Dagblad voor Leiden en Omstreken. stadsnieuws: GHE COURANT flit ABONNEMENTSPRIJS 31 IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAK AGENTEN GEVESTIGD ZIJN lCl|EB KWARTAAL 12.50 S9ÏEE WEEK10.1» 'BANCO PER POST PER KWARTAAL 12.00 2de JAARGANG. - VRIJDAG 15 APRIL 1921 - No. 318 BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 AUVfcRlENTIE-PRIJS TER GEWONE REGEL 10221/> DES ZATERDAGS IO30 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF KLEINE ADVEBTENTIB3 tui hoogstel» 30 woorden 50 cent: Zaterdnga 75 cent, bij Toornitbetaling öiaaisvooguij. Dat bij de regeling van den leerplicht rel degelijk de bedoeling voorzit de staats- oogdij uit te breiden en de ouders van iun plaats te dringen, bleek Donderdag ij de behandeling van een amendement, m de leerplicht ook te doen gelden voor et z.g. buitengewoon lager onderwijs. Er zijn helaas tal van kinderen, die hot ewone onderwijs- niet kunnen volgen. Achterlijke kinderen, geestelijk niet ormaal, beklagenswaardige schepselen &ak. Op de gewone 6cbolen zijn zo meestal en .chzelf en den anderen leerlingen tot last Toch heeft de practijk geleerd dat ook oor deze kinderen behoorlijk, geheel op unne eigenaardige behoeften ingericht on- prwijs nog van veel beteekenis kan zijn» Vandaar dat we hebben gekregen bui tgewone scholen. i En met blijdschap mag het geconsta jerd hot waren alweer de voorstander* an Christelijk onderwijs, die ook 'hk| 'eer voorop gingen. Mot groote geldelijke opofferingen vaalc Terwijl zij die zoo den mond vol heb en van goed onderwijs, en die de tegen» landers van den leerplicht bij voorkeur Is „dompers" brandmerkten, op dit ge- ied niets tot. Stand brachten. Toch werd juist van die zijde een poi ing gedaan om ook het buitengewoon on- erwij6 verplichtend to stellen. Van Rijkswege moesten dan maar overal «richtingen worden gesticht, waarin de leinen dan zelfs tegen den wil van hunne "Riders konden worden ondergebracht. A Met de wonschen en verlangens van de Jlidere behoeft niet te worden gerekend. De almachtige Staat kan immers alles mag immers alles! De kinderen behooren toch in den grond er zaak niet aan de ouders, maar aan den nat., die hier de eer* Geluidei g is dit amendement Eet werd bestreden niet op principieele, aar dan toch op practische gronden. Bovendien deinsden sommige ijveraare >or den leerplicht van deze consequentie snog terug. Intusschen had dit amendement dit oor- «el dat het ware karakter van den -leer- icht daardoor nog eens duidelijk in het 'ht werd Inwendige Zending. Gisteravond trad voor do Chr. Geref. Ver. or Inwendige Zending „Filippus,,, Ds. A. M. irkhoff van Utrecht in do Chr. Geref. Kerk al- er op met het onderwerp „hot Witte Paard". Hot kerkgebouw was geheel gevuld toen de oratter van „Filippus" de heer D. Kruit, na rt gezongen was Ps. 19 vers 5 het samenzijn ende met gebed en het lezen van Matth. 24 n vore 1 tot 14. r^Hij sprak namens de vereeniging zijn blijd- ■virhap uit dat zoo velen waren opgokomen en vaft n belangstelling blijk gaven. K/ujHij hoopte dat het woord dat gesproken zou •sijSrden in goede aarde zoude vallen, en dat hot Kor allen ©en rijk gezegende avond mocht zijn. «erna gaf hij het woord aan den spr sr van do- oh avond, die onder hot zingen van Ps. 25 vers j|den kansel beklom. ipr. zou oen redo houden over het witte paard .r aanleiding van Openb. 6 vers 1 en 2. iVij leven aldus begou hij te zoggen, in een onderen tijd en onder do kenmerken daarvan ook de drang die algemeen wordt gevoeld tot ;elisatie. jNog niot zoo heel lang geleden zagen wij uit hoogte neer op het werk van het Leger des >ils, om in stegen en sloppen te gaan en overal in de onmogelijkste plaatsen het Evangelie brengen. Do kerkdeuren 6tonden immers wijd ons open en iedereen kon komen, niemand rd verhinderd binnen te gaan. Dio tijd is voorbij, in Horv. en Geref. Kerken, overal is een drang naar Evangelisatie. Sprekor zou tweo vragon stellen, en wel „waar uit is die drang to verklaren", eu „waartoe noopt ods die drang." Is die drang_to vorklaren uit behoudzucht, een angst voor afbrokkeling. Neen, dat is het niet. Er werkt oen geostelijko factor. Het eerste van de zoven zogolen is goopend, en het witte paard rijdt uit, overwinnende, en dat is. de drang tot het werk der Evangelisatie. Steeds is door de uitleggers der Schrift het voorgesteld alsof het boek dor Openb. ons in vo gelvlucht liet zien den tijd van de Hemelvaart tot de wederkomst van Christus, doch het we reldgebeuren heeft dit 6teeds gelogenstraft, ro den waarom velen het boek dor Openb. maar heb ben gesloten. En nu heeft God niet het minst na 1914 zooiets vreoselijks gewerkt en werkt Hij nog steeds tht onze ooren klinken. En nu komt eon andere opvatting naar voren. Het zal zijn ©en machtig visioen dat ons hc-t laat ste van het oindo doet zien; datgeno wat voor bereidend werkt voor do wedorkomst van Chris tus God, zittende op Zijnen witten troon, en in Zijn hand oen vorzogelde rol beschreven van bin nen en van buiten. Wie zou die rol openen? Al leen het Lam dat geslacht is, was waardig die zegelen te verbroken en de rol te openen en na het vorbreken van het zevende zegel was daar do niouwo hemel en do niouwo aarde. Doch Christus heeft gezegd, het Evangelie zal aan alle volken verkondigd worden, en dit ver klaart den drang tot Evangelisatie onder heide nen, onder Joden en onder het volk dat nu nog een deksel voor hot aangezicht hooft. Thans is het begin van het oinde aangebro ken, doch aan den Heore laten wij over hoelang die zijn zal. Het zovendo zegel zien wij overgaan in zeven bazuinen, en de zovende bazuin gaat over in ze ven violen, en als de ontwikkeling van het we reldgebeuren in 25 of 50 jaren zoo doorgaat in hot tempo van heden, wie weet, hoever wij dan al zijn, God alleen is dit bekend. Doch gelijken tred met den voortgang van het wereldgebeuren houdt ook do steeds toenomendo drang naar de Zending. cHot Witte Paard rijdt uit, en het rijdt door de gohoelo aarde ook door do Joden en ook door de gedoopte Heidenen. En lijkt het or wel naar of dit paard zal over winnen? Neen, het lijkt er niet naar, en toch zal het overwinnen. Naarmate het uitrijdt waarachter do satan nog een ander wit paard ziet (Openb. 9) maakt hij zich op dit paard togen to houden. Hij is bezig het paard in de verzenen te treffen, opdat zijn berijder ter aardo zal storten, doch dit zal hem niet gelukken. En hom die daarop zat word een boog gegeven en hij treft mot zijn pijlen, dio hij neemt uit den pijlkoker des Evangelies om to schieten naar allen, ook naar Joden en Heidenen en al treffen alle pijlen geen doel, en al schijnt het dat het witte paard niot overwint, later zien wij het reeultaat, hot Evangelie heeft overwon nen, hot wint altijd, of rechts of links. Wij moe ten steeds doorschieten mot de pijlen des Evange lie en al zouden wij hondorden jaren daarmee doorgaan en zou er maar één worden getroffen, dan was het werk toch niet vergeefs geweest. Alsnu verzoekt spreker te zingen Ps. 118 vers 8 en 13, intusschen zou gecollecteerd worden voor het werk der Inwondige Zending. Nu kwam spro- ker tot zijn tweede vraag, „waartoe noopt ons dio drang." Onbewust veelt do Schopping dat de dag van Jezus aanstaande is, wij moeten do oogen wijd open doen voor de teckenen dor tijden en luisteren naar het geluid der bazuin. Het uitrijden van hot witte paard moet ons nopen tot zelfonderzoek dat wij niet ijveren voor do Evangelisatie zonder zelf deel er aan te heb ben. Laten wij opletten, dat het witte paard ook voor ons is uitgereden, wij moeten er naar staan dat hot witte paard ook in ons triuphoero, wij moeten opwassen in de heiligmaking en do ken nis van 's Heeren paden. Wij kunnen goon harten bekoeren, doch het wit- to paard bij den teugel leidon. Wij moeten het Evangelie prediken, doende als «en zaaioi> dia niet vraagt, voor hij zaait, hoeveel vrucht hij er van ontvangt, maar het aan God overlaten wat Hij van ouzen arbeid zal doen gelukken. Gods Woord zal nooit lodig tot Hom woder- keeren, maar voorspoodig zijn waartoe Hij kot zendt. God heeft ook niet noodig welsprekende rede naars om harten te bekeeron, daartoe kan God ieder gebruiken zelfs do oenvoudig6te, zelfs een kalenderblaadje kan het middel daartoe zijn. Broeders en Zusters van Leiden, laat het u een verheuging zijn dat or hier nog mannen zijn dio het werk der Evangelisatie hebben tor hand go- nomen, steunt hen met uwe krachten on uwe ga ven zooveel als in uw vormogen is. Hiermee ein digde spr. en na het zingen van Ps. 98 vers 4 en dankzegging gingen allen onder den indruk van het gesproken© huiswaarts. In do Algomeene Vergadering van Aandeel houders der Commanditaire Bankvoreeniging Sla venburg Co. to Schiedam zijn de Balans en Winstrekening over 1920 goedgekeurd en is het dividend over dat bóekjaar bepaald op 12 pet. (v. j. 12) terwijl aan Oprichtorsaandeelen een dividend van f 171.25 werd toegewezen. In do daarop volgende vergadering van Aan deelhouders der Naamlooze Vennootschap Slaven burg Co.'s Bank werd tot Commissaris be noemd de hoer J. A. van Wijngaarden te 's-Gra- venhage. De heer A. J. do Langen, alhier is tor be schikking gesteld van den gouvernour-generaal van Nedcrlandech-Indië., om daar to lande te worden beqoemd als lecrling-boscharchitect. De heer Dr. H. Muller, alhier, is ter be schikking gestold van den gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië, om daar t© lande voor den tijd van 5 jaar te worden werkzaam gesteld als gouvernementsarta bij den burgerlijken ge neeskundigen dienst.- Met ingang van 16 April is Mr. Kruyff. te Sassheim, tijdelijk belast met de waarneming van do betrekking van inspecteur dor directe bekis tingen en is hij werkzaam gesteld aan de inspec- lie dor dirocto belastingen, enz. alhier, 1st© afd. De voor ongeveer een :aar benoemde hoog leeraar in de Tropische Hygiene aan do Univer siteit alhier Dr. P. C. Flu, laatstelijk diroctour van het Geneeskundig Laboratorium te Welte vreden, wordt met hot e.s. „Vondel" op 7 Moi aj. in Nedorland verwacht. In de Haven ia men thans bezig met behulp van kranen de etoomboot de Vereeniging, wolko Zaterdag 1.1. is gezonken, te lichten. Zooals be- grijpolijk is, hoeft dit werk nogal bekijks. Gisteravond to 6.50 uur had er op het empla cement der N. Z. H. T. M. een botsing plaats tusschen de stadstram die naar Oogstgeost ver trok en de tram naar Noordwijk. Het gevolg was, dat hot achterbalcon van de stadstram totaal werd ingedrukt en do glasruiten werden vernield. De. inzittende passagiers kwamen, hoewol zij hevig door elkander goschud werden, mot den schrik .rij. Tweo hoeren op het achter balcon liepen ontvellingen aan d© handen op door de glasrui ten. De oorzaak van het ongeval is te wijten aan liet feit, dat beide trams tegelijkertijd naar de richting Oogstgoost vertrokken, hetgeen volgens reglement verboden is. Wien derhalve schuld treft, zal uitgoraaakt moeten worden. Hedenmorgen vroeg word op do Veemarkt oen koe, dio zich zoor woest aanstelde, op verzoek van den eigenaar door personeel van het Slacht huis doodgeschoten. BINNENLAND. Het overlijden van de ex-keizerin. Het was Donderdag bijzonder druk in Doorn. Een zwerm Fransche en Engelscho journalisten, pers-fotografen en filmopera teurs met hun langbeenige toestellen zijc over hot dorp en de omgeving van het kasteel neergestreken, omdat men ver' moodde dat niettegenstaande de officieel^ berichten, welke on6 heden nog uit de best* bron bevestigd werden, dat het stoffelijk overschot, van de ex-keizerin eerst Zondag zal woTden vervoerd, deze gebeurtenis toch vandaag zou plaats hebben. Tegen half negen was het in hot. dorp zwart van de menschen en auto's, waar van vele uit Utrecht en omliggende plaat sen waren gekomen. Een hardnekkig ge rucht liep dat hedenavond de overbrenging naar liet station Maarn zou plaats hebben We hebben naar de bron van dit gerucht geinformeord cn daarbij bleek ons, dat. -het afkomstig was van het dochtertje van den doodgraver! '6 Middag6 om drie uur hoeft de ex- kroonprins in gezelschap van den hofmaar 6chalk Gontart per auto een bezoek go bracht aan den rouwtrein, die sind6 giste ren aan het station Maarn gereed staat. Deze trein bestaat uit twee bagage-wa gens en twee salonrijtuigen. De eerst» bagagewagen is als lijkwagen ingericht en met; eparregrocn versierd. Aan het kasteel te Doorn zijn wederom tal van kransen afgegeven, waaronder een van Z. K. H. Prins Hendrik, aangeboden door Jhr. Roöll, een van de Johannieter orde, welke werd aangeboden door baror van Hardenbroek, een van graaf van Lijnden en een van den Duitschen gezant. Patrimonium. Allo afdeolingen van Patrimonium in het gewest Zuid-Holland, worden uitgo noodigd zich te doen vertegenwoordiger, op do Jaarvergadering van den Z.H.B.P. te houden op Woensdag 20 April 1921, dei namiddags te 1 uur, te Rotterdam, in het gebouw „Concordia" Kipstraat 18b. Agenda: 1. Opening; 2. Notulen, 3. Me dedeolingen en ingekomen stukken; 4. Be 6preking en vaststelling verslag 192G Secretaris-Penningmeester; 5. Behandeling voorstel van het bestuur tot wijziging der Statuiten en huishoudelijk regloment; 6. Behandeling voorstel van het bestuur om het aanital bestuursleden van 5 op 7 te brengen; 7. Verkiezing van (7) bestuurs leden8. Verkiezing lid finantieele oom missie. Aftredend F. de Haan van Dor drechfc (niet herkiesbaar); 9. Verkiezing tweo afgevaardigden voor de op 24 en 2.' Mei te Arnhem te houden Verbondsjaar vergadering; 10 Rondvraag; 11. Sluiting Dc internationale luchtpostdienst. Gistermiddag weid de international, dienst van de Koninklijke Luchtvaar Maartschappij voor Nederland en Kolonie op Schiphol feestelijk geopend; in tegei woordigheid van Prins Hendrik en tal va andere autoriteiten. Mot auto's stoom- e motorbooten werden de genoodigden naa het vliegveld in de Haarlemmermeer gt bracht. Daar waren o.a. ook de Ministc van Waterstaat, de heer König, en zij ambtgenoot van Oorldg (en Marine a.i.) generaal Pop; de leden van den Raad va: Beheer en aandeelhouders van de K. L. V do Ameterdamsche wethouder van Publk ke Werken, de heer De Vlugt, en de direa tour Bos van den dienst; en vertegenwoor. digers van de Kon. Luchtvaart Vereeni ging- Tegen twee uur, toon de eerste officieel-» afvaart naar Londen zou plaats hebben op dienst regelingtijd verschenen het luchtvaartexcadrille van de marine nit „De Kooi" onder oommando van den luit ter zee tete klasse Doorman; uit Soest er- berg kwam een eskader van de landmacht aangeveerd door kapt. Hardenberg. De beide oommundanten stelden hun officieren voor aan Prins Hendrik, die vergozeld was van zijn adjudant, den kapitein tor zee jhr. Von Miihlen. Daarna begon de plech- ntighoid. Bij het vliegtuig, dat naar Londen vei» trok, een nieuw Fokker-verkeersvlieg tuig, eendekker van het typo F. III ver zamelden zich de aanwezigen. De Minister van Waterstaat, de heer Kbnig, hield daarop een rede. Z.bxc. noem de het een eer cn een genoegen, op van do Kon. Luchtvaart Maatschappij den dienst te openen in tegenwoordigheid va» Prins Hendrik, een symoool van de warme belangstelling van het Koninklijk Huis voor hot nieuwe verkeer. Spreker weer or op, dat de Maatschappij streeft naar versterking van hot nationale vermogen, waarvoor hij haar hulde bracht. De mannen van de „Elta" vindt, spr-. hier terug. De Minister wees ten 6loLte op de medewerking van de Staten Generaal en van de Departementen van Waterstaat, en van Oorlog en Marine; ook hot Hoofdbe stuur yan de Posterijen en de gemeente besturen van Amsterdam en Rotterdam hobben krachtig gesteund. Bijzondere waardeering had Z.Exc. voor den Meteor- logischen Dienst, die de veiligheid zoozeer bevordert; met. dank aan den Prins vooij iien6 bereidverklaring om den dienst of ficieel te openen werd de rede besloten. Toen, terwijl de schroef draaide en snor de, de militaire kapel 6peelde, stegen dq piloot Hinchcliff en rezigers naar Londen, onder wie één dame, in. De Prins nam do beide kettingen in handen, waarmee de wee blekken voor de wielen van de machi- io weg getrokken zouden worden. Nog er; >ogenblik en met een kort rukje trok do ?rins de met ziJver-beslagen blokken weg, -n de eendekker steeg op Juist daalde een andere, die uit Londen .wam, en via Rotterdam voor het eeret in dienst hier landde, meevoerende een pas sagier en bagage, waaronder couranten Hot vertrokken vliegtuig was trouwens oolj '.velgeladen met goederen vracht.; kievits eieren, sigaretten, bloemen, wild, en en varkentje van 7 weken (oat a; ïiot levend te vervoeren is) uit een van de okkerijen bij Twello, vlogen mee. Een kwartiertje later vertrok de machi- ;0 naar Hamburg. De dienstregeling zal n den vervolge het uur van 9 in den och- end aanwijzen, maar voor den eersten :eer ging de afvaart in den middag Do plechtigheid was hiermee uit. Uitvoer van eieren. Het Ned. Weekblad voor den handel in vruidenierswaren meldt, dal in de week an 7 tot 14 April in totaal naai lri:_eiand ijn geëxporteerd 2709 kisten, inhoudende '50.800 eieren. Rijst. Gemeld wordt dat de pellers de:i prijs v *n t Amerikaansche tafelryst met j 5 per sal hebben verlaagd. Suikervoorziening. Volgens het Ned. Wkbl. voor den h m lel i Kruidenierswaren heeft do Minister de rijkscommissie van Toezicht op de Sui- .m-voonziening ontbonden. Nederland en Duitschland. Het Wolff-bureau seint ons uit Berlijn i.d. 13 dezer: Op het schrijven van den rijkspresident aan H. M. Koningin Wilhelmina, waarin hij zijn dank uitspreekt voor hot beharti gen dey Duitsche belangen gedurende den oorlog, is het volgende antwoord, geda teerd Den Haag 5 April, ontvangen: „Mijnheer de President. In uw brief van 2 Februari heeft u de goedheid gehad mij den dank te vertolken der Duitsche re geering, wijl het Koninkrijk der Neder landen gedurende den oorlog dn verschil lende landen de Duitsche belangen behar tigde en de Nederlandsche vertegenwoor digers, ondanks verschillende moeilijkhe den, in staat zijn geweest, dat. met. de Duitsche belangen rekening word gehou- g FEUILLETON JLangs den afgrond. 77) 'Maar James antwoordde niete, en na >g eenige oogenblikken gewacht te heb- m droop Joêl af. Toen hij de 6mederij tn Ned Newlyn voorbij kwam, besloot j daar een tweede poging te wagen, en et de armen over de onderdeur geleund, >gon hij een praatje. iNed zat op zijn aanbeeld, en rookte kalm jn pijp; 't was duidelijk te zien, dat het erk hem op dat oogenblik niet over de ind liep. „Gij neemt er uw gemak van, buurman", ide Joel met zijn minzaamsten glim- ph. i„Ja", zei Ned koraf, „dat moet een ensch wel eens doen." 1?' ,,'t Is waar ook", hornam Joel, zijno kool jhrapende, „zoudt gij dat kleine reke- ■•nget.je van avond ook met mij kunnen /reffenen?" 'an! „Uwe rekening vereffenen?" antwoord- -Ned gemelijk. „Neen vriend, dat heeft BH i>g veertien dagen tijd." ,,'t Is waar", zeide Joël zoetsappig, „ik gewoonlijk eeno maand crediet, maar -ut is geene verplichting." >»'t Kan wel zijn", huaam Ned, „maar gij zult den gewonen tijd op uw geld moe ten wachten." ,,'t Schijnt dat gij niet be6t bij kas zijt", sprak Joel op gemoedelijken toon, „en ik wil u graag helpen. Betaal mij maar met uwe aandeelen in de Wheal Anthony tegen tien shillings per stuk. Daar kimt gij niets tegen hebben, 't Ï6 wel wat gewaagd, maar voor een buurman moet men iets willen op offeren." Gedurende deze kleine toespraak wat Ned van het aanbeeld afgesprongen. Zijn gelaat was block van verontwaardiging, zijne oogen vlamden van toorn. „Hoor eens, Joël Quirk," zeide hij met heosche stem, „ik heb nooit veel goeds van u gedacht, maar nu weet ik, dat gij een lage huichelaar zijt. Kom mij niet aan met uwe praatjes yan goede buurechap. terwijl gij mij met open oogen tracht te bedriegen, te bestelen." „Wat! Hoe!" riep Joël verschrikt. „Pas op uwe woorden, Ned Newlyn." „Ik weet heel goed wat ik zeg," ant woordde de 6mid, „en ik herhaal het-, gij zijt een groote huichelaar." Daarop draaide Ned Newlyn zijn bezoe ker den rug toe, en begon verwoed het vuur in do smidse op te poken. „Ik ben eon ezel geweest," zeide Joel lot. zich zelf, terwijl hij met langzame 6chroden huiswaarts koorde. „Eerst had ik moeten onderzoeken, of Paul er voor mij geweest was. Die ellendige jongen, wie had kunnen denkon, dat hij 't eorst aan de anderen zou verteld hebben." HOOFDSTUK XXXVII. Strijd. Paul begaf zich don daarop volgenden Maandagmorgen met den eersten trein naar Ferndale. Hij verlangde de zaak zoo 6poedig mogelijk in orde to brengen, ten einde onverwijld naar Amerika te kunnen terugkeeren om Abigail te zooken. Sir George ontving hem met de meeste voorkomendheid, ditmaal niet in zijn eigen kamer, maar in de bibliotheek. Zonder omhaal van woorden deelde Paul hem kort en zakelijk mede wat hij te zeggen had, en eindigde met de vraag, welke belooning men zijne moeder zou willen toekennen. Gedurende eenige oogenblikken 6cheen de oude heer sprakeloos van verbazing. Met eon ongeloovig lachje had hij naar Paul geluisterd. Het nieuws scheen hem te goed om waar to kunnen zijn. „Wat dat aangaat," zoido hij, op de vraag van Paul doelende, „daarover moe ten de directeuren beslissen. Maar, indien hetgeen gij vertelt waar is, dan zult gij op dat punt geene moeilijkheden onder vinden." „Ik heb de ader zelf gezien", antwoord de Paul, „en wat het gehalte van het tin aangaat., daarvan kunt gij u zelf overtui gen." Bij dozo woorden maakte Irj een klein pakje open, dat verscheiden stukjes erts bevatte. „Grooto goedheid!" riep Sir George met schitterende oogen, „hoe komt gij daar aan?" „Uit de nieuwe ader", antwoordde Paul kalm. „Jong roensch indien gij niet den spot met mij drijft zeide Sir George wiens handen beefden van ontroering. „Mijnheer!" riep Paul, van zijn stoel opspringende en den edelman vlak in het gelaat ziende. „Vergeef het mij, Vivian, vergeef het mij," zeide Sir George. „Gij moet het mij waarlijk niet kwalijk nemen, maar ik ben zoo verrast,- dat ik ternauwernood weet wat ik zeg." Paul ging weder zitten, een weinig blee- ker d:m een oogenblik Ie voren. ,,'t. Is verwonderlijk", zeide Sir George de stukken een voor een door een vergroot glas bekijkende. „Wat zullen de directeu ren in bun schil* zijn." „Daar hebben zij allo reden toe", meen de Paul. „En zeg mii nu eens, Vivian, wat be dingt gij voor uw aandeel in deze zaak?" vraagde Sir George, het vergrootglas noerl eggende. „Niets, Mijnheer". „Niets!" riep Sir George. „Als men moeder slechts goed bedenkt, dan verlang ik niet6 meer." Een oogenblik zag Sir George den jon gen man onderzoekend aan. „Maar gij zult wel niets hebben tegen eene goeie betrekking bij de mijn?" vraagde hij daarop. „Zoodra dezo zaak geregeld is, denk ik weer naar Amerika terug te keeron," zeide Paul, terwijl hij eene kleur kreeg. 't Spijt mij, dat te hooren. De beste jongelui gaan ons altijd verlaten." Paul antwoordde niet, maar ocui oogen-' blik later stond hij op om afscheid te nomen. „Neen, zoo laat. ik u niet gaan", riep Sir George. „Gij blift bij ons ontbijten." Paul maakte eenige verontschuldigin gen. maar Sir Georgo wilde daar niets van ivooreu. Hij nam den jongen man mede naar het salon, waar zij Lady Penrith aantrof fen. Zij begroette Paul met de meeste har- tciijkhe J, terwijl deze het gevoel kreeg, dat hij voor die mdoie dame met hot sneeuwwitte haar wel had kunnen knielen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 1