Dagblad voor Leiden en Omstreken.
BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN DUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL 12 59
PER WEEK10.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90
ste JAARGANG. - MAANDAG 20 DECEMBER 1920. - No. 222
ADVERT EN Tlt-PRIJS
PER GEWONE REGEL 10.221/2
DES ZATERDAGS !0.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
30 woorden 50 cent: Zaterdags 76 cent.
•- bij' vooruitbetaling -:
Het millioen plan.
Vol was het Zaterdagavond in de Hooi-
grachtkerk.
Bij honderden had men gehoor gegeven
aan het luiden der Partijklok. En ze is in
onze stad en in de dorpen eromheen ge-
gehoord, de volle immer machtig aanzwel
lende bronzen stem die de vele vele getrou
wen bijeenvergaarde en hen te wapen
riep.
Reeds bij het binnenkomen van het
kerkgebouw ruischte het orgel zijne „ge-
denckklanken", en het was onder het zin
gen van ons oude „Wilhelmus" dat de bei
de leiders onzer Partij, voorafgegaan door
het Bestuur van „Nederland en Oranje"
liuu plaatsen innamen. En een oogenblik la
ter klonk het forsch op in de kerkruimte:
„U alleen, U loven wij
„Ja, wij loven U, o Heer,
„Want Uw naam zoo rijk van eer
„Is tot onze vreugd nabij
I
Hierna las de heer W. Warnaar, van
j Sassenheim, Voorzitter der Statcnkieskring
j „Leiden", voor Mattheus 7 vrs. 1—12,
waarna hij voorging in gebed. In zijn ope-
ningswoord, zeide de heer W., dat er een
„groot dinck gaet gebeuren". En terecht,
r wanneer mannen van eer en aanzien komen
om ons voor te lichten, dan is dat „een
groot dinck". Na het overlijden van Dr.
Kuyper treffen we in onze organisatie
geen verslapping, maar veeleer opleving
en verdieping aan. Spr. wenscht don beiden
leiders 's Heeren zegen toe, om wat zij on
dernomen hebben, tot een gezegend einde
te brengen.
Oud-Aiinistor Colijn, daarna het woord
nemend, 6prak als volgt:
Broeders en Zusters. Wij zijn tot U ge-
tomen om te spreken over den uitbouw en
versterking onzer organisatie, mot het oog
op de toekomst onzer partij. Tusschen het
verleden en de toekomst onzer partij ligt
het graf van Dr. Kuyper. Dat treft ons,
omdat we hem juist nu zoo noode missen
kunnen. De tijd waarin Kuyper optrad,
was een tijd van versmading voor het volk,
dat zich voor Gods Woord boog. Het was
een moeilijk werk om dat. verguisde volk
op te heffen.
Maar ook onze tijd is een moeilijke.
Waar ons oog zich wendt, heerscht ver
warring. En nu is de eerste gedachte: „Wat
zouden we gelukkig geweest zijn als we
nu nog het machtige talent, den scherpen
blik van Dr. Kuyper hadden, ook in inter
nationale vraagstukken.
Maar ook de politieke toestand in ons
eigen land, doet ons met weemoed terugden
ken aan Dr. Kuyper.
Een van zijn groote werken was immers:
de coalitie het samengaan der rechter
zijde. Maar er is een klacht gerezen, of het
voor onze partij niet beter ware, weer op.-
nieuw in het isolement haar kracht te zoe
ken.
Hierop zullen we. met elkaar het ant-
i woord moeten vinden zonder do voorlichting
yan Dr. Kuyper.
Ook is er een 6treven, om het leven niet
te richten naar beginselen maar naar belan
gen. Ook hierin, in dezen strijd, missen we
de bezielende kracht van Dr. Kuyper.
Maar ook in eigen kring is in den laaU
sten tijd niet geweest, die ijver en bezieling,
die er zijn moest.
O ja, mén kan overal over ldageii: over
partijleiding, over de kamerclub, die mis
schien niet altijd naar den geest van ons
volk- handelde enz. Maar blijf dan niet al
leen op die dingen staren, broeders en zus
ters. We hebben ook den plicht om tot ons
zelf in te keeren, of bij ons dan alles in
orde is. Of daar geen gemis aan liefde, aan
warmte en belangstelling was. O; dan is er
geen reden om elkander verwijten to ma
ken.
Naast deze moeilijkheden zijn er ook
maatschappelijke. Men heeft reeds lang
voor den oorlog de crisis, die wo thans
meemaken voorspeld. En die crisrs brengt
groote gevaren mee. Want we zijn het nog
niet vergeten, hoe twee jaar geleden in ons
land een minderheid de hand uitstak naar
het gezag. En de gevolgen daarvan, ge
kunt zo immers zien in landen als Rusland
en Hongarije. Ik weet wel, niet alleen w ij
zien die gevaren in, maar wij weten het
woord van Kuyper en Groen, dat het revo-
lutiokwaad steeds dieper invreet in den
geest van een volk. Zoolang do monschheid
«liet eerst geleerd heoft de waarde van gees-
tolijke goederen te stollen boven do stoffe
lijke, zoolang die menschheid niet erkent
dat hij een hoogere roeping te verruilen
beeft, zal er nooit toenadering, „die eisch
wan Gods orde en van der menschen nood"
Is, komen tusschen arbeider en werkgever.
Broeders en zusters, de grootste van
alle gevaren zijn die van geestelijken
aard, maar hierover zal de heer ldenburg u
straks sproken, namelijk over de geestelij-
ko slapheid van onzen tijd. Maar al die ge
varen zullen we hebben op te lossen zonder
de hulp van Dr. Kuyper. O ja, dat is soms
jWei beangstigend.
Maar bij spr. is in den laateten tijd de
vraag gerezen, of juist het feit dat God Dr.
Kuyper juist n u opriep, ons niets te zeggen
beeft? Een das van ramp is altiid Gods
dag. Dan waarschuwt hij on6, da twij onze
krachten verzamelen moeten, om Gods wil
zelfstandig te volbrengen.
Wanneer in het centrum van ons lev._
de Gekruiste Christus staat, dan behoe
ven wij niet bevreesd te zijndan weten
we dat Jezus Christus zelf onze leidsman
wezen zal.
Maar-om dien strijd te voeren zijn hulp
middelen noodig. Spreker zal er niet lang
over spreken, omdat hij weet, dat wanneer
zijn auditorium de beginselen van Dr. Kuy
per aanvaardt, de hulpmiddelen vanzelf
zullen komen.
Ten eerste dan hébben we noodig een
1 goede bostudeering der beginselen, waarvan
Dr. Kuyper het bolwerk stichtte. Daarvoor
is geld noodig. Niet om alleen op ons zelf
te letten, maar ook voor de propaganda on
der de volksklassen.
We willen een centraal büreau van advies
en actie oprichten, dat ze van dienst kan
zijn. Ook voor de pers en voor de ontwik
keling eener gezonde democratie, om daar
door eenvoudigen met schranderen en de-
gelijken geest in de leidende rangen onzer
partij te brengen.
Komt dat geld er nu, dan kunnen we ook
onze zwakkere gemeenten helpen om bij de
stichting eener Christelijke school, de be-
noodigde 15 procent bijeen te brengen. Bij
onze Christelijke school begint immers de
victorie!
Spreker hoeft in Utrecht gezegd, dat hij
wilde, dat het geld er kwam, bij kwartjes
en dubbeltjes, omdat daartoe het geheele
anti-revolutionaire volk zal meewerken.
Komt het op dio wijze bijeen dan rijze het
dankgebed, omdat God onder ons weer
heeft dóen herleven de liefde voor het be
ginsel.
Nu moet ik u nog waarschuwen voor
moedeloosheid.
Het.zou zoo ontmoedigend zijn, wan
neer ook in uw hart rees: „wat moet het nu
worden, nu Dr. Kuyper weg is." Spreker
wijst daarom op de beschrijving van de
hernieuwing van den tempelbouw in 't boek
Ezra.
Toen kwam er ook moedeloosheid onder
do ouderen.die de schoonheid van den eersten
tempel gezien hadden. Maar toon kwam de
profeet Haggai met dit woord: „Doch nu
wees 6terk" en wees sterk al
gij volk des lands, want ik de Heere
ben met u, „zegt de Heere der heirscharen".
Dit woord herhaal ik voor u opnieuw.
Eerst dachten de heer ldenburg en ik,
dat ons werk buiten de politiek lag, maar
God heeft ons geroepen. En daarom heb ik
aan Dr. Kuyper op zijn sterfbed verklaard,
in een brief, die zijn dochter hem in een
van zijn heldere oogenblikkon voor las, ons
volk to willen houden- op de oude beproef
de paden.
En ik weet dat dit hem verkwikt heeft. Niet
in eigen kracht 6taan we, maar in 'e Heeren
kracht. Maar dan vragen we uw offers en
uw gebed. En gedragen door uw gebed zul
len we niet versagen. En laat ons nu zin
gen dat psalmvers, dat zoo dikwijls door
onze zalen geruischt heeft, wanneer Dr.
Kuyper voor ons optrad.
„Gij toch gij zijt hun room,
„De kracht van hunne kracht".
Nadat dit psalmvers gemeenschappelijk
gezongen was, beklom do heer ldenburg
don kansel om zijn rede uit to 6preken:
Broeders en zusters. Zooals de heer Co-
lijn gezegd heeft wensch ik cenige oogen
blikkon uw aandacht te vragen voor de
moeilijkheden en gevaren voor onze partij
op geestelijk gebied. Dank zij Dr. Kuyper
en Groen weten wij dat do on geloofsstrijd
van geestelijken aard is, en dat tegen het
drijven der revolutie hot wapen is: „het
Evangelie". Daarom moet er weer zijn:
leven uit onze beginselen. Er moet weer le
ven en spanning zijn. Nu zijn er factoren,
die de ontwikkeling van het geestelijke le
ven belemmeren.
Een der gevaren is, dat tijdens den oor
log ons denken in matérieaio richting is ge
leid. Hierdoor drong het geestelijke zich te
rug op den achtergrond. En daarvan zijn
ook in onze kringen gedachten gekomen,
die in ons midden niet thuis hooren. En
daarom: Waakt!
Maar ook in onze kringen is er een ge
vaar, n. 1. dit, dat or voor onzen tijd geen
beginselen neergeschreven zijn in de Heili
ge Schrift. Dit is het liefde principe van
r. .d Bruggen, waarmede zijn aanhangers
ons dikwijls zoo onliefdevol bestreden heb
ben.
Maar dit zijn nog ndet de grootste geva
ren. Het grootste gevaar komt niet van
buiten maar van binnen.
Deze geweldige tijd is ook een tijd van
comproniisme.Waarin men den uitersten bij
een tracht te voegen, en men naar het
woord van Dr. Kuyper „Uzer en leem"
tracht samen te mengen.
Als de godsdienst maar niet te strakke
lijnen trekt dan zou men in het liberale
fusieprogram nog wel van een compromis
willen weten.
Doch er zijn ook Christenen, die
wel wat willen toegeven. Men noemt dat dan
„synthese". Ja wel schijnt het soms of de
kloof tusschen leugen en waarheid wel te
overbruggen is, maar toch, Groen heeft zoo
scherp gewaarschuwd, dat het niet kan.
Indien men die twee wil doen samengaan,
dan gaat dit alleen ten ko6te van het ab
solute waarheidskarakter. Spreker denkt
aan een man als Tolstoi, en aan het com
munisme, dat zich vaak verschuilt achter
de idealen die de Heiland predikte niet voor
de aarde, maar voor het rijk der hemelen.
Neen, dat zijn maar geen enkele dolen
den. Dat zijn er velen!
Zie maar in onze studentenwereld, op de
houding van het N. C. S. V. bestuur in No
vember 1918 ja, het zijn er honderden
en duizenden van het zaad „der kerk" die
worden ingelijfd in do hulptroepen van het
ongeloof. Dit is een syjnptoon des tijds. Het
gevolg der nieuwere wijsbegeerte, die er
kende, dat de grondslagen der wetenschap
aangenomen en geloofd moeten
worden. Maar omdat die nieuwste beginse
len niet te b e w ij z e n zijn, hebben die be
ginselen gelijke rechten. Waar ge uw le
vensbeschouwingen op bouwt is dan een
kwestie van smaak. Ieder heeft dan een
deel der waarheid. Merkt ge nu niet hoe
alle geestkracht hierdoor gedoofd wordt?
Prof. Anema toonde reeds de gevolgen daar
van aan op het gebied van het recht. Maar
nog erger zijn de gevolgen, wanneer die
lauwe strooming zich baanbreekt op reli
gieus gebied.
De gevaren daarvan heeft onlangs prof.
Gee6ink nog aangetoond. Vooral het
respect voor de geloofskracht onzer vade
ren gaat dan teloor.
Dit vorlamt ook het volkgewcten. Ja,
dan doen leuzen als ..Godsdienst is opium
voor het volk", en het „Ecrasez l'infame"
van Voltaire weer opgang.
Van de positieve historische verklaring
der bijbelverhalen komt men tot de sym
bolische uitlegging. Op grond van bittere
ervaring zeg ik u, dat er groot gevaar is.
Een gevaar, dat niet te bezweren is alleen
met de leus: „Wij zijn gereformeerd". Drin
gen deze gevaren niet door op zedelijk ge
bied, op 't gebied van kunst en literatuur?
Spreker herinnert aan de enquete van Ds.
Wielinga op dat terrein.
Dit gevaar neemt allo geloof en geloofs
kracht weg. Het verlamt de zenuw onzer
kracht. Hier heeft iedere opvoeder een taak.
Ook onze anti-revolutionaire partij. En
daarom: uitbouw onzer beginselen en pro
paganda daarvan tot in de verste loopgra
ven en op den versten post.
En al is een bedrag van een millioen veel.
Teveel is het niet. Als iedere a. r. kiezer per
jaar gemiddeld f 5,50 bijeenbrengt, kan het
er komen.
Spr. wijst er vervolgens op, dat dit geld
moet worden brandhout op het altaar der
liefde voor onze beginselen in het sterfjaar
van Dr. Kuyper.
Dit Kuyperfonds moet een dankofferal
taar worden bij Kuypers groeve, Gods naam
ter eer. Zoo moeten net geld, en de siera
den als ten tijde van Mozes toevloeien zoo,
moot het worden. Dat zal heerlijk zijn.
Omdat God in zijn genadé nog warmte
geeft, en liefde voor onze anti-rev. begin
selen.
Die beginselen kunnen nog ons volk be
waren voor ongeloof en revolutie. In die
beginselen heeft Dr. Kuyper geleefd en heeft
hij zijn hoofd terneer gelegd in rust, toen
de meester Hem nep. in deze tijden horin-
neren we ons weer ue woorden van Dr Kuy
per bij het Standaard-jubileum om trouw
te volharden.
Evenals Aiozes het volk Israël op moest
leiden naar Gods wil en ordinantiën, zoo
deed Dr. Kuyper het ook ons. Voor zijn
sterven deed God Mozes het beloofde land
aanschouwen op den Nebo. Maar Dr Kuy
per mocht schouwen in het hemelsche ka-
naan. „Met God té zijn was hem verre het
beste". O dan mogen we, evenals Israël,
rouwen en weenen. Als we dan ook maar.
als Israël alles doen „Wat God door den
mond van zijn dienstknecht tot hen gespro
ken had". Ik heb gezegd.
Hierna werd gemeenschappelijk gezon
gen Ps. 86 6. „Aeer mij naa» uw wil te
handelen".
Ds. H. Thomas het slotwoord sprekende,
zei ongeveer het volgende: Gij kent waar
schijnlijk de spreekwoorden, die er van ge
wagen om uilen naar Athene en water naar
de zee te dragen. Spr. heeft zich gevoeld,
ais iemand die dat thans doen moot. Maar
in het belang der partij wil hij gaarne
uilen naar Athene dragen, dan zijn we die
dieren hier tenminste kwijt, (gelach).
De heeren Golijn on ldenburg hebben
niet gebedeld. Maar zij vroegen tucht eij
bezieling. Zij hebben ons bezield en
daarom breekt do vrijwilligheid yan ons
anti-rev. hart zich des te meer baan, om
het millioen bij elkaar te brengen. Dat
millioen moot er komen. Onze generaals
hebben gesproken niet alleen naar, maar
eoh. uit ons hart.
Ja we hebben 't beloofd: 't Millioen komt
er. Dr. Kuyper wist er den zweep over te
leggen en ook zachtjes het volksklavier te
bespelen. En we luisteren naar zijn stem.
Bij Kuypers groeve hebben wo 't hem be
loofd. Spr. is geen Napoleon; en al kan hij
niet zeggen dat er veertig eeuwen, dan toch
wel een eeuw op ons noer ziet.-En welk
e e n e e u w. Een eeuw met Kuyper, Bilder-
dijk, Da Ce6ta eu Groeu voorop. Dio eeuw
dwingt u reeds dat millioen bijeen to bren
gen, -
Wij hebben de heeren Colijn en ldenburg
begroet als onze generaals. Zij komen als
rechtstreeks van het graf van Dr. Kuyper
tot ons. Met ons willen zij leven en sterven
en de smaadheid van het volk van Christus
dragen. Het heeft ons ontroerd. Wij geven
ons ook aan u. Wij danken u voor uw leer
zame, hartontroerende woorden, welke de
Heeren zegenen moge. Generaals! voor het
oog van den alwetenden God, betuigen wij
u voor 't bijeenbrengen van het millioen
„Hou en Trouw".
De heer ldenburg eindigde het samenzijn
met in een warm gebed al het streven der
partij op te dragen aan Gods troon.
Spontaan werd daarop het:
„Een vaste burcht is onze God,
Een toevlucht voor de Zijnen."
aangeheven, waarop de menigte langzaam
het kerkgebouw verliet.
Het was een gloedvolle, bezielende avond
die niet naliet ontroering en geestdrift op
te wekken. Vooral voor degenen, die beide
sprekers reeds bij Kuypers graf bun eed
van trouw hebben hooren verpanden, was
het een moment, dat al de indrukken van
den dag van Dr. Kuypers uitvaart weer
eens boven bracht.
STADSNIEUWS.
In de week van 12—18 December zijn in do
Sted. Werkinrichting alhier opgenomen 265 per-
aonen, n.l. 218 volwassenen en 47 kinderen.
Met ingang van de 42Gsto Staatsloterij ia
benoemd tot colloctrice der Staatsloterij alhier,
mevr. N. Langoveld, weduwe van F. van Rom-
burgh, alhier.
Do directeur van het Postkantoor alhier, ver
zoekt ons hot volgende te melden:
Het publiek wordt uitgenoodigd om voor het
binnenland bestomdo brieven. briefkaarten,
prentkaarten, visitekaartjes en circulaires, welko
men op 1 Januari wenscht besteld te zien, reeds
26,27 of 28 Dec. ter post te bezorgen en deze
stukken te voorzien van twee elkaar schuin snij-
dondo strepen, getrokken over de geheele adres
zijde.
De zending heeft dan terstond, voor den gros-
ten toevloed op de laatste dagen van het jaar.
plaats, terwijl de bestelling niet voor 1 Januari
en zooveel doenlijk op dien dag plaats heeft.
Zooveel doenlijk zijn naamkaartjes en gedrukte
niouwjaarswenschen. bij eenige hoeveelheden to
vorzendon, niet in do bussen te werpen, doch aan
do kantoren af te geven.
GEMEENTEZAKEN.
Vergunning tot dempen van een gedeelte
sloot
B. en W. geven den Raad in overweging
aa/ii H. H. Huysmajis e.a., behoudenis rech
tens van derden, vergunning be vorleenen
tot demping vain liet gedeelte sloot laaig»
den R ijmsburgevweg ter lenigt» van 5 Meter
gelegen voor het perceel No. 103 aldaar en
onder de gebruikelijke voorwaarden.
Vergunning tot het bouwen van een loods.
Onder overlegging van een adres van H.
Kranenburg en J. Peters geven B. en W.
den Raad in overweging ami adressanten
vergunning te verleenem. om de door hem op
het terrein in den Bosch- en Gasbhuispol-
der onder de gemeente Leiden te bouwen
loods op steenen voetring, dienende tot ber
ging van landbouwgereedschappen, vau
hout te doen maken.
De opcenten op de Grondbelasting.
Ofschoon het de bedoelin;; is van B. en
W. ingevolge het door de Tweede Kamer
aangenomen wetsontwerp betreffende her-
sïeoiing van het gemeentelijk belastingge
bied verschillende voorstellen op het ge
meentelijk belastinggebied aai den Raad
te doen, stellen zij den Raad voor alvast
mev ingang van 1 Januari liet aantal op-
oentan op de hoofdsom der grondbelasting
te verdubbelen en aizoo te brengen op 80
voor de gebouwde en 20 voor de ongebouw
de eigendommen.
„De Eendracht".
Aangezien do aanbesteding voor den
bouw van een Volks badhuis aan de Medu
sastraat door de woningbouvrvereeniging
„De Eendracht" do raming verre heeft over
sohreden, stellen B. en W. den Raad voor,
het voorschot te verhoogem tot ƒ71.500 en
dezen bouw in eigen beheer te doen uit
roeren.
Telegrammen voor Duitschland.
Do d i ra cteur-g en e r aal der Posterijen en
Telegrafie maakt bekend, dat, door storin
gen op velo der verbindingen met de Duit-
sche kantoren, in het telegraafverkoer met
en over Duitschland groote vertragingen
bestaan.
Telegramzegels.
Het debiet van telegramzogcls was al
lengs zocdanig verminderd, dat besloten is
deze zegels met ingang van 1 Januari a. s
af te schaffen. Gedurende een nader te be
palen termijn zal nog gelegenheid worden
gegeven, om reeds gekochte telegramzegels
aan de loketten der telegraafkantoren in te
wisselen.
De inlijving van de lichting 1921.
De Minister van Oorlog heeit onder dag-
teekening van 17 December de volgende cir
culaire gericht tot de burgemeesters:
„Behoudens onvoorziene omstandigheden
zullen althans aanvankelijk, slechts
15.000 man van de lichting 1921 worden
ingelijfd.
Zoodra U de lijsten, bedoeld in art. 41
van het militiebesluit II van den Commis
saris der Koningin ontvangt, gelieve u de
kennisgevingen aan de lotelingen, bedoeld
in het 2e lid van dit artikel, geheel in ge
reedheid te brengen, doch deze kennisgevin
gen niet eerder aan de betrokken personen
uit te reiken of toe te zenden, alvorens
daartoe van mij nader bericht is ontvan
gen.
Zij het ten overvloede, moge ik onder
uw aandacht brengen, dat op deze kennis
gevingen een mededeeling behoort te wor
den gesteld, dat de mogelijkheid niet is.
uitgesloten, dat zoowel de bestemming
(corps en garnizoen) als het tijdvak van
inlijving- nog verandering kunnen onder
gaan, in welk geval een nieuwe kennisge
ving zal worden toegezonden.
Voorts verzoek ik U om op de wijze, dio
U het meest doeltreffend acht, reeds '.hans
zonder verwijl bekend te maken, dat be
houdens onvoorziene omstandigheden de
inlijving, van de eerste ploegen niet voor
lb Februari 192) zal plaats hebben.
Nederland en Duitschland.
Naar het Haagsche Corr. Bur. verneemu,
heeft de Duitsche regeering definitief be
richt, dat tot ratificatie van het tusschen
Duitschland en Nederland gesloten crediet-
en kolenverdrag kan worden overgegaan.
Zooals eenigen tijd geleden gemeld werd,
worden behalve over de credietovereen
komst tusschen Duitschland en Nederland,
ook onderhandelingen gevoerd over de le
vering van nieuwe haring en jam door Hol-
landsche producenten aan Duitschland.
Deze laatste onderhar delingen hebben
reeds eenigen tijd geleden tot nieuwo ont
werpen geleid, welke natuurlijk de toestem
ming van beide partijen behoeven, doch nog
niet onderteekend zijn.
Altijd hetzelfde liedje.
Door den directeur-go neraal der Poste
rijen is onlangs ter kennis van de directeu
ren gebracht dat een onderzoek heeft uitge
wezen:
le. dat op vele kantoren te veel perso
neel aanwezig is;
2e. dat voorstellen van de zijde der di
recteuren tot uitbreiding van personeel met
1 of 2 ambtenaren na eenigo bespreking of
navraag door het hoofdbestuur der P. en
T. werden ingetrokken;
3e. dat klachten over te veel werk onge
grond zijn gebleken.
De directeur-generaal zegt verder dat
het in do eerste plaats de taak der direc
teuren is hunno volle aandacht aan deze
aangelegenheid te schenken. Van hen wordt
geëischt, dat zij de arbeidskrachten volle
dig zullen benutten, dat zij overtollig per
soneel dadelijk ter beschikking steUen, dat
zij nagaan of werkzaamheden op doelma
tige wijze zijn te combinceren om aldus
ambtenaren vrij te maken, en of niet noo-
deloos tijd aan „toezicht" e. d. wordt be
steed.
Bovenbedoeld onderzoek schijnt inder
daad verrassende resultaten opgeleverd te
hebben, zegt do „Msb.". Wij vernamen dat
op sommige middelmatig-groote kantoren
tot 4 of moer ambtenaren „over" werden
bevonden. Het onderzoek strekte zich nog
over slechts eenige kantoren uit, zoodat in
deze richting belangrijke Bezuiniging kan
worden verkregen.
Een voorbeeldig wethouder.
Zaterdag werd voor de Rottordamscha
rechtbank behandeld do belastingzaak tegen
A. W, Hcijkoop, wethouder van Rotterdam
niet verschenen, die geweigerd had het be-
schrijvingsbiljct A voor de personeele be
lasting dienstjaar 1920 in te vullen.
Do belastingambtenaar verklaarde ver
schillende malen daarom gevraagd tc heb
ben doch was telkens zeer onheusch behan
deld. De wethouder, die over het houden
van do wet zonderlinge opvattingen, heeft
on blaakt van liefde voor de gemeenschap,
had verklaard geen tijd te hebben zich mol
dergelijke dingen bezig te houden.
Do rijksadvocaat, mr. Van Dalsura, ver
klaarde de strengste straf te wenschen,
vooreerst omdat de wethouder van een ge
meente als Rotterdam een goed voorbeeld
dient to geven en verder omdat een ambte
naar van de belastingen steeds belcord dient
behandeld te worden, en oischte f 100 boete.
De officier van justitie, mr. Rombach,
concludeerde toewijzing van do vordering
en vroeg bij niet-betaling der boeit c ta
vervangen door 30 dagen hechtenis.
De Ned. Zout-industrie.
De hoer J. P. Vis, dirc '\ov Ned.
Zoutindustrie to Boekclo, schrijft aun de
I Crt.", naar aanleiding van een ook
door ons overgenomen bericht uit het Ned.