Tweede Blad. Zaterdag 2 April 1921. Een Geloofsdaad. Gilgal, want heden heb ik den 6Diaad van Egypte van uliodcn afgo-i ycnteld. Jozua 5: 9. Zuivert den ouden zuurdeeeem uit, want ook ons Pascha is voor ons ge slacht, Christus. 1 Cor. 5: 7. Een rustig en liefelijk tooneel vertoont zich aan ons oog. „In de vlakke vel den van Jericho" op de hoogto van een heu vel legert hot volk van Israël. Rustig en veilig na een vermooienden toc/h en onder hooge bescherming -hebben zij hun dek- kleeden -uitgespreid en vroolijk wapperen de banieren der stammen op de toppen der 1 tenten. Er is een wijle verademing. Rijk ge- boomte en weelderige plantengroei gefren aan de boorden van den Jordaan een bonte schakeering van kleuren en tinten en het ■gezang der vogels op boom en tak streelt lliet oor. Alles werkt mede tot aangename werp oozing en tot vredig genicfen. ;Terwijl de Kanaanietischo volken in schrik en beven verkeeren over 't gerucht j van den overtocht en bij de gedachle aan het naderend onheil zal Israels volk in stille afzondering zich schikken tot stem mige wijding en heilige aanbidding. Jozua maakt van de gelegenheid gebruik óm de verbondsbetrekking tussGhen Israël en Israels God, Jehova, te herstellen. Door de zonde der ongehoorzaamheid en Opstand was het verbond verbroken en tot strajf had de Heere Zijn verboiidsteekenen ingehouden. Aan geen besnijdenis kon gedacht, geen Tascha kon gehouden worden. «Maar nu wil God den smaad hunner zon den afwentelen en het oogenblik is daar Dm do besnijdenis opnieuw uit to voeren en het Pascha te houden. Jozua,* de kranige leider van 'het volk, zal Gods hevel laten volbrengen; eerst 't feene te ©ken in eer© herstellend, en dan, aia enkele dagen, juist op den 14den Nisan 'het Pascha gevierd, op de oudo bekende fwijze, naar voorschrift en regel, zo'oals God het wilde!- Deze dingen zijn van groote beteekenis jen tot leering ons opgeteekend. Wij ver staan dat die smaad afgewenteld moest jworden. Hoe zouden zij anders kunnen ver der trekken en den strijd aanbinden en vol brengen? Enhet is ons oen prediking van Gods onwankelbare trouw. Jehova, de Ge trouwe, koert weer tot Zijn volk. Hij ver zoent hen met zichzelf. Hij neemt de oor- deelen weg. Hij betrekt ze weer in Zijn ver- bond. En ten bewijze daarvan worden do sacramenten gevierd, besnijdenis en Pa scha gehouden, Gods instellingen gehand haafd en Gods zegeningen genoten. Veertig ,jjaar geloden, juist op denzelfden dag had ido Heere Zijn Pascha ingesteld. Nu zal het luisterrijker gevierd worden dan toen, iwant bij do uilleiding Zijns volks had God gevoegd de voortleiding. Dubbel gedenken 30u -het zijn aan de weldaden door Zijn jyerbond hun geschonken. Stelt het u voor, hoe Israël to Gilgal zijn -God eert. Een gedenkdag met core, een ver- jbonclsfeest met blijden jube.l. Loëring ligt ©r in, voor ons ook in onze .dagen. Hoevelen zijn, als Israël weleer, af geweken van de oud© paden, hebben door ongehoorzaamheid en opstand Gods instel lingen veracht, zichzelf smaadhoid berok kend en Gods oordeel zich op den hals ge haald I Er is een verachting der sacramen ten, Go# ve.rbondszege.len, van den Heili gen Doop en toet Heilig Avondmaal, bij ve len al veto jaren lang. Ongeestelijke leerin gen en onkerkelijke praktijken voeren de menschen af van de eenvoudigheid des ge- Hoofs en van de onderhouding .van Gods .gebode.n. En de zonde van afwijking en on verschilligheid neemt toe. Wat God geeft «tot zegen wordt smadelijk veracht en ver worpen. En de diepste oorzaak van de verachting kier sacramenten is, dat men niet verstaat, tdafc onze God een Bondsgod is, een Jehova, jdie naar Zijn verbond ons en onze kinderen r^vil zegenen. Daarom wordt de Kinderdoop veracht, ien daarom het Avondmaal niet gevierd. 't Is de zonde der ongehoorzaamheid van het oude Israël, en het zal den smaad bren gen over de Gemeente als men voortgaat 3in dezen weg. Yiert uw© vierdagen! Ook uw© kerkelijke en uw© geestelijke! Komt ten heiligdom, ook met uwe kinderen! En laat Gods ze- .gelen in eer© eijn onder een volk, naar Zijn Naam genoemd. Gilgal is oen merkwaardige plaats, een (station der ruste op de reis naar Ivanaan, ben pleisterplaats voor vermoeide pelgrims !op Sion aan. En elk mensoh -heeft behoefte aan rust en ontspanning, venpoozing en A'erademing. Gelukkig dan als die rust niet gevonden ©n genoten wordt in de ontspanning, dio tie wereld biedt, maar in die geestelijke, at mosfeer van Gods zalig© nabijheid, en blij kende gunst, waar wij geloofsversterking in geloofsoefening ontvangen op 's levens jreiz©. Gilgal geeft ons aan, hoe wo ruston moe iten. Bij God en in Zijne gemeenschap, in Zijn huis en bij Zijn Woord, aan Zijn tafel en in Zijn gemeenschap. Voor ware Christenen ^ijn dat dan ook de hoogtijden van het gees telijke leven, oni bij Gods Leekenen en ze gelen. Zijn Naam te vermelden, en Hem met blijde ei'kentonis aan te roepen, om bij brood en beker gedachtenis te vieren van den dood van den Verbondsmididelaar, Je zus Christus, en zoo het verbond to ver nieuwen, en den Verbondsgod te verheerlij ken. Is uw Avondmaal vieren u vaak een aanzitten ter gedachtenis aan Christus' dood, een versterking des geloofs, en een gemeenschap der liefde met degenen dio den He.ere Jezus liefhebben? Ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Jezus Christus. En die het ver staat gaat feest tooudenv niet in den ouden zuurdeesern, maar in de ongezuurde broo- den der oprechtheid'en waarheid, In deze rustperiode is nog iets op te mer ken. Jozua dwaalt in zijn eenzaamheid rondom Jericho's muren. Veel ging er in zijn hart om. Hoe zou 't gaan? !t Zal een verwoede strijd worden, sti*aks, om liet bezit van die stad. Eensklaps staat een krijgsman voor hem met uitgetrokken zwaard. „Zijt gij van ons af van onze vijanden?" zegt Jozua. „Neen! maar ik ben de Vorst van het Heir des Hoeren, Ik ben nu gekomen!" zoo luidt het antwoord. Jozua valt aan Zijn voelen, 't Is zijn Ko ning. „Wat spreekt mijn Vorst tot Zijn knecht?" „Trek de schoenen af van uwe voeten, want de plaats waarop gij staat is heilig." Dat was voor Jozua genoeg. Hij had' liet al begrepe.n. In Gods nabijheid toeft hij. De Koning spreekt tot Zijn generaal. Zijn hc- melsche Vorst is tegenwoordig op hét juis te tijdstip om den slag te beginnen, om de overwinning te bereidem Nu konden zij op Hem rekenen. Zijn tegenwoordigheid gaf nieuwe kracht, moed ©n liefde. Wij hebben met een verrassend God to doen. Als toet maar eerst weer tusschenons en onzen God in orde gekomen is, nadat we Gilgal gepasseerd hebben. Als we maar in nieuw© geloofsgemeenschap Hem in Zijn teekenen hébben gedankt en ge.ëerd. En als er dan een leven begint naar Zijn Woord, en uit Zijn hand en tot Zijn eer. Dan komt Hij wel, en Hij brengt nieuwe verrassingen. Dan spreekt Hij wel tot ons en Hij geeft nieuwe sterkte. Eu dan geloo- ven wij weer; en aan Zijn voeten vallen w© neder, aanbiddend op heiligen grond, er kennend in Hem onzen, Vorst en Koning. En vooruit gaat het dan, gezegend en ge sterkt, op Jericho aan. God, ortze God zal het maken. Leiden. Ds. G. H. BEEKENKAMP. Uit de Pers. PARTIJ EN PERS. Over dit onderwcp geeft het Fr. Dag blad enkele behartigenswaardige wenken die ook in onze omgeving overweging ver dienen. Alleréerst wordt aangetoond hoe het op komen voor de gewestelijke pers, ligt op d e a n t i-r e v o l u it i o n n a i r o H ij n. Dat heeft ons dr. Kuyper geleerd. De ouderen weten er van te veihalen! Het liberalisme, dat toen Kuyper optrad, zijn hoogtepunt had bereikt, was dc rich ting der éenkleurigheid. Der IR.--alen, lijflied was: /Wien Neer- ladnsch L. - 1 door d'aad'ren vloeit.." Dat liberalisme wilde alle Nederlanders fatsoe neeren naar éénzelfde confectie-modej en kende het eigen -g e w e st e 1 ij k leven slechts als een overwonnen standpunt uit vervlogen eeuwen. Toen trad dr. Kuyper op. En een van do middelen, waarmee hij het hart van ons christenvolk wón, was dat hij zeer zeker! krachtig handhaafde de( eenheid der natie, doch daarnaast ook een open oog had voor de veelvormigheid van stam en taal, van aanleg en historie. Hij sprak weer van Zeeuw en Fries. Van den Hollander en den Groninger. Doezelde de vci-schillen niet weg. Vond die veelvormigheid ook geen ranup, neen! zij was een onmisbaar bestanddeel van ons nationale leven dat.dit leven ver hoogde en vei*sterkte.. Hij toornde wèl te gen de „éénvormigheid", die de vloek was van het „moderne leven", doch de „veel vormigheid" was hdm een lust voor het oog. Provinciale en gewestelijk© eigenaardig heden, zeden, kleeding enz. waren hem lief. Ook wat het geestelijk leven (betreft, had hij een afkeer van „eenvormigheid". Een heid was noodzakelijk en onder zijn leiding heeft zich dan ook ons calvinistisch volks leven tot een eenlieid-van-acfcie ontwikkeld die al mee de rijkst© schat is in de erfenis die hij ons naliet. Maar veelvormigheid minde hij. Erkende toaar als een kracht. Do calvinistische ontwikkeling had zoo wel het intellectualisme der „Noorderlin gen" als de mystiek uit 't Midden en Zuiden en 'het meer praktische gemeenschapsleven der Saksische bevolking noodig. Zoo is 't bij hem altijd geweest. En den groei der gewestelijke dagblad pers heeft dr. Kuyper dan ook steeds met groote vreugde begroet als een bewijs, hoe zijn arbeid steeds meer vruchten droeg. Op die lijn gaan ook wij. En zijn dan op het reohte spoor. Waarom we onze lezers en onze geest verwanten dan ook met vrijmoedigheid op wekken, om een gezonde veelvormigheid ook op persgetoied krachtig te bevorderen. Vervolgens zet het Fr. Dagbl. dan uit een, 'hoe noodzakelijk het is, dat er con tact is tusschen partij en pers. Dit onmisbare contact kan het best wor den verkregen door een Persve. cee- niging. „Hoofdtaak is, dat geven we toe, dal de mannen dio de leiding geven, zoo aan do zaaik zélve als aan de courant, voor hun taak (berekend zijn. Zij moeten het roer houden. En men kan natuurlijk geen ver- eeniging Yan eemige honderden menschen d© leiding van een krant en een kranten- affaire in -handen geven. Dan is het in kor ten tijd een janboel. Doch er moet contact zijn. En daarom is het zoo wensctoelijk, dat minstens eenmaal 's jaars, liefst een breede kring van voorstanders, bijeenkomt, om zich met de zaken op de hoogte te stellen. Om te hooren, wat er omgaat. Om mee de schouders er ónder te zet ten, als dit noodig is. Zoodat allen, die aan en voor de pers werkzaam zijn, zieh zedelijk voelen ge sterkt, door de wetenschap dat ze hun volk achter zich hebben. En de aanraking met toet gansche gewest dos te levendiger worde". KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Beroepen. Te Tinallinge (Gr.): J. C. v. Hoeve, te Eeiium (Gr.)(tooz.) te Vlieland: J. W. Verburgt to Utrecht. Bedankt. Voor Engolon: J. W. Verburgt te Utrecht. GEREP. KERKEN. Beroepen. Te Berk el en RodenrijsW. H. den Houting te Giessen-Niouwkerk; te Delft: J. L. v. d. Wolf te Haastrecht. Aangonomen. Naar Kamperland: F. J. van den Ende te Westkapelle. Bedankt. Voor BreukclenW. H. Oosten te ^cheveningen. CHR. GEREF. KERK. TweetaL To Veenendaal: L. de Bruyne te Zaaanslag en H. Hoogendoorn te Lisse. Jcugd-oudcrlingcn. Het moderamen van hot Zeeuwsche Jongelings verbond hoeft tot alle korkoraden der Geref. Ker ken in Zeeland het verzoek gericht over te gaan tot het aanstellen van jeugd-ouderlingen. Dr. Harrcnstein. Dr. W. G. Harrenstoin. pred. der Geref. Kerk te Medan zou zich hedenmiddag met zijn echtge noot© inschepen op het es. „Grotius", om naar Indië terug te keeren. Dc predikantstractementen. De commissie ad hoe uit de synodale commissie heeft een circulaire gezonden aan do, kerkvoog dijen in do Ned. Herv. Kerk, waarin gevraagd wordt gelden bijeen te brengen om aan do meest noodlijdende predikanten over 1921 een toelage te kunnen geven, nu' het reglement op de predi kantstractementen in 1921 slechts gedeeltelijk kan Worden uitgevoerd. Aan de kerkeradon i3 verzocht zich te vergewissen of kerkvoogden iets voor hot goedo dool doen. Mocht blijken dat dit niet of onvoldoende het geval ie, dan wordt hun verzocht hun invloed aan te wenden, om in hun gemeente golden te doen bijeenbrengen. Uit het Sociale Leven. N.. C. V. G. B. Dc Nod. Oentr. Bond van Chr. Arb. werkzaam in de bedrijven van voedings- en genotmiddelen (do N. C. V. G. B.) houdt zijn vierde algem. Bondsvergadering op Dinsdag 26 en Woensdag 27 April 1921 te Utrecht in het gebouw van Chris tclijk Sociale Belangen Kromme Nieuwe Gracht 29. Aan do orde komt o.ra. verkiezing hoofdbestuur. Verkiezing redacteur „Do Bazuin".. Behandeling voorstellen: a. hoofdbestuur, b. afdeelingen. Achteruitgang. Het lodental Yan het NederL Verbond van Vak- veroenigingen bedroeg, naar „Do Strijd1' meldt, op 1 Januari j.l. zonder adspirantleden, 216.603, met inbegrip van de adspirantloden 225.367. Op 1 Januari 1920 was dit cijfer 247.704 zonder en 259.532 met do adspirantleden. Het Verbond is derhalve in het jaar 1920 in totaal met 34.165 loden achteruit gegaan. Tegen den aehturendag. Door de smeden en wagenmakerspatroons to Wissenkerke is aan den Minister een verzoek go- richt tot ontheffing van do bepalingen der ar beidswet in zake den aebturendag. Zij willen een werktijd van tien uren per dag, en vijf en vijftig uren per week, met vrije Zaterdagmiddag. Do georganiseerde veenarbeiders van Steen wijk en omgeving hebben besloten 10 pet. loons- vorhooging te eischen. De patroons daarentegen willen do looncn met 20 pet. verlagen. Brieven uit Voorschoten. Amice! Er gaet een groot dinck gebeuren. Voorschoten krijgt zijn electrische tram. De plannen datceren al van vier jaren; voor ongeveer vijf jaar waren de plannen reeds zoo ver gevorderd, dat al nauwkeurig bekend werd waar do tramlijn heenging. Zooals steeds het goval is met zulke dingen, werdtegen sommige deolen van het plan een sterke oppositie govoerd. Ja, er werd zelfs een campagne op touw gezet om gemeenschappelijk enkele eischen ingewilligd te krijgen. Er werd aangedrongen om de lijn niet door het dorp, doch achter om hot dorp heen gelegd te krijgen. Op een daartoe belegde vergadering in Hotel Deurloo werden vele bezwaren te berdo gebracht, dio zich zouden voordoen, wanneer de lijn over do Achterstraat ging, immers de straat nas al te nauw en drie 6cholen stenden aan die straat, zoodat het gevaar voor het verkeer bij oen drukke 20-min.-dienst heusch niet denkbeeldig was. Bij de directie werd aangedrongen op wijzi ging. B. en W. werden verzocht mede te wer ken, doch niets mocht baton, de plannen bleven onveranderd. Daar door do crisistoestanden do aanlog voorloopig nog niet mogelijk was door matoriaalscbaarechto, is ook de oppositie ver flauwd, zoodat van de actie niet meer werd ge hoord. De bewoners van Vink en Rijndijk en omlig- geade buurtea yvhren óok ontevreden, en die had den er nog meer reden toe, daar zij geheel van de tram verstoken raaiden. Bijna veertig jaren hobben zij van de tram gebruik kunnen maken, en die wordt hun nu ont nomen daar zij even voorbij hot dorp een andere richting neemt en haar eindpunt krijgt aan de Koepoort, zoodat daardoor een groot deel van Voorschoten geïsoleerd" komt te liggen. En hier is niet het woord van toepassing, wat ©en groot man eens sprak „in ons isolement ligt onze kracht", dat voelden die menscheni ook en zij zonnen op middelen om dit gevaar te keeren. Zij vormden een commissie, om de noodige stap pen to doen, en, zooals mij vorteld werd, pakten zij de zaak flink aan. Zij wendden zich .tot de toenmalige districtsafgevaardigde voor Katwijk. Dr. de Visser, de huidige minister van onderwijs, om steun en deze heeft veel gedaan om hen te helpen, door zijn invloed aan te wenden bij den Min. van Waterstaat en aan te dringen -op wij ziging der plannen. Later ging de commissie op audiëntie bij den Minister om hun belangen le bepleiten, bij welke audiëntie ook de heer Dïr.-Gén. Van spoorwegen. Dr. v. d. Meulen aanwezig was. De Minister leen de hen een gunstig oor en deed een mooie toe zegging van steun der regeering. Wanneer n.l. gemeente en provincie beredd waren voor 2/5 in de kosten bij te dragen, was de regeoring we' bereid 3/5 voor haar rekening to nemen, dit al les wanneer de directie wilde medewerken. Nu was de vraag niet, om hot geheele verkeer langs do Vink te krijgen, doch slechts ééns per uur een tram, wat gemakkelijk kon door hot leggen van eon z.g. luslijn Later had een conferentie plaats tên raadhuize van Voorschoten tusschen B. en W., do directie en de belanghebbende bewoners. Alles stuitte echter of op den onwil der direc tie, die geen haarbreed van haar plannen wenseh- te af te wijken, onder voorwendsel, dat do drie obstakels, epoorweg-havenbrug, spoorwegovergang en Rijn en Schiekanaal een onoverkomelijk be zwaar vormden. B. en W. bielden zich onzijdig, en trots al de pogingen was het resultaat, nihil. Daar de aanlog echter steeds op zich liet wachten, raakte ook de gedachte hierover in de doofpot, tot nu opeens de zaak weer urgent is geworden. Do onteigening van grond enz. i6 aan gevraagd, do eerste bekendmaking is geschied, do plannen en leekeningen zullen tor visie worden gelegd en alles gaat met versnelden pas. Zooals ge uit de N. L. Courant zult hebben golezen, is hier ook roods een vergadering ge houden, waar de diroctcur de plannen hoeft be sproken met de eigenaars der diverse gronden enz. om daardoor tot een snelle afwikkeling te komen. Nu is do stemming der eigenaars niet erg opti mistisch, daar uit alle gedane xnedodoelingen wel bleek dat de maatschappij er voor oen koopje af wil komen. Velen krijgen slechts een miniem fooitje. Men kroeg de kous, alles direct slikken of de zaak aan het oordeel en besluit oener com missie overlaten, of procedeèren. Nu hoor ik al fluisteren van procodieeren, zoo dat ook dit muisje misschien nog oeu langen staart krijgt. Of het veel baten zal? Met groote hoeren is kot nu éénmaal decht kordon eten- Naar ik hoor ligt het in de bedoeling na ihbezit neming die grond aan do gemeente te schenken en is hier het spreekwoord van toepassing, „hst is goed riemen snijden van andeimans leer." Doch afgezien van al die krenterigheid der di rectie zal hot voor Voorschoten een groote voor uitgang zijn. Een snelle en drukke dienst komt da gemeente zeker ten goede, vooral met het óóg op vestiging ter dezer plaatse van menschen, die hun zaken of betrekking in Leiden of Den Haag hebben. In 1923 moet de tram rijden dus gaat het vlug. Worden nu de plannen van een tram Den Haag- Wassenaar-Haagsche Schouw-Leiden werkelijkheid dan zijn do Rijndijkbewoners ook eenigszins go- taat, wat hun verbinding met de steden betreft doch hun contact met het dorp zijn zij kwijt-, dat krijgen zij niet weer terug. Zoo zal dat gedeelte van Voorschoten zijn verband mot hot dorp hoe langer hoo meer verliezen en zal het ook hier worden „uit het oog, uit het liart" als het ten minste ooit in het hart geweest is. REFLEX. Leidsche Penkrasjes. Leiden, 1 April 1921. Amice! Terwijl ik dit briefje schrijf is het juist oen jaar geleden dat het eerste nummer van onze Nieuwe Leidsche Courant ver scheen en dat de eerst© penkras van dit- blad geschreven werd. Levendig herinner ik mij nog die eigen aardige drukke dagen van voorbereiding, de spanning die er was toen het eerste exemplaar zou verschijnen en de 'blijdschap die in breede kringen gevoeld werd, toen dan eindelijk veel te laat, ik geef het toe maar toen dan toch eindelijk Lei den zijn eigen Christelijk Dagblad mocht verkrijgen. Het was een feit van machtige beteekenis En nu is het al weer een jaar la/ter en wordt het reeds als de meest natuurlijke zaak van de wereld beschouwd dat we hier ons eigen orgaan toebben, terwijl het niel meer verschijnen van ons blad als een groote leegte zou worden gevoeld. Het is zooals een vriend mij dezer dagen opmerkte: als de Nieuwe Leidsche Grt. moest verdwijnen, dan pas zouden we ge voelen, hoe noodzakelijk zulk een or gaan is. Daarom moeten m. i. ook alle krachten worden ingespannen om to voorkomen dat ooit tot opheffing besloten zou moeten wor den, maar ook om hot zoover te brengen dat ons blad belangrijk kon worden uitge breid. Aan „slof- ontbreekt het in onze dagen niet. De tijd waarin wij leven is vol van on rust; aan alle kanten hoort men een on heilspellend gerommel als van ©en nade rend onweer, en toet is vorklaarbaar dat ieder lezer omtrent de verschijnselen die zich in het wereldleven voordoen, gaarne zoo volledig mogelijk wordt ingelicht. En daarbij komt nog. dat we d© politieke en sociale beschouwingen Ook heusch niet willen missen. Noewol ik dit vooropstel, komt" het mij toch voor dat men in onze kringen ten op zichte van de pers niet altijd even bil lijk is. Zgker, ik geef do' lezers groot gelijk als z«i hooge eischen stellen en wanneer gegrond» critiek kan worden uitgeoefend, dan zie heusch niet in, waarom men dat niet zou doen. En 't is mij bekend dat directie en redactie er niet anders over denken. Maar deze zaak heeft toch ook een ande re zijd©. De N. L. Crt. is opgericht, niet ala een winstgevend zaakje, omdat men mcei>« de dat hier een goede kans was om nu eena ©en aardig centje te verdienen, maar om onze beginselen te dienen, om. eooato 't in oen van de eerste nummers heette^ „de eer© des Konings" te zoeken en tegen alios wat daarmede in strijd is fce getuigen en to waarsctouwen. Ik wil niet als deskundige op dit gebied poseeren!, maar zóóveel weet ik er toch wel van dat men in een tijd als deze. nu de exploitatiekosten zoo onberekenbaar hoog zijn, waarlijk niet voor zijn pleizior de uit gave van een dagblad behoeft te beginneiVi Maar wat wil men. De geestelijke strijd woedt in onze dagen heviger dan ooil. Do wereld is van strijdrumoer en wapenge kletter vol. Met alle middelen wordt beproefd ons volk, onze mannen en wouwen, maar voor als Oins opgroeiend geslacht -af (e voeren van de oude pa'den die zijn naar het Woord Gods. Op godsdienstig, sociaal en staatkundig terrein is er een voortdurend streven, nu eens meer bedekt, dan weer meer openlijk, om de Christelijke beginselen uit te scha kelen. De wereld lokt en vleit, niet het rningl door middel van de pers. En daarom is het zoo dringend noodza kelijk, dat wij naast onze kerken en scho len ook hebben onze Christelijke pers, dat in onze gezinnen, waar een Christelijke le- venötoon heerscht ook aan Christelijke boeken en bladen ©en eereplaats wordt ge schonken. In 't algemeen wordt do beteekenis van onze Christelijke pers zelfs door de meest vooraanstaande mannen nog le weinig in gezien. Telkens weer lezen wo dat plaatse lijke of gewestelijke bladen van onze rich ting'verdwijnen omdat ze den strijd moeten opgeven of omdat ze door ons hoofdar- gaan worden opgeslok.t Dit laatste geschiedt natuurlijk om de positie van dat orgaan te sterken, maar de belangen van onze beginselen wonden op die wijze toch niet gediend. En feit is toch dat e.en ieder behoefte heeft aan een blad dat hem mei de voor naamste gebeurtenissen uit zijn eigen om geving, Raadsvcrslagen enz. op do hoogte stelt, in welke behoeften een landelijk or gaan onmogelijk kan voorzien. Ik heb nooit kunnen begrijpen waarom ons Centraal Comité en onze partijbesturen in 't algemeen aan deze zaak tot nu toe zoo weinig aandachthebben geschonken, ea nu ik dit punt toch heb aangeroerd wil ik van do golegenheid gebruik maken de be sturen van onze .Kieskringen in deze om geving de belangen van de pers met alien ernst op toet hart te binden. Wij mogen toch niet tevreden zijn nu Wij een eigen orgaan hebben, maar wij mogen niet rusten eer van dit orgaan gezegd kaa worden dat het in niet* bij bladen van an dere richting ten achter staat. Dat kan in een omgeving als de onze, Mits gewerkt wordt natuurlijk. Naar ik vernam is er onder het belas tingbetalend publiek in Leiden en omge ving hevige gisting. Van verschillende kan ten hoorde ik dat er meerdere ingezetenen zijn die zich dermate onrechtvaardig aan geslagen achten dat zij alle betaling wei geren. Do teleurstelling is in vele gevallen ver klaarbaar. De belasting wordt, zooals g© weet, getoeven over het inkomen van het vorig belastingjaar, dat is dus 1919. Nu zijn èr lal van ingezetenen wier inkomen sinds dien tijd zeer belangrijk is gedaald. En daarbij komt nu nog dal liet percentage in verband met de groote. sliiging van de ge meentelijke uitgaven verhoogd moest wor den. Het is dus wel eenigerrnal© verklaar baar dat er zijn voor wie het betaton vaxl hunne lasten niet geringo moeilijkheden met zich brengt al moet men dau ook er kennen, dat wat dc Gemeente vraagt op zichzelf niet onbillijk is. Naar het schijnt zijn al verschillende dwangbevelen uitgereikt. In gevallen waar in o n wi 1 in liet spel is kan dit natuurlijk geen kwaad. Maar waar is aan (e toonen dat er o n m a c to t is zal de stedelijke Over heid, naar ik vertrouw, wel een zooveel mogelijk tegemoetkomende houding aan nemen. Ook van de zijde der belastingbetalers past hier overigens voorzichtigheid, 't Gaat zoo gemakkelijk do Overheid le cri- tiseeren, maar vergeten mag toch ook niet worden dat het betaamt den keizer te geven wal des keizers is. In dit opzicht zijn we er naar ik vreea niet op vooruitgegaan de laatste jaren. Een van de begeleidende verschijnselen van den oorlog is geweest een sterke mo reel© depressie. Er werd veel venkeords ge daan wat niet meer als k waad, als zon- d o werd gezien, maar wal met veol ge makkelijkheid geschreven werd op reke ning van de buitengewone omstandigheden, De sterke vaak-onmisbare uitbrei ding van de Overheidsbemoeiing had len^ gevolge dat het in breede kringen een soort sport werd de Overheid te glad af tc zijn. En zoo werd ook in onze kringen le wei nig in'practijk gebracht het Apostolisch vermaan: geelt ©en iegelijk wat gij schul dig zijt, vreez wien gij de vrocze, eer© wien gij de ©ore schuldig zijt. Hot kan geen kwaad daaraan ook tliaaui nogeëns met-nadruk te herinneren. Groetend EERMAN, j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 5