Dagblad voor Leiden en Omstreken. BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 BINNENLAND. ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN DUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KWARTAAL 12 59 PER WEEK10.19 FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90 ste JAARGANG. - MAANDAG 20 DECEMBER 1920. - No. 222 ADVERT EN Tlt-PRIJS PER GEWONE REGEL 10.221/2 DES ZATERDAGS !0.30 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens 30 woorden 50 cent: Zaterdags 76 cent. •- bij' vooruitbetaling -: Het millioen plan. Vol was het Zaterdagavond in de Hooi- grachtkerk. Bij honderden had men gehoor gegeven aan het luiden der Partijklok. En ze is in onze stad en in de dorpen eromheen ge- gehoord, de volle immer machtig aanzwel lende bronzen stem die de vele vele getrou wen bijeenvergaarde en hen te wapen riep. Reeds bij het binnenkomen van het kerkgebouw ruischte het orgel zijne „ge- denckklanken", en het was onder het zin gen van ons oude „Wilhelmus" dat de bei de leiders onzer Partij, voorafgegaan door het Bestuur van „Nederland en Oranje" liuu plaatsen innamen. En een oogenblik la ter klonk het forsch op in de kerkruimte: „U alleen, U loven wij „Ja, wij loven U, o Heer, „Want Uw naam zoo rijk van eer „Is tot onze vreugd nabij I Hierna las de heer W. Warnaar, van j Sassenheim, Voorzitter der Statcnkieskring j „Leiden", voor Mattheus 7 vrs. 1—12, waarna hij voorging in gebed. In zijn ope- ningswoord, zeide de heer W., dat er een „groot dinck gaet gebeuren". En terecht, r wanneer mannen van eer en aanzien komen om ons voor te lichten, dan is dat „een groot dinck". Na het overlijden van Dr. Kuyper treffen we in onze organisatie geen verslapping, maar veeleer opleving en verdieping aan. Spr. wenscht don beiden leiders 's Heeren zegen toe, om wat zij on dernomen hebben, tot een gezegend einde te brengen. Oud-Aiinistor Colijn, daarna het woord nemend, 6prak als volgt: Broeders en Zusters. Wij zijn tot U ge- tomen om te spreken over den uitbouw en versterking onzer organisatie, mot het oog op de toekomst onzer partij. Tusschen het verleden en de toekomst onzer partij ligt het graf van Dr. Kuyper. Dat treft ons, omdat we hem juist nu zoo noode missen kunnen. De tijd waarin Kuyper optrad, was een tijd van versmading voor het volk, dat zich voor Gods Woord boog. Het was een moeilijk werk om dat. verguisde volk op te heffen. Maar ook onze tijd is een moeilijke. Waar ons oog zich wendt, heerscht ver warring. En nu is de eerste gedachte: „Wat zouden we gelukkig geweest zijn als we nu nog het machtige talent, den scherpen blik van Dr. Kuyper hadden, ook in inter nationale vraagstukken. Maar ook de politieke toestand in ons eigen land, doet ons met weemoed terugden ken aan Dr. Kuyper. Een van zijn groote werken was immers: de coalitie het samengaan der rechter zijde. Maar er is een klacht gerezen, of het voor onze partij niet beter ware, weer op.- nieuw in het isolement haar kracht te zoe ken. Hierop zullen we. met elkaar het ant- i woord moeten vinden zonder do voorlichting yan Dr. Kuyper. Ook is er een 6treven, om het leven niet te richten naar beginselen maar naar belan gen. Ook hierin, in dezen strijd, missen we de bezielende kracht van Dr. Kuyper. Maar ook in eigen kring is in den laaU sten tijd niet geweest, die ijver en bezieling, die er zijn moest. O ja, mén kan overal over ldageii: over partijleiding, over de kamerclub, die mis schien niet altijd naar den geest van ons volk- handelde enz. Maar blijf dan niet al leen op die dingen staren, broeders en zus ters. We hebben ook den plicht om tot ons zelf in te keeren, of bij ons dan alles in orde is. Of daar geen gemis aan liefde, aan warmte en belangstelling was. O; dan is er geen reden om elkander verwijten to ma ken. Naast deze moeilijkheden zijn er ook maatschappelijke. Men heeft reeds lang voor den oorlog de crisis, die wo thans meemaken voorspeld. En die crisrs brengt groote gevaren mee. Want we zijn het nog niet vergeten, hoe twee jaar geleden in ons land een minderheid de hand uitstak naar het gezag. En de gevolgen daarvan, ge kunt zo immers zien in landen als Rusland en Hongarije. Ik weet wel, niet alleen w ij zien die gevaren in, maar wij weten het woord van Kuyper en Groen, dat het revo- lutiokwaad steeds dieper invreet in den geest van een volk. Zoolang do monschheid «liet eerst geleerd heoft de waarde van gees- tolijke goederen te stollen boven do stoffe lijke, zoolang die menschheid niet erkent dat hij een hoogere roeping te verruilen beeft, zal er nooit toenadering, „die eisch wan Gods orde en van der menschen nood" Is, komen tusschen arbeider en werkgever. Broeders en zusters, de grootste van alle gevaren zijn die van geestelijken aard, maar hierover zal de heer ldenburg u straks sproken, namelijk over de geestelij- ko slapheid van onzen tijd. Maar al die ge varen zullen we hebben op te lossen zonder de hulp van Dr. Kuyper. O ja, dat is soms jWei beangstigend. Maar bij spr. is in den laateten tijd de vraag gerezen, of juist het feit dat God Dr. Kuyper juist n u opriep, ons niets te zeggen beeft? Een das van ramp is altiid Gods dag. Dan waarschuwt hij on6, da twij onze krachten verzamelen moeten, om Gods wil zelfstandig te volbrengen. Wanneer in het centrum van ons lev._ de Gekruiste Christus staat, dan behoe ven wij niet bevreesd te zijndan weten we dat Jezus Christus zelf onze leidsman wezen zal. Maar-om dien strijd te voeren zijn hulp middelen noodig. Spreker zal er niet lang over spreken, omdat hij weet, dat wanneer zijn auditorium de beginselen van Dr. Kuy per aanvaardt, de hulpmiddelen vanzelf zullen komen. Ten eerste dan hébben we noodig een 1 goede bostudeering der beginselen, waarvan Dr. Kuyper het bolwerk stichtte. Daarvoor is geld noodig. Niet om alleen op ons zelf te letten, maar ook voor de propaganda on der de volksklassen. We willen een centraal büreau van advies en actie oprichten, dat ze van dienst kan zijn. Ook voor de pers en voor de ontwik keling eener gezonde democratie, om daar door eenvoudigen met schranderen en de- gelijken geest in de leidende rangen onzer partij te brengen. Komt dat geld er nu, dan kunnen we ook onze zwakkere gemeenten helpen om bij de stichting eener Christelijke school, de be- noodigde 15 procent bijeen te brengen. Bij onze Christelijke school begint immers de victorie! Spreker hoeft in Utrecht gezegd, dat hij wilde, dat het geld er kwam, bij kwartjes en dubbeltjes, omdat daartoe het geheele anti-revolutionaire volk zal meewerken. Komt het op dio wijze bijeen dan rijze het dankgebed, omdat God onder ons weer heeft dóen herleven de liefde voor het be ginsel. Nu moet ik u nog waarschuwen voor moedeloosheid. Het.zou zoo ontmoedigend zijn, wan neer ook in uw hart rees: „wat moet het nu worden, nu Dr. Kuyper weg is." Spreker wijst daarom op de beschrijving van de hernieuwing van den tempelbouw in 't boek Ezra. Toen kwam er ook moedeloosheid onder do ouderen.die de schoonheid van den eersten tempel gezien hadden. Maar toon kwam de profeet Haggai met dit woord: „Doch nu wees 6terk" en wees sterk al gij volk des lands, want ik de Heere ben met u, „zegt de Heere der heirscharen". Dit woord herhaal ik voor u opnieuw. Eerst dachten de heer ldenburg en ik, dat ons werk buiten de politiek lag, maar God heeft ons geroepen. En daarom heb ik aan Dr. Kuyper op zijn sterfbed verklaard, in een brief, die zijn dochter hem in een van zijn heldere oogenblikkon voor las, ons volk to willen houden- op de oude beproef de paden. En ik weet dat dit hem verkwikt heeft. Niet in eigen kracht 6taan we, maar in 'e Heeren kracht. Maar dan vragen we uw offers en uw gebed. En gedragen door uw gebed zul len we niet versagen. En laat ons nu zin gen dat psalmvers, dat zoo dikwijls door onze zalen geruischt heeft, wanneer Dr. Kuyper voor ons optrad. „Gij toch gij zijt hun room, „De kracht van hunne kracht". Nadat dit psalmvers gemeenschappelijk gezongen was, beklom do heer ldenburg don kansel om zijn rede uit to 6preken: Broeders en zusters. Zooals de heer Co- lijn gezegd heeft wensch ik cenige oogen blikkon uw aandacht te vragen voor de moeilijkheden en gevaren voor onze partij op geestelijk gebied. Dank zij Dr. Kuyper en Groen weten wij dat do on geloofsstrijd van geestelijken aard is, en dat tegen het drijven der revolutie hot wapen is: „het Evangelie". Daarom moet er weer zijn: leven uit onze beginselen. Er moet weer le ven en spanning zijn. Nu zijn er factoren, die de ontwikkeling van het geestelijke le ven belemmeren. Een der gevaren is, dat tijdens den oor log ons denken in matérieaio richting is ge leid. Hierdoor drong het geestelijke zich te rug op den achtergrond. En daarvan zijn ook in onze kringen gedachten gekomen, die in ons midden niet thuis hooren. En daarom: Waakt! Maar ook in onze kringen is er een ge vaar, n. 1. dit, dat or voor onzen tijd geen beginselen neergeschreven zijn in de Heili ge Schrift. Dit is het liefde principe van r. .d Bruggen, waarmede zijn aanhangers ons dikwijls zoo onliefdevol bestreden heb ben. Maar dit zijn nog ndet de grootste geva ren. Het grootste gevaar komt niet van buiten maar van binnen. Deze geweldige tijd is ook een tijd van comproniisme.Waarin men den uitersten bij een tracht te voegen, en men naar het woord van Dr. Kuyper „Uzer en leem" tracht samen te mengen. Als de godsdienst maar niet te strakke lijnen trekt dan zou men in het liberale fusieprogram nog wel van een compromis willen weten. Doch er zijn ook Christenen, die wel wat willen toegeven. Men noemt dat dan „synthese". Ja wel schijnt het soms of de kloof tusschen leugen en waarheid wel te overbruggen is, maar toch, Groen heeft zoo scherp gewaarschuwd, dat het niet kan. Indien men die twee wil doen samengaan, dan gaat dit alleen ten ko6te van het ab solute waarheidskarakter. Spreker denkt aan een man als Tolstoi, en aan het com munisme, dat zich vaak verschuilt achter de idealen die de Heiland predikte niet voor de aarde, maar voor het rijk der hemelen. Neen, dat zijn maar geen enkele dolen den. Dat zijn er velen! Zie maar in onze studentenwereld, op de houding van het N. C. S. V. bestuur in No vember 1918 ja, het zijn er honderden en duizenden van het zaad „der kerk" die worden ingelijfd in do hulptroepen van het ongeloof. Dit is een syjnptoon des tijds. Het gevolg der nieuwere wijsbegeerte, die er kende, dat de grondslagen der wetenschap aangenomen en geloofd moeten worden. Maar omdat die nieuwste beginse len niet te b e w ij z e n zijn, hebben die be ginselen gelijke rechten. Waar ge uw le vensbeschouwingen op bouwt is dan een kwestie van smaak. Ieder heeft dan een deel der waarheid. Merkt ge nu niet hoe alle geestkracht hierdoor gedoofd wordt? Prof. Anema toonde reeds de gevolgen daar van aan op het gebied van het recht. Maar nog erger zijn de gevolgen, wanneer die lauwe strooming zich baanbreekt op reli gieus gebied. De gevaren daarvan heeft onlangs prof. Gee6ink nog aangetoond. Vooral het respect voor de geloofskracht onzer vade ren gaat dan teloor. Dit vorlamt ook het volkgewcten. Ja, dan doen leuzen als ..Godsdienst is opium voor het volk", en het „Ecrasez l'infame" van Voltaire weer opgang. Van de positieve historische verklaring der bijbelverhalen komt men tot de sym bolische uitlegging. Op grond van bittere ervaring zeg ik u, dat er groot gevaar is. Een gevaar, dat niet te bezweren is alleen met de leus: „Wij zijn gereformeerd". Drin gen deze gevaren niet door op zedelijk ge bied, op 't gebied van kunst en literatuur? Spreker herinnert aan de enquete van Ds. Wielinga op dat terrein. Dit gevaar neemt allo geloof en geloofs kracht weg. Het verlamt de zenuw onzer kracht. Hier heeft iedere opvoeder een taak. Ook onze anti-revolutionaire partij. En daarom: uitbouw onzer beginselen en pro paganda daarvan tot in de verste loopgra ven en op den versten post. En al is een bedrag van een millioen veel. Teveel is het niet. Als iedere a. r. kiezer per jaar gemiddeld f 5,50 bijeenbrengt, kan het er komen. Spr. wijst er vervolgens op, dat dit geld moet worden brandhout op het altaar der liefde voor onze beginselen in het sterfjaar van Dr. Kuyper. Dit Kuyperfonds moet een dankofferal taar worden bij Kuypers groeve, Gods naam ter eer. Zoo moeten net geld, en de siera den als ten tijde van Mozes toevloeien zoo, moot het worden. Dat zal heerlijk zijn. Omdat God in zijn genadé nog warmte geeft, en liefde voor onze anti-rev. begin selen. Die beginselen kunnen nog ons volk be waren voor ongeloof en revolutie. In die beginselen heeft Dr. Kuyper geleefd en heeft hij zijn hoofd terneer gelegd in rust, toen de meester Hem nep. in deze tijden horin- neren we ons weer ue woorden van Dr Kuy per bij het Standaard-jubileum om trouw te volharden. Evenals Aiozes het volk Israël op moest leiden naar Gods wil en ordinantiën, zoo deed Dr. Kuyper het ook ons. Voor zijn sterven deed God Mozes het beloofde land aanschouwen op den Nebo. Maar Dr Kuy per mocht schouwen in het hemelsche ka- naan. „Met God té zijn was hem verre het beste". O dan mogen we, evenals Israël, rouwen en weenen. Als we dan ook maar. als Israël alles doen „Wat God door den mond van zijn dienstknecht tot hen gespro ken had". Ik heb gezegd. Hierna werd gemeenschappelijk gezon gen Ps. 86 6. „Aeer mij naa» uw wil te handelen". Ds. H. Thomas het slotwoord sprekende, zei ongeveer het volgende: Gij kent waar schijnlijk de spreekwoorden, die er van ge wagen om uilen naar Athene en water naar de zee te dragen. Spr. heeft zich gevoeld, ais iemand die dat thans doen moot. Maar in het belang der partij wil hij gaarne uilen naar Athene dragen, dan zijn we die dieren hier tenminste kwijt, (gelach). De heeren Golijn on ldenburg hebben niet gebedeld. Maar zij vroegen tucht eij bezieling. Zij hebben ons bezield en daarom breekt do vrijwilligheid yan ons anti-rev. hart zich des te meer baan, om het millioen bij elkaar te brengen. Dat millioen moot er komen. Onze generaals hebben gesproken niet alleen naar, maar eoh. uit ons hart. Ja we hebben 't beloofd: 't Millioen komt er. Dr. Kuyper wist er den zweep over te leggen en ook zachtjes het volksklavier te bespelen. En we luisteren naar zijn stem. Bij Kuypers groeve hebben wo 't hem be loofd. Spr. is geen Napoleon; en al kan hij niet zeggen dat er veertig eeuwen, dan toch wel een eeuw op ons noer ziet.-En welk e e n e e u w. Een eeuw met Kuyper, Bilder- dijk, Da Ce6ta eu Groeu voorop. Dio eeuw dwingt u reeds dat millioen bijeen to bren gen, - Wij hebben de heeren Colijn en ldenburg begroet als onze generaals. Zij komen als rechtstreeks van het graf van Dr. Kuyper tot ons. Met ons willen zij leven en sterven en de smaadheid van het volk van Christus dragen. Het heeft ons ontroerd. Wij geven ons ook aan u. Wij danken u voor uw leer zame, hartontroerende woorden, welke de Heeren zegenen moge. Generaals! voor het oog van den alwetenden God, betuigen wij u voor 't bijeenbrengen van het millioen „Hou en Trouw". De heer ldenburg eindigde het samenzijn met in een warm gebed al het streven der partij op te dragen aan Gods troon. Spontaan werd daarop het: „Een vaste burcht is onze God, Een toevlucht voor de Zijnen." aangeheven, waarop de menigte langzaam het kerkgebouw verliet. Het was een gloedvolle, bezielende avond die niet naliet ontroering en geestdrift op te wekken. Vooral voor degenen, die beide sprekers reeds bij Kuypers graf bun eed van trouw hebben hooren verpanden, was het een moment, dat al de indrukken van den dag van Dr. Kuypers uitvaart weer eens boven bracht. STADSNIEUWS. In de week van 12—18 December zijn in do Sted. Werkinrichting alhier opgenomen 265 per- aonen, n.l. 218 volwassenen en 47 kinderen. Met ingang van de 42Gsto Staatsloterij ia benoemd tot colloctrice der Staatsloterij alhier, mevr. N. Langoveld, weduwe van F. van Rom- burgh, alhier. Do directeur van het Postkantoor alhier, ver zoekt ons hot volgende te melden: Het publiek wordt uitgenoodigd om voor het binnenland bestomdo brieven. briefkaarten, prentkaarten, visitekaartjes en circulaires, welko men op 1 Januari wenscht besteld te zien, reeds 26,27 of 28 Dec. ter post te bezorgen en deze stukken te voorzien van twee elkaar schuin snij- dondo strepen, getrokken over de geheele adres zijde. De zending heeft dan terstond, voor den gros- ten toevloed op de laatste dagen van het jaar. plaats, terwijl de bestelling niet voor 1 Januari en zooveel doenlijk op dien dag plaats heeft. Zooveel doenlijk zijn naamkaartjes en gedrukte niouwjaarswenschen. bij eenige hoeveelheden to vorzendon, niet in do bussen te werpen, doch aan do kantoren af te geven. GEMEENTEZAKEN. Vergunning tot dempen van een gedeelte sloot B. en W. geven den Raad in overweging aa/ii H. H. Huysmajis e.a., behoudenis rech tens van derden, vergunning be vorleenen tot demping vain liet gedeelte sloot laaig» den R ijmsburgevweg ter lenigt» van 5 Meter gelegen voor het perceel No. 103 aldaar en onder de gebruikelijke voorwaarden. Vergunning tot het bouwen van een loods. Onder overlegging van een adres van H. Kranenburg en J. Peters geven B. en W. den Raad in overweging ami adressanten vergunning te verleenem. om de door hem op het terrein in den Bosch- en Gasbhuispol- der onder de gemeente Leiden te bouwen loods op steenen voetring, dienende tot ber ging van landbouwgereedschappen, vau hout te doen maken. De opcenten op de Grondbelasting. Ofschoon het de bedoelin;; is van B. en W. ingevolge het door de Tweede Kamer aangenomen wetsontwerp betreffende her- sïeoiing van het gemeentelijk belastingge bied verschillende voorstellen op het ge meentelijk belastinggebied aai den Raad te doen, stellen zij den Raad voor alvast mev ingang van 1 Januari liet aantal op- oentan op de hoofdsom der grondbelasting te verdubbelen en aizoo te brengen op 80 voor de gebouwde en 20 voor de ongebouw de eigendommen. „De Eendracht". Aangezien do aanbesteding voor den bouw van een Volks badhuis aan de Medu sastraat door de woningbouvrvereeniging „De Eendracht" do raming verre heeft over sohreden, stellen B. en W. den Raad voor, het voorschot te verhoogem tot ƒ71.500 en dezen bouw in eigen beheer te doen uit roeren. Telegrammen voor Duitschland. Do d i ra cteur-g en e r aal der Posterijen en Telegrafie maakt bekend, dat, door storin gen op velo der verbindingen met de Duit- sche kantoren, in het telegraafverkoer met en over Duitschland groote vertragingen bestaan. Telegramzegels. Het debiet van telegramzogcls was al lengs zocdanig verminderd, dat besloten is deze zegels met ingang van 1 Januari a. s af te schaffen. Gedurende een nader te be palen termijn zal nog gelegenheid worden gegeven, om reeds gekochte telegramzegels aan de loketten der telegraafkantoren in te wisselen. De inlijving van de lichting 1921. De Minister van Oorlog heeit onder dag- teekening van 17 December de volgende cir culaire gericht tot de burgemeesters: „Behoudens onvoorziene omstandigheden zullen althans aanvankelijk, slechts 15.000 man van de lichting 1921 worden ingelijfd. Zoodra U de lijsten, bedoeld in art. 41 van het militiebesluit II van den Commis saris der Koningin ontvangt, gelieve u de kennisgevingen aan de lotelingen, bedoeld in het 2e lid van dit artikel, geheel in ge reedheid te brengen, doch deze kennisgevin gen niet eerder aan de betrokken personen uit te reiken of toe te zenden, alvorens daartoe van mij nader bericht is ontvan gen. Zij het ten overvloede, moge ik onder uw aandacht brengen, dat op deze kennis gevingen een mededeeling behoort te wor den gesteld, dat de mogelijkheid niet is. uitgesloten, dat zoowel de bestemming (corps en garnizoen) als het tijdvak van inlijving- nog verandering kunnen onder gaan, in welk geval een nieuwe kennisge ving zal worden toegezonden. Voorts verzoek ik U om op de wijze, dio U het meest doeltreffend acht, reeds '.hans zonder verwijl bekend te maken, dat be houdens onvoorziene omstandigheden de inlijving, van de eerste ploegen niet voor lb Februari 192) zal plaats hebben. Nederland en Duitschland. Naar het Haagsche Corr. Bur. verneemu, heeft de Duitsche regeering definitief be richt, dat tot ratificatie van het tusschen Duitschland en Nederland gesloten crediet- en kolenverdrag kan worden overgegaan. Zooals eenigen tijd geleden gemeld werd, worden behalve over de credietovereen komst tusschen Duitschland en Nederland, ook onderhandelingen gevoerd over de le vering van nieuwe haring en jam door Hol- landsche producenten aan Duitschland. Deze laatste onderhar delingen hebben reeds eenigen tijd geleden tot nieuwo ont werpen geleid, welke natuurlijk de toestem ming van beide partijen behoeven, doch nog niet onderteekend zijn. Altijd hetzelfde liedje. Door den directeur-go neraal der Poste rijen is onlangs ter kennis van de directeu ren gebracht dat een onderzoek heeft uitge wezen: le. dat op vele kantoren te veel perso neel aanwezig is; 2e. dat voorstellen van de zijde der di recteuren tot uitbreiding van personeel met 1 of 2 ambtenaren na eenigo bespreking of navraag door het hoofdbestuur der P. en T. werden ingetrokken; 3e. dat klachten over te veel werk onge grond zijn gebleken. De directeur-generaal zegt verder dat het in do eerste plaats de taak der direc teuren is hunno volle aandacht aan deze aangelegenheid te schenken. Van hen wordt geëischt, dat zij de arbeidskrachten volle dig zullen benutten, dat zij overtollig per soneel dadelijk ter beschikking steUen, dat zij nagaan of werkzaamheden op doelma tige wijze zijn te combinceren om aldus ambtenaren vrij te maken, en of niet noo- deloos tijd aan „toezicht" e. d. wordt be steed. Bovenbedoeld onderzoek schijnt inder daad verrassende resultaten opgeleverd te hebben, zegt do „Msb.". Wij vernamen dat op sommige middelmatig-groote kantoren tot 4 of moer ambtenaren „over" werden bevonden. Het onderzoek strekte zich nog over slechts eenige kantoren uit, zoodat in deze richting belangrijke Bezuiniging kan worden verkregen. Een voorbeeldig wethouder. Zaterdag werd voor de Rottordamscha rechtbank behandeld do belastingzaak tegen A. W, Hcijkoop, wethouder van Rotterdam niet verschenen, die geweigerd had het be- schrijvingsbiljct A voor de personeele be lasting dienstjaar 1920 in te vullen. Do belastingambtenaar verklaarde ver schillende malen daarom gevraagd tc heb ben doch was telkens zeer onheusch behan deld. De wethouder, die over het houden van do wet zonderlinge opvattingen, heeft on blaakt van liefde voor de gemeenschap, had verklaard geen tijd te hebben zich mol dergelijke dingen bezig te houden. Do rijksadvocaat, mr. Van Dalsura, ver klaarde de strengste straf te wenschen, vooreerst omdat de wethouder van een ge meente als Rotterdam een goed voorbeeld dient to geven en verder omdat een ambte naar van de belastingen steeds belcord dient behandeld te worden, en oischte f 100 boete. De officier van justitie, mr. Rombach, concludeerde toewijzing van do vordering en vroeg bij niet-betaling der boeit c ta vervangen door 30 dagen hechtenis. De Ned. Zout-industrie. De hoer J. P. Vis, dirc '\ov Ned. Zoutindustrie to Boekclo, schrijft aun de I Crt.", naar aanleiding van een ook door ons overgenomen bericht uit het Ned.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1