Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABONNEMENTSPRIJS in leiden en buiten leiden waar agenten gevestigd zijn isr kwartaal 12.59 Ier week10.19 i banco per post per kwartaal 12.90 iste JAARGANG. - MAANDAG 6 DECEMBER 1920. - No. 210 BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIE-PRIJS PER GEWONE REGEL 10.22 1/3 DES ZATERDAGS Ï0.30 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARTBF KLEINE ADVERTENTIES va. liocgïlenj 30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 ccr»t. :- bij vooruitbetaling Een kloek woord. In de „Opbouw" het orgaan van den iristclijkon Bouwvakarbeidersbond, von- n wij een artikel dat we onzen lezers niet illen onthouden. Br is ook in onze kringen nog wel vaak mg wantrouwen ten opzichte van de kristelijke arbeidersbeweging. Welnu, dit artikel kan ons loeren hoe listig sommige leiders hunne ongetwijfeld oeilijke taak opvatten en van hoe groote ïtoekenis voor den opbouw en uitbouw an ons maatschappelijk leven do christe- jke vakbeweging kan zijn. I „Het wordt inderdaad een hoe langer joe moeilijker taak iu de huidige maat- bliappelijke omstandigheden vast te hou- |en aan, en te handelen volgens ons Chris- elijk beginsel. Toen de organisatie nog jan het opkomen was, en do arbeiders nog n groots mate onrecht leden, was het ge- hakkelijk om ook op grond van het Chris- llijk beginsel- een wapen to smeden tegen fit onrecht. Wel moest, door het nieuwe tan de zaak, en een dikwijls verkeerd be- ïrijpen, veel moeite worden gedaan de over tuiging te wekken ten opzichte van het toede recht van hot middel dor organisatie, haar toch het persoonlijk voelen van het maatschappelijk onrecht moest er ten 6lotte als van zelve toe leiden, dat men, ziende de resultaten, deze zaak meer sympathiek werd en haar meer en meer ging zoeken. Maar thans ondervinden wij maar al te zeer, dat Bet gemakkelijker is de zonden in anderen jte laken, dan ze zclven na te- laten. Getoornd hebben wij op hen die zich ver rijkten ten koste van het loon dor arbeiders, «n niet ten onrechte, ook Gods Woord itoornt hier tegen. Ook de zoogenaamde O. iW.'ors, die misbruik makendo van het alge meen tekort, zich schatten verzamelen, wor- priden door ons verfoeid, en ook weer niet ten onrechte. Het zoeken van vuil gewin is in heel haar wezen onbestaanbaar voor een belijder van God en ook Hij zelve waar- I schuwt hier tegen. Maar volgons ons begin- I sel toornden wij slechts met mate, omdat I ,wij wisten, dat ook wij zeiven van nature niet beter zijn, on voegden wij aan do bede om zegen van God in den strijd tegen het [onrecht de bede toe: „leid ons niet in de .verzoeking, en verlos ons van den boozo" 'Althans zoo behoorde het te zijn. Een ieder Irrage zich zeiven af hoe hij in dezen heeft gehandeld en nog handelt. Maar vast staat •dat onze christelijke vakbeweging staat op [den grondslag van Gods Woord- hetwelk zulk een stemming van ons eischt. Vooral voor de bouwvakarbeiders is thans de ure van zelfbeproeving in dezen aangebroken. Niet dat wij kapitalen 'gaan bezitten of in de naaste toekomst zul len bezitten, in geen geval. Maar als Gods Woord ons verbiedt te zondigen, en dan ide zonde in zijn consequenten vorm noemt, ligt daarin steeds opgesloten dat hij, die in beginsel zich schuldig maakt, even zeer schuldig is. Wat is nu het aanleidend beginsel ge weest voor hen die zich verrijkten door liet tekort doen van den arbeider in zijn loon, en als O. W.'er zich schatten verza melden door woekerwinst? Immers de gele genheid die hem gunstig was en het per soonlijk egoisme, dat alleen vroeg wat is in mijn belang, en er niet aan dacht dat anderer ellende grooter werd naarmate zijn kapitaal vermeerderde. Er was gebrek aan datgene wat hij bezat, en hij 6tond dit slechts af in ruil voor onmatig hoogen prijs. Thans is er nog steeds gebrek aan veler lei, maar er is ook gebrek aan woningen <en ook niet minder aan bouwarbeiders Nu bezitten wij dus feitelijk daardoor, evenals, de O.-W.'ers een deel van datgene waarom do maatschappij roept.. Daarnaast weten'wij, dat de maatschappij .verarmd is, en afgezien van do hoogte van ons loon, we 6teeds nog eon tekort zullen voelen. Zullen wij nu toonen van het beginsel te. zijn, die in naam van God strijden tegen het per soonlijk- of groepsegoismc? Of zullen wij ons ook plaatsen op het standpunt „haal wat er te halen is". Wij waardeerden de organisatie en hare leiders toen ze actief voor ons in do bres kwamen en streden tegen het onrecht. Zullen wij haar blijven waardeeren als ze passief voor ons optreedt en noopt tot matiging? Voorwaar, ons Christelijk beginsel eischt van ons, dat wij ons zeiven louteren. Maar wij zijn ditmaal zeiven in de schoonc gele genheid en de taak wordt inderdaad moei lijk. Uiterst moeilijk is de taak die thans op ons rust als Christen arbeiders. Wij leven immers te midden van hen die naar don eisch van dit beginsel niet vragen, de massa die uitgaat van het standpunt dat wie de macht heeft haar dient te gebruiken, wier ideaal is de ontwrichting der huidige maat schappij. Bovendien wordt misbruik gemaakt, door tal van bezitters, van het product, alsook door ondernemers in dit bedrijf, van de hooge conjunctuur. Vooral ook ondernemers, die volgens eigen zeggen, geen chaos in het bedrijf zul len ontzien, om hun positie te handhaven. Ernstig drukt dan ook thans de vraag op onze zielen, vooral als leiders van een christelijk© organisatie, wat is thans onze taak? Maar niet Gods hulp zullen, wij ook in deze moeilijke zaak een weg vinden. Wij vleien ons niet mot de hoop dat ons stre ven direct onverdeeldo sympathie zal heb ben, maar levende bij de overtuiging dat wij aan on3 beginsel verplicht zijn, trots alles, te strijden voor recht eu billijkheid, zoo zullen wij geen oogenblik wijken voor do mentaliteit onzer leden, al zouden ook allen zich laten verleiden door het groeps egoïsme en onze leiding nietrmeer wenschen. Wij vertrouwen dat God ons kracht zal geven ook in dezen Hem meer gehoorzaam te zijn dan do monschen. De taak is moei lijk, monschelijkerwijs, zelfs te moeilijk. ScHbnko God ons dan- hierbij zijnen onmis- baren zegen. Wanneer dergelijke stemmen ook in an dere kringen meer gehoord waren, de maat schappelijke nood zou waarschijnlijk niet zoo groot zijn, als thans helaas het ge val is. STADSNIEUWS. -liet millioen. Van „een eenvoudig werkman" die gaarno zijn aandeel in hot millioen wil bijdragen ontvingen wij een bijdrage van f3.50. Een goed voorbeeld dat,naar wij hopen, velen tot navolging zal prik-, kelen. Eevangelisatiesamenkomst. De plannen betreffende eeno evangelisa tie-samenkomst aan den vooravond van het Kerstfeest waarvan we onlangs mel ding maakten, nemen vaster vormen aan. Het uitvoerend comité, bestaande uit ver tegenwoordigers van de Commissie voor Stadsevangelisatie der Ger. 'Kerk alhier, van 4 Wijkcomité's iu de Ned. Herv. Korkj en van de Afd. Leiden van diet Ned. Lu- therech Comité voor In- on Uitw. Zending heeft besloten tot zulk eene. samenkomst op Vrijdag 24 December a. 6. in de Groote Stadszaal. Als sprekers zullen alsdan op treden Ds. H. J. Kouwenhoven, zoo moge lijk een Luthersche predikant en Ds. M. J. Punselio. Tevens is reeds medewerking verkregen van do zangvereeniging L. E. D. A. G. O. H. en van een strijkorkest. Uitgevoerd zullen worden uitsluitend Kerstliederen, teneinde zoowel door spreken als zingen (ook gemeenschappelijk) de hoorders voor te bereiden voor de viering van het Kerstfeest. Ook kunnen we nog meedeelen dat het Comité aan nog meerdere plannen uitvoe ring hoopt te kunnen geven. Drankbestrijding. Zaterdagavond hield hot Leidsche Drank- weercomité, een openbare vergadering in de slechts zeer matig bezette Stadszaal. Om 8 uur opende de heer Eilders met een kort woord het samenzijn, omdat na de vergadering de tentoonstelling bezocht zou worden. De heer J. Schmidt uit Buesum, daarna het woord krijgend, begon met de opmer king dat de geschiedeuis zich herhaalt. Ze vindt steeds een menschheid, die weinig uit de geschiedenis leert. In 't bijzonder in be trekking tot "het alcoholvraagstuk. Nu de rantsoeneering is afgeloopen, waar is nu op allerlei gebied de matigheid gebleven? Volgens de drankhandel staat het met ons volk nog zoo erg niet. Het hoofdbestuur van den Bond van Dis tillateurs kwam dan ook met een publicatie van zeer onvoldoende gegevens. In de eer ste maanden na de rantsoeneering was er een vermeerdering van 35 pet. drankver- bruik. Door het Nederlandsche volk wordt per jaar 50 millioen gulden drankaccijns betaald, dat is pl.m. 1 millioen gulden per week. 272 millioen gulden betaalt ons volk aan den drank (wijn en bier meegerekend). De criminaliteit in de gemeenten neemt met een gemiddelde van 250 pet. toe. Alles ten gevolge van het drankmisbruik. Ook onder jonge meuschen neemt de dronkenschap toe. De geheele onthoudersbeweging komt iu ernstig gevaar. De drankreclames nemen schrikbarend toe. De arbeidstijd Ls verkort het loon stijgt allemaal oorzaken die het drank gebruik doen toenemen. De ongeorganiseer de arbeidersklasse is nog niet genoeg opge voed om deze economische veranderingen te dragen. Maar reeds in Bussum vroeg de Christ e l ij le e Besfcuurdersbond het eerst, om afschaffing van den drankhandel. Wat er nu gedaan moet worden is: werk van volksopvoeding in 6taat. en maatschap pij, door middel van organisatie, van school en kerk. Eu daarom moet de actie van plaatselijke keuzo weer met kracht ter hand genomen. Dit is geen wondermiddel. Maar een van de middelen, dat past in ons kader. Spreker wijst op het-petitionnement van 1914. De geheole audiëntiezaal der Ko ningin was vol met pakellen van handtee- keningen. Mr. Rutgers heeft een voorstel in de Ka mer ingediend om in do drankwet het recht van plaatselijke keuze toe te 6taan. Roods nu staat dit in principe in de wet. Maar het volksreferendum is niet door do grondwet toegestaan. Ofschoon het parlementair ge bruik brengt meo dat do regeering zich aan een besliste uitspraak van het volk aan past. Maar wil de drankbestrijding haar be slag krijgen dan moet er minstens een meer derheid van 75 pet., anders is de kans op ontduiking en vooral op tegenwerking nog te groot. In de wet moet dan ook een artikel opge nomen worden, die den ex-vergunninghou ders een lijfrente toestaat. Deels te betalen door de gemeente, deels door den staat. Waarlijk spreker begrijpt de actie der drankhandel niet, als zij zich vermomt on der den schijn het drankgebruik tegen te gaan. Spreker eindigt met oen vurige op wekking, niet alleen te strijden voor do drooglegging der Zuiderzee maar tot drooglegging van geheel ons vaderland van den drank. Na eene korte pauze krijgt Ds. P. v. d. Vliet van Hazerswoude het woord. In het drama van het wereldgebeuren wisselen tijden van het sociale en het indivi- dueele af. Thans is er een tijd van vereeni- ging. Het is nu de sociale tijd. Men heeft tal van vereenigingen, fciesvereenigingen, 6piritistenvereenigingen, letterkundige ver eenigingen enz. Iedereen is lid van de club. Het kleinste kind weet van den Volkeren bond. Groote zaken roepen ons aller vereeni- ging. Volks zonden roepen ook om veree- nigde tegenwerking. De drank is niet alleen een vijand, maar een Satan in 't gewaad eener liefdezuster. Waar de drank komt, komt de duivel zelf, om de ziel in 't eeuwig verderf te storten. Een vijand houdt men op de grens tegen. Men houde dus den drank buiten de deur. De volgende week gaat het door Leiden: „togen den drank, op voor de onthouding" Nu "lacht men niet meer om een geheelont houder. De drankbestrijding is gegroeid tot een leger. Velen gelooven nog niet, dat de drank een vijand is. In onze maatschappij is: le. vermeerdering van productie eu 2e. verhoo ging van het uithoudingsvermogen noodza kelijk. De drank werkt die twee tegen. De drank stelt zich ook tegenover den gods dienst. Kerk en kroeg staan als twee onverzoen lijke machten tegenover elkaar. Daarom is de drank een volks-, een landsgovaar. Maar ook vernietigt de drank het- zedelijk leven. Zij werkt de prostitutie in de hand. Ook het wilsleven wordt verslapt. Men kan zich niet meer tegenover den drank beheerschen. De moraal van het volk wordt een slappq kroegmoraal. Daarom voorwaarts als drankweer tegen den duivel van het Neder landsche volle. De drank ruimt alles in het gezin op, de meubels, do linnenkast, do kleertjes van het kind. De vrede verlaat het huis. De huurlieden kennen het huis van den dronkaard. Na in den breede dè ellende van den drank en zijno gevolgen ge schilderd te hebben behandelt spreker de opmerking, dat sommigen beweren liever te willen staan in de „Christelijke vrijheid". Maar is dit geen frase, om zelf iets te ge bruiken, terwijl uw medemensch vergaat? Alcohol is een gave Gods ja, dan moet het alleen gebruikt worden, voor het doel, waarvoor God hot gaf. Op dezen avond is de opening van den anti-alcohol-tentoonstelling. Zijt ge door de ellende getroffen, voegt u dan bij ons leger? De drankweer staat voor u! Christen doe het biddend, ziende op Christus' offer! Kleopatra gooide een parel in de azijn, die hem verteerde. Op den bodem van het drank glas ligt een nog grooter 6chat. Voorwaarts; om Gods wil in ons leger, en God van den hemel zal het ons doon gelukken! Na een kort woord van den heer Eilers, werd de tentoonstelling geopend. Aan den uitgang was er een collecte. Op de tentoonstelling zélf komen we nog wel even tor-ug. v— Ds. H. W. Groot Enzorink, Predikant te Löcuwarden, heeft het beroep naar de Ned. Henr. Gemeente alhier, aangenomen. v-De heer K. Branie, distriet-sehcrolopziener to Goes, benoemd tot Inspecteur van het Lager Onderwijs te Leiden, hoeft in verband met zijn vertrok naar deze gemeento ontslag genomen als lid van den Gemeenteraad van Goes. Do heer Brants behoort tot do anti-revolu- tionairo partij. Uit bijna 40 sollicitanten is benoemd tot op volger van den heer A. J. de Lange, die 1 April 1921 zijn betrekking van hoofd der Chr. School aan do Pasteurstraat zal neerleggen, de heer J. Kalsbeek, ho.old der Chr. School to West-Tow. schelling. Do -benoemde is een zoon van den hoer Kuls-i beek, hoofd eener Chr. School le Woerden. Bij de gisteren na afloop der morgendienst gehouden verkiezing voor ouderlingen ca diakenen in do Geref. Kcrk alhier, zijn herkozen tot ouder ling de hoeren A. Bogaards, J. W. Kooyman3 J. M. de Koning, D. Nieuwenhuijs, J. J. War- r.aar en J. Wolters, en gekozen de hoeren T. v. Egmond en T. S. Goslinga, terwijl een herstem* ming zal plaats hebben tusschen do hoeren H. v. Weeren en K. van Steenwijk. Tot diaken zijn herkozen de heeren P. J. Gijsman en W» den Heet on en gekozen de heeren J. Karstens, C. Mulder eu W. E. Pera, terwijl herstemming zal plaats hebben tusschen de heeren L. Boekkooi en H. J. de Ru. De herstemming zal plaats hebben a.s. Woena- dagavond na afloop der te houden samenkom sten in de kerk Hooigracht, waar Ds. W. Bouw-* n an een gedachtenisrede zal liuuden bij gelegen heid zijner vijf en twintigjarigo ambtsvervulling. Op ruim 70-jarige leeftijd ia alhier over leden de heer W. C. Mulder, in leven architect en bouwkundige alhier. De overledene, die gedurende bijna oen halve eeuw als architect in onze stad ia gevestigd ge weest, heeft zich door een zeer werkzaam leven en groote bekwaamheid in do bouwkundige we reld een naam van beteekenis verworven. Tal van groote werken kwamen onder zijn bekwame en energieke leiding tot 6land en heb ben niet weinig bijgedragen tot verfraaiing van onzo stad. Zijn buitengewone ijver en nauwgezetheid, tot in de kleinste bijzonderheden, bij do onder zijn leiding tot 6tand gekomen bouwwerken, zijn bij hen, die onder hem werkten, van algomeeno be kendheid. 'Er was weinig wat hem ontging of wat zijn aandacht ontsnapte. De heer Mulder heeft gewerkt zoolang het dag was. Tot voor kort, toen het loopen hem moeilijk viel, begaf hij zich nog per rijwiel door de stad om zijn zaken te verrichten. Hoewel niet bchoorende tot onzen kring do heer Mulder was de vrijzinnige beginsclon t-ooge* daan aarzelen wij geen oogenblik to zeggen, dat onzo stad in den heer Mvider een barer bes te burgers verliest. - Op Donderdag 16 December a.s. zal voor do Voroeniging „Do Middaghoogto" in de Stadsge hoorzaal optreden da heer J. B. Notolcnbos, voor heen predikant bij de Geref. Kerk to Middelburg. Ds. Notelenbos zal spreken over: Het Pro testantisme handhaaft den Godsdienst als inner lijk beleven. Zaterdagavond omstreeks zes uur had ia onze stad een droevig ongeval plaats, do 49-jari- go juffrouw L. L. S. alhier, de Rijn- en Schiokads pasceerende. is vennoodclijk door do duisternis misleid to water gcloopen. Op hulpgeroep zija ocnige bewoners van de nabij staando huizen toe geschoten, doch zij mochten er niet in slagen haar te redden. Het lijk werd later levenloos opgehaald. Een uür lang poogdo men nog do le vensgeesten weder op te wekken; 't mocht even wol niet baten. Haar lijjk is naar het bureau van politie vervoerd waar het door de familie is her kend. Men kan zich de droefheid dor familie voor. 6tellcn een 49-jarige dochter op zulk oen wijze to moeteu verliezen. Door het Comité voor Kinder-Zendingssa- monkom3ten alhier wordt op Donderdag 9 Decem ber a.s. in het gebouw „Prediker" een ïiehtbeeL denarend gehouden. Een oud-zendeling heeft zich bereid verklaard do te vertoonen lichtbeelden te verklaren en toe tc lichten en daarbij den kindo ren te vertellen van den Mohammcdaanschen Godsdienst en van de volken dio dezen Gods dienst belijden. Wij twijfelen niet of vele ouders zullen, indim niet zelf, dan toch zeker hunne kindoren, dcTj bijeenkomst doen bijwonen. Do entreeprijs is uiterst gering! FEUILLETON. De gemeente onder het kruis (Onder dc Pelgrim-vadcrs.) 18) „Bij Christus!" antwoordde do eerwaar- 1 ide ouderling met tranen in de oogen. „Zijn wil geschiede!" zeide de hoor Brad ford, als wilde hij openlijk getuigenis afleg- i gen van zijn geloof en van zijno onderwer- f ping. Daarna liet hij zich weer op zijn bank yallen, en zeide halfluid: „Alleen!" Er heerschte stilte in de beide vaartui gen; aller gelaat teekende verslagenheid. „Acht dagen geleden, verdronken," zoo sprak men van bank tot bank, terwijl men j de berichten die de heer Brewster zijnen yrienden mededeelde, elkander overgebracht. i,Het is goed te waken en te bidden!" En al deze Christenen beproefden zich Troor God; terwijl zij nog eens den grond hunner hoop onderzochten, en zich afvroe gen of zij bereid waren zoo plotseling voor den Rechter te verschijnen. Nieniand twijfelde aan de zaligheid van mistress' Bradford; zij was een stemmige j Trouw, wier liefdadigheid haren man dik- worf to ver dodreven had geschenen. Hij. Als zeer voorzichtig rentmeester, dacht wel »iiö dat do hand van ziine Dorothea al te mild was. Zijno metgezellen wisten het. „Zij heeft zich oen schat vergaderd in den hemel", zeiden aan boord de arme vrou wen, die zij in het verborgen te hulp was gekomen. Leunende op den arm van Carver be klom William Bradford het schip. Hij had geen kinderen, om hem tegemoet to gaan, en de toegenegenheid van den vriend, dien hij tot zijn troost gezocht had, was voortaan zijn eenige steun op aarde. YH. De „May Flower" was uit het water bij kaap Cod, de eerste ankergrond der Pel- grimvaders bij de kust vau hun toekomstig vaderland, vertrokken, en had het anker ge worpen in do baai van Plymouth, zooals zij den schoonen inham genoemd hadden, waar het kleine vaartuig eeu verloren schip in de groote ruimte scheen. Nadat zij er een oogenblik over gedacht hadden, zich op een eiland in het midden der haven nedor te zetten, hadden zij een plek op do kust uitgekozen, en men begon huizen te bouwen. De levensvoorraad was zeor gedund, de sterftegcvallen namen toe; het was tijd een schuilplaats op het land te verkrijgen en er as} te denken, den grond to ontginnen, ton einde voor do toekomst het noódigo voedsel te bekomen. „Als de Heer voortgaat, ons zoo te slaan," zeide de heer Bradford tot zijn vriend Carver, „zal er zeer weinig levensbe hoefte .noodig zijn voor het handvol uitge leerden, die den Indianen ter prooi zullen vallen." „Ons geloof wordt op een zware proef gesteld," antwoordde de gouverneur, ter wijl hij een oogenblik den hakbijl liet rus ten want dit is het werk des Heeren." „Ik weet, Hij zal het doen," hernam Bradford; „doch misschien niet door onze handen. Zij zijn mogelijk te bezoedeld, om hier zijne kerk te stichten." Bradford viel weer in con sombere mij mering. Zwaar gedrukt, door het verlies van zijne vrouw, had hij oen zwaren inwen- digen strijdhet was hem, alsof God op hom vertoornd was en hem van zijn ver bond had uitgcetooton. Carver zag hem met deernis aan. ,,Tk heb mijn zoon moeten missen," sprak hij bij zichzelven, „maar hij, hij is alleen," en uit volle meewarigheid ging hij den hcei Brewster opzoeken. Do eerwaarde ouderling was bezig, oj den grond gezeten, bundels van riet en bi„ .zen te maken, die dienen moesten om di. 'woningen te overdekken. Hij was niet sterk genoeg om balken te maken, ook niet bekwaam genoeg om als metselaar te werken. Hij had zich daarom eenvoudig gewijd aan het biudeu van de bossen biezen en het slijpen van het tim mermansgereedschap. Gezeten in het midden van een menigte biezen, den Bijbel opengeslagen op een boomstam naast zich, met de bril op den neus om zijn verzwakt gezicht te hulp te komen, sloeg de heer Brewster de oogen op naar dén gouverneur met een zoo helde ren, zoo kalmen blik, dat de heer Carver uitriep: „Och, wat zöu die arme Bradford gelukkig zijn, als hij dien vrede had, die van u uitstraalt." „Den vrede geeft de Hoer," zeide de heer Brewster op ernstigen toon; „maar onzen broeder gaan in deze oogenblikken zware golven over het hoofd. Ik zal trachten zijn hart voor God on in het gebed te doorzoeken, omdat onze waar de vriend en herder Robinson hier niet is, „at ik alle dagen betreur." „Zou hij reeds dood ziju?" sprak ae heer ar ver ontsteld. „En met Christus," hernam do heor Brewster: „de dood scheen hem 6lechts een lap tot het leven." 1 )e huizen verrezen langzaam. Do ongehuwde mannen, of zij die hunno vrouwen in Engeland hadden achtergelaten,- zooals Samuel Fuller en velo anderen, wa*. ren aangezocht zich bij eenige familiéu aan to sluiten, ten einde een kleiner aanlal wo ningen noodig te hebben. William Bradford had zich tot den heen Carver gewend, met de vraag: „Wilt gij mij in uwe woning opnemen?" „Uw God is mijn God", antwoordde de gouverneur, „en mijn dak is uw dak." Anna had de oogen neergeslagen, om hare teleurstelling niet tc laten blijken. Na zoo vele maanden op de „May Flo wer" to hebben doorgebracht, zonder daü hot haar mogelijk was geweest de een zaamheid of het vertrouwelijke van het fa milieleven tc genieten, had zij gehoopt op hot land iets terug te vinden van die vre dige eenheid, die het kleine huis in Leiden kenmerkte; de tegenwoordigheid van deq heer Bradford voegde er oen nieuw element aan toe, dat haar niet beviel. Zij waagde het daaromtrent iets toti haro. moeder te zeggen. „Hij zet de eenzamen in een huisgezin," zeide mistress Carver; „uw vader zegt, daS do ordinantie van den raad de vervulling is vait de belofte." j (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1