rweede Blad.
Ingezonden.
Zaterdag 5 Maart 1921
it Goddelijk oog der liefde.
„En do Heere, zich omkeoronde, zog
Petrus aan." Luc. 22: 61a.
ns oog spreekt.
bstaat ge dit spreken?
Is geen spreken, dat uw luisterend oor
ingL in golvende woord-klanken
r een sprake, die gij z i e tl
)ns oog zoo zeide eens oen wijsgeer
de spiegel der ziel en in liet oog lezen
bladzijde uit het boek der ziels-
oi ie."
Is waar.
>esl ge niet in het smeekend oog, dat
J opbiikt, de bede: „Geef mij, geef mij"?
ïtroert ge niet, wanneer ge in het
imend oog, dat op U neervonkt, moet
„Vervloekt, vervloekt zijl gijl"?
aar doorstroomt ook Uw hart geen
e vreugde, wanneer een oog U aanziet
acht fluistert:
i heb U zoo lief"?
reekt ons zondig oog reeds zoo duide-
veel schooner spreekt hot Goddelijk
Is nacht.
rusalem, de heilige stad, 6laapt onder
'teugel en van den grooten nachtvogel,
wijd uit zijn breede vlerken ontplooid
1
lar, wie is die man, die daar mét ge
hoofd, geleund staat tegen den tuin-
r van dat groote paleis ginds op den
jrgrond?
hoor, hij snikt, als aan een groote
»ering ten prooi, terwijl üij zijn hoofd
ja arm laat rusten...
io is die man?
t is Petrus, de rotsman, die zijn heer-
credo uitsprak: „Heere, tot wien zul-
jvij heengaan, want Gij hebt de woor-
des eeuwigen levens, en wij hebben ge-
bekend, dat Gij zijt de Christus, de
3 levenden Gods!"
t is Petrus, de sterke held, die zijn
rd uit de schede rukte om Jezus te
lermen: „Heere, al moest ik ook met
irven!"
rus, de rotsman, de sterke held.
nu daar in den zwijgenden nacht?
,rus, de gebrokenel
iselijk was het geweest.
'loekt had hij, met eeden had hij hef
ld: „Jezus van Nazareth? Ik ken
lensch niet!"
éénmaal, maar driemaal I
toen
niets bijzonders. Een haan deed zijn
mgekraai hooren. Maar voor Petrus
iet als een bazuisstoot!
jr hoort hij 't Jezus zeggen: „Eer de
tweemaal gekraaid zal hebben, zult
ij driemaal verloochenen 1"
ar toen
a 't is te teer te aangrijpend!
daar gaat de joelende bende met den
iden Heiland.., zij zullen optrekken
Pilatus maar in dit huis, waarin
sen vloekkreet van: „Ik ken Hem niet"
erft keert de Man van smarten
eenmaal om... en z iet P etr u$
vreeselijk, vreeselijk
rus strompelt naar buiten zijn ziel
I I irt van weedomalles breekt in hem
"schervennaar buitenhij
3 deur open
is alleen... bitterlijk weenendel
trus heeft T ^via oo'ge-
-[ al
as' oog. Voorzeker.
ar. vindt ge 't niet opmerkelijk, dat-
in de lijdensgeschiedenis dan al
hier Jezus „Heere" wordt genoemd?
ierstreept hier niet Lucas zijn hémel-
afkomst?
s Hij niet de Eengeborene des Va-
God uit God en Licht uit Licht?
t ge daarvan een bewij3?
,en de Heere, zich omkeerende,
fltrus aan".
it bij de menschen onmogelijk is, is
lijk bij God.
in "kunst, geen wetenschap, geen cul-
vermogen iets op het hart van den
ch alleen de Heere wederbaart en
srt!
>r Zijn Goddelijk oog zal Petrus' hart
in.
en.
even stil geworden.
U vof rumoer hi de zaal is verstomdJe-
ï.'zel voor het Sanhedrin,
n 6, or> zijn nabijheid klinkt het rauw©
leesch dialect't is een bekende
wei die Jezus zoo graag hoordemaar
in te volle dolksteken doorboren Zijn Mid-
rehart?
tere woorden: „Vrouw ik ken hem
Ik weet niet wat ge zegt!"
nég heftiger: „Ik ken dien Mensch
Een eedeen vloek
'ond keert Jezus zich omzijn in-
roevig hart spreekt uit zijn zoekend
„Petrus, Petrus 1"
Simon?
oog kruist opeens Jezus' oog!
d is de schrille schreeuw van den
maar o, dèt oog... dót machtige
dót Goddelijke oog.,
dit eeuwigheidsmoment trilt Petrus'
ihe ziel vol smartelijke gewa&rwor-
dat Goddelijke oog spreekt ziele-
'l Is maar of op één woord telkens den
klemtoon valt! Eén woord, dat Petrus wil
neerwerpen, maar oók öpheffen éen
woord, nog een-zilverkleurig licht over de
ze zwarte ure
Petrus zietleest ...1 ie f d o....
In drie lichtflitsen spreekt Jezus' oog...
„Mijn discipel, snijdt gij door Uw verloo
chening den band met mij door. Ik kom
„weer tot U: „Mijn al'keerig kind, keer we-
„der. Hoor het: „Ik heb u liefgehad met een
„eeuwige liefde".
Leest Petrus hier niet: „opzokonde
liefde?
Maar nu flikkert het Goddelijk oog vol
gloed:
„Simon, zijt gij vergoten, wie U riep aan
„Genrbesereth's meer? Herinnert gij U nog
„mijn onderwijs: „Zonder Mij Kunt gij niets
„doen".
Spreekt Thaba's heerlijkheid en Getse-
mané's „zielestrijd niet meer Lot U? Ik blijf
„den alsem beker maar drinken ook voor
„U waarom perst gij er meerdere smart-
„kruiden in?
„Simon waarom verloochent gij den
„Zoon des Menschen met een vloek?"
Ontroert Petrus' ziel niet onder zooveel
miskende liefde?
Ja, onder zulk een Goddelijk oog moet
Petrus brekenbreken met zijn zonde
O, dat tecre aanzien gloeit op zijn ziel als
een smeltend vuur... het ijzer zijner zonde
vertoert onder het brandend oog des Hee-
ren o, hij moet naar buiten weg uit
deze omgeving
Nog even leest hij in Jezus' oog! Wat nu?
„Ik hob voor U gebeden, dal Uw geloof
„niet ophoudel"
Nog voor mij, Petrus, troostende
liefde?
't Is te veel't is to groot voor zulk een
schuldige
Hij waggelt de zaal uitdaar vloeien
zijn smarte'-tranen over zijn zondedaar
sterft zijn hoogmoed, zijn zelfvertrouwen,
zijn onge'oof
Laat hem maar ween en
Straks komt er een andere tijding.
Was 't nu: „en zag Petrus aan". Op den
lichtenden Sabbathsmorgen zaï 't weer
klinken: „en zegt het ook aan Petrus I"
Een schoone logende zegt, dat de traan
des berouws in Petrus' oog nooit is opge
droogd. In eiken nacht van zijn leven, van
het eerste hanengekraai tot hei dagen van
het morgenrood, heeft hij geweend.
Of dit waar is, betwijfelen wij, maar dit
is zeker, wanneer hij later, in zijn eersten
Zendbrief, schrijft:
„Zijt met de ootmoedigheid bekleed, want
„God wederstaat do hoovaardigen, maar
„den nederigen geeft Hij genade" dan
kleurt nóg zijn gelaat en buigt hij 't grijze
'hoofd, vol aanbidding:
„Mijn Meester, nu versla ik Uw waar
schuwing: „Waakt en bidt, opdat gij niet
„in verzoeking komt!""
Waakt ©n bidtl
Is dit bevel ook óns levensdevies?
In onzen hangen tijd van zielsverzoeking
en van strijd is verloochening van Jezus'
Naam een roepende zonde
De Petrus' zonde schreit tot God in den
hemel..
Wel is er eon roepen om de ordinantiën
Gods op alle terreinen des levens, maar
Wij krimpen ineen van vreeze, wanneer
Zijn Naam golft als een vloek 1
Wij zwijgen in kille bangheid, wanneer
met Zijn Naam de spotzucht woelt!
Wij bidden o, zoo vroom „Leid ons
„niet in verzoeking, maar verlos ons van
„den boozo" toch snellen onze voeten
naar de plaatsen der verzoeking.
Wij zullen wel staande blijven...
Ons geloof is immers zoo machtig..,
Onze liefde zoo sterk
Onze kracht zoo groot...
Maar eer wij 't beseffen, snikt de schrille
weeklage over onze ziel, als over Gilboa's
bergen weleer: „Hoe zijn de nelden geval
len'! r
Gevallen koningskinderent
Hoort toch do wekstem Gods!
Ge weet 't, het hanengekraai is in het na
tuurlijk leven een wekstem:
„Sta op uit den slaap!"
Ja, tevens een profetie: „Een dag is aan
„het lichten 1"
Ontbreekt het U aan zulke wekstemmen?
Wat spreekt dat laatste krankbed?
Wat roept die vorige beproeving?
Wat vraagt die biddende Evangel ie-pre-
diking?
Rolt niet de wekstem: „Ontwaakt, gij, die
„slaapt I en slaat op uit de dooden; en
„Christus zal over U lichten?"
Een wekstem allé-én is echter niet ge
noeg. Bij de wekstem behoort het Goddelijk
oog der liefde: „En de Heere, zich omkee-
„rende, zag Petrus aan!"
De Heere keert zich tot ons
Zijn Goddelijk oog zoekt zijn gevallen
kind
Is dit geen heerlijke openbaring van
eeuwige zondaarsliefde?
Beluistert ge hier niet de zilveren harp-
tonen van het lied der vrije genade in
Christus Jezus:
„Mijn schapen hooren mijne stem en Ik
„ken dezelve en zij volgen Mij. En Ik geef
„hun het eeuwige leven en zij zullen niet
„verforen gaan in dor eeuwigheid"?
Voorzeker 1
Zalig wie dót oog weer zictl
Zeker, onder dót oog weent onze ziel:
„Uwe oogen zullen op mij zien, maar ik
„zal niet meer zijn!"
Maar driewerf zalig... onze zondestrik
breekt in flarden
Onder het ontdekkend licht des Heiligen
Geestes is er weer een grijpen naar God!
Onder tranen, als Petrus.
Zonder woorden, als Simon.
Zooals een drenkeling, die in de wijde,
wijde zee worstelt met de golven, de beide
handen omhoog heft als een stomme bede
om redding...
O, dat berouw over „onze zonde als
schuld" voor God is zoo smartelijk.
Dieper wonden zijn er niet te slaan.
Maar heerlijk vertroostend achter
die droefheidstranen glinstert de blijd
schap de eeuwige blijdschap
Uw oogopslag moge toch vol smart zijn
Gods oog is vol vergevende liefde:
„Hij slaat toch, schoon oneindig hoog, op
„hen hel oog, die needrig knielen".
Ja, zalig uur, waarin Gods Geest Uw hand
grijpt, U onder die zwarte bladzijde, Uw
levensboek, laat schrijven:
„Die zelf onze zonden in Zijn lichaam ge
dragen heeft op het hout; opdat wij der
„izonden afgestorven zijnde, der gereehtig-
„heid leven zouden
In die ure hijgt uw ziel reeds naar de ver
lossing uit het lichaam der zonde
Richt het oog des geloofs op die Licht
stad, het hemel8ch Jeruzalem, waar geen
val, geen tranen, maar eeuwigen jubel zijn
zal, opdat Uwe oogen altoos den Koning
zullen zien in Zijne'schoonheid.
Rijnsburg. Ds. DE VRIES.
GELUK.
Noem mij den man, noem mij de vrouw,
die in oprechtheid zeggen zou:
„Ik heb 't geluk volkomen!
Hetzij ik schouwe achter mij
of in het heden, 'L is al blij;
vervuld zijn al mijn droomen!"
Ach, zulk oen mensch bestaat er hietl
,,'t Was meestal moeite en verdriet
wat mij de jaren brachten,"
zoo spreekt men den Aartsvader na
en vult den dag van vroeg tot spó,
met tranen en met klachten.
't Velleden schittert soms in schijn,
van storeloos-gelukkig zijn
Maar is 't ons dan vergeten
hoe menig uur wij toen ter tijd
in droefenis en troostloosheid,
in bitt'ro tranen sleten?
De toekomst lonkt, de toekomst lacht,
of zij volmaakt geluk ons bracht
Wien heeft zij nooit bedrogen?
Zij komt, zij naakt, zij is er; ach,
Misleiding was heur lieve lach,
en heur beloft'nis logenI
Verwacht niet van dit tranendal,
dat immer het u geven zal,
vervulling van uw droomenI
De Heer, Die in den hemel leeft
Die is' het, Die den vrede geeft,
vneê en geluk volkomen.
Uit de Pers.
SAMENVOEGING VAN GEMEENTEN.
„Beweerd wordt, zegt de Sktand aard,
dat men door kleine gemeenten tot een
gro-ot geheel. saam te doen smelten, „eco
nomischer" uit is en veol kan 'besparen-
Het is de vraag, of dut argument bij na
dere toetsing aam de feiten 'hot kan honden.
In vele kleine gemeenten staat men er
op een. zuinig huishouden. Men ontzegt er
zich dingen, die -op zich ..zelve aangenaam
zijn, omdat man terugdeinst voot de kos
ten. Er i6 toch in onzen tijd alle reden om
op een zuinig gemeentelijk beheer aan te
diimgcEL. En het valt te prijzen, als de vroe
de vaderen in een .gemeente het belasting-
cijfer bkmem de goede maat wiis-ten 'te hou
den.
Zoodra men eefctdr zulke kleine gemeen
ten in een complex brengt, gaal elk onder
deel voor zijn speciale belarnjgeci vechten,
denkend dat de kosten toch door het geheel
wouden gedragen. En ais men van allen
kant op deze wijze fce werk gaat, moet hdt
gezamenlijk budget wed steeds in sïl gonde
richting zich bewegen.
De uitkomst zal dan toonen, dat man
misschien op den post voor Burgemeester,
en Secretaris heeft bezuinigd, ma-ar (dait d'üt
voordeel in hét niet verzinkt bij het veile,
dat voor alle6 en nog wat gedraagd wordt,
waar men eertijds niet aan denken 'dorst.
Het wil -ons voorkomen, dat men ter
wille van do goedkooiprte nidt met de 6ar
menrvoeging behoeft he beginnen.
KERK EN SCHOOL
Van de afdeeling Dordrecht:
Art- 5 uitbreiden ale volgt:
„do leden te verplichten alléén dan ter pre
diking van Gods Woord uit te gaan in evange
lie a Liee niet aangesloten bij de Vereeraging, wan
neer zij daartoe schriftelijk machtiging bij het
Hoofdbestuur hebben aangevraagd en bekomen"
Voorstellen vau Ds. van Schuppen e.a. te Groot
Ammers: Voorstel 1. Het nieuwe reglement op
de predikantetractementen worde op de Bonds
vergadering van 17 Maart besproken. De bonds
leden spreken daaromtrent hun meening uit. Voor
stel 2. Het Bondabestuur roepe een vergadering
op van Geref. predikanten mot deputaten van
GereL Kerkeraden en Kerkvoogdijen ter vaststel
ling van een eendrachtige houding t. o. v. ge
noemd reglement.
Godsdienstige opleving.
In Beieren is, naar de „Deutsche Volkszeitung"
echrijft, oen godsdienstige opleving waar te ne
men. In de groote 6teden zijn de kerken overvoi.
School en Kerk zijn oog niet zoo gescheiden als
b.v. in Saksen. Slechts weinige onderwijzers wei
geren godsdienstonderwijs te geven.
On dcrwijzers*tekort.
Voor ecnige weken vertrokken een onderwijzer
en onderwijzeres aan de O. L. S. te Houtigehage
naar elders. Sinds 6taat het hoofd alleen voor
de geheele school. Het hoofd is thane ziek ge
worden, meldt onzo corr. en het onderwijs staat
stil. Ondanks herhaalde oproeping heeft zich voor
de vacature van onderwijzer en onderwijzeres
geen sollicitant aangemeld.
Vronwclijko bestuursleden.
4,Op de laatstgehouden, vergadering van de
Vereeniging van een School roet den Bijbel te
Hoofddorp, zegt Onze Vacature is gevraagd,
of ook een vrouw lid kan zijn van het bestuur.
Het schoolbestuur hooft zich de beantwoording
van die vraag tot later voorbehouden.
Wij kunnen ons evenwel indenken, dat ook op
andere plaatsen het al-of-niet zitting nemen van
vrouwen in het schoolbestuur zal overwogen moe
ten worden en dan zouden wij willen zéggen:
Wat is er tegen? Hier en daar zal men moe
ten komen tot wijziging van etatuten en regle
ment, maar dit is dan ook allee.
Ook in onze schoolbesturen kunnen- onzo vrou
wen nuttig werk doen.
Het handwerk-onderwijs, het onderwijs dat
speciaal voor onze meisjes van eroot belang is,
zal er in de eerste plaats wel Dij varen. Het on
derwijs zal, gelooven wij ook. in zijn geheel door
don invloed der vrouw meer met de praktijk van
hot levon rekening houden. Aan het schoonhou
den der lokalen zal moer zorg besteed worden,
en ook in de inrichting van de verschillende lo
kaliteiten zullen de vrouwelijke leden van het
bestuur een woordje mee te spreken hebben."
Hand werk -onderwijs.
Het hoofdbestuur der Unie ran Chr. Onderw.
heeft aan den Minister van Onderwijs een adres
verzonden, waarin het verzoekt een regeling te
treffen, waarbij voor het geven van handwerk-
onderwijs buiten de gewone schooluren een ver
goeding wordt uitgekeerd van 78 guldon por wo-
kolijksch lesuur; dat deze regeling gelde zoowel
voor de onderwijzeressen, behoorende tot heit
personeel en.er school, als voor vakonderwijzeree-
sen, vcorzoover zij met het geven van deze les
sen belast zijn. een en ander onder voorwaarde,
dat roods voor 1019 de noodzakelijkheid bestond
bedoeldo lassen" buiten de gewone schooltijden te
geven.
Schoolvergaderingen.
De uitslag van het referendum inzake school*
vergaderingen onder de loden der Vereeniging
van Christelijke Onderwijzers is. dat van de 775
uitgebrachte st :::en zich 160 voor en 615 tegen
wettelijk verplichte schoolvergaderingen hebben
uitgesprokon.
(Buiten verantwoordelijkheid der 11 ed.
NED. HERV. KERK.
Beroepen. Te Stavoren: B. Scholtena te
Leltens (Gr.); to Nijkerk: H. Japchen to Aalst;
te "Bergambacht; J. J. Timmer te MntJoort; te
Delft (vac. Ds. v. d. Wal): J. H. Koster te Wou-
terswoude; (vac. Ds. van Grieken): L. J. Lam-
merink te Jaarsveld; te Coevorden: J. S. Hart
jes te Hall (gem. Brommen.)
GEREF. KERKEN.
Aangenomon. Naar Ussel-etein (als oefe
naar): C. de Kroyk Jr. te Axceide.
GEREF. GEMEENTEN.
Bedankt. Voor Gieesiadatn: G. H. Kersten
te Ierseke.
Pre4ifcant-hf?
Men moldt uit Boskoop aan de Standaard,
miar met nadrok dat lvet geruchten zijn, die even
wel ter plaatse hardnekkig gaan, dat Dr. P. Glas,
vrijzinnig predikant bij de Ned. Herv. Kerk al
daar, van plan is zijn aigbt neêr te leggen.
De oorzaak moet zijn het tracteiaect. Volgens
Synodaal besluit moet bet tracement zijn f "3700.
De moderne kerkeraad kan niet meer geven dan
hoogstens f 2500.
Als wcrkeKjk de predikant heengaat., on de va
cature verder onvervuld blijft, is er th;ms mis
schien kans voor de Gereformeerden om het kerk
gebouw over to nemen. Vroeger, meonen we, is
ook reeds een voorslag in dien geest gedaan.
Gereï. Bond.
Van de jaarvergadering van den Geref. Bond
op 17 Maart hebben we reeds bericht. Voor de
middag-vergadering (toegankelijk alléén voor
bondsleden) staan o.m. do volgende voorstellen op
Geachte Redacteur 1
Voor de toezending van uw blad d.d. 2
Maart mijn vriendelijken dank. Daardoor
pn.m ik k<?nui6 van bet «breedo artikel van
bi-. Riot kerk.
Dat mijn onderworp, mede door uw ver
slag, de gewraakte zaak in discussie brengt
ie verblijdend. Niets toch is droeviger dan
dait door mieveretand vaak de arbeid in
Godfc Koninkrijk wordt geschaad. Dat mis
verstand is m. i. ook in de ie zaak aanwe
zig, teanvijl samenwerking zoo dringend
noodig is in 'het. belang der jongelingen
van Gereformeerde huize.
D?^ mijn liefde voor Pro Rege mij
scheef zou doen oordeel-en over den Bond
van G. J. V., is niet. juist gezien. Ik draag
don Bond niet alleen een goed hart toe,
maar heb dien juist lief, waarom een op
vatting die ik niet kan deelen mij juist
pijnlijk ie.
'De -organisatie van Pro Rego staat bij
mij niet zoo hoog aangeschreven, waarop
ik thans niet verder inga. Het werk dat
P. R. wil deen onder de militairen ie mij
uit het hart, gegrepen. Deze arbeid ge
schiedde -voor de mobilisatie op soberder
wijze door do onderofficieren en hunne Ver
eeniging. (Misschien was toen de propa
ganda evenredig aan 't werk -of omgekeerd.
Zie aanhef drketar Pro Hoge. Jong. blad
18 Februari).
Voo-r de mobilisatie kwamen wij bij her
haling in .aanraking met het. bedoelde
Bonddca rakter en 16 het ons 6teecJs gelukt
de bezwaren opzij te mimen, ze.rs met
6teua van den Bondsvoorzitter.
In eon ingeconxkn 6tuk in het Ger. J.
blad del. 20 November '08 pleats te de heer
R. A. den Ouden, toenmaals H. B. lid N.
C. O. 0. V. een ingezonden stuk, dat ik
zeer ter kring aanbeveel. Deauit riteer ik
het volg cede:
„de N. C. O. O. V. bedoelt verspreiding
dor Chr. beginselen in Leger en Vloot."
„de Jong. Ver. op G. G. beoogt, vorming
barer leden voor Staat, Kerk en Maat
schappij."
JJie twee moeten elkaar todh nauw
raken? Daiom bestaat er zc... oen
rechte weg, die terecht samenwer
king voor beide aan het belang der „ia
militairen dienst zijnde jongelingen" moge
lijk maakt. Hoe denkt gij or over, hoogge
achte heer Redacteur en Bondsvoorzitter?"
Ala antwoord 6taat daarachter:
„[Accoord. (Red.)].
Uit dien tijd hob ik -moerdere «tukken
liggen, Waarin die samenwerking krachtig
wérd bepleit. Zoo oen keurig artikel: „Wat
onzo Vereeni'gingen doen kunnen voor hare
militaire leden". Jammerlijk mis ik daaï
de datum ram, andere kom u het naslaan.
Voor wait de airoeid onder de militairen
betreft, is er geen verschil in vrat de N. G.
O. O. V. boon deed en wat nu Pro Rege wii
De vergelijking van Rietkerk dat de
Bond alleen werkt voor de Gereformeerde
beginselen en ondeT Gerofc roerde jon.gn.ne
en Pmo Rege zich niet. uitsluitend op Ger.
standpunt stelt, acht ik hiermede voldoen
de weoreigd, daar todh ook de N. C. O. O.
V. geen kerkelijk standpunt inneemt.
Het hoofdbezwaar -van de driestar Pro
Rege schuilt in „bet evangeliseerend ka
rakter" van P. R. Dat hoofdbezwaar ai'ht
ik niet zwaar, dooh erg licht. De practijk
zou wellicht aamt-opmen dat de arbeid on
der de militairen voor moer dtun 90 pet
zidh bepaalt tot. hen die van Christel ijken
bu£ze zijn, om hen eaam te binden, «te ster
ken Sn voor afdwalen te behoeden.
Br. R, gaat in zijn heele botooig uit van
de gedachte dat. P. R. iets anders wil dan
de Bcmd, zeker. Ma&r voor eon deel van
het terrein vallen de wegen 6aam. Is nu
voor dat deel datn goon samenwerk)g aio-
gelijk. Noodzakelijk acht ik die in
het belang der Ger. -Jongelingen zeer ze
ker. Dait ik niet vermeldde dat de B-uisIb-
directeur den leden «tot persoonlijke
medewerking opwek be i6 juist.
Ih de meer vermelde driestar (J. bl. 18
2) staat tooh aan slot:
„Zoolang Pro Rege niet. van dit stand
punt. terugkomt, roepen wij onzen Bande-
vrienden toe: „Houdt uw handen tnuis!"
E<n onze Vereenigingen moeten per sé zich
buiten deze zaak houden."
Commentaar hierop aoht ik overbodig.
De overeenstemming op eon deel vol eika
Wrein heb ik aangetoond u"t de oms -hrij-
ving van het Bonded oei, en met de aanha
ling van het Bondslied.
Als oud-voorziter der J. V. op G. G.
grondslag weet br. Rietkerk dus wol wat
van de vorming ai.
Dit karakter van den Bond «heb ik zelf
aangehaald onder verwijzing nai&r wat
Prof. BiestervekT er vam t ohneef, Deztf
noerede het karakter vormtnd en be
warend.
Voor wat het vormende betref wees ik
er op da'u de J. V. wil opvoeden tot- goede
burgere van ien Staat. Op 25 jaar roept
do Kieswet dfi burgors op om te toornen dat
zij gevormd zijn. Maar op 19 jaar roept
de Müitiowet op tot vervulling vam den
eersten staaf s/burgerlijken plicht.
Zijn de lodei der G. J. V. voor dait Her-
redin voldoend*, igevormd en kennen zij de
vele gevaren, maar ook de steunpunten op
dat terrein? Dat weet br. R. evengoed
als ik.
Maar nu het bewarende karakter.
Wat doet die Bond ter bewaring niet al
leen war eigen ledeïl, miaar ran alle jonge
lingen van Goref huize bij verhli'f de
kazeroo? Dit jaar waren er in mijn gar
nizoen 41.
Ik zaJ niet zeggen wat de plaatselijke G.
J. V. or aan doden. Maar wel vraag ik waar
P. R. zich 'dien arbeid aanstook, daartoe
ook den steun der G. J. V.
In de Mobilisatie heeft do Bond goed
werk gedaan aan de Noodtdhuiizen. Velen
hebben zkh «er ove. verblijd dat toen de
Bond uit zijn keurslijf is gesprongen.
Daarvoor aüle hulde.
Maar als u meent, dat de noodtoestand
voorbij is, dan toont u daarmee de gevaren
van het militaire loven niet te kennen en
sulks in een' 'tijd dat algemeen gebrek aan
begineelkennis, alan goede vorming, voon
velen he/t grootste gevaar oplevert.
Dien nood kennen wij jaar op jaar.
Daarom verblijdt ons het ontwaken van
oms volk door de groote propaganda, van
P. R. en hopen wij dat die nood vian eigen
mensdhen en van eigen begingen ook den
Bond van J. V. op G. G. zal doen in gloed
zetten voor den arbeid van alle Chr. orga
nisaties in het leger.
Een vriend van mij, lild van den G. J.
Bond, die jaren in mijn omgeving diende,
schrijft mij, onder aanhaling der gewraak
te zinsnede: .„Het zal u niet moeilijk val
len om R. te bestrijden. Ik. vermoed, dat U
wel in de N. Leidsehe Courant -van zich
zult laten hooren. Anders voelen wij (m.'n
collega en ik) ons den lust bekruipen om
genoemden Rietkerk met de sdherpte onzer
wapenen te vernietigen."
Dat ik eympaitthLe vind zelfs bïj leden
van den Bond is aangenaam. Ook Leidsehe
jongelingen v. d. G. J. B. hebben zich naar
ik meen gegeven tot hulp aan den arbeid
Pro Rege.
Niet gaarne zou ik br. R. vernietiganj
maar wel .hem overtuigen. Als hij
oens Gereformeerd vader zal zijn van kin
deren die in drenst gaan, dan zal hij ze
aansporen om lid van P. R. te worden, ook
al zijn ze Bondslid.
Doo het dam ook nu andere vaders en
andere jongelingen, opdat velen die door
gemi6 aan banden der trekkende liefde
'dreigen ai -te dwalen, behouden worden
„Pro Rege".
De Burgemafd. Leiden Pro Rege bid ik
toe veel steun, ook van br. Rietkerk, op
dat zij m-oge voortvaren om te zoeken
maar 6amenwrerkimg met militaire en bur-
£erorganisaties, ten einde met vereende
(kra-cbten een muur te bouwen om alle
Jongelingen van Chr. huize en de Banier
„Pro Rege" ook in de weermacht, hoog te
hripen houden.
Don Redacteur vriendelijk dank vooc
«zijne gofetvidjheid.
Gaarne uw. dw.
A. F. VAN OOSTEROM.