Dagblad voor Leiden en Omstreken.
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS
df leides es buiten leiden
WAAR AGENTEN GEYESTIGD ZIJN
iB KWARTAAL s 12.50
week0.19
tanco per post per kwartaal 12.00
Iste JAARGANG. - DONDERDAG 31 MAART 1921 - No. 305
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
Wie is verantwoordelijk?
Iet gebrek aan kweekelingen; voor de
eadiagsiam'kMiiigen voor ouderwijzere,
spuit alten die ia bet 'onderwijs belaag
den met zorg.
telle in do kringen van den Bond van
jd. Onderwijzers die een felle actie 'heeft,
rperd om de opleiding geheel stop te zefc-
t begint men te beseffen dat het den ver-
ffden kant opgaat.
Heen, men zoekt de schuld niet bij zich-
maar bij den minister van Onderwijs,
wien men zonder blileken of blozen zegt
hij de man is die door dezen wantee-
id verantwoordelijk is.
0 schroef bijv. het Kamerlid de heer
M. Ketelaar in de V r ij z. D e m o-
[a at
De opleidingsikrichtingen hebben
weer haar oproepingen geplaatst voor
nieuwe kweekelingen en hoewel do re
sultaten nog niet. volkomen- beleend
zijn, duidelijk blijkt, dat. het -aantal
candidaten bedroevend laag is. Aan de
gemeentelijke kweekschool te Amster
dam, waar plaats v-ooir 50 is, meldden
zidh 22 aan en aan de klassen, die voot
yoor de kweekschool een vooropleiding
•geven 8. Aan de Rijkskweekschool te
Haarlem, Middelburg en Maastricht
respectievelijk 22, 16 en 13; vroeger
was dat aantal vaak om en nabij de
100. En nu lette men erop, dat deze
'getallen nog slechts betrekking hebben
Op de candid aten; het toolatingsexa-
:men moet nog plaats hebben. Alleen de
maiejeskweekscho-ol te Apeldoorn geeft
van 82 candidaten, maar daar
.was bet aantal vroeger 250 a 300.
Aan de christelijke inrichtingen is
'het al niet beter; de heer Emous meldt.
;dat het aantal opleidingsinrichtingen
in zeven jaren daalde van 86 tot 62 en
;dat er spoedig nog wel meer zullen
jyeerdwijnen; het aantal leerlingen daal
de in dien tijd van 3312 tot 1751.
Waar moet het heen met ons onder
wijs? Want wie de cijfers der onver
vulde betrekkingen voor ouderwijzere
wekeüjke in de schoolbladen volgt,
«reet dat er nu reeds een tekort is en
begrijpt, dat met een aanmelding als
iit jaar en ook reeds in vorige jaren
het tekort jaarlijks grooter en grooter
zal worden.
wij hebben juist veel meer leer-
aaclrten noodig.
Bij de Lager-Gnderwijswet 1920 is
jelukkig het zevende leerjaar verplicht
festekl en is het aantal leerlingen per
mderwijzer verminderd. Hoe denkt Mi
nister De Visser die zaak in orde te
wot gen? Tot nog toe waren bijv. voor
70 leerlingen vier onderwijzers vol?
oerude» thans zullen er vijf moeten
Ba. aar denkt hij die vandaan te ha
sn? Denkt ihj soms ook aan het pracht
enkbeeld, dat de 'heer Lekkerkerker
oor Indie blijkt bedacht te hebben, en
ril de Minister wellicht ook hier Duit
cho onderwijzers gaan invoeren.
De pakken dankbetuigingen, die op
ministerieel bureau opgestapeld la-
na de nieuwe salarisregeling, heb-
toch maar niet tot uitwerking ge-
dat zich nu velen voor de zoo
jaarwedden komen aanmelden,
do actie der onderwijzerevereenigin-
moge hier niet vreemd aan zijn, in-
de jaarwedden en de vooruitzich-
bl.fe werkeljjk voldoende waren, die ac-
t.4e zou geen resultaat hebben,
tigj Minister De Visser zinne nu op mid-
1 Jen om tot herstel te gerakendit ie
onafwijsbare plicht. Hij is vooraf
oor gewaarschuwd, dat het dezen
t zou uitgaan; hem treft dus de
'antwo ordelijkheid.
Want het is niet genoeg een wet tot
id te brengen, waarin veel verbete
ringen in het onderwijs voorgeschre
ven worden; de Minister moet ook
voor de middelen zorgen, die deze vei
beteringen tot werkelijkheid maken.
Zonder dat is .reeds nu te constateeren,
dat zijn ministère chap er slechts een
zal geweest zijn van den schoo-
n e n s ch ij n."
Men moet maar durven.
Minister De Visser heeft niet alle onder-
wijzers w ens ch en op het stuk van salariee-
ring bevredigd, k o n dat niet doen.
Maar dat hij méér heeft gedaan, dan wel
ke minister ook voor hem, staat onweer
sprekelijk vast.
Hij heeft een regeling gegeven, waardoor
de ouderwijzere in het algemeen in
een bevoorrechte positie komen.
En toch heeft men den moed te zeggen
dat hem alle verantwoordelijkheid treft.
En dat-, terwijl de Bondsmannen sinds
langen tijd een stelselmatige actie voeren
om het aantal ouderwijzere zoo klein moge
lijk te maken in de hoop dat dat als gevolg
van degroote vraag en het geringe aanbod
de salarrissen zullen stijgen.
Uit puur egoisme is men er niet voor te-
ruggedeinst het onderwijs -in den hartader
te treffen.
De eenige lichtzijde die bij dergelijk ge
schrijf als van den heer Ketelaar valt te
ontdekken -is deze, dat men blijkbaar be
hoefte heeft voor wat. men zelf misdeed, een
ander verantwoordelijk te stellen.
ADVERTENTIE-PRIJS
TER GEWONE REGEL10.221/1
DES ZATERDAGS 10.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF,
KLEINE ADVERTENTIES van hoogs ten a
30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent,
bij vooruitbetaling
V De oogen gaan open.
Er is intusschen alle reden om aan te ne
men dat de pogingenvan de open-bare ou
derwijzere om een ander voor hunne aan
slagen op ons volksonderwijs verantwoor
delijk te ©tellen, niet. zullen dagen.
Leerzaam in dit opzicht is de jl. Zater
dag gehouden vergadering van de Vereen,
van Soc. Democratische Gemeenteraadsle
den.
„Bij de rondvraag, dus meldt Het
V o 1 k, bracht een der aanwezigen de
ak-tie ter sprake, door den Bond van
Nederl. Onderwijzers gevoerd tear be-,
-perking der-opleiding tot onderwij
zer (es). Spreker noemde deze aktie
buitengewoon schadelijk
voot het openbaar volks
onderwijs. Reeds nu is het uiterst
moeilijk, v-ooral op het platteland om
onderwijzers te -krijgen. Daardoor
krijgt het. kerkelijk -onderwijs een groot
overwicht, terwijl ook het -bijzonder
neutraal ouderwijs er door bevorderd
wordt, en terwijl de arbeidersjeugd het
kind van de rekening wordt.
Deze opmerkingen vonden vrij al
gemeen b ij v a 1. Er werd nog op
gewezen, dat de Bond van Nederl. On
derwijzers ét' zijn eigen vakaktie mede
bederft. Want het gebrek aan onder
wijzers zal leiden -tot vergrooting der
klassen en indeeling der kinderen in
twee ploegen per dag."
Erkend werd hier dus dat het de openba
re onderwijzers zijn die de belangen van -hetj
onderwijs schaden.
En zoo is het ook.
Als langgewenschte verbeteringen al-s de
uitbreiding van den leertijd enz. moeten
uitblijven, dan zijn daarvoor -in de eerste
plaats verantwoordelijk, de openbare on
derwijzers.
Intusschen blijkt uit dit -alles weer op
nieuw van hoe groote beteekenis het is, ook
voor het volksonderwijs in het algemeen
dat wij onze Christelijke scholen bezitten.
Laat het voor ens volk een spoorslag
zijn, om aan dat onderwijs volle aandacht
te blijven schenken en aan den uitbouw
van dat onderwijs in de breedte, maar voor
al ook d -n d e d i e p t e, te blijven voortan
STADSNIEUWS.
„Zang zij onze heus."
Woensdagavond gaf de gemengde Zang-
vereeniging „Zang zij onze Leus" in de
Stadsgehoorzaal hare -eerste openbare uit
voering.
De leiding van dezen avond berustte bij
Ds. Hoogenraad -die in zijn openingswoord
wees op de gro.ote beteekenis van het lied
en den zang.
Bij een lied, aldus spreker, moeten wij
onderscheiden -tussehen woord en melodie.
Meestal is de melodie ouder dan de woor
den. Vaak hebben we ook nieuwe w.oorden
op een oude wijs.
Zal een lied waarde hebben, dan moet
het gezongen wórden. Als dat niet gebeurt
dan is het gelijk aan een stuk staal, dat
koud en roerloos in de werkplaats ligt,
Maar als het gesmolten wordt en bewerkt
dan zien we de blauwachtige gloed en spat
ten de vonken naar alle kanten uiu
Er gaat kracht van uit en zoo moet het
ook' gaan met het lied dat gezongen wordt
Er moet kracht van uitgaan; het moet aan
stekelijk werken.
Velerlei gevoelens worden door het lied
vertolkt. Het lean lokken en klagen, treu
ren en juichen. Wil het goed zij-n dan moet
het voortkomen uit het gemoed en dan is
het als een beek die klatert over do steenen
en die toont dat er drang achter zit en
levenskracht. Wordt zoo gezongen, dan
brengen de zangers de hoorders dn vervoe
ring, sleepen ze mee, brengen ze op een
hooger niveau.
Spreker vestigt er voorts de aandacht op
dat het nog slechts oen eenjarig kindek© is.
dat thans voo-r ons optreedt en wat tot -een
gematigd oordeel moet leiden.
Mej. Sibbes was door ongesteldheid ver
hinderd te zingen zooals was aangekondigd
In haar .plaats zou nu gezongen worden
door de heer on Mej. Vermeer, die enkele
fragmenten uit -de Jahreszeiten ten gehoore
zouden brengen.
Na dit openingswoord was het woord
aan de Zangvereéniging die een achttal
liegeren ten gehoore bracht.
En wo voegen er dadelijk aan toe, op
zeer verdienstelijke wijze.
Het As, zooals Ds. Hoogenraad in zijn
6lotwoord opmerkte: er moet dit jaar bard
gestudeerd zijn en de directeur moet voor
zijn taak ton volle berekend zijn, om in een
zoo kort tijdsbestek, zooveel te bereiken.
De -inzet: „Het leven is mij Christus" was
-al dadelijk goed, hoewel -nog ©enigszins
weifelend. Maar bij „Gods lof in de natuur"
was het koor op volle kracht.
En bij de Hymne voor de pauze, toen
het als uitgejubeld werd: „Last, sein heilig
Lob uns singentoen was reeds de door
den leider aangegeven voorwaarde vervuld
en werden de hoorders meegesleept en op
een hooger plan gebracht.
Na de pauze werd dit doel eveneens be
reikt bij Ps. 103 (eoli en koo-r).
Hoe klagend klonk het: De dagen des
menschen zijn als het gras, gelijk eau bloem
alzöo bloeit 'hij. En als een bange zucht:
hare plaats kent haar niet meer.
Maar dan breekt de geloofsjubel los en
schalt het de goedertierenheid des Heeren
is van eeuwigheid: Alles wat adem heeft
love den Hoer.
Het was een indrukwekkend sint.
De solisten, de dames A. en T. Vermeer
en de heer J. C. Venneer kweten zich mede
op verdienstelijke wijze van hun taak, even
als de pianiste Mej. Lien Sibbes, die al had
zij dan nog niet de beschikking over hare
stem toch met haar vingerspel mee wist to
w-erken.
Uit dit alles volgt dat de leiding bij den
directeur, don heer A. Teljeur Jr., van Den
Haag, in goede handen moet zijn geweest.
Dit was ook inderdaad het geval. Hij kan
evenals zijn eenjarig koor met groote vol
doening op dezen 'avond terugzien.
In de pauze werd aan den Directeur een
•prachtige bloemenmand en aan de solisten
en de pianiste een bouquet aangeboden.
De opkomst was bevredigend en dus zal
deze uitvoering voor de Herv. Diaconie ten
wier bate die opbrengst kwam, mede niet
ontevreden zijn.
Na een kort slotwoord word de avond
door Ds. Hoogenraad met dankzegging ge
sloten.
Staande de uitvoering van „Zang zij
onze Leus", werd deze vereeniging door de
afd. Leidon van het N. Z. G. uitgenoodigd
om op Hemelvaartsdag, 5 Mei a. s. het Zen-
dingsfeest op „Oud-Poelgeest" op te willen
luisteren met zang.
Aangezien „Zang zij onze Leus" op dien
dag deelneemt aan het Concours te Leid-
schendam, kon aan deze uitnoodiging ech
ter geen gehoor worden gegeven.
Men doelt ons mede dat voor „Het Millioen-
plan" sedort de-laatste controle-vergadering, -
over diverse bureaux aan bijdragen, is ingo-
teokend, voor ©en bedrag van f 190.50.
Bovendien is Bureau Medusastraat 33 (Kooi-
kwartier) dat nog geheel onbearbeid was, door
two© dames afgewerkt en hoeft in totaal opge
bracht de som van f 127.50. Te zamen dus
I 318.00.
Tegenover dezo meevaller staat echter eene te
genvaller
Door het comité werd ©enigen tijd geleden een
extra-bijdrage van f 200 ontvangen, welk© bij
nadoro overweging door den schenker aan het co
mité in een naburig dorp is toegekend, zoodat het
totaal bedrag met f 200 moot worden verminderd.
Niettemin mag met dankbaarheid worden er-<
,kend, dat het bedrag, hoewel langzaam stij-s
gende blijft.
A.s. Zaterdag houdt de penningmeester weer
zitting voor de in ontvangstname der Maart-bij-
dragen.
Blijve thans geen enkel bureauhoofd in gebre
ke, do onder zijn berusting zijnde gelden af to
dragen.
Chr.-Hist. Loden v. Gemeentebesturen.
De Ver. van Chr.-Hist. Letden van Ge-
-me-entetoesturen hield gistermiddag te
Utrecht een vergadering onder voorzitter
schap van den heer J. R. Snoeck Henkc»
mans te 's-G raven-hoge.
In plaats van den afgêtreden penning
meester, den liec-r Van As, werd bij accla
matie gekozen de heer H. van Boeyen, wet
houder te Voorburg.
De heer H. van Boeyen uit Voorburg
sprak over de uilkeering van Rijkswege
aan de gemeenten.
Spreker vergeleek do wetsontwerpen dep
Regeoring met die der heeren De. Geer, v. d.
Tempel en Treub.
Tegen heide laatste voorstellen had hij
groote bezwaren, zij komen ten slotte neer
op „armenzorg" en wel een armenzorg van
de slechtste soort.
De gemeenten die alles deden om de be
lastingen' zoo laag mogelijk te houd-en, wor
den voorbijgegaan, andere gemeenten zou
den meer aan Rijksuitkeering ontvangen
dan de belastingen beliepen.
Spr. meende, dat de ontwerpen zóo groo
te onbillijkheden -bevatten, dat de aanvul
lingen beslist noodzakelijk zijn.
De heer De Geer, een der ontwerpers van
•het voorstel inzake de uilkeering van Rijks
wege aan de gemeenten, betoogde dat de
nood-toestand der gemeenten in het alge
meen niet voortkomt .uit te groote royali
teit, doch'wel degelijk een gevolg is van de
tijdsomstandigheden.
Dat het verder de grootste steden zouden
zijn die het zwaarst -belast zijn, betwiste,
spreker.
Integendeel, verschillende plattelandsge
meenten zijn er erger aan toe.
Voorts deelde spr. me.de dat zijn voorstel
slechts oen noodontwerp is en voor twee
jaren geldig, terwijl het Rijksontwerp eene
definitieve oplossing wil. Daarom verdient
sprekers voorstel de voorkeur, wijl e.r on
middellijke hulp noociig is en men inmid
dels grondig de goede oplossing kan zoe
ken.
Wat betreft het desbetreffende bezwaar
van den heer Van Boeyen, deelde spr. mede
dat door een amendement op zijn voorstel
geen gemeente meer dan 50 procent van
baar inkomstenbelasting als Rijks steun
zal ontvangen.
Ten slotle bestreed spr. de veronderstel
ling dat Rijks steun armenzorg zou zijn.
Nadat nog enkele opmerkingen waren ge
maakt en door de heeren Van Boeyen en
lie Geer beantwoord, werd de, vergadering
gesloten.
De ïinancieele positie der S.D.A.P.
Uit een accountantsonderzoek is gebleken
dat de financieel© toestand uiterst zwak is.
Er is oen tekort aan beschikbare middelen
van bijna f 42.000.
Een goed bericht van „Boldoot".
De rubriek „De Crisis in de nijverheid"
ia de „Nieuwe Rotterd. Courant" gaat dooi
interessante mededeelingen uit het bedrijfs
leven te geven, zegt de Rotterd.:
In een der laatste -nummers is de direc
teur van do Eau-de-Cologne-fabriek voort
heen J. C. Boldoot aan hot woord en uiit
zijn relaas knippen wij diit goede berichtje
üifc:
„De verkorte arbeidstijd hoeft uitbrei
ding van personeel noodig gemaakt. Doch
do geest van de arbeiders, in een Christ-e-
lijken Bond georganiseerd, waar hun voor
gehouden wordt, dat zij onder de verbeterd»
arbeidsvoorwaarden nu ook flink moeU 9
werken, is uitstekend. Zij bevorderex zoo
veel mogelijk den goeden gang van zaken."
Wijziging Invaliditeitswet.
In de Eerste Kamer werd door Min. Aalberse
meegedeeld, dat een wetsontwerp tot wijziging dor
Invaliditeitswet spoedig zal inkomen. Het zal o.a»
een Voriooging van-de 'loongrens tot f 3000 in
houden.
Ook zal spoedig ingediend worden een supple
toir© begrooting, waarbij gelden worden aange
vraagd voor de organisatie van de tuberculose
bestrijding in on6 land.
Nederland en België.
Uit Brussel wordt .gemeldt:
Het nationalistisch avondblad Lo Soir maakt
gewag van het op het Paaechcongres vaoi do Ne-
üc-rlandsche Sociaal-Democratische Arbeiderspar-»
tij aangenomen voorstel van Mr. Troelstra tot hot
beleggen van een bijeenkomst van Nederlandsche
en Belgische socialistische parlementairs fracties
ter bespreking en oplossing van de Wielingen-
kwestie, en knoopt er den volgenden commentaar
aan vast: Ware het niet beter, in plaats van de
ze kwestie door particulieren en Kamerleden, die
zelfs in groep, toch niets anders dan particulie
ren zonder volmacht zijn, de hervatting van de
onderhandelingen door oen van de twee regierin
gen te zien openen'?
Wijziging van de Kieswet.
Blijkens het voorleopig verslag stemden zoej
velo leden in met do verhooging van het ver
eischte aantal stemmen tot 75 pel. van den kies-
deoler. Verscheidene loden echter achtten een ver*
hooging tot 90 pet. of 100 pet. van den kiesdeo*
lor wenscholijk. Voor do gemeenteraadsverkiezin
gen zou eohter, naar veler meening, do eisch van
50 pet. moeten bk'jven, omdat in verband mot
oen werkkring van den gemeenteraad er nicer
aarloiding bestaat, dat do kleine belangen-partij-
en daarin zijn vertegenwoordigd, terwijl door hot
Regeeringsvoorstel in de kleine gemeenten, het
6telsel van evenredige vertegenwoordiging niet
tot. zijn recht zou komen.
Verscheidene leden betoogden de wenseholijk-
heid van maatregelen ten behoeve van kiezere,
die op den stemmingsdag uit hun woonplaats al-
FEUILLETON
jol
■ings den afgrond.
\ar)
;ik&r toen -de tijd voor het ant>
i j daar was, en de eene dag na de an
hev-eretreek -zonder dat hij iets hoorde
<v'i>egon hij het ergste te vreezen. Zoo
nu|j gezegd hebben duurde die tijd var
ielfng ongeveer veertien dagen, totdat
iimdelijk de lang verwachte brief te1
L- cWerd gesteld.
1 bevende vingers scheurde hij het cou-
u-open, en verslond den inhoud. Het
n(* slechts enkele regels, duidelijk en
me'jk gciijk al Mary's brieven,
héfot alleen het plan gemaakt om
zete gaan," zoo luidde de brief, „ik
nnilaarom geen reden waarom gij mij
thuiskom-st- zoudt raadplegen,
jjn vijf-en-twin tig jaar getrouwd ge-
jen ik heb mij nooit met uwe plan-
moeid. Het is te laat om daar nu
begin mee te maken. Indien gij
jwenscht te komen, dan kunt gij ver-
f zijn, dat ik u niets in den wog zal
fvolgden nog enkele onbeduidende
telingen, en daarop eindigde do brief
[gewone manier.
John werd hoe langer hoe bl-eeker onder
het lezen, 011 toen 'hij daarmee ophield ver
kreukelde -hij het papier in zijne hand, en
begaf zich naar buiten, naar den kleinen
tuin achter de hut.
Geschreven woorden zijn koude, gevaar
lijke dingen. Wij lezen er dikwijls meer to
dan de schrijver er ooit in gelegd heeft, en
wij leggen zo uit naar -de stemming, waarin
wij ons bevinden.
„Ik geloof, dat zij mij haat,riep John
Vivian in de bitterheid zijner ziel, „en na
twintig" jaar moet zij mij dat nog toonen
O, Mary! Mar!" en de arme man bedekte
het gelaat met de handen, terwijl een snik
kend geluid aan zijne borst ontsnapte.
Drie of vier -maal liep hij met -langzame
schreden den tuin op en neer, toen stond
hij etil als om tot zich zelf te komen. De
zon was achter het bosoh verdwenen, maai
hare stralen vergui-don -nog de toppen dor
heuvels.
Johu stond er cenigo oogenblikken naai
te kijken, totdat het- licht geheel verdwe
nen was; toen zuchtte hij diep en lceerdi
zich om ten einde in huis te gaau.
„Paul zal dadelijk terug komen," zeide
hij bij zich zelf. „Om zijnentwil moet ik
me goedhouden". Maar hij zag zoo bleek
en zoo ontdaan, dat-Paul er van schrikte,
toon hij hem zag.
„Gij maakt u ongerust, vader, omdat,
gij nog niets van huis hebt gehoord,"
zoide hij, hem in dé groote droeve oogen
ziende.
„Ik heb vandaag bericht ontvangen,
Paul."
„O, dat wist ik niet, en wanneer denkt
gij er heen te gaan?"
„Wanneer ik heenga,mijn zoon, dan zal
het zijn naar een land, dat verder ligt dan
Engeland, en waarvan niemand terug
keert."
„Wat bedoeld ge, vader?" vraagde Paul
terwijl hij bleek wérd. „I-s er iets gebeurd?
Zijt gij erger?"
„Ik gevoel mij zooals gewoonlijk," ant
woordde John, met een treurigen glimlach
maar ik geloof niet, dat ik sterk genoeg
ben om de reis naar Engeland te onder
nemen."
„Maar moeder zóu zoo graag willen, dat
gij thuis lcwaamt, en David zal zoo te
leurgesteld zijn," zeide Paul. „Bovendien
is er geen beter medicijn voor u dan ver
andering van lucht. Wie weet hoe gezond
en krachtig gij terug komt."
„Ik heb niets van David gehoord," ant
woordde John. „En de-brief van uwe moe
der is eenigszhis onbestemd, maar die heeft-
mij doen besluiten niet te gaan."
„Het- süiit mij geweldig." zeide Paul.
,,'t Is waar, het zou mij vreoselijk aan het
hart gaan u te moeten missen, en Cedai
Creek zal als uitgestorven wezen zonder u.
Maar gij moet rust en verandering hebben."
„Beiden zullen spoedig mijn deel wor
den, Paul. Bekommer u -niet over mij."
„Maar dat kan ik niet laten. Het weei
is koeler geworden, en gij blijft hoesten en
zijt -niets beter dan in Juli."
John zag hem met een weemoedigen glim
lach aan, en antwoordde toen: „Mon kan
niet op eens beter worden, mijn zoon. Heb
maar geduld, het zal zich met mij wel
schikken."
Nog voordat zij 'hiermee gereed waren,
kwam Israël Truscott binnon, spoedig ge
volgd door Luke Abbott en nog enkele
jongens uit Cornwallis, die in hot kost
huis woonden, en onder vroolijk gepraat
en gelach ging het overige gedeelte van
den avond voorbij. Doch toen allen ver
trokken waren, en Paul en John zich te
bed hadden begeven, bleek heldat er voo-r
den laatste geen .denken n: n slapen was.
Hijhad niet geweten hoe sterk zijne hoop
was geweest, voordat hij die had moeien
opgeven. Do brief van Mary had hem oen
slag toegebracht, dien -hij nooit meer te
boven zou komen. - Die teleurstelling zou
zijn laatste levenskrachten ondermijnen.' Er
was nu niemaud" meer dan Paul, die hem
aan het leven bond, en al6 hij kwam te ster-
ven zou Paul de eenige zijn, die hem be
treurde.
„Ik zal hier blijven, totdat ik sterf,"
zeide hij zeer droevig. „Ik wil niet onbe
geerd naar huis terugkeoren. Ik heb Mary
te lief om haar door mijne tegenwoordig
heid to hinderen, maar ach, ik had zoo
gehoopt, dat zij mij voor mijn dood nog
een klein bewijs van liefde zou gegeven
hebben.
Hij deed zijn best om elk gevoel van bit
terheid uit zijn hart te weren, en dit mocht
hem vrijwel gelukken, maar toen demorgen
aanbrak was bij niet in staat om op ta
staan, en zich naar zijn werk te begeven.
Paul wachtte nu niet. langer met hot ont
bieden van een dokter. Tot nu too had John
zich hardnekkig daar tegen verzet., en Paul
had zijn eigen'zin niet. durven doordrijven^
maar nu zijn vader werkelijk ziek waa
achtte hij het misdadig geen geneeskundige
hulp in te roepen. Om den anderen dag reed
er een wagon van Cedar Creek naar Son-
dra de naaste plaats van eenige beteeke
nis. Paul kwam nog juist bij tijds voordat
do wagen van het kosthuis afrocd, zoo dat
hij Dan Crabtreé, den voerman met een
briefje voor den dokter keu Kloeten.
(Wordt vervolgd.),