Dagblad voor Leiden en Omstreken. - ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KWARTAAL 12.50 PER WEEK 10.19 FRANCO PER POST PER KWARTAAL 12.90 ste JAARGANG. - DONDERDAG 16 DECEMBER 1920. - No. 219 BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIE-PRIJS PER GEWONE REGEL 10.221/3 DES ZATERDAGS 10.30 INGEZONDEN RECLAMES Dl'DBEL TARIEF KLEINE ADVERTENTIES van hoossttns 30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cenl, bij vooruitbetaling 1 De nieuwe leiders. De vrijzinnigen van alle gading hebben zich dan wel allerdroevigst vergist. Groen van Prinsterer werd in zijne da gen Bpoltend genoemd een veldheer zon- dèf leger. Groon, nu ja, hij was een hoogstaand en bekwaam man, maar als hij, de veldheer wegviel, dan was 't ook met de Antirevolu tionaire partij gedaan. Want een leger had liij niet. Aan volgelingen ontbrak het hem, zoowel in de Kamer als in het land. Met het geringe aantal kleine luyden dat nog luisterend het hoofd opstak als de meester sprak, behoefde niet te worden ge rekend. Dat was toch slechts de klompen-pa trouille. Invloed hadden ze niet en zouden ze niet krijgen ook. Daarvoor hadden de liberalen wel ge zorgd. Allo posten van. eehige beteekenis waren door liberalen bezet, do katheders waren voor de Groenianen gesloten. Een smid werd in het gansche land niet gevonden en hoe zouden ze dan wapenen krijgen? Zelfs de lagere school was niet verge ten. Uitgebreide maatregelen waren geno men om den Christus buiten de school to zetten en het Christelijk onderwijs onmo gelijk te maken. En zoo zou dan met het wegsterven van Groen -van Prinsterer ook diens geestelijk geslacht vergaan. Toen kwam Kuypcr op don voorgrond. En al spoedig bleek, dat men hier to doen had met een machtige figuur, die wist to strijden maar ook to bouwen en te organi- eeeren. Dr. Kuyper was een hoogst gevaarlijk tegenstander. Maar vroeg óf laat zou ook deze held, hoe groot dan ook, vallen. En als Dr. Kuy pcr raaer eenmaal dood was, dan zou met hem ook zijn arbeid wel verdwijnen. Hij ■wist de massa te b'cgecstoren, hij had zijno partijgenoolen als marionetten aan een touwtje, maar dat touw zou breken en de doode poppetjes zouden tot een chaos in- k eenstorten. Bleek niet reeds bij zijn léven, dat er i 6oms verschil van meening was, dat er wa- - ren dio een eigen weg wilden inslaan? Was j niet zoo nu en dan gefluisterd van een J 60ort „paleis-revolutie?" Neen, het leed geen twijfel, als de mach- tige geest niet meer de volgelingen be- I heerschte, dan zou do Antirevolutionaire r partij in al haro zwakheid worden gezion. Dr. Kuypcr is gestorven. Maar tegelijkertijd bleek ook hoo groot do vergissing was die men gemaakt had. Kuyper, die groot was in zijn leven, maar toch niet meer dan een zondig zij het dan rijk begenadigd mensch, hij was grooter in zijn sterven. En als er 6oms hier en daar al eenige verwijdering mocht zijn geweest, dan viel dit verschil bij zijn sterven weg. Heel ons anti-revolutionaire volk stond I in den geest aan zijn stervenssponde en l schaarde zich rond zijn groeve, zeer zeker I om Dr. Kuyper te eeren om uiting te geven j aan hun liefde en trouw, maar ook eu veel i meer om de innerlijke geestelijke band te k inanifesteeren. En inplaats dat zijn leger uiteenvalt en f onder de generale staf oen strijd ontbrandt om het leiderschap, zooals menigeen in stilte had gehoopt, zien wo het merkwaar dige verschijnsel dat do partij zich met grooto trouw schaart om de door Dr. Kuy per zelf naar voren gebrachte leiders. Colijn en Idenburg, het zijn thans de na men die op aller lippen zweven. Was het deze mannon te doen om eer of voordeel, ze zouden zich hot leiderschap niet hebben laten welgevallen. Daaraan hebben ze waarlijk geen be hoefte. Idenburg diende Vorstin en Vaderland als minister, als gouverneur van West-In- dië. als Onderkoning te Buitenzorg. En hij deed het op zulk een wijze dat '-Tiend en vijand hem eeren om wat hij in die hoóge functies deed. En Colijn dio zich als minister een man toonde van groote doortastendheid on zeld zame werkkracht, hij had inplaats van thans het land af te reizen voor de partij, als gouverneur-generaal naar Oost-Indic kunnen vertrokken. Aanzien en eere is dezen mannen ge schonken als weinigen. En toch, zij beschouwen het als een voor recht zich te mogen geven voor onze partij, en voor de doorwerking van hare beginse len te mogen beijveren. Dat kunnen en willen zij dom omdat zij mannen van beginsel zijn. Omdat zij Gods Woord wenschen te vol gen en omdat zij weten dat dit offers vraagt. Maar zullen zij nu hunne taak goed ver richten, dan is het noodig dat aan het leger dat zij hebben te leiden niots ontbreekt. Dat er moet zijn, in de eerste plaats stu die van de beginselen en daarnaast een ster ke aan de eischen van deien tijd behooren- de organisatie. Voor de wetenschappelijke verdieping zal worden opgericht een Kuyperl eersteel, ter wijl daarnaast een goed ingericht partij bureau zal hebben te zorgen voor de "distri butie van de wapenen. Daarvoor is geld noodig. Daarvoor wordt een oït'cr gevraagd. En nu zal blijken of de liberalen en de socialisten gelijk hebben gehad. Of met Dr, Kiiyper ook de liefde voor de beginselen ia verdwenen. Een deel van het land heeft reeds het antwoord gegeven. Een ondubbelzinig ant woord. Stampvol waren overal de zalen waar „onze leiders" optraden. Zal het Zaterdag in Leiden anders zijn? STADSNIEUWS. De Christelijke Middcnstandsvcreeniging. Er is een categorie in ons maatschappe lijk leven, door iemand genoemd „de mid denmoot in het maatschappelijk organis me", die jaren lang heeft geworsteld, om het hoofd boven water te houden en ook thans zich inspant met alle kracht in do groote sociale woeling van onzen tijd niet onder te gaan: do Middenstand. Dit geldt ook en in 't bijzonder van do klein-industrie en den winkelstand, de tus- schenschakel tusschen den producent en den consument, die zich daartoe ook in de 6tad onzer inwoning hebben georganiseerd in een afdccling van do Vereeniging van den Christelijken Handeldrijvenden en In- dustrieelen Middenstand. Deze afdeeling belegde gisterenavond in do Nuts zaal een openbare vergadering, waarin de lieer H. D. M. Knol, accountant alhier, het onderwerp inleidde: „Het nut van een goede boekhouding in verband met de belastingen." Nadat de voorzitter, de heer J. van der Steen, de samenkomst op de gebruikelijke wijze heeft geopend en de aanwezigen heeft verwelkomd, spreekt hij zijn teleurstelling uit over de matige opkomst, te meer, om dat de naam van den spreker een leerzamen avond waarborgt. En waar de toenemende belastingdruk de nachtmerrio is van den Middenstand, dien hij vergelijkt met een aanbeeld, waarop van ollen kant wordt ge hamerd, heet hij in 't bijzonder den inleider welkom, die meteen gelegenheid krijgt zich van zijn laak te kwijten. In een heldere, populaire causerie licht spreker zijn aangekondigd onderwerp toe. Zich plaatsend op het schriftuurlijk standpunt: „Geef den keizer, wat des kei zers is" wijst sprekor op den plicht van den burger tot het betalen van belasting. Wil de middenstander zich echter een oorlijken aan slag verzekeren, noch te hoog noch to laag, dan is inzonderheid voor den koopman en den klein-industrieel eene goede boekhou ding eisch. Wanneer de boeken richtig zijn bijgehouden, dan kunnen deze bij de betrok ken autoriteiten in geval van geschil, als bewijs dienen. Spreker behandelt achtereenvolgens vijf. punten: I. Wie moet boekhouden? II. Balans en inventaris. III. De eenvoudigste manier van boek houden. IV. Enkel boekhouden. V. Dubbel boekhouden. I. Volgens het Wetboek van Koophandel is de koopman verplicht boek te hou den. Bij regeling van den aanslag in Rijks- of Gemeentebelasting, bij bezwaarschriften en in beroepszaken kan openlegging der boeken worden goëischt. In een beroeps kwestie kan zelfs worden gevorderd, dat men bewijst, dat ^nen geen boek houdt. Bij faillissement is men gehouden, zijn boeken ongeschonden te voorschijn to brengen. Wanneer men in dit geval moedwillig geen boek" gehouden heeft., wordt dit zelfs ala „bedricgelijke bankbreuk" gestraft. Boven dien loopt de koopman, die géén boek houdt groot gevaar, ambtshalve te -worden aan geslagen, waardoor de aanslag eer te hoog dan te laag wordt en men bij eventueele re clame weinig succes zal hebben. H. In artikel 8 van 't Wetboek van Koophandel is voorts aan ieder koopman de verplichting opgelegd een staat (inventaris) cn balans op te maken. Deze begrippen worden duidelijk door spreker toegelicht. De aandacht wordt, er op gevestigd, dat het boekjaar niet behoeft saam te vallen met het kalenderjaar en dat alle posten, zoowel de crediet- als de debet-posten moeten wor den kunnen bewezen. III. Men heeft ook onder de middenstan ders menschen, dio jaar in, jaar uit voortle ven zonder een behoorlijken inventaris en een balans op te maken. Men behoeft zich dan niets te verwonderen, als men ie hoog wordt aangeslagen. Wat. is nu de eenvou digste manier? Tweemaal per jaar den in ventaris opmaken, aan 't begin en aan het eind van hét boekjaar en daarbij secuur aanteekening houden ook van alle privé- aitgaven en ontvangsten, omdat kapitaals- verinoerdering en verdienste niet synoniem zijn, wat met een voorbeeld wordt duide lijk gemaakt. IV en V. Ten 6lotte zet spr. eveneens met practische voorbeelden toegelicht do ele mentaire begrippen van het onkel- en het dubbel boekhouden uiteen, waarna hij zijn met grooto belangstelling gevolgdo speech met een woord van opwekking tot den handeldrijvenden middenstand eindigt. In do ganimeerde gedachtenwisseling, die op de met applaus beëindigde rede volgt, krijgt spreker gelegenheid een en ander te accontueeren. Door hem en anderen wordt er op aange drongen goede, deskundige voorlichting te zoeken. Bij de belasting moet een boekhou ding kunnen worden overgelegd, die goed in elkaar zit. Dit is noodzakelijk voor al len, die aannemelijk willen maken, dat de aanslag te hoog is. In verband met het las tige vraagstuk van de waarde-daling der goederen geeft spreker als zijn persoonlijke meening te kennen, indien kan worden aan getoond, dat de goederen in waarde zijn ge daald, deze niet op factuur-waarde, maar tegen den thans geldenden prijs kunnen worden opgenomen. De voorzitter spreekt alsnu het slot woord, waarin hij nogmaals wijst op den Christelijken plicht tot getrouwheid ook in het offeren onzer belastingpenningen. Mis leiding van den fiscus is diefstal. Daarom wil hij deze conclusie trekken uit het gesprokene: Middenstanders, houdt boek! Nadat hij den heer Knol in hartelij ke bewoordingen heeft dank gezegd voor zijn leerrijk betoog, wijst hij bij de aanwe zigen, in aansluiting met enkele opmerkin gen van eenige leden op het groote nut van de Boaz-bank, „die onze eigen zaak zoo trouw behartigt" en sluit dan do goedge slaagde bijeenkomst met dankgebed. De 10de Volkstelling. Wie goed rogeeren wil, dient het volk te ken nen. Om die kennis to bevorderen, worden in alle ontwikkelde landen periodiek volkstellingen, of beter gezegd „volksbeschrijvingen" gehouden. In ons land is alles in gang voor de 10de Volks telling. wolko ons vólk zal beschrijven op het tijd stip van den overgang van oud naar nieuw. Het is dc plicht van ieder, door nauwkeurige invulling en door prompte inlevering van de tel- kaarten, naar vermogen mee te werken aan het welslagen van do lOo Volkstelling; waar eigen kennen of kunnen te kort schiet, is bij de volks- tellore raad en hulp te krijgen. Modewerking is niet alleen ieders plicht, zij dient ook oigen belang. Wie goed geregeerd wil worden, moet. de ovorheid steunen in haar stre ven om het "volk to leoren konncn. Chr. H. B. S. Gisteravond werd onder leiding van Ds. H. J. Kouwenhoven eenc vergadering gehouden van do vereeniging Chr. H. B. S. voor Leiden en Om streken. De agenda voor deze vergadering vermeldde slechts één punt, n.l. „Ingrijpende voorstellen van het bestuur in verband met de sterke groei dor School". Hoe verblijdend dit laatste ook moge rijn. toch brengt de stadige klimming van bot aantal leerlingen onzer Chr. H. B. S. voortdurende zorg mot zich en moot ernstig naar voorziening in do bestaande behoofle aan ruimte worden ge streefd. Reeds lang werd door het bestuur gepoogd doelmatige verandering en verbetering aan to brengen en is getracht een oplossing to vinden. Het plan, dat aanvankelijk bestond, om over te gaan tot het bouwen van een geheel nieuwe school, waarvoor dezen zomor een espresso ver gadering is belegd en waarvan de kosten in ron do cijfers f400.000 «ouden bodragen, moest ter wille derb uitengewono hoogc kosten .althans voor- loopig worden prijsgegeven. Niet alleen echter het groote aantal leerlingen, maar ovenoens de hoogo cischen welke do Rogee- ring aan ons middelbaar onderwijs stelt, zijn oor zaak dat het schoolgebouw bij de oprichting dcor do schoolautoriteiten goedgekeurd thans aan do moest eenvoudige voorwaarden niet moer voldoot. Brandstoffen-Commissie District Leiden. De Commissie maakt bekend, dat da Rij,kskolen/distributie heeft besloten per 1 Januari a.s. te annul eeren de bons 1—5 van de minimumrantsoemkaart. en dat mits dien op genoemde bons na 31 December geen brandstoffen meer kunnen worden be trokken. Deigenen, die op aflevering van do op deze bons beschikbaar gestelde brand stoffen wenschen aanspraak te maken, zul len hun bestellingen bij den handel moeten doen op uiterlijk Vrijdag 24 December a.s. Betreffende bestellingen, die later bij den handel inkomen, kan aflevering niet "wor den gegarandeerd. Verder besloot de R.KjD. om voor allo gezinshoofden (hOU|ders derhalve van mi- ïiiimuimrantsoenkaarten) beschikbaar te stellen 3 oenheden brandstoffen boven het rantsoen, echter tegen den prijs, die door groep B wordt betaald, zijnde 2.25 per eenheid hooger dan de prijs, die voor het minimumrantsoen wordt betaald. Aanvragen op deze extra 3 eenheden kunnen bij het bureau worden ingediend onder opgave van naam en voornamen, vol ledig adres en het nummer der minimum- rantsoenkaart. De aanvragen zullen naar rang van inkomst worden l>ohandeld en moet de Commissie zich voorbehouden die soorten toe te wijzen, die voor dit doel aanwezig blijken te zijn. De Brandstoffeneommissie voornoemd, P. E. BRIëT. M. KRAMER. Een door do Rogeèring ingesteld onderzoek, hooft dit uitgewezen; een desbetreffende schrijven van den Rijksbóuwmester is door het bestuur om vangen. Er moet dus w orden gehandeld. Het bestuur heeft een oplossing gevonden. Achter het gebouw der school ligt oen grooto tuin. welke het eigendom is van iemand dio on- zo Christelijke n. B. S. een good hart toedraagt. Do eigenaar wil deze tuin op zeer billijke voor waarden aan do vereeniging in huur afstaan. Door bdjtrekking van dezen tuin verkrijgt da schcol oen aanzienlijke ruimte, dio op uitstekende wijze productief kan-worden gemaakt. Door den heer Fontein werd een door hom in tcokening gebracht plan tor tafel gebracht, en uitvoerig toegelicht. Vooroerst kan op do vrij gekomen grond een leeraarskamer worden gebouwd, waardoor do thans in gebruik zijnde lecraarskamer kan wor den omgozet in een blassolokaal. Tevens is er plaats voor oen nieuw klasselokaal, toeken- en gymnastieklokaal, bovendien kan een afzonderlijk lokaal voor scheikunde verrijzen, be-, nevens eenige kleedkamertjes voor meisjes, pri« vaten enz. Wannoor deze uitbreiding zal tot stand zijn gekomen, is voor 2 ét 3 jaar in de eerste b<n hooflcn voorzien. Do goheole verbouwing is dus slechts een tijde- lijken maatregel. Blijft het aantal leerlingen klimmen op dezelf de wijze als dit tot op heden het geval geweost is, dan zal ongetwijfeld na 3 jaar tot nieuwbouw moeten worden overgegaan. Indien dus het voorstel door de vergadering worat dangenemen, dan moet tevens in begin sel reeds nu tot nieuwbouw worden besloten. net bestuur kon tovens nog nfode doelen dat van de zijde der Regeering verschillende steun maatregelen zijn to verwachten, wolko in verband met de zeer hooge eischen die zij stelt, noodzakelijk zijn geworden. In 't bijzonder stelt het bestuur in Dr. de Vis ser, Minister van Onderwijs, volkomen vertrouwen Op dezo toelichting volgde een breodvoorigo doch zeor geanimeerde bespreking, waaraan door verschillende heeren werd deelgenomen. Hot resultaat dezer bospreking was, dat het FEUILLETON. De gemeente onder het kruis 27) (Onder de Pelgrim-vaders.) (Vervolg en slot.). Anna stond nog voor den haard, hare gedachten trachtende bijeen to zamelen, toen hij met een haastigen slap binnen Kwam. „Eindelijk!" zeide hij, en hij bleef voor Anna staan. Anna keek hem aan; zij kon niet spre ken. Hij begreep dit. „God heeft overwonnen, Anna!" zeide hij; „ik zou niet hier zijn, als ik niet met li kon bidden." Zij antwoordde niet; met de eene hand verborg zij haar aangezicht, de andere stak zij Kenelm toe. Al hare vorwachtingen waren overtrof fen. Zij had gehoorzamd en God, dien zij diende, stortte in zegening over haar hoofd do vrucht van haar offer uit. De Heer is getrouw. Anna Carver is in haro gehoorzaamheid en in haren moed het beeld der Amerikaan- 6che pelgrims. Hun onwrikbare getrouwheid moest hunnen zonen onschatbare weldaden aan brengen. Zij hadden veel geleden, en nog waren hunne worstelingen niet ten eindo; maar zij hadden een nieuwen Staat gevestigd, die bestemd was om aan do wereld groote les- »en te geven. De Puriteinen van 1620 waren de vaders van hen die de onafhankelijke Vereenigde Staten van Noord-Amerika gesticht hebben. Zij hadden alles verlaten, huizen en akkers farailiën en vaderland, maar zij hebben hunnen kindoren ten erve gelaten de staat kundige vrijheid en het godsdienstig geloof. De wereld heeft geen kostelijker goed. EINDE. Wat hij niet wist. Er was „verhooging" geweest en m'nheer Hoevers had dus do klas van juffrouw Ma- chielse gekregen, allemaal kleuters van acht tot negen jaar. Natuurlijk worden, na schooltijd, de nieuwelingen onderling be sproken. "Wel een aardig troepje; dat u me hebt overgedaan, moest de jonge meester Hoe vers, zijn oudore, vrouwelijke collega toe geven, zoo rustig en ijverig en toch vroo- lijk en vrij, en de jeugdige opvoedkundige maakte een kleine buiging. De ervaren onderwijzeres glimlachte, maar antwoordde niet veel, wat haar col lega aanleiding gaf, op hetzelfde onderwerp door te gaan. Natuurlijk zijn ze niet allemaal even goed, maar een bepaald ongunstige uitzon dering maakt toch alleen Dirk van Wave- ren. Dat is een stumper, hoor! Zoo sufferig en onopletetnd, nooit eens heelemaal bij z'n werk. Ik heb hem ai 'n paar maal ter dege onder handen moeten nemen en laat hem dan na vieren zijn sommen afmaken of z'n oefeningen verbeteren, maar veel helpt het niet. Was hij nu ondeugend en speelsch dan zou ik 't kunnen begrijpen en vergeven, maar in 't vrije kwartier op de speelplaats lijkt hij even goed een suffer. Hij doet nooit eens van harte mee, is voor alles bang en wordt daarom door de anderen natuurlijk kolossaal geplaagd. Is u dat ook niet op gevallen, julfrouw Machiolso?" De heer Hoevers keek zijn buurvrouw vragend aan. Eigenlijk vond hij haar, met zoo'n langen diensttijd, juffrouw Ma- chielse telde haast vijf-en-dertig jaar en meester Hoevers pas een-en-twintig eigenlijk vond hij haar een beetje ouder- wetsch. „Niet kwaad, niet dom ook, maar wel bekrompen en erg zwaar-op-de-hand. Zoo heelemaal niet in vuur voor nieuwe dingen en geestdriftige plannen. Zoo céno die met een sukkelgangeljo haar weggetje gaat eu 't mooie van 't vak eigenlijk niet eens snapt. Ook scheen ze, over 't geheel, niet gauw iemands bedoeling te „snappen", want bij Hoever's laatste vraag keek ze hem wat verwonderd aan, maar gaf geen dadelijk antwoord. Na een poosje, dat de jonge onderwijzer, om zich een houding te geven, straf had doorgerookt, kwam juffrouw Machielse heel kalm: Hebt u al eens navraag gedaan naar de huiselijke omstandigheden van Dirk van Wavercn?" Wel neen, waarom zou ik. Dat heeft met z'n schoolwerk toch niet te maken? De jonge man snrak op een toon van de uiterste geringschatting. Dan zal ik er u toch wat van vertel len. Er was een eigenaardige klank in juf frouw Machielsc's stem en een eigenaardi ge uitdrukking in den blik, waarmeo ze den heer Hoevers aanzag. Dit nog geen negenjarige kind moot thuis op vijf jongere broertjes eu zusjes passen, zijn ziekelijke moeder verplegen, het huiswerk doen en dikwijls nog de kleertjes en kouson verstellen. Er zijn'nachten ge noeg, dat hij maar enkele uren slaapt, om dat 't jongste kind lastig is, en toch moet Dirk niet lang na vieren opstaan, want de vader is landarbeider en die moet weer worden geholpen aan koffie en brood voor een heelen dag. Als een jongen van acht jaar spelen moet voor hui'shoudster, kindermeis je en ziekenverpleegster, kan men 't hem niet kwalijk nemen, wanneer hij onder school- of speeltijd niet erg „bij" is, vindt u zelf wel, m'nheer Hoevers? Nu kreeg juffrouw Machielse niet ter stond antwoord, want haar collega had z'n sigaar laten uitgaan en beet nu, met zicht bare verlegenheid, op de punten vai\ een ontluikend kneveltje. Eindelijk mompelde hji iets van: Ach ja, ziet u, mdt do stu die en je vele werk denk je niet aan al die dingen. Doch nu dacht hij er toch wel aan on eon paar dagen later liep hij juffrouw Machiel- ze om vier uur achterop: Die menschen dio Van Waveien's bedoel ik, zijn arm hè, juffrouw? Ja, nog al, u begrijpt: een kleine week verdienste, veel kinderen en een zieke vrouw dat zijn niet de oorzaken, waar door men geld overhoudt. U komt er wel aan huis, hè? Nooit kon een gezicht meer veranderd lijken dan dat van m'nheér Hoevers, toen hij dezo vraag deed. Van den verwaanden Schoolmeester was niets- over', een goedig jongensgezicht keek juffrouw Machielse met zekeren eerbied aan. Doch nu was 't haar beurt, om verlogen te worden, want zo begreep best, wat die vraag beteekende en antwoordde daarom kort: Zoo nu en dan. Als u er "weer eens heengaat, besteed u dat dan voor moeder eu kinderen, en do jonge onderwijzer legde, al voortloopcnd een envelopje met een rijksdaalder in juf frouw Machiclse's hand, waarna hij met be« leefden groet een zijweg insloeg. Ter opheldering en waardeering zij er bij gevoegd, dat deze geschiedenis voorviel toen de onderwijzers aan bijzondere scholen nog eon klein salaris verdienden en 't bo vendien al over den twintigsten van de maand was. Geen kwade kerel toch, die Hoever^ zeiden do collega's. (Geill. VolksbL)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1