Dagblad voor Leiden en Omstreken.
- ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL 12.50
PER WEEK 10.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90
ste JAARGANG. - DONDERDAG 16 DECEMBER 1920. - No. 219
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEWONE REGEL 10.221/3
DES ZATERDAGS 10.30
INGEZONDEN RECLAMES Dl'DBEL TARIEF
KLEINE ADVERTENTIES van hoossttns
30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cenl,
bij vooruitbetaling 1
De nieuwe leiders.
De vrijzinnigen van alle gading hebben
zich dan wel allerdroevigst vergist.
Groen van Prinsterer werd in zijne da
gen Bpoltend genoemd een veldheer zon-
dèf leger.
Groon, nu ja, hij was een hoogstaand en
bekwaam man, maar als hij, de veldheer
wegviel, dan was 't ook met de Antirevolu
tionaire partij gedaan. Want een leger had
liij niet. Aan volgelingen ontbrak het hem,
zoowel in de Kamer als in het land.
Met het geringe aantal kleine luyden
dat nog luisterend het hoofd opstak als de
meester sprak, behoefde niet te worden ge
rekend.
Dat was toch slechts de klompen-pa
trouille.
Invloed hadden ze niet en zouden ze niet
krijgen ook.
Daarvoor hadden de liberalen wel ge
zorgd.
Allo posten van. eehige beteekenis waren
door liberalen bezet, do katheders waren
voor de Groenianen gesloten. Een smid
werd in het gansche land niet gevonden en
hoe zouden ze dan wapenen krijgen?
Zelfs de lagere school was niet verge
ten. Uitgebreide maatregelen waren geno
men om den Christus buiten de school to
zetten en het Christelijk onderwijs onmo
gelijk te maken.
En zoo zou dan met het wegsterven van
Groen -van Prinsterer ook diens geestelijk
geslacht vergaan.
Toen kwam Kuypcr op don voorgrond.
En al spoedig bleek, dat men hier to doen
had met een machtige figuur, die wist to
strijden maar ook to bouwen en te organi-
eeeren.
Dr. Kuyper was een hoogst gevaarlijk
tegenstander.
Maar vroeg óf laat zou ook deze held,
hoe groot dan ook, vallen. En als Dr. Kuy
pcr raaer eenmaal dood was, dan zou met
hem ook zijn arbeid wel verdwijnen. Hij
■wist de massa te b'cgecstoren, hij had zijno
partijgenoolen als marionetten aan een
touwtje, maar dat touw zou breken en de
doode poppetjes zouden tot een chaos in-
k eenstorten.
Bleek niet reeds bij zijn léven, dat er
i 6oms verschil van meening was, dat er wa-
- ren dio een eigen weg wilden inslaan? Was
j niet zoo nu en dan gefluisterd van een
J 60ort „paleis-revolutie?"
Neen, het leed geen twijfel, als de mach-
tige geest niet meer de volgelingen be-
I heerschte, dan zou do Antirevolutionaire
r partij in al haro zwakheid worden gezion.
Dr. Kuypcr is gestorven.
Maar tegelijkertijd bleek ook hoo groot
do vergissing was die men gemaakt had.
Kuyper, die groot was in zijn leven,
maar toch niet meer dan een zondig zij het
dan rijk begenadigd mensch, hij was
grooter in zijn sterven.
En als er 6oms hier en daar al eenige
verwijdering mocht zijn geweest, dan viel
dit verschil bij zijn sterven weg.
Heel ons anti-revolutionaire volk stond
I in den geest aan zijn stervenssponde en
l schaarde zich rond zijn groeve, zeer zeker
I om Dr. Kuyper te eeren om uiting te geven
j aan hun liefde en trouw, maar ook eu veel
i meer om de innerlijke geestelijke band te
k inanifesteeren.
En inplaats dat zijn leger uiteenvalt en
f onder de generale staf oen strijd ontbrandt
om het leiderschap, zooals menigeen in
stilte had gehoopt, zien wo het merkwaar
dige verschijnsel dat do partij zich met
grooto trouw schaart om de door Dr. Kuy
per zelf naar voren gebrachte leiders.
Colijn en Idenburg, het zijn thans de na
men die op aller lippen zweven.
Was het deze mannon te doen om eer of
voordeel, ze zouden zich hot leiderschap
niet hebben laten welgevallen.
Daaraan hebben ze waarlijk geen be
hoefte.
Idenburg diende Vorstin en Vaderland
als minister, als gouverneur van West-In-
dië. als Onderkoning te Buitenzorg. En hij
deed het op zulk een wijze dat '-Tiend en
vijand hem eeren om wat hij in die hoóge
functies deed.
En Colijn dio zich als minister een man
toonde van groote doortastendheid on zeld
zame werkkracht, hij had inplaats van
thans het land af te reizen voor de partij,
als gouverneur-generaal naar Oost-Indic
kunnen vertrokken.
Aanzien en eere is dezen mannen ge
schonken als weinigen.
En toch, zij beschouwen het als een voor
recht zich te mogen geven voor onze partij,
en voor de doorwerking van hare beginse
len te mogen beijveren.
Dat kunnen en willen zij dom omdat zij
mannen van beginsel zijn.
Omdat zij Gods Woord wenschen te vol
gen en omdat zij weten dat dit offers
vraagt.
Maar zullen zij nu hunne taak goed ver
richten, dan is het noodig dat aan het leger
dat zij hebben te leiden niots ontbreekt.
Dat er moet zijn, in de eerste plaats stu
die van de beginselen en daarnaast een ster
ke aan de eischen van deien tijd behooren-
de organisatie.
Voor de wetenschappelijke verdieping zal
worden opgericht een Kuyperl eersteel, ter
wijl daarnaast een goed ingericht partij
bureau zal hebben te zorgen voor de "distri
butie van de wapenen.
Daarvoor is geld noodig.
Daarvoor wordt een oït'cr gevraagd.
En nu zal blijken of de liberalen en de
socialisten gelijk hebben gehad. Of met Dr,
Kiiyper ook de liefde voor de beginselen ia
verdwenen.
Een deel van het land heeft reeds het
antwoord gegeven. Een ondubbelzinig ant
woord.
Stampvol waren overal de zalen waar
„onze leiders" optraden.
Zal het Zaterdag in Leiden anders zijn?
STADSNIEUWS.
De Christelijke Middcnstandsvcreeniging.
Er is een categorie in ons maatschappe
lijk leven, door iemand genoemd „de mid
denmoot in het maatschappelijk organis
me", die jaren lang heeft geworsteld, om
het hoofd boven water te houden en ook
thans zich inspant met alle kracht in do
groote sociale woeling van onzen tijd niet
onder te gaan: do Middenstand.
Dit geldt ook en in 't bijzonder van do
klein-industrie en den winkelstand, de tus-
schenschakel tusschen den producent en
den consument, die zich daartoe ook in de
6tad onzer inwoning hebben georganiseerd
in een afdccling van do Vereeniging van
den Christelijken Handeldrijvenden en In-
dustrieelen Middenstand.
Deze afdeeling belegde gisterenavond in
do Nuts zaal een openbare vergadering,
waarin de lieer H. D. M. Knol, accountant
alhier, het onderwerp inleidde: „Het nut
van een goede boekhouding in verband met
de belastingen."
Nadat de voorzitter, de heer J. van der
Steen, de samenkomst op de gebruikelijke
wijze heeft geopend en de aanwezigen heeft
verwelkomd, spreekt hij zijn teleurstelling
uit over de matige opkomst, te meer, om
dat de naam van den spreker een leerzamen
avond waarborgt. En waar de toenemende
belastingdruk de nachtmerrio is van den
Middenstand, dien hij vergelijkt met een
aanbeeld, waarop van ollen kant wordt ge
hamerd, heet hij in 't bijzonder den inleider
welkom, die meteen gelegenheid krijgt zich
van zijn laak te kwijten.
In een heldere, populaire causerie licht
spreker zijn aangekondigd onderwerp toe.
Zich plaatsend op het schriftuurlijk
standpunt: „Geef den keizer, wat des kei
zers is" wijst sprekor op den plicht van den
burger tot het betalen van belasting. Wil de
middenstander zich echter een oorlijken aan
slag verzekeren, noch te hoog noch to laag,
dan is inzonderheid voor den koopman en
den klein-industrieel eene goede boekhou
ding eisch. Wanneer de boeken richtig zijn
bijgehouden, dan kunnen deze bij de betrok
ken autoriteiten in geval van geschil, als
bewijs dienen.
Spreker behandelt achtereenvolgens vijf.
punten:
I. Wie moet boekhouden?
II. Balans en inventaris.
III. De eenvoudigste manier van boek
houden.
IV. Enkel boekhouden.
V. Dubbel boekhouden.
I. Volgens het Wetboek van Koophandel
is de koopman verplicht boek te hou
den. Bij regeling van den aanslag in Rijks-
of Gemeentebelasting, bij bezwaarschriften
en in beroepszaken kan openlegging der
boeken worden goëischt. In een beroeps
kwestie kan zelfs worden gevorderd, dat
men bewijst, dat ^nen geen boek houdt. Bij
faillissement is men gehouden, zijn boeken
ongeschonden te voorschijn to brengen.
Wanneer men in dit geval moedwillig geen
boek" gehouden heeft., wordt dit zelfs ala
„bedricgelijke bankbreuk" gestraft. Boven
dien loopt de koopman, die géén boek houdt
groot gevaar, ambtshalve te -worden aan
geslagen, waardoor de aanslag eer te hoog
dan te laag wordt en men bij eventueele re
clame weinig succes zal hebben.
H. In artikel 8 van 't Wetboek van
Koophandel is voorts aan ieder koopman de
verplichting opgelegd een staat (inventaris)
cn balans op te maken. Deze begrippen
worden duidelijk door spreker toegelicht.
De aandacht wordt, er op gevestigd, dat het
boekjaar niet behoeft saam te vallen met
het kalenderjaar en dat alle posten, zoowel
de crediet- als de debet-posten moeten wor
den kunnen bewezen.
III. Men heeft ook onder de middenstan
ders menschen, dio jaar in, jaar uit voortle
ven zonder een behoorlijken inventaris en
een balans op te maken. Men behoeft zich
dan niets te verwonderen, als men ie hoog
wordt aangeslagen. Wat. is nu de eenvou
digste manier? Tweemaal per jaar den in
ventaris opmaken, aan 't begin en aan het
eind van hét boekjaar en daarbij secuur
aanteekening houden ook van alle privé-
aitgaven en ontvangsten, omdat kapitaals-
verinoerdering en verdienste niet synoniem
zijn, wat met een voorbeeld wordt duide
lijk gemaakt.
IV en V. Ten 6lotte zet spr. eveneens met
practische voorbeelden toegelicht do ele
mentaire begrippen van het onkel- en het
dubbel boekhouden uiteen, waarna hij zijn
met grooto belangstelling gevolgdo speech
met een woord van opwekking tot den
handeldrijvenden middenstand eindigt.
In do ganimeerde gedachtenwisseling, die
op de met applaus beëindigde rede volgt,
krijgt spreker gelegenheid een en ander te
accontueeren.
Door hem en anderen wordt er op aange
drongen goede, deskundige voorlichting te
zoeken. Bij de belasting moet een boekhou
ding kunnen worden overgelegd, die goed
in elkaar zit. Dit is noodzakelijk voor al
len, die aannemelijk willen maken, dat de
aanslag te hoog is. In verband met het las
tige vraagstuk van de waarde-daling der
goederen geeft spreker als zijn persoonlijke
meening te kennen, indien kan worden aan
getoond, dat de goederen in waarde zijn ge
daald, deze niet op factuur-waarde, maar
tegen den thans geldenden prijs kunnen
worden opgenomen.
De voorzitter spreekt alsnu het slot
woord, waarin hij nogmaals wijst op den
Christelijken plicht tot getrouwheid ook in
het offeren onzer belastingpenningen. Mis
leiding van den fiscus is diefstal.
Daarom wil hij deze conclusie trekken uit
het gesprokene: Middenstanders, houdt
boek! Nadat hij den heer Knol in hartelij
ke bewoordingen heeft dank gezegd voor
zijn leerrijk betoog, wijst hij bij de aanwe
zigen, in aansluiting met enkele opmerkin
gen van eenige leden op het groote nut van
de Boaz-bank, „die onze eigen zaak zoo
trouw behartigt" en sluit dan do goedge
slaagde bijeenkomst met dankgebed.
De 10de Volkstelling.
Wie goed rogeeren wil, dient het volk te ken
nen. Om die kennis to bevorderen, worden in alle
ontwikkelde landen periodiek volkstellingen, of
beter gezegd „volksbeschrijvingen" gehouden.
In ons land is alles in gang voor de 10de Volks
telling. wolko ons vólk zal beschrijven op het tijd
stip van den overgang van oud naar nieuw.
Het is dc plicht van ieder, door nauwkeurige
invulling en door prompte inlevering van de tel-
kaarten, naar vermogen mee te werken aan het
welslagen van do lOo Volkstelling; waar eigen
kennen of kunnen te kort schiet, is bij de volks-
tellore raad en hulp te krijgen.
Modewerking is niet alleen ieders plicht, zij
dient ook oigen belang. Wie goed geregeerd wil
worden, moet. de ovorheid steunen in haar stre
ven om het "volk to leoren konncn.
Chr. H. B. S.
Gisteravond werd onder leiding van Ds. H. J.
Kouwenhoven eenc vergadering gehouden van do
vereeniging Chr. H. B. S. voor Leiden en Om
streken.
De agenda voor deze vergadering vermeldde
slechts één punt, n.l. „Ingrijpende voorstellen
van het bestuur in verband met de sterke groei
dor School".
Hoe verblijdend dit laatste ook moge rijn.
toch brengt de stadige klimming van bot aantal
leerlingen onzer Chr. H. B. S. voortdurende zorg
mot zich en moot ernstig naar voorziening in
do bestaande behoofle aan ruimte worden ge
streefd.
Reeds lang werd door het bestuur gepoogd
doelmatige verandering en verbetering aan to
brengen en is getracht een oplossing to vinden.
Het plan, dat aanvankelijk bestond, om over te
gaan tot het bouwen van een geheel nieuwe
school, waarvoor dezen zomor een espresso ver
gadering is belegd en waarvan de kosten in ron
do cijfers f400.000 «ouden bodragen, moest ter
wille derb uitengewono hoogc kosten .althans voor-
loopig worden prijsgegeven.
Niet alleen echter het groote aantal leerlingen,
maar ovenoens de hoogo cischen welke do Rogee-
ring aan ons middelbaar onderwijs stelt, zijn oor
zaak dat het schoolgebouw bij de oprichting
dcor do schoolautoriteiten goedgekeurd thans
aan do moest eenvoudige voorwaarden niet moer
voldoot.
Brandstoffen-Commissie
District Leiden.
De Commissie maakt bekend, dat da
Rij,kskolen/distributie heeft besloten per 1
Januari a.s. te annul eeren de bons 1—5
van de minimumrantsoemkaart. en dat mits
dien op genoemde bons na 31 December
geen brandstoffen meer kunnen worden be
trokken. Deigenen, die op aflevering van do
op deze bons beschikbaar gestelde brand
stoffen wenschen aanspraak te maken, zul
len hun bestellingen bij den handel moeten
doen op uiterlijk Vrijdag 24 December a.s.
Betreffende bestellingen, die later bij den
handel inkomen, kan aflevering niet "wor
den gegarandeerd.
Verder besloot de R.KjD. om voor allo
gezinshoofden (hOU|ders derhalve van mi-
ïiiimuimrantsoenkaarten) beschikbaar te
stellen 3 oenheden brandstoffen boven het
rantsoen, echter tegen den prijs, die door
groep B wordt betaald, zijnde 2.25 per
eenheid hooger dan de prijs, die voor het
minimumrantsoen wordt betaald.
Aanvragen op deze extra 3 eenheden
kunnen bij het bureau worden ingediend
onder opgave van naam en voornamen, vol
ledig adres en het nummer der minimum-
rantsoenkaart. De aanvragen zullen naar
rang van inkomst worden l>ohandeld en
moet de Commissie zich voorbehouden die
soorten toe te wijzen, die voor dit doel
aanwezig blijken te zijn.
De Brandstoffeneommissie voornoemd,
P. E. BRIëT.
M. KRAMER.
Een door do Rogeèring ingesteld onderzoek,
hooft dit uitgewezen; een desbetreffende schrijven
van den Rijksbóuwmester is door het bestuur om
vangen.
Er moet dus w orden gehandeld.
Het bestuur heeft een oplossing gevonden.
Achter het gebouw der school ligt oen grooto
tuin. welke het eigendom is van iemand dio on-
zo Christelijke n. B. S. een good hart toedraagt.
Do eigenaar wil deze tuin op zeer billijke voor
waarden aan do vereeniging in huur afstaan.
Door bdjtrekking van dezen tuin verkrijgt da
schcol oen aanzienlijke ruimte, dio op uitstekende
wijze productief kan-worden gemaakt.
Door den heer Fontein werd een door hom
in tcokening gebracht plan tor tafel gebracht,
en uitvoerig toegelicht.
Vooroerst kan op do vrij gekomen grond een
leeraarskamer worden gebouwd, waardoor do
thans in gebruik zijnde lecraarskamer kan wor
den omgozet in een blassolokaal.
Tevens is er plaats voor oen nieuw klasselokaal,
toeken- en gymnastieklokaal, bovendien kan een
afzonderlijk lokaal voor scheikunde verrijzen, be-,
nevens eenige kleedkamertjes voor meisjes, pri«
vaten enz.
Wannoor deze uitbreiding zal tot stand zijn
gekomen, is voor 2 ét 3 jaar in de eerste b<n
hooflcn voorzien.
Do goheole verbouwing is dus slechts een tijde-
lijken maatregel.
Blijft het aantal leerlingen klimmen op dezelf
de wijze als dit tot op heden het geval geweost
is, dan zal ongetwijfeld na 3 jaar tot nieuwbouw
moeten worden overgegaan.
Indien dus het voorstel door de vergadering
worat dangenemen, dan moet tevens in begin
sel reeds nu tot nieuwbouw worden besloten.
net bestuur kon tovens nog nfode doelen dat
van de zijde der Regeering verschillende steun
maatregelen zijn to verwachten, wolko in verband
met de zeer hooge eischen die zij stelt, noodzakelijk
zijn geworden.
In 't bijzonder stelt het bestuur in Dr. de Vis
ser, Minister van Onderwijs, volkomen vertrouwen
Op dezo toelichting volgde een breodvoorigo
doch zeor geanimeerde bespreking, waaraan door
verschillende heeren werd deelgenomen.
Hot resultaat dezer bospreking was, dat het
FEUILLETON.
De gemeente onder het kruis
27)
(Onder de Pelgrim-vaders.)
(Vervolg en slot.).
Anna stond nog voor den haard, hare
gedachten trachtende bijeen to zamelen,
toen hij met een haastigen slap binnen
Kwam.
„Eindelijk!" zeide hij, en hij bleef voor
Anna staan.
Anna keek hem aan; zij kon niet spre
ken. Hij begreep dit.
„God heeft overwonnen, Anna!" zeide
hij; „ik zou niet hier zijn, als ik niet met
li kon bidden."
Zij antwoordde niet; met de eene hand
verborg zij haar aangezicht, de andere stak
zij Kenelm toe.
Al hare vorwachtingen waren overtrof
fen. Zij had gehoorzamd en God, dien zij
diende, stortte in zegening over haar hoofd
do vrucht van haar offer uit.
De Heer is getrouw.
Anna Carver is in haro gehoorzaamheid
en in haren moed het beeld der Amerikaan-
6che pelgrims.
Hun onwrikbare getrouwheid moest
hunnen zonen onschatbare weldaden aan
brengen.
Zij hadden veel geleden, en nog waren
hunne worstelingen niet ten eindo; maar zij
hadden een nieuwen Staat gevestigd, die
bestemd was om aan do wereld groote les-
»en te geven.
De Puriteinen van 1620 waren de vaders
van hen die de onafhankelijke Vereenigde
Staten van Noord-Amerika gesticht hebben.
Zij hadden alles verlaten, huizen en akkers
farailiën en vaderland, maar zij hebben
hunnen kindoren ten erve gelaten de staat
kundige vrijheid en het godsdienstig geloof.
De wereld heeft geen kostelijker goed.
EINDE.
Wat hij niet wist.
Er was „verhooging" geweest en m'nheer
Hoevers had dus do klas van juffrouw Ma-
chielse gekregen, allemaal kleuters van acht
tot negen jaar. Natuurlijk worden, na
schooltijd, de nieuwelingen onderling be
sproken.
"Wel een aardig troepje; dat u me hebt
overgedaan, moest de jonge meester Hoe
vers, zijn oudore, vrouwelijke collega toe
geven, zoo rustig en ijverig en toch vroo-
lijk en vrij, en de jeugdige opvoedkundige
maakte een kleine buiging.
De ervaren onderwijzeres glimlachte,
maar antwoordde niet veel, wat haar col
lega aanleiding gaf, op hetzelfde onderwerp
door te gaan.
Natuurlijk zijn ze niet allemaal even
goed, maar een bepaald ongunstige uitzon
dering maakt toch alleen Dirk van Wave-
ren. Dat is een stumper, hoor! Zoo sufferig
en onopletetnd, nooit eens heelemaal bij
z'n werk. Ik heb hem ai 'n paar maal ter
dege onder handen moeten nemen en laat
hem dan na vieren zijn sommen afmaken of
z'n oefeningen verbeteren, maar veel helpt
het niet. Was hij nu ondeugend en speelsch
dan zou ik 't kunnen begrijpen en vergeven,
maar in 't vrije kwartier op de speelplaats
lijkt hij even goed een suffer. Hij doet nooit
eens van harte mee, is voor alles bang en
wordt daarom door de anderen natuurlijk
kolossaal geplaagd. Is u dat ook niet op
gevallen, julfrouw Machiolso?"
De heer Hoevers keek zijn buurvrouw
vragend aan. Eigenlijk vond hij haar, met
zoo'n langen diensttijd, juffrouw Ma-
chielse telde haast vijf-en-dertig jaar en
meester Hoevers pas een-en-twintig
eigenlijk vond hij haar een beetje ouder-
wetsch. „Niet kwaad, niet dom ook, maar
wel bekrompen en erg zwaar-op-de-hand.
Zoo heelemaal niet in vuur voor nieuwe
dingen en geestdriftige plannen. Zoo céno
die met een sukkelgangeljo haar weggetje
gaat eu 't mooie van 't vak eigenlijk niet
eens snapt.
Ook scheen ze, over 't geheel, niet gauw
iemands bedoeling te „snappen", want bij
Hoever's laatste vraag keek ze hem wat
verwonderd aan, maar gaf geen dadelijk
antwoord.
Na een poosje, dat de jonge onderwijzer,
om zich een houding te geven, straf had
doorgerookt, kwam juffrouw Machielse heel
kalm: Hebt u al eens navraag gedaan
naar de huiselijke omstandigheden van Dirk
van Wavercn?"
Wel neen, waarom zou ik. Dat heeft
met z'n schoolwerk toch niet te maken?
De jonge man snrak op een toon van de
uiterste geringschatting.
Dan zal ik er u toch wat van vertel
len.
Er was een eigenaardige klank in juf
frouw Machielsc's stem en een eigenaardi
ge uitdrukking in den blik, waarmeo ze
den heer Hoevers aanzag.
Dit nog geen negenjarige kind moot
thuis op vijf jongere broertjes eu zusjes
passen, zijn ziekelijke moeder verplegen, het
huiswerk doen en dikwijls nog de kleertjes
en kouson verstellen. Er zijn'nachten ge
noeg, dat hij maar enkele uren slaapt, om
dat 't jongste kind lastig is, en toch moet
Dirk niet lang na vieren opstaan, want de
vader is landarbeider en die moet weer
worden geholpen aan koffie en brood voor
een heelen dag. Als een jongen van acht jaar
spelen moet voor hui'shoudster, kindermeis
je en ziekenverpleegster, kan men 't hem
niet kwalijk nemen, wanneer hij onder
school- of speeltijd niet erg „bij" is, vindt
u zelf wel, m'nheer Hoevers?
Nu kreeg juffrouw Machielse niet ter
stond antwoord, want haar collega had z'n
sigaar laten uitgaan en beet nu, met zicht
bare verlegenheid, op de punten vai\ een
ontluikend kneveltje. Eindelijk mompelde
hji iets van: Ach ja, ziet u, mdt do stu
die en je vele werk denk je niet aan al die
dingen.
Doch nu dacht hij er toch wel aan on eon
paar dagen later liep hij juffrouw Machiel-
ze om vier uur achterop: Die menschen
dio Van Waveien's bedoel ik, zijn arm hè,
juffrouw?
Ja, nog al, u begrijpt: een kleine week
verdienste, veel kinderen en een zieke
vrouw dat zijn niet de oorzaken, waar
door men geld overhoudt.
U komt er wel aan huis, hè?
Nooit kon een gezicht meer veranderd
lijken dan dat van m'nheér Hoevers, toen
hij dezo vraag deed. Van den verwaanden
Schoolmeester was niets- over', een goedig
jongensgezicht keek juffrouw Machielse met
zekeren eerbied aan.
Doch nu was 't haar beurt, om verlogen
te worden, want zo begreep best, wat die
vraag beteekende en antwoordde daarom
kort: Zoo nu en dan.
Als u er "weer eens heengaat, besteed
u dat dan voor moeder eu kinderen, en do
jonge onderwijzer legde, al voortloopcnd
een envelopje met een rijksdaalder in juf
frouw Machiclse's hand, waarna hij met be«
leefden groet een zijweg insloeg.
Ter opheldering en waardeering zij er bij
gevoegd, dat deze geschiedenis voorviel
toen de onderwijzers aan bijzondere scholen
nog eon klein salaris verdienden en 't bo
vendien al over den twintigsten van de
maand was.
Geen kwade kerel toch, die Hoever^
zeiden do collega's. (Geill. VolksbL)