i Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABONNEMENTSPRIJS r' IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KWARTAAL 12.50 PER WEEK 10.19 FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.60 Iste JAARGANG. - WOENSDAG 16 MAART 1921 No. 294 BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. TELEFOON INT. 1278 ADVERT ENTIE-PFcIJS PER GEWONE REGEL 10R2 l/l DES ZATERDAGS 10.30 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIE* KLEINE ADVERTENTIES TUI hoogstou 30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent, t* bij vooruitbetaling Dit nummer Jiestaat uit twee bladen Practische Bezwaren. Uit het feit dat tegen coöperatie geen piincipioole bezwaren kunnen worden aan- igevoerd, volgt nog niet dat nu ook maax Bonder meer tot het volgen, van den coö- peratieven weg kan worden geadviseerd. Er zijn op dit gebied bezwaren en geva ren, die niet mogen worden onderschat; er liggen hier voetangels en klemmen, die tot igroote behoedzaamheid moeten manen. De winsten door de coöperatie behaald, [worden vaak eterk overdreven en wanneer een vergelijking wordt gemaakt met goed [geregelde winkelzaken is het. voordeel in yole gevallen niet aan de zijde der coöpo- fatoren. De uitkomsten hebben menigmaal niet aan de hooggestemde verwachtingen be antwoord. En dit ligt eenigermatG voor de hand. Een coöperatio moot altijd werken met (gehuurde krachten. Lang niet altijd ge- k' lukt het aan het hoofd van de onderne ming te plaatsen een prima vakman, die ■jran alle markten thuis is. En toch is voor het welslagen een eer ste vereischte. Noodzakelijk is niet alleen een kundig vakman, met voldoende waren- 1. kennis, die tevens tegen de laagst m lijke prijzen weet in .te koopen, maar ook "demand met meer dan gewone ijver en ambitie, die de zaken behartigt precies •oals hij het zijn eigen zaken zou doen. Alle ambtenarij is hier uit den boozo. Het vinden van zulke krachten is echter 'olstnekt niet gemakkelijk. En heeft, men e gevonden dat is. er de niet geringe kans, lat ze de coöperatie gébruiken om op het >aard te komen en in den particulieren mndel oen onderkomen te zoeken. Een andere moeilijkheid is de keuze van jestuursleden. Heeft mon aan het hoofd ran de beweging mannen, die in plaats ran te besturen, blindelings den bedrijfe- j leider volgen, dan zijn ze niet voor hun taak berekend; en wanneer ze dat wèl zijn of althans méénen het te zijn, dam zijn de Conflicten vaak niet van de lucht, tot ?roote schade van do zaak wier belangen nen heeft te dienen. Wanneer een bedrijfsleider rekening noot houden met. de opvattingen van remoeizieko bestuursleden, bij wie ook wel s 't eigen belang domineert, dan ligt iet voor de hand dat het zich minder ge makkelijk kan bewegen dan een winkelier, UB eigen gelegenheid kan bandelen. Hierbij komt nog: dat om een coopera te op gang te brengen, menigmaal al te jroote verwachtingen worden gewekt Om belangstelling te wekken, moet een ©ker aandeel in de winst in uitzicht wor- len gesteld en ook werkelijk betaald. En lat, terwijl vaak het hoog noodige bedrijfs kapitaal ontbreekt. Verstandige bedrijfspolitiek zou zijn tthans de eerste jaren geen dividend uit keercn, maar een behoorlikje reserve te rormen. Daarvan zijn echter in vele gevallen de leelnemers niet gediend. Zij willen divi- end zien, tot eiken prijs, en wanneer aan lien oisch niet wordt voldaan, dan trek ken ze zich zonder moor terug. De ervaring leerde dat bloeiende en 'oed gefundeerde coöperaties, die om wel ke redenen dan ook, enkele malen geen >f een zeer laag -dividend uitkeerden, in Hinder dan geen tijd een groot aantal Janten verloren, die elders hun geluk gin- |©n beproevon. Een eerste zorg van de bestuurders moet dus wel zijn de gewenschte uitkeeringen te kunnen doen, desnoods door minder goede waar te leveren. En zoo is het gewaande voordcel menig maal niets anders dan schijn en komt men bij nauwkeurige berekeningen, tot de ont dekking, dat het verkregen dividend toch goed beschouwd al te duur werd betaald. Men zal dus, voor tot coöperatie over te gaan, verstandig doen met alle kaneen te berekenen on terdege rekening to hou den met de vele moeilijkheden, die zich op dezen weg voordoen. Tegenover deze bezwaren, die nog te ver meerderen zouden zijn, staan ook voordoe len, die zeker in rekening mogen worden gebracht. Financieele voordooien misschien niet in de eerste plaats, maar dan toch voor dooien van zedelijloen aard. Een eerste voordeel is, dat door coöpe ratie de contante betaling in de hand wordt gewerkt. Zonder contante betaling kan een coöperatie niet bestaan en het is zeker van niet gering te 6chatben beteeke- nis, indien op deze wijze aan het onge- wenschte credietstelsol voor huishoudelijke artikelen een ©inde kan worden gemaakt. Door het credietstelsol komen niet wei nigen onder een druk, die ze in gewone omstandigheden nooit meer van zich af kunnen schudden en waar ze hun geheele leven onder zuchten. En een andere lichtzijde is, dat in plaats van de Kaln's gedachte, ben ik mijn broe ders hoeder, die in ons maatschappelijk leven maar al to veel den toon aangeeft in de cöoperatie tot. uiting komt, die schoon© leuze: eendracht maakt mach t. Dat is niet alleen een oud-Hollandsche, maar ook oen echt Bijbelsch© uitspraak, welkr toepassing niet zonder schade voor het leven wordt, nagelaten. STADSNIEUWS. „Pro-Rege." Na onze vorig© verantwoording worden wij voor den ontvangstavond dor nieuwe lichting ver blijd roet de volgende giften: van de heer de R. f b X. f 0,75, N. G. f 1.een weduwe f 0.30, d. A. D. f 10.-, G. f 1.-, N. N. f 1.-, N. N. I 2.50 terwijl de faro. L. te Hillegom ons post wissel zond ad f 3.met oen zeer waardeerend schrijven waaruit wij hier o.a. laten velgen: Aan uwe oproep nog eene toegevoegd en wel, dat nog vele gaven mogen toevloeien. Dit is van do fam. van een .dor oud-beaoekers van het Tehuis dio den zegen van dezen arbeid hebben ondervonden. Zijn er misschien niet wat moer onder de oud- Tthuisbezoekers die dit goode voorbeeld willen volgen, want al zijn wij zeer dankbaar dat op 't oogenblik in totaal is ontvangen f 31.30. Wij moeten nogmaals en naar wij hopen voor 't laatst een beroep op uwe welwillendheid doen, om het benoodigdo bedrag bijeen te krijgen. En wij wil len het u dan ook met alle nadruk toeroepen. Chriati-nvolk van Leiden hot zijt uwe landevjrii- digers die huis en hof moeten verlaten en worden geplaatst in een omgeving waar helaas het onge loof maar al te veel tiert Waarom dan ook het Tehuis aan den Morechweg zijn deuren wijd wil openzetten voor de nieuwe kazernebewoners. Mili tair „Pro-Rege" wil en zal in Gods kracht den strijd tegen het ongeloof, vloeken en zedoloos- beid in de kazerne aanbinden en de Christen jon ge mannen den weg wijzen naar het Tehuis. Ter wijl Burger Pro-Rege bedoelt onze militairen te doen gevoelen en te helpen in hun, moeilijk doch heerlijk en gelukkig reeds gezegend work. Welnu steun ons door uw gaven doch bovenal door het gobed en toon ons leger dat gij er niet onver schillig ora zijt of men zich in dat leger naar Gods oisch gedraagt Wij wret«n dat gij met het hiervoor omschre ven doel zekerlijk sympathiseert Welnu, aarzel pu niet, doch weet dat God uwe gaven zekerlijk zal zegenen. Met nieuwe verwachting en heilbede: C. BREEBAART, Mare 58. W, JOOSTEN, Morechweg 34 L. QUESTROO, N. Rijn 51. H. KOENEN, De Ruiterslr. 27. De ware wijsheid. Dinsdagavond trad voor de Chr. Besturenbond alhier, op Ds. Voorsteegh van Katwijk aan Zee, niet hot onderwerp „Dewaro w ij e h e i d." Na gebed en een inleidend woord van den waarn. voorzitter de heer v. Ouweelen, de voorz. wns door huiselijk© omstandigheden oerhinderd, word hot woord gegeven aan den spreker die er op wees hoe altijd de menachen bozig zijn aan hot bouwen van bergen van haat. Als voorbeeld werd gewezen op de conferentie te Londen en het optreden van den heer Duys die te Botterdam verklaarde dat hij gekomen was om te spreken woorden van haat. Altijd weer zien we dat de ware wijshei zoek is. Do vaste rechte lijn ont breekt. Wij hebben noodig, ook voor het sociale leven, positieve lijnen, stevige fundamenten, in de plaats van de vele leuzen als socialisatie enz., waarop wij in onzen tijd vergast worden, en waarmee de menschen worden bedrogen. Wij leven in een wereld vol van zoekende inon>- schen. Daarom hebben de Christenen een zoo ont zaglijke groote taak en een geweldige roeping, om het te prediken dat het beginsel van Gods heilig Woord vast is en dat er geen wankelen aan is. De ontwikkeling van het wereldleven staat voor een groot deed in het teeken van de arbei dersbeweging. Daaruit volgt, dat die bewoging een zeer grooto verantwoordelijkheid heeft. Dit geldt met name van de Christelijke arbeiders, die do beginselen van Gods Woord in het loven hebben uit te dragen. Daaiwoor is n-ooddg wijsheid, die niet gevonden wordt in het midden van de menschenwereld. God heeft de menschelijko wijsheid dwaas gemaakt. Er is op dit gebied nog zooveel te doen; nog veel te hervormen, maar er is ook zooveel teleurstel ling voor hen die zich tevreden stollen met al lerlei leuzen. Maar zoo is het niet, voor hen die leven uit Gods Woord. Wij moeten toonen dat wij vasten grond hebben onder den voet. Er is in onzo dagen oen goweldig afglijdings- proce8. We zien 't in ons land, maar ook in Duilscliland en andere landen, waar de uitersten van links de leiding nemen. Dit kan niet uitblijven. Als do mensch niet meer vraagt naar do wijsheid Gods dan vallen de remmen en dammon weg en gaat 't hollend naar don afgrond. Zoo is het niet bij hen, die een hoogere, do ware wijsheid hebben, waarover epr. dan nader handelt naar aanleiding van Spreuken 20: 24-23. Die kleine dieren leeren ons dat wij wijsheid van God noodig hebben. Dio verschillende dieren zijn inziehzolf oen zwak en onwijs volk. Zoo is 't ook met ons. De wereld spot daarmee en vertrouwt in hare dwaas heid op eigen kracht. Wij erkennen ook voor 't sociale leven dat wij wat krom getrokken ia niet recht kunnen maken en wat verward is niet kunnen oplossen. Daarmee spreken wij uit, dat 't alleen moet komen van boven, en dat wij in den weg des ge- beds die wijsheid moeten verkrijgen. Als dit le- vensroalitieit voor ons is geworden, dan zullen we uit zwakheid krachten verkrijgen. Verder leeren deze dieren ons dat we w e r k en moeten. De wijsheid van dezen tijd leert het an dere, en zegthoe minder werk, hoe meer le vensgeluk. Dat is niet waar, al volgi hier uit natuurlijk niet, dat we nu den heelen dag moe ten arbeiden. Maar werken is noodig, vooral nu do werk tijd verkort is. De kortoro arbeidsdag is voor velen een zegen, mils gezorgd wordt dat de vrijkomende tijd goed besteed wordt, voor meerdere ontwikkeling, ar beid in 't gezin enz. Do mieren leeren ons, dat we moeten were ken mot al onze kracht; de arbeid, meegenomen uit het paradijs is niet een vloek, maar oen zegen, maar dan moet dio arbeid ook gewaardeerd wor den. Ook dat leert ons de Schrift, die voor heel het leven zulke kostelijke lijnen aangeeft. Om onzen arboid recht te zien hebben we noodig de wijsheid die de mieren van hun Schepper ontvin gen. Er driegen op sociaal gebied allerlei gevaren, en nu zien we dat de konijnen hebben een schuilplaats. Zulk een schuilplaats die de Opperste Wijsheid ons aanbiedt, hebben wij ook temidden van al de gevaren van onzen tijd zoo noodig. Wij moeion bij het licht van Gods Woord die gevaren leeren zien. 't Gevaar is zoo groot, dat wij opgaan in de stoffelijke dingen, dat we ons door allerlei, schoonschijnende maar materialistische leuzen laten meeslepen. Daarom hebben we noodig de wijsheid Gods, die ons krachten geeft. iWij moeten tegen den stroom van revolutie en matprialieme op, maar dat kan alleen al6 de wind des Geestes in onze zeilen waait. Van do sprinkhanen lezien wij dat ze sa men optrekken en daardoor hun doel bereiken. Wie hebben hier de kwestie van de organisatie. Er zijn nog altijd die bezwaar maken als Chris tenen zich organiseeren. Maar laten ze dan toch hun Bijbel lozen, die van organisatie vol is. De organisatie wordt ook misbruikt; de duivel heeft ook de kracht van dit wapen gezien, en daarom hebben we noodig organisaties waarin met de wijsheid die uit God is, wordt gerekend. Tenslotte do spinnekoppen van wie 't heet dat ze zelfs door hun volhouden weten te komen in de paleizen der Koningen. Hier hebben wij dezo wijsheid te leeren dat wij moeten vol harden. Er is bij veel menschen een zekere matheid; het gevaar dreigt clat we gaan zoggen: wat helpt het, wat kunnen wij doen, tegenover den grooten stroom die van God afvoert. Maar dat is geen Bijbelsch standpunt. Do 6pinnekoppen lecoren het ons anders. Als we de wijsheid van boven hebben, dan weten we waar krachten te vergaren zijn.Volhouden moeten we, volhouden in ons" getuigen en strijden. Volhouden, qrok in ons bidden, en bij alles wat teleurstelt in onzo Chris telijke actie. De gelijkenis van deze vier kleine diersoor ten, door do wijsheid die God zo goeft, doende grooto daden. moot, ons ten voorbeeld zijn en dan zullen we in dozo donkere en verwarde lijden, tot een zegen voor land en volk gesteld kunnen wor den. Een warm applaus loonde clezo geestdriftige, met den gloed dor overtuiging uitgesproken rede. Nadat nog een enkele vraag door den 6proker Vi as beantwoord en de voorzitter spreker en hoor ders oen woord van dank had gebracht, werd de vergadering door Ds. Voorsteegh met dankzeg ging gesloten. Wegeös plaatsgebrek moest ons verslag om trent do vorgadering van het Millioenplan over staan tot morgen. BINNENLAND. De partij voor alles. De Haagsche wethouder Albarda, heeft het voornemen, in den loop van bet volgende jaar, bij hot ophouden van den grooten verkiezings strijd, ter wille van de propaganda, waaraan hij krachtig doel wil nemen, zijn wethoudersfunctie reer to leggen. Hij zou den tijd, voor deze propa ganda noodig, niet kunnen vinden, indien hij niot door terugtreding uit het wethoudersambt zijn werkzaamheden beperkte. Chr. Hist. Raadsleden. De Vereen, van Chr. Historische Ge* meenteraadsleden houdt op 30 Maart, a.ej in Hotel „De l'Europe", Vredenburg, Utrecht, 'e middags te half twee ©en verga dering, waar naast de gewone huishoude lijke zaken in behandeling komen: le. bespreking van het wetsontwerp der Regeering en van den heer De Geèr c.s. inzake de uitkeering van Rijkswege aan^de gemeenten, in te leiden door den heer H. v. Boeyen, wethouder Van Voorburg; 2o. art. 12 van het gemeen lep rogram der Unie, in verband met het Rapport, om- Aan het Zoeklicht. Leiden, 16 Maart 1921. Te Amsterdam is gisteren de verkie zingsstrijd ingezet met het stellen dec candidates Een mooi begin was het niet. Onder de candidatcn bevindt zich n.L ook een bekend straattype, van het. Rem- brandtplein, een echt jenevervat, die gewar pend met een dikken stok en een kistje zijn leven op de Amstordamsche straten slijt. Uit protest tegen den stemplicht, werd dit heerschap door een groep vrije soda- listen candidaafc gesteld. Op zichzelf al een treurig verschijnsel Maai* nog treuriger is, dat de man met een auto vau een onzer groote geïllustreer de bladen, naar het stadhuis werd ver voerd, waar hij met heel veel moeite zijn handteekening op papier wist te brengen Natuurlijk werd „Had je me maar", ge kiekt on even natuurlijk werd hij doof een journalist geïnterviewd. Ziehier 's mans program: „Alles mot noax beneden. De werkman komt een bore rel tee en daarom moet de jajem (jenever} op 6 centen kommen. Niet onmogelijk dat de stakker gekozen wordt ookl 't Is wel een prachtig kiesrecht, dat dei» gelijke „grappen" mogelijk maakt. Is het wonder dat bij velen de lust ver gaat, zich aan de publieke zaak te wij den? Observator. trent do rechtspositie van de ambtenarer eii werklieden in dienst der Gemeente. Minister De Visser. De minister van onderwijs, dr. De Visser, ging vandaag, vergezeld van den heer De Groot, inspecteur-generaal van het nijver heidsonderwijs en het Eerste Kamerlid voor Drenthe, den heer Smeengo, naar Mep pel, ter opening van de Ambachtsschool al daar. Rundvee voor Frankrijk. De directeur-generaal van den landbouw vestigt, op verzoek van de Fransche auto riteiten er nogmaals de aandacht op, dal geen rundvee in Frankrijk zal worden toe gelaten. tenzij het vergezeld is van het of- ficieele certificaat, zooals dit door de be trokken districts-voeactsen wordt afgoge-. ven. De Zomertijd. Naai' de „Tol." verneemt ia door heb hoofdbestuur van de Hollaaiasche Maat schappij van Landbouw tot don Minister van Landbouw een adres gertchit, inzake afschaffing vaai den zomertijd. Uitvoer van hout De Minister van Landbouw heeft besloten met ingang van 19 Maart tot nadere aankon diging dispensatie te verleenen van het verbod van uitvoer van alle hout, mot uitzondering van m ijnhout. Geen eigen gebouwen meer! Men moklt uit Deventer aan do Ms!).. In de vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken heeft de voorzitter medegedeeld, dat de Minister op een tol hem gerichte vraag, of de nieuwe Kamers van Koophandel eigen gebouwen zouden krijgen (evenals de Raden van Arbeid) heeft geant woord, „dat hij van eigen gebouwen voorloo- pig genoeg had." De achf-urendag. De Kamer van Koophandel te Gouda heeft een adres gericht aan don Minister van Ar beid, waarbij gewezen wordt op de e'eeds grooter wordende moeilijkheden welke die handhaving van don 8-urigon arbeidsdag mot zich brengt, zoodat met recht van een stijgend verzet kan worden gesproken. Immers talrijke industrieën zien met \reea het oogenblik naderen, waarop zij gedwongen zullen worden huime bedrijven geheel of ge- FEUILLETON Langs den afgrond. (53) - Daarop riep hij: „Paul! Paul!! Paul!!!" ider© keer luider, maar slechts de echo «antwoordde zijn geroep. „God geve, dat hom geen ongeluk ovor- fmmen is," zeide hij andermaal, en daar- spoedde hij zich naar het kosthuis om i vragen of Paul zidh daar ook bevond Maar niemand had hem dien dag gozieiq pa met een beklemd hart koerde John naar pijn eenzame woning terug. Hoe treurig en Angstig gevoelde hij zich dien middag, ifilk oogenblik begaf hij zich naar de deur /►m te luisteren. Het breken van een dood© lak in het 6tille woud deed hem verheugd Ëiien, maar de glimlach verdween spoe- van zijn gelaat, dat voortdurend blee- en meer bekommerd zag. Eindelijk, toen de schemering begon te "■allen, sprong hij op. „Ik kan het niet ian- uithouden," riep hij. „Ik zal de jon- ms bij elkaar roepen, en wij moeien er uit om hem te gaan zoeken." HOOFDSTUK XXVII. Verdwaald. Paul lette niet op den weg, dien hij in sloeg; hij voelde niet, i.oe -Ie hai*d bevro ren sneeuw onder zijne voeten kraakte, zag niet hoo hot zonnelicht tussben de witte iai.u i- nojcien «peelde, en hoer- do het go'.1, van de spechten niet. Slechts eene gedachte brandde bem ;n de ziel. Abigail do schoone droom zijner jeugd de. hoop en verwachting van la ter, Abigail die hom liever was dan net leven, 6tond op let punt om te Lreuwcn, ja was wellicht reeds gehuwd met een man, dien zij niet lief iia<l zich zelf op offerend om haar vader voor armoede, haar broeder voor schande te bewaren. Zooveel was ten minste uit den brief van Toby op te maken. De stijl van der. ouden man, hoe karakteristiek, die ook wezen mocht, was alles bohai /e 'helder, en uit sommige gedeelten van den brief was zijn juiste bedoeling meeielijk op te maken. Zijn edele minachting voor comma's en punten, zijn vermetel trotseeren der meest gewone regels van. stijl en taal, doden zijne epistels niet aan helderheid winnen. Maar niettegenstaande het vele duistere in To by's hoogst oorspronkelijk opstel, kon men zich niet vergissen in zijne toespelingen, betreffende de familie Tresillian. Onge lukkige geldbeleggingen en mislukt© oog sten gevoegd bij Jack's schandelijke ver kwisting, hadden Enoch op den rand van den ondergang gebracht, en ten einde geld te bekomen had hij eene hypotheek op Rosevallion genomen. En Nick Trebar- with was de houder van die hypotheek. ,,'t Is zoo helder als glas," zeide Paul bij zich zelf, terwijl hij steeds verder liep in- het stille bosch. „Toen die schavuit den ouden man eenmaal in zijn macht had, heeft, hij zijne oegen op Abigail ge slagen, en aangeboden 'haar in de plaats van het geld te nemen, O, die booswicht, indion ik hem hier had, ik zou hem kunnen zijn pas alsof het hem goed deed de kra kende sneeuw ouder zijne voeten te ver trappen. „Ik dacht, dat ik mijne liofdo zou kun nen overwinnen, indien ik Penwharf ver» liet", zoo vervolgde hij. „Maar God weet het, zulk eene liefde kan niet uitgeroeid worden. Zij is met mij opgegroeid, zij is een deel van mijn leven. En nu komt die schaamteloeze booswicht met zijn ver vloekt geld zich tusschen oo6 stollen, cn zij offert zich op, liever dan haar vader geruïneerd te zien. O Abigail, Abigail!" En de arme jongen kermde luid in den angst zijner zieL „En ik, die in den laatston lijd weer was beginnen te hopen," ging hij na een poos voort: „Mijne verdiensten waren mij dubbel welkom om harentwil. Ik heb work gedaan voor twee, want haar beeld stond mij altijd voor oogen, de hoop, haar een maal de mijne te mogen noemen, hoeft mij altijd bezield en nu is alles, alles voorbij, en Abigail voor goed voor mij verloren". Hij liet het hoofd op de borst vallen, maar zijn pas verminderde hij niet. Voort, voort, altijd maar voort., zonder oenig be sef van tijd of afstand, en ongevoelig voor honger of vermoeienis. Toen hij eindelijk eene opening in het bosch bereikte, stond hij eensklaps stil. „Daar komt zeker een storm opzetten, zcido hij, „het begint zoo donker t© wor den," en hij keek naar boven, naar liet open stuk lucht tusschon do hoornen. „Wel, dat. is vreemd," dacht hij. „Daar is geen wolkje to zien. Maar ik moest lie ver terugkeeren, vader zal met eten op mij wachten. Hoe laat zou het wel zijn? Kijk, ik heb mijn horloge thuis laten hangen, nu, in elk geval ben ik over mijn tijd. cn ik moet mij haasten om terug t© gaan. En het woord bij den daad voegende keerde hij op zijno schreden terug, zonder zich evenwel t© bekommeren over het ongewone voorkomen in het. bosch, of over do inval lende duisternis. Zijn hart was te zeer ver vuld niet Abigail, dan dat hij zich over iets anders zou kunnen verontrusten. Hij liep werktuigelijk door mot gebogen hoofd en de handen in den zak. Doch op eens stond hij stil en zag om zich heen. „Ik ge loof waarlijk," zeide hij bij zich zelf, „dafc de avond begint te vallen, maar waar ben ik dan?,, 't Kwam evenwel niet bij hem op, dat hij verdwaald kon zijn. Hij had maar altijd door rechtuit geloopon, moende hij, en hij behoefde nu slechts in de tegenover ge stelde richting terug te gaan. „Ik hoep, dat vader niet met eten op mij gewacht heeft", dacht hij, „maar hij zal niet. weten waar ik gebleven ben." En daarop de hai> den uit zijn zakken nemende versnelde hij den pas. Na oon poos golooipon te hebben, stond hij wederom stil, en keek onderzoekend iet het rond. ..Ik ben die open plek strek* - voorbij gekomen", overlegde hij bij zich zelf. „ja, ik herinner mij dien zonderling* ouden boom g©zk>u te hebben. Die stond toen aan mijne linkerhand, dus moet ijt rechts houden. Maar lieve deugd, ik krijg, oen gevoel of ik een oirkel ronddraai. (Wordt vervolg).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 1