Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ii
mm co
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
R KWARTAAL 8 12.50
i R WEEK10.19
[ANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90
Iste JAARGANG.
MAANDAG 28 FEBRUARI 1921
No. 280
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEWONE REGEL10.221/»
DES ZATERDAGS 1020
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEK
KLEINE ADVERTENTIES n hcgsteM
SO woorden 50 ecat: Zaterdng» 75 eenL
!- bij vooruitbetaling .1
Volksmisleiding.
Niet genoog kan de aandacht "worden ge
bigd op de volksmisleiding waaraan de
D. A. P. zich bij hare propaganda van
geen man en geen cent" schuldig
takte
Vroeger, zoo vertelt men, om liet verle-
n te kunnen verloochenen, was dat au
ra
Toen moesten de wapenen dor barbaren
g wel ter verdediging .worden gebruikt,
daar de toestand is nu veranderd.
Wij hebben nu de internationale vakbe-
jgiag en de internationale socialistische
reeniging, die sterk genoeg zijn om de
rlogcn in de toekomst onmogelijk te ma-
i*
Een moer brutale en grofio misleiding ia
uwelijks denkbaar.
Immers, de internationale eenheid en 60-
ariteit van de vakbeweging bestaat niet.
Er is zolf6 geen enkel land waar van een
ti o n a 1 e eenheid kan gesproken wor-
Óveral 'ontwaart men verschil van mee-
»g.
De intern, vakorganisatie omvat nog
>chts een klein deel van de arbeiders, en
een groot deel van die arbeiders wordt
danks alld" pogingen om de grenzen uit
wisschen, de nationaliteit nog zeer sterk
voeld.
En wat de socialistische vereenigingen
reft, behoeven we 6lechts te wijden oq
tweede en de derde Internationale die
r scherp tegenover elkaar staan en op
pogingen die thans te Genève worden
daan om een vierde Internationale te
chten.
et Volk zelf sprak van „een chao-
ch beeld van verwarring en broedor-
lap."
Uit alles blijkt dat de S. D. A. P. voor
zooveelste maal tracht de schare te mis-
den.
In België is onder den indruk van
i oorlog onder het. volk een sterke stroo-
voor een krachtige landsverdodiging.
En daarom plaatst de S. D. A. P. zich
ar op militairistisch standpunt,
n ons land is het andere,
in breede kringen is er een zekoro afkeer
n alles wat met leger en vloot in ver-
nd staat.
Van die stemming tracht men gebruik te
tken voor 'het winnen van kiezers, door
?t het „geen man en geen cent" naar vo-_
te brengen.
Zoo wordt overal de huik naar den wind
hangen..
STADSNIEUWS.
BEGRAFENIS VAN DEN HEER
G. BOON.
Onder veel belangstelling werd Zater-
gmiddag het stoffelijk overschot van
jlen den heer G. Boon, in leven Wethou-
te Oegstgeest, op de begraafplaats
et groene Kerkje" ter aarde besteld.
In het sterfhuis werd door Ds. H. Tho-
ls, in den kring der familie en verdere
noodigden gesproken naar aanleiding
n 2 Samuel 12 15—24, waarbij Z.Eerw.
genover hot ongeloof van Davids knech-
stelde het voorrecht van de geloovigen
in ziekte en nood kunnen bidden, -maar
wio als den dood komt het bidden kan
ergaan in aanbidden.
"".oen de lijkstoet te 12 uur aan de ho
fplaats aankwam, hadden zich velen
aar opgesteld, om den overledene de
eer to-bewijzen,
ij zagen o. a. het personeel der firma
E. Nieuwenhuizen, de hoogste klassen
r Chr. School aan den Morschweg, met 't
Dofd der School, den heer Douwes en het
rdero personeel, de hoer v. d. Meene
Dofd der Horv. Chr. School, de Burge-
VI J
m
aa i
moester van Oegst.geest en de leden van
den Gemeenteraad, een deputatie van de
burgerwacht waarvan de overledene be
stuurslid was; verschillende vrienden en
bekenden van den overledene o. a. de hee-
ron Boot Sr., Versluijs, De Lange, Gos-
linga, De Graaf etc.
Nadat de lijkkist in het familiegraf was
bijgezet en de familie, onder wien Mevr. de
Wed. Boon, en verdere belangstellenden
zich rondom de groeve hadden geschaard,
werd allereerst het woord gevoerd door Ds.
T h o m a s. die er op wees, welk een hoog
achting onze gestorven vriend en brooder in
allo opzichten en in allo kringen heeft mo
gen genieten, en richt een woord van troost
tot de weduwe, die zulk een geliefd echtge
noot moet missen.
Welk een voorrecht te mogen weten dat
do ontslapeno niet een schat van liefde is
omringd geworden, zoowel door U als door
de Zusters welke hem verplegen mochten
on allen die onzen broeder 'hebben bezocht
en hun deelneming bij zijn ziekte hebben
betoond.
Wat ons echter allermeest tot troost
strekt is dit, dat wij weten mogen dat onze
geliefde broeder mocht gelooven in de Op
standing der dooden, en hij de verschijning
van onzen Heere Jezus Christus heeft
liefgehad.
Het lichaam wordt in verderfelijkheid
gezaaid doch, „die het zaad draagt dat men
zaaien zal, gaat vroolijk voort en zaait
hot al."
Straks zal onze Heiland zijn werk vol
tooien.
Dan zal de stem Zijner bazuin gaan over
do graven en zal hij de Zijnen voeren tot
Zijn heerlijkheid en gaan de goddeloozen in
het eeuwige vuur.
Zuster Boon, sterk U in uw Heiland
on laat in uw leven, het geloof in onzen
trouwen God on Vader, alleen uw kracht
en hulpe zijn.
D s. R u y s wil gaarne oen enkel woord
aan dit graf spreken.
Een woord van hartelijke deelname in
hot droeve sterven van dozen vriend en
broeder. In hem verliest de weduwo een ge
liefd man, de ondergeschikten een uitne
mend patroon. De dood is een koning der
verschrikking. Hoe heerlijk te weten, dat
het sterven, voor onzen vriend Boon geen
sprong in hot duister-was, het was niet
een waj?on er op, maar het was een heen
gaan in volle vrede. Hij wist zich geborgen
bij onzen God. Geen doodstrijd heeft hij
behoeven te 6trijden, maar is ontslapen als
aan 's Heeren lippen.
Gove God als allen die genade, eenmaal
heen te gaan, in volle vrede in volle ver»
zekerdhoid des geloofs, zooals hij.
De heer Van Egmond herinnert de
woduwo en allen die hier aanwezig zijn, aan
het wo-ord der Schrift, uwe wegen zijn
niet Mijine wegen, en ulieder
gedachten z ijn niet Mijne ge
dachten.
Wij moeten berusten in Gods wil, die
onzen hooggeaehten en beminden Wethou
der, in de kracht der jaren weg heeft geno
men. Wij zouden niet handelen naar den
geest van onzen overledene, wanneer wij
hem hier zouden verheerlijken en groot
maken.
Maar spr. heeft behoefte, en men ver
zocht hem dit hier ook namens het bestuur
der gemeente Oegstgeest, te doen, uiting
te geven aan zijn gevoelens van hoogach
ting welke hij den ontslapene toedraagt.
Hij hoeft hem jaren aaneen mogen gade
slaan in zijn werken en heeft langen tijd
met. hom saamgewerkt.
Hij was bemind om zijn vriendelijken
omgang en wie met hom in aanraking
kwam, of mot hem saam moest werken,
werd altijd verkwikt door den aangenamen
geest die van. hem uitging.
Wij waardeeren wat hij voor onze ge
meente als raadslid en wethouder heeft-mc,
gen doen. Wat hij deed was altijd degelijk,
principieel. Hij schaamde zich de anti-re
volutionaire beginselen nooit.
Wij zullen hem in onze kleine anti-revo
lutionaire partij te Oegstgeest anissen en
in aangename 'herinnering houden, zijn
vriendelijke, beminnelijke geest, en makke
lijke omgang.
Zestien jaar heeft'spr. den overledene
gekend en met 'hem omgegaan. Broeder
Boon was hem een vriend, een ware vriend
geworden. Hoe menigmaal heeft hij hun bij
het afscheid nemen hooren zeggen met die
eigenaardige intieme toon in zijn stem,
„Van Egmond tot ziens".
De banden van vriendschap zijn thana
verbroken, maar zullen eenmaal weder
worden geheeld, als ons gelooven mag zijn
overgegaan in aanschouwen.
Wij begrijpen onzen God nooit! Onze
troost en sterkte zij echter, dat het Gods
wegen en Gods gedachten zijn, die zich
in Zijn daden nooit vergist.
De heer Lauw, boekhouder der firma L.
E. Nieuwenhuizen spreekt een woord van
waardeering over den nu ontslapen pa
troon.
•Eindelijk, zoo zegt spr., is het .-..ogenblik
aangebroken, dat wij om deze groeve staan
Reeds-lang hebben wij den slag zien aan
komen, dat onzen heer Boon van óns zou
worden weggenomen.
Wij zullen hem missen, onzen hoogge
achte®. patroon, die spr. ook zijn vriend
wil noemen.
Hij vergde, veel van anderen, maar slel-
de zichzelf ook hooge eischen en arbeidde
met volle energie.
Een stoere werker was liij, die vaak niet
begrepen werd, als zijii leiding in de zaken,
gevolg van den evolutiegoeït, zich wijzig-
Namens het geheele personeel der firma
Nieuwenhuizen roept spreker den bcogge-
achten patroon een laatst vaarwel toe.
De heer K u ij k, van '6-Gravenhage,
spreekt als oud vriend van den overledene
een woord van vaarwel en van wederzien.
Ik heb' het voorrecht gehad meer dan 20
jaar in den ontslapene een oprecht vriend
te mogen bezitten in wien een edele en toch
zoo'n eenvoudige geest leefde.
Hier aan zijn graf wil spreker herinneren
aan het woord van den Psalmdichter.
,,d' Eenvoudigen wil God steeds gade
slaan." i
De heer D i e p h u i z e n, lid van het
bestuur der Chr. 6chool aan de Morsih,
herdenkt den overledene in zijn arbeid voor
de Christelijke School, waarvan hij vanaf
de oprichting, voorzitter was.
Spreker mocht zoo gaarne de vergade
ringen van het bestuur der school, onder
zijn leiding bijwonen. Zijn innig gebed,
waarin steeds zoo'n warme toon van op
recht schuldbesef was te hooren, was hem
meermalen een verkwikking.
Vele ouderen onder on6 die zijn leiding
hebben meegemaakt, weten en kennen zijn
toewijding en liefde welke hij voor onze
school heeft aan den dag gelegd.
Hij was een m a n en een vriend, die
steeds ieder ter wille wou zijn, en altoos
aangenaam in den omgang was.
Veel, aeer veel wordt in den ontslapene
verloren; voor de school was hij alles, het
Christelijk onderwijs had zijn geheele hart
Wij zullen als schoolbestuur zijn heengaan
voelen, de ledige plaats zal niet gemakke
lijk te vervullen zijn.
Hij was een vriend en broeder, zo j als
men er slechts weinig ontmoet-
De heer Douwes, Hoofd der Christ,
School aan de Morsch, maakt zich tot tolk
van het personeel, als hij een woord van
lof en dank brengt, voor wat de ontslapene
voorzitter voor do Chr. School is geweest.
Hoe heerlijk te weten dat hij thans is be
vorderd tot een hoogere positie. Hem is-he
den bij dagorder, door onzen God het woord
toegeroepen: „Wel gij goede en getrouwe
dienstknecht."
Spreker herinnert aan het vele werk, dat
door den heer Boon is verricht voor de tot
standkoming der eerste Chr. School te
Oegstgeest.
In de jaren dat do school met den Bijbel
nog gesmaad en gedrukt werd, heeft hij
zich de belijdenis van Jezus Christus niet
geschaamd.
Heeft hij zich gevoegd hij de „kleino
luyden" en met hen gestreden en gebeden.
Voor zooveel gij dit een van mijnen min
ste gedaan hebt, voor zooveel hebt gij dit
mij gedaan.
Door de leerlingen der hoogste klassen,
werden hierna onder leiding van den heer
Douwes, gezongen een tweetal verzen van
Gezang 187.
Hoe zacht zien wij de vromen
Den dood hier zonder schromen,
Blijmoedig tegengaan!
Waar al de vreugd van 't leven.
Den zondaar moet begeven
Daar vangt de vreugd des Christens aan
De dood verbreekt zijn banden
Hij heft zijn damkb're handen
Tot God, zijn 6teun en hoop,
Die hem geen troost laat derven,
Maar vreugdevol leert sterven
Na oenen welvolbrachten loop.
Nadat een zwager van den overledene,
de heer Van Beek, namens de Weduwe,
en verdere familie, allen had dank gezegd
voor de betoonde belangstelling verliet de
schare 'den doodeilakker.
Den 4den Maart a. e. hoopt onze
waarnemende burgemeester, de heer W,
Pera, zijn 70sten verjaardag te vieren. Het
zal den heer Pera, die op reeds gevorderden
leeftijd, nog geroepen wordt tot zulk een
zware taak, als welke hij den laatsten tijd
te vervullen heeft, den 4den Maart. a. s. ze
ker niet aan bewijzen van belangstelling
van de zijde zijner vrienden en partijge-
nooten, ontbreken.
Ingevolge de nieuwe Lager Onderwijs
wet 1920 is de PI. Commissie van Toezicht
op het Lager Onderwijs met ingang van 1
Januari 1921 ontbonden en vervangen door
een nieuwe commissie gekozen volgens de
voorschriften der nieuwe wet. In deze com
missie hebben zitting 3 ouders van leerlin
gen der openb. scholen, 3 ouders van leer
lingen van bijzondere 6cholen, 3 onderwij
zers werkzaam bij het openbaar, 3 onder
wijzers werkzaam bij het bijzonder onder
wijs en 3 personen uit de burgerij.
Deze nieuwe commissie is, naar wij ver
nemen, dezer dagen door den Wethouder
van Onderwijs, Mr. J. C. van der Lip, ge
ïnstalleerd waarna het Bestuur der Com
missie is samengesteld. Tot voorzitter werd
gekozen de hoer T. S. Goslinga, oud-wet
houder van onderwijs van de gemeente
Schiedam, thans voorzitter van den Raad
van Arbeid alhier. Tot 2de voorzitter Mevr.
mr. A. J. Blok, tot -le secretaris de lieer J.
B.'Meijneu, oud-hoofd eener Chr. School en
lid van den gemeenteraad, tot 2e secretaris
de heer A. L. Hermans, advocaat en pro
cureur. De 3. laatstgenoemden zijn leden
geweest der oude Commissie.
De nieuwe posttarieven treden 1
Maart in werking.
Voor belanghebbenden zij medegedeeld,
dat aan de postkantoren a 10 cent boekjes
verkrijgbaar zijn, waarin alle bijzonderhe
den omtrent dit nieuwe tarief worden ver
meld.
Naar wij vernomen zal D.V. Woensdag 9
Maart 8 uur voor de Zendingscommissie der Ge
rot Kerk, in de Hooigraohtkerk in het belang der
Medische Zending Dr. J. G. Scheuror van
Ermelo, Lid der 2e Kamer der S. G., optreden.
Aan het Zoeklicht.
Leiden, 28 Februari 1921.
Een droevig tooneel Zondagavond.
Een jonge man, een jongen feitelijk nog
waggelde dronken langs 's Heeren straten,
nu eens steun zoekend tegen een gevel, dan
weer tegen een lantaarnpaal.
Hij was vergerzeld van een jong vrouw
tje, bijna nog een kind, die een zuigeling
van zes weiken in hare armen hield, en
wanhopige pogingen deed om den door den
alcohol vergiftigden man, naar huis te
brengen. i
Daar ging het kleine gezin, zwaaiend en
waggelend en huilend.
Een beeld van de meest droeve ellende.
Ons hart komt in opstand, als we zien
hoo zulke mannen hunne eerste plichten
verzaken en hunne gezinnen in de diepste
ellende dompelen.
Maargaan wij al6 personen, gaan
wij als gemeenschap vrij uit?
Steunen wij nog niet alteveel de drinkge»
woonten.-
En de helverlichte kroegen op Zondag
avond, met hun lokkende muziek, waar zof
menig leven verwoest wordt, vormen ta>
niet een bittere aanklacht tegen de ge»
meenschap, die ze duldt?
Zou het niet tijd worden dat althans dei
Zondags al dergelijke pest holen werden ge»
sloten?
OBSERVATOR.
BINNENLAND.
De nieuwe posttaxieven.
We herinneren onzen lezers er nog eene
aan, dat Dinsdag de nieuwe posttarieven
ingaan: 1% cent op een briefkaart, 10 cent
op een brief enz.
De periode van 1 Maart1 April wordt
beschouwd als een overgangstoestand, met
dien verstande, dat 'gedurende Maart geen
strafport wordt -geheven. Wanneer er dua
stukken worden verzonden, die voldoende
zijn gefrankeerd, dan moet do geadressee^
de het tekort bijpassen, doch behoeft geen
strafport te betalen. De bedoeling hiervan
is om het publiek, dat vrij plotseling voor
de invoering wordt gezet, aan de hjogere
port te wennen. Na 1 April treedt dan de
strafportregeling weer in werking.
L. O.-wet 1920.
Het ontwerp van den algemeenen maat
regel van 'bestuur omtrent bouw en inrich
ting van schoollokalen heeft het Departe
ment van Onderwijs verlaten. Verwacht
mag wordon dat deze spoedig in bet Staats
blad zal verschijnen. Bij. het samenstellen
van het ontwerp is er naar gestreefd d$
eischen. die in de bouwbesluiten van 1911
waren opgenomen, te vei'lichten.
Doctoraat Landhuishoudkunde.
Naar aanleiding ean de mondelinge be
handeling van het Doctoraat Landhuis
houdkunde in do Tweede Kamer hooft de
Minister van Onderwijs zich tot zijn ambt
genoot van Landbouw gewend, ten einde
te overleggen in hoeverre 'het alsnog moge
lijk zal zijn aan de wenschen van hen, die
ijveren voor het openen van de mogelijk
heid tot bet verkrijgen van den doctorsti
tel in 'de landbouwkunde aan de Rijksuni
versiteit to Groningen tegemoet te komen.
De Zuiderzeewerken.
Het bestek 'voor den bouw eener werk-
haven bij Den Oever op Wieringe-n (ramaag
f 1.300.000) is thans gereed, terwijl met don
aanvoer van rijshout een begin is gemaakt
Met het baggeren en storten van z.g.n.
keileem, om het Amsteldiep te beteugelen,
had men nogal moeite, waarom van rijke-
wege drie proofbakken, geschikt voor het
lossen, worden gebouwd aan de werf „Con
rad" te Haarlem, de werf „De Hollandsche
FEUILLETON
Langs den afgrond.
39)
Het moet erkend worden, dat Paul na
jn heldhaftig gedrag bij de ramp van de
heal Anthony aanmerkelijk in hare ach-
ag was gestegen, hotgeen eveneens het
>val was met de bewoners van Penwharf.
ij luisterde met groote belangstelling naar
verhaal, dat hij deed van zijn bezoek
ij Sir George te Ferndale. Aan te zitten
st zulke voorname lieden, als een baron
diens vrouw was een groote onderschei-
ig voor iemand die haar naam droeg,
ti zij eigende zich een gedeelte van die eer
>e, als eene orkenning van de goede op-
Deding, die zij hem gegeven had. In haar
irt wenschte zij echter, dat niet Paul,
iaar haar geliefde David, dit voorrecht
ld mogen genieten.
Paul gaf haar eeu opgewonden beschrij-
ing van de vriendelijke manier, waarop
ten hem ontvangen had, van de uitgestrekt
eid der plaats, van de schoonheid van het
ark, de pracht van het huis, do weeldo der
leubels, de deftigheid der geheele inrich-
tog en niet het minst van den overvloed
an boeken in de bibliotheek.
„O, moeder!" zeide hij, „ik wilde, dat gij
het eens hadt kunnen zien. Het was als
eon droom uit het wonderland. Ik denk, dat
ik wel nooit meer iets dergelijks zal zien,
maar ik ben toch blij, dat ik er een kijkje
van gehad heb. Gij moet echter niet den
ken, dat ik zou begeeren in zulk eene
pracht te leven. Ik kan hier. even gelukkig
zijn, alleen zou ik de boeken wel willen
hebben."
Mary zuchtte even, en zeide toen: „ik
ben blij, dat gij hier tevreden zijnt, mijn
jongen."
Het was niet waarschijnlijk, dat Paul
doit weer iets dergelijks zou zien; Over een
p\ar weken zou hij een-en-twintig jaar
worden, en hij was vast besloten het plan
te volvoeren, dat hij drie jaar geleden ge
maakt had. Hij kon er niet toe komen we
der in do Wheal Anthony aan het werk te
gaan. Hij had daar zooveel geleden, dat
het hem niet mogelijk zou zijn weer in de
mijn af te dalen.
Kapitein Perkins haid hem zijn volle loon
tot aan het eind van de maand toegezegd,
hopende dat hij na dien tijd weer in staat
zou wezen zijn gewone bezigheden te 'her
vatten. Paul wist wel dat dit nooit zou ge
beuren, maar hij zeide er niets van. Hij
hield er niet van veel over zich zelf en zijn
.plannen te spreken. Maar toen de betaaldag
kwam begaf hij zich in plaats van naar
de Wheal Anthony terug te koeren, naar
St. Hildred, waar hij zich een valies en an-
dere benoodigdheden voor de groote reis
aanschafte.
Zijne moeder zeide niets, toen hij terug
kwam, maar bij het zien van hot valies v
werd David zoo bleek al6 een doode.
HOOFDSTUK XXI.
Gedurendo verscheidene dagen zat David
als het ware tusschen twee vuren.
Het. eeno oogenblik was hij geneigd naar
Paul toe te gaan, hem alles te bekennen,
en hom om vergiffenis te smeeken. Maar
het andere besloot hij de omstandigheden
te trotseeren, en zijn broeder tot hot laat
ste toe te misleiden. Doch hoe meer tijd er
verstreek, des te zwakker werden zijne
goede voornemens. Van nature zwak en
lafhartig, had zijne opvoeding deze treuri
ge hoedanigheden al te zeer in de hand
gewerkt, en toch ging bet hem als de schu
we rat. die zich met tanden en nagel6-weet
te verdedigen, wanneer ze in het nairw
wordt gedreven. Langzamerhand verdwenen
al zijne goede opwellingen.
De zwakke vlam van zijn betere natuur
brandde hoe langer hoe flauwer, en ging
.eindelijk geheel uit. Het kwaad zegevierde
meestal het geval is, wanneer het
niet van den beginne af met kracht wordt
best,roden.
Niemand had hem het geld zien wegne
men. Het zou Paul niet mogelijk wezen te
bewijzen, dat hij het gedaan had. Wanneer
Paul beweerde, dat hij zich het geld had
toegeeigend, en hij dit ontkende, dan zou
zijne moeder natuurlijk hem gelooven.
Aldus redeneerde hij.
Op den morgen na zijn tocht naar St.
Hildred begaf Paul zich naar zijne kamer
om zijn 6chat te voorschijn te halen. Hij
bewaarde dien in een houten kistje, waarin
zich een smalle glouf bevond, waardoor bij
zijne spaarpenningen naar binnen liet glij
den. Volgens zijne berekening moest, hij
ongeveer twintig pond opgespaard hebben.
Nieuwsgierig om den inhoud te tellen stak
hij den sleutel in het slot. Maar nauwelijks
had hij het deksel geopend of hij stond als
verslagen. Gedurende eenige oogcnblikken
6tond hij daar roerloos,'maar zijn gelaat
word marmer wit, terwijl zijn oogon, die
uit hunne kassen schenen te puilen als we
zenloos in de bijna geheel ledige kist staar
den. Eindelijk liet hij het deksel vallen en
zonk luid kreunend op den vloer» In één
oogenblik begreep 'hij alles. Daaf bestond
geen twijfel omtrent hotgeen er gebeurd
was. klechts twee menschen hadden zijne
sleutels kunnen vinden, en zijne kist kun
nen openen. Zijne moeder en David.
Hij wist, dat zijne moeder het niet ge
daan had; bijgevolg moest David do dief
wezen. Van dronkenschap, huichelarij en
valschheid vervalt men .gemakkelijk tol
diefstal. Dit wa6 slechts een natuurlijk ge
volg van zijn vroeger gedrag, alleen waa
hij spoediger gezonken dan men zou ver
wacht. hebben.
Gedurende eenige oogonblikken woedde
er een storm van aandoeningen m zijn ge
moed. Droefheid, verontwaardiging, mede»
lijden, teleurstelling al deze gewaarwordio»
gen streden om den voorrang, en m hedi
eind bleek de droefheid over het gedrag vaa
zijn broeder nog grooter dan 'het verdriet
ovor zijn teleurstelling.
Hij hoorde- hoe David zich beneden gen
reed maakte om uit te gaan, maar hij wi
de, dat het tot eene verklaring zou komenj
vooriat zijn broeder het huis verliet Hfj
stond dus op, opende de deur, en riep, zorf
der om zweem van toorn in zijne stóm:
„David, kom eene boven, ik moet u iet»
vragen."
(Wordt vervolgd-J