Dagblad voor Leiden en Omstreken. BINNENLAND. ABONNEMENTSPRIJS df leides es buiten leiden WAAR AGENTEN GEYESTIGD ZIJN iB KWARTAAL s 12.50 week0.19 tanco per post per kwartaal 12.00 Iste JAARGANG. - DONDERDAG 31 MAART 1921 - No. 305 BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 Wie is verantwoordelijk? Iet gebrek aan kweekelingen; voor de eadiagsiam'kMiiigen voor ouderwijzere, spuit alten die ia bet 'onderwijs belaag den met zorg. telle in do kringen van den Bond van jd. Onderwijzers die een felle actie 'heeft, rperd om de opleiding geheel stop te zefc- t begint men te beseffen dat het den ver- ffden kant opgaat. Heen, men zoekt de schuld niet bij zich- maar bij den minister van Onderwijs, wien men zonder blileken of blozen zegt hij de man is die door dezen wantee- id verantwoordelijk is. 0 schroef bijv. het Kamerlid de heer M. Ketelaar in de V r ij z. D e m o- [a at De opleidingsikrichtingen hebben weer haar oproepingen geplaatst voor nieuwe kweekelingen en hoewel do re sultaten nog niet. volkomen- beleend zijn, duidelijk blijkt, dat. het -aantal candidaten bedroevend laag is. Aan de gemeentelijke kweekschool te Amster dam, waar plaats v-ooir 50 is, meldden zidh 22 aan en aan de klassen, die voot yoor de kweekschool een vooropleiding •geven 8. Aan de Rijkskweekschool te Haarlem, Middelburg en Maastricht respectievelijk 22, 16 en 13; vroeger was dat aantal vaak om en nabij de 100. En nu lette men erop, dat deze 'getallen nog slechts betrekking hebben Op de candid aten; het toolatingsexa- :men moet nog plaats hebben. Alleen de maiejeskweekscho-ol te Apeldoorn geeft van 82 candidaten, maar daar .was bet aantal vroeger 250 a 300. Aan de christelijke inrichtingen is 'het al niet beter; de heer Emous meldt. ;dat het aantal opleidingsinrichtingen in zeven jaren daalde van 86 tot 62 en ;dat er spoedig nog wel meer zullen jyeerdwijnen; het aantal leerlingen daal de in dien tijd van 3312 tot 1751. Waar moet het heen met ons onder wijs? Want wie de cijfers der onver vulde betrekkingen voor ouderwijzere wekeüjke in de schoolbladen volgt, «reet dat er nu reeds een tekort is en begrijpt, dat met een aanmelding als iit jaar en ook reeds in vorige jaren het tekort jaarlijks grooter en grooter zal worden. wij hebben juist veel meer leer- aaclrten noodig. Bij de Lager-Gnderwijswet 1920 is jelukkig het zevende leerjaar verplicht festekl en is het aantal leerlingen per mderwijzer verminderd. Hoe denkt Mi nister De Visser die zaak in orde te wot gen? Tot nog toe waren bijv. voor 70 leerlingen vier onderwijzers vol? oerude» thans zullen er vijf moeten Ba. aar denkt hij die vandaan te ha sn? Denkt ihj soms ook aan het pracht enkbeeld, dat de 'heer Lekkerkerker oor Indie blijkt bedacht te hebben, en ril de Minister wellicht ook hier Duit cho onderwijzers gaan invoeren. De pakken dankbetuigingen, die op ministerieel bureau opgestapeld la- na de nieuwe salarisregeling, heb- toch maar niet tot uitwerking ge- dat zich nu velen voor de zoo jaarwedden komen aanmelden, do actie der onderwijzerevereenigin- moge hier niet vreemd aan zijn, in- de jaarwedden en de vooruitzich- bl.fe werkeljjk voldoende waren, die ac- t.4e zou geen resultaat hebben, tigj Minister De Visser zinne nu op mid- 1 Jen om tot herstel te gerakendit ie onafwijsbare plicht. Hij is vooraf oor gewaarschuwd, dat het dezen t zou uitgaan; hem treft dus de 'antwo ordelijkheid. Want het is niet genoeg een wet tot id te brengen, waarin veel verbete ringen in het onderwijs voorgeschre ven worden; de Minister moet ook voor de middelen zorgen, die deze vei beteringen tot werkelijkheid maken. Zonder dat is .reeds nu te constateeren, dat zijn ministère chap er slechts een zal geweest zijn van den schoo- n e n s ch ij n." Men moet maar durven. Minister De Visser heeft niet alle onder- wijzers w ens ch en op het stuk van salariee- ring bevredigd, k o n dat niet doen. Maar dat hij méér heeft gedaan, dan wel ke minister ook voor hem, staat onweer sprekelijk vast. Hij heeft een regeling gegeven, waardoor de ouderwijzere in het algemeen in een bevoorrechte positie komen. En toch heeft men den moed te zeggen dat hem alle verantwoordelijkheid treft. En dat-, terwijl de Bondsmannen sinds langen tijd een stelselmatige actie voeren om het aantal ouderwijzere zoo klein moge lijk te maken in de hoop dat dat als gevolg van degroote vraag en het geringe aanbod de salarrissen zullen stijgen. Uit puur egoisme is men er niet voor te- ruggedeinst het onderwijs -in den hartader te treffen. De eenige lichtzijde die bij dergelijk ge schrijf als van den heer Ketelaar valt te ontdekken -is deze, dat men blijkbaar be hoefte heeft voor wat. men zelf misdeed, een ander verantwoordelijk te stellen. ADVERTENTIE-PRIJS TER GEWONE REGEL10.221/1 DES ZATERDAGS 10.30 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF, KLEINE ADVERTENTIES van hoogs ten a 30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent, bij vooruitbetaling V De oogen gaan open. Er is intusschen alle reden om aan te ne men dat de pogingenvan de open-bare ou derwijzere om een ander voor hunne aan slagen op ons volksonderwijs verantwoor delijk te ©tellen, niet. zullen dagen. Leerzaam in dit opzicht is de jl. Zater dag gehouden vergadering van de Vereen, van Soc. Democratische Gemeenteraadsle den. „Bij de rondvraag, dus meldt Het V o 1 k, bracht een der aanwezigen de ak-tie ter sprake, door den Bond van Nederl. Onderwijzers gevoerd tear be-, -perking der-opleiding tot onderwij zer (es). Spreker noemde deze aktie buitengewoon schadelijk voot het openbaar volks onderwijs. Reeds nu is het uiterst moeilijk, v-ooral op het platteland om onderwijzers te -krijgen. Daardoor krijgt het. kerkelijk -onderwijs een groot overwicht, terwijl ook het -bijzonder neutraal ouderwijs er door bevorderd wordt, en terwijl de arbeidersjeugd het kind van de rekening wordt. Deze opmerkingen vonden vrij al gemeen b ij v a 1. Er werd nog op gewezen, dat de Bond van Nederl. On derwijzers ét' zijn eigen vakaktie mede bederft. Want het gebrek aan onder wijzers zal leiden -tot vergrooting der klassen en indeeling der kinderen in twee ploegen per dag." Erkend werd hier dus dat het de openba re onderwijzers zijn die de belangen van -hetj onderwijs schaden. En zoo is het ook. Als langgewenschte verbeteringen al-s de uitbreiding van den leertijd enz. moeten uitblijven, dan zijn daarvoor -in de eerste plaats verantwoordelijk, de openbare on derwijzers. Intusschen blijkt uit dit -alles weer op nieuw van hoe groote beteekenis het is, ook voor het volksonderwijs in het algemeen dat wij onze Christelijke scholen bezitten. Laat het voor ens volk een spoorslag zijn, om aan dat onderwijs volle aandacht te blijven schenken en aan den uitbouw van dat onderwijs in de breedte, maar voor al ook d -n d e d i e p t e, te blijven voortan STADSNIEUWS. „Zang zij onze heus." Woensdagavond gaf de gemengde Zang- vereeniging „Zang zij onze Leus" in de Stadsgehoorzaal hare -eerste openbare uit voering. De leiding van dezen avond berustte bij Ds. Hoogenraad -die in zijn openingswoord wees op de gro.ote beteekenis van het lied en den zang. Bij een lied, aldus spreker, moeten wij onderscheiden -tussehen woord en melodie. Meestal is de melodie ouder dan de woor den. Vaak hebben we ook nieuwe w.oorden op een oude wijs. Zal een lied waarde hebben, dan moet het gezongen wórden. Als dat niet gebeurt dan is het gelijk aan een stuk staal, dat koud en roerloos in de werkplaats ligt, Maar als het gesmolten wordt en bewerkt dan zien we de blauwachtige gloed en spat ten de vonken naar alle kanten uiu Er gaat kracht van uit en zoo moet het ook' gaan met het lied dat gezongen wordt Er moet kracht van uitgaan; het moet aan stekelijk werken. Velerlei gevoelens worden door het lied vertolkt. Het lean lokken en klagen, treu ren en juichen. Wil het goed zij-n dan moet het voortkomen uit het gemoed en dan is het als een beek die klatert over do steenen en die toont dat er drang achter zit en levenskracht. Wordt zoo gezongen, dan brengen de zangers de hoorders dn vervoe ring, sleepen ze mee, brengen ze op een hooger niveau. Spreker vestigt er voorts de aandacht op dat het nog slechts oen eenjarig kindek© is. dat thans voo-r ons optreedt en wat tot -een gematigd oordeel moet leiden. Mej. Sibbes was door ongesteldheid ver hinderd te zingen zooals was aangekondigd In haar .plaats zou nu gezongen worden door de heer on Mej. Vermeer, die enkele fragmenten uit -de Jahreszeiten ten gehoore zouden brengen. Na dit openingswoord was het woord aan de Zangvereéniging die een achttal liegeren ten gehoore bracht. En wo voegen er dadelijk aan toe, op zeer verdienstelijke wijze. Het As, zooals Ds. Hoogenraad in zijn 6lotwoord opmerkte: er moet dit jaar bard gestudeerd zijn en de directeur moet voor zijn taak ton volle berekend zijn, om in een zoo kort tijdsbestek, zooveel te bereiken. De -inzet: „Het leven is mij Christus" was -al dadelijk goed, hoewel -nog ©enigszins weifelend. Maar bij „Gods lof in de natuur" was het koor op volle kracht. En bij de Hymne voor de pauze, toen het als uitgejubeld werd: „Last, sein heilig Lob uns singentoen was reeds de door den leider aangegeven voorwaarde vervuld en werden de hoorders meegesleept en op een hooger plan gebracht. Na de pauze werd dit doel eveneens be reikt bij Ps. 103 (eoli en koo-r). Hoe klagend klonk het: De dagen des menschen zijn als het gras, gelijk eau bloem alzöo bloeit 'hij. En als een bange zucht: hare plaats kent haar niet meer. Maar dan breekt de geloofsjubel los en schalt het de goedertierenheid des Heeren is van eeuwigheid: Alles wat adem heeft love den Hoer. Het was een indrukwekkend sint. De solisten, de dames A. en T. Vermeer en de heer J. C. Venneer kweten zich mede op verdienstelijke wijze van hun taak, even als de pianiste Mej. Lien Sibbes, die al had zij dan nog niet de beschikking over hare stem toch met haar vingerspel mee wist to w-erken. Uit dit alles volgt dat de leiding bij den directeur, don heer A. Teljeur Jr., van Den Haag, in goede handen moet zijn geweest. Dit was ook inderdaad het geval. Hij kan evenals zijn eenjarig koor met groote vol doening op dezen 'avond terugzien. In de pauze werd aan den Directeur een •prachtige bloemenmand en aan de solisten en de pianiste een bouquet aangeboden. De opkomst was bevredigend en dus zal deze uitvoering voor de Herv. Diaconie ten wier bate die opbrengst kwam, mede niet ontevreden zijn. Na een kort slotwoord word de avond door Ds. Hoogenraad met dankzegging ge sloten. Staande de uitvoering van „Zang zij onze Leus", werd deze vereeniging door de afd. Leidon van het N. Z. G. uitgenoodigd om op Hemelvaartsdag, 5 Mei a. s. het Zen- dingsfeest op „Oud-Poelgeest" op te willen luisteren met zang. Aangezien „Zang zij onze Leus" op dien dag deelneemt aan het Concours te Leid- schendam, kon aan deze uitnoodiging ech ter geen gehoor worden gegeven. Men doelt ons mede dat voor „Het Millioen- plan" sedort de-laatste controle-vergadering, - over diverse bureaux aan bijdragen, is ingo- teokend, voor ©en bedrag van f 190.50. Bovendien is Bureau Medusastraat 33 (Kooi- kwartier) dat nog geheel onbearbeid was, door two© dames afgewerkt en hoeft in totaal opge bracht de som van f 127.50. Te zamen dus I 318.00. Tegenover dezo meevaller staat echter eene te genvaller Door het comité werd ©enigen tijd geleden een extra-bijdrage van f 200 ontvangen, welk© bij nadoro overweging door den schenker aan het co mité in een naburig dorp is toegekend, zoodat het totaal bedrag met f 200 moot worden verminderd. Niettemin mag met dankbaarheid worden er-< ,kend, dat het bedrag, hoewel langzaam stij-s gende blijft. A.s. Zaterdag houdt de penningmeester weer zitting voor de in ontvangstname der Maart-bij- dragen. Blijve thans geen enkel bureauhoofd in gebre ke, do onder zijn berusting zijnde gelden af to dragen. Chr.-Hist. Loden v. Gemeentebesturen. De Ver. van Chr.-Hist. Letden van Ge- -me-entetoesturen hield gistermiddag te Utrecht een vergadering onder voorzitter schap van den heer J. R. Snoeck Henkc» mans te 's-G raven-hoge. In plaats van den afgêtreden penning meester, den liec-r Van As, werd bij accla matie gekozen de heer H. van Boeyen, wet houder te Voorburg. De heer H. van Boeyen uit Voorburg sprak over de uilkeering van Rijkswege aan de gemeenten. Spreker vergeleek do wetsontwerpen dep Regeoring met die der heeren De. Geer, v. d. Tempel en Treub. Tegen heide laatste voorstellen had hij groote bezwaren, zij komen ten slotte neer op „armenzorg" en wel een armenzorg van de slechtste soort. De gemeenten die alles deden om de be lastingen' zoo laag mogelijk te houd-en, wor den voorbijgegaan, andere gemeenten zou den meer aan Rijksuitkeering ontvangen dan de belastingen beliepen. Spr. meende, dat de ontwerpen zóo groo te onbillijkheden -bevatten, dat de aanvul lingen beslist noodzakelijk zijn. De heer De Geer, een der ontwerpers van •het voorstel inzake de uilkeering van Rijks wege aan de gemeenten, betoogde dat de nood-toestand der gemeenten in het alge meen niet voortkomt .uit te groote royali teit, doch'wel degelijk een gevolg is van de tijdsomstandigheden. Dat het verder de grootste steden zouden zijn die het zwaarst -belast zijn, betwiste, spreker. Integendeel, verschillende plattelandsge meenten zijn er erger aan toe. Voorts deelde spr. me.de dat zijn voorstel slechts oen noodontwerp is en voor twee jaren geldig, terwijl het Rijksontwerp eene definitieve oplossing wil. Daarom verdient sprekers voorstel de voorkeur, wijl e.r on middellijke hulp noociig is en men inmid dels grondig de goede oplossing kan zoe ken. Wat betreft het desbetreffende bezwaar van den heer Van Boeyen, deelde spr. mede dat door een amendement op zijn voorstel geen gemeente meer dan 50 procent van baar inkomstenbelasting als Rijks steun zal ontvangen. Ten slotle bestreed spr. de veronderstel ling dat Rijks steun armenzorg zou zijn. Nadat nog enkele opmerkingen waren ge maakt en door de heeren Van Boeyen en lie Geer beantwoord, werd de, vergadering gesloten. De ïinancieele positie der S.D.A.P. Uit een accountantsonderzoek is gebleken dat de financieel© toestand uiterst zwak is. Er is oen tekort aan beschikbare middelen van bijna f 42.000. Een goed bericht van „Boldoot". De rubriek „De Crisis in de nijverheid" ia de „Nieuwe Rotterd. Courant" gaat dooi interessante mededeelingen uit het bedrijfs leven te geven, zegt de Rotterd.: In een der laatste -nummers is de direc teur van do Eau-de-Cologne-fabriek voort heen J. C. Boldoot aan hot woord en uiit zijn relaas knippen wij diit goede berichtje üifc: „De verkorte arbeidstijd hoeft uitbrei ding van personeel noodig gemaakt. Doch do geest van de arbeiders, in een Christ-e- lijken Bond georganiseerd, waar hun voor gehouden wordt, dat zij onder de verbeterd» arbeidsvoorwaarden nu ook flink moeU 9 werken, is uitstekend. Zij bevorderex zoo veel mogelijk den goeden gang van zaken." Wijziging Invaliditeitswet. In de Eerste Kamer werd door Min. Aalberse meegedeeld, dat een wetsontwerp tot wijziging dor Invaliditeitswet spoedig zal inkomen. Het zal o.a» een Voriooging van-de 'loongrens tot f 3000 in houden. Ook zal spoedig ingediend worden een supple toir© begrooting, waarbij gelden worden aange vraagd voor de organisatie van de tuberculose bestrijding in on6 land. Nederland en België. Uit Brussel wordt .gemeldt: Het nationalistisch avondblad Lo Soir maakt gewag van het op het Paaechcongres vaoi do Ne- üc-rlandsche Sociaal-Democratische Arbeiderspar-» tij aangenomen voorstel van Mr. Troelstra tot hot beleggen van een bijeenkomst van Nederlandsche en Belgische socialistische parlementairs fracties ter bespreking en oplossing van de Wielingen- kwestie, en knoopt er den volgenden commentaar aan vast: Ware het niet beter, in plaats van de ze kwestie door particulieren en Kamerleden, die zelfs in groep, toch niets anders dan particulie ren zonder volmacht zijn, de hervatting van de onderhandelingen door oen van de twee regierin gen te zien openen'? Wijziging van de Kieswet. Blijkens het voorleopig verslag stemden zoej velo leden in met do verhooging van het ver eischte aantal stemmen tot 75 pel. van den kies- deoler. Verscheidene loden echter achtten een ver* hooging tot 90 pet. of 100 pet. van den kiesdeo* lor wenscholijk. Voor do gemeenteraadsverkiezin gen zou eohter, naar veler meening, do eisch van 50 pet. moeten bk'jven, omdat in verband mot oen werkkring van den gemeenteraad er nicer aarloiding bestaat, dat do kleine belangen-partij- en daarin zijn vertegenwoordigd, terwijl door hot Regeeringsvoorstel in de kleine gemeenten, het 6telsel van evenredige vertegenwoordiging niet tot. zijn recht zou komen. Verscheidene leden betoogden de wenseholijk- heid van maatregelen ten behoeve van kiezere, die op den stemmingsdag uit hun woonplaats al- FEUILLETON jol ■ings den afgrond. \ar) ;ik&r toen -de tijd voor het ant> i j daar was, en de eene dag na de an hev-eretreek -zonder dat hij iets hoorde <v'i>egon hij het ergste te vreezen. Zoo nu|j gezegd hebben duurde die tijd var ielfng ongeveer veertien dagen, totdat iimdelijk de lang verwachte brief te1 L- cWerd gesteld. 1 bevende vingers scheurde hij het cou- u-open, en verslond den inhoud. Het n(* slechts enkele regels, duidelijk en me'jk gciijk al Mary's brieven, héfot alleen het plan gemaakt om zete gaan," zoo luidde de brief, „ik nnilaarom geen reden waarom gij mij thuiskom-st- zoudt raadplegen, jjn vijf-en-twin tig jaar getrouwd ge- jen ik heb mij nooit met uwe plan- moeid. Het is te laat om daar nu begin mee te maken. Indien gij jwenscht te komen, dan kunt gij ver- f zijn, dat ik u niets in den wog zal fvolgden nog enkele onbeduidende telingen, en daarop eindigde do brief [gewone manier. John werd hoe langer hoe bl-eeker onder het lezen, 011 toen 'hij daarmee ophield ver kreukelde -hij het papier in zijne hand, en begaf zich naar buiten, naar den kleinen tuin achter de hut. Geschreven woorden zijn koude, gevaar lijke dingen. Wij lezen er dikwijls meer to dan de schrijver er ooit in gelegd heeft, en wij leggen zo uit naar -de stemming, waarin wij ons bevinden. „Ik geloof, dat zij mij haat,riep John Vivian in de bitterheid zijner ziel, „en na twintig" jaar moet zij mij dat nog toonen O, Mary! Mar!" en de arme man bedekte het gelaat met de handen, terwijl een snik kend geluid aan zijne borst ontsnapte. Drie of vier -maal liep hij met -langzame schreden den tuin op en neer, toen stond hij etil als om tot zich zelf te komen. De zon was achter het bosoh verdwenen, maai hare stralen vergui-don -nog de toppen dor heuvels. Johu stond er cenigo oogenblikken naai te kijken, totdat het- licht geheel verdwe nen was; toen zuchtte hij diep en lceerdi zich om ten einde in huis te gaau. „Paul zal dadelijk terug komen," zeide hij bij zich zelf. „Om zijnentwil moet ik me goedhouden". Maar hij zag zoo bleek en zoo ontdaan, dat-Paul er van schrikte, toon hij hem zag. „Gij maakt u ongerust, vader, omdat, gij nog niets van huis hebt gehoord," zoide hij, hem in dé groote droeve oogen ziende. „Ik heb vandaag bericht ontvangen, Paul." „O, dat wist ik niet, en wanneer denkt gij er heen te gaan?" „Wanneer ik heenga,mijn zoon, dan zal het zijn naar een land, dat verder ligt dan Engeland, en waarvan niemand terug keert." „Wat bedoeld ge, vader?" vraagde Paul terwijl hij bleek wérd. „I-s er iets gebeurd? Zijt gij erger?" „Ik gevoel mij zooals gewoonlijk," ant woordde John, met een treurigen glimlach maar ik geloof niet, dat ik sterk genoeg ben om de reis naar Engeland te onder nemen." „Maar moeder zóu zoo graag willen, dat gij thuis lcwaamt, en David zal zoo te leurgesteld zijn," zeide Paul. „Bovendien is er geen beter medicijn voor u dan ver andering van lucht. Wie weet hoe gezond en krachtig gij terug komt." „Ik heb niets van David gehoord," ant woordde John. „En de-brief van uwe moe der is eenigszhis onbestemd, maar die heeft- mij doen besluiten niet te gaan." „Het- süiit mij geweldig." zeide Paul. ,,'t Is waar, het zou mij vreoselijk aan het hart gaan u te moeten missen, en Cedai Creek zal als uitgestorven wezen zonder u. Maar gij moet rust en verandering hebben." „Beiden zullen spoedig mijn deel wor den, Paul. Bekommer u -niet over mij." „Maar dat kan ik niet laten. Het weei is koeler geworden, en gij blijft hoesten en zijt -niets beter dan in Juli." John zag hem met een weemoedigen glim lach aan, en antwoordde toen: „Mon kan niet op eens beter worden, mijn zoon. Heb maar geduld, het zal zich met mij wel schikken." Nog voordat zij 'hiermee gereed waren, kwam Israël Truscott binnon, spoedig ge volgd door Luke Abbott en nog enkele jongens uit Cornwallis, die in hot kost huis woonden, en onder vroolijk gepraat en gelach ging het overige gedeelte van den avond voorbij. Doch toen allen ver trokken waren, en Paul en John zich te bed hadden begeven, bleek heldat er voo-r den laatste geen .denken n: n slapen was. Hijhad niet geweten hoe sterk zijne hoop was geweest, voordat hij die had moeien opgeven. Do brief van Mary had hem oen slag toegebracht, dien -hij nooit meer te boven zou komen. - Die teleurstelling zou zijn laatste levenskrachten ondermijnen.' Er was nu niemaud" meer dan Paul, die hem aan het leven bond, en al6 hij kwam te ster- ven zou Paul de eenige zijn, die hem be treurde. „Ik zal hier blijven, totdat ik sterf," zeide hij zeer droevig. „Ik wil niet onbe geerd naar huis terugkeoren. Ik heb Mary te lief om haar door mijne tegenwoordig heid to hinderen, maar ach, ik had zoo gehoopt, dat zij mij voor mijn dood nog een klein bewijs van liefde zou gegeven hebben. Hij deed zijn best om elk gevoel van bit terheid uit zijn hart te weren, en dit mocht hem vrijwel gelukken, maar toen demorgen aanbrak was bij niet in staat om op ta staan, en zich naar zijn werk te begeven. Paul wachtte nu niet. langer met hot ont bieden van een dokter. Tot nu too had John zich hardnekkig daar tegen verzet., en Paul had zijn eigen'zin niet. durven doordrijven^ maar nu zijn vader werkelijk ziek waa achtte hij het misdadig geen geneeskundige hulp in te roepen. Om den anderen dag reed er een wagon van Cedar Creek naar Son- dra de naaste plaats van eenige beteeke nis. Paul kwam nog juist bij tijds voordat do wagen van het kosthuis afrocd, zoo dat hij Dan Crabtreé, den voerman met een briefje voor den dokter keu Kloeten. (Wordt vervolgd.),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 1