weede Blad.
Woensdag 8 Juni 1921
Uit de Pers.
Erkenning van schuld.
)r. Bronsveld schreef dezer dagon in de
uu niiek van de „Stemmen voor Waarheid
?r! Vrede":
;(J1V] „Het komt ons zeiven vreemd voor,
at wij zonder protest zooveel aangezien
ebben dat toch onrechtvaardig en ver-
eenl was.We denkon hier aan den harden
rs rboid, dien vrouwen en kinderen ver-
014 ichten in de fabrieken. Do 6toom is een
lacht, waaraan wij allerlei geriefelijk-
l wij] edon danken, maar hij heeft ook in one
- won veranderingen gebracht, waaraan
ij een zekere wreedheid niet ontzeggen
don «in11011- „Hard times," noemde Dickens
nsi 0 dagen, waarin wij leven, en 't is te wij-
clcrpi vooral aan het fabriekwezen, dat de
erkende stand in zulke droeve omstan-
igheden geraakte.
la welke ellendige woningen lieten wij
cm arbeider zijn leven doorbrengen! Hoe
nverzorgd was hij ziekte en ouderdom!
irat was hij gamoenlijk 6lecht onder-
'ezenHoe onkiesch en onvoldoende
as de armenzorg!
En was niet ten hemel schreiend het
pot/rast tusecheai de eigenaars der fa-
rieken en de vennootschappen en
isechen den arbeider door wiens vaak
ranmaiig werk do mannen van hot ka-
«taal in weelde leven konden!
Voor dit alles en nog veel meer zijn
u do oogen geopend, en de werkende
tand komt nu eischon, dat hij de plaats
al kunnen innemen, die hem, naar hij
leent, toekomt. Hooger loon, minder ar-
Bid, beter huisvesting, meerder ontwik-
elin-g, ruimer aandeel in de leiding en
'tosten dor „zaken" en in de regeering
B6 landszietdaar, wat hij verlangt, en
rat hem, ook naar onze meen in g toe-
wnk Maar daartoe moet zoo veel in ons
penbaar en huiselijk leven worden ver
luierd. In sommige gevallen moet de
eveetigde orde letterlijk bet onderst bo
en komen, en dat gaat niet zonder
bokken en zondor moeite. Ja, hoo het
aan moot, weten wij vaak niet. Wat zal
cb staande houden, en wat verdwjinen?
'ude normen hebben geen kraoht meer,
q nieuwe regels zijn er nog niet. Zoo
taan wij midden in een wereld vol vra-
zonder antwoord, vol beweging zon-
uitweg. Op de vraag: waar gaat alles
halen staatslieden en 6taathuis-
rodkundigen de schouders op. Wel on-
als wij mot Beets kunnen zeggen:
ik sterf laat ik een wereld na, waar-
God regeert".
m grijze Kroniekschrijver, merkt Pa-
ii'imdnium hierbij op, die reed6 de 80
Wsearcte, stond altoos wat aarzelend te-
nover de Arbeidsbeweging. Ook de Chri6-
ijko heeft van zijn gaven al te weinig
rfijt genoten. Dr. Bronsveld steimde
llal het liberale conservatisme. Zelfs
Ima's wetten konden bij den Kroniek-
tijver van de „Stemmen" geen 6ympa-
9 vinden.
3es te meer treft, dat deze grijsaard
os aldus spreekt.
Sr valt over dit citaat uit de „Stemmen"
een en ander te zeggen. Zoo denken wij
over het „fabriekswezen", dat zoovele
golijkheden van economische verheffing
id, gunstiger dan de Kroniekschrijver,
de ellendige toestand van do arbeiders-
nik in g in de 19do oeuy was niet alleen
gevolg van een onwil en van de winst-
;eerte der „kapitalisten". Do rijkdom der
atschappij was in menig opzicht onvol-
nde, om allerlei, op zich zelfredelijke
Bohen in te willigen,
loc-h is er hier alleszins plaat6 voor liet
ijden van groot e 6chuld. Men heeft je-
t»s de arbeidoreklasse ernstig misdreven
n heeft niet voor haar verheffing ge
in,. wat mogelijk was. Niet ten onrechte
cr van „uitbuiting" gesproken.
Kn dat kwaad moest zich wreken.
Wij zien ook in dezen tijd dat zulks ge-
iedt.
Ms het nu maar tot erkenning van
luid komt. En tot eon ernstig streven
ar verzoening der maatschappelijko to
nstellingen.
üo oude dr. Bronsveld ziet de eis «hen
i dezen tijd thans duidelijker dan menig
mgore", die niet. geheel ongevoelig is
»r de „reactie**.
..est-HinKjarije.
Sinds overoude 'tfjdien vormde de Lefitha
de grensrivier tusschen de Hongaarsche
kroonlanden en do Oostenrijkscftie ©rflain-
<len. De Loitha als grensrivier was ©en
vaststaand begrip geworden en Cisleitha-
nië en Transleitharuië waren gesograpbi-
sohe en staatsreehberinjko begrippen voor
Oostenrijk Hongarije. Bij de inóénstortöng
der bekte landen hield ook de beteekenis
dor Leilha als onverplaatsbare grensschei-
diing op. Het vredesverdrag gaf 'hieraan
zijn sanctie, doordat hot d© grootste ge
deelten der graafschappen Wieselburg,
Oederfburg Eisenburg aan Oostenrijk toe
wees. Zoo ontwaakte dn Oostenrijk een
nooit gedacht verlangen naar het gebied
over de aloude grensscheiding, naar
West-Hongarije!
Dat Hongarije in dezen goen bijzondere
haast toont aan de- verplichtingen van hot
vredesverdrag te voldoen, spreekt wel vwn
zelf. WesUHongarije zou arm zijn, -het zou
Oostenrijk weinig economisch voordrol
bieden. Dit intusschen is onjjiridt.
Het land is voor het grootste gedoc'.lo
Duitsc-'h en de duitsche cultuur heeft haar
heilbrengend spoor hn. deze oosterscho be
schaving achtergelaten. OoStersch, want
nog aJltijd' blijft het waar d>at ongeveer een
uur voorbij Weenen, do westersChe be
schaving plots in een ooetersche cnrergaat.
Duidelijk is dfrt te zien aan den bouw dier
dorpen.
Zou het echter wel zoo onvoordeeligzijn
voor Hongarije, zich meer te richten -naar
Oostenrijk?
Hongarije, dat ontstaan is uit het samen
gaan van Oosten en Westen, weid eerst
groot en rijk toen het zich van het Oos
ten keerde naar het Westen.
Bemiddelaars dier Weslersche (bescha
ving waren de Du-ïtsohers, die thans zoo'n
groot bestanddeel dor bevolking uitmaken,
Dit opziiclhze.lf zou reeds een waarschu
wing kunnen zijn voor dc Hongaarsche
chauvinisten, dat bun haat legen Oosten
rijk rviet altijd tot heil van het land heeft
gestrekt en dat de ware patriotten van het
land toch zij waren die zich bewogen in
de naar 'hef. Westen ge keelden gedaohten-
gang en niet in het naar het Oosten ge
richte onafhaukeiljkheidsgevoél van eken
Theissstieek.
We zeiden dan dat hel land grooftendeels
Duifsc'h was, van de 392.000 zieden, onge
veer 250.000. Dit volgens Hongaarsohe
Volkstellingen, die niet steeds exempels
van objectiviteit zijn. In werkelijkheid
zijn er moor.
Vraagt men nu den Hongaars chen
fnac-'hthebbers omtrent het overgaan van
WesUHongarije bij Oostenrijk, dan Ver
zekeren ze dat de „Heaneen", zoo heeten
do heiwonors, uitstekend© Hongaarsche
patriotten zijn en niet gaarne Oosten-
rijksch zouden worden.
Immers: Oostenrijk is socialistisch en
de valuta zijn zoo slechll
Laat men maar ©ens een volksstemming
U ilsclirijvon I
In werkelijkheid blijkt dit niet heit geval
te zijn. Wanneer de Magyaarsche giendar-
pieni uit de nabijheid zijn, klaagt men z'n
nood aan dien belangstellenden vrager. De
Magyaarsche rechters doen wat ze willen,
do scholen zijn slecht, men moet voor hot
gerecht Magyaarsch spreken, de DuLtsche
taal mag dn wtoond noch geschrift ge
bruikt worden.
In Oostenrijk is dat alles antlers en men
vraagt of het no^ lang duren zal eer
West-Hongarije Oostenrijkseli wordt.
Ook de. moreele zijde der kwestie wordt
door do Hongaarsche chauvinisten breed
uitgemeten.
Zal Oostenrijk, de bond- en lijidensgenoot
uit den oorlog, zich plaatsen aan den kant
van hen d'ie op den land roof uitgaan?
Zelfwaan den lijve geveld hebben, dat
zijn gebied met voorbijgaan der nationali
teiten werd verdeeld, zou het, indien het
op grond van het afgedrongen vredesver-
'drag Wcst-Hongarijo opeischte, moreel het
vredesverdrag sanclioneeren.
Oostenrijk moet een volkss beanming toe
staan; dan blijft de atmosfeer zuiver.
Oostenrijk bevindt zich in een moeilijke
positie. Veefl is het afgenomen, Weet-
Hcmgarije alleen gegeven. Bedoeling dezer
tegemoetkoming was de moeilijkheden
der voedselvoorziening op te heffen.
Weigert het nu oon het toegewezen land
to aanvaarden, dan heeft het zijn recht
tot klagen verloren: het wil immens dten
aangewezen weg -niet op!
Ook uit nationaal oogpunt mag het er
niet van af zien: immers 't grootste deel
van WesUHongarije is Duitsch en mei
het oplaaiend nationaliteitsgevoel moet
tegenwoordig rekening worden gehouden.
Aan den anderen kant echter iram het
Hongarije aan, dan zou die pcfiitneke at
mosfeer ibussclien beide landen voorgoed
•bedorven rijn.
Ben Hongaarse h Elzas-Loth aringe n
En daarom wil men ook in Oostenrijk
door een volksstemming aan die door het
verdrag van St. Germain verkregen aan
spraken kracht bijzetten.
Dit zou eclhiler van geallieerd© zijde uit
moeten gaan, maar tot nu toe is het ver
lossende woord nog niiet gesproken.
Intusschen zit de intergealllieeirde mili
taire missie Sinds jaar en dag te Oeden-
burg en pleegt Hongarije 'lijdelijk verzet.
Voor den vorm wordt er nog Steeds on
derhandeld. Hongarije ersclrt een groote
grenscorrectie, zoadat slechts enkele
grenssteden Oostenrijk toevallen; Oosten
rijk wil wel ingaan op ©en grenscorrectie
maar slechts zóó dat Hongarije alleen en
kele grenssteden mag behouden.
Bij dit "alles komt nog dat Zuid'-Slavië
en Tsjecho-Slowakije de politieke toe
nadering tusschen beide landen niet wen-
schen en alle moeite doen het vuur aan
den gang te houden.
Op het oogenblik helt wellicht de ba*
lans woer naar Hongarije over.
De Hongaarsche gezant te Parijs, Von
Praschnoweki heeft, in verband mot de
Oosbenrijksche aansluitingsibewegingen hij
Duiteohlaand, den indruk trachten te ves
tigen dat door toevoeging niet Oostenrijk,
maar Duitschland versterkt zou worden!
En daar moeten ze in Parijs natuurlijk
weer eens oen nachtje over slapen.
De kwestie verkeert dus in een toestand
van afwachten.
Wo schreven dit overzicht enkele dagen
geleden, omdat we -in do naaste toekomst
een oplossing van d'cee kwestie verwachten
■en door do slepende onderhandelingen- als
dan onzen 'lezers de situatie niet recht
imecr voor den geest zou staan.
Intusschen -is dit oplossing gekomen
Volgens dten Weenschen correspondent
van de „Voss. Ztg." heeft de Hongaarsche
regeering toegegeven m zake dten afstand
van West-Hongarije aan Oostenrijk Zij
heeft te Wee Men laten weten, dat zij zich
vereenigt met de grondslagen, uiteengezet
in het antwoord van Oostenrijk d.d. 26 Mei
oian de Hongaarsche delegatie, waarin ge
zegd werd, dat slechts over locale rectifi
caties van do in het vredesverdrag vastge
stelde grens beraadslaagd zou kunnen wor
den. De Hongaarsche regieering wil verder,
indien beido partijen het niet over deze
locale rectificaties eens kunnen worden-, do
bemiddeling van -den Oppersten Raad in*
roepen.
Deze belangrijke verandering in de hou
ding van Hongarije moet toegeschreven
worden aan een actie der kleine entente en
aan een ibevel van den Oppersten Raad, di©
bet bestuursmandaat over West-Hongarij©
opeischte voor de geallieerde commissie
in Oedenburg.
Do zwarte dood der onzedelijkheid.
On/tefcePhnd© ifcljzondorhieden zijn idte [laatste
jaren gepubliceerd over den langzamon zelfmoord
waaraan het F-ranscho volk zich schuldig maakt©.
Ook in Duitschland vond dit voorbeeld navol
ging; do zedenverwildering noemt Tiand over
hand toe, hot aantal echtscheidingen vermeerdert
n^t den dag en do beiüoozo ne©-Malthusiani6-
tificho practijkcn doen het geboortecijfer angst
wekkend dalen.
Engeland, zoo meende men, maakto op dit ge
bied een gunstige uitzondering.
Het zedelijk leven stond hier hooger.
Maar helaas, - misschien is het oen van de
velo gevolgen van den heilloozen oorlog ook
het kerngezonde sportieve en om zijn ouderwet-
sche degelijkheid bekende volk der Britten, is
door bet bederf der onzedelijkheid aangetast.
Ontzottendo cijfers, ontleend aan officieole go-
gevene, zijn daaromtrent gepubliceerd.
Zoo word dezer dagen gemeld, dat niet minder
dan 15 milboen loden der Britschc bevolking be
smet- zijn met ziekten welke het gvolg zijn van
onzedelijkheid.
In de laatste twee jaren moesten de Engelsche
belastingbetalers enorme bedragen opbrengen
voor de gratis-verpleging van meer dan twee mil-
lioen personen, door dergelijke ziekten aangetast.
Er zijn in Engeland meer dan 60.000 moeders
ieder jaar,, die of haar kinderen in het eerste le
vensjaar ten grave moeten dragen, of ellendige
stumpers overhouden die nimmer iets van het le
ven te verwachten zullen hebben.
Op het sanitair congres te Birmingham durfde
een Dr. Killick Millard, een der aanhangers van
do neo-Malthusiancstieche beweging, openlijk met
voldoening getuigen, dat „terwijl in het tijdperk
onder koningin Victoria de kinderrijkdom dor
(Anglicaansche) geestelijkheid spreekwoordelijk
was geworden, zij tegenwoordig met de medici
bekend staat als zijnde het meest arm aan kin
deren-."
En deze „man van wetenschap" zag er een
vterblijderad verschijnsel in, dat het geboortecij
fervan hot maximum van 35 per 1000 in 1876
gedaald was op 22.8 por 1000 in 1914, een ver
mindering van 37 pcroent- een direct gevolg,
naar hij zeide, van opzettelijke goboortenbeper-
king door een steeds toenemend doel dor bevol
king.
Een onder officieel© sanctie ingoloid© beweging
is die «Ier zoogenaamde E u gn\js ten (letter
lijk: rasverbeteraare) en omvat een wijdvertak
te organisatie. Haar sfeer van werkzaamheid
etrokt zich uit zoowel over de landelijke en
spaarzaam bevolkte districten, als over do dicht
bevolkte handels- en industrie-centra, alwaar een
intensieve neo-Malthusianistische propaganda
wordt gevoerd. Districtvorpleegstere, zoogenaam
de „health-visitora" trekken er op uit om onder
de arbeidersklaseen de beperking van het kinder
tal te prediken en de toopassing van onnatuur
lijke methoden, welko door den werkmansstand
in Engeland tot voor korten tijd werden veraf
schuwd. Dezo verderfolijke propaganda hoeft zul
ke afmetingen aangenomen, dat op een laatst ge
houden bijeenkomst van Katholieke modari te
Glasgow krachtige protesten er tegen uitgebracht
werden.
/Deze organisatie nu tolt den Anglicaanschen
bisschop van Birmingham notaben© president
van den „Nationalen raad voor publieke moraal"
onder haar leidende leden. Deze zelfde bis
schop van Birmingham was bet, die indertijd op
het „Church congres" to Leicester even onbe
schaamd als de hooger genoemde doktér durld©
verklaren, dat de Anglicaansche - geestelijken
naast de dokters tegenwoordig de kloin6te gezin
nen hadden en, dat de „verstandig© werkman,
die zijn positie wil© verbeteren" neo-Malthusianis
tische geboortembepwking behoorde toe te passen.
De „moraal" van dezen gezaghebber der Engel
sche Kerk ging niet verder dan dat zij a#sen
vernietiging van een reeds bestaand loven ver
oordeeld©.
Waar eon bisschop van de officieole Engel
sche Kerk, die onlangs nog door een bock, geti
teld „The control of Parenthood", vol van ufo-
Malthusianistisch© theorieën, een inleiding
6chreof, zich aldus uitliet, daar behoeft hot geen
verwondering te baren - wij reieveerpn het
feit, dat al van een tijd terug dateert, nog even
dat ook de „medical officer" van hot ministe
rie van volksgezondheid in een lijvig officieel
rapport de neo-Malthnsiaan6che methode van z.g.
„birth-oontrol" (lees: geboortenbeperidng) als
een eerste taak van zijn ministerie meende to
moeten voorstellen.
Dat dit land, hetwelk reeds zoo'n treurige re
putatie hoeft wegens de wijze, waarop de echt-
8clieidingszaken er dag in dag uit met alle sen
sationeel© en prikkielende details in de pers wor
den behandeld, ook in zijn huwelijkswetgeving
nog verder den weg der inzinking op moest- gaan,
is mede een treffend teeken van hot moreel be
derf, dat aan het gehinte van let eens zoo trot-
6cho Britsche huis aan hot wroeten is.
K«emt het drankgplimik toe?
De Nat. Commissie tegen het Alcoholisme heeft
met de 5 landelijke vakcentrales, een enquête in
gesteld, om t© ervaren wat de arbeiders opgeven
als hun oordeel over do al .of niet toename van
het sterken-drankgebruik in bun kringen, en over
den invloed daarop van den moerdieren vrijen tijd.
Deze arbeid werd ondernomen naar aanleiding
van ©en verzoek, door den minister van Arbeid
tot deze corporaties gericht
De uitkomst der enquete werd voor eenigen
tijd aan den minister meegedeeld.
Aan de bij de vakcentrales aangesloten bondon
werden voor hunne afdeelingen in 't geheel afge
geven 7690 vragenlijsten.
Hiervan kwamen, geheel of gedeeltelijk inge
vuld, terug: 2025.
Op 1393 daarvan werd toename van sl erken
drank-gebruik in arbeiderskringen ontkend, op
490 toegegeven, terwijl 142 geen duidelijk ant
woord op de betreffende vraag gaven.
Do samenvattende eindconclusies van hot rap
port luidden:
le. De toename van het gebruik van sterken
drank in arbeiderskringen schijnt niet zoo groot,
dat ze bij een groot percentage onzer rappor
teurs (uit dio kringen) verontrusting wekte, al
thans vermelding vond (2-4.19 pet. van d© inge
komen antwoorden vermeldt ze):
2e. die toename schijnt in de groote 6toden (be
halve Amsterdam) ietwat duidelijker aanwijsbaar
te zijn, dan in liet overig© deel des lands;
3e. die toename wordt bij jonger© vaker ver
meld dan bij oudore arbeiders;
4e. vermeerdering van het geldloon (vooral
bij de jongeren, die niet oen evenredig hooger
kostgeld betalen) wordt vaker als oorzaak aan
gegeven van die toename dan de meerdere vrije
tijd-
Van degenen die toename ontkenden, wijst eon
groot doel het kvrade «orucht aan <k> bowti-ste ot
onfewliaf»" bégöftrtè' bij dorden om "terug te
men op de verbeterde arbeidsvoorwaarden (meer
geldloon. korter arbeidsdag). Ook waren er, di»
het kwade gerucht toeschreven aan hot meerder
gebruik door de heffe des volk», door O.W.er»
c*n freemdeliogen.
De toenamo van de proce6ierv-yerba:f te, voor
een doel althans, wellicht tc wijten aan het vroo^
ger, dus meer bij daglicht dronken zijn Voor de
genen, die toename aangaven, golden ook als
oorzaak van die toename: afgenomen moraliteita*
of godsdienstzin, to weinig gelegenheid tot ont-<
spanning cn ontwikkeling, 6ledi(o woningtoostam
den.
De aardbeving ia China.
Het is beteekener.d voor de afgelegenheid van
China's binnenland, zegt de Tologr., dat zoo
goed als goen details bekend zijn geworden over
de groote aardbeving, die in hot laatst van De
cember van het vorig jaar de provincie Kansoa
verwoest heeft. In deze verafgelegen provincie
verschijnen geen nieuwsbladen, waardoor aan do
gebeurtenis een grootero bekendheid zou kunnen
worden gegeven. Het plaatselijke nieuws wordt
bericht apn dc provinciale besturen en vandaar
verder verzonden. In het onderhavig© geval was
aan Peking getelegrafeerd, dat or eern aardbe
ving had plaats gehad, dat er een groot verlies
aan menschenflevcna en oigendymnven te botram
ren was en dat enkele plaateen Ln het bijzonder
geteisterd fa ren. En lriermode eindigde de zaak
voor zoover Poking er bij betrokken was. In den
loop van deu lijd kwamen to Peking brieven van
zendelingen, waarin modedodingen gedaan wer
den omtrent de verschrikkelijk© gebeurtenissen,
dio in Kaneoe liadden plaats gevonden. Aan c-cn
kleine groep vreemdelingen is dus overgelaten
om een weinig licht to doen schijnen over de
tragedie, die zich in de binnenlanden van de Chi*
noesche republiek heeft afgespoeld.
Do vreemdelingen wurgn niet in staat oan het
gebied van 15000 vierkante mijlen, dat doof den
schok verwoest was, geheel te onderzoeken, doch
hun bovindingen k-omen overeen met dio van Arno,
rikaansche reizigers.
In deze streek, die zich 3000 en 5000 roet bo
ven den zeespiegel bevindt, is een bergketen, be
driet met lös, doorneden door valleien.
Dezo grond is zoodanig geoord, dat hij bij
een flinken schok begint te glijden. Dit is ook
thans geschied, en daardoor is do grooti le ver
woesting veroorzaakt. Vele dorpen en steden a ju
onder aanimaesa's begraven. Alk» wat zich ia
tl© dalen bevond, zoowel mensch/ön als dierea,
is onder de nederstorbende löss bedolven.
Gemengd Nieuws
In de tram tusechen
Schiedam cn Rotterdam imag in de motor
wagens nic*. in de voglwagens -we? gerookt
worden. Maandagavond eat in den eersten
wagcus niet. in de volgwagens wri gerookt
leur voldeed aan aijn plicht door (hein te ver
zoeken dit na te laten Niels was trouwens
voor den passagier makkelijker geweest dan
eenvoudig op hest Ibalcon te gaan staan, waar
rook en wel wordt toegestaan, of op de eerste
halte in den volgwagen over le gaan. Dit
ging, naar het schijnt het Legrip van den
passagier te hoven; hij antwoordde "den con
ducteur met voortdurende hatelijkheden, zoo
dat ten slotte dc conducteur wel genoodzaakt
was hem to 'verzoeken uit te etappen. liet
antwoord wa«: „dat zullen we eens raen" mei
een don conducteur toegedienden duw, waar
door in "den tram een soort paniek ontstond.
Met behulp van eenige passagiers en inmid
dels aangekomen politie, werd de vechters
baas verwijderd. „Vad."
Het kantoor Almelo van de
Nationale Bankvereeniging deelt mede, dat de
door haar jongsten bediende verforen c-héque
die Vrijdagmorgen bij ihet fietsen over de
rivier do Aa in bet water was gevallen niet
f 13.000 bedroeg, maar elcchlbs f 56.7^.
Sedert Donderdag 2 Juni
wordt in dc gemeente Soest Vermist de "heer
N. Th. Bians oud 29 jaar, ambtenaar ter se
cretarie aldaar. Hij is Donderdagochtend naar
Amsterdam vertrokken; nadien is van hem
geen taal of toeken vernomen.
Voor een Londensche
rechtbank is een zaak behandeld van een
Haagsbhc firma in damoskleeding. tegen de
executeurs testamentair van den beer Plath,
een Brilsch. officier. De Haagsche firma vroeg
betaling van 6623 pond sterling voor geleverde
goederen aan de weduwe van een Nederlandsdh
officier van gezondheid. Het Week dat de heer
Plata op vier-en-twintig jarigen ouderdom wa/i
overleden. Hij was zeer gefortuneerd geweest,
en was in Holland geinterneerd na den val
van Antwerpen in 1914. Voor de jonge wedu-
■m? had (hij zich, naar ter «pTOceasc bleek, zoor
veel uitgaven getroost: veer tienduizend pond
sterling had hij voor baar kleercn in twee jaar
tijd uitgegeven. Zu had rich daarvoor o. m
r LUiLLt I UN
Eindelijk 't huis.
bi
Waarneer krijg ilc Foreter le zien?" vroeg
aan Abbie, 1-oen zdj na koffiedrinken sa
fe naar boven gingen. „Wel, je kunt
n vanavond nog zien, als je tenminste
et te moe zijt om met me mee te gaan.
wilde het. je juist vragen."
.Ik wil alles wat jij wilt en van moe-
lid weet. ik niets meer af," zeido Esther
irendig, verheugd bij het vooruitzicht er-
h6 heen te gaan.
„Wel nu, dan neem ik je mee naar on-
ten Dondcrdagavondbidstond, dat is nu
fezo bidstond, zio je, wij zijn allen
pudagsGChoolonderwijzere, wij zijn met z'n
iftigen en wij slijteu daar menig heer-
ik. uur. 't Is of wij één familie vormen,
ogal een groote, zul je misschien don-
pfe, maar dat schijnt ons Zondags toch
iet zooals we uit de groote kerk komen
1 in onze kleine, lieve kapel vergaderen,
an schijnt, het ons toe of wij broeders en
•filers zijn, die zich in hun eigen huis
®ige o ogenblikken afzonderen om met
kaader to spreken en te bidden, voor ze
woreld weer ingaan. Beb je Donder-
fr-cravond ook een bidstond, Esther?"
Bet zou zeer moeilijk voor Esther ge
weest zijn te zeggen, welke haar bidstond
avond was, daar zij al zoo lang geleden
de gewoonte had laten varen er geregeld
heen te gaan en er nu bijkans zelfs nooit
meer aan dacht. Maar zij kad nog genoeg
besef om zich hierover te schamen. Zij
begreep wel, dat Abbie doelde op een
kerkdijken bidsto-nd en zoo antwoordde
zij dus slechts: „Neen, Woensdag."
„Op dien avond hebben wij onzen kerke-
lijken bidstond ook. Gisteravond kon ik
er niet heen gaan, omdat ik je wilde ver
welkomen. En Dinsdagavonds hebben wij
onze bijbelkiassc."
„Ga je dan drie avonden in de wede
naar een godsdienstige samenkomst
Abbie?"
„Ja", zoide Abbie, met kalme verge
noegdheid, „is dat niet kostelijk? En ik
waardeer mijn voorrechten', dat verzeker
ik je; er zijn er zoo velen, die '<t niet kun
nen doen."
„En er zijn er zoo velen, die het niet
willen," dacht Esther.
Zij dineerden ndet met de familie, maar
gebruikten haar middagmaal een uur vroe
ger ort toen begaven zij zich met David,
dien Abbie haar lijfwacht noemde, tot ge
leide, op weg naar Abbie's lieve, kleine
kapel, dat een tamelijk groot kerkje bleek
te zijn, zeer fraai afgewerkt en netjes ge
meubeld.
Die geheole meeting was van het begin
tot het einde «en opeenvolging van ver
rassingen voor Esther; het begon al, toen
zij den voorganger zag en zij zeide half
luid tot Abbie: „Uw dominé is dezelfde
man, die mij gisteren in het station heeft
aangesproken."
Abbie knikte haar toe en een glimlach
van verrassing verscheen op haar gelaat;
nu liet Esthor haar blik weer in 't ronde
gaan en begon opnieuw te fluisteren.
„Wol, Abbie, daar zit warempel het
meisje met do blauwe linten, van wie ik
je vertelde, in de derde bank van voren."
„Dat," zoide Abbie,- opziende, i,dat is
Fanny Ames, een van onze onderwijze
rossen."
Nu begon Esther onder de jonge man
nen, die snel de voorste rijen van den lin
kervleugel vulden, naar Forstor te zoeken.
„Ik denk, dat het die is met zijn bril
en die bruine glacó's, zeide zij tot zich-
.zelve, terwijl zij den bedoelden, persoon
nieuwsgierig opnam. Als om -haar scherp
zinnigheid te boloonen., rees dezo plotse
ling op, kwam met zijn book in de hand
naar de plaats ,waar zij zaten en bleef
voor Abbio staan.
„Goedenavond Abbie", zoo luidde zijn
groet. „Wij wilden dezen lofzang zingen,
maar wij hebben de noten niet. Kun je den
zang leiden, zonder dat je muziek voor je
hebt?"
„Och ja," antwoordde Abbio buigzaam
en eenigszins aarzelend, „dat wil zeggen,
als je mij helpt."
„Wij zullen allen meehelpen", zeide hij
glimlachend en keerdo naar zijn plaats
terug.
„Ja, die moet het wel zijn," was Esthers
commentaar; toen begon de bidstond; het
was iets geheel ongewoons; tenminste één
persoon in de vergadering had nog nooit
iets dergelijks bijgewoond.
De voorganger zocht geen hoofdstuk uit
van behoorlijke lengte, zooals Esther
meende, dat alle dominé'e deden, doch hij
las maar drie verzen; ook rees hij niet van
zijn stoel op of maakte gebruik van den
groeten bijbel, die op den lessenaar lag,
maar hij las voor uit een klein bijbeltje,
dat hij uit den zak haalde. Toen hief do
man met den bril een lofzang aan; „dat
is zeker het lied, waarvan zij de muziek
niet hebben," dacht Esther, omdat Abbie
cok oadelijk inviel.
„Welnu", zeide de voorganger op opgc-
wekten toon, „voor wij one in he: gebod
bogeven, wil ik yva&ea of één van u ook
wcnscht. dat -w>j voor iemand in het bij
zonder bidden.
En no-g voor hij uitgesproken hart. ant
woordde een jonge man: „Gedenk in uw
gebed een jongen uit mijn klasse, die ge
neigd is ieder ernstig gesproken woord m
een bespottelijk daglicht te stellen."
„Wat raar, om daarvoor te bidden,
dacht Esther.
„Gedenk ook mijn kleinen broeder, die
ernstig over zijn zieleheil nadenkt," zeide
een ander heer snol, alsof bij begreep, dat
hij zich haasten moest, omdat de gelogen-
heid anders voorbij was.
„Bid voor mijn goheelo klasse; ik zou
ze allen zoo graag behouden zion." Nu
schrikte Esther werkelijk, want dat ver
zoek kwam uit den mond van Fanny mot
dc blauwe linten, die in een hoekje zat.
Een dame, die haar stem verhief in oen
bidstond, waar ook lieeren tegenwoordig
waren! Boe ongepast! Zij kook zonuw-
aehtig om zich heon, maar or was nie
mand, die in 'het minst verbaasd of vor
at/oord scheen; integendeel dadelijk volgde
oen andere jonge dame Fanny's voorbeeld
on kwam mot een dergelijk verzoek voor
den dag.
(Wordt vervolgd).