Tweede Blad. Woensdag 15 Juni 1921. Gevaarlijk gestook. De „Vrijzinnig Democraat" cn „Het vonden in do officieel© ontvangst den Japanschetn kroonprins, aanleiding i daartegenover to stollen de „weinig bo- orlijke behandeling", die de Amerikaau- ie regeering mu de Nederlandscho onder lid inzake Dj-ambi. Ter toelichting wordt da.n op het volgen de aandacht gevestigd: Jlo. do steeds scherpere tegenstelling tus- ien Japan en Amerika; de zieh ontwikkelende tegenstelling schen Engeland en Amerika, mede wat reft de beheorsehing dor wercld-produc- van petroleum, het voornaamste stook- teriaal van de nieuwe oorlogsvloten; io. de aanstaande verlenging van het •elsch-Japanscbe verbond, die in ver- id met het bovenstaande verhoogde on wijzigde beteekonis krijgt; 4o. het vastknoopen van het bezoek van Japanschen kroonprins in ons land aan M0j voorafgaande bezoeken aan Engeland )n( ankrijk en België, dus aan eenage dor n-naamste geallieerde landen, met uit- Tpdering van Amerika; de blijkbare voorkeur die bij de gshiéftak de Nederlandscho regeering Engeland boven Amerika getoond ift; io. de vroegere overeenkomst tusschen derland en Amerika, dat dit laatste land Nederlandsche koloniën zou beschermen en eon eventueelen Japansohen aanval, ke overeenkomst, na de behandeling die lisierika van de Nederlandscho regeering lervond, waarschijnlijk aan waarde zal 3ed iben verloren." zul ^€Z0 &eg°VCins blijkt duidelijk, zegt ;e!»t Volk, wat er zooal aan „het hoogsb raarlijke Djambi-incident'kan vastzit waaraan dan de waarschuwing wordt evoegd, dat de regeeirimg bij het be- k van den Japanschen gaet toch alles vermijden wat strekken kan om de on- in ige verwijdering van Amerika te ver- eden. an )e bedoeling valt te waarde oren. dei laar niet kan worden gewaardeerd op deze wijze het „geschil" tusschen derland en Amerika wordt opgeblazen het wantrouwen in Amerika wordt ver- rkt. Dat is weinig vaderlandslievend en aller net in het. belang van de volksklasse, die ii zegt te dienen. JvERlVINTERING OP SPITSBERGEN. ioals bekend, is er voor de nedorzol- van het. mijnbedrijf, hetwelk van Rot- im uit in den. vorigen zomer te kaap n op Sprtsbergien is gevestigd, een ■erwinterings-afdeoling achtergebleven. Tot deze behoorde de 65-jarige d'okter 1 W. A. Doorenbos uit Den Haag, die lans is teruggekeord en van zijn ervarin- m een en ander heeft medegedeeld, Dr. Doorenbos vertrok 11 Sept. 1920 en ram den 29sten cLa.v., toen liet nog t eral open water was, te AdVent Bay ba' a, vanwaar hij na een tweedaagsch ver- 3 6 naar kaap Boheman ging. Hij vond ja ar de soliede bouten huizen, (magazijnen injiz, welke de Nederlandsche expeditie er Juwd had, en de overwinlerings- jeling, die bestond uit den heer van ifen, die als censlo machinist op de il Cenis deel had uitgemaakt van de jedilie, met 12 man (van wie de Noor- te jager Olsen in October met een Rus- chen ingenieur en twee anderen ver- tnken is, tcngevloge van het omslaan de boot waarmede zij naar buiten ren gegaan). Bovendien was er het be- van mijnonlginning, waaraan de ar- <tens van de .expeditie gewerkt hackten. )en 21 sten October verdween de zon, plaats te maken voor een schemering, half November was overgegaan in het aker, dat drie maanden bleef hegrschen.' durende dien tojd zag men des avonds en achtereen, het Noorderlicht, staande het Zuiden. Na half Januari begon hot er lichter te- worden, totdat op 18 Fe- aari do zon hoven do bergen verscheen, let klimaat kenmerkte zich door zware ïeuwstornaen, die wel eens vier dagen htareen aanhielden. De. temperatuur aide tot 40 graden Celsius en meer onder vrie.gpunt. De heer Doorenbos was Van oordeel, dat Wet Spitsbergsche klimaat met zijn opwekkende, prikkelende koude, zeer ge zond is. De lucht is er natuurlijk zeer zui ver en men moet er alleen voorzichtig zijn. Men went er spoedig zoodanig aan de kou de, dat do mannen bij een temperatuur van 10 graden onder nul dec deuren open hielden, maar wie er zich tegen de hevige koude niet afdoend© beschermt, door de handen te bedekken, het gezicht met vase line in te smoren, do voeten in ©enige sok ken* en kousen en in rend-iorschoenien, to steken, ondervindt daarvan onmiddellijk de gevolgen. Maar overigens heeft de ovcr- winteringsexpeditio tem opzichte van d©n gezondheidstoestand niet to kaïnupom gehad met ziekten die aam den invloed van het klimaat toe fco schrijven zouden zijn ge weest, en ook eenigo andere ziekt© van boteekenis is er niet bij voorgekomen. De beste medicijn tegen alle otvge- wenschto invloeden is ook op Spitsbergen, aldus dr. Doorenbos, de arbeid. De mijn- wemkers arbeiden er iederen dag van 7 tot 'half tien, van 10 lot 1, van 2 tot 4 en van half 5 tot G; soms was dit onmogelijk, doordat de mijn tengevolge van de meiers hooge sneeuw niet to bereiken was. Hij voor wien deze arbeid niet bestemd was, deed er ander werk. De dokter zelf b.v. hakte er dikwijls ijs. De vrije tijd werd doorgebracht met lectuur, met het her- 6lollen van de kleeding. De gramophoon spoelde er een liedje uit de bewoonde we reld en de afzondering daarvan werd mede verbroken door de draadlooze, die zelfs verbinding kreeg met 'het station op Ban doeng, en die de overwinteraars op do hoogte hie.ld van de gebeurtenissen in de wereld der menschen. Bovendien kwamen er meermalen Noordsche jagers medische hulp zoeken. Zij brachten rendiervleescb mee en zij hieven doorgaans een paar da gen. heigeen den mannen een welkome afwisseling bezorgde. Voorts werden er ski-tochten gemaakt, klemmen gezet/waar in witte en blauwe vossen werden gevan gen, en er weird jacht gemaakt op snoeuw- •hoenders. Usbercn heeft men er slechts een paar gezien. Voor het overige ging men vroeg naar bed., zoodait. de tijd steeds met bezigheid gevuld was. Op 8 April ankerde de Noorsche post boot aan den ijsrand. De eerste brieven moesten met ihondiensleden 20 K.M. over het ijs worden gebracht. Den 30sten Mei ging dir. Doorenbos naar Green Harbour, dait tot ver in het jaar open blijft en met ijzeren schepen volgens hem zeker gedurende 6 maanden van bet jaar 1© bereiken is, hetgeen van belang is voor het mijnbedrijf van de Nederlandscho Spitsbergen Compagnie, dat daar thans ge rvestigd wordt. De eerste twee transporten •waren er reeds aangekomen en de arbeid was er in vollen gang. Het ijsschip, de Braganza, bracht den dokter naar Troimsö, op welken tocht het ziich over een afstand van 45 mijl een weg door het pakijs moest hanen, en vervolgens nog met hevige stor men t© kampen had, en van Tromsö keerde dr. Doorenbos over land terug naar het vaderland. De overwintering op Kaap Boheman is dus met succes ten einde gebracht. In spijt van de moderne hulpmiddelen, die een vergelijking mét de vroegere overwinterin gen waaraan menig Hollander ten offer is gevallen, bezwaarlijk maakt, 'had zij toch beteekenis, zeker in moreel opzicht. Debe- Jkende Noorsche Spitsbergen-reiziger Arve Straxrud noemde Kaap Boheman, toen hij van dr. Doorenbos hoorde dat deze daar ging overwinteren, „the most desolate pla ce" van Spitsbergen. De stemming van het kleine aantal overwinteraars heeft er zich uitstekend gehouden, al was bet er in de donkere koude vanzelf niot altijd rozegeur en manesohijn. En zeker is het, -verzekerde ons de opgewekte 65-jarige dokter, die op Centraal Borneo bij een -mijnmaalscliappij 'is geweest, tijdens den oorlog bij de ambu lances in den Balkan en te Parijs in den Pré Catelan gewerkt hoeft, dalt men er zijn menschen voor moet uitzoeken. Kleedt en voedt men geschikte personen goed, wordt er matig geleefd en geregeld gewerkt, dan levert zulk een overwintering op Spitsber gen geen belangrijke bezwaren meer op. Dat daarbij mannen nood'ig zijn van erva ring, en dat het goed is als men er den moed weet in te hóuden en door opge wektheid opkomende stemmingen weet te Verdrijven, spreekt vanzelf. Zoo'n overwintering leert den menseigen, ook, zoo zeide dr. Doorenbos, hoe gelukkig ze toch kunnen zijn in de beschaafde we reld. Al doet die beschaving jo na zoo'n 'tijd wiel eens wat vreemd aan, b.v. als je •al dadelijk te doen krijgt met menschen, die papiertjes met visums e..d. heel ge- wiichting vinden, de terugkeer in de be woonde weredl 'heeft toch groote bekoring en het .is b.v. een eigenaardige bewaarwor ding, als je na zoovele maanden voor heft eerst weer oen vrouwenstem hoort. „N. R. Crt." KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Drietal. To Zeist (vac.-G. van Hoogstra ten): B. Batelaan te Amersfoort, I. Kievit to Lumtorea on G. A. Pott te Oud-Beijerland. Bedankt. Voor Nunen: J. P. Snoep to Ton Boer (Gr.)voor Oudedand: W. A. Dekker te Njieuw-Boijorland. GEREF. KERKEN. T woo tal. Te Nunepoot: Joh, Daan tó Bode» gravon on L. van Loon te Aarlandervoen. Beroepen. Te Opeinde-Nijoga: J. van der Moulcn to Schoonoord; to Niezijl: K. Prins te Wijckel en Balk. CHR. GEREF. KERK. Beroepon. Te Holder: W. Vos te Drach ten. GEREF. GEMEENTE. B o d a n k t. Voor Nieuw-Bei jerland (2e beroe ping): R. Kok te Aagtokerkc. De overgang te Veen. Ds. K(crston) te Ierseke schrijft 'in „De Saambinder", orgaan voor de Gereformeerde Ge meenten in Nederland, over den overgang van sommige gereformeerde kerken naar do gere formeerde gemeenten: „In de Gerei. Gemeenten zijn de kerken vrij gelaten te zingen de oude of de nieuwe berij ming, en krachtens eens gesloten overeenkomst hoop ik de laatste te zijn, een gemeente, die de oude berijming zingt lastig te vallen. Maar even-> min wordt ocne gemeente den ouden rijm opge drongen. Docji ook te Veen vernam ik niets van ©ene voorliefde voor Datbeem Wbet men dat niet eens wrik geschil do broederen van Veen einde jaren met de Classis hadden? Dat ging over de leer, niet over een psalmberijming of blik semafleider, of verzekering. Neen heusch over de loer van verbond cn kerkvan bolijdenis en avond maal. Noem die Voensche menschen ziekelijk! Bestwij Goref. Gemeenten, zullen ook wel verre bij U kerngezonde Gerei, kerken ten achter staan Maar Veon was tot kort geleden een Goref. kerk. En br. S. werd Goref. genoeg geacht, bij horiia- ling van de riaseis ter Synode afgevaardigd te worden. Laait ons den strijd zakelijk kampen; en zij wat geschiedde en den Geref. kerken en ons tot leering en spore hot ons aan steeds meer geten deerd te worden in die oude Waarheid, die niot alleen voorwerpriijk, noch enkel ondorwerpclijk is, maar die Jezus Christus predikt aan on in den mensch". Protest-beweging. Dr. P. J. Kramsigt wil, naar hij in het week blad „Do Gereformeerde Kerk" meedeelt, om streeks 15 Juli bijeenkomsten laten beleggen als protest togon hot processie- voor- stol, opdat, naar hij zegt „heel ons Christen volk zich iii ootmoedig gebed voor God (moge) veroenigen in huis en kerk, opdat dit groote kwaad en deze echandö nog van onze natie go- weord moge worden." Hij rtelt daarbij de volgende motie voor: „Do samenkomst, bijeen in de Ned. Hear, kerk to den 15den Juli 1921, mot ontroe ring kennis genomen hebbende van het voorstel cm openbare processies too te staan in gansch Nederland. sproobt als hare overtuiging uit, dat het de -coping dor overheid is als Clods dienareeso op te komen voor de verheerlijking van Gods Naam en derhalve de afgoderij te weren uit hot open bare levendat dus openbare proccssio, waanned© de aanbidding van de hostie- en beeldenvereering (in 6trijd met Ex. 20: 2—6) gepaard gaan, niet behooren te worden toegelaten; dat bovendien bedoeld voorstel is een verloochening van hot Protcstantsch karakter der natie, aangezien door de processie een Roomsch cachet zou worden •gedrukt op het openbare leven. besluit hiervan kennis te geven aan het Mi nisterie en aan de Staten-GeneraaL" Onderwijzers-salarissen. Twee hoofdbestuursleden van de federatie van R. K. bijzondere onderwijzers hebben een onder houd mot don Minister van Onderwijs gehad. Het Centrum deelt daarover het volgende mode: De Minister zeide wri iets te voelen voor de wegneming van het verschil tusschen do salaris sen der gehuwde hulpactebezitters en der toe komstig© onderwijzeressen. Hij wees evenwel op den zorgwekkenden toestand dor schatkist doch walde de kosten van een wijziging van de salaris- regeling en de mogelijkheid-er van doen onder- zooken. Do uitbetaling van de salarissen voor lessen na schooltijd gedurende "1919 zal spoedig volgen. Wat do bezoldiging van handwerklessen na .schooltijd betreft, verklaarde de Minister, op hot standpunt te staan, dat nuttigo handwerken onder schoolijd gegeven moeten wonden. Is de school gemengd, dan zouden d© jongens slojd kunnen krijgen. Van aparte belooning van lessen na schooltijd verklaarde de Minister zich tegenstan der. Lichtgeraaktheid in school. In de Mei-aflievoring der „Revue pédagogique" komt over bovenstaand onderwerp het volgende artikeltje voor: „Bijna alle inspecteurs bij hot onderwijs nemoD als stelregel aan, om goon op- en aanmerkingen op hot opvoedkundig bedrid dor leerkrachten te maken tijdens de lee. Hierdoor komt de inspec teur soms voor feiten te staandio hij moeilijk kan ovoreenbrengen mot zijn geweten. Als hij iots hoort onderrichtten, wat noot geheel juist is, moot hij dan zwijgen en1 het verkeerde in den kindergeest 'opgenomen, bevestigen door zijn stal* zwijgen? Of imoot hij 6preken on afbreuk doen aan hot gezag van den meester voor de kinderen? Er aijn weinig onderwijzers, die het eens zijn met de tweede oplossing, die niet verwachten, dat de inspecteur zijn waarheidlsiofdo opofferen zal aan hun eigenliefde. Maar zijn er veol onderwijzers, die de erigen- lief do van hot kind eorbïedigcn? Velen zeggen hardop, als de inspecteur er is: „Dat is oen ach terlijke leerling"; „Deze is abnormaal"; „Hij is do slechtste van do klas"; „Met dien jongen valt niets te beginnen"; „Hij heeft een horde kop" enz. Ongeveer alsof do dokter van een hos pitaal, voor de leerlingen aan zijn kliniek, maar ook voor de patiënten, zou verklaren: „Hier hebben wij een mooi bacillengeval"„Dit is oen ernstige prognose", „een noodlottig uit einde" of genoegelijk de verschillende phasen va ndo riekte zou opsommen, on een voorspelling uiten, die ©ven schitterend en eenvoudig als on- zekor is. Denkt men dan, dat onze leerlingen doof rijn? Dat do intelligenfsten het vonni3, dat over hen gevold wordt, niet begrijpen? Is dat niet uiterst geschikt, om hen te ontmoedigen? om hen er van te overtuigen, dat elke poging nutteloos is? En, zelfs als men van meening is, dat rij streng moe ten aangepakt worden, denkt men dan weikolijk, dat hot mcnscholijk is om hen te vernederen in de oogen van hun medeleerlingen, om de arme stumperde, tot wior opvoeding ^men zich geroepen gevoelt, geestelijk zoo te doen lijden? „Het is een onaangenaam gehoor" zegt het tijdschrift, „om onderwijzers, en het zijn niet altijd de slechtsten onder hen, zonder medelijden oen diagnose to hooron stellen of een voorspol- lmg to liooren uiten hun leerlingen botreffende. Wij zijn opvoeders maar geen dragonders." Prov. Staten van Zuid-Holland. Behalve het reeds -medegedeelde komen in de Zomerzrtting van de Staten dezer Pro vincie nog de volgende punten aan de orde: Een ontwerp-besluit inzake leges voor jachtakten is ingediend, -met voorstel om met ingang van het jachtseizoen 1922— 1923 v-oor de afgifte van cene jachtakte, uitgegeven overeenkomstig de bepalingen der Jachtwet te heffen een bedrag, gelijk staande met het 1/5 deel van. de ingevolge die wet aan het Rijk verschuldigde som. Gedeputeerde Staten stellen voor: le. aan vereenigingen en Stichtingen, welke zekerheid geven van een goed beheer en van eone naar medische inzichten, goede behandeling en verpleging van tuberculose lijders, naar gelang van en in verhouding tot de behoefte aan verpleging van Zuid- HoUandsche o-n- of minvermogende patiën ten vergoeding van de rente, door do Pro vincie verschuldigd en aflossing binnen 50 jaren, onder voorwaarden tot verzekering van een -goed beheer, nader vast te stellen sommen voor te schieten tot oprichting of uitbreiding van sanatoria of herstellings oorden voor tuberculoselijders, mits- deze voor de verpleging van Zuid-Hollandsche patiënten gunstig gelegen zijn 2e. zich borg te stellen voor de betaling van rente on aflossing van voorschotten door of vanwege het Rijk door Vereeni gingen of Stichtingen als sub le. bedoeld verstrekt. Voorgesteld wordt over 1920, 1921 en 1922 aan vereenigingen of 'instellingen voor verpleging van kinderen in herstellings oorden en vacantiekoloöios, welke niet in het genot van Rijkssubsidie zijn, subsidiön te vcrleenen naar den maatstaf van 'het des betreffende Statenbesluit van 21 December 1920. Nog wordt voorgesteld bet Reglement, op de wogen en voetpaden in de provincie Zuid-Holland aan tovullen met de volgende bepaling: „Heggen, bak- en kreupelhout op wegen moeten op bevel van Gedeputeerde- Staten binnen} een door hen te bepalen termijn door den eigenaar worden opgeruimd, wan neer zulks voor de veiligheid van het ver keer over den weg door genoemd college wordt noodig geoordeeld. Een aantal voorstellen zijn nog diend tot wijziging van bijzondere reglementen. Lanc- en Tuinbouw. FEUILLETON Eindelijk thuis. i) En toch had hij mot do onzinnige inconsó- entie, onze eeuw eigen, zijn zegel gehecht it de bewering, dat do bijbel onbetrouw- ar was, terwijl hij er op zijn beet hier en ar en zonder er veel bij te denken, een ar bladzijden in gelezen en nooit of te mmer de middelen aangegrepen had, ta/rdoor God beloofd heeft, hen, die naar tarheid zoeken, te verlichten. En daar hij Bt blindheid geslagen was, zag hij niet in. ongerijmd, hoe vreoselijk dwaas bij adelde. Hij dacht dat hij oprecht wast j begeerde Sadie niet af te brengen van de okbeelden, waarin zij was opgevoed en dijk de moeste sceptische naturen was hij trotsch op, dat. hij zijn eigen bijzondere nchten vpor zich hield, hoewel ik voor ij dat altijd beschouwd hob of als zelf- of als de grootste inconsequentie, men bedoelt dan toch van tweeën of: „Mijn geloof i6 iets, dat mij alleen ebehoort en ik wil het met geen ander telen" of: „Ik schaam mij er voor, dat - ten scepticus ben en ik zal het zooveel ogalijk voor mij houden." Maar laat dat i'l zooals hot wil, Dr. Denudes was niet temin oprecht-, toen hij zich voornam geen afbreuk to doen aan Sadie's godsdienstige overtuiging en toch deed hij er voortdurend afbreuk aan in de dagen, die nu volgden. Zij waren veel in elkanders gezelschap en het onderwerp, dat hij wilde vermijden, drong altoos weder op den voorgrond. Bei den waren or zoo zeer op uit om op alle dwaze, inconsequente en onchristelijke woorden en daden te letten en er was in dat opzicht helaas! zooveel op te merken dat zij met snelle schreden voorttradon op don breeden weg. Nu rest ons nog Dr. Van Anden, die een bezwaard hart in zieh omdroeg. Hij gevoel de maar al te goed, dat hij voor zijai plicht was terug gedeinsd en. dat hij zich verscho len 'had achter de ellendigste van alle ver ontschuldigingen. Wat zullen de menschen ervan zeggen? Zoo Dr. Douglas eiken anderen titel dan dien van dokter voor zijn naam genoemd had, dan zou hij zonder aarzelen Mevrouw Ried voor hem gewaar schuwd hebben, maar h«e kon hij het. ver dragen van jaloerechheid verdacht te wor den. Toen hij zijn verkeerdheid weer goed wilde maken door Sadie te waarschuwen, ervoer hij, wat zoo menig armzalig Chris ten vor hem heeft ervaren', dat zijn offer te laat cn dus te vergeefs gebracht was. Dan was er nog iets er was veol waars in het(«op.n Dy. Douglas gezegd had, maar hij vergiste zich schromelijk, toen hij Dr Van Anden oen huichelaar noemde. Jaren geleden waren zij met elkander in botsing gekomon. De grootste schuld lag bij Dr. Douglas, maar welk mensch, dat Christus nog niet tot zijn Helper gekozen hoeft, zou dat ooit aan zich zeiven willen bekennen.? Maar aan don anderen kant was ook gezon digd er waren harde, driftige woorden gesproken woorden die nog nawerkten na menig, menig jaar. Dr Van Anden had nooit gezegd: „het. spijt mij, dat ik zoo gesproken heb." Hij had zich zelf wijs ge maakt dat hij zich niot onnoodig behoefde te vernederen voor den man, die hem zoo gro o lelijks verongelijkt 'had. Maar om on zen dokter de oer te geven-, die hem toe komt, moet gezegd worden, dat de wond mettertijd geheeld was; het was goon per soonlijke vijandschap, die hem genoopt had Sadie to waarschuwen en hij had er niet het minGte idee van hoeveel kwaad hij aange richt had in het nog niet. door Christus ge heiligde hart. En toen hij dien avond de knie boog, was het. om een ernstig gebed op to zenden voor de bekcermg vaai Sadie en Dr. Douglas. Zoo leefden deze drie per sonen onder hetzelfde dak ieder hun eigen leven, zonder te weten, wat daarvan het ge volg zou zijn. HOOFDSTUK XIII. Dc wonderlijke Christin. „Abbie", zeide Esther, terwijl zij van voor een open koffer omkeerde en een hoop kraagjes on manchetten op den grond liet vallen, geheel vervuld als zij was van hoh goon zij zeggen wilde, „weet je wel, dat ik nog nooit zoo'n vreemd meisje ontmoet heb als jij bent. „Neon, dat wist ik heusch niet", ant woordde Abbie vroolijk. „Als hot een aar dige „vreemdheid" is, dan moet je er mij meer van vertellen, want ik ben graag aar dig, o, zoo graag." „Ja, maa-r ik meen hel, in ernst, Abbie, jo Ixmt housch vreemd. Zelfs déze kraagjes de- don mij er aan denken. 0, lieve tijd, daar liggen ze allemaal op den grond. En zij bukte zich om de gladde, glimmende dames- artikelen op tc rapen. Abbie, dio juist bezig was een stuk holle kant in oen jabot te herscheppen, kwam nu bij haar zitten. „Laten wij maar eens een oogonblikje over mij praten", zeide zij ern stig. „En vertel mij dan asjeblieft-, Esther, wat je met „vreemd" bedeelt." „Weet je wel, dat ik dat woond zoo dik wijle op mezelf heb hooron toepassen, dat ik 6ome oen gevoel heb alsof ik akelig veel van andere meiuThen verschil. Jo kunt- mo Centrale Raad voor het bloembolienbedrijf. H©t- „Kweekorsblad" geeft een uiteenzesfc- ting van de plannen vaai boveofgenoenadem Centiralen Raad. Omtrent liet ontstaan van. den Raad wondt o.m. gezegd, dat de opeenvolgend® -pogingen, van. verschillende zijden in het werk gesteld, om de levens vatbaarheid va» liet bloembollen-bedrijf in zijn geheeJen om vang -te verhoogen, tot dusver geen prac- tische uitkomsten gehad hebbem- Of de oplossing op den duur gezocht moet worden in onderlinge pa-ijs- en productae-regeHng, ofwel in krachtige bevordering en vermeer dering van omzet door onpersoonlijke pro paganda en reclame, vóór alles is noodig, dat het vak beschikke over een zoodanig® organisatie, dat terstond die maatregelen worden uitgevoerd, die op een bepaald oogenblik -noodig worden geoordeeld. De bestaande vereenigingen hebben op ha-ar gebied voortreffelijk werk verricht, doch veel is achterwege moeten blijven» omdat men niet over de aoodige -krachten beschikte, terwijl voorzeker meer tot stand had -bunnen komen, indien een betere on- dcrLinge samenwerking tusschen de drie vereenigingen had bestaan. De afgeloopen jaren hebben bewezen, dat een hechte sa menwerking tusschen kweeker en expor teur noodig is, wil men met eenige maatre gel succes hebben. Teeltregeling, prijszetting, handeLsvoor- waarden tegenover den buitenlandschen af nemer, geen dezer maatregelen, hoe goed zij in zichzelve mogen zijn, kan doorge voerd worden, wanneer niet het geheel® vak zijn steun geeft-. De praotijk beeft met zekerheid aangetoond dat, zonder dezoa steun er niets -te bereiken valt. Dat die samenwerking in de naaste toe komst onontbeerlijk znl zijn wil men dea algemeenen vakfcoestand niet nog meer zien achteruit gaan, wordt thans wel alge meen in vakkringen erkend. Om die samenwerking nu zoo vrucht baar mogelijk te doen zijn, is het denk beeld gerezen, een Centralen Bloembol len-raad uit de drie vereenigingen te vor men, welk lichaam in -den vorm eener rechtspersoonlijkheid -bezittende vereeni- ging het- beste zou kunnen worden gegoten. De Centrale Bloembollenraad is gedacht als een vereenigi-ng, waarvan deden zijn de drie bestaande vereenigLngen. Haeruft volgt, dat de bestaande organisaties in tact blijven. De drie vereenigingen hebben ieder haar terreinen va-n werkzaamheden, waarop nog voldoende arbeid gepresteerd kan wot den. Eén organisatie va-n kwee kers en expo-rtenrs, die alle belangen om vat, zal wellicht bezwaarlijk blijken, om dat -bij alle gemeenschap van belangen op zekere puniten een gezonde strijd van be langen zal blijven bestaan, die beter be hartigd worden in ©ene afzonderlijke ver- eeniging. Het bestuur bestaat uit zes kweekers en C exporteurs, benevens een voorzitter, ter zijde gestaan door een secretaris en ver dere ambtenaren. De secretarissen der drie vereenigingen, de R ijkstuiubouwconsulen-t van de bloem bollenstreek, de Phybopatholoog van de Bloembollenstreek, zijn als zoodanig ad- viseerende leden van het bestuur en wor den voor allo vergaderingen opgeroepen. Het bestuur is bevoegd, verdere advi- seerende leden te benoemen, terwijl de Raad zich verder zal laten bijstaan door Commissies van Advies, samengesteld en gekozen uit de leden der drae vereeni gingen. De Centrale Raad ontwerpt besluiten, biedt deze aan de drie vereenigingen aan, naar gelang het een puut betreft, dat door de vereeniging wordt behartigd. Deze is verplicht het- .ontwerp in een vergadering ter sprake te brengen (desnoods binnen een door den Raad te bepalen -termijn), maar heeft- het recht het voorgestelde be sluit af te wijzen, aan te nemen, of met wij zigingen aan den Raad -terug te zenden. De Raad neemt dus geen .besluiten die de vereeniging of de leden individueel bin den, maar ontwerpt en et-elt voor. De zelf standigheid der vereeniging blijft derhalve gewaarborgd cn ieder lid behoudt'het recht zijn oordeel over een voorgestelden maatre gel te zeggen en zijn stem er al of niet aan te geven. Vorder zal de Raad die maatregelen tor hand -nemen en -ten uitvoer -brengen waar van de noodzakelijkheid voldoende geble ken is, zooals bijv. verzameling van gege vens, ter beoordeéling van den toestand van hot vak, bevordering van wetenschap pelijk onderzoek, optreding bij do regee ring namens het geheel© bloembollen vak^ dat nu eens 'mooi uitleggen." Esther lachte evon en antwoordde toen: Jo noemt de zaak zoo ernstig op, ik bedoel de niets kwaads." 1 „O, maar zoo kom je er niet af, Esther, je moet. er me nu eens alles van vertellen. Moeder hoeft die opmerking al zoo vaak go- maakt, maar er was dan altijd sprake van mjjn godsdienstige inzichten en zooal6 je weet is moeder geen Christin. Daarom dacht ik toen, dat haar wel eens iet® vreemd kon voorkomen, wat aan een andor bijv. san jou heel gewoon zou toeschijnen Maar sedert- je hier bont, heb je al zoo vaak jo verwondering over mij uitgesproken an nog vaker las ik dio op je gezicht, tot vandaag zelfs mijn stijf gestreken kraagje® en manchetten, waar t-ooh niets op aan te merken is, jo verwondering wekten. Vertel mc dus asjeblieft eens of ik mkschion ia een krankzinnigengesticht thuis hoor ia plaats van toebereidselen te maken voot een Europeeeohe rei6." En hoewel Esther lachen mooet om het tegelijk roeronde on komische in Abbie'® t oon, to dh was er iets in dio woorden, dat haar verlegen maakte. Zij streed een kor ten strijd on toen kwam zij rond en eerlijk mot haar moenimg voor den dag. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 5