Dagblad voor Leiden en Omstreken. ii mm co ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN R KWARTAAL 8 12.50 i R WEEK10.19 [ANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90 Iste JAARGANG. MAANDAG 28 FEBRUARI 1921 No. 280 BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIE-PRIJS PER GEWONE REGEL10.221/» DES ZATERDAGS 1020 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEK KLEINE ADVERTENTIES n hcgsteM SO woorden 50 ecat: Zaterdng» 75 eenL !- bij vooruitbetaling .1 Volksmisleiding. Niet genoog kan de aandacht "worden ge bigd op de volksmisleiding waaraan de D. A. P. zich bij hare propaganda van geen man en geen cent" schuldig takte Vroeger, zoo vertelt men, om liet verle- n te kunnen verloochenen, was dat au ra Toen moesten de wapenen dor barbaren g wel ter verdediging .worden gebruikt, daar de toestand is nu veranderd. Wij hebben nu de internationale vakbe- jgiag en de internationale socialistische reeniging, die sterk genoeg zijn om de rlogcn in de toekomst onmogelijk te ma- i* Een moer brutale en grofio misleiding ia uwelijks denkbaar. Immers, de internationale eenheid en 60- ariteit van de vakbeweging bestaat niet. Er is zolf6 geen enkel land waar van een ti o n a 1 e eenheid kan gesproken wor- Óveral 'ontwaart men verschil van mee- »g. De intern, vakorganisatie omvat nog >chts een klein deel van de arbeiders, en een groot deel van die arbeiders wordt danks alld" pogingen om de grenzen uit wisschen, de nationaliteit nog zeer sterk voeld. En wat de socialistische vereenigingen reft, behoeven we 6lechts te wijden oq tweede en de derde Internationale die r scherp tegenover elkaar staan en op pogingen die thans te Genève worden daan om een vierde Internationale te chten. et Volk zelf sprak van „een chao- ch beeld van verwarring en broedor- lap." Uit alles blijkt dat de S. D. A. P. voor zooveelste maal tracht de schare te mis- den. In België is onder den indruk van i oorlog onder het. volk een sterke stroo- voor een krachtige landsverdodiging. En daarom plaatst de S. D. A. P. zich ar op militairistisch standpunt, n ons land is het andere, in breede kringen is er een zekoro afkeer n alles wat met leger en vloot in ver- nd staat. Van die stemming tracht men gebruik te tken voor 'het winnen van kiezers, door ?t het „geen man en geen cent" naar vo-_ te brengen. Zoo wordt overal de huik naar den wind hangen.. STADSNIEUWS. BEGRAFENIS VAN DEN HEER G. BOON. Onder veel belangstelling werd Zater- gmiddag het stoffelijk overschot van jlen den heer G. Boon, in leven Wethou- te Oegstgeest, op de begraafplaats et groene Kerkje" ter aarde besteld. In het sterfhuis werd door Ds. H. Tho- ls, in den kring der familie en verdere noodigden gesproken naar aanleiding n 2 Samuel 12 15—24, waarbij Z.Eerw. genover hot ongeloof van Davids knech- stelde het voorrecht van de geloovigen in ziekte en nood kunnen bidden, -maar wio als den dood komt het bidden kan ergaan in aanbidden. "".oen de lijkstoet te 12 uur aan de ho fplaats aankwam, hadden zich velen aar opgesteld, om den overledene de eer to-bewijzen, ij zagen o. a. het personeel der firma E. Nieuwenhuizen, de hoogste klassen r Chr. School aan den Morschweg, met 't Dofd der School, den heer Douwes en het rdero personeel, de hoer v. d. Meene Dofd der Horv. Chr. School, de Burge- VI J m aa i moester van Oegst.geest en de leden van den Gemeenteraad, een deputatie van de burgerwacht waarvan de overledene be stuurslid was; verschillende vrienden en bekenden van den overledene o. a. de hee- ron Boot Sr., Versluijs, De Lange, Gos- linga, De Graaf etc. Nadat de lijkkist in het familiegraf was bijgezet en de familie, onder wien Mevr. de Wed. Boon, en verdere belangstellenden zich rondom de groeve hadden geschaard, werd allereerst het woord gevoerd door Ds. T h o m a s. die er op wees, welk een hoog achting onze gestorven vriend en brooder in allo opzichten en in allo kringen heeft mo gen genieten, en richt een woord van troost tot de weduwe, die zulk een geliefd echtge noot moet missen. Welk een voorrecht te mogen weten dat do ontslapeno niet een schat van liefde is omringd geworden, zoowel door U als door de Zusters welke hem verplegen mochten on allen die onzen broeder 'hebben bezocht en hun deelneming bij zijn ziekte hebben betoond. Wat ons echter allermeest tot troost strekt is dit, dat wij weten mogen dat onze geliefde broeder mocht gelooven in de Op standing der dooden, en hij de verschijning van onzen Heere Jezus Christus heeft liefgehad. Het lichaam wordt in verderfelijkheid gezaaid doch, „die het zaad draagt dat men zaaien zal, gaat vroolijk voort en zaait hot al." Straks zal onze Heiland zijn werk vol tooien. Dan zal de stem Zijner bazuin gaan over do graven en zal hij de Zijnen voeren tot Zijn heerlijkheid en gaan de goddeloozen in het eeuwige vuur. Zuster Boon, sterk U in uw Heiland on laat in uw leven, het geloof in onzen trouwen God on Vader, alleen uw kracht en hulpe zijn. D s. R u y s wil gaarne oen enkel woord aan dit graf spreken. Een woord van hartelijke deelname in hot droeve sterven van dozen vriend en broeder. In hem verliest de weduwo een ge liefd man, de ondergeschikten een uitne mend patroon. De dood is een koning der verschrikking. Hoe heerlijk te weten, dat het sterven, voor onzen vriend Boon geen sprong in hot duister-was, het was niet een waj?on er op, maar het was een heen gaan in volle vrede. Hij wist zich geborgen bij onzen God. Geen doodstrijd heeft hij behoeven te 6trijden, maar is ontslapen als aan 's Heeren lippen. Gove God als allen die genade, eenmaal heen te gaan, in volle vrede in volle ver» zekerdhoid des geloofs, zooals hij. De heer Van Egmond herinnert de woduwo en allen die hier aanwezig zijn, aan het wo-ord der Schrift, uwe wegen zijn niet Mijine wegen, en ulieder gedachten z ijn niet Mijne ge dachten. Wij moeten berusten in Gods wil, die onzen hooggeaehten en beminden Wethou der, in de kracht der jaren weg heeft geno men. Wij zouden niet handelen naar den geest van onzen overledene, wanneer wij hem hier zouden verheerlijken en groot maken. Maar spr. heeft behoefte, en men ver zocht hem dit hier ook namens het bestuur der gemeente Oegstgeest, te doen, uiting te geven aan zijn gevoelens van hoogach ting welke hij den ontslapene toedraagt. Hij hoeft hem jaren aaneen mogen gade slaan in zijn werken en heeft langen tijd met. hom saamgewerkt. Hij was bemind om zijn vriendelijken omgang en wie met hom in aanraking kwam, of mot hem saam moest werken, werd altijd verkwikt door den aangenamen geest die van. hem uitging. Wij waardeeren wat hij voor onze ge meente als raadslid en wethouder heeft-mc, gen doen. Wat hij deed was altijd degelijk, principieel. Hij schaamde zich de anti-re volutionaire beginselen nooit. Wij zullen hem in onze kleine anti-revo lutionaire partij te Oegstgeest anissen en in aangename 'herinnering houden, zijn vriendelijke, beminnelijke geest, en makke lijke omgang. Zestien jaar heeft'spr. den overledene gekend en met 'hem omgegaan. Broeder Boon was hem een vriend, een ware vriend geworden. Hoe menigmaal heeft hij hun bij het afscheid nemen hooren zeggen met die eigenaardige intieme toon in zijn stem, „Van Egmond tot ziens". De banden van vriendschap zijn thana verbroken, maar zullen eenmaal weder worden geheeld, als ons gelooven mag zijn overgegaan in aanschouwen. Wij begrijpen onzen God nooit! Onze troost en sterkte zij echter, dat het Gods wegen en Gods gedachten zijn, die zich in Zijn daden nooit vergist. De heer Lauw, boekhouder der firma L. E. Nieuwenhuizen spreekt een woord van waardeering over den nu ontslapen pa troon. •Eindelijk, zoo zegt spr., is het .-..ogenblik aangebroken, dat wij om deze groeve staan Reeds-lang hebben wij den slag zien aan komen, dat onzen heer Boon van óns zou worden weggenomen. Wij zullen hem missen, onzen hoogge achte®. patroon, die spr. ook zijn vriend wil noemen. Hij vergde, veel van anderen, maar slel- de zichzelf ook hooge eischen en arbeidde met volle energie. Een stoere werker was liij, die vaak niet begrepen werd, als zijii leiding in de zaken, gevolg van den evolutiegoeït, zich wijzig- Namens het geheele personeel der firma Nieuwenhuizen roept spreker den bcogge- achten patroon een laatst vaarwel toe. De heer K u ij k, van '6-Gravenhage, spreekt als oud vriend van den overledene een woord van vaarwel en van wederzien. Ik heb' het voorrecht gehad meer dan 20 jaar in den ontslapene een oprecht vriend te mogen bezitten in wien een edele en toch zoo'n eenvoudige geest leefde. Hier aan zijn graf wil spreker herinneren aan het woord van den Psalmdichter. ,,d' Eenvoudigen wil God steeds gade slaan." i De heer D i e p h u i z e n, lid van het bestuur der Chr. 6chool aan de Morsih, herdenkt den overledene in zijn arbeid voor de Christelijke School, waarvan hij vanaf de oprichting, voorzitter was. Spreker mocht zoo gaarne de vergade ringen van het bestuur der school, onder zijn leiding bijwonen. Zijn innig gebed, waarin steeds zoo'n warme toon van op recht schuldbesef was te hooren, was hem meermalen een verkwikking. Vele ouderen onder on6 die zijn leiding hebben meegemaakt, weten en kennen zijn toewijding en liefde welke hij voor onze school heeft aan den dag gelegd. Hij was een m a n en een vriend, die steeds ieder ter wille wou zijn, en altoos aangenaam in den omgang was. Veel, aeer veel wordt in den ontslapene verloren; voor de school was hij alles, het Christelijk onderwijs had zijn geheele hart Wij zullen als schoolbestuur zijn heengaan voelen, de ledige plaats zal niet gemakke lijk te vervullen zijn. Hij was een vriend en broeder, zo j als men er slechts weinig ontmoet- De heer Douwes, Hoofd der Christ, School aan de Morsch, maakt zich tot tolk van het personeel, als hij een woord van lof en dank brengt, voor wat de ontslapene voorzitter voor do Chr. School is geweest. Hoe heerlijk te weten dat hij thans is be vorderd tot een hoogere positie. Hem is-he den bij dagorder, door onzen God het woord toegeroepen: „Wel gij goede en getrouwe dienstknecht." Spreker herinnert aan het vele werk, dat door den heer Boon is verricht voor de tot standkoming der eerste Chr. School te Oegstgeest. In de jaren dat do school met den Bijbel nog gesmaad en gedrukt werd, heeft hij zich de belijdenis van Jezus Christus niet geschaamd. Heeft hij zich gevoegd hij de „kleino luyden" en met hen gestreden en gebeden. Voor zooveel gij dit een van mijnen min ste gedaan hebt, voor zooveel hebt gij dit mij gedaan. Door de leerlingen der hoogste klassen, werden hierna onder leiding van den heer Douwes, gezongen een tweetal verzen van Gezang 187. Hoe zacht zien wij de vromen Den dood hier zonder schromen, Blijmoedig tegengaan! Waar al de vreugd van 't leven. Den zondaar moet begeven Daar vangt de vreugd des Christens aan De dood verbreekt zijn banden Hij heft zijn damkb're handen Tot God, zijn 6teun en hoop, Die hem geen troost laat derven, Maar vreugdevol leert sterven Na oenen welvolbrachten loop. Nadat een zwager van den overledene, de heer Van Beek, namens de Weduwe, en verdere familie, allen had dank gezegd voor de betoonde belangstelling verliet de schare 'den doodeilakker. Den 4den Maart a. e. hoopt onze waarnemende burgemeester, de heer W, Pera, zijn 70sten verjaardag te vieren. Het zal den heer Pera, die op reeds gevorderden leeftijd, nog geroepen wordt tot zulk een zware taak, als welke hij den laatsten tijd te vervullen heeft, den 4den Maart. a. s. ze ker niet aan bewijzen van belangstelling van de zijde zijner vrienden en partijge- nooten, ontbreken. Ingevolge de nieuwe Lager Onderwijs wet 1920 is de PI. Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs met ingang van 1 Januari 1921 ontbonden en vervangen door een nieuwe commissie gekozen volgens de voorschriften der nieuwe wet. In deze com missie hebben zitting 3 ouders van leerlin gen der openb. scholen, 3 ouders van leer lingen van bijzondere 6cholen, 3 onderwij zers werkzaam bij het openbaar, 3 onder wijzers werkzaam bij het bijzonder onder wijs en 3 personen uit de burgerij. Deze nieuwe commissie is, naar wij ver nemen, dezer dagen door den Wethouder van Onderwijs, Mr. J. C. van der Lip, ge ïnstalleerd waarna het Bestuur der Com missie is samengesteld. Tot voorzitter werd gekozen de hoer T. S. Goslinga, oud-wet houder van onderwijs van de gemeente Schiedam, thans voorzitter van den Raad van Arbeid alhier. Tot 2de voorzitter Mevr. mr. A. J. Blok, tot -le secretaris de lieer J. B.'Meijneu, oud-hoofd eener Chr. School en lid van den gemeenteraad, tot 2e secretaris de heer A. L. Hermans, advocaat en pro cureur. De 3. laatstgenoemden zijn leden geweest der oude Commissie. De nieuwe posttarieven treden 1 Maart in werking. Voor belanghebbenden zij medegedeeld, dat aan de postkantoren a 10 cent boekjes verkrijgbaar zijn, waarin alle bijzonderhe den omtrent dit nieuwe tarief worden ver meld. Naar wij vernomen zal D.V. Woensdag 9 Maart 8 uur voor de Zendingscommissie der Ge rot Kerk, in de Hooigraohtkerk in het belang der Medische Zending Dr. J. G. Scheuror van Ermelo, Lid der 2e Kamer der S. G., optreden. Aan het Zoeklicht. Leiden, 28 Februari 1921. Een droevig tooneel Zondagavond. Een jonge man, een jongen feitelijk nog waggelde dronken langs 's Heeren straten, nu eens steun zoekend tegen een gevel, dan weer tegen een lantaarnpaal. Hij was vergerzeld van een jong vrouw tje, bijna nog een kind, die een zuigeling van zes weiken in hare armen hield, en wanhopige pogingen deed om den door den alcohol vergiftigden man, naar huis te brengen. i Daar ging het kleine gezin, zwaaiend en waggelend en huilend. Een beeld van de meest droeve ellende. Ons hart komt in opstand, als we zien hoo zulke mannen hunne eerste plichten verzaken en hunne gezinnen in de diepste ellende dompelen. Maargaan wij al6 personen, gaan wij als gemeenschap vrij uit? Steunen wij nog niet alteveel de drinkge» woonten.- En de helverlichte kroegen op Zondag avond, met hun lokkende muziek, waar zof menig leven verwoest wordt, vormen ta> niet een bittere aanklacht tegen de ge» meenschap, die ze duldt? Zou het niet tijd worden dat althans dei Zondags al dergelijke pest holen werden ge» sloten? OBSERVATOR. BINNENLAND. De nieuwe posttaxieven. We herinneren onzen lezers er nog eene aan, dat Dinsdag de nieuwe posttarieven ingaan: 1% cent op een briefkaart, 10 cent op een brief enz. De periode van 1 Maart1 April wordt beschouwd als een overgangstoestand, met dien verstande, dat 'gedurende Maart geen strafport wordt -geheven. Wanneer er dua stukken worden verzonden, die voldoende zijn gefrankeerd, dan moet do geadressee^ de het tekort bijpassen, doch behoeft geen strafport te betalen. De bedoeling hiervan is om het publiek, dat vrij plotseling voor de invoering wordt gezet, aan de hjogere port te wennen. Na 1 April treedt dan de strafportregeling weer in werking. L. O.-wet 1920. Het ontwerp van den algemeenen maat regel van 'bestuur omtrent bouw en inrich ting van schoollokalen heeft het Departe ment van Onderwijs verlaten. Verwacht mag wordon dat deze spoedig in bet Staats blad zal verschijnen. Bij. het samenstellen van het ontwerp is er naar gestreefd d$ eischen. die in de bouwbesluiten van 1911 waren opgenomen, te vei'lichten. Doctoraat Landhuishoudkunde. Naar aanleiding ean de mondelinge be handeling van het Doctoraat Landhuis houdkunde in do Tweede Kamer hooft de Minister van Onderwijs zich tot zijn ambt genoot van Landbouw gewend, ten einde te overleggen in hoeverre 'het alsnog moge lijk zal zijn aan de wenschen van hen, die ijveren voor het openen van de mogelijk heid tot bet verkrijgen van den doctorsti tel in 'de landbouwkunde aan de Rijksuni versiteit to Groningen tegemoet te komen. De Zuiderzeewerken. Het bestek 'voor den bouw eener werk- haven bij Den Oever op Wieringe-n (ramaag f 1.300.000) is thans gereed, terwijl met don aanvoer van rijshout een begin is gemaakt Met het baggeren en storten van z.g.n. keileem, om het Amsteldiep te beteugelen, had men nogal moeite, waarom van rijke- wege drie proofbakken, geschikt voor het lossen, worden gebouwd aan de werf „Con rad" te Haarlem, de werf „De Hollandsche FEUILLETON Langs den afgrond. 39) Het moet erkend worden, dat Paul na jn heldhaftig gedrag bij de ramp van de heal Anthony aanmerkelijk in hare ach- ag was gestegen, hotgeen eveneens het >val was met de bewoners van Penwharf. ij luisterde met groote belangstelling naar verhaal, dat hij deed van zijn bezoek ij Sir George te Ferndale. Aan te zitten st zulke voorname lieden, als een baron diens vrouw was een groote onderschei- ig voor iemand die haar naam droeg, ti zij eigende zich een gedeelte van die eer >e, als eene orkenning van de goede op- Deding, die zij hem gegeven had. In haar irt wenschte zij echter, dat niet Paul, iaar haar geliefde David, dit voorrecht ld mogen genieten. Paul gaf haar eeu opgewonden beschrij- ing van de vriendelijke manier, waarop ten hem ontvangen had, van de uitgestrekt eid der plaats, van de schoonheid van het ark, de pracht van het huis, do weeldo der leubels, de deftigheid der geheele inrich- tog en niet het minst van den overvloed an boeken in de bibliotheek. „O, moeder!" zeide hij, „ik wilde, dat gij het eens hadt kunnen zien. Het was als eon droom uit het wonderland. Ik denk, dat ik wel nooit meer iets dergelijks zal zien, maar ik ben toch blij, dat ik er een kijkje van gehad heb. Gij moet echter niet den ken, dat ik zou begeeren in zulk eene pracht te leven. Ik kan hier. even gelukkig zijn, alleen zou ik de boeken wel willen hebben." Mary zuchtte even, en zeide toen: „ik ben blij, dat gij hier tevreden zijnt, mijn jongen." Het was niet waarschijnlijk, dat Paul doit weer iets dergelijks zou zien; Over een p\ar weken zou hij een-en-twintig jaar worden, en hij was vast besloten het plan te volvoeren, dat hij drie jaar geleden ge maakt had. Hij kon er niet toe komen we der in do Wheal Anthony aan het werk te gaan. Hij had daar zooveel geleden, dat het hem niet mogelijk zou zijn weer in de mijn af te dalen. Kapitein Perkins haid hem zijn volle loon tot aan het eind van de maand toegezegd, hopende dat hij na dien tijd weer in staat zou wezen zijn gewone bezigheden te 'her vatten. Paul wist wel dat dit nooit zou ge beuren, maar hij zeide er niets van. Hij hield er niet van veel over zich zelf en zijn .plannen te spreken. Maar toen de betaaldag kwam begaf hij zich in plaats van naar de Wheal Anthony terug te koeren, naar St. Hildred, waar hij zich een valies en an- dere benoodigdheden voor de groote reis aanschafte. Zijne moeder zeide niets, toen hij terug kwam, maar bij het zien van hot valies v werd David zoo bleek al6 een doode. HOOFDSTUK XXI. Gedurendo verscheidene dagen zat David als het ware tusschen twee vuren. Het. eeno oogenblik was hij geneigd naar Paul toe te gaan, hem alles te bekennen, en hom om vergiffenis te smeeken. Maar het andere besloot hij de omstandigheden te trotseeren, en zijn broeder tot hot laat ste toe te misleiden. Doch hoe meer tijd er verstreek, des te zwakker werden zijne goede voornemens. Van nature zwak en lafhartig, had zijne opvoeding deze treuri ge hoedanigheden al te zeer in de hand gewerkt, en toch ging bet hem als de schu we rat. die zich met tanden en nagel6-weet te verdedigen, wanneer ze in het nairw wordt gedreven. Langzamerhand verdwenen al zijne goede opwellingen. De zwakke vlam van zijn betere natuur brandde hoe langer hoe flauwer, en ging .eindelijk geheel uit. Het kwaad zegevierde meestal het geval is, wanneer het niet van den beginne af met kracht wordt best,roden. Niemand had hem het geld zien wegne men. Het zou Paul niet mogelijk wezen te bewijzen, dat hij het gedaan had. Wanneer Paul beweerde, dat hij zich het geld had toegeeigend, en hij dit ontkende, dan zou zijne moeder natuurlijk hem gelooven. Aldus redeneerde hij. Op den morgen na zijn tocht naar St. Hildred begaf Paul zich naar zijne kamer om zijn 6chat te voorschijn te halen. Hij bewaarde dien in een houten kistje, waarin zich een smalle glouf bevond, waardoor bij zijne spaarpenningen naar binnen liet glij den. Volgens zijne berekening moest, hij ongeveer twintig pond opgespaard hebben. Nieuwsgierig om den inhoud te tellen stak hij den sleutel in het slot. Maar nauwelijks had hij het deksel geopend of hij stond als verslagen. Gedurende eenige oogcnblikken 6tond hij daar roerloos,'maar zijn gelaat word marmer wit, terwijl zijn oogon, die uit hunne kassen schenen te puilen als we zenloos in de bijna geheel ledige kist staar den. Eindelijk liet hij het deksel vallen en zonk luid kreunend op den vloer» In één oogenblik begreep 'hij alles. Daaf bestond geen twijfel omtrent hotgeen er gebeurd was. klechts twee menschen hadden zijne sleutels kunnen vinden, en zijne kist kun nen openen. Zijne moeder en David. Hij wist, dat zijne moeder het niet ge daan had; bijgevolg moest David do dief wezen. Van dronkenschap, huichelarij en valschheid vervalt men .gemakkelijk tol diefstal. Dit wa6 slechts een natuurlijk ge volg van zijn vroeger gedrag, alleen waa hij spoediger gezonken dan men zou ver wacht. hebben. Gedurende eenige oogonblikken woedde er een storm van aandoeningen m zijn ge moed. Droefheid, verontwaardiging, mede» lijden, teleurstelling al deze gewaarwordio» gen streden om den voorrang, en m hedi eind bleek de droefheid over het gedrag vaa zijn broeder nog grooter dan 'het verdriet ovor zijn teleurstelling. Hij hoorde- hoe David zich beneden gen reed maakte om uit te gaan, maar hij wi de, dat het tot eene verklaring zou komenj vooriat zijn broeder het huis verliet Hfj stond dus op, opende de deur, en riep, zorf der om zweem van toorn in zijne stóm: „David, kom eene boven, ik moet u iet» vragen." (Wordt vervolgd-J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1921 | | pagina 1