Dagblad voor Leiden en Omstreken.
j
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEI1JEN EN BUITEN LEIDEN
WAAK AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
EK KWARTAAL 12.50
i ER WEEK10.19
IRANCO PER TOST PER KWARTAAL 12.90
Iste JAARGANG. - ZATERDAG 26 FEBRUARI 1921 £- No. 279
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEJDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEWONE REGEL 10.22 1/ft
DES ZATERDAGS f 0.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
30 vroorden 50 cent: Zaterdags 75 cenl,
bij vooruitbetaling
it nummer bestaat uit twee bladen
Coöperatie.
.In dc afgeloopen week hebben we aan de
löperatie een korte driestar gewijd waar
tegen overdreven verwachtingen werd
Bwaarschuwd en op de prac-tische bezwa-
terloops de aandacht werd gevestigd.
Het onderwerp is echter van genoegzaam
f teekenis om het meer in den brééd e te be
treken.
'Aan de eene zijde zijn er toch die van
lüperatie zeer grooto verwachtingen koes-
iren en die meenen dat het een midd,el kan
ju tot wegneming van sociale ellende en
it het brengen van betere maatschappe-
jko verhoudingen en aan de andere zijde
ja er ook dio van coöperatie niets goeds
J eten te vertellen en die zelfs metbeslist-
eid uitspreken dat een Christen zich van
löperatie verre heeft te houden,
ij De heer Pontier schreef indertijd in de
rochurenreeks „Pro en Contra" o. m. het
olgende: Meer nog dan op de gevolgen
an coöperatie als werkloosheid enz. moet
ïoral den Christen-co operator worden ge-
ezen op het socialistische ge-
a a r 't welk in coöperatie schuilt-. Een
ied Christen mag en kan geen coöpe-
itor zijn.
Dat is al een zeer krasse uitspraak.
Maar een uitspraak die toch niet op zich-
blf staat.
Een zeker schrijvor over dit onderwerp
eweerde dat coöperatie in welken vorm
ok ons volk moet brongen aan den rand
an den afgrond.
En in 1907 schreef het Middenstandsor-
aan de volgende merkwaardige woorden:
„Geld dat niet circuleert heeft geen koop-
■acht. Daarom leiden Verbraiks-coöpera-
es de maatschappij terug in de. richting
aar den tijd toen zij nog geen maatschap-
ij was. Indien bet aan ctozo coöperatie go-
ikte alle tusschenpersonen overbodig te
laken, zou ieder zijn eigen fabrikant en le-
erancier zijn geworden en de mensch tot
aen dierlijken staat zijn teruggezonken.
Dr. Kouwens, aan wien wij dit citaat-
itleenen acht het noodig hierbij op te
lerken dat de persoon die dit schreef, ove-
II gene gezond en normaal redeneert-.
Een ander vurig bestrijder van coöpera-
ie liet zich op een vergadering van Mid-
I Bnstanders verleiden tot het vragen van
Dn uitspraak tegen eiken vorm van coope-
ntie, geoorloofd zoowel als ongeoorloofd
31 Wanneer zulke dingen door ontwikkelde
ersonen worden geschreven, dan behoeft
et niet te verwonderen dat vele eenvoudi-
en voor coöperatie een zekere vrees koes-
>ren en de overtuiging hebben dat het iets
y erkeord6 moet zijn, ook al kunnen zij niet
jrecies aangeven, waarin het verkeerde
genlijk bestaat.
Misschien komt dit- mede door 't vreem-
b woord en valt het bij nadere kenniema-
ing wel eenigszins mee.
Het is daarom gewenscht eerst een dui-
«Jelijke voorstelling te geven, van wat
Döperat-ie eigenlijk is.
Coöperatie bet eekent samenwerking;
oöpereeren samenwerken, elkander hel-
>h.
Niet iedere combinatie echter waarvan de
yjjrien zich ten doel 6tellen elkaar bij te
taan en te helpen is een coöperatie in den
0 angbaren zin van het woord.
Nadere omschrijving is dus noodig.
Coöperatie, zegt Dr. Nouwens, beteekent
olgens het spraakgebruik gezamenlijk
oopen of verkoopen van levensmiddelen of
el ndere voedingsartikelen.
Mr. W. H. Lohman gaf de volgende om
schrijving: coöperatie is het samenwerken
van vele personen, die juist- door hun ge-
zamerdijk optreden' voer elkanders belan
gen zorgen en elkaar dezelfde, of ook nog
andere voordoelcn bezorgen, die buiten die
Yerooniging alleen met eon groot kapitaal
verkrijgbaar zijn.
En Prof. Pottier, om geen meerdere aan
halingen te doen, zegt niet 'hot minst dui
delijk: coöperatie heeft daar plaats, waar
de individuéele werkzaamheden tot -een ge-
zamelijko activiteit vereenigd worden, met
het oog op de voordooien, welke uit die
samenwerking voortvloeienHet is de
practischo toepassing van het woord onzer
vaderen: Eendracht maakt macht-. Coöpe
ratie is niets anders, dan het vereenigings-
beginsel toegepast op de economische orde.
Gewoonlijk onderscheidt men nog weer
productie- of voortbrengingscoöperatie en
consumptie of verbruikscoöperatie.
Hot eerste hebben wij bijv. wanneer een
zeker aantal werklieden zich vereenigen om
een bepaald artikel te fabriceer on. Die sa
menwerking kan meer of minder omvat
tend zijn.
't Kan zoo zijn dat allen voor de ge
meenschap arbeiden en dat die gemeen
schap de producten verkoopt, maar men
kan zich ook tot enkele punten beperken.
Bij een coöperatieve kaasmakerij bijv.
behoudt ieder deelnemer zijn eigen vee en
mest en weide en is alleen de kaasmakerij
gemeenschappelijk eigendom. Zoo heeft
men in sommige streken coöperatieve stroo
cartonfabrieken, suikérfabrieken en derge
lijke.
Een zuivere productie-coöperatie heeft
men echter, wanneer de arbeiders inplaats
van bij 'n patroon hun arbeid te verrichten
zich als arbeiders vereenigen om voor ge
zamenlijke rekening een werkplaats of fa
briek te stichten, zoodat ze de vollo voor-
deelen van him arbeid genieten en zelf de
ondernemerswinst ontvangen.
Wij moeten ons echter beperken en daar
om bepalen wij ons bij onze beschouwingen
tot de consumptie-coöperatie, het voor ge
zamenlijke rekening koöpen va-n do levens
benodigdheden of eon deel daarvan.
Objectief wenschen wij deze zaak te be
zien, door zoowel aan de voordeden als
aan de bezwaren aandacht te schenken.
STADSNIEUWS.
„Burger Pro Rego".
Gisterenavond vergaderdo de afd. Leiden
van Burger Pro Xtege in het gebouw „Pre
diker".
Do vergadering werd te 8 uur door den
Voorzitter Ds. H. Thomas geopond met
-gebed, nadat gezongen was Psalm 75 1.
Gelezen werd Psalm 75.
De Voorzitter richt een woord van wel
kom tot do aanwezigen en den spreker en
betuigt zijn dank aan den heer „Van Ooste
rom" voor zijn welwiUendheid, dat hij he
denavond een woord tot ons wil spreken.
De heer Van Oosterom hierna het
'woord verkrijgende, dankt den voorzitter
■voor het weHcomst-woord, en spreekt
zijn erkentelijkheid uit dat hij als müitair,
als voorzitter der Chr. Onderofficiersver-
eeniging in de burger afd. van „Pro ïtege"
mag 6preken.
Tot zijn onderwerp komend: Geen in
krimping, herinnert hij aan de oor
logsjaren toen op allerlei gebied op in
krimping moest worden aangestuurd en men
zich in alles bekrimpen moest- en vooral
wat onze voeding betreft op de meest be-
krompene wijze moest leven.
Na den oorlog werd allerwege direct dc
eisch gestold van legerinkrimping en mits
dien van bekrimping der legeruit-gaven.
Spreker zal het niet hebben over de in
krimping onzer weermacht, al is hij daar
van een absoluut tegenstander.
Toch zal spr., zooals gezegd, niet spre
ken over legerinkrimping, maar wil hij het
hebben over inkrimping van onze Christe
lijke levensovertuiging ten aanzien van
het militaire leven.
Men ontmoet helaas nog al eens Chris
tenen die zich anti-militairist noemen en
nog kort geleden werd door een Anti-revo
lutionaire wethouder (meester in de rech
ten) betoogt dat het voor hem geenszins
•vast stond dat het verdedigen van het va
derland, behoort tot de plicht van een
Christen.
Spr. noemt dit een bedenkelijk verschijn*
sel en roept „Pro Rege" op, tegen dezen
verderf elijken geest te 6trijden en toont,
aan de hand van Dr. Kuyper's „Het Calvi
nisme", zeer duidelijk aan de onhoudbaar
heid van deze stelling.
Er moet bij de Christenen geen bekrom
penheid zijn maar een ruime vrije opvat
ting, em in den strijd voor dé eere van on
zen Koning schouder aan schouder te gaan.
In dit verband doet hij een woord van
protest hooren tegen don Bond van Jongel.
Ver. op Geref. Grondslag, die in het Jonge
lingsblad de vereeniging adviseert niet aan
den arbeid van „Pro Rege" mee te doen.
Spreker is zelf Gereformeerd, draagt den
-Bond een goed hart toe, en heeft groote
sympathie voor hot wérken en streven van
den Bond, maar betreurt deze houding ten
zeerste. Hij herinnert aan het- Geref. Bonds
lied waarin zoo geestdriftig gezongen
wordt:
Ons wenkt het beeld der vad'ren
Dat kloek on vroom geslacht.
Met 'helden bloed in d' aderen
Dat Spanje 't onder bracht,
en dan komt het:
Wij willen ook zoo wezen
Hun zonen niet ontaard
Wij heden als voor dezen
De naam van Holland waart.
Zoo zingt men de Bondsliederen, en ad
viseert tegelijk de aangesloten verceni gin
gen aan den arbeid van Pro Rege geen
deel te nemen.
Hadden wij integendeel op grond van dij|
Bondslied, zoo vraagt spreker, niet mogen
venvachten dat de 18000 leden welke de
Bond op G. G. telt, ons land in 1918 18000
vrijwillige landstormers had bezorgd?
Het standpunt van den Bond wordt door
spreker als zeer bekrompen gekwalificeerd.
Vervol gons wordt nagegaan in hoevele
opzichten het kazerneleven de laatste jaren
is vooruitgegaan, en hoeveel gunstige be
palingen van everheidswege voor den Chris
tensoldaat, de laatste jaren zijn tot stand
gekomen.
Het strafbaar stellen van het vloeken^
de voorgeschreven stilte voor den maal
tijd opdat ieder die zulks begeert, kan bid
den, de groote inporking van den Zon
dagsdienst, de volledige vrijheid voor Ca-
thechisatiebezoek enz enz.
Vindt men deze dingen ook in de burger
maatschappij op groote werkplaatsen waar
soms 3 a 400 man werkt, vraagt spreker.
Immers neen!
Alleen maar, deze bepalingen moeten
worden nageleefd; wat -geven al deze bepa
lingen indien ze niet leven in het 'hart van
degenen die ze aangaan.
In het nakomen en naleven dezer bepa/-
lingen moet de kracht liggen van onze
Christenmilitairen.
Geen bekrompenheid, maar durf en moed
om voor onzen God en Koning uit te ko
men, dat heeft de jonge milicien noodig.
In dit verband wijst spreker op de roe
ping der ouders.
Er is veeltijds wel groote belangstelling
der ouders hoe het eten is, of hoe hun zoon
.geslapen heeft of de „lange veeren" hem
niet hinderlijk zijn, maar naar de geestelij
ke belangen wordt eerst in.de laatste
plaats en vaak in 't geheel niet geinfor-
meerd.
Spreker wekt ook de jonge Christen mi
liciens op tot deelname aan de kadervor
ming in het leger en waarschuwt eveneons
voor bekrompenheid ten dezen aanzien.
Milicien-Sergeant is tegenwoordig een
mooie positie en menig jongeUng heeft door
studie in zijn diensttijd zich kunnen opwer
ken tot een beter levensmilieu.
Laat men den dienst niet schuwen er is
o zooveel goeds in.
Er is de laatste 20 jaar in het dienst- en
kazerneleven, zeer veel verbeterd.
Tot deze verbeteringen hebben veel bijge
dragen de Chr. Onderoff. Ver., waarvan
spreker de eer heeft Voorzitter te zijn, de
.kleine Chr. Officierenver. en den laatsten
tijd vooral de actie van Militair en Burger
:,,Pro Rego".
Laten wij, zoo besluit spr., niet medewer
ken aan geestelijke inkrimping, welke zich
dood werkt-, maar door een ruime en vrije
opvatting van onze taak en roeping samen
werken aan de uitbreiding van Gods Ko
ninkrijk en de eero van Zijn heiligen
Naam.
Laten wij do kazerne binnengaan met
een vrije en goede consciëntie en met de
bede en betuiging in ons hart en op onze
lippen:
„Mijn schild ende betrouwen
Zijt Gij o God mijn Heer!
Enkele vragen door een der aanwezigen
gesteld werden door den spr. beantwoord.
Na het afdoen van ecnige huishoudelijke
zaken in verband met do a.s. inlijving en
het bezoeken der nieuwo miliciens, het- le
zen der notulen en besprekingen omtrent de
a. s. jaarvergadering wordt do vergadering
door Ds. Thomas gesloten, nadat aan den
heer Van Oosterom een woord van dank
was gebracht voor zijn principieel en be
zielend betoog.
De heer Oosterom eindigde met dankzeg
ging aan den Heere.
De Christen cn het Tooneel.
Met bovengemeld, onderwerp trad gisteravond
in „Nat-hanacl". Dr. v. Andel uit Den Haag op
voor dc Ring „Leiden" der Geref. Jong. Bond.
,Na het zingen van-Pe. 119: 53 en na opening
met gebed sprak Ds. W. Bouwman een kort -in
leidend woord waarin hij do beteekenis van avon
den als deze uiteenzette en gaf vervolgens het
woord aan Dr. v. A. om zijn referaat te leveren.
Deze hierop het woord nemen/Te, begon mot de
•opmerking to maken dat de verhouding van den
Christen tot het Tooneol, eigenlijk oen onderdeel
is van des Christens verhouding tot do wereld.
Do woreid wordt besloten in het tijdpork, dat,
aanvangt met de schepping aller dingen naaï
Genesis 1 en de nieuwe heanol on nieuwe aarde,
wolko Patmos' ziener ons teekent in .Openbarin
gen 21. Na er op gewezen te hebben, hoe do
zonde alles heeft gedegenereerd, en hoe in Chris
tus do kern is voor een regeneratie-proces, waar
door in beginsel de breuk met dé wereld hersteld
is, betoogt spr. dat de Christen, niet vijandig
tegenover de kim6t kan staan, omdat de kunst,
naar een citaat van Dr. A. Kuypor, de touwlij
nen aangeeft der eersto schepping en heen-
wijst naar do orde van het gebouw der heinelen.
Als dramatische kunst opgevat, moet de Christen
daarom ontvankelijk en niet in de corsto plaats
afwerend tegenovor het tooneel staan. Drama
komt van het Griekscho werkwoord „doen". In
het drama zijn twee elementen, een ethische,
dat de dadon der menschen laat zien, en ver
volgens oen lyrisch element, dat ons laat
zien, waarom de mensch die handeling deed.
Geen wonder dus, dat do dramaturgie de meest
omvattende woordkunst i6. Zoo komt in do T r a-
gedie vooral de weemoed naar voren en in
de Comodie is de grondtoon do vreugde. In
het eerste ziet go den men6ch als voortgezweept
door zijn passies, in het tweede als de blijdo
persoonlijkheid, die uit het loven oen uit-weg ziet.
Men kan ook nog spreken van het Loesdra-
I ma, maar t-orecht noemt van Eoden, dit „bas
taardkunst" oen tooneelstuk moot nu eenmaal
Aan het Zoeklicht.
Leiden, 26 Februari 1921.
In mijn jongensjaren hadden we raadsel-
boekjes waarin vragen voorkwamen als
deze: Wat is het onderscheid tusschen een
•notaris en een politieman?
Een notaris te Ter Neuzen heeft op dit
ingewikkelde vraagstuk een antwoord ge
geven.
Het proces-verbaal van een politieman,
zegt' hij, wordt geloofd ook al-zijn er geen
getuigen, maar een notaris moet steeds
scharrelen met twee, 6om6 zelfs met vier
van die onnutte menschen.
En omdat die getuigen volkomen over
bodig zijn, èn omdat het in sommige geval
len onaangenaam is, dat dergelijke dwars
kijkers aan wie geen geheimhouding ia
opgelegd tegenwoordig zijn, pleit be
doelde notaris voor .afschaffing van het ge-
tuigenstelsel.
Me dunkt daar valt iets voor te zeggen.
Ik ben zoo nu en dan bij 't passeer en van
een akte tegenwoordig geweest, en ik ver
gis me niet als ik zeg dat in 99 van de 100
gevallen die getuigen van het notarieel ge
brabbel, waaraan ze trouwens ook abso
luut geen aandacht schenken, niets ver*
staan.
Afschaffing van dc „kwartjes menschen"
zou'zeker geen ramp zijn.
Waarom ik gaarne den notaris bij zijn ver
zoek om de getuigen op stal te zetten,
6teun.
OBSERVATOR.
verbeeld en g e s p o o 1 d worden en ie niet
in do eerste plaals lectuur. Men kan de kunst
verbeeldeu door mimiek (gelaatsuitdrukking),
plastiek (gebarcnspelcn voordracht.
Spr. neemt a!s kunstenaar in dit opzicht Louis
Bouwmeester.
Toch baant al deze timst voor den Christen,
riet den vreg naar do -Schouwburg, al geeft spr.
toe, dat een man als Ibsenheel wat menschen
mot zijn pessimist is Sne en realistische dramatur
gie bereikt heeit. Hierna noemt spreker do mo*
reele gevaren van het tooneel, vooral do Zoo.-*
dagsarbeid, hot vloeken eu de immoraliteit* Het
nullen deugt niet. De ijdelheid eu zinnelijkheid
vlieren er hoogtij; door kransen en bloemstuk-'
ken wordt de mensch vergood, cn ook de decaden
tie neemt toe. Blijve de Christen daarom steeds
2(ichzelf getrouw. Hij zij een zoutend zout. Hij
beginne eerst eigen milieu in to richten naar da
eischen van het kunstgevoel en misschien kan
hij zich daarna wenden lot het toonoel, om daaj*
in reformoerend to werken. Een ieder zij in dit
opzicht in zijn gemoed ten volle verzekerd en
make ak deze vragen uit in biddend opzien tot
zijn 'God.
Na dit referaat was or een kleine pauze, waar*
in Pa. 68: 10 gezongen werd en waarna zich
een gohcele reeks van vragors opgaven. Zoo vroeg
de heer v. d. Bos of het wens V-ik was op de
Geref. Jongélingsvereeniging d> kunde te
beoefenen/, de lieer do Koning d vragen,
van dozelfde strekking. Do heer T eeuwen bo*
toogde, dat men het tooneelvraagstuk èn indi
viducel, en sociaal kan opvatten. Pascal
deed het eerste en verwierp allo tooneel, omdat
do mensch door de rnimiok eig enkarakter leert
vorioocnenen, eigen wil verslapt, waardoor de
immoriliteit zou toenemen. Is Dr. van A. heb
daarmee eens? Vatten we hot tooneel in socia*
1 e n zin op doen wij Christenen: dan niet
veel to weinig? Practisch staan wo cr altijd af*
werend tegenover en onder tusschen gaat do
massa voort om zich in do schouwburgen to bo*
dwebnen aan het door spr. gewraakte zinnelijke
realismo. Wat doen we dan? Mogen we maar
zoo lijdelijk toezien dat do onzedelijkheid van het
tooneel de harten meer Vergiftigt? Is dan het
argument, dat de schouwburg, de plaats der ijdol*
hcid en zinnelijko klecding is voor ons een vrij
brief niets te doen. En dan overal, bijv. ook
op concerten, waar wo wol naai- toe gaan, is toch
ook het dienen dor mode? Geeft de Roomscho
literatuur ons niet in dit opzicht een beschamend
FEUILLETON
Langs den afgrond.
vrouw. Hij meende bovendien, dat Jiet hem
niet moeilijk zou vaUen na te gaan waar-
been zij zich toem had begeven, tiu hij een
maal haar op bet spoor was gekomen.
Maar hierin werd bij teleurgesteld. Hij
ving zijne onderzoekingen aan, beginnende
met New-Cast-le en die voortzettende door
Northumberland, Durham, het grootste ge
deelte wan Yorkshire, to ltd alt hij, nergens
eenige aanwijzing vindende, eindelijk in
wanhoop zijne pogingen staakte.
Daarop opdernam hij met. zijne vrouw
eene reis om de wereld, die twee jaar duur
de. Bij hunne terugkomst te Ferndaüe ver
klaarden de dokters dat Lady Penrith vol
komen hersteld was, maar de zilveren dra
den tusschen haar bruine lokken weiden
hoe llanger hoe talrijker, en toen zij haar
dertigste jaar bereikt had was heur haar
volkomen wit.
Men begrijpt, dat het veriies van haar
kind een voortdurend verdriet was voor de
arme vrouw, die onophoudelijk haar be6t
"deed rich het gebeurde te herinneren, doch
steeds te vergeefs.
Wat er gebeurd was willen wij thans den
lezer mededeelen.
In een verschoten japon, en cca versleten
mantel met gedeukten hoed op het hoofd
had zij zich op weg begeven naar Ply
mouth, als voortgejaagd door een vreese-
lijken ansSt. Van daar brok zij naar Com-
wullis; op den eenen arm droeg zij haar
kind en aan den anderen hing-eene mand,
die enkele kleedingst.ukken voor den klei
ne bevatte. Zij had bijlna eene week noodig
om te PortrStormel te komen, cn toen zij
op een stillen zomernacht de ednzaino we
ning van John Vivian voorbij kwam iegde
zij haar kind te rusten op den drempel van
den met klimop begroeiden ingang.
Van John Vivian'6 woning behoefde men
niet ver te gaan om Port-Stormel te berei
ken. Misschien wend zij aangetrokken door
het geruisch der golven of door het geheim
zinnige der zee; hoe het zij, do kleine boot
van Franken Hooper ontdekkende s -apte
zij daar in, heesch het zeil, en liet zich op
den stroom -meedrijven. Dier/.slfdon middag
word zij door de brik de Fury van New
castle gevonden, en aan boord genomen.
Do kapitein en zijne vrouw, die terstond
begrepen in welk een toestand zij zich be
vond, bejegenden baar met de mééste voor
komendheid. Gedurende de reis was zij zeer
kalm, icai sprak bijna geen woord. De po gin
gen, dio men aanwendde om te ontdekken
wie zij was, en waar zij thuis behoorde,
bleven vruchteloos.
Bij aankomst te New-Castle wilde
Kapitein Blower de hulp der politie inroe
pen om verder voor de arme vrouw te zor
gen. Maar zij wist zijne plannen te ver
ijdelen. In een onbewaakt o ogenblik ver
liet zij het 6chip en was spoedig tusschen
de menigte verdwenen. Voor het vallen
van den avond had zij echter een veilige
schuilplaats gevonden, waar zij bleef tot
dat zij door haar echtgenoot, terug werd
gehdald.
Indien John Vivian en zijne "vrouw niet
in zulk een afgelegen plek hadden gewoond
dan^zou him op de een of andere manier de
Verdwijning van Lady Penrit h en haar kind
waarschijnlijk ter ooro zijn gokomen. Alle
nieuwsbladen waren er vol van, maar soms
kreeg John Vivian niet eenmaal in de drie
maanden er een in handen. Hij liad, weinig
omgang met zijne buren en die buren wisten
al even weinig van hetgeen er in de wereld
gebeurde als hij zelf.
Laag voor dat de Vivians to Pen wharf
kwamen wonen was Lady Penrith weder te
Fonnda-le teruggekeerd.
Sir George had aan kapitein Perkins mot
onktele woorden doen weten, dat hij zijn
kind verteren had; meer niet, en daarmee
was do zaak afgedaan. De menschen be
Penwharf kenden Sir George van aanzien,
maar niemand sprak met hem, behalve ka
pitein Perkins, en dan nog slechts over
aangelegenheden de Wheal Anthony be
treffende. Hij sprak nooit over zich zelf en
niemand der lieden te Penwharf had nog
slechts een flauwe herinnering van do ramp
die hem aan het begin van zijn huwelijksle
ven getroffen had.
Eonigen tijd, nadat John Vivian naar
Califomië was vertrokken, had oen van
Mary's buren haar een verward verhaal ge
daan wan het verdwijnen van een land van
den directeur der Wheal Anthonie, lange
jaren geledon. Maar het geval had Mary
weinig belangstelling ingeboezemd, en bet
kwam niet bij baar op, dat de kleine Paul
daar iets mee te maken kon hebben.
Zoo gingen de jaren voorbij, gelijk wij
gezien hebben en Paul was intus& hen op
gegroeid tot een man. Niemand hal hem
ooit Verteld, dat er een sluier over zijn ge
boorte hing. Hij noemde Mary Vivian zijns
moedor en had haar als zoodanig lief, tcar-
wijl hij voor David niettegenstaande diena
zw-ak.cn onoprecht karakter, de hartelijk
ste genegenheid koesterde.
Het geheim van zijne geboorte was zoo
lang verborgen gebleven, dut Mary Vivian
er nooit, meer aan dacht het te openbaren.
Waartoe zou het dienen? Het kon mee®
kwaad dan goed doen, meondo zij. Zij hiela
werkelijk veel van don knaap op hare ma
nier, en zij was in sommige opzichten
zelfs rtotsch op hem, hoewel hij in hare
oogon niet te vergelijken was niet haan.
eigen, veel geliefden, schandelijk bedorven
David. i
{Wordt vervolgd).