Dagblad voor Leiden en Omstreken.
Of
ABONNEMENTSPRIJS
k IN LEIDEN EN BUITEN LEIDBN O
b WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZUS
ER KWARTAAL IUI
'EB WEEK10.1»
ÏRANCO PER POST PER KWARTAAL I2-M
ÏIT
2de JAARGANG. - VRIJDAG 29 JULI f921 - No. 405
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEWONE REGEL1012 Ut
DES ZATERDAGS 1030
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIKB
KLEINE ADVERTENTIES .u bwfilw
BA voorden 50 «ut: ZaterdAC 75 «BV j
i bij voorBitbetmliag *1 I
Ons Lager-Qnderwijs.
Verschenen is het Verslag over den toe-
Hand van het lager onderwijs over 19IÖ-1919
-De kost die hier opgediend wordt is
-?pU3 niet bepaald nieuw, maar toch bevat
it verslag verschillende opmerkingen van
belang om daarop de aandacht Le
yptigen.
Interessant en bedroevend tevens is wat
ezegd wordt omtrent iiet geschiedenis-
epdcnvijs.
Heel hot verslag is één jammerklacht
r de weinige resuHateni met dit ondcr-
'•Jijs verkregen, terwijl (meermalen ook
mistig geklaagd wordt over de weinige
wijding hierbij door de onderwijzers aan
[&u dag gelegd.
G-Zoo schrijft b.v. de Inspecteur in de le
V-ispectie:
verreweg de meeste van onze volks
cholen komt de vaderlandscho geschiede
nis niet voldoende tot haar recht,
j JDe hoofdreden daarvan acht ik minder
y g ongeschiktheid van de stof voor de
jjgcrc school immers de uitzonderingen
5 julcr de -schotelt, waaronder er zijn, die
niet in gunstige conditio wer-
n, bewijzen, dat met vrij weinig lijd en
ig minder middelen soms heel wat le
Ireiken valt, dan wel de onbekwaam
i d of de laksheid der onderwijzers,
gg Vanneer wij bedenken, met hoe weinig
van dit vak toegerust, de onderwij-
rs de lagere school binnentreclen, hoe
rvnbeholpen zij door het onpraclisch
[genomen examen voor hot pracliscli werk
ifMinen le slaan, hoe weinigen hunner er
doordrongen zijn. dat om dit vak
Inigszins draaglijk te kunnen geven;, na
examen nog veel sluecren. zoclcen en
-klenken yan hen gevergd wordt, terwijl
daarentegen, vertrouwende op hun
-heugen en gelukkige invallen van liet
zich onvoorbereid voor
klasse wagen, dan is het geen won-
jr, dat do resultaten op zoovele schoten to
o^lenschen overlaten".
2^ Mot liefde voor het vak en volhardend
'Tfeefl zou z.i. veel meer te bereiken zijn
ÉfZÜfei thans het geval is.
Overigens merkt hij op, en dat is nog
eer een kleine pleister op de wonde, dat
l een betrekkelijk kort onderzoek on-
p gelijk valt af to leiden, in hoeverre liet
jschiedenisonderwïijs resultaten heeft ge-
ld voor d-e verstandelijke en z e-
e lijke vorming der "leerlingen.
't geheel echter ia de toestand be-
joevenjd slecht.
op;!
-ji* Niet toevallig.
^Merkwaardig is wel dat volgens cle ver-
gen uit de verschillende districten de re-
®nUtaten van het geschiedenis-onderwijs bij
ejt bijzonder onderwijs veel meer bevredi-
zijn, dan in de openbare scholen.
Dit is niet iets toevalligs, maar hangt
hncn met en is een gevolg van de beteo-
°mis door de onderwijzers aan het ge-
I1 *fh i edenis-onder wijs toegekend
«Een opvoeder en onderwijzer is nu een
aal niet eon doode maohLne. Zijn le
vensbeschouwing spreekt hier een
jT""oordje mee.
Ie Zoo verhaalt de schoolopziener in het
Middelburg,' dat. enkele openbare
3%dei-;wijzers hem verklaarden dat zij het
te |et góedvonden van de „zoogenaamde hel
der voorvaderen te vertellen,
deze vaak hun grond vonden in roof-
Joht of een anderen leeldjken karaktertrek.
Kot is natuurlijk, dat een onderwijzer,
de daden onzer groote mannen in dat
fUlpht. beschouwt, geen goecl goschiedenison-
n-wijs kan geven. Niet alleen, dat alle
jr-^ocd en leven ontbreekt, maar het ligt in
aard der zaak, dat hot min of meer met
P g e n z i n wordt onderwezen. Gelukkig,
it in het district Middelburg slechts een
zeer enkele onderwijzer gevonden wordt, die
iets voelt voor een dergelijke opvatting der
historie.
Dat neemt echter niet weg, dat er weinig
liefde voor de geschiedenis is bij menig on
derwijs in dit vak. is dat misschien een
gevolg dei- materialistieohe levensbeschou
wing der laatste deconniën?"
Er zal wel niemand zijn die deze vraag
'Ontkennend durft beantwoorden.
De schoolopziener in het. district Gouda
belicht meer de andere-zijde van dit vraag
stuk als het heet:
„In de bijzondere scholen werd aa.n dit
vak meer tijd besteed dan aan de openbare.
Dit. is te begrijpen.
Voor hen, die meenen, dat alles op de we
reld geschiedt onder het onmiddellijk be
stuur van eene hoogere macht, zal de ge
schiedenis een vak van hoogo waarde zijn,
dat hun, voor zoover het op Nederland be
trekking 'heeft, de leiding Gods met ons
volk zal leeren kennen.
Houdt men daarbij in het oog, dat op
verschillende plaatsen in den Bijbel, met
name in Psalm 7S: 4, 6 en 7, de oisch ge
steld wordt,- dat bij de opvoeding aan de
historie eene plaats zal worden ingeruimd,
dan wordt. het. duidelijk, waarom de vader-
landsche gesohiedenis met eenige voorliefde
op de Christelijke scholen onderwezen
wordt."
Inderdaad!
Maar dan wordt het. ook weer een keer
to meer duidelijk waarom Christen-ouders
voor hunne kinderen Christelijk onderwijs
begeeren on moeten begeeren.
STADSNIEUWS.
Pi-of. C. W. van der Pot.
•Mr. Dr. C. W. van der Pol Bz., secreta
ris van het Hoogheemraadschap Rijnland
en wethouder dezer gemeente, is bij Kon.
Besluit van 26 dezer aan de Rijksuniver
siteit te Groningen benoemd tol gewoon
hoogtecraar om onderwijs te geven in het
staatsrecht, het administratief recht, de
staatkundige geschiedenis en het volken
recht.
De nieuw benoemde hoogleer'aar, al
dus een levensbericht in de N. R. Crt, werd
25 Januari 1880 te Zevenbergen (N.-B.)
jgeboren. Hij bezocht de H.B.S. te Zwolle,
deed daar eindexamen, bezocht het stede
lijk gymnasium te Kampen en werd in
1898 aan de rijks-universiteit te Utrecht
als student in de rechten ingeschreven.
Hij promoveerde aldaar op stellingen
{lot doctor in de rechtswetenschap in 1903.
Na zijn promotio werd hij als redacteur
verbonden aan jHo Dordreclitsclie Cou-
rant. Hij bleef daar werkzaam tot 1901,
toen hij benoemd werd tot -adjunct-coan-
■mies ter provinciale griffie van Overijsel.
Na daar de verschillende rangen te heb
ben doorloopen en na geruimen tijd chef
van verschillende afdceliugert te zijn ge-
woest. werd'hij in 1910 benoemd tot secre
taris van het hoogheemraadschap Rijn»
land alhier.
In 1912 werd hij gekozen tot lid van den
gemeenteraad en in 1918 tot wethouder van
financiën en volkshuisvesting.
4 Juli 1916 promoveerde bij tot doctor
in de staatswetenschappen! aan de Leid-
sche universiteit op een dissertatie, gette
leid: Wetr en algemeene maatregel van
bes-tuur in het Nederlandsch staatsrecht.
In 1917 werd hij benoemd tot secretaris
van do Leidscho Kamer van Koophandel
en Fabrieken.
In verschillende wetenschappelijke tijd
schriften zijn artikelen van zijn hand ver-»
schenen o.a. in het Rechtsgeleerd Magazijn
Vragen des Tijds, in de publicaties van
Ovcrijiselsch Recht en Geschiedenis, het
Weekblad van het Recht en het Weekblad
van Burgerlijke administratie. Ook op so
ciaal gebied heeft mr, van der Pot zich
veel bewogen: gedurende tal van jaren
was hij secretaris van het Leidsohe Volks
huis, waar hij zich ook belastte met het
geven van kosteloóze rechtskundig© ad
viezen aan on- en .minvermogenden. Ook
|ivas hij tot aan zijn- benoeming als welhou
der penningmeester van de Leidsclie ver
eeniging tot bevordering van den bouw
van werkmanswoningen.
Bcleekenl de benoeming van den 'heer van
der Pot een zeer eervolle onderscheiding-
waarmede wij hem van har! o gel uk wen-
schen, vete Leidenaars zullen niettemin
fijn vertrek naar Groningen oprecht be
treu ren.
Dit heengaan beleekent toch voor Lei-
deni een verlies en meer in 't. bijzonder
voor onzen Gemeenteraad, waar de heer
van der Pot, die zichzelf nooit op den
voorgrond plaatste, een vooraanstaande
plaats innam.
Met belangstelling werd.altijd naar zijne
redevoeringen, die van groote zaakkennis
getuigden., geluisterd, en op schitterende
wijze wist hij meermalen zijn beleid to
verdedigen.
Het zal dan ook niet gemakkelijk gaan
de plaats van den heer van der Pot als
wethouder te vervullen, temeer daar wij
meenen te weten dat een van de meest
aangewezen mannen voor deze functie
een wethouderszetel niet ambieert.
üct nieuwe raadslid.
Wethouder, van der Pot zal als raadslid
worden opgevolgd door Mevr. W. van
Ilalie-^van Ernden, zoodat. straks de derde
vrouw in onze raadszaal hare inlredo zal
doen.
Zendmgsdag.
Naar wij vernemen is op den Woensdag
le Oud-Poelgeest gehouden Zewdingsdag
in totaal gecollecteerd een bedrag van
I 463.21^.
Dr. W. J. Lu-ijlen, assistent voor de
aterrekunde aan de Rijksuniversiteit alhier
is benoemd lot observator aan hot Ticks-
observalorium (Californië).
De Christelijke.Jongelingsvereeniging
„Dient den Heere", had gisterenavond een
boottocht georganiseerd over de Kagor- en
Brasemcrmeron.
Voor dezen tocht waren door de X V.
meer dan tweehonderd kaarten beschikbaar
gesteld, die alle verkocht waren, zoodat de
boot overbezet was.
De boottocht mag zeker goed geslaagd
heet en. Er heèrsehte een opgowekto stem
ming. Vooral het Obr. Muziekgezelschap
„Afchalia" heeft zich zeer verdienstelijk ge
maakt, door verschillende mooie nummers
ton gehoore te geven.
De J. V. „Dient, den Heer" kan met ge
noegen o-p dezen genotvollen avond terug-
BINNENLAND.
De Koningin naar Noorwegen.
Men meldt ons, dat de Koningin en de
Prinses thans het voornemen hebbon den
3on Augustus met -het stoomschip „Mero-
pe" naar de Noorweegsohe Fjorden te ver
trekken.
De Koningin op de Vcluwc.
Sedert ongeveer een week vertoeft H. M.
do Koningin, meestal vergezeld van Prinses
Juliana, bijna dagelijks te Garderen, ton
einde schilderstukjes te maken van de op
de velden aldaar op söhoven staande rogge,
waarbij II. M. vaak met de eenvoudige be
woners die eens naar het schilderen komen
kijken, heel familiaar een praatje maakt.
Zoo vroeg nog gisteren een bejaard vrouw
tje: „Kom je maargend weer, juffer"? waar
op E. M. met een; waarschijnlijk wel, ant
woordde.
Niet. zelden wordt door H. M. ook aan het
maken van foto's gedaan.
Dezer dagen verzocht; de Koningin den
landbouwer fi. Mulder, die een vracht rogge
van het land had gehaald, even stil te hou
den, om een kiekje te kunnen nemen. De
goede ziel zeide echter „gien tied te hen",
en reed door. „En als ik u dan eens een rijks
daalder geef', hernam do hem onbekende
dame, en toen had ons boertje tijd in over
vloed.
Minister de Geer als Burgemeester.
De IS'. Arnh. Grl. zegt in eero ken
schets van het optreden van den nieuwen
Minister -van Financiën Jhr. Mr. D. J. de
Geer als Burgemeester van Arnhem:
Elke zucht naar volksgunst, iedere
/Uiterlijkheid, icdero rellioriek, is Jhr. De
Geer vreemd. Hij is de zakelijke werker
die niet anders zoekt dan hetgeen belang
heeft: oplossingen.
In den Raad vestigde bij Aan het oogen-
blik, dat hij daarin den eersten voetstap
zette een) onaantastbare autoriteit, de auto
ritcit van den geboren leider, die door zijn
simpele aanwezigheid de situalie altijd
bcheerscht.
liet jaar van dit Burgemeesterschap is
geweest een jaar van -ingespannen arbeid
tér voorbereiding van een sterk en con
sequent bestuur. Het zal den heer De
peer, die zijn werk boven/ alles liefheeft,
►.waar vallen dit lo onderbreken vóór hij
Iheefl kunnen bereiken, wat hij zich onge
twijfeld heeft voorgesteld (e bereiken. Hij
izal alléén gezwicht zijn voor den aandrang
/dien rnen niet nagelaten zal hebben) op
hem uit te oefenen, om-lat hij de overtui
ging had, dat zijn plicht hem naar een ze
tel in 1s lands regeering dreef.
Hier laat hij achter een onS-óMooide
itnak; veel, door zijn vertrek, teleurgestel
de Veerwaclilingen,en de herinneringen aan
de sterke, hoogo en rijke persoonlijkheid,
die de" zijne is, en de kwelling der onze
kerheid: „wie zal deze taak durven over
nemen, wie zal het kunnen -met kans op
succes, wie zal het willen)
Staatk. Geref. Partij.
De Staatkundig Geref. Partij komt D.V.
Woensdag 3 Aug. in algemeene vergade
ring. in de bijgebouwen -der Chv. Geref.
Kerk, Goudschedwarssliaat te Rotterdam
bijeen,
's Morgens te ll uur hoopt de voorzitter
Ds. G. H. Kersten, een openingsrede uit te
spreken.
De Tabakswet.
TV'ij bobben reeds gemeld, dat 4 Augustus
a.s. art, 8 der Tabakswet in werking treedt.
Dit is bet eersto artikel der overgangs- en
slotbepalingen en verplicht ieder, die een
bedrijf uitoefent, waarvoor con 'bodrijfsver-
gunning wordt voroisdht, on' die dit bedrijf
na het. in- werking treden dor wet wenscht
voort, te zetten, binnen één maand, dus voor
4 September, de aanvraag voor een bedrijfs-
vergimning in te dienen.
Deze schriftelijke, onderleekende aan
vraag wordt gericht aan den ontvanger der
accijnzen, onder wiens kantoor het bedrijf
zal worden uitgeoefend.
Deze aanvraag houdt in eene opgaaf van:
a. plaats en dagteekoning dor aanvraag
b. naam en woonplaats van den aanvra
ger of naam en zetel van do vennootschap
of vereeniging
c. den aard van hot bedrijf;
d. de ligging der lokaliteit of lokaliteiten
zooals kantoren, fabrieken, vorkooplaatsen,
opslagplaatsen, dio voor de uitoefening van
het, bedrijf zullen worden gebezigd, met ver
melding van gemeente, straat, wijk, enz. en
nummer en van de kadastrale omschrijving;
e. voor zooveel fabrioken betreft, de lig-
ging en de bestemming der verschillende
werkplaatsen en -andere vertrokken. Van als
entrepot in gebruik zijnde lokalen behoeft
geen opgaaf le worden gedaan. Fabrikan
ten leggen bij do aanvraag over 'een ge
waarmerkte schei sleekening in tweevoud,
op oene schaa.l van ten minste een op hon
derd, aanduidende de uit- en inwendige in
richting der fabriek.
Op de aanvraag wordt binnen veertien
dagen door den ontvanger beschikt.
Is bij -het in werking treden der wet nog
geen beschikikng genomen, of ingeval van
beroep nog niet op hot beroep beschikt, dan
mag met de uitoefening van het bedrijf zon
der bedrijfsvergunning worden voortge
gaan, totdat de beslissing op de aanvraag
onherroepelijk is geworden.
Een contingent van 19.500 man?
Naar het. „Utr. Dagblad" vernoemt is de
kabinetscrisis opgelost op de voorwaarde
dat. het jaarlijksoh contingent zal worden
gebracht op 19500 man, een voorwaarde dio
zoowel door den nieuwen minister van oor
log als door de betrokken Kamerfracties,
na deliberatie, is aanvaard.
Invaliditeitswet.
Naar wij vernemen, overweegt' men aan
het departement van Arbeid de invoering
van blokzegels, welke het plakken van een
feegel over een termijn van meerdere we-
Bcen ineens mogelijk maakt. Hierdoor zal
tie administratieve last, verbonden aan het
plakken van zegels ingevolge de Invalidi
teitswet, in het bijzonder voor werkgevers
jnvet een groot personeel, worden vermin
derd.
Zegelplakkcn voor onderwijzers.
Op oen navraag door hot. moderamen
Van den a.-r. Schoolraad aan den Minister
\an Arbeid, luidende:
„Indien een onderwijzer op 1 Januari
van eenig jaar niet in functie was, maar
in eten loop van het jaar in dienst treedt»
is liij voor de volgende (maanden van dat
kalenderjaar niet pensioen-gerechtigd. Door
sommige Raden van Arbeid Wordt nu aan
de schoolbesturen de verplichting opge
legd voor dio enkele maanden ingevolge
de Invaliditeitswet premiën te betalen.
Gaarne zou het moderamen voornoemd
van Uwe Excellentie vernomen, of zulks
inderdaad in overeenstemming is met do
bedoeling der Invaliditeitswet en da
schoolbesturen tot dezo betaling wettelijk
verplicht zijn", antwoordde de minister.
„In antwoord op neven-vermeld schrij
ven, deel ik u mede, dat een arbeider in
den zin der Invaliditeitswet, die het voor-
juitzicht heeft binnen afzienbaren tijd on
der een pensioenregeling te vallen, niet op
grond daarvan vrijgesteld kan worden
van den verrekeringspliclit, ingevolge do
bepalingen dier wot. De opvatting van do
door u bedoelde Rad-en van Arbeid komt
mij daarom juist voor".
"\Vaar de loongrens van f1200 op f2000
is uitgezet, moet het schoolbestuur over
1921 voor het personeel, na 1 Januari in
functie gelreden, zegels plakken! Dit geldt
dus feitelijk voor nagenoeg alle tijdelijke
leerkrachten.
De Duitschs kroonprins.
Uit Berlijn wordt, volgens een Bega-
telegram, aan den Petit Par is ion bericht,
dat in monarchale kringen to Potsdam 't
gerucht loopt, dat de Duitsche kro ons prins
aan de Nederlandscho regeering verlof
heeft gevraagd om Wieringen te verlaten,
ten einde zich in ZuLd-Amerika te vesti
gen.
De lezer zal zich herinneren, da-t hetzelf
de gerucht, al eens opgedoken en toen te
gengesproken is. Yan het bericht van de
„Pelit Parisien" kan men ook wel aanne
men, dat het niet waar is. AVe hebben ten
overvloede te Den Haag eeais navraag ge
daan, waar men 't weten kpn. Men wisb
van niets.
Troelstra naar Georgië.
Te Denemarken waren arbeiders afge
vaardigden van elf landen bijeen. Een ver
tegenwoordiger van Georgië sprak veront
waardigend over den bo-lsjewistischea
overval van zijn land.
Men besloot toen eon commissie mtuvr
FEUILLETON.
Eindelijk thuis.
;„Wei". zeide Sadie, „ik weet wel, waar
naar toe wilt. Gij Vindt -dat ik u loinp
'•öi onbehooilijk geantwoord heb op onzen
0ffoegercn interessant on rit. Gij vindt, dat
onredelijke conclusies trok en dat ik on-
aodig scherp was. Nu, ik vindt, dat zelf
en als ik or u pleizier mee kan doen,
wil ik dat wel bekennen."
...Dat is een uitstekend begin", was des
2.8bkters hartelijk antwoord. Ik denkp dat
0.0H ons niet moeilijk allen zal de zaak in
q e reine te brengen. Wat ik te zoggen heb,
^'Ijjinkl misschien niet zoo edelmoedig, daar
7.0', wat ik toen zeide, eerlijk en oprecht
4f7p£'nde en geen de minste nevenbedoeling
öd, al heb ik wellicht niet de juiste woor-
-a Vn ëgközen, om u mijn bedoeling duidelijk
ïriaken. Maar 'het verheugt mij. dat ik
(4.1- even eerlijk on oprecht, zeggen kan, dat
ie'j geloof mij toenmaals onnoodig bezorgd
«rnaaki 1e hebben, dat Dokier Douglaa
•2L.1 achtenswaardiger was, dan ik ver
wedde en dat niets mij meer genoegen ge-
heeft dau de nobele houding, die hij
iWog niet lang geleden heeft aangenomen,
faarlijk, zijn gedrag n> zoo «del geweest,
dat ik bet mij tot een eer reken hem onder
mijn vrienden to tellen."
Sadie viel 'hom ondeugend lachend in de
rede:
„Een vereeniging, waar men elkander
onderling bewonderd", zeide ze op 'haar
meest spotachtigea toon. „Hebt gij en Dok
ter Douglas vooraf gerepeteerd? Gij
kwaamt ons juist stoi'en, loen hij op de-
zelde wijze ovor uw uitmufntende hoedanig
heden uitweidde."
Dokter van Anden solieen in 't minst niet
geërgerd, integendeel, er vertoonde zich een
glans van vergenoegen op zijn gelaat.
„Heeft hij u verteld, dat bel misverstand
opgehelderd is?" vroeg -hij levendig. „Dat
was mooi van hem."
„Natuurlijk. Hij is een odelmoedige ziel
gisteren een slochtaa-rd en vandaag een
'heilige. Ik begrijp zulke wonderbaarlijk
snelle veranderingen niet, dokter."
„Ik weet, dat gij die niet begrijpt," zeide
-hij bedaard, „en hoewel gij aan weerskan
ten overdrijft, toch is er een groote, wonder
baarlijke verandering die men zelf moet. on
dergaan hebben om ze to verstaan. Wilt ge
ze nooit voor u zelve zoeken, Sadie?"
„Dat denk ik niet, daar ik het beslaan
van dergelijke wonderen in twijfel trek."
De dokter eeheon volstrekt niet geërgerd
of verwonderd, maar antwoordde koel en
bodaaxd:.
„O, neen, gij trekt, het bestaan daaraan
volstrekt niet in twijfel. Tracht u zelf toch
niet wijs te maken dat ge zulk een onredo-
lijk en dwaas schepsel zoudt zijn, iemand
die niet gelooft in wat voor elk denkend
wezen zoo klaar is als de middagzon. Gij
en ik behoeven over deze zaak niet te rede
twisten. Gij hebt velen, die zich naar Chris
tus noemen, dwaze en -inconsequente dingen
zien doen en nu gaat. go u verbeelden, dat
zij uw geloof zelf aan het wankelen ge
bracht hebben. Toch is dat niet zoo. Gij
-hebt. eon lieven vader gehad, die leefde en
stierf in het geloof en gi| twijfelt evenmin
aan het feit, dat de Heilam op wien liij ver
trouwde, hem den hemel binnenleidde als
gij twijfelt aan uw eigen bestaan op dit
oogonblik.
Sadie zat daar ernstig en zwijgend en
dat was bij haar iets heel zeldzaams. Dok
ter van Anden was de eonige, die haar aan
kon en diep in haai' hart voeldo zij, dat
zijn woorden waarheid behelsdon; die goe
de, beste vader, wiens mooitovol, zorgelijk
leven één langdurig bewijs geweest was van
do waarheid van den godsdienst, dien hij
beleed, ja, het was zoo.' zij twijfelde er
evenmin aan, dat. hij nu in dien heerlijken
hemel was, waarnaar hij steeds zoo verlan
gend uitgezien had, als zij or aan Iwijfel-le,
dat de zon schoen en dus sprak hij nog tot
haar ook na zijn heengaan.
Bovendien had zij met. haar helder oor
deel in den laat sten tijd weer do overtuiging
gekregen, dat Dokter van Anden een leven
leidde, dat het. licht kon zien, een oprecht,
ernstig, mannelijk leveu en dat hij geen
man was, dien men gemakkelijk om den
tuin kon leiden. Terwijl zij achterover in
het. wagentje leunde en naar niets scheen
te kijken en in niets belang scheen te stel
len, vestigde zich bij haar al meer en meer
do overtuiging, dat, hoeveel er op het loven
van do meeste menschon was aan te mer
ken daar toch altijd die lieve, beste vader
was, veilig on wel in den hemel der Chris
tenen en dat or ook nog enkele andere wa
ren, wel zeer weinige, dacht zij, maar toch
enkele, die zij kende en van wie zij zeker
wist., dal. zij hun schreden richtten naar die
zelfde, veilige, vorafgelegen schuilplaats.
Sadio had op den rand van den afgrond ge
staan en stond daar nog, maar haar rede
en haar overleden vader beletten haar ne
der te tuimelen in den chaos van het be
sliste ongeloof. „Gezegend zijn de dooden,
die in den Heer sterven van nu af aan. Ja,
zegt do Geest, zij nis ten van hu-n arbeid en
hun werken volgen hen na."
Maar er diende toch iets gezegd te wor
den. Sadie was niet van plan daar siil te
blijven zitlon en Dokter van Andon te laten
denken, dal. -hij haar tot. zwijgen en tot an-
dcro gedachten gebracht bad. Dan noa\
maar liever met hem gekibbeld. Hij was
met zooveel vuur voor Dokier Douglaa in
de bres gesprongen, hij moest hom nu maas
Yerdor verdedigen.
Niels beter dan een redetwist om de uit
werking van onaangename vragon, dio ona
persoonlijk raken, lo n-iet te doen. Dus zei-
do .ze eonskl-aps. terwijl zo van verontwaar
diging 6cheen te gloeien:
„Nu, ik denk dan, dat Dokter Douglaa
een huichelaar is."
Niets kon bedaarder zijn, dan do toom
zjiner stem, toen hij vroeg:
„En als dat zoo was wat leidt ge daan
uit af?"
Die vraag was moeilijk to beant.woerden
en daar Sadie zweeg, vervolgde hij:
„Mijnheer Smith i6 oen dronkaard, daar
om wil ik oen dief zijn. Is dat de logica, di<|
juffrouw Sadie er op na houdt.?"
„Ik zie niet. in, wat dat er moe to maken;
heeft."
"1
(*VCTJV\ vtxvo'gd),