Voor de Jeugd.
v. a. in het typografenbedrijf. Een vaeantie in
gedeelten opgenomen -is ,,eeu absoluut pas-
"k-wil*".
De heer. W i tin e r is 't eens met den vori-
geu spr. als hij zegt dat hij veel moed heeft.
Dat is duidelijk als men rekening houdt met
wat van deze zijde vandaag is voorgesteld.
Spreker is geen tegenstander van een vac-an-
tietoeslag. Hij gévoelt dat het moeilijk is van "n
laag loon een bedrag af te zonderen, maar
toeslag beschouwt als eisch van rechtvaardig
heid en billijkheid. Wat hier door den heer
Dubheldeman gevraagd wordt zal van de ge
meente een groot bedrag vorderen. Dit moment
is buitengewoon ongeschikt. Er zijn nog andere
arbeiders in de gemeente. In April -is een
loonsverbetering gebracht die f 80.000 eischt;
«u onmiddellijk daarna weer 40.000 gulden te
toteeren is niet geoorloofd.
De heer Eikerbout verdedigt nog na
der zijn voorstel. Dat do andere arbeiders
daaraan meebetalen is de schuldi van de over
zijde.
De heer Wilmer: Denk maar aan Zaan
dam!
'De heer O s t d a m Heb je wel eens ge
logen? -
Het advies van B. en W. wordt hierna aan
genomen met 18 tegen 7 stemmen-, die van
de Soc. Democraten.
40o. Pfaeadvies op het verzoek van den
Leidschen Bestuurdersbond e.a., dn zake
het toekennen van wachtgeld aan werk
lieden of ambtenaren, aan wie, wegens
wijziging in- of opheffing van het bedrijf,
waarin zij werkzaam zijn, ontslag wordt
verleend.
De heer v. Stralen kan zich met dit
advies niet vereenigen. Hij meent dat derge
lijke regelingen door den Raad moeten' wor
den getroffen. Zooals het nu gaat dat de
Commissie dergelijke Tegelingen maakt acht
hij niet in den haak, vooreerst omdat het hier
vrij groote bedragen betreft, maar ook omdat
de uitkeringen door den Raad voorgesteld al
licht hooger zullen zijn. 't Is waar, dat in an
dere plaatsen in hoofdzaak (de heer v. d. Pot:
zegt u maar uitsluitend!) een regeling
bestaat voor het vast personeel, m aar men
kent daar niet het losse personeel met een
groot aantal dienstjaren, zooals hier, waar
Hos-vaste arbeiders zijn met 12 a 13 dienstja
ren. Door het systeem van B. en W. zullen we
hij sommige diensten den toestand krijgen dat
de Directeuren alleen de regeling vaststellen.
De heer v. d. Pot, weth., meent, dat te
weinig in het oog wordt gehouden dat liet
•hier een zeer speciaal geval betreft. Dat hier
Jos-vast personeel is met eon groot aantal
dienstjaren is historisch zeer goed verklaar
baar, daar reeds jaren geleden plannen voor
den verbouw voorbereid werden. Het betreft
hier een zeer bijzonder geval en dat ie de
reden dat we bier een zeer exceptioueele rege
ling krijgen voor los personeel, die een uitzon
dering is in bet geheele land. Door dergelijke
regelingen te treffen gaat het essentieele on
derscheid! tusschen los en vast personeel te
loor. Dat is dan ook het hoofdbezwaar van
IB. en W. tegen een algemeene regeling. Een
practise'h. bezwaaT is, dat wat zich hier
voordoet bij andere bedrijven niet licht zal
voorkomen. Dat de heer Van Stralen van een
regeling, door den gemeenteraad gemaakt, meer
verwacht, koint, omdat 'hij rekent met wat
voor vast personeel gedaan wordt. B. en W.
hebben trouwens reeds te kennen gegeven, een
iets verder gaande regeling te willen ontwer
pen voor vast personeel, waardoor los perso
neel ook boven de 5Q pet. wachtgeld kan krij
gen.
De heer Wilmer vraagt of nog voor No
vember die grens kan wordt uitgezet.
De heer v. d. Pot, weth., vertrouwt, dat
deze zaak tijdig in orde zal komen.
De heer v. Eek heeft met genoegen ge
hoord, dat de heer v. d. Pot bezwaren heeft
tegen het systeem van 1 os-vaste werklieden.
Een teleurstelling is echter voor hem, dat
de wethouder deze zaak niet door den Raad
geregeld wenscht te zien, daar hij zich in de
Commissie voor de fabrieken gebonden achtte
aan een ook door hem onvoldoend geachte,
door den Raad vastgestelde regeling. De nu
toegezegde uitkgjering acht spreker absoluut
•onvoldoende.
De heer Wilmer: Het bedrag van 50 pet.
woiHt toch verhoogd!
De heer v. E c k zegt, volstreekt nog niet ze
ker te zijn dat de Commissie daarin meegaat.
Spreker acht het veel beter dat dergelijke za
ken in bet openbaar besproken worden
en. niet achter gesloten deuren waar
men meer de commercieele zijde van 'de bedrij
ven in het oog houdt. Een regeling door den
Raad verdient in elk opzicht de voorkeur. Het
etelt hem teleur dat de wethouder hierin niet
meegaat.
De heer v. d Pot, weth., zegt, dat heer
v. Eok een verkeerde voorstelling geeft van
de taak der Commissie voor de lichtfabrieken.
Het commercieel belang van het bedrijf is
meer speciaal het terrein van den directeur,
terwijl do Commissie meer het algemeen ge
meente-belang in het oog heeft te houden.
Daar heb je Ze, daar zijn zei en weg was
Frans, de voordeur uit, het hekje open en
daar staat hij. Dag Gerrit, dag Wim!
Hallo Frans! Ook Tante kwam nu naar
buiten. Zoo zoo, zijn mijn logée's daar! En
hoe maken het je Moeder en. Vader en al de
anderen? Dag Tante! heel best 1 riepen de
beiide jongens tegelijk en Tante kreeg op
dike wang een dikken kus. Hier jongens,
zei Toledo, je koffertje nog, dat zou je hee-
lemaal vergeten. Ze zijn ook zoo blij, ver
ontschuldigde Tante, 'k Wil het best ge-
looven, juffrouw. Die stadskinderen zitten
ook altijd .zoo opgesloten, en dan zijn ze
•ne.t als koeien, die een heelen winter op
stal stonden en voor het eerst weer naar
de wei gaan. Ze loopen en springen dan
als razenden en weten soms zelf niet wat
ze doen moeten van pleizier. Zoo is het, zei
Tante, kom jongens, ga maar gauw mee
naar binnen, je zult wel honger hebben,
na zoo"n tocht, „Razend veel, Tante!" zei
Wim. Dat treft goed, want i'k heb veel
brood in huis en nog wat bessen uit den
tuin, zoudén jullie dat ook lusten?. -
„Fijn, Tante!" riep Gerrit nu en Wim;
„heerlijk, heerlijk! bessen! die vind ik al
tijd zoo lekker en dan uit uw'eigen tuin,
Jlebt u veel yap 't jaar, Tante?" Dat gaat
Het advies vau B. en W. thans in stem
ming gebracht, .wordt - a a n-g en om en met
17 tegen 8 stemmen, die van de Soc. en den
heer Sijtsma. -
41.0. Bezwaarschriften tegen aanslagen
in de plaatselijke directe belasting, dienst
1919/1920 en 1920/1921.
Goedgekeurd. 3-i/
vapri
Beheer Lichtfabrieken.
42o. Interpellatie van den heer Dubbel
man naar aanleiding van het rapport van
Commissarissen der Stelijke Lichtfabrie
ken, uitgebracht in verband met de door
hem geuite iklacht over de hooge uitga
ven van die fabrieken.
De heer Dubheldeman zou als ziju
partijgenoot de la Rie in leven was gebleven
deze zaak niet aan de orde hebben gesteld.
Bij de lezing van het rapport dacht spreker
aan wat de heer Groeneveld meermalen op
merkte dat men hier altijd eerst vraagt: w i e
zegt er wat. Het „onderzoek' is eigenlijk geen
onderzoek geweest. Men heeft zich angstvallig
vastgehouden aan wat spreker noemde. Had
hij dat geweten dan zou hij later en met meer
gegevens zijn gekomen. Spreker stelt op den
voorgrond! dat 'hij geen persoonlijke antipathie
heeft tegen den directeur, die hij persoonlijk
niet kent.
Spreker zal nü een greep doen uit het rap
port.
Hij heeft niet de bedoeling gehad te zeggen
dat de hoofdboekhouder weinig wilde doen,
maar dat hij door de directie tot ledigheid ge
doemd was. De heer Kriens is er eenvoudig
door y. Ammers tusschenuit gedrukt. Z. i.
heeft-de Commissie daaraan te weinig aan
dacht geschonken.
Dan de kwestie Dr. Rutten. Gebleken is dat
spr. daaromtrent juiste mededeelingen deed.
De zaak is echter dat velen niet durven spre
ken, omdat ze anders vreezen getroffen te
word'n door „de zwarte band", die zich zelfs
tot buiten de fabriek uitstrekt. De heer v. d.
Pot zal hiervan later wel meer hooren.
Er is gezegd dat de ambtenaren zich bij
den wethouder hadden moeten vervoegen. Dat
zou wat moois zijn geworden. Alleen al om
het vermoeden dat zij spreker hebben inge
licht; is getracht een tweetal ambtenaren ran
hun posten te verwijderen. Zoo noodig zal
spreker ze bij den Wethouder brengen. Dat de
aanslag niet gelukte is daaraan le danken dat
de ambtenaren ruggegraat hadden.
Spreker acht het onvoorzichtig van de
Commissie, dat gezegd is, dat hij gebruik heeft
gemaakt van een lijst op aandringen van den
Directeur vastgesteld. Maar wanneer heeft
dat onderzoek plaats gehad? Als spreker
zich niet vergist, nadat de heer Sanders hier
over heeft gesproken.
De beer v. d. Pot, wethouder, maar hij
beeft er nooit over gesproken!
De 'heer Dubbeldema n; Dat de lijst is
opgemaakt, kwam 'doordat de heer de la Rie
reeds aan het speuren was. Spreker gelooft
trouwens niet, dat de overgelegde lijst volledig
was. Spreker had zijn cijfers uit andere bron
en 't is jammer dat het boekje waarin spreker
neusde, niet aan den Raad is overgelegd. Men
zou dan gezien hebben dat hij de Copra" zeer
belangrijke bestellingen zijn gedaan en dan
had meil kunnen nagaan of wat de beer v.
Ammers als commissaris van de Copr^, waaxv
in hij voor Leiden zitting had, verdiende in
de gemeentekas 13 gestort. Dit bedrag was dn
1916 en 1917 resp. f 1000 en f 1500 en naar
Spreker meent de laatste jaren f 3 a 4000.
De heer v. d. Lip: dat is weer wat
nieuws.
De heer Dubheldeman meent, dat het
beter was, indien de Commissie dergelijke za
ken bad onderzocht. Hij hoopt dat een nader
onderzoek zal worden ingesteld.
Wat nu de facturen betreft, is sprekers in
druk dat deze zeer aan den hoogen kant zijn.
De verdediging als van den bureaustoel, acht
spreker „misselijk". Men zegt dat alles daar
zéér sober is maar sprekers indruk is een
andere. Elke ambtenaar die een krul meer in
zijn staart heeft, meent dat hij weer duurder
bureau moet hebben. Spreker behandelt dan
nog enkele andere punten o. a. de badkamer
van denDirecteur. Het heet nu, dat er een
ontploffing .heeft plaats gehad, wat spreker
betwijfelt. Van het boeken op de post „proef
nemingen" hogrijpt spreker niet veel. Dat zijn
verliesposten die men afschrijft.
Maar, zegt spreker, is u 't niet met
mij eens, dat zulk een proefneming op een-
andere plaats had behooren të geschieden, bijv.
op de Hooigracht?
Den dag na de verschijning van het rapport
verscheen bij hem de heer Karstens, meufoelm.,
niet een partijgenoot, die hem een kast toonde
die hij van de gemeente in bewerking had en
die hij had willen leveren inïet voor f 400.
maar voor pkn. f 240,Hij verklaarde dat de
meubelen, die worden aangeschaft, pl.m. 30 a
40 pet. goedkooper zouden zijn te krijgen. De
zelfde kast werd door den heer Jesse een
„lor" genoemd.
De .Commissie zegt, dat er geen vertoon
nog al jongens, maar we hadden er veel
meer kunnen hebben, als de vogels er
niet zooveel weggepikt hadden. Dat is
jammer Tante,'t zal dan maar goed zijn dat
we ze gauw opeten, die er nog aan zitten,
anders pikken ze de redt ook nog weg.
Ja, Wim, daar heb je gelijk in, zei Frans
dat heb ik ook al tegen Moe gezegd. Ja,
als ik naar jou had geluisterd, dan hadden
je neefjes geen- bes meer gezien, want jij
hadt ze verleden week al willen afplukken.
Zoo, zoo baasje, nu hooren we net eens,
hoeveel jo van ons houdt. Ooh, ik dacht
niet om jullie, Gerrit ik wist toen nog niét
eend wanneer je kwam.
Onder dit ge-praat had Tante de boter
hammen klaar gemaakt en spoedig deden
de reizigers zich. te goed aan eigengebak
ken tarwebrood met aalbessen.
Nauwelijks was de laatste boterham
'naar binnengewerkt of Frans stelde voor
naar den tuin te gaan om de Jcippen, dui
ven en konijnen te gaan zien. Je zult toch
zeker eerst fatsoenlijk danken, Frans, zei
Tante. Ja Moe, natuurlijk, zei het neefje.
Waarheid was echter, dat hij het heusoh
even Vergeten had en beslist zonder dan-
iken naai* den tuin zou gegaan zijn, als zijn
Moeder er hem niet aan herinnerd had.
Ziezoo, zei Tante, toen allen eerbiedig
hun dankgebed opgezegd hadden, gaan
van luxe as, maar, zegt «preker, dat 1 ij k t
maar zoo. Allees ie 'daar nu door de verbou
wing groezelig.
Spreker meent dat de Commissie in het ver
volg «cherper zal hebben toe te zien op de
belangen van de verbruikers. Hij is overtuigd
dat de Commissie als zij gewild' had, bij een
breeder onderzoek wel meer zou hebben ge
vonden. /-
Het verblijdt hem dat althans is toegege
ven dat het schdlderswerk goedkooper gedaan
had kunnen worden.
Thans komt jspreker tot deze reclame. De
Commissie heeft den heer v. d. Meijle gehoord,
wat spreker niet juist acht, al vertrouwt hij
dat van die zijde wel nadere mededeelingen
zullen volgen. Het verspreiden van reclame-
artikelen als gedaan werd acht spreker ver
keerd. Veel meeT is te verwachten van een zoo
laag mogelijk tarief. Met cijfers uit andere
plaatsen tracht spreker dit te bewijzen. Te
Sassenheim, Voorschoten enz., waar geen re
clame gemaakt werd, was de stijging der
afname het sterkt. Eenige reclame is goed,
maar het moet niet te ver gaan.
Spreker zegt voorts dat eenigermate is toe
gegeven, dat er teveel hooge ambtenaren wa
ren. Er is dan ook vermindering te bespeu
ren maar .dat is een gevolg van wat hier ge
zegd werd. Een feit is dat de heer v. d. Meijle
niet wordt vervangen, wat alvast een bespa
ring geeft van f 5000.Uit wat ,de heer
Wiggërs straks te doen krijgt zal wel blijken,
of spiekers critiek inzake Kriens juist jvas.
De totaal indruk van het rapport is voor
spreker wat hij van de ambtenaren hoorde:
„Wat hebben ze zich laten bed.wat heeft
Van Ammers ze er fijn tusschen genomen.'
Had men de lagere ambtenaren gehoord, dan
zou er wel meer aan het licht zijn gekomen.
Spreker heeft geen spijt dat hij deze zaak
heeft ter sprake gebracht, daar nu wel geble
ken is dat de leiding le wenschen overlaat.
Spreker wijst o. a. op de proef met het vaste
aansluLtreeht die weer spoedig verdween maar
veel geld kostte. Zoo werden bijv. 20.000 brief
kaarten gedrukt waarin 10 wei-den gebruikt.
De rest is waardeloos.
De heer Oostdam zegt, dat het hiér
voorgesteld is alsof de Commissie alles heeft
goedgepraat, terwijl uitdrukkelijk gezegd is.
dat aan de zaken2ernstig aandacht zal worden ge
schonken. De heer D. heeft gezegd, dat een
man als do heer Sanders niet in deze commis
sie mocht ontbreken. Spreker wil wel even
meedeelen dat hij reeds lang met den heer
Sanders heeft afgesproken dat deze zijn plaats
zal innemen. Spreker zal niet alle details be
handelen, maar merkt alleen op, dat de critiek
van den heer D. een goede zijde heeft, daar we
zoo langzamerhand op den goeden weg komen.
Alleen betreurt hij het, dat de heer D. niet
heeft ingezien dat er in zijn optreden iets
demoraliseerends is, Sprekers eerste
indruk was, dat de ambtenaren die het Toyale
beheer zagen, niet langer konden zwijgen, van
wat ze zelf onderzocht hadden, wat echter niet
het geval bleek. Ze hebben zich zeer gemak
kelijk bepaald tot het stelen van een rapport.
Daarop komt het toch neer. Het was een zeer
onbewogen rapport. De ambtenaren die den
heer D. hebben ingelicht hebben ziclr eenvou
dig schuldig gemaakt aan diefstal. Eén
van twee, o f ze wisten wat ze deden of ze wis
ten het" niet. Als ze het w e i wisten, wordt de
zaak nog erger. De heer D. beroept er zich nu
op dat hy medeplichtig is, maar in zijn eigen
zaak of in zijn coöperatie zou hij het zeker
niet wenschen. Spreker vindt dit al heel treu
rig.
De lieer Dubheldeman: Dat is toch
geen gappen?
De heer Oostdam Dan verschillen wij
zeer in appreciatie van wat al of niet toelaat
baar is. Men had den betrokken wethouder
moeten waarschuwen.
De heer Dubheldeman: Dan waren ze
op straat gesmeten.
De heer Oostdam ontkent dit, maar zegt,
dat als hij wist wie de gappers waren, hij niet
zou rusten voor ze op straat waren gezet.
Er zit in het optreden van den heer D. dus
iets zeer demoraliseerend wat spreker be
treurt.
Spreker komt nu tot de uitspraak van den
heef Van Eek die het betreurt dat niet lagere
ambtenaren zijn gehoord. Maar, zegt spreker,
dan hadden wc alle kans dat we de gappers
hadden gekregen, als we op goed geluk af een
greep hadden gedaan.
Spreker zal' de detailpunten niet bespreken,
maar bepaalt zich tot dezen algemeenen in
druk, en voegt er aan toe, dat de Commissie
een onpartijdig onderzoek zal instellen.
De heer v. d. Pot, weth., sluit zich aan bij
wat de heer Oostdam gezegd heeft..
De heer Dubheldeman heeft met do hem
eigen vrijmoedigheid getracht zich er uit te
draaien door het voor te stellen alsof het on
derzoek van de Commissie niet ver genoeg
was gegaan. De aangebrachte veranderingen
schrijft hij verder toe aan zijn optreden hier
en als d at niet opgaat, dan wordt het foege-
jullie nu maar weg, als je maar zorgt om
acht uur binnen te zijn, want dan is het
bedtijd! Ja Tante, ja Moe, hoorde ze nog
juist roepen en de achterdeur klapte dicht
Wat 'n fijne groote tuin hebben jullie
toch, zei Wim, onder het loopen. Ja, jöh,
'lcom mee heeiemaal achterin staan mijn
konijnen. Die eene heeft vier jongen, maar
daar mag je-nog niet naar kijken, zo zijn
vandaag pas geboren en dan is de moeder
altijd bang dat je haar kindertjes kwaad
zal doen. Over een paar dagen mag het
iwel, dan hindert het niet meer. Ik heb er
nog een me,t zes, die zijn al grooter. Kijk,
hier! Vinden jullie het geen mooie! Ba
rend van boer Jansen, wou ze al van me
koopen, maar ik zeg: „neen hoor, ik houd
ze nog een poosje, dan zijn ze méér waard,
wat zeg jij Gerrit.? Of je gelijk hebt. Wat
een mooie beestjes! Ik wou dat ik er een
•paar had. Je kunt er gerust eeni paar van
me krijgen, Gerrit, ik heb er toch zoo
veel. Meen je het? zei Gerrit, met wijd
loipen gesperde oogen, Frans aanziende.
Wel ja, gerust hoor!" Zou het mogen vooi\
Moe, Wim?" Wel ja, waarom niet! Maar
we hebben geen hok. O, dat ik niks, zei
Frans, als je een oud kistje heb, maak
je er zelf een. Dat gaat gemakkelijk ge
noeg. Kijk, deze heb ik ook zelf gemaakt.
Alleen die latjes heeft de timmerman
schreven aan het optreden van den heer
Sanders.
Spreker laakt het optreden van den heer
D. die getracht heeft den directeur van de fa
brieken verdacht te maken, door telkens te
laten doorschemeren, dat hij nog heel andere
feiten zou ikunnen noemen. Een dergelijk ver-
dachtmakend optreden keurt spreker hart
grondig' af. Daarvoor moest een raadslid te
hoog staan. Bovendien als er dan nog zoo
veel ia, had de heer D. verder moeten gaan
en geen geheimzinnige verklaringen1 omtrent
toekomstige onthullingen moeten doen. Er is
gesproken van een zeker boekje, dat spreker
niet kent, maar dat moest dienen om de aan
dacht af te leiden van 'het feit dat gebruik is
gemaakt van een lijst op last van den Dirsc-
teur opgesteld.
De lieer D.: Vóór het lijstje zal er wel iets
anders 2iju geweest.
De heer v. d. Pot, weth.: Ja, dat moet- dan
het bewuste boekje zijn geweest. Spreker zegt
verder dat hierbij met mogelijkheid twee amb
tenaren zijn 'betrokken. Daaronder Was een
partijgenoot van den heer D. die direct naar
zijn chef is gegaan om te verklaren, dat bjj er
•buiten stond, maar dat het rapport waar
schijnlijk uit zijn lessenaar gestolen was. Zoo
althans is aan de Comm. meegedeeld.
Wat verder de details betreft, vestigt spre
ker er de aandacht op dat scherp onderschei
den moet worden tusschen de bedekte beschul
digingen dat de directeur zich op kosten van
de gemeente verrijkt zou hebben en het Toyale
beheer. Dat was een heel andere zaak.
Spreker stelt er prijs op te verklaren, dat
de door den heer D- gemaakte indruk vol
komen is ontzenuwd. De Commissie heeft
eenstemmig de absolute- overtuiging gekregen,
dat van die beschuldigingen geen jota juist is.
De Commissie heeft de overtuiging dat niet
anders is gehandeld dan ook bij een particu
lier gedaan zou zijn. Bij spreker is trouwens
precies hetzelfde gebeurd.
Het feitdat het bedrag hier nogal hoog
was, is een gevolg van de ontploffing dio
heeft plaats gehad. Men kan ook daaraan wel
verdachtmakingenvaelknoopen, maar daarop
wenscht spreker niet in te' gaan.
Hoofdzaak hierbij is, dat van verkeerde
practijken hier geen sprake kan zijn Het voor
naamste punt van de beschuldiging is volko
men ontzenuwd eii nu zou het fair zijn geweest
indien de heer D. zijne beschuldiging royaal
•had terug genomen.
De heer Dubheldeman: ik heb niet
beschuldigd!
De heer v. d P o t, weth.: Neen, maar u hebt
wel èen indruk gegeven.
Nu een nieuw feit dat de Directeur als
Comm. van de „Gopra" salaris zou ontvan
gen. Ook voor die verdachtmaking is echter
geen grond. De lichtfabrieken hebben geza
menlijk een coöperatie waarin ze door hun
directeuren zijn vertegenwoordigd. Do directeur
zit daar als commissaris, dus niet als verte
genwoordiger der gemeente, niaar is gekozen
om zijn personeele eigenschappen. Of hij voor
die speciale werkzaamheid vergoeding krijgt
is spreker niet bekend, maar als dit het geval
is, ziet hij daarin niets afkeurenswaards.
De 'heer Dubheldeman ^Alsjeblieft,
dat is het toppunt!
De heer v. d. Pot, weth.: De zaak zou an
ders staan, als de heer v. Ammers van zijn
positie misbruik had gemaakt.
Op de details zal spreker niet verder ingaan.
De stoel wa6 inderdaad duur, maar de alge
meene indruk was niet dat de meubileering
bijzonder duur was.
Wat de heer Kriens betreft, door de opga
ve van zijn arbeid is de beschuldiging als zou
hij 'ambulant zijn, ontzenuwd. Inzake de re
clame heeft de Comm. zich gewend tot iemand
die onafhankelijk is, maar dat is volgens den
•heer D. ook weer niet goed. Op het aansluit-
recht gaat spreker na alles wat daarvan ge
zegd is, thans niet nader in.
De 'heer D e L a n g.e sluit zich aan bij wat
dooi' den heer Oostdam is gezegd. De opmer
kingen van' den wethouder wenscht spreker
nog op een enkel punt aan te vullen. De heer
Dubheldeman beroept zich op den heer San
ders, maar dit beroep is met de stukken in.
de hand te wraken.
De directeur van de Lichtfabrieken is een
persoonlijkheid; hij is geen dubbelganger van
den heer D., maar iemand met een eigen ca
chet die een zaak wel eens anders doet dan
een ander. Dat zal ook voorkomen als ooit de
socialisatie komt. Mannen a'ls de heer D. die
dat niet kunnen dulden, zouden de socialisatie
in minder dan geen tijd vermoorden. Hij er
kent niet het recht van persoonlijkheid, maar
eischt dat allen, zullen optreden zooals hij dat
zou doen. Dat is de dood voor alle bedrijfsle
ven. Ook van het Socialisme.
De directeur heeft reeds in April 1920 tot
het personeel een circulaire gericht, mee te
werken het bedrijf zooveel mogelijk winstge
vend te maken door opgave te doen van alles
wat naar men meende tot verbetering en be
zuiniging zou kunnen leidep. Hiervoor werd
zelfs een belooning toegezegd.
voorme geschaafd. Nou weet je wat, we
zullen aan mijn Moeder een briefkaar'
schrijven en dan vragen we of het mag.
Goed en als je mag van je moede.r, dan
zoek je er zelf maar een paartje uit van
die zes in dit hokje en dan neem je ze mee
als jie, naar huis gaat. Maar gaan jullie
mee eens op het dorp kijken naar de kra
men en den draaimolen? Ik wed dat alles
nu al kant en klaar is. Goed, dat is best!
vooruit dan maar.
Op een dorp zijn de afstanden natuur
lijk lang zoo groot niet als in d© stad. Zoo
doende kwam het dat de drie vrienden
spoedig op de Voorstraat stonden, temid
den van een heel groot deel der dorps
jeugd en ook niet weinig van de volwassen
Voorschotenaars, die ook een kijkje kwa
men nemen.
Dc ieder jaar op denzelfden datum te-
rugkeerende Voorschotensche paarden
markt is een der drukst bezochte mark
ten uit den omtrek. Ieder recht geaard
Voorschotenaar houdt, dien dag vrij en be
schouwt hem als een soort nationaleu
feestdag, 't Spreekt dus van zelf dat. de
voorbereidingen in groote mate de aan
dacht trokken en zeker niet het minst van
de dorpsjeugd. Geen wagen reed' het doi;p
'binnen of de jongens en meisjes inspec
teerden do heikomst, do bedoeling van
De heer Oostdam heeft gezegd dat het op
treden van den heer D. demoraliseerend werk
te. De juistheid 'hiervan is spreker gebleken
Een paar dagen na het optreden van den bee
D. kwam een der inferieure ambtenaren bi
spreker aan huis, die verklaarde: de rooiei
loopen bij den heer D. de deur plat om mede
deeliugen te doen, maar nu wil ik u ook oen
iniich'ten. Spreker heeft toen gezegd: go ken
do circulaire? Welnu, handelt or dan naai
Spieker wijst nog op het ambtenaren regie
ment dat tot geheimhouding verplicht.
Als we de bedrijven willen vermoorde]
moeten we zulke bepalingen door eigen optre
den terzijde stellen.
Ja, maar, zegt de heeT D., daar 19 d
„zwarte band" voor wie niemand^ waar ook
veilig is. Spreker acht dit een beschuldigini
zóó infaam, dat hij niet kan begrijpen
dat iemand ze in den Raad kan uitspreken.
Verder wijst spreker er nog op hoe de hee:
D. zich in een zin tegenspreekt, als hij eers
den heer v. d. Meijle als getuige wraakt, maa:
er onmiddellijk aan toyoegt dat deze late:
oog wel meer mededeelingen zal doen.
De heer Dubheldeman repliceert. Di
korte inhoud van zijn rede is, dat alle inlich
tingen van den wethouder en de Commissii
onjuist en die van hemzelf juist zijn
Hij wijst er verder nog op dat in bet Tech
ndsch Weekblad van Mei 1921 een der amb
tenaren aantoont, dat de door den heer D<
Lange geciteerde circulaire, door de dircctii
in geen enkel opzicht nageleefd werd.
Stemmen: De zwarte hand!
Verder betoogt de lieer D. nog dat bepaalc
was dat de „Gopra" waarbij de Directeur be
trokken was, moest leveren ook als ze niet goed
kooper was.
De heer v. d. Pot, wetb.: Weet u dat zekei
•of b ij n a zeker.
Do be^1" 'D ub b el d era a n Dat moet u
maar eens onderzoeken.
De heer v. d P o t, wetb., wil nog tcgeoiovci
den heer D., die verklaarde dat 't hem niet kor
schclep. als de heer v. Ammers weggaat, er
dat zijn opvolger dan tevens weet dat mer
hier „vau dergelijke practijken" niet gediend
is, opmaken dat van „dergelijke practijken'
absoluut niets gebleken is, en dat de geineentt
te feliciteeren zal zijn indien ze, zoo de heei
van Ammers heengaat, een directeui
als de heer v. Ammers lenig krijgt.
De interpellatie wordt gesloten.
Prae-advies op het verzoek van de Woning-
houwvereeniging „De Eendracht", in zake den
verkoop aan die veroonlging van een terrein
geleg&n ten noorden van den Lagen Rijndijk,
voor de stichting van 117 woningen, en 'het
vei'leenen van een voorschot en een bijdrage,
als bedoeld in art. 30 der Woningwet, in de
kosten van aankoop van den grond en de uit
voering van het bouwplan.
Goedgekeurd.
(Zie vervolg Hoofdbla^d).
Gevonden voorwerpen.
Zakmes, sleutels, fietspomp, portefeuille vat
J. v. d. Zwan, Etui met schrijfbehoeften vat
E. A. Oort, goud-doublé halskettinkje, para-
pluie, portemoniiaie met inhoud, regenjas mei
2 paar bandschoenen, electrisobe fietslantaarn
exped'itiekruis, portemonuaie (ledig), badmuts,
2 zilverbons, zilveren ketting, lapje met Reis
gereedschap, rozenkrans in étui, zilveren ket
ting met medaillon mot 2 portretten, zilver kin-
d-erarmbandje, lemoen van een wagen, zilvei
dameshorloge met doublé kettinkje, handwagen
halskettinkje met R. K. medaille, lorgnet ie
étui, mantelceintuur, blauwe kiel, doublé lorg
net, damospan talon, beenen halsketting, zwart
lederen damespojtefeuille -met inhoud, dou
blé dasspeld, schilderkwast, doublé damesarm
•bandhorloge (geheel defect), kinderschoentje
stroohoed, bankbiljet van f IQ.-nikkel -bee-
renborloge, gouden broche met steentje, schoo
tasch dub: aard,rijkskundcboekjc, gymn. schoei
(wit), bril in étui, fluweel zakje inh. -breiwerk
goud damesringetje, vulpen „Swan", fietsman
tel, paar bretels, zweep, pakje inh. schort, zil
veren damesarmband, -zilver dameshorloge me
dito. armband, kussen van duo-zitting, wit kin
derkousje, 'blauwe muls, leder damestaschj
met inhoud, handtaschje met inhoud, kralei
kindertaschje inh. schelpen, pakje inh. flanel
zilveren Zeeuwsche manchetknoop, rand' vai
een horloge, paar platvoefzolen, zwempak me
handdoek, koper stempeltje, zilver kinderarm
bandje met aan-hangerlje (klompje), staleo
hondenhalsband, houten, schuitje, 'honden.
Gevonden in de Electrisch
Tram (Sladslijn) Pakje inh. blauwe kiel ei
handdoek, reiszak, melkkan, diverse hand
schoenen, mantelceintuur, beursje met inliouc
zilverbon, zilver armbandje, zilveren speld
mesje, gouden broche.
Gevonden dn het Postkan too
zilverbcn a f 2.50.
Terug te bekomen en inlichtingen te ver
krijgen ten Politiebureele alhier, eiken werk
dag (behalve Donderdag en Vrijdag) tussche
1 en 3 uur namiddags.
den inhoud, de bewoners, enz. enz.
Het was dan ooit bij een zoo'n wage
die ondeTde.elen van een 'koekkraam aai:
-voerde waar ons drietal bleef slaan. Wh
bad onmiddellijk opgemerkt, dat- de?
wagen vier personen herbergde. Volger
zijn beweren twee groote menscben e
twee. kinderen, een jongen en een meisj
De jongen was ongeveer twaalf en bi
meisje veertien jaar. Terwijl de vader c
moeder, zooals Wim veronderstelde, mi
behulp van het meisje bezig waren de
wagen leêg te maken, hield de jongen, d
zeker le lui was om Ie werken, zich bez
met een hond, die, l amel ijk groot, mi
lange krulharen en goedige .oogen, op b<
vél van zijn jonge meester allerlei kut
sten verricblL-e.
De toeschouwers gaven telkens bh,
van hun groote verbazing en bewonderde
niet weinig bet vernuft van dit redeloo:
dier. Tejkens boorde je opmerkigen al
„hoe is ligt mogelijk!" „heb je ooit z<
iels gehoord?" „liebje ooit van mijn l
ven!" .Jioe kan zoo'n beest bet toch le
rein?!" endergelijke. Eindelijk zou h
slotstuk worden vertoond en daarna u
de bond zelf met dc, pet van zijn baas
den bek rondgaan om iets voor zijn mee
ter op te balen.
(Wordt vervolgd).