Voor de Jeugd. v. a. in het typografenbedrijf. Een vaeantie in gedeelten opgenomen -is ,,eeu absoluut pas- "k-wil*". De heer. W i tin e r is 't eens met den vori- geu spr. als hij zegt dat hij veel moed heeft. Dat is duidelijk als men rekening houdt met wat van deze zijde vandaag is voorgesteld. Spreker is geen tegenstander van een vac-an- tietoeslag. Hij gévoelt dat het moeilijk is van "n laag loon een bedrag af te zonderen, maar toeslag beschouwt als eisch van rechtvaardig heid en billijkheid. Wat hier door den heer Dubheldeman gevraagd wordt zal van de ge meente een groot bedrag vorderen. Dit moment is buitengewoon ongeschikt. Er zijn nog andere arbeiders in de gemeente. In April -is een loonsverbetering gebracht die f 80.000 eischt; «u onmiddellijk daarna weer 40.000 gulden te toteeren is niet geoorloofd. De heer Eikerbout verdedigt nog na der zijn voorstel. Dat do andere arbeiders daaraan meebetalen is de schuldi van de over zijde. De heer Wilmer: Denk maar aan Zaan dam! 'De heer O s t d a m Heb je wel eens ge logen? - Het advies van B. en W. wordt hierna aan genomen met 18 tegen 7 stemmen-, die van de Soc. Democraten. 40o. Pfaeadvies op het verzoek van den Leidschen Bestuurdersbond e.a., dn zake het toekennen van wachtgeld aan werk lieden of ambtenaren, aan wie, wegens wijziging in- of opheffing van het bedrijf, waarin zij werkzaam zijn, ontslag wordt verleend. De heer v. Stralen kan zich met dit advies niet vereenigen. Hij meent dat derge lijke regelingen door den Raad moeten' wor den getroffen. Zooals het nu gaat dat de Commissie dergelijke Tegelingen maakt acht hij niet in den haak, vooreerst omdat het hier vrij groote bedragen betreft, maar ook omdat de uitkeringen door den Raad voorgesteld al licht hooger zullen zijn. 't Is waar, dat in an dere plaatsen in hoofdzaak (de heer v. d. Pot: zegt u maar uitsluitend!) een regeling bestaat voor het vast personeel, m aar men kent daar niet het losse personeel met een groot aantal dienstjaren, zooals hier, waar Hos-vaste arbeiders zijn met 12 a 13 dienstja ren. Door het systeem van B. en W. zullen we hij sommige diensten den toestand krijgen dat de Directeuren alleen de regeling vaststellen. De heer v. d. Pot, weth., meent, dat te weinig in het oog wordt gehouden dat liet •hier een zeer speciaal geval betreft. Dat hier Jos-vast personeel is met eon groot aantal dienstjaren is historisch zeer goed verklaar baar, daar reeds jaren geleden plannen voor den verbouw voorbereid werden. Het betreft hier een zeer bijzonder geval en dat ie de reden dat we bier een zeer exceptioueele rege ling krijgen voor los personeel, die een uitzon dering is in bet geheele land. Door dergelijke regelingen te treffen gaat het essentieele on derscheid! tusschen los en vast personeel te loor. Dat is dan ook het hoofdbezwaar van IB. en W. tegen een algemeene regeling. Een practise'h. bezwaaT is, dat wat zich hier voordoet bij andere bedrijven niet licht zal voorkomen. Dat de heer Van Stralen van een regeling, door den gemeenteraad gemaakt, meer verwacht, koint, omdat 'hij rekent met wat voor vast personeel gedaan wordt. B. en W. hebben trouwens reeds te kennen gegeven, een iets verder gaande regeling te willen ontwer pen voor vast personeel, waardoor los perso neel ook boven de 5Q pet. wachtgeld kan krij gen. De heer Wilmer vraagt of nog voor No vember die grens kan wordt uitgezet. De heer v. d. Pot, weth., vertrouwt, dat deze zaak tijdig in orde zal komen. De heer v. Eek heeft met genoegen ge hoord, dat de heer v. d. Pot bezwaren heeft tegen het systeem van 1 os-vaste werklieden. Een teleurstelling is echter voor hem, dat de wethouder deze zaak niet door den Raad geregeld wenscht te zien, daar hij zich in de Commissie voor de fabrieken gebonden achtte aan een ook door hem onvoldoend geachte, door den Raad vastgestelde regeling. De nu toegezegde uitkgjering acht spreker absoluut •onvoldoende. De heer Wilmer: Het bedrag van 50 pet. woiHt toch verhoogd! De heer v. E c k zegt, volstreekt nog niet ze ker te zijn dat de Commissie daarin meegaat. Spreker acht het veel beter dat dergelijke za ken in bet openbaar besproken worden en. niet achter gesloten deuren waar men meer de commercieele zijde van 'de bedrij ven in het oog houdt. Een regeling door den Raad verdient in elk opzicht de voorkeur. Het etelt hem teleur dat de wethouder hierin niet meegaat. De heer v. d Pot, weth., zegt, dat heer v. Eok een verkeerde voorstelling geeft van de taak der Commissie voor de lichtfabrieken. Het commercieel belang van het bedrijf is meer speciaal het terrein van den directeur, terwijl do Commissie meer het algemeen ge meente-belang in het oog heeft te houden. Daar heb je Ze, daar zijn zei en weg was Frans, de voordeur uit, het hekje open en daar staat hij. Dag Gerrit, dag Wim! Hallo Frans! Ook Tante kwam nu naar buiten. Zoo zoo, zijn mijn logée's daar! En hoe maken het je Moeder en. Vader en al de anderen? Dag Tante! heel best 1 riepen de beiide jongens tegelijk en Tante kreeg op dike wang een dikken kus. Hier jongens, zei Toledo, je koffertje nog, dat zou je hee- lemaal vergeten. Ze zijn ook zoo blij, ver ontschuldigde Tante, 'k Wil het best ge- looven, juffrouw. Die stadskinderen zitten ook altijd .zoo opgesloten, en dan zijn ze •ne.t als koeien, die een heelen winter op stal stonden en voor het eerst weer naar de wei gaan. Ze loopen en springen dan als razenden en weten soms zelf niet wat ze doen moeten van pleizier. Zoo is het, zei Tante, kom jongens, ga maar gauw mee naar binnen, je zult wel honger hebben, na zoo"n tocht, „Razend veel, Tante!" zei Wim. Dat treft goed, want i'k heb veel brood in huis en nog wat bessen uit den tuin, zoudén jullie dat ook lusten?. - „Fijn, Tante!" riep Gerrit nu en Wim; „heerlijk, heerlijk! bessen! die vind ik al tijd zoo lekker en dan uit uw'eigen tuin, Jlebt u veel yap 't jaar, Tante?" Dat gaat Het advies vau B. en W. thans in stem ming gebracht, .wordt - a a n-g en om en met 17 tegen 8 stemmen, die van de Soc. en den heer Sijtsma. - 41.0. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1919/1920 en 1920/1921. Goedgekeurd. 3-i/ vapri Beheer Lichtfabrieken. 42o. Interpellatie van den heer Dubbel man naar aanleiding van het rapport van Commissarissen der Stelijke Lichtfabrie ken, uitgebracht in verband met de door hem geuite iklacht over de hooge uitga ven van die fabrieken. De heer Dubheldeman zou als ziju partijgenoot de la Rie in leven was gebleven deze zaak niet aan de orde hebben gesteld. Bij de lezing van het rapport dacht spreker aan wat de heer Groeneveld meermalen op merkte dat men hier altijd eerst vraagt: w i e zegt er wat. Het „onderzoek' is eigenlijk geen onderzoek geweest. Men heeft zich angstvallig vastgehouden aan wat spreker noemde. Had hij dat geweten dan zou hij later en met meer gegevens zijn gekomen. Spreker stelt op den voorgrond! dat 'hij geen persoonlijke antipathie heeft tegen den directeur, die hij persoonlijk niet kent. Spreker zal nü een greep doen uit het rap port. Hij heeft niet de bedoeling gehad te zeggen dat de hoofdboekhouder weinig wilde doen, maar dat hij door de directie tot ledigheid ge doemd was. De heer Kriens is er eenvoudig door y. Ammers tusschenuit gedrukt. Z. i. heeft-de Commissie daaraan te weinig aan dacht geschonken. Dan de kwestie Dr. Rutten. Gebleken is dat spr. daaromtrent juiste mededeelingen deed. De zaak is echter dat velen niet durven spre ken, omdat ze anders vreezen getroffen te word'n door „de zwarte band", die zich zelfs tot buiten de fabriek uitstrekt. De heer v. d. Pot zal hiervan later wel meer hooren. Er is gezegd dat de ambtenaren zich bij den wethouder hadden moeten vervoegen. Dat zou wat moois zijn geworden. Alleen al om het vermoeden dat zij spreker hebben inge licht; is getracht een tweetal ambtenaren ran hun posten te verwijderen. Zoo noodig zal spreker ze bij den Wethouder brengen. Dat de aanslag niet gelukte is daaraan le danken dat de ambtenaren ruggegraat hadden. Spreker acht het onvoorzichtig van de Commissie, dat gezegd is, dat hij gebruik heeft gemaakt van een lijst op aandringen van den Directeur vastgesteld. Maar wanneer heeft dat onderzoek plaats gehad? Als spreker zich niet vergist, nadat de heer Sanders hier over heeft gesproken. De beer v. d. Pot, wethouder, maar hij beeft er nooit over gesproken! De 'heer Dubbeldema n; Dat de lijst is opgemaakt, kwam 'doordat de heer de la Rie reeds aan het speuren was. Spreker gelooft trouwens niet, dat de overgelegde lijst volledig was. Spreker had zijn cijfers uit andere bron en 't is jammer dat het boekje waarin spreker neusde, niet aan den Raad is overgelegd. Men zou dan gezien hebben dat hij de Copra" zeer belangrijke bestellingen zijn gedaan en dan had meil kunnen nagaan of wat de beer v. Ammers als commissaris van de Copr^, waaxv in hij voor Leiden zitting had, verdiende in de gemeentekas 13 gestort. Dit bedrag was dn 1916 en 1917 resp. f 1000 en f 1500 en naar Spreker meent de laatste jaren f 3 a 4000. De heer v. d. Lip: dat is weer wat nieuws. De heer Dubheldeman meent, dat het beter was, indien de Commissie dergelijke za ken bad onderzocht. Hij hoopt dat een nader onderzoek zal worden ingesteld. Wat nu de facturen betreft, is sprekers in druk dat deze zeer aan den hoogen kant zijn. De verdediging als van den bureaustoel, acht spreker „misselijk". Men zegt dat alles daar zéér sober is maar sprekers indruk is een andere. Elke ambtenaar die een krul meer in zijn staart heeft, meent dat hij weer duurder bureau moet hebben. Spreker behandelt dan nog enkele andere punten o. a. de badkamer van denDirecteur. Het heet nu, dat er een ontploffing .heeft plaats gehad, wat spreker betwijfelt. Van het boeken op de post „proef nemingen" hogrijpt spreker niet veel. Dat zijn verliesposten die men afschrijft. Maar, zegt spreker, is u 't niet met mij eens, dat zulk een proefneming op een- andere plaats had behooren të geschieden, bijv. op de Hooigracht? Den dag na de verschijning van het rapport verscheen bij hem de heer Karstens, meufoelm., niet een partijgenoot, die hem een kast toonde die hij van de gemeente in bewerking had en die hij had willen leveren inïet voor f 400. maar voor pkn. f 240,Hij verklaarde dat de meubelen, die worden aangeschaft, pl.m. 30 a 40 pet. goedkooper zouden zijn te krijgen. De zelfde kast werd door den heer Jesse een „lor" genoemd. De .Commissie zegt, dat er geen vertoon nog al jongens, maar we hadden er veel meer kunnen hebben, als de vogels er niet zooveel weggepikt hadden. Dat is jammer Tante,'t zal dan maar goed zijn dat we ze gauw opeten, die er nog aan zitten, anders pikken ze de redt ook nog weg. Ja, Wim, daar heb je gelijk in, zei Frans dat heb ik ook al tegen Moe gezegd. Ja, als ik naar jou had geluisterd, dan hadden je neefjes geen- bes meer gezien, want jij hadt ze verleden week al willen afplukken. Zoo, zoo baasje, nu hooren we net eens, hoeveel jo van ons houdt. Ooh, ik dacht niet om jullie, Gerrit ik wist toen nog niét eend wanneer je kwam. Onder dit ge-praat had Tante de boter hammen klaar gemaakt en spoedig deden de reizigers zich. te goed aan eigengebak ken tarwebrood met aalbessen. Nauwelijks was de laatste boterham 'naar binnengewerkt of Frans stelde voor naar den tuin te gaan om de Jcippen, dui ven en konijnen te gaan zien. Je zult toch zeker eerst fatsoenlijk danken, Frans, zei Tante. Ja Moe, natuurlijk, zei het neefje. Waarheid was echter, dat hij het heusoh even Vergeten had en beslist zonder dan- iken naai* den tuin zou gegaan zijn, als zijn Moeder er hem niet aan herinnerd had. Ziezoo, zei Tante, toen allen eerbiedig hun dankgebed opgezegd hadden, gaan van luxe as, maar, zegt «preker, dat 1 ij k t maar zoo. Allees ie 'daar nu door de verbou wing groezelig. Spreker meent dat de Commissie in het ver volg «cherper zal hebben toe te zien op de belangen van de verbruikers. Hij is overtuigd dat de Commissie als zij gewild' had, bij een breeder onderzoek wel meer zou hebben ge vonden. /- Het verblijdt hem dat althans is toegege ven dat het schdlderswerk goedkooper gedaan had kunnen worden. Thans komt jspreker tot deze reclame. De Commissie heeft den heer v. d. Meijle gehoord, wat spreker niet juist acht, al vertrouwt hij dat van die zijde wel nadere mededeelingen zullen volgen. Het verspreiden van reclame- artikelen als gedaan werd acht spreker ver keerd. Veel meeT is te verwachten van een zoo laag mogelijk tarief. Met cijfers uit andere plaatsen tracht spreker dit te bewijzen. Te Sassenheim, Voorschoten enz., waar geen re clame gemaakt werd, was de stijging der afname het sterkt. Eenige reclame is goed, maar het moet niet te ver gaan. Spreker zegt voorts dat eenigermate is toe gegeven, dat er teveel hooge ambtenaren wa ren. Er is dan ook vermindering te bespeu ren maar .dat is een gevolg van wat hier ge zegd werd. Een feit is dat de heer v. d. Meijle niet wordt vervangen, wat alvast een bespa ring geeft van f 5000.Uit wat ,de heer Wiggërs straks te doen krijgt zal wel blijken, of spiekers critiek inzake Kriens juist jvas. De totaal indruk van het rapport is voor spreker wat hij van de ambtenaren hoorde: „Wat hebben ze zich laten bed.wat heeft Van Ammers ze er fijn tusschen genomen.' Had men de lagere ambtenaren gehoord, dan zou er wel meer aan het licht zijn gekomen. Spreker heeft geen spijt dat hij deze zaak heeft ter sprake gebracht, daar nu wel geble ken is dat de leiding le wenschen overlaat. Spreker wijst o. a. op de proef met het vaste aansluLtreeht die weer spoedig verdween maar veel geld kostte. Zoo werden bijv. 20.000 brief kaarten gedrukt waarin 10 wei-den gebruikt. De rest is waardeloos. De heer Oostdam zegt, dat het hiér voorgesteld is alsof de Commissie alles heeft goedgepraat, terwijl uitdrukkelijk gezegd is. dat aan de zaken2ernstig aandacht zal worden ge schonken. De heer D. heeft gezegd, dat een man als do heer Sanders niet in deze commis sie mocht ontbreken. Spreker wil wel even meedeelen dat hij reeds lang met den heer Sanders heeft afgesproken dat deze zijn plaats zal innemen. Spreker zal niet alle details be handelen, maar merkt alleen op, dat de critiek van den heer D. een goede zijde heeft, daar we zoo langzamerhand op den goeden weg komen. Alleen betreurt hij het, dat de heer D. niet heeft ingezien dat er in zijn optreden iets demoraliseerends is, Sprekers eerste indruk was, dat de ambtenaren die het Toyale beheer zagen, niet langer konden zwijgen, van wat ze zelf onderzocht hadden, wat echter niet het geval bleek. Ze hebben zich zeer gemak kelijk bepaald tot het stelen van een rapport. Daarop komt het toch neer. Het was een zeer onbewogen rapport. De ambtenaren die den heer D. hebben ingelicht hebben ziclr eenvou dig schuldig gemaakt aan diefstal. Eén van twee, o f ze wisten wat ze deden of ze wis ten het" niet. Als ze het w e i wisten, wordt de zaak nog erger. De heer D. beroept er zich nu op dat hy medeplichtig is, maar in zijn eigen zaak of in zijn coöperatie zou hij het zeker niet wenschen. Spreker vindt dit al heel treu rig. De lieer Dubheldeman: Dat is toch geen gappen? De heer Oostdam Dan verschillen wij zeer in appreciatie van wat al of niet toelaat baar is. Men had den betrokken wethouder moeten waarschuwen. De heer Dubheldeman: Dan waren ze op straat gesmeten. De heer Oostdam ontkent dit, maar zegt, dat als hij wist wie de gappers waren, hij niet zou rusten voor ze op straat waren gezet. Er zit in het optreden van den heer D. dus iets zeer demoraliseerend wat spreker be treurt. Spreker komt nu tot de uitspraak van den heef Van Eek die het betreurt dat niet lagere ambtenaren zijn gehoord. Maar, zegt spreker, dan hadden wc alle kans dat we de gappers hadden gekregen, als we op goed geluk af een greep hadden gedaan. Spreker zal' de detailpunten niet bespreken, maar bepaalt zich tot dezen algemeenen in druk, en voegt er aan toe, dat de Commissie een onpartijdig onderzoek zal instellen. De heer v. d. Pot, weth., sluit zich aan bij wat de heer Oostdam gezegd heeft.. De heer Dubheldeman heeft met do hem eigen vrijmoedigheid getracht zich er uit te draaien door het voor te stellen alsof het on derzoek van de Commissie niet ver genoeg was gegaan. De aangebrachte veranderingen schrijft hij verder toe aan zijn optreden hier en als d at niet opgaat, dan wordt het foege- jullie nu maar weg, als je maar zorgt om acht uur binnen te zijn, want dan is het bedtijd! Ja Tante, ja Moe, hoorde ze nog juist roepen en de achterdeur klapte dicht Wat 'n fijne groote tuin hebben jullie toch, zei Wim, onder het loopen. Ja, jöh, 'lcom mee heeiemaal achterin staan mijn konijnen. Die eene heeft vier jongen, maar daar mag je-nog niet naar kijken, zo zijn vandaag pas geboren en dan is de moeder altijd bang dat je haar kindertjes kwaad zal doen. Over een paar dagen mag het iwel, dan hindert het niet meer. Ik heb er nog een me,t zes, die zijn al grooter. Kijk, hier! Vinden jullie het geen mooie! Ba rend van boer Jansen, wou ze al van me koopen, maar ik zeg: „neen hoor, ik houd ze nog een poosje, dan zijn ze méér waard, wat zeg jij Gerrit.? Of je gelijk hebt. Wat een mooie beestjes! Ik wou dat ik er een •paar had. Je kunt er gerust eeni paar van me krijgen, Gerrit, ik heb er toch zoo veel. Meen je het? zei Gerrit, met wijd loipen gesperde oogen, Frans aanziende. Wel ja, gerust hoor!" Zou het mogen vooi\ Moe, Wim?" Wel ja, waarom niet! Maar we hebben geen hok. O, dat ik niks, zei Frans, als je een oud kistje heb, maak je er zelf een. Dat gaat gemakkelijk ge noeg. Kijk, deze heb ik ook zelf gemaakt. Alleen die latjes heeft de timmerman schreven aan het optreden van den heer Sanders. Spreker laakt het optreden van den heer D. die getracht heeft den directeur van de fa brieken verdacht te maken, door telkens te laten doorschemeren, dat hij nog heel andere feiten zou ikunnen noemen. Een dergelijk ver- dachtmakend optreden keurt spreker hart grondig' af. Daarvoor moest een raadslid te hoog staan. Bovendien als er dan nog zoo veel ia, had de heer D. verder moeten gaan en geen geheimzinnige verklaringen1 omtrent toekomstige onthullingen moeten doen. Er is gesproken van een zeker boekje, dat spreker niet kent, maar dat moest dienen om de aan dacht af te leiden van 'het feit dat gebruik is gemaakt van een lijst op last van den Dirsc- teur opgesteld. De lieer D.: Vóór het lijstje zal er wel iets anders 2iju geweest. De heer v. d. Pot, weth.: Ja, dat moet- dan het bewuste boekje zijn geweest. Spreker zegt verder dat hierbij met mogelijkheid twee amb tenaren zijn 'betrokken. Daaronder Was een partijgenoot van den heer D. die direct naar zijn chef is gegaan om te verklaren, dat bjj er •buiten stond, maar dat het rapport waar schijnlijk uit zijn lessenaar gestolen was. Zoo althans is aan de Comm. meegedeeld. Wat verder de details betreft, vestigt spre ker er de aandacht op dat scherp onderschei den moet worden tusschen de bedekte beschul digingen dat de directeur zich op kosten van de gemeente verrijkt zou hebben en het Toyale beheer. Dat was een heel andere zaak. Spreker stelt er prijs op te verklaren, dat de door den heer D- gemaakte indruk vol komen is ontzenuwd. De Commissie heeft eenstemmig de absolute- overtuiging gekregen, dat van die beschuldigingen geen jota juist is. De Commissie heeft de overtuiging dat niet anders is gehandeld dan ook bij een particu lier gedaan zou zijn. Bij spreker is trouwens precies hetzelfde gebeurd. Het feitdat het bedrag hier nogal hoog was, is een gevolg van de ontploffing dio heeft plaats gehad. Men kan ook daaraan wel verdachtmakingenvaelknoopen, maar daarop wenscht spreker niet in te' gaan. Hoofdzaak hierbij is, dat van verkeerde practijken hier geen sprake kan zijn Het voor naamste punt van de beschuldiging is volko men ontzenuwd eii nu zou het fair zijn geweest indien de heer D. zijne beschuldiging royaal •had terug genomen. De heer Dubheldeman: ik heb niet beschuldigd! De heer v. d P o t, weth.: Neen, maar u hebt wel èen indruk gegeven. Nu een nieuw feit dat de Directeur als Comm. van de „Gopra" salaris zou ontvan gen. Ook voor die verdachtmaking is echter geen grond. De lichtfabrieken hebben geza menlijk een coöperatie waarin ze door hun directeuren zijn vertegenwoordigd. Do directeur zit daar als commissaris, dus niet als verte genwoordiger der gemeente, niaar is gekozen om zijn personeele eigenschappen. Of hij voor die speciale werkzaamheid vergoeding krijgt is spreker niet bekend, maar als dit het geval is, ziet hij daarin niets afkeurenswaards. De 'heer Dubheldeman ^Alsjeblieft, dat is het toppunt! De heer v. d. Pot, weth.: De zaak zou an ders staan, als de heer v. Ammers van zijn positie misbruik had gemaakt. Op de details zal spreker niet verder ingaan. De stoel wa6 inderdaad duur, maar de alge meene indruk was niet dat de meubileering bijzonder duur was. Wat de heer Kriens betreft, door de opga ve van zijn arbeid is de beschuldiging als zou hij 'ambulant zijn, ontzenuwd. Inzake de re clame heeft de Comm. zich gewend tot iemand die onafhankelijk is, maar dat is volgens den •heer D. ook weer niet goed. Op het aansluit- recht gaat spreker na alles wat daarvan ge zegd is, thans niet nader in. De 'heer D e L a n g.e sluit zich aan bij wat dooi' den heer Oostdam is gezegd. De opmer kingen van' den wethouder wenscht spreker nog op een enkel punt aan te vullen. De heer Dubheldeman beroept zich op den heer San ders, maar dit beroep is met de stukken in. de hand te wraken. De directeur van de Lichtfabrieken is een persoonlijkheid; hij is geen dubbelganger van den heer D., maar iemand met een eigen ca chet die een zaak wel eens anders doet dan een ander. Dat zal ook voorkomen als ooit de socialisatie komt. Mannen a'ls de heer D. die dat niet kunnen dulden, zouden de socialisatie in minder dan geen tijd vermoorden. Hij er kent niet het recht van persoonlijkheid, maar eischt dat allen, zullen optreden zooals hij dat zou doen. Dat is de dood voor alle bedrijfsle ven. Ook van het Socialisme. De directeur heeft reeds in April 1920 tot het personeel een circulaire gericht, mee te werken het bedrijf zooveel mogelijk winstge vend te maken door opgave te doen van alles wat naar men meende tot verbetering en be zuiniging zou kunnen leidep. Hiervoor werd zelfs een belooning toegezegd. voorme geschaafd. Nou weet je wat, we zullen aan mijn Moeder een briefkaar' schrijven en dan vragen we of het mag. Goed en als je mag van je moede.r, dan zoek je er zelf maar een paartje uit van die zes in dit hokje en dan neem je ze mee als jie, naar huis gaat. Maar gaan jullie mee eens op het dorp kijken naar de kra men en den draaimolen? Ik wed dat alles nu al kant en klaar is. Goed, dat is best! vooruit dan maar. Op een dorp zijn de afstanden natuur lijk lang zoo groot niet als in d© stad. Zoo doende kwam het dat de drie vrienden spoedig op de Voorstraat stonden, temid den van een heel groot deel der dorps jeugd en ook niet weinig van de volwassen Voorschotenaars, die ook een kijkje kwa men nemen. Dc ieder jaar op denzelfden datum te- rugkeerende Voorschotensche paarden markt is een der drukst bezochte mark ten uit den omtrek. Ieder recht geaard Voorschotenaar houdt, dien dag vrij en be schouwt hem als een soort nationaleu feestdag, 't Spreekt dus van zelf dat. de voorbereidingen in groote mate de aan dacht trokken en zeker niet het minst van de dorpsjeugd. Geen wagen reed' het doi;p 'binnen of de jongens en meisjes inspec teerden do heikomst, do bedoeling van De heer Oostdam heeft gezegd dat het op treden van den heer D. demoraliseerend werk te. De juistheid 'hiervan is spreker gebleken Een paar dagen na het optreden van den bee D. kwam een der inferieure ambtenaren bi spreker aan huis, die verklaarde: de rooiei loopen bij den heer D. de deur plat om mede deeliugen te doen, maar nu wil ik u ook oen iniich'ten. Spreker heeft toen gezegd: go ken do circulaire? Welnu, handelt or dan naai Spieker wijst nog op het ambtenaren regie ment dat tot geheimhouding verplicht. Als we de bedrijven willen vermoorde] moeten we zulke bepalingen door eigen optre den terzijde stellen. Ja, maar, zegt de heeT D., daar 19 d „zwarte band" voor wie niemand^ waar ook veilig is. Spreker acht dit een beschuldigini zóó infaam, dat hij niet kan begrijpen dat iemand ze in den Raad kan uitspreken. Verder wijst spreker er nog op hoe de hee: D. zich in een zin tegenspreekt, als hij eers den heer v. d. Meijle als getuige wraakt, maa: er onmiddellijk aan toyoegt dat deze late: oog wel meer mededeelingen zal doen. De heer Dubheldeman repliceert. Di korte inhoud van zijn rede is, dat alle inlich tingen van den wethouder en de Commissii onjuist en die van hemzelf juist zijn Hij wijst er verder nog op dat in bet Tech ndsch Weekblad van Mei 1921 een der amb tenaren aantoont, dat de door den heer D< Lange geciteerde circulaire, door de dircctii in geen enkel opzicht nageleefd werd. Stemmen: De zwarte hand! Verder betoogt de lieer D. nog dat bepaalc was dat de „Gopra" waarbij de Directeur be trokken was, moest leveren ook als ze niet goed kooper was. De heer v. d. Pot, wetb.: Weet u dat zekei •of b ij n a zeker. Do be^1" 'D ub b el d era a n Dat moet u maar eens onderzoeken. De heer v. d P o t, wetb., wil nog tcgeoiovci den heer D., die verklaarde dat 't hem niet kor schclep. als de heer v. Ammers weggaat, er dat zijn opvolger dan tevens weet dat mer hier „vau dergelijke practijken" niet gediend is, opmaken dat van „dergelijke practijken' absoluut niets gebleken is, en dat de geineentt te feliciteeren zal zijn indien ze, zoo de heei van Ammers heengaat, een directeui als de heer v. Ammers lenig krijgt. De interpellatie wordt gesloten. Prae-advies op het verzoek van de Woning- houwvereeniging „De Eendracht", in zake den verkoop aan die veroonlging van een terrein geleg&n ten noorden van den Lagen Rijndijk, voor de stichting van 117 woningen, en 'het vei'leenen van een voorschot en een bijdrage, als bedoeld in art. 30 der Woningwet, in de kosten van aankoop van den grond en de uit voering van het bouwplan. Goedgekeurd. (Zie vervolg Hoofdbla^d). Gevonden voorwerpen. Zakmes, sleutels, fietspomp, portefeuille vat J. v. d. Zwan, Etui met schrijfbehoeften vat E. A. Oort, goud-doublé halskettinkje, para- pluie, portemoniiaie met inhoud, regenjas mei 2 paar bandschoenen, electrisobe fietslantaarn exped'itiekruis, portemonuaie (ledig), badmuts, 2 zilverbons, zilveren ketting, lapje met Reis gereedschap, rozenkrans in étui, zilveren ket ting met medaillon mot 2 portretten, zilver kin- d-erarmbandje, lemoen van een wagen, zilvei dameshorloge met doublé kettinkje, handwagen halskettinkje met R. K. medaille, lorgnet ie étui, mantelceintuur, blauwe kiel, doublé lorg net, damospan talon, beenen halsketting, zwart lederen damespojtefeuille -met inhoud, dou blé dasspeld, schilderkwast, doublé damesarm •bandhorloge (geheel defect), kinderschoentje stroohoed, bankbiljet van f IQ.-nikkel -bee- renborloge, gouden broche met steentje, schoo tasch dub: aard,rijkskundcboekjc, gymn. schoei (wit), bril in étui, fluweel zakje inh. -breiwerk goud damesringetje, vulpen „Swan", fietsman tel, paar bretels, zweep, pakje inh. schort, zil veren damesarmband, -zilver dameshorloge me dito. armband, kussen van duo-zitting, wit kin derkousje, 'blauwe muls, leder damestaschj met inhoud, handtaschje met inhoud, kralei kindertaschje inh. schelpen, pakje inh. flanel zilveren Zeeuwsche manchetknoop, rand' vai een horloge, paar platvoefzolen, zwempak me handdoek, koper stempeltje, zilver kinderarm bandje met aan-hangerlje (klompje), staleo hondenhalsband, houten, schuitje, 'honden. Gevonden in de Electrisch Tram (Sladslijn) Pakje inh. blauwe kiel ei handdoek, reiszak, melkkan, diverse hand schoenen, mantelceintuur, beursje met inliouc zilverbon, zilver armbandje, zilveren speld mesje, gouden broche. Gevonden dn het Postkan too zilverbcn a f 2.50. Terug te bekomen en inlichtingen te ver krijgen ten Politiebureele alhier, eiken werk dag (behalve Donderdag en Vrijdag) tussche 1 en 3 uur namiddags. den inhoud, de bewoners, enz. enz. Het was dan ooit bij een zoo'n wage die ondeTde.elen van een 'koekkraam aai: -voerde waar ons drietal bleef slaan. Wh bad onmiddellijk opgemerkt, dat- de? wagen vier personen herbergde. Volger zijn beweren twee groote menscben e twee. kinderen, een jongen en een meisj De jongen was ongeveer twaalf en bi meisje veertien jaar. Terwijl de vader c moeder, zooals Wim veronderstelde, mi behulp van het meisje bezig waren de wagen leêg te maken, hield de jongen, d zeker le lui was om Ie werken, zich bez met een hond, die, l amel ijk groot, mi lange krulharen en goedige .oogen, op b< vél van zijn jonge meester allerlei kut sten verricblL-e. De toeschouwers gaven telkens bh, van hun groote verbazing en bewonderde niet weinig bet vernuft van dit redeloo: dier. Tejkens boorde je opmerkigen al „hoe is ligt mogelijk!" „heb je ooit z< iels gehoord?" „liebje ooit van mijn l ven!" .Jioe kan zoo'n beest bet toch le rein?!" endergelijke. Eindelijk zou h slotstuk worden vertoond en daarna u de bond zelf met dc, pet van zijn baas den bek rondgaan om iets voor zijn mee ter op te balen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 6