Tweede Blad.
Woensdag 15 Juni 1921.
Gevaarlijk gestook.
De „Vrijzinnig Democraat" cn „Het
vonden in do officieel© ontvangst
den Japanschetn kroonprins, aanleiding
i daartegenover to stollen de „weinig bo-
orlijke behandeling", die de Amerikaau-
ie regeering mu de Nederlandscho onder
lid inzake Dj-ambi.
Ter toelichting wordt da.n op het volgen
de aandacht gevestigd:
Jlo. do steeds scherpere tegenstelling tus-
ien Japan en Amerika;
de zieh ontwikkelende tegenstelling
schen Engeland en Amerika, mede wat
reft de beheorsehing dor wercld-produc-
van petroleum, het voornaamste stook-
teriaal van de nieuwe oorlogsvloten;
io. de aanstaande verlenging van het
•elsch-Japanscbe verbond, die in ver-
id met het bovenstaande verhoogde on
wijzigde beteekonis krijgt;
4o. het vastknoopen van het bezoek van
Japanschen kroonprins in ons land aan
M0j voorafgaande bezoeken aan Engeland
)n( ankrijk en België, dus aan eenage dor
n-naamste geallieerde landen, met uit-
Tpdering van Amerika;
de blijkbare voorkeur die bij de
gshiéftak de Nederlandscho regeering
Engeland boven Amerika getoond
ift;
io. de vroegere overeenkomst tusschen
derland en Amerika, dat dit laatste land
Nederlandsche koloniën zou beschermen
en eon eventueelen Japansohen aanval,
ke overeenkomst, na de behandeling die
lisierika van de Nederlandscho regeering
lervond, waarschijnlijk aan waarde zal
3ed iben verloren."
zul ^€Z0 &eg°VCins blijkt duidelijk, zegt
;e!»t Volk, wat er zooal aan „het hoogsb
raarlijke Djambi-incident'kan vastzit
waaraan dan de waarschuwing wordt
evoegd, dat de regeeirimg bij het be-
k van den Japanschen gaet toch alles
vermijden wat strekken kan om de on-
in ige verwijdering van Amerika te ver-
eden.
an )e bedoeling valt te waarde oren.
dei laar niet kan worden gewaardeerd
op deze wijze het „geschil" tusschen
derland en Amerika wordt opgeblazen
het wantrouwen in Amerika wordt ver-
rkt.
Dat is weinig vaderlandslievend en aller
net in het. belang van de volksklasse, die
ii zegt te dienen.
JvERlVINTERING OP SPITSBERGEN.
ioals bekend, is er voor de nedorzol-
van het. mijnbedrijf, hetwelk van Rot-
im uit in den. vorigen zomer te kaap
n op Sprtsbergien is gevestigd, een
■erwinterings-afdeoling achtergebleven.
Tot deze behoorde de 65-jarige d'okter
1 W. A. Doorenbos uit Den Haag, die
lans is teruggekeord en van zijn ervarin-
m een en ander heeft medegedeeld,
Dr. Doorenbos vertrok 11 Sept. 1920 en
ram den 29sten cLa.v., toen liet nog
t eral open water was, te AdVent Bay
ba' a, vanwaar hij na een tweedaagsch ver-
3 6 naar kaap Boheman ging. Hij vond
ja ar de soliede bouten huizen, (magazijnen
injiz, welke de Nederlandsche expeditie er
Juwd had, en de overwinlerings-
jeling, die bestond uit den heer van
ifen, die als censlo machinist op de
il Cenis deel had uitgemaakt van de
jedilie, met 12 man (van wie de Noor-
te jager Olsen in October met een Rus-
chen ingenieur en twee anderen ver-
tnken is, tcngevloge van het omslaan
de boot waarmede zij naar buiten
ren gegaan). Bovendien was er het be-
van mijnonlginning, waaraan de ar-
<tens van de .expeditie gewerkt hackten.
)en 21 sten October verdween de zon,
plaats te maken voor een schemering,
half November was overgegaan in het
aker, dat drie maanden bleef hegrschen.'
durende dien tojd zag men des avonds
en achtereen, het Noorderlicht, staande
het Zuiden. Na half Januari begon hot
er lichter te- worden, totdat op 18 Fe-
aari do zon hoven do bergen verscheen,
let klimaat kenmerkte zich door zware
ïeuwstornaen, die wel eens vier dagen
htareen aanhielden. De. temperatuur
aide tot 40 graden Celsius en meer onder
vrie.gpunt.
De heer Doorenbos was Van oordeel,
dat Wet Spitsbergsche klimaat met zijn
opwekkende, prikkelende koude, zeer ge
zond is. De lucht is er natuurlijk zeer zui
ver en men moet er alleen voorzichtig zijn.
Men went er spoedig zoodanig aan de kou
de, dat do mannen bij een temperatuur
van 10 graden onder nul dec deuren open
hielden, maar wie er zich tegen de hevige
koude niet afdoend© beschermt, door de
handen te bedekken, het gezicht met vase
line in te smoren, do voeten in ©enige sok
ken* en kousen en in rend-iorschoenien, to
steken, ondervindt daarvan onmiddellijk
de gevolgen. Maar overigens heeft de ovcr-
winteringsexpeditio tem opzichte van d©n
gezondheidstoestand niet to kaïnupom gehad
met ziekten die aam den invloed van het
klimaat toe fco schrijven zouden zijn ge
weest, en ook eenigo andere ziekt© van
boteekenis is er niet bij voorgekomen.
De beste medicijn tegen alle otvge-
wenschto invloeden is ook op Spitsbergen,
aldus dr. Doorenbos, de arbeid. De mijn-
wemkers arbeiden er iederen dag van 7
tot 'half tien, van 10 lot 1, van 2 tot 4 en
van half 5 tot G; soms was dit onmogelijk,
doordat de mijn tengevolge van de meiers
hooge sneeuw niet to bereiken was. Hij
voor wien deze arbeid niet bestemd was,
deed er ander werk. De dokter zelf b.v.
hakte er dikwijls ijs. De vrije tijd werd
doorgebracht met lectuur, met het her-
6lollen van de kleeding. De gramophoon
spoelde er een liedje uit de bewoonde we
reld en de afzondering daarvan werd mede
verbroken door de draadlooze, die zelfs
verbinding kreeg met 'het station op Ban
doeng, en die de overwinteraars op do
hoogte hie.ld van de gebeurtenissen in de
wereld der menschen. Bovendien kwamen
er meermalen Noordsche jagers medische
hulp zoeken. Zij brachten rendiervleescb
mee en zij hieven doorgaans een paar da
gen. heigeen den mannen een welkome
afwisseling bezorgde. Voorts werden er
ski-tochten gemaakt, klemmen gezet/waar
in witte en blauwe vossen werden gevan
gen, en er weird jacht gemaakt op snoeuw-
•hoenders. Usbercn heeft men er slechts
een paar gezien. Voor het overige ging
men vroeg naar bed., zoodait. de tijd steeds
met bezigheid gevuld was.
Op 8 April ankerde de Noorsche post
boot aan den ijsrand. De eerste brieven
moesten met ihondiensleden 20 K.M. over
het ijs worden gebracht.
Den 30sten Mei ging dir. Doorenbos naar
Green Harbour, dait tot ver in het jaar
open blijft en met ijzeren schepen volgens
hem zeker gedurende 6 maanden van bet
jaar 1© bereiken is, hetgeen van belang is
voor het mijnbedrijf van de Nederlandscho
Spitsbergen Compagnie, dat daar thans ge
rvestigd wordt. De eerste twee transporten
•waren er reeds aangekomen en de arbeid
was er in vollen gang. Het ijsschip, de
Braganza, bracht den dokter naar Troimsö,
op welken tocht het ziich over een afstand
van 45 mijl een weg door het pakijs moest
hanen, en vervolgens nog met hevige stor
men t© kampen had, en van Tromsö keerde
dr. Doorenbos over land terug naar het
vaderland.
De overwintering op Kaap Boheman is
dus met succes ten einde gebracht. In spijt
van de moderne hulpmiddelen, die een
vergelijking mét de vroegere overwinterin
gen waaraan menig Hollander ten offer
is gevallen, bezwaarlijk maakt, 'had zij toch
beteekenis, zeker in moreel opzicht. Debe-
Jkende Noorsche Spitsbergen-reiziger Arve
Straxrud noemde Kaap Boheman, toen hij
van dr. Doorenbos hoorde dat deze daar
ging overwinteren, „the most desolate pla
ce" van Spitsbergen. De stemming van het
kleine aantal overwinteraars heeft er zich
uitstekend gehouden, al was bet er in de
donkere koude vanzelf niot altijd rozegeur
en manesohijn. En zeker is het, -verzekerde
ons de opgewekte 65-jarige dokter, die op
Centraal Borneo bij een -mijnmaalscliappij
'is geweest, tijdens den oorlog bij de ambu
lances in den Balkan en te Parijs in den
Pré Catelan gewerkt hoeft, dalt men er zijn
menschen voor moet uitzoeken. Kleedt en
voedt men geschikte personen goed, wordt
er matig geleefd en geregeld gewerkt, dan
levert zulk een overwintering op Spitsber
gen geen belangrijke bezwaren meer op.
Dat daarbij mannen nood'ig zijn van erva
ring, en dat het goed is als men er den
moed weet in te hóuden en door opge
wektheid opkomende stemmingen weet te
Verdrijven, spreekt vanzelf.
Zoo'n overwintering leert den menseigen,
ook, zoo zeide dr. Doorenbos, hoe gelukkig
ze toch kunnen zijn in de beschaafde we
reld. Al doet die beschaving jo na zoo'n
'tijd wiel eens wat vreemd aan, b.v. als je
•al dadelijk te doen krijgt met menschen,
die papiertjes met visums e..d. heel ge-
wiichting vinden, de terugkeer in de be
woonde weredl 'heeft toch groote bekoring
en het .is b.v. een eigenaardige bewaarwor
ding, als je na zoovele maanden voor heft
eerst weer oen vrouwenstem hoort.
„N. R. Crt."
KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Drietal. To Zeist (vac.-G. van Hoogstra
ten): B. Batelaan te Amersfoort, I. Kievit to
Lumtorea on G. A. Pott te Oud-Beijerland.
Bedankt. Voor Nunen: J. P. Snoep to Ton
Boer (Gr.)voor Oudedand: W. A. Dekker te
Njieuw-Boijorland.
GEREF. KERKEN.
T woo tal. Te Nunepoot: Joh, Daan tó Bode»
gravon on L. van Loon te Aarlandervoen.
Beroepen. Te Opeinde-Nijoga: J. van der
Moulcn to Schoonoord; to Niezijl: K. Prins te
Wijckel en Balk.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepon. Te Holder: W. Vos te Drach
ten.
GEREF. GEMEENTE.
B o d a n k t. Voor Nieuw-Bei jerland (2e beroe
ping): R. Kok te Aagtokerkc.
De overgang te Veen.
Ds. K(crston) te Ierseke schrijft 'in „De
Saambinder", orgaan voor de Gereformeerde Ge
meenten in Nederland, over den overgang
van sommige gereformeerde kerken naar do gere
formeerde gemeenten:
„In de Gerei. Gemeenten zijn de kerken vrij
gelaten te zingen de oude of de nieuwe berij
ming, en krachtens eens gesloten overeenkomst
hoop ik de laatste te zijn, een gemeente, die de
oude berijming zingt lastig te vallen. Maar even->
min wordt ocne gemeente den ouden rijm opge
drongen. Docji ook te Veen vernam ik niets van
©ene voorliefde voor Datbeem Wbet men dat
niet eens wrik geschil do broederen van Veen
einde jaren met de Classis hadden? Dat ging over
de leer, niet over een psalmberijming of blik
semafleider, of verzekering. Neen heusch over de
loer van verbond cn kerkvan bolijdenis en avond
maal. Noem die Voensche menschen ziekelijk!
Bestwij Goref. Gemeenten, zullen ook wel verre
bij U kerngezonde Gerei, kerken ten achter staan
Maar Veon was tot kort geleden een Goref. kerk.
En br. S. werd Goref. genoeg geacht, bij horiia-
ling van de riaseis ter Synode afgevaardigd te
worden.
Laait ons den strijd zakelijk kampen; en zij
wat geschiedde en den Geref. kerken en ons tot
leering en spore hot ons aan steeds meer geten
deerd te worden in die oude Waarheid, die niot
alleen voorwerpriijk, noch enkel ondorwerpclijk is,
maar die Jezus Christus predikt aan on in den
mensch".
Protest-beweging.
Dr. P. J. Kramsigt wil, naar hij in het week
blad „Do Gereformeerde Kerk" meedeelt, om
streeks 15 Juli bijeenkomsten laten beleggen als
protest togon hot processie- voor-
stol, opdat, naar hij zegt „heel ons Christen
volk zich iii ootmoedig gebed voor God (moge)
veroenigen in huis en kerk, opdat dit groote
kwaad en deze echandö nog van onze natie go-
weord moge worden."
Hij rtelt daarbij de volgende motie voor:
„Do samenkomst, bijeen in de Ned. Hear, kerk
to den 15den Juli 1921, mot ontroe
ring kennis genomen hebbende van het voorstel
cm openbare processies too te staan in gansch
Nederland.
sproobt als hare overtuiging uit, dat het de
-coping dor overheid is als Clods dienareeso op
te komen voor de verheerlijking van Gods Naam
en derhalve de afgoderij te weren uit hot open
bare levendat dus openbare proccssio, waanned©
de aanbidding van de hostie- en beeldenvereering
(in 6trijd met Ex. 20: 2—6) gepaard gaan, niet
behooren te worden toegelaten; dat bovendien
bedoeld voorstel is een verloochening van hot
Protcstantsch karakter der natie, aangezien door
de processie een Roomsch cachet zou worden
•gedrukt op het openbare leven.
besluit hiervan kennis te geven aan het Mi
nisterie en aan de Staten-GeneraaL"
Onderwijzers-salarissen.
Twee hoofdbestuursleden van de federatie van
R. K. bijzondere onderwijzers hebben een onder
houd mot don Minister van Onderwijs gehad. Het
Centrum deelt daarover het volgende mode:
De Minister zeide wri iets te voelen voor de
wegneming van het verschil tusschen do salaris
sen der gehuwde hulpactebezitters en der toe
komstig© onderwijzeressen. Hij wees evenwel op
den zorgwekkenden toestand dor schatkist doch
walde de kosten van een wijziging van de salaris-
regeling en de mogelijkheid-er van doen onder-
zooken.
Do uitbetaling van de salarissen voor lessen
na schooltijd gedurende "1919 zal spoedig volgen.
Wat do bezoldiging van handwerklessen na
.schooltijd betreft, verklaarde de Minister, op hot
standpunt te staan, dat nuttigo handwerken onder
schoolijd gegeven moeten wonden. Is de school
gemengd, dan zouden d© jongens slojd kunnen
krijgen. Van aparte belooning van lessen na
schooltijd verklaarde de Minister zich tegenstan
der.
Lichtgeraaktheid in school.
In de Mei-aflievoring der „Revue pédagogique"
komt over bovenstaand onderwerp het volgende
artikeltje voor:
„Bijna alle inspecteurs bij hot onderwijs nemoD
als stelregel aan, om goon op- en aanmerkingen
op hot opvoedkundig bedrid dor leerkrachten te
maken tijdens de lee. Hierdoor komt de inspec
teur soms voor feiten te staandio hij moeilijk
kan ovoreenbrengen mot zijn geweten. Als hij
iots hoort onderrichtten, wat noot geheel juist
is, moot hij dan zwijgen en1 het verkeerde in den
kindergeest 'opgenomen, bevestigen door zijn stal*
zwijgen? Of imoot hij 6preken on afbreuk doen
aan hot gezag van den meester voor de kinderen?
Er aijn weinig onderwijzers, die het eens zijn
met de tweede oplossing, die niet verwachten,
dat de inspecteur zijn waarheidlsiofdo opofferen
zal aan hun eigenliefde.
Maar zijn er veol onderwijzers, die de erigen-
lief do van hot kind eorbïedigcn? Velen zeggen
hardop, als de inspecteur er is: „Dat is oen ach
terlijke leerling"; „Deze is abnormaal"; „Hij
is do slechtste van do klas"; „Met dien jongen
valt niets te beginnen"; „Hij heeft een horde
kop" enz. Ongeveer alsof do dokter van een hos
pitaal, voor de leerlingen aan zijn kliniek,
maar ook voor de patiënten, zou verklaren:
„Hier hebben wij een mooi bacillengeval"„Dit
is oen ernstige prognose", „een noodlottig uit
einde" of genoegelijk de verschillende phasen
va ndo riekte zou opsommen, on een voorspelling
uiten, die ©ven schitterend en eenvoudig als on-
zekor is.
Denkt men dan, dat onze leerlingen doof rijn?
Dat do intelligenfsten het vonni3, dat over hen
gevold wordt, niet begrijpen? Is dat niet uiterst
geschikt, om hen te ontmoedigen? om hen er van
te overtuigen, dat elke poging nutteloos is? En,
zelfs als men van meening is, dat rij streng moe
ten aangepakt worden, denkt men dan weikolijk,
dat hot mcnscholijk is om hen te vernederen in
de oogen van hun medeleerlingen, om de arme
stumperde, tot wior opvoeding ^men zich geroepen
gevoelt, geestelijk zoo te doen lijden?
„Het is een onaangenaam gehoor" zegt het
tijdschrift, „om onderwijzers, en het zijn niet
altijd de slechtsten onder hen, zonder medelijden
oen diagnose to hooron stellen of een voorspol-
lmg to liooren uiten hun leerlingen botreffende.
Wij zijn opvoeders maar geen dragonders."
Prov. Staten van Zuid-Holland.
Behalve het reeds -medegedeelde komen in
de Zomerzrtting van de Staten dezer Pro
vincie nog de volgende punten aan de
orde:
Een ontwerp-besluit inzake leges voor
jachtakten is ingediend, -met voorstel om
met ingang van het jachtseizoen 1922—
1923 v-oor de afgifte van cene jachtakte,
uitgegeven overeenkomstig de bepalingen
der Jachtwet te heffen een bedrag, gelijk
staande met het 1/5 deel van. de ingevolge
die wet aan het Rijk verschuldigde som.
Gedeputeerde Staten stellen voor:
le. aan vereenigingen en Stichtingen,
welke zekerheid geven van een goed beheer
en van eone naar medische inzichten, goede
behandeling en verpleging van tuberculose
lijders, naar gelang van en in verhouding
tot de behoefte aan verpleging van Zuid-
HoUandsche o-n- of minvermogende patiën
ten vergoeding van de rente, door do Pro
vincie verschuldigd en aflossing binnen 50
jaren, onder voorwaarden tot verzekering
van een -goed beheer, nader vast te stellen
sommen voor te schieten tot oprichting
of uitbreiding van sanatoria of herstellings
oorden voor tuberculoselijders, mits- deze
voor de verpleging van Zuid-Hollandsche
patiënten gunstig gelegen zijn
2e. zich borg te stellen voor de betaling
van rente on aflossing van voorschotten
door of vanwege het Rijk door Vereeni
gingen of Stichtingen als sub le. bedoeld
verstrekt.
Voorgesteld wordt over 1920, 1921 en
1922 aan vereenigingen of 'instellingen voor
verpleging van kinderen in herstellings
oorden en vacantiekoloöios, welke niet in
het genot van Rijkssubsidie zijn, subsidiön
te vcrleenen naar den maatstaf van 'het des
betreffende Statenbesluit van 21 December
1920.
Nog wordt voorgesteld bet Reglement,
op de wogen en voetpaden in de provincie
Zuid-Holland aan tovullen met de volgende
bepaling:
„Heggen, bak- en kreupelhout op wegen
moeten op bevel van Gedeputeerde- Staten
binnen} een door hen te bepalen termijn
door den eigenaar worden opgeruimd, wan
neer zulks voor de veiligheid van het ver
keer over den weg door genoemd college
wordt noodig geoordeeld.
Een aantal voorstellen zijn nog
diend tot wijziging van bijzondere
reglementen.
Lanc- en Tuinbouw.
FEUILLETON
Eindelijk thuis.
i)
En toch had hij mot do onzinnige inconsó-
entie, onze eeuw eigen, zijn zegel gehecht
it de bewering, dat do bijbel onbetrouw-
ar was, terwijl hij er op zijn beet hier en
ar en zonder er veel bij te denken, een
ar bladzijden in gelezen en nooit of te
mmer de middelen aangegrepen had,
ta/rdoor God beloofd heeft, hen, die naar
tarheid zoeken, te verlichten. En daar hij
Bt blindheid geslagen was, zag hij niet in.
ongerijmd, hoe vreoselijk dwaas bij
adelde. Hij dacht dat hij oprecht wast
j begeerde Sadie niet af te brengen van de
okbeelden, waarin zij was opgevoed en
dijk de moeste sceptische naturen was hij
trotsch op, dat. hij zijn eigen bijzondere
nchten vpor zich hield, hoewel ik voor
ij dat altijd beschouwd hob of als zelf-
of als de grootste inconsequentie,
men bedoelt dan toch van tweeën
of: „Mijn geloof i6 iets, dat mij alleen
ebehoort en ik wil het met geen ander
telen" of: „Ik schaam mij er voor, dat
- ten scepticus ben en ik zal het zooveel
ogalijk voor mij houden." Maar laat dat
i'l zooals hot wil, Dr. Denudes was niet
temin oprecht-, toen hij zich voornam geen
afbreuk to doen aan Sadie's godsdienstige
overtuiging en toch deed hij er voortdurend
afbreuk aan in de dagen, die nu volgden.
Zij waren veel in elkanders gezelschap en
het onderwerp, dat hij wilde vermijden,
drong altoos weder op den voorgrond. Bei
den waren or zoo zeer op uit om op alle
dwaze, inconsequente en onchristelijke
woorden en daden te letten en er was in
dat opzicht helaas! zooveel op te merken
dat zij met snelle schreden voorttradon op
don breeden weg.
Nu rest ons nog Dr. Van Anden, die een
bezwaard hart in zieh omdroeg. Hij gevoel
de maar al te goed, dat hij voor zijai plicht
was terug gedeinsd en. dat hij zich verscho
len 'had achter de ellendigste van alle ver
ontschuldigingen. Wat zullen de menschen
ervan zeggen? Zoo Dr. Douglas eiken
anderen titel dan dien van dokter voor zijn
naam genoemd had, dan zou hij zonder
aarzelen Mevrouw Ried voor hem gewaar
schuwd hebben, maar h«e kon hij het. ver
dragen van jaloerechheid verdacht te wor
den. Toen hij zijn verkeerdheid weer goed
wilde maken door Sadie te waarschuwen,
ervoer hij, wat zoo menig armzalig Chris
ten vor hem heeft ervaren', dat zijn offer
te laat cn dus te vergeefs gebracht was.
Dan was er nog iets er was veol waars
in het(«op.n Dy. Douglas gezegd had, maar
hij vergiste zich schromelijk, toen hij Dr
Van Anden oen huichelaar noemde. Jaren
geleden waren zij met elkander in botsing
gekomon. De grootste schuld lag bij Dr.
Douglas, maar welk mensch, dat Christus
nog niet tot zijn Helper gekozen hoeft, zou
dat ooit aan zich zeiven willen bekennen.?
Maar aan don anderen kant was ook gezon
digd er waren harde, driftige woorden
gesproken woorden die nog nawerkten
na menig, menig jaar. Dr Van Anden had
nooit gezegd: „het. spijt mij, dat ik zoo
gesproken heb." Hij had zich zelf wijs ge
maakt dat hij zich niot onnoodig behoefde
te vernederen voor den man, die hem zoo
gro o lelijks verongelijkt 'had. Maar om on
zen dokter de oer te geven-, die hem toe
komt, moet gezegd worden, dat de wond
mettertijd geheeld was; het was goon per
soonlijke vijandschap, die hem genoopt had
Sadie to waarschuwen en hij had er niet het
minGte idee van hoeveel kwaad hij aange
richt had in het nog niet. door Christus ge
heiligde hart. En toen hij dien avond de
knie boog, was het. om een ernstig gebed
op to zenden voor de bekcermg vaai Sadie
en Dr. Douglas. Zoo leefden deze drie per
sonen onder hetzelfde dak ieder hun eigen
leven, zonder te weten, wat daarvan het ge
volg zou zijn.
HOOFDSTUK XIII.
Dc wonderlijke Christin.
„Abbie", zeide Esther, terwijl zij van
voor een open koffer omkeerde en een hoop
kraagjes on manchetten op den grond liet
vallen, geheel vervuld als zij was van hoh
goon zij zeggen wilde, „weet je wel, dat ik
nog nooit zoo'n vreemd meisje ontmoet heb
als jij bent.
„Neon, dat wist ik heusch niet", ant
woordde Abbie vroolijk. „Als hot een aar
dige „vreemdheid" is, dan moet je er mij
meer van vertellen, want ik ben graag aar
dig, o, zoo graag."
„Ja, maa-r ik meen hel, in ernst, Abbie, jo
Ixmt housch vreemd. Zelfs déze kraagjes de-
don mij er aan denken. 0, lieve tijd, daar
liggen ze allemaal op den grond. En zij
bukte zich om de gladde, glimmende dames-
artikelen op tc rapen.
Abbie, dio juist bezig was een stuk holle
kant in oen jabot te herscheppen, kwam nu
bij haar zitten. „Laten wij maar eens een
oogonblikje over mij praten", zeide zij ern
stig. „En vertel mij dan asjeblieft-, Esther,
wat je met „vreemd" bedeelt."
„Weet je wel, dat ik dat woond zoo dik
wijle op mezelf heb hooron toepassen, dat
ik 6ome oen gevoel heb alsof ik akelig veel
van andere meiuThen verschil. Jo kunt- mo
Centrale Raad voor het bloembolienbedrijf.
H©t- „Kweekorsblad" geeft een uiteenzesfc-
ting van de plannen vaai boveofgenoenadem
Centiralen Raad.
Omtrent liet ontstaan van. den Raad
wondt o.m. gezegd, dat de opeenvolgend®
-pogingen, van. verschillende zijden in het
werk gesteld, om de levens vatbaarheid va»
liet bloembollen-bedrijf in zijn geheeJen om
vang -te verhoogen, tot dusver geen prac-
tische uitkomsten gehad hebbem- Of de
oplossing op den duur gezocht moet worden
in onderlinge pa-ijs- en productae-regeHng,
ofwel in krachtige bevordering en vermeer
dering van omzet door onpersoonlijke pro
paganda en reclame, vóór alles is noodig,
dat het vak beschikke over een zoodanig®
organisatie, dat terstond die maatregelen
worden uitgevoerd, die op een bepaald
oogenblik -noodig worden geoordeeld.
De bestaande vereenigingen hebben op
ha-ar gebied voortreffelijk werk verricht,
doch veel is achterwege moeten blijven»
omdat men niet over de aoodige -krachten
beschikte, terwijl voorzeker meer tot stand
had -bunnen komen, indien een betere on-
dcrLinge samenwerking tusschen de drie
vereenigingen had bestaan. De afgeloopen
jaren hebben bewezen, dat een hechte sa
menwerking tusschen kweeker en expor
teur noodig is, wil men met eenige maatre
gel succes hebben.
Teeltregeling, prijszetting, handeLsvoor-
waarden tegenover den buitenlandschen af
nemer, geen dezer maatregelen, hoe goed
zij in zichzelve mogen zijn, kan doorge
voerd worden, wanneer niet het geheel®
vak zijn steun geeft-. De praotijk beeft met
zekerheid aangetoond dat, zonder dezoa
steun er niets -te bereiken valt.
Dat die samenwerking in de naaste toe
komst onontbeerlijk znl zijn wil men dea
algemeenen vakfcoestand niet nog meer
zien achteruit gaan, wordt thans wel alge
meen in vakkringen erkend.
Om die samenwerking nu zoo vrucht
baar mogelijk te doen zijn, is het denk
beeld gerezen, een Centralen Bloembol
len-raad uit de drie vereenigingen te vor
men, welk lichaam in -den vorm eener
rechtspersoonlijkheid -bezittende vereeni-
ging het- beste zou kunnen worden gegoten.
De Centrale Bloembollenraad is gedacht
als een vereenigi-ng, waarvan deden zijn de
drie bestaande vereenigLngen. Haeruft
volgt, dat de bestaande organisaties in
tact blijven. De drie vereenigingen hebben
ieder haar terreinen va-n werkzaamheden,
waarop nog voldoende arbeid gepresteerd
kan wot den. Eén organisatie va-n kwee
kers en expo-rtenrs, die alle belangen om
vat, zal wellicht bezwaarlijk blijken, om
dat -bij alle gemeenschap van belangen op
zekere puniten een gezonde strijd van be
langen zal blijven bestaan, die beter be
hartigd worden in ©ene afzonderlijke ver-
eeniging.
Het bestuur bestaat uit zes kweekers
en C exporteurs, benevens een voorzitter,
ter zijde gestaan door een secretaris en ver
dere ambtenaren.
De secretarissen der drie vereenigingen,
de R ijkstuiubouwconsulen-t van de bloem
bollenstreek, de Phybopatholoog van de
Bloembollenstreek, zijn als zoodanig ad-
viseerende leden van het bestuur en wor
den voor allo vergaderingen opgeroepen.
Het bestuur is bevoegd, verdere advi-
seerende leden te benoemen, terwijl de
Raad zich verder zal laten bijstaan door
Commissies van Advies, samengesteld en
gekozen uit de leden der drae vereeni
gingen.
De Centrale Raad ontwerpt besluiten,
biedt deze aan de drie vereenigingen aan,
naar gelang het een puut betreft, dat door
de vereeniging wordt behartigd. Deze is
verplicht het- .ontwerp in een vergadering
ter sprake te brengen (desnoods binnen
een door den Raad te bepalen -termijn),
maar heeft- het recht het voorgestelde be
sluit af te wijzen, aan te nemen, of met wij
zigingen aan den Raad -terug te zenden.
De Raad neemt dus geen .besluiten die
de vereeniging of de leden individueel bin
den, maar ontwerpt en et-elt voor. De zelf
standigheid der vereeniging blijft derhalve
gewaarborgd cn ieder lid behoudt'het recht
zijn oordeel over een voorgestelden maatre
gel te zeggen en zijn stem er al of niet aan
te geven.
Vorder zal de Raad die maatregelen tor
hand -nemen en -ten uitvoer -brengen waar
van de noodzakelijkheid voldoende geble
ken is, zooals bijv. verzameling van gege
vens, ter beoordeéling van den toestand
van hot vak, bevordering van wetenschap
pelijk onderzoek, optreding bij do regee
ring namens het geheel© bloembollen vak^
dat nu eens 'mooi uitleggen."
Esther lachte evon en antwoordde toen:
Jo noemt de zaak zoo ernstig op, ik bedoel
de niets kwaads." 1
„O, maar zoo kom je er niet af, Esther,
je moet. er me nu eens alles van vertellen.
Moeder hoeft die opmerking al zoo vaak go-
maakt, maar er was dan altijd sprake van
mjjn godsdienstige inzichten en zooal6 je
weet is moeder geen Christin. Daarom
dacht ik toen, dat haar wel eens iet®
vreemd kon voorkomen, wat aan een andor
bijv. san jou heel gewoon zou toeschijnen
Maar sedert- je hier bont, heb je al zoo vaak
jo verwondering over mij uitgesproken an
nog vaker las ik dio op je gezicht, tot
vandaag zelfs mijn stijf gestreken kraagje®
en manchetten, waar t-ooh niets op aan te
merken is, jo verwondering wekten. Vertel
mc dus asjeblieft eens of ik mkschion ia
een krankzinnigengesticht thuis hoor ia
plaats van toebereidselen te maken voot
een Europeeeohe rei6."
En hoewel Esther lachen mooet om het
tegelijk roeronde on komische in Abbie'®
t oon, to dh was er iets in dio woorden, dat
haar verlegen maakte. Zij streed een kor
ten strijd on toen kwam zij rond en eerlijk
mot haar moenimg voor den dag.
(Wordt vervolgd).