Dagblad voor Leiden en Omstreken.
COURANT
.BONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
NAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
KWARTAAL 12.50
WEEK10.1»
ICO PER POST PER KWARTAAL 12.90
2de JAARGANG. - MAANDAG 18 APRIL 1921 - No. 320
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
achturige arbeidsdag.
hebben beloofd terug te 'komen op
ngezonden stuk van den heer A. J.
ïeveld in ons nummer van j.L Vrijdag.
or wij op wat hij schreef nader inj
r moet ons allereerst een opmerking
tiet hart.
sommige kringen bestaat de gewoon-
n ben met wie men 't niet geheel eens
n zeker et.iquet op te plakken,
inneer iemand den moed heeft niet
5s mee te zingen in hot groote koor
r oen eenigszins afwijkende meening
x te houden, dan staat men onmiddel-
feereed met. het etiquet „conservatief"
•eactionnair".
t komt ons voor dat men in onze krin-
beter deed, doze uit het roode kamp
jenomon gewoonte niet te volgen.
heer Trool6tra heeft, eens gezegd dat
ieder op zijn beurt do conservatief is
clen ander.
i heer Schoneveld zal dit als vak
lui gingsman ook wol eens hebben
rvonuen eu daarom ueed hij o. i. be-
>ij eventueele meening6verschillen aan
etiquetten-plakkerij, die alleen op den
nnnervlakkiden toeschouwer eenigen
ik kan maken niet mee te doen en hen
lij alle waardeering van het goede dat
irbeidswet biedt, toch ook voor de be-
cod nel oog wouschen te 6luitenj
dadelijk ale reactionnairen den voi^r
te 6tellen.
ij hebben behoefte niet aan eti-
1.1 e n, maar aan argumenten.
i nu tor zake.
..u«i v. .j j,urnen met een misverstand
lm weg te ruimen,
ij 6chreven de vorige week o.m.:
iokiaagd wordt over den achteruitgang
et bedrijfsleven, over de wijze waarop
►verwerk regeling is opgesteld, enz."
jj nader inzien blijkt dat hierin onze
ding niet geheel juist is weergegeven,
xkield was te zeggen, dat vooral in
and met de malaise die overal in het
fijfoleveai wordt waargenomen van
riuiiende zij don ernstige bezwaren- te-
den achturondag naar voren worden
adit.
u zegt de heer S. dat het onmogelijk
p achteruitgang van het bedrijfsleven
gevel g van den verkorten werkdag
reeds lo constateerem en dat al die he
ren. en al die klaagtonen niets om het
•hebben.
rij komen hierop nader terug en zullen
aanioonen dat de inzender zich van
belangrijke en ingewikkelde vraagstuk
wat al te gemakkelijk afmaakt.
w«. ^..-usaiL'ii in lal van bedrijven een
sterke malaise valt waar te nemen,
ook de heer S. niet willen en kunnen
tonnen.
ra dit te bewijzen vestigen wij de aan-
bt op de „Nederlandsohe Nijverheid",
;orgaan van het Verbond van Ned. Fa-
rawten dat ons juist dezer dagon in
den kwam.
let tal va-n voorbeelden wordt daarin
getoond, dat do Nederiandsohe indus-
m een critiek stadium is gekomen,
an do steenindustrie en aam
R'ante vakken heet hot., dat men zeei
■k de-gevolgen ondervindt, van de bui'
[andsche concurrentie,
ialkza/idsteen bijv. wordt met inbegrip
do vracht gebvrl tegen 2/3 yön dm
lerlandschen prijs. Fel gis he eceenen
'den eveneens regen lager prijs aango
rd, met hot gevolg dat Je uitvoer vrij-
ftóhre' i: stingo»:
Ie loodwitindustrie verkeeiT
wel in dfezeilde inii;»u'Xduigii«.u.u.
)e sigarenindu s' e ondervindt
in hooge mate den invloed van de daling
van het verbruik en do lagere loonen in
Duitschland.
De leder- en schoenindustrie
hebben mede met groote moeilijkheden te
kampen, doordat Duitsoho on andere fa
brieken gaan impcrrteereu naar Nederland.
Ook de machine-industrie heeft
reden tot klagen wat duidelijk blijkt uit
het feit dat de levering van een ijzeren
bekapping eenor in aanbouw zijnde fabriek
werd gegund aan een Duitsche firma ad.
32 et. per K.G., een prijs, die lager is.
dan de kosten van het materi
aal in Nederland.
Onzo hoedonn ij verheid moet het
tegen do Duitsche concurrentie linaal af
leggen.
De grondstoffen voor de zeepindus
trie worden, voorzoover zij door Duitsch-
land en Oostenrijk geleverd worden, hou t
in prijs gehouden. Gevolg hiervan en van
het. verschil in arbeidsloon is, dat hier te
lande uit Oostenrijk zeep wordt aangebo
den tegen een prijs van f 1.30 on f 1.40
die aan zelf kosten hier te lande op f 2.25
zou komen.
Wij deden slechts enkele grepen.
Maar waaruit toch wel duidelijk blijkt,
dat onze industrie' wat trouwens een
bekend feit is met ernstige moeilijkhe
den hoeft te worstelen.
Het gaat dus niet aan, zich met een:
„de werkgevers klagen altijd" of een „al
die klaagtoonen hebben niets om het lijf"
van deze, inderdaad zeer ernstige ver
schijnselen af te maken.
Natuurlijk gaat het. evenmin aan, deze
moeilijkheden zonder meer te schrijven op
rekening van de Arbeidswet en den verkor
ten werktijd.
Dat zou in hooge mate onbillijk zijn.
Maar dat de verkorte werktijd de moeilijk
heden voor verschillende industrieën ver
groot, valt toch ook niet te ontkennen.
In een volgend artikel, hopen wij dit dui
delijk te maken.
STADSNIEUWS.
Bevestiging en intrede Ds. J. TV. Groot Enzerink.
Gisterenmorgen had in de Pieterskerk do beves
tiging plaats van Ds. Groot Enzerink aJs predi
kant bij de Ned. Horv. Gemeente alhier, in do
vacatur e-Dr. Schokking.
Als bevo6 tiger trad op Dr. J. Schokking, die
nadat gezongen was Psalm 84: 1 en 3, en gelezen
Jesaja 52 in gebed voorging.
Alvorens tot de prediking des Woords over te
gaan, richt epr. tot den nieuwen leeraar een woord
van welkom daarbij herinnerend aan Z.Eerw.'s
afscheid te Leeuwarden waar zooveel banden
moesten worden verbroken en zooveel blijken van
fiefdo ©n aanhankelijkheid, Ds. Groot Enzerink
mochten ten dool vallen.
Tot tekst werd gekozen Jesaja 52: 7. „O hoe
liefelijk zijn op de borgen de voeten desgenen
die het goede boodschapt die den vrede doet hoo-
ren, desgonen die goede boodschap brengt van
het goede, die heil doet hooren; deegenen die tot
Sion zegt: Uw God is Koning!',
Na in het kort het tekstverband te hebben toe
gelicht, waarin do profeet na den nacht van Is-
raëls druk- eerst door Assur, daarna door Ba-
bylonië een heerlijk perspectief opent, waar
door hij in verrukking komt en jubelend uitroept:
O hoo liefelijk zijn op de bergen de voeten des-
gonen die hot goede boodschapt, die het heil doet
zien die van vrede sproekt, bepaalt Z.Eerw. zijn
gehoor bij de beteokenis van den prediker in hot
kerkelijk levon.
De prediker is do boodschapper van hot leven
de woord Gods".
Er zijn zoovele boodschappers in onze dagen,
boodschappora die spreien van een horschepping
der wereld in een Paradijs.
Boodschappers dio uit zich zelf komen!
De ware boodschapper is hij, die gezonden
wordt door God zelve en levensgemeenschap mot
Hem heeft.
Nadat gezongen is Gezang 36: 2 en 5 wordt
overgogaan tot voorlezing van het boveetigingB-
formulier, waarbij door Ds_. Groot Enzerink op
de gestolde vragen, mot holder® duidelijke stem
wordt geantwoord.
De gemeente zong staande hierop den hieuwen
leeraar toe liet 3e vers van Gezang 91, waarna
Dr.-Schokking nog een persoonlijk woord tot den
nieuwen Prediker richt, waarbij hij zegt dat niet
aan hem de bevestiging word opgedragen omdat
dit do vacature-Schokking gold, maar omdat tus-
6chen hem en Ds. Groot Enzerink al sodert jaren
een band van vriendschap bestaat.
Spr. had niet gedacht dat Ds. G. E. de gemeen
te van Leeuwarden zou verlaten. Dait.i6 voor U
een offer geweest. De gemoente daar had U lief
daarvan getuigt de aanwezigheid van een aantal
Friezen, die daarmede blijk geven van hunne war
me liefde tot U.
Uwe positie te Leouwarden was een geheel an
dere als welke gij hier zult hebben in te nemen.
Daar alleen staande komt gij hier in een kring
van predikanten,, waar wol schakeering onder is,
maar die toch één in .streven zijii.
Moge Uw prediking zoo zijn, dat de Gemeente
U mogo verstaan.
Hij die riep, is getrouw!
En moge het ook aan U vervuld worden dat
het Woord Gods niot lodig zal wederkeoren.
En gij gemeente, ontvangt bom als van God
gezonden.
Niot als predikhnt van een bepaalde groep of
vertegenwoordigende een zekere richting, maar
ontvangt hom indien Hocro!
Als slotzang werd gezongen Psalm 72: 12.
's Avond te zes uur toen Ds. Groot En
zerink zijne intrede deed was de groote Pie
terskerk overvol.
Nadat gezongen was Ps. 122: 1 en 3, gelezen
een gedeelte van 2 Tim. 2, en Ds. Groot Enze
rink in gebed was voorgegaan, sprak hij een in
leidend woord waarin 6pr. herinnerdo aan het
afscheid van Ds. Hoogenraad, oen week geleden.
Sterke liefdebanden moesten toen verbroken wor
den.
Thans staat hier een prediker die men alleen
Van geruchte kent en «Uc- Lioln ijowAiai is, dat liij
die liefde niet vragen mag.
De vorige Zondag was ook voor spr. een dag
van scheiding. Met groote moeite heeft hij zich
van de gemeente to Leouwarden, waar hij hon
derden en honderden vrienden heeft, losgemaakt.
Hij ziet hier onderscheiden trouwe Loeuwardor-
vrienden m wier hart groote droefheid is. Maar
spr. zelf ziet hen ook met groot-en weemoed.
Vele jaren lang heeft men 't goed gehad mét
elkaar; met dankbaarheid gedenkt hij aan den
zogen op zijn arbeid en aan de niet te evenaren
trouw die hij in Friesland mocht ondervinden.
Dit moet hem van 't hart.
Waarom drt gezegd wordt?
In de ©ereteplaats zegt spr. omdat ik niet. wil
vergeten wat achter is, waarin ik Gods hand
mocht zien cn wat mij moed geeft om mijn taak
hierwaartegen ik heel erg opzio te aanvaar
den. Hij is overtuigd dat God hem ook hier voor
zijn arbeid zal sterken.
Maar in do tweede plaats wijst spr. hierop op
dat de Gemeente goed zal weten dat hij een groo-
cffer bracht, toen hij wat niemand verwacht
had de roeping naar hier aannam. Spr. zegt dit
opdat verslaan zal worden dat hij komt in ge
hoorzaamheid aan zijnen Zender. God heeft hem
dozen weg gewezen en spr. heeft na bangen en
moeilijken 6trijd gehoorzaamd, vertrouwend dat
God aUeon weet, wat goed is voor Zijn Kerk.
God geeft niet altijd hot liefste, maar hei
beste. Spr. is gegaan als Abraham, niot we
tende waar hij komen zou.
En zoo aanvaardt bij dan ook met groote op
gewektheid zijn werk in deze Gemoente, waar
hij voor de eerste maal de boodschap des ïïeila
wen6cht te brengen volgens 2 Tim. 2: 8a:
„Houdt in godachtonis dat Jezus
C h r i 6 t u s uit de dooden is opgewekt".
Spr. behandelt achtereenvolgens tot wie cn
waar dit gezegd wordt, wat dit woord goeft
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEWONE RB GEL ICL22 1/1
DES ZATERDAGS !O30
INGEZONDRSN RECLAMES DUBBEL TARIBS
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 ceel,
bij vooruitbetaling
voor 't heden eu wat het belooft voor de
toekomst.
Paulus spreekt hier tot zijn geestelijken zoon,
met wien hij zich met banden des geloofs ver
bonden weet. Met weemoed" denkt hij aan hen
die afvallig werden, die ontrouw zijn geworden.
Daarom roept hij Timotheus toe: Bewaar het
pand u toebotroirwd.
Dit woord heeft ook tot ons wat te zeggen.
Het is gericht niet tot de kinderen der wereld,
maar tot hen die weer gestaan hebben bij het
Kruis van.Christus en die getoefd hebben in den
hof van Jozef. Het gevaar is zoo groot dat wij
er een niet goéd gefundeerde vroomheid op na
houden, dat or is een v a 1 s c h o gerustheid.
Rechtzinnige gemoente van Leiden, zegt 6pr.,
bczio uwe hope, graaf eens aan do fundamenten,
hoedt u voor 't gevaar van in te sluimeren:
houdt iu gedachtenis dat Jezus uit de doodén is
opgewekt.
Paulus hooft velerlei redenen om dit woord te
spreken. Gods weg schijnt vaak zoo donker in
dit moeitevolle-leven; het. kruis kan soms zoo
zwaar drukken cn evenals aan Timotheus ver
drukkingen wachten, zoo hebben zij dio aan'het
Woord Gods vasthouden altijd tegen den stroom
op te rooien. De tegenstand is vooral in onzo
revolutionaire dagen vaak zoo 6terk, en daarom
is 't zoo noodig dat wij vasten grond onder de
vootcn hebben, dat wij in gedachtenis houden dat
Jezus Christus uit do Aoodon is opgewekt. Wie dit
loslaat, is alles kwijt.
Eeu do o de Heiland, be teekent oen dood
Christendom, maai am lovende Heiland oen le
vend Christendom. Jezus leeft. Hij is opgestaan
cn daarom kimn n do poorten der hel do gemeente
niet overweldigen.
Dit is van groote beteokenis voor het g e li e elo
leven. Immers, Oo bloeitijd van het Calvinisme,
was de bloeitijd van kunsten eu wetenschappen
van handel en nijverheid.
Do boste Christ? kt. zijn 'ook do beste burgers,
niot omdat zij betere -menschcn zijn, maar om
dat zij in Christus nieuwe schepselen zijn gewor
den. Een waarachtig geloof bestaat niet in woor
den, maar openbaart zich ook in kracht.
Bij alle moeiten des levens is er de zekere
troost, dat Christ as, de Borg, aan alle oischen
van Gods wet heeft i oldaan en dat Hij leeft.
Ook voor de toekomst opent zich hier een
heerlijk perspectief.
In Paulus is een man aan 't woord dio aan
'i einde vau zijn leven staat, zonder vreos, om
dat hij mot Christus gestorven is en opgewekt.
Sterven zullen wij allen. En daarna volgt het
oordeel.
Maar als Christus in ons leven mag en in ons
gestalte mag ontvangen, dan kan al 't andere dat
God met ons doen wil goed zijn.
Ons eigen ik moet- sterven, opdat Christus iu
ons love.
Christus heeft overwonnen. Hij is opgewekt.
Houdt dat iu gedachtenis.
Voor hen die aan 't Kruis voorbijgaan is dit
een harde waarheid, want Christus komt torug
om to oordoelen...., maar hen, die in gedachtenis
houden dat Jezus Christus is opgewekt, wacht
de Kro'onmet brandend verlangen mogen zij
uitzien naar do komst van Hera die dood was
maar nu leeft.
Na het beëindigen van dezo predikatie richtte
De. Groot Enzerink zich aller eerst tot de Over
heden dezer 6tad. Hët verheugt hem, dat er
onder hen velen zijn, die weten dat volk alleen
goed geregeerd kan worden als do overheid geleid
wordt door de beginselen van Gods Woord. Spr. bidt
de Overheid Gods zegen toe en spreekt ook do
hoop uit dat de Burgemeester uit zijn
krankheid raag worden opgericht en teruggebracht
tot zijn gezin cn arbeid.
Aan zijn bevestiger, Ds. Schokking brengt
epr. een woord van dank, dat hij hem tot zijn
arbeid heeft willen inleiden. Hij gevoelt hoe
moeilijk het is, opvolgor te 2ijn van een man als
Ds. S., die in velo opzichten ver boven hem staat.
Maar ook in Leeuwarden, waar hij de plaats van
Dr. Wagenaar had in te nemen ia spr. mot groo
t-en schroom begonnen. Zijn arbeid daar werd
echter rijk gezegend en dat heeft hem moed eoi"-
Aan het Zoeklicht.
Leiden, 18 April 1921.
Het moment van den dag is zeker wel
de fusie van niet minder dan zeven vrij
zinnige groepen.
Zaterdag bad de groote bruiloft plaats.
Bij zoo'n bruiloft, het spreekt vanzelf,
behooren Ook yeel gasten.
Nu wat dat betreft was do zaak in orde.
Do feestmaaltijd was volgens Mr. Dres-
-selhuis de grootste, die naar menschen-
-lieugenis in Amsterdam gehouden werd.
Het aantal gasten bedroeg maar even
450.
En Y rooi ijk dat "het er toeging!
He,t hoogtepunt van den avond was vol
gens de verslagen de tafel speech van den
heer Henri ter Hall, de man van de ex-
amusements-parlij en de zang van... de
heer en mevr. Speenhof.
Zij zongen een lied op den Vrijheids-
Lond, aldus:
„Een naturel ijk verschijnsel
Zien wij in den Vrijheidsbond.
Hoes verbaast anen z'ich er over,
Dat 'hij al niot lang bestond".
Is het wonder dat er in den lande groote
geestdrift is voor dit ..naturelijk verschijn
sel" en dat de verwachtingen hoog gespan
nen zijn?
OBSERVATOR.
ven om naar Leiden te gaan. Het verblijdt hem
dat Dr. S. hom bij de gemeento heeft willen in
leiden goedkeuring van menschen is wel niet
noodig, maar het kan toch sterken en bemoedigen.
Dank wordt ook gobracht aan Ds. B o i s s e-
vain die zoo welwillend hot bovestigingswerk
heeft afgestaan.
Vervolgens richt 6pr. zich. tot zijne ambts
brood e r s. Jarenlang was hij in Leouwarden
en in den geheelen ring de cenige rechtzinnige
predikant. Dat zegt hoel wat. Zijn positie waa
geen gemaldcelijke. Wat spr. daar miste hoopt hij
in dezen kring te vinden. Laten wij, zegt hij, el<
kaar ten zegen mogen zijn en samen arbeiden
aan den opbouw der Gemeento van Jezus Chris
tus.
Een woord van vriendelijke begroeting wordt
gericht aan de leden van den Kerkeraad, wio
spr. loewooscht steeds getrouw te zijn iu net zoe
ken van do eere Gods; oen woord van dank aan
do loden van het Kiescollege voor het in
hem gestelde vertrouwen; een woord van bemoe*
diging tot de ledon yan de G c m c 0 n t e-c 0 m-
missie en de_heeren Notabelen die in dezo
dagen een zeer moeilijke taak hebben to vorvul-
len.
Vervolgens richt spr. zich tot hooren profes
soren en étudonton, voor wie toch ook
geldt dat er maar één wog is om zalig te worden;
Jezus Christus, die van do dooden opgestaan is;
tot do godsdienstonderwijzers op wier
modewerking hij oen beroep doet; tot de orga
nisten, do voorzangers, do kosters en
de collectanten, dio ieder op zijn plaats
werkzaam zijn in den dienst der Gemeente; tot
Da. Boissevain die zich zulk oen welwillend
gastheer toonde en dio de vacante wijk van Da.
Schokking bearbeidde; tot de ouderlingen Bot
en Verhoog, do medearbeiders in zijn wijk;
tot do verschillendo vrienden die alles hebbea
gedaan oan zijn komst naar Leiden to vergemak
kelijken; tot de vrienden van buiten van nabij cn
yan heol uit de verte; tot zijn eenige broeder,
met uien hij samen God raag dienen; tot do
vrienden uit Leeuwarden van wie hij mot zooveel
moeite- scheidde.
Tenslotte zegt spr.: Gomecnto van Lolden:
daar hebt ge ioij. Als 't bij ons alleen om Gods
Wioord gaat, dan zullen wij 't goed bij elkaar
hebben. Met den wensch dat hij hie. rag
mag vinden voor de liofdo en hartelijkheid in
Leeuwarden achtergelaten, worden do toespraken
besloten.
Nadat Ds. Groot Enzerink den zogen heeft uit
gesproken zingt do scharo hem slaando toe: Dat
's Heoron zegen on TT don'
r luill fc.i ui^
Langs den afgrond.
S)
,Ik bon het niet met u eens", zeide Paul,
ir de deur gaande, „ondervinding, hoe
hlijk ook, ie dikwijle de beste leer-
estor", en zijn hoed nemende begaf hij
h in do avondschemering naar buiten.
j was ten prooi aan een geweldigen
wsfcrijd. Wederom doorleefde hij eene
sis in rijn leven. Wederom stond hij op
tweesprong, niet wetende welken weg
gaan moest.
.Was het zijn plicht, zoo vraagde hij
'h zelf af, was het zijn plicht David te
an zoeken de pleegbroeder, die hem
stolen, die hem zoo menigmalen veron-
lijkt had?
Moest hij zijn tijd en zijn geld ten offer
en gen om iemand te zoeken, die niet
mschte gevonden te worden, en die geen
it had om den goeden weg op te gaan?
nest hij voor onbepaalden tijd eene hoop
•geven, die hem meer waard was dan het
ren, ja, misschien voor altijd de gelegen-
ad v-oorbij laten gaan om Abigail's hand
winnen? Moest hij zich zelf dan altijd
[or anderen opofferen? Moest David een
Ijvend kruis voor hem zijn?
Ier wijl dergelijke overdenkingen hem
bc7itrhielden, was hij de laan, die langs
Rosevallion .voerde, door gegaan, en had
hij ue duinen bereikt. De frissche zeewind
streek hem thans langs de gloeiende sla
pen. Hij had tor nauwemood een blik ge
slagen op het hem zoo welbekende huis.
dat daair nu eenzaam en verlaten lag, te
midden van den verwaarloosden tuin. De
invallende duisternis belette hem niet ver
der te gaan. Hij liep steeds door, totdat
hij den rand der duinen hadberreikt en
hij de zee aan zijne voeten hoorde raischen.
Hier wierp hij .zich lang uit op bet gras,
en deed zijn best om tot een besluit te ko
men. Daar ginder was de rotspunt waar
hij en Abigail eens door den vloed waren
overvallen geworden. Hoe lang scheen dat
wel geleden! Hoe veel had hij sedert dien
tijd niet doorleefd! Daar was de strijd des
levens pas begonnen, die voortdurend hee-
ter was geworden, en waarin hij thans
dreigde te bezwijken. "VVat moest hij doen?
Toen was het hem op eens, alsof uit de
diepte der zee eene stem tot hem kwam,
welke de woorden lierhaaldo, die jaren ge
leden zulk een diepen indruk 'op hem had
den gemaakt:
„Geen kroon zonder kruis, geene over
winning zonder strijd, geono hoerlijkheid
zonder voorafgaand lijden."
Onwillekeurig schrikte hij er van, niet
begrijpende hoe juist deze woorden hem
thans voor don geest kwamen.
Moest hij de hoop van zijn leven, de
wensch zijns .harten opgeven ter wille van
iemand dien hij innerlijk verachtte?
Neen, het kruis was to- zwaar, de last
te groot om te kunnen dragen. Slechte een
paar unr geleden had het leven hem een
schoonen droom toegeschenen, had hij zich
zoo licht gevoeld als een vogel.
Na jaren van wachten en verlangen, van
hopen en wanhopen, scheen de droom zijns
levens werkelijkheid te zullen worden. Nu
was alles weer donkor en onzeker.
Het gesprek met zijne pleegmoeder had
al zijne vreugde verstoord.
Geruimen tijd bleef hij in gedachten ver
zonken, hij wiet zelf niet hoe lang, maar
eindelijk sprong hij overeind, en stond eene
poos op don rand der klippen voor zich
uit te staren. In de verte zongen de golven
haar klagend lied, en nog altijd klonken
uit de diepte der zee 'hem dezelfde woorden
tegen:
.,Gcen kroon zonder kruis.'
„Neen", riep hij de vuisten ballende, „ik
kan het niet doen. Ik heb veel voor David
over, maar dit niet, dit niet."
rite Wliiij; gêné men Ie hebben, keer
de hij zich om, on nam den terugweg aan
Doch de strijd w-as nog niet geëindigd
„Voordat hij zich ter rus to begaf viel hij
op UO kluOc-n CU UUU Jjau. um
ten einde te welen wat recht was, en om
kracht, opdat hij zou kunnen dragen, wat
hem opgelegd werd. Eerst was alles duis
ternis rondom hem, en scheen de hemel
mn koper; maar eindelijk week de duis
ternis, en brak het licht door de welken.
Het was lang na middernacht voordat
hij zich to bed begaf, maar 'toen was er
vrede in -zijm hart., en lag er een rustige
glimlach op zijn gelaat. Hij had den strijd
gestreden en met Gods hulp de overwin
ning behaald.
„Moeder", zeide hij den volgenden mor
gen, terwijl hij haar een kus gaf, „ik zal
doen wat gij verlangt. Ik zal David gaan
zoeken.
HOOFDSTUK XXXVIII.
Gezocht en gevonden.
Hot zou ons te ver voeren, indien wij
Paul gedurende do eerste negen maanden
wilden volgen.
Hij leende niets van Londen, niets van
het leven in een groote stad. Hij bevond
zich op een geheel onbekend terrein. De
ontzettende drukte op straat; die tallooze
straten zelf; do verblijfplaatsen van zonde
en ellende; do vergulde ondeugd; do ver
borgen hinderlagen, de ongedachte gevaren
uut alles w uo UCiu vieuuü.
Maar hij bezat "een groote mate van ge
zond venstand, moed en geduld, oh hij was
dus- niet bevreesd voor hetgeen hem te
wachten stond. Nu hij eenmaal oen vast/be
sluit had genomen, liet hij zich door nieta
van zijn voornemen afbrengen.
Met vasten wil onderdrukte hij zijn eigen
wenschen, verharde hij zijn hart tegen zijn
eigen verlangen, en zette zich aan het werk
met het onwrikbare plan al het mogelijke
te zullen doen om David terug te» vinden:
Zijne moeder vernam met blijde verrassing
zijn besluit. Tech gevoelde zij wel eonig
zelfverwijt, want bij ernstig nadenken
moest zij begrijpen, hoe zwaar het offer
was, dat hij bracht. En dat offer bracht
hij ter wille van iemand, doo-r wien, en om
wien hij voortdurend onrecht te lijden had
gehad. En toen zij de handelwijze van haa«
pleegzoon vergeleek met haar eigen ge
drag haar leven lang, kon zij een brandend
gevoel van 6chaamte niet onderdrukken.
(Wordt vervolgd).