgestel de Veerwaclilingen,en de herinneringen aan de sterke, hoogo en rijke persoonlijkheid, die de" zijne is, en de kwelling der onze kerheid: „wie zal deze taak durven over nemen, wie zal het kunnen -met kans op succes, wie zal het willen) Staatk. Geref. Partij. De Staatkundig Geref. Partij komt D.V. Woensdag 3 Aug. in algemeene vergade ring. in de bijgebouwen -der Chv. Geref. Kerk, Goudschedwarssliaat te Rotterdam bijeen, 's Morgens te ll uur hoopt de voorzitter Ds. G. H. Kersten, een openingsrede uit te spreken. De Tabakswet. TV'ij bobben reeds gemeld, dat 4 Augustus a.s. art, 8 der Tabakswet in werking treedt. Dit is bet eersto artikel der overgangs- en slotbepalingen en verplicht ieder, die een bedrijf uitoefent, waarvoor con 'bodrijfsver- gunning wordt voroisdht, on' die dit bedrijf na het. in- werking treden dor wet wenscht voort, te zetten, binnen één maand, dus voor 4 September, de aanvraag voor een bedrijfs- vergimning in te dienen. Deze schriftelijke, onderleekende aan vraag wordt gericht aan den ontvanger der accijnzen, onder wiens kantoor het bedrijf zal worden uitgeoefend. Deze aanvraag houdt in eene opgaaf van: a. plaats en dagteekoning dor aanvraag b. naam en woonplaats van den aanvra ger of naam en zetel van do vennootschap of vereeniging c. den aard van hot bedrijf; d. de ligging der lokaliteit of lokaliteiten zooals kantoren, fabrieken, vorkooplaatsen, opslagplaatsen, dio voor de uitoefening van het, bedrijf zullen worden gebezigd, met ver melding van gemeente, straat, wijk, enz. en nummer en van de kadastrale omschrijving; e. voor zooveel fabrioken betreft, de lig- ging en de bestemming der verschillende werkplaatsen en -andere vertrokken. Van als entrepot in gebruik zijnde lokalen behoeft geen opgaaf le worden gedaan. Fabrikan ten leggen bij do aanvraag over 'een ge waarmerkte schei sleekening in tweevoud, op oene schaa.l van ten minste een op hon derd, aanduidende de uit- en inwendige in richting der fabriek. Op de aanvraag wordt binnen veertien dagen door den ontvanger beschikt. Is bij -het in werking treden der wet nog geen beschikikng genomen, of ingeval van beroep nog niet op hot beroep beschikt, dan mag met de uitoefening van het bedrijf zon der bedrijfsvergunning worden voortge gaan, totdat de beslissing op de aanvraag onherroepelijk is geworden. Een contingent van 19.500 man? Naar het. „Utr. Dagblad" vernoemt is de kabinetscrisis opgelost op de voorwaarde dat. het jaarlijksoh contingent zal worden gebracht op 19500 man, een voorwaarde dio zoowel door den nieuwen minister van oor log als door de betrokken Kamerfracties, na deliberatie, is aanvaard. Invaliditeitswet. Naar wij vernemen, overweegt' men aan het departement van Arbeid de invoering van blokzegels, welke het plakken van een feegel over een termijn van meerdere we- Bcen ineens mogelijk maakt. Hierdoor zal tie administratieve last, verbonden aan het plakken van zegels ingevolge de Invalidi teitswet, in het bijzonder voor werkgevers jnvet een groot personeel, worden vermin derd. Zegelplakkcn voor onderwijzers. Op oen navraag door hot. moderamen Van den a.-r. Schoolraad aan den Minister \an Arbeid, luidende: „Indien een onderwijzer op 1 Januari van eenig jaar niet in functie was, maar in eten loop van het jaar in dienst treedt» is liij voor de volgende (maanden van dat kalenderjaar niet pensioen-gerechtigd. Door sommige Raden van Arbeid Wordt nu aan de schoolbesturen de verplichting opge legd voor dio enkele maanden ingevolge de Invaliditeitswet premiën te betalen. Gaarne zou het moderamen voornoemd van Uwe Excellentie vernomen, of zulks inderdaad in overeenstemming is met do bedoeling der Invaliditeitswet en da schoolbesturen tot dezo betaling wettelijk verplicht zijn", antwoordde de minister. „In antwoord op neven-vermeld schrij ven, deel ik u mede, dat een arbeider in den zin der Invaliditeitswet, die het voor- juitzicht heeft binnen afzienbaren tijd on der een pensioenregeling te vallen, niet op grond daarvan vrijgesteld kan worden van den verrekeringspliclit, ingevolge do bepalingen dier wot. De opvatting van do door u bedoelde Rad-en van Arbeid komt mij daarom juist voor". "\Vaar de loongrens van f1200 op f2000 is uitgezet, moet het schoolbestuur over 1921 voor het personeel, na 1 Januari in functie gelreden, zegels plakken! Dit geldt dus feitelijk voor nagenoeg alle tijdelijke leerkrachten. De Duitschs kroonprins. Uit Berlijn wordt, volgens een Bega- telegram, aan den Petit Par is ion bericht, dat in monarchale kringen to Potsdam 't gerucht loopt, dat de Duitsche kro ons prins aan de Nederlandscho regeering verlof heeft gevraagd om Wieringen te verlaten, ten einde zich in ZuLd-Amerika te vesti gen. De lezer zal zich herinneren, da-t hetzelf de gerucht, al eens opgedoken en toen te gengesproken is. Yan het bericht van de „Pelit Parisien" kan men ook wel aanne men, dat het niet waar is. AVe hebben ten overvloede te Den Haag eeais navraag ge daan, waar men 't weten kpn. Men wisb van niets. Troelstra naar Georgië. Te Denemarken waren arbeiders afge vaardigden van elf landen bijeen. Een ver tegenwoordiger van Georgië sprak veront waardigend over den bo-lsjewistischea overval van zijn land. Men besloot toen eon commissie mtuvr FEUILLETON. Eindelijk thuis. ;„Wei". zeide Sadie, „ik weet wel, waar naar toe wilt. Gij Vindt -dat ik u loinp '•öi onbehooilijk geantwoord heb op onzen 0ffoegercn interessant on rit. Gij vindt, dat onredelijke conclusies trok en dat ik on- aodig scherp was. Nu, ik vindt, dat zelf en als ik or u pleizier mee kan doen, wil ik dat wel bekennen." ...Dat is een uitstekend begin", was des 2.8bkters hartelijk antwoord. Ik denkp dat 0.0H ons niet moeilijk allen zal de zaak in q e reine te brengen. Wat ik te zoggen heb, ^'Ijjinkl misschien niet zoo edelmoedig, daar 7.0', wat ik toen zeide, eerlijk en oprecht 4f7p£'nde en geen de minste nevenbedoeling öd, al heb ik wellicht niet de juiste woor- -a Vn ëgközen, om u mijn bedoeling duidelijk ïriaken. Maar 'het verheugt mij. dat ik (4.1- even eerlijk on oprecht, zeggen kan, dat ie'j geloof mij toenmaals onnoodig bezorgd «rnaaki 1e hebben, dat Dokier Douglaa •2L.1 achtenswaardiger was, dan ik ver wedde en dat niets mij meer genoegen ge- heeft dau de nobele houding, die hij iWog niet lang geleden heeft aangenomen, faarlijk, zijn gedrag n> zoo «del geweest, dat ik bet mij tot een eer reken hem onder mijn vrienden to tellen." Sadie viel 'hom ondeugend lachend in de rede: „Een vereeniging, waar men elkander onderling bewonderd", zeide ze op 'haar meest spotachtigea toon. „Hebt gij en Dok ter Douglas vooraf gerepeteerd? Gij kwaamt ons juist stoi'en, loen hij op de- zelde wijze ovor uw uitmufntende hoedanig heden uitweidde." Dokter van Anden solieen in 't minst niet geërgerd, integendeel, er vertoonde zich een glans van vergenoegen op zijn gelaat. „Heeft hij u verteld, dat bel misverstand opgehelderd is?" vroeg -hij levendig. „Dat was mooi van hem." „Natuurlijk. Hij is een odelmoedige ziel gisteren een slochtaa-rd en vandaag een 'heilige. Ik begrijp zulke wonderbaarlijk snelle veranderingen niet, dokter." „Ik weet, dat gij die niet begrijpt," zeide -hij bedaard, „en hoewel gij aan weerskan ten overdrijft, toch is er een groote, wonder baarlijke verandering die men zelf moet. on dergaan hebben om ze to verstaan. Wilt ge ze nooit voor u zelve zoeken, Sadie?" „Dat denk ik niet, daar ik het beslaan van dergelijke wonderen in twijfel trek." De dokter eeheon volstrekt niet geërgerd of verwonderd, maar antwoordde koel en bodaaxd:. „O, neen, gij trekt, het bestaan daaraan volstrekt niet in twijfel. Tracht u zelf toch niet wijs te maken dat ge zulk een onredo- lijk en dwaas schepsel zoudt zijn, iemand die niet gelooft in wat voor elk denkend wezen zoo klaar is als de middagzon. Gij en ik behoeven over deze zaak niet te rede twisten. Gij hebt velen, die zich naar Chris tus noemen, dwaze en -inconsequente dingen zien doen en nu gaat. go u verbeelden, dat zij uw geloof zelf aan het wankelen ge bracht hebben. Toch is dat niet zoo. Gij -hebt. eon lieven vader gehad, die leefde en stierf in het geloof en gi| twijfelt evenmin aan het feit, dat de Heilam op wien liij ver trouwde, hem den hemel binnenleidde als gij twijfelt aan uw eigen bestaan op dit oogonblik. Sadie zat daar ernstig en zwijgend en dat was bij haar iets heel zeldzaams. Dok ter van Anden was de eonige, die haar aan kon en diep in haai' hart voeldo zij, dat zijn woorden waarheid behelsdon; die goe de, beste vader, wiens mooitovol, zorgelijk leven één langdurig bewijs geweest was van do waarheid van den godsdienst, dien hij beleed, ja, het was zoo.' zij twijfelde er evenmin aan, dat. hij nu in dien heerlijken hemel was, waarnaar hij steeds zoo verlan gend uitgezien had, als zij or aan Iwijfel-le, dat de zon schoen en dus sprak hij nog tot haar ook na zijn heengaan. Bovendien had zij met. haar helder oor deel in den laat sten tijd weer do overtuiging gekregen, dat Dokter van Anden een leven leidde, dat het. licht kon zien, een oprecht, ernstig, mannelijk leveu en dat hij geen man was, dien men gemakkelijk om den tuin kon leiden. Terwijl zij achterover in het. wagentje leunde en naar niets scheen te kijken en in niets belang scheen te stel len, vestigde zich bij haar al meer en meer do overtuiging, dat, hoeveel er op het loven van do meeste menschon was aan te mer ken daar toch altijd die lieve, beste vader was, veilig on wel in den hemel der Chris tenen en dat or ook nog enkele andere wa ren, wel zeer weinige, dacht zij, maar toch enkele, die zij kende en van wie zij zeker wist., dal. zij hun schreden richtten naar die zelfde, veilige, vorafgelegen schuilplaats. Sadio had op den rand van den afgrond ge staan en stond daar nog, maar haar rede en haar overleden vader beletten haar ne der te tuimelen in den chaos van het be sliste ongeloof. „Gezegend zijn de dooden, die in den Heer sterven van nu af aan. Ja, zegt do Geest, zij nis ten van hu-n arbeid en hun werken volgen hen na." Maar er diende toch iets gezegd te wor den. Sadie was niet van plan daar siil te blijven zitlon en Dokter van Andon te laten denken, dal. -hij haar tot. zwijgen en tot an- dcro gedachten gebracht bad. Dan noa\ maar liever met hem gekibbeld. Hij was met zooveel vuur voor Dokier Douglaa in de bres gesprongen, hij moest hom nu maas Yerdor verdedigen. Niels beter dan een redetwist om de uit werking van onaangename vragon, dio ona persoonlijk raken, lo n-iet te doen. Dus zei- do .ze eonskl-aps. terwijl zo van verontwaar diging 6cheen te gloeien: „Nu, ik denk dan, dat Dokter Douglaa een huichelaar is." Niets kon bedaarder zijn, dan do toom zjiner stem, toen hij vroeg: „En als dat zoo was wat leidt ge daan uit af?" Die vraag was moeilijk to beant.woerden en daar Sadie zweeg, vervolgde hij: „Mijnheer Smith i6 oen dronkaard, daar om wil ik oen dief zijn. Is dat de logica, di<| juffrouw Sadie er op na houdt.?" „Ik zie niet. in, wat dat er moe to maken; heeft." "1 (*VCTJV\ vtxvo'gd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 1