weede Blad. Woensdag 8 Juni 1921 Uit de Pers. Erkenning van schuld. )r. Bronsveld schreef dezer dagon in de uu niiek van de „Stemmen voor Waarheid ?r! Vrede": ;(J1V] „Het komt ons zeiven vreemd voor, at wij zonder protest zooveel aangezien ebben dat toch onrechtvaardig en ver- eenl was.We denkon hier aan den harden rs rboid, dien vrouwen en kinderen ver- 014 ichten in de fabrieken. Do 6toom is een lacht, waaraan wij allerlei geriefelijk- l wij] edon danken, maar hij heeft ook in one - won veranderingen gebracht, waaraan ij een zekere wreedheid niet ontzeggen don «in11011- „Hard times," noemde Dickens nsi 0 dagen, waarin wij leven, en 't is te wij- clcrpi vooral aan het fabriekwezen, dat de erkende stand in zulke droeve omstan- igheden geraakte. la welke ellendige woningen lieten wij cm arbeider zijn leven doorbrengen! Hoe nverzorgd was hij ziekte en ouderdom! irat was hij gamoenlijk 6lecht onder- 'ezenHoe onkiesch en onvoldoende as de armenzorg! En was niet ten hemel schreiend het pot/rast tusecheai de eigenaars der fa- rieken en de vennootschappen en isechen den arbeider door wiens vaak ranmaiig werk do mannen van hot ka- «taal in weelde leven konden! Voor dit alles en nog veel meer zijn u do oogen geopend, en de werkende tand komt nu eischon, dat hij de plaats al kunnen innemen, die hem, naar hij leent, toekomt. Hooger loon, minder ar- Bid, beter huisvesting, meerder ontwik- elin-g, ruimer aandeel in de leiding en 'tosten dor „zaken" en in de regeering B6 landszietdaar, wat hij verlangt, en rat hem, ook naar onze meen in g toe- wnk Maar daartoe moet zoo veel in ons penbaar en huiselijk leven worden ver luierd. In sommige gevallen moet de eveetigde orde letterlijk bet onderst bo en komen, en dat gaat niet zonder bokken en zondor moeite. Ja, hoo het aan moot, weten wij vaak niet. Wat zal cb staande houden, en wat verdwjinen? 'ude normen hebben geen kraoht meer, q nieuwe regels zijn er nog niet. Zoo taan wij midden in een wereld vol vra- zonder antwoord, vol beweging zon- uitweg. Op de vraag: waar gaat alles halen staatslieden en 6taathuis- rodkundigen de schouders op. Wel on- als wij mot Beets kunnen zeggen: ik sterf laat ik een wereld na, waar- God regeert". m grijze Kroniekschrijver, merkt Pa- ii'imdnium hierbij op, die reed6 de 80 Wsearcte, stond altoos wat aarzelend te- nover de Arbeidsbeweging. Ook de Chri6- ijko heeft van zijn gaven al te weinig rfijt genoten. Dr. Bronsveld steimde llal het liberale conservatisme. Zelfs Ima's wetten konden bij den Kroniek- tijver van de „Stemmen" geen 6ympa- 9 vinden. 3es te meer treft, dat deze grijsaard os aldus spreekt. Sr valt over dit citaat uit de „Stemmen" een en ander te zeggen. Zoo denken wij over het „fabriekswezen", dat zoovele golijkheden van economische verheffing id, gunstiger dan de Kroniekschrijver, de ellendige toestand van do arbeiders- nik in g in de 19do oeuy was niet alleen gevolg van een onwil en van de winst- ;eerte der „kapitalisten". Do rijkdom der atschappij was in menig opzicht onvol- nde, om allerlei, op zich zelfredelijke Bohen in te willigen, loc-h is er hier alleszins plaat6 voor liet ijden van groot e 6chuld. Men heeft je- t»s de arbeidoreklasse ernstig misdreven n heeft niet voor haar verheffing ge in,. wat mogelijk was. Niet ten onrechte cr van „uitbuiting" gesproken. Kn dat kwaad moest zich wreken. Wij zien ook in dezen tijd dat zulks ge- iedt. Ms het nu maar tot erkenning van luid komt. En tot eon ernstig streven ar verzoening der maatschappelijko to nstellingen. üo oude dr. Bronsveld ziet de eis «hen i dezen tijd thans duidelijker dan menig mgore", die niet. geheel ongevoelig is »r de „reactie**. ..est-HinKjarije. Sinds overoude 'tfjdien vormde de Lefitha de grensrivier tusschen de Hongaarsche kroonlanden en do Oostenrijkscftie ©rflain- <len. De Loitha als grensrivier was ©en vaststaand begrip geworden en Cisleitha- nië en Transleitharuië waren gesograpbi- sohe en staatsreehberinjko begrippen voor Oostenrijk Hongarije. Bij de inóénstortöng der bekte landen hield ook de beteekenis dor Leilha als onverplaatsbare grensschei- diing op. Het vredesverdrag gaf 'hieraan zijn sanctie, doordat hot d© grootste ge deelten der graafschappen Wieselburg, Oederfburg Eisenburg aan Oostenrijk toe wees. Zoo ontwaakte dn Oostenrijk een nooit gedacht verlangen naar het gebied over de aloude grensscheiding, naar West-Hongarije! Dat Hongarije in dezen goen bijzondere haast toont aan de- verplichtingen van hot vredesverdrag te voldoen, spreekt wel vwn zelf. WesUHongarije zou arm zijn, -het zou Oostenrijk weinig economisch voordrol bieden. Dit intusschen is onjjiridt. Het land is voor het grootste gedoc'.lo Duitsc-'h en de duitsche cultuur heeft haar heilbrengend spoor hn. deze oosterscho be schaving achtergelaten. OoStersch, want nog aJltijd' blijft het waar d>at ongeveer een uur voorbij Weenen, do westersChe be schaving plots in een ooetersche cnrergaat. Duidelijk is dfrt te zien aan den bouw dier dorpen. Zou het echter wel zoo onvoordeeligzijn voor Hongarije, zich meer te richten -naar Oostenrijk? Hongarije, dat ontstaan is uit het samen gaan van Oosten en Westen, weid eerst groot en rijk toen het zich van het Oos ten keerde naar het Westen. Bemiddelaars dier Weslersche (bescha ving waren de Du-ïtsohers, die thans zoo'n groot bestanddeel dor bevolking uitmaken, Dit opziiclhze.lf zou reeds een waarschu wing kunnen zijn voor dc Hongaarsche chauvinisten, dat bun haat legen Oosten rijk rviet altijd tot heil van het land heeft gestrekt en dat de ware patriotten van het land toch zij waren die zich bewogen in de naar 'hef. Westen ge keelden gedaohten- gang en niet in het naar het Oosten ge richte onafhaukeiljkheidsgevoél van eken Theissstieek. We zeiden dan dat hel land grooftendeels Duifsc'h was, van de 392.000 zieden, onge veer 250.000. Dit volgens Hongaarsohe Volkstellingen, die niet steeds exempels van objectiviteit zijn. In werkelijkheid zijn er moor. Vraagt men nu den Hongaars chen fnac-'hthebbers omtrent het overgaan van WesUHongarije bij Oostenrijk, dan Ver zekeren ze dat de „Heaneen", zoo heeten do heiwonors, uitstekend© Hongaarsche patriotten zijn en niet gaarne Oosten- rijksch zouden worden. Immers: Oostenrijk is socialistisch en de valuta zijn zoo slechll Laat men maar ©ens een volksstemming U ilsclirijvon I In werkelijkheid blijkt dit niet heit geval te zijn. Wanneer de Magyaarsche giendar- pieni uit de nabijheid zijn, klaagt men z'n nood aan dien belangstellenden vrager. De Magyaarsche rechters doen wat ze willen, do scholen zijn slecht, men moet voor hot gerecht Magyaarsch spreken, de DuLtsche taal mag dn wtoond noch geschrift ge bruikt worden. In Oostenrijk is dat alles antlers en men vraagt of het no^ lang duren zal eer West-Hongarije Oostenrijkseli wordt. Ook de. moreele zijde der kwestie wordt door do Hongaarsche chauvinisten breed uitgemeten. Zal Oostenrijk, de bond- en lijidensgenoot uit den oorlog, zich plaatsen aan den kant van hen d'ie op den land roof uitgaan? Zelfwaan den lijve geveld hebben, dat zijn gebied met voorbijgaan der nationali teiten werd verdeeld, zou het, indien het op grond van het afgedrongen vredesver- 'drag Wcst-Hongarijo opeischte, moreel het vredesverdrag sanclioneeren. Oostenrijk moet een volkss beanming toe staan; dan blijft de atmosfeer zuiver. Oostenrijk bevindt zich in een moeilijke positie. Veefl is het afgenomen, Weet- Hcmgarije alleen gegeven. Bedoeling dezer tegemoetkoming was de moeilijkheden der voedselvoorziening op te heffen. Weigert het nu oon het toegewezen land to aanvaarden, dan heeft het zijn recht tot klagen verloren: het wil immens dten aangewezen weg -niet op! Ook uit nationaal oogpunt mag het er niet van af zien: immers 't grootste deel van WesUHongarije is Duitsch en mei het oplaaiend nationaliteitsgevoel moet tegenwoordig rekening worden gehouden. Aan den anderen kant echter iram het Hongarije aan, dan zou die pcfiitneke at mosfeer ibussclien beide landen voorgoed •bedorven rijn. Ben Hongaarse h Elzas-Loth aringe n En daarom wil men ook in Oostenrijk door een volksstemming aan die door het verdrag van St. Germain verkregen aan spraken kracht bijzetten. Dit zou eclhiler van geallieerd© zijde uit moeten gaan, maar tot nu toe is het ver lossende woord nog niiet gesproken. Intusschen zit de intergealllieeirde mili taire missie Sinds jaar en dag te Oeden- burg en pleegt Hongarije 'lijdelijk verzet. Voor den vorm wordt er nog Steeds on derhandeld. Hongarije ersclrt een groote grenscorrectie, zoadat slechts enkele grenssteden Oostenrijk toevallen; Oosten rijk wil wel ingaan op ©en grenscorrectie maar slechts zóó dat Hongarije alleen en kele grenssteden mag behouden. Bij dit "alles komt nog dat Zuid'-Slavië en Tsjecho-Slowakije de politieke toe nadering tusschen beide landen niet wen- schen en alle moeite doen het vuur aan den gang te houden. Op het oogenblik helt wellicht de ba* lans woer naar Hongarije over. De Hongaarsche gezant te Parijs, Von Praschnoweki heeft, in verband mot de Oosbenrijksche aansluitingsibewegingen hij Duiteohlaand, den indruk trachten te ves tigen dat door toevoeging niet Oostenrijk, maar Duitschland versterkt zou worden! En daar moeten ze in Parijs natuurlijk weer eens oen nachtje over slapen. De kwestie verkeert dus in een toestand van afwachten. Wo schreven dit overzicht enkele dagen geleden, omdat we -in do naaste toekomst een oplossing van d'cee kwestie verwachten ■en door do slepende onderhandelingen- als dan onzen 'lezers de situatie niet recht imecr voor den geest zou staan. Intusschen -is dit oplossing gekomen Volgens dten Weenschen correspondent van de „Voss. Ztg." heeft de Hongaarsche regeering toegegeven m zake dten afstand van West-Hongarije aan Oostenrijk Zij heeft te Wee Men laten weten, dat zij zich vereenigt met de grondslagen, uiteengezet in het antwoord van Oostenrijk d.d. 26 Mei oian de Hongaarsche delegatie, waarin ge zegd werd, dat slechts over locale rectifi caties van do in het vredesverdrag vastge stelde grens beraadslaagd zou kunnen wor den. De Hongaarsche regieering wil verder, indien beido partijen het niet over deze locale rectificaties eens kunnen worden-, do bemiddeling van -den Oppersten Raad in* roepen. Deze belangrijke verandering in de hou ding van Hongarije moet toegeschreven worden aan een actie der kleine entente en aan een ibevel van den Oppersten Raad, di© bet bestuursmandaat over West-Hongarij© opeischte voor de geallieerde commissie in Oedenburg. Do zwarte dood der onzedelijkheid. On/tefcePhnd© ifcljzondorhieden zijn idte [laatste jaren gepubliceerd over den langzamon zelfmoord waaraan het F-ranscho volk zich schuldig maakt©. Ook in Duitschland vond dit voorbeeld navol ging; do zedenverwildering noemt Tiand over hand toe, hot aantal echtscheidingen vermeerdert n^t den dag en do beiüoozo ne©-Malthusiani6- tificho practijkcn doen het geboortecijfer angst wekkend dalen. Engeland, zoo meende men, maakto op dit ge bied een gunstige uitzondering. Het zedelijk leven stond hier hooger. Maar helaas, - misschien is het oen van de velo gevolgen van den heilloozen oorlog ook het kerngezonde sportieve en om zijn ouderwet- sche degelijkheid bekende volk der Britten, is door bet bederf der onzedelijkheid aangetast. Ontzottendo cijfers, ontleend aan officieole go- gevene, zijn daaromtrent gepubliceerd. Zoo word dezer dagen gemeld, dat niet minder dan 15 milboen loden der Britschc bevolking be smet- zijn met ziekten welke het gvolg zijn van onzedelijkheid. In de laatste twee jaren moesten de Engelsche belastingbetalers enorme bedragen opbrengen voor de gratis-verpleging van meer dan twee mil- lioen personen, door dergelijke ziekten aangetast. Er zijn in Engeland meer dan 60.000 moeders ieder jaar,, die of haar kinderen in het eerste le vensjaar ten grave moeten dragen, of ellendige stumpers overhouden die nimmer iets van het le ven te verwachten zullen hebben. Op het sanitair congres te Birmingham durfde een Dr. Killick Millard, een der aanhangers van do neo-Malthusiancstieche beweging, openlijk met voldoening getuigen, dat „terwijl in het tijdperk onder koningin Victoria de kinderrijkdom dor (Anglicaansche) geestelijkheid spreekwoordelijk was geworden, zij tegenwoordig met de medici bekend staat als zijnde het meest arm aan kin deren-." En deze „man van wetenschap" zag er een vterblijderad verschijnsel in, dat het geboortecij fervan hot maximum van 35 per 1000 in 1876 gedaald was op 22.8 por 1000 in 1914, een ver mindering van 37 pcroent- een direct gevolg, naar hij zeide, van opzettelijke goboortenbeper- king door een steeds toenemend doel dor bevol king. Een onder officieel© sanctie ingoloid© beweging is die «Ier zoogenaamde E u gn\js ten (letter lijk: rasverbeteraare) en omvat een wijdvertak te organisatie. Haar sfeer van werkzaamheid etrokt zich uit zoowel over de landelijke en spaarzaam bevolkte districten, als over do dicht bevolkte handels- en industrie-centra, alwaar een intensieve neo-Malthusianistische propaganda wordt gevoerd. Districtvorpleegstere, zoogenaam de „health-visitora" trekken er op uit om onder de arbeidersklaseen de beperking van het kinder tal te prediken en de toopassing van onnatuur lijke methoden, welko door den werkmansstand in Engeland tot voor korten tijd werden veraf schuwd. Dezo verderfolijke propaganda hoeft zul ke afmetingen aangenomen, dat op een laatst ge houden bijeenkomst van Katholieke modari te Glasgow krachtige protesten er tegen uitgebracht werden. /Deze organisatie nu tolt den Anglicaanschen bisschop van Birmingham notaben© president van den „Nationalen raad voor publieke moraal" onder haar leidende leden. Deze zelfde bis schop van Birmingham was bet, die indertijd op het „Church congres" to Leicester even onbe schaamd als de hooger genoemde doktér durld© verklaren, dat de Anglicaansche - geestelijken naast de dokters tegenwoordig de kloin6te gezin nen hadden en, dat de „verstandig© werkman, die zijn positie wil© verbeteren" neo-Malthusianis tische geboortembepwking behoorde toe te passen. De „moraal" van dezen gezaghebber der Engel sche Kerk ging niet verder dan dat zij a#sen vernietiging van een reeds bestaand loven ver oordeeld©. Waar eon bisschop van de officieole Engel sche Kerk, die onlangs nog door een bock, geti teld „The control of Parenthood", vol van ufo- Malthusianistisch© theorieën, een inleiding 6chreof, zich aldus uitliet, daar behoeft hot geen verwondering te baren - wij reieveerpn het feit, dat al van een tijd terug dateert, nog even dat ook de „medical officer" van hot ministe rie van volksgezondheid in een lijvig officieel rapport de neo-Malthnsiaan6che methode van z.g. „birth-oontrol" (lees: geboortenbeperidng) als een eerste taak van zijn ministerie meende to moeten voorstellen. Dat dit land, hetwelk reeds zoo'n treurige re putatie hoeft wegens de wijze, waarop de echt- 8clieidingszaken er dag in dag uit met alle sen sationeel© en prikkielende details in de pers wor den behandeld, ook in zijn huwelijkswetgeving nog verder den weg der inzinking op moest- gaan, is mede een treffend teeken van hot moreel be derf, dat aan het gehinte van let eens zoo trot- 6cho Britsche huis aan hot wroeten is. K«emt het drankgplimik toe? De Nat. Commissie tegen het Alcoholisme heeft met de 5 landelijke vakcentrales, een enquête in gesteld, om t© ervaren wat de arbeiders opgeven als hun oordeel over do al .of niet toename van het sterken-drankgebruik in bun kringen, en over den invloed daarop van den moerdieren vrijen tijd. Deze arbeid werd ondernomen naar aanleiding van ©en verzoek, door den minister van Arbeid tot deze corporaties gericht De uitkomst der enquete werd voor eenigen tijd aan den minister meegedeeld. Aan de bij de vakcentrales aangesloten bondon werden voor hunne afdeelingen in 't geheel afge geven 7690 vragenlijsten. Hiervan kwamen, geheel of gedeeltelijk inge vuld, terug: 2025. Op 1393 daarvan werd toename van sl erken drank-gebruik in arbeiderskringen ontkend, op 490 toegegeven, terwijl 142 geen duidelijk ant woord op de betreffende vraag gaven. Do samenvattende eindconclusies van hot rap port luidden: le. De toename van het gebruik van sterken drank in arbeiderskringen schijnt niet zoo groot, dat ze bij een groot percentage onzer rappor teurs (uit dio kringen) verontrusting wekte, al thans vermelding vond (2-4.19 pet. van d© inge komen antwoorden vermeldt ze): 2e. die toename schijnt in de groote 6toden (be halve Amsterdam) ietwat duidelijker aanwijsbaar te zijn, dan in liet overig© deel des lands; 3e. die toename wordt bij jonger© vaker ver meld dan bij oudore arbeiders; 4e. vermeerdering van het geldloon (vooral bij de jongeren, die niet oen evenredig hooger kostgeld betalen) wordt vaker als oorzaak aan gegeven van die toename dan de meerdere vrije tijd- Van degenen die toename ontkenden, wijst eon groot doel het kvrade «orucht aan <k> bowti-ste ot onfewliaf»" bégöftrtè' bij dorden om "terug te men op de verbeterde arbeidsvoorwaarden (meer geldloon. korter arbeidsdag). Ook waren er, di» het kwade gerucht toeschreven aan hot meerder gebruik door de heffe des volk», door O.W.er» c*n freemdeliogen. De toenamo van de proce6ierv-yerba:f te, voor een doel althans, wellicht tc wijten aan het vroo^ ger, dus meer bij daglicht dronken zijn Voor de genen, die toename aangaven, golden ook als oorzaak van die toename: afgenomen moraliteita* of godsdienstzin, to weinig gelegenheid tot ont-< spanning cn ontwikkeling, 6ledi(o woningtoostam den. De aardbeving ia China. Het is beteekener.d voor de afgelegenheid van China's binnenland, zegt de Tologr., dat zoo goed als goen details bekend zijn geworden over de groote aardbeving, die in hot laatst van De cember van het vorig jaar de provincie Kansoa verwoest heeft. In deze verafgelegen provincie verschijnen geen nieuwsbladen, waardoor aan do gebeurtenis een grootero bekendheid zou kunnen worden gegeven. Het plaatselijke nieuws wordt bericht apn dc provinciale besturen en vandaar verder verzonden. In het onderhavig© geval was aan Peking getelegrafeerd, dat or eern aardbe ving had plaats gehad, dat er een groot verlies aan menschenflevcna en oigendymnven te botram ren was en dat enkele plaateen Ln het bijzonder geteisterd fa ren. En lriermode eindigde de zaak voor zoover Poking er bij betrokken was. In den loop van deu lijd kwamen to Peking brieven van zendelingen, waarin modedodingen gedaan wer den omtrent de verschrikkelijk© gebeurtenissen, dio in Kaneoe liadden plaats gevonden. Aan c-cn kleine groep vreemdelingen is dus overgelaten om een weinig licht to doen schijnen over de tragedie, die zich in de binnenlanden van de Chi* noesche republiek heeft afgespoeld. Do vreemdelingen wurgn niet in staat oan het gebied van 15000 vierkante mijlen, dat doof den schok verwoest was, geheel te onderzoeken, doch hun bovindingen k-omen overeen met dio van Arno, rikaansche reizigers. In deze streek, die zich 3000 en 5000 roet bo ven den zeespiegel bevindt, is een bergketen, be driet met lös, doorneden door valleien. Dezo grond is zoodanig geoord, dat hij bij een flinken schok begint te glijden. Dit is ook thans geschied, en daardoor is do grooti le ver woesting veroorzaakt. Vele dorpen en steden a ju onder aanimaesa's begraven. Alk» wat zich ia tl© dalen bevond, zoowel mensch/ön als dierea, is onder de nederstorbende löss bedolven. Gemengd Nieuws In de tram tusechen Schiedam cn Rotterdam imag in de motor wagens nic*. in de voglwagens -we? gerookt worden. Maandagavond eat in den eersten wagcus niet. in de volgwagens wri gerookt leur voldeed aan aijn plicht door (hein te ver zoeken dit na te laten Niels was trouwens voor den passagier makkelijker geweest dan eenvoudig op hest Ibalcon te gaan staan, waar rook en wel wordt toegestaan, of op de eerste halte in den volgwagen over le gaan. Dit ging, naar het schijnt het Legrip van den passagier te hoven; hij antwoordde "den con ducteur met voortdurende hatelijkheden, zoo dat ten slotte dc conducteur wel genoodzaakt was hem to 'verzoeken uit te etappen. liet antwoord wa«: „dat zullen we eens raen" mei een don conducteur toegedienden duw, waar door in "den tram een soort paniek ontstond. Met behulp van eenige passagiers en inmid dels aangekomen politie, werd de vechters baas verwijderd. „Vad." Het kantoor Almelo van de Nationale Bankvereeniging deelt mede, dat de door haar jongsten bediende verforen c-héque die Vrijdagmorgen bij ihet fietsen over de rivier do Aa in bet water was gevallen niet f 13.000 bedroeg, maar elcchlbs f 56.7^. Sedert Donderdag 2 Juni wordt in dc gemeente Soest Vermist de "heer N. Th. Bians oud 29 jaar, ambtenaar ter se cretarie aldaar. Hij is Donderdagochtend naar Amsterdam vertrokken; nadien is van hem geen taal of toeken vernomen. Voor een Londensche rechtbank is een zaak behandeld van een Haagsbhc firma in damoskleeding. tegen de executeurs testamentair van den beer Plath, een Brilsch. officier. De Haagsche firma vroeg betaling van 6623 pond sterling voor geleverde goederen aan de weduwe van een Nederlandsdh officier van gezondheid. Het Week dat de heer Plata op vier-en-twintig jarigen ouderdom wa/i overleden. Hij was zeer gefortuneerd geweest, en was in Holland geinterneerd na den val van Antwerpen in 1914. Voor de jonge wedu- ■m? had (hij zich, naar ter «pTOceasc bleek, zoor veel uitgaven getroost: veer tienduizend pond sterling had hij voor baar kleercn in twee jaar tijd uitgegeven. Zu had rich daarvoor o. m r LUiLLt I UN Eindelijk 't huis. bi Waarneer krijg ilc Foreter le zien?" vroeg aan Abbie, 1-oen zdj na koffiedrinken sa fe naar boven gingen. „Wel, je kunt n vanavond nog zien, als je tenminste et te moe zijt om met me mee te gaan. wilde het. je juist vragen." .Ik wil alles wat jij wilt en van moe- lid weet. ik niets meer af," zeido Esther irendig, verheugd bij het vooruitzicht er- h6 heen te gaan. „Wel nu, dan neem ik je mee naar on- ten Dondcrdagavondbidstond, dat is nu fezo bidstond, zio je, wij zijn allen pudagsGChoolonderwijzere, wij zijn met z'n iftigen en wij slijteu daar menig heer- ik. uur. 't Is of wij één familie vormen, ogal een groote, zul je misschien don- pfe, maar dat schijnt ons Zondags toch iet zooals we uit de groote kerk komen 1 in onze kleine, lieve kapel vergaderen, an schijnt, het ons toe of wij broeders en •filers zijn, die zich in hun eigen huis ®ige o ogenblikken afzonderen om met kaader to spreken en te bidden, voor ze woreld weer ingaan. Beb je Donder- fr-cravond ook een bidstond, Esther?" Bet zou zeer moeilijk voor Esther ge weest zijn te zeggen, welke haar bidstond avond was, daar zij al zoo lang geleden de gewoonte had laten varen er geregeld heen te gaan en er nu bijkans zelfs nooit meer aan dacht. Maar zij kad nog genoeg besef om zich hierover te schamen. Zij begreep wel, dat Abbie doelde op een kerkdijken bidsto-nd en zoo antwoordde zij dus slechts: „Neen, Woensdag." „Op dien avond hebben wij onzen kerke- lijken bidstond ook. Gisteravond kon ik er niet heen gaan, omdat ik je wilde ver welkomen. En Dinsdagavonds hebben wij onze bijbelkiassc." „Ga je dan drie avonden in de wede naar een godsdienstige samenkomst Abbie?" „Ja", zoide Abbie, met kalme verge noegdheid, „is dat niet kostelijk? En ik waardeer mijn voorrechten', dat verzeker ik je; er zijn er zoo velen, die '<t niet kun nen doen." „En er zijn er zoo velen, die het niet willen," dacht Esther. Zij dineerden ndet met de familie, maar gebruikten haar middagmaal een uur vroe ger ort toen begaven zij zich met David, dien Abbie haar lijfwacht noemde, tot ge leide, op weg naar Abbie's lieve, kleine kapel, dat een tamelijk groot kerkje bleek te zijn, zeer fraai afgewerkt en netjes ge meubeld. Die geheole meeting was van het begin tot het einde «en opeenvolging van ver rassingen voor Esther; het begon al, toen zij den voorganger zag en zij zeide half luid tot Abbie: „Uw dominé is dezelfde man, die mij gisteren in het station heeft aangesproken." Abbie knikte haar toe en een glimlach van verrassing verscheen op haar gelaat; nu liet Esthor haar blik weer in 't ronde gaan en begon opnieuw te fluisteren. „Wol, Abbie, daar zit warempel het meisje met do blauwe linten, van wie ik je vertelde, in de derde bank van voren." „Dat," zoide Abbie,- opziende, i,dat is Fanny Ames, een van onze onderwijze rossen." Nu begon Esther onder de jonge man nen, die snel de voorste rijen van den lin kervleugel vulden, naar Forstor te zoeken. „Ik denk, dat het die is met zijn bril en die bruine glacó's, zeide zij tot zich- .zelve, terwijl zij den bedoelden, persoon nieuwsgierig opnam. Als om -haar scherp zinnigheid te boloonen., rees dezo plotse ling op, kwam met zijn book in de hand naar de plaats ,waar zij zaten en bleef voor Abbio staan. „Goedenavond Abbie", zoo luidde zijn groet. „Wij wilden dezen lofzang zingen, maar wij hebben de noten niet. Kun je den zang leiden, zonder dat je muziek voor je hebt?" „Och ja," antwoordde Abbio buigzaam en eenigszins aarzelend, „dat wil zeggen, als je mij helpt." „Wij zullen allen meehelpen", zeide hij glimlachend en keerdo naar zijn plaats terug. „Ja, die moet het wel zijn," was Esthers commentaar; toen begon de bidstond; het was iets geheel ongewoons; tenminste één persoon in de vergadering had nog nooit iets dergelijks bijgewoond. De voorganger zocht geen hoofdstuk uit van behoorlijke lengte, zooals Esther meende, dat alle dominé'e deden, doch hij las maar drie verzen; ook rees hij niet van zijn stoel op of maakte gebruik van den groeten bijbel, die op den lessenaar lag, maar hij las voor uit een klein bijbeltje, dat hij uit den zak haalde. Toen hief do man met den bril een lofzang aan; „dat is zeker het lied, waarvan zij de muziek niet hebben," dacht Esther, omdat Abbie cok oadelijk inviel. „Welnu", zeide de voorganger op opgc- wekten toon, „voor wij one in he: gebod bogeven, wil ik yva&ea of één van u ook wcnscht. dat -w>j voor iemand in het bij zonder bidden. En no-g voor hij uitgesproken hart. ant woordde een jonge man: „Gedenk in uw gebed een jongen uit mijn klasse, die ge neigd is ieder ernstig gesproken woord m een bespottelijk daglicht te stellen." „Wat raar, om daarvoor te bidden, dacht Esther. „Gedenk ook mijn kleinen broeder, die ernstig over zijn zieleheil nadenkt," zeide een ander heer snol, alsof bij begreep, dat hij zich haasten moest, omdat de gelogen- heid anders voorbij was. „Bid voor mijn goheelo klasse; ik zou ze allen zoo graag behouden zion." Nu schrikte Esther werkelijk, want dat ver zoek kwam uit den mond van Fanny mot dc blauwe linten, die in een hoekje zat. Een dame, die haar stem verhief in oen bidstond, waar ook lieeren tegenwoordig waren! Boe ongepast! Zij kook zonuw- aehtig om zich heon, maar or was nie mand, die in 'het minst verbaasd of vor at/oord scheen; integendeel dadelijk volgde oen andere jonge dame Fanny's voorbeeld on kwam mot een dergelijk verzoek voor den dag. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 5