Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ABONNEMENTSPRIJS
in leiden en buiten leiden
waar agenten gevestigd zijn
isr kwartaal 12.59
Ier week10.19
i banco per post per kwartaal 12.90
iste JAARGANG. - MAANDAG 6 DECEMBER 1920. - No. 210
BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEWONE REGEL 10.22 1/3
DES ZATERDAGS Ï0.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARTBF
KLEINE ADVERTENTIES va. liocgïlenj
30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 ccr»t.
:- bij vooruitbetaling
Een kloek woord.
In de „Opbouw" het orgaan van den
iristclijkon Bouwvakarbeidersbond, von-
n wij een artikel dat we onzen lezers niet
illen onthouden.
Br is ook in onze kringen nog wel vaak
mg wantrouwen ten opzichte van de
kristelijke arbeidersbeweging.
Welnu, dit artikel kan ons loeren hoe
listig sommige leiders hunne ongetwijfeld
oeilijke taak opvatten en van hoe groote
ïtoekenis voor den opbouw en uitbouw
an ons maatschappelijk leven do christe-
jke vakbeweging kan zijn.
I „Het wordt inderdaad een hoe langer
joe moeilijker taak iu de huidige maat-
bliappelijke omstandigheden vast te hou-
|en aan, en te handelen volgens ons Chris-
elijk beginsel. Toen de organisatie nog
jan het opkomen was, en do arbeiders nog
n groots mate onrecht leden, was het ge-
hakkelijk om ook op grond van het Chris-
llijk beginsel- een wapen to smeden tegen
fit onrecht. Wel moest, door het nieuwe
tan de zaak, en een dikwijls verkeerd be-
ïrijpen, veel moeite worden gedaan de over
tuiging te wekken ten opzichte van het
toede recht van hot middel dor organisatie,
haar toch het persoonlijk voelen van het
maatschappelijk onrecht moest er ten 6lotte
als van zelve toe leiden, dat men, ziende de
resultaten, deze zaak meer sympathiek werd
en haar meer en meer ging zoeken. Maar
thans ondervinden wij maar al te zeer, dat
Bet gemakkelijker is de zonden in anderen
jte laken, dan ze zclven na te- laten.
Getoornd hebben wij op hen die zich ver
rijkten ten koste van het loon dor arbeiders,
«n niet ten onrechte, ook Gods Woord
itoornt hier tegen. Ook de zoogenaamde O.
iW.'ors, die misbruik makendo van het alge
meen tekort, zich schatten verzamelen, wor-
priden door ons verfoeid, en ook weer niet ten
onrechte. Het zoeken van vuil gewin is in
heel haar wezen onbestaanbaar voor een
belijder van God en ook Hij zelve waar-
I schuwt hier tegen. Maar volgons ons begin-
I sel toornden wij slechts met mate, omdat
I ,wij wisten, dat ook wij zeiven van nature
niet beter zijn, on voegden wij aan do bede
om zegen van God in den strijd tegen het
[onrecht de bede toe: „leid ons niet in de
.verzoeking, en verlos ons van den boozo"
'Althans zoo behoorde het te zijn. Een ieder
Irrage zich zeiven af hoe hij in dezen heeft
gehandeld en nog handelt. Maar vast staat
•dat onze christelijke vakbeweging staat op
[den grondslag van Gods Woord- hetwelk
zulk een stemming van ons eischt.
Vooral voor de bouwvakarbeiders is
thans de ure van zelfbeproeving in dezen
aangebroken. Niet dat wij kapitalen
'gaan bezitten of in de naaste toekomst zul
len bezitten, in geen geval. Maar als Gods
Woord ons verbiedt te zondigen, en dan
ide zonde in zijn consequenten vorm noemt,
ligt daarin steeds opgesloten dat hij, die in
beginsel zich schuldig maakt, even zeer
schuldig is.
Wat is nu het aanleidend beginsel ge
weest voor hen die zich verrijkten door
liet tekort doen van den arbeider in zijn
loon, en als O. W.'er zich schatten verza
melden door woekerwinst? Immers de gele
genheid die hem gunstig was en het per
soonlijk egoisme, dat alleen vroeg wat is
in mijn belang, en er niet aan dacht dat
anderer ellende grooter werd naarmate zijn
kapitaal vermeerderde. Er was gebrek aan
datgene wat hij bezat, en hij 6tond dit
slechts af in ruil voor onmatig hoogen
prijs.
Thans is er nog steeds gebrek aan veler
lei, maar er is ook gebrek aan woningen
<en ook niet minder aan bouwarbeiders
Nu bezitten wij dus feitelijk daardoor,
evenals, de O.-W.'ers een deel van datgene
waarom do maatschappij roept.. Daarnaast
weten'wij, dat de maatschappij .verarmd is,
en afgezien van do hoogte van ons loon, we
6teeds nog eon tekort zullen voelen. Zullen
wij nu toonen van het beginsel te. zijn, die
in naam van God strijden tegen het per
soonlijk- of groepsegoismc? Of zullen wij
ons ook plaatsen op het standpunt „haal
wat er te halen is". Wij waardeerden de
organisatie en hare leiders toen ze actief
voor ons in do bres kwamen en streden
tegen het onrecht. Zullen wij haar blijven
waardeeren als ze passief voor ons optreedt
en noopt tot matiging?
Voorwaar, ons Christelijk beginsel eischt
van ons, dat wij ons zeiven louteren. Maar
wij zijn ditmaal zeiven in de schoonc gele
genheid en de taak wordt inderdaad moei
lijk.
Uiterst moeilijk is de taak die thans op
ons rust als Christen arbeiders. Wij leven
immers te midden van hen die naar don
eisch van dit beginsel niet vragen, de massa
die uitgaat van het standpunt dat wie de
macht heeft haar dient te gebruiken, wier
ideaal is de ontwrichting der huidige maat
schappij.
Bovendien wordt misbruik gemaakt,
door tal van bezitters, van het product,
alsook door ondernemers in dit bedrijf, van
de hooge conjunctuur.
Vooral ook ondernemers, die volgens
eigen zeggen, geen chaos in het bedrijf zul
len ontzien, om hun positie te handhaven.
Ernstig drukt dan ook thans de vraag
op onze zielen, vooral als leiders van een
christelijk© organisatie, wat is thans onze
taak?
Maar niet Gods hulp zullen, wij ook in
deze moeilijke zaak een weg vinden. Wij
vleien ons niet mot de hoop dat ons stre
ven direct onverdeeldo sympathie zal heb
ben, maar levende bij de overtuiging dat
wij aan on3 beginsel verplicht zijn, trots
alles, te strijden voor recht eu billijkheid,
zoo zullen wij geen oogenblik wijken voor
do mentaliteit onzer leden, al zouden ook
allen zich laten verleiden door het groeps
egoïsme en onze leiding nietrmeer wenschen.
Wij vertrouwen dat God ons kracht zal
geven ook in dezen Hem meer gehoorzaam
te zijn dan do monschen. De taak is moei
lijk, monschelijkerwijs, zelfs te moeilijk.
ScHbnko God ons dan- hierbij zijnen onmis-
baren zegen.
Wanneer dergelijke stemmen ook in an
dere kringen meer gehoord waren, de maat
schappelijke nood zou waarschijnlijk niet
zoo groot zijn, als thans helaas het ge
val is.
STADSNIEUWS.
-liet millioen.
Van „een eenvoudig werkman" die gaarno zijn
aandeel in hot millioen wil bijdragen ontvingen
wij een bijdrage van f3.50. Een goed voorbeeld
dat,naar wij hopen, velen tot navolging zal prik-,
kelen.
Eevangelisatiesamenkomst.
De plannen betreffende eeno evangelisa
tie-samenkomst aan den vooravond van
het Kerstfeest waarvan we onlangs mel
ding maakten, nemen vaster vormen aan.
Het uitvoerend comité, bestaande uit ver
tegenwoordigers van de Commissie voor
Stadsevangelisatie der Ger. 'Kerk alhier,
van 4 Wijkcomité's iu de Ned. Herv. Korkj
en van de Afd. Leiden van diet Ned. Lu-
therech Comité voor In- on Uitw. Zending
heeft besloten tot zulk eene. samenkomst op
Vrijdag 24 December a. 6. in de Groote
Stadszaal. Als sprekers zullen alsdan op
treden Ds. H. J. Kouwenhoven, zoo moge
lijk een Luthersche predikant en Ds. M. J.
Punselio.
Tevens is reeds medewerking verkregen
van do zangvereeniging L. E. D. A. G. O.
H. en van een strijkorkest.
Uitgevoerd zullen worden uitsluitend
Kerstliederen, teneinde zoowel door spreken
als zingen (ook gemeenschappelijk) de
hoorders voor te bereiden voor de viering
van het Kerstfeest.
Ook kunnen we nog meedeelen dat het
Comité aan nog meerdere plannen uitvoe
ring hoopt te kunnen geven.
Drankbestrijding.
Zaterdagavond hield hot Leidsche Drank-
weercomité, een openbare vergadering in
de slechts zeer matig bezette Stadszaal.
Om 8 uur opende de heer Eilders met een
kort woord het samenzijn, omdat na de
vergadering de tentoonstelling bezocht zou
worden.
De heer J. Schmidt uit Buesum, daarna
het woord krijgend, begon met de opmer
king dat de geschiedeuis zich herhaalt. Ze
vindt steeds een menschheid, die weinig uit
de geschiedenis leert. In 't bijzonder in be
trekking tot "het alcoholvraagstuk. Nu de
rantsoeneering is afgeloopen, waar is nu
op allerlei gebied de matigheid gebleven?
Volgens de drankhandel staat het met
ons volk nog zoo erg niet.
Het hoofdbestuur van den Bond van Dis
tillateurs kwam dan ook met een publicatie
van zeer onvoldoende gegevens. In de eer
ste maanden na de rantsoeneering was er
een vermeerdering van 35 pet. drankver-
bruik. Door het Nederlandsche volk wordt
per jaar 50 millioen gulden drankaccijns
betaald, dat is pl.m. 1 millioen gulden per
week. 272 millioen gulden betaalt ons volk
aan den drank (wijn en bier meegerekend).
De criminaliteit in de gemeenten neemt met
een gemiddelde van 250 pet. toe. Alles ten
gevolge van het drankmisbruik.
Ook onder jonge meuschen neemt de
dronkenschap toe.
De geheele onthoudersbeweging komt iu
ernstig gevaar.
De drankreclames nemen schrikbarend
toe. De arbeidstijd Ls verkort het loon
stijgt allemaal oorzaken die het drank
gebruik doen toenemen. De ongeorganiseer
de arbeidersklasse is nog niet genoeg opge
voed om deze economische veranderingen
te dragen. Maar reeds in Bussum vroeg de
Christ e l ij le e Besfcuurdersbond het
eerst, om afschaffing van den drankhandel.
Wat er nu gedaan moet worden is: werk
van volksopvoeding in 6taat. en maatschap
pij, door middel van organisatie, van school
en kerk. Eu daarom moet de actie van
plaatselijke keuzo weer met kracht ter
hand genomen. Dit is geen wondermiddel.
Maar een van de middelen, dat past in ons
kader. Spreker wijst op het-petitionnement
van 1914. De geheole audiëntiezaal der Ko
ningin was vol met pakellen van handtee-
keningen.
Mr. Rutgers heeft een voorstel in de Ka
mer ingediend om in do drankwet het recht
van plaatselijke keuze toe te 6taan. Roods
nu staat dit in principe in de wet. Maar het
volksreferendum is niet door do grondwet
toegestaan. Ofschoon het parlementair ge
bruik brengt meo dat do regeering zich aan
een besliste uitspraak van het volk aan
past.
Maar wil de drankbestrijding haar be
slag krijgen dan moet er minstens een meer
derheid van 75 pet., anders is de kans op
ontduiking en vooral op tegenwerking nog
te groot.
In de wet moet dan ook een artikel opge
nomen worden, die den ex-vergunninghou
ders een lijfrente toestaat. Deels te betalen
door de gemeente, deels door den staat.
Waarlijk spreker begrijpt de actie der
drankhandel niet, als zij zich vermomt on
der den schijn het drankgebruik tegen te
gaan. Spreker eindigt met oen vurige op
wekking, niet alleen te strijden voor do
drooglegging der Zuiderzee maar tot
drooglegging van geheel ons vaderland
van den drank.
Na eene korte pauze krijgt Ds. P. v. d.
Vliet van Hazerswoude het woord.
In het drama van het wereldgebeuren
wisselen tijden van het sociale en het indivi-
dueele af. Thans is er een tijd van vereeni-
ging. Het is nu de sociale tijd. Men heeft
tal van vereenigingen, fciesvereenigingen,
6piritistenvereenigingen, letterkundige ver
eenigingen enz. Iedereen is lid van de club.
Het kleinste kind weet van den Volkeren
bond.
Groote zaken roepen ons aller vereeni-
ging.
Volks zonden roepen ook om veree-
nigde tegenwerking.
De drank is niet alleen een vijand, maar
een Satan in 't gewaad eener liefdezuster.
Waar de drank komt, komt de duivel zelf,
om de ziel in 't eeuwig verderf te storten.
Een vijand houdt men op de grens tegen.
Men houde dus den drank buiten de deur.
De volgende week gaat het door Leiden:
„togen den drank, op voor de onthouding"
Nu "lacht men niet meer om een geheelont
houder. De drankbestrijding is gegroeid tot
een leger.
Velen gelooven nog niet, dat de drank
een vijand is. In onze maatschappij is: le.
vermeerdering van productie eu 2e. verhoo
ging van het uithoudingsvermogen noodza
kelijk. De drank werkt die twee tegen. De
drank stelt zich ook tegenover den gods
dienst.
Kerk en kroeg staan als twee onverzoen
lijke machten tegenover elkaar. Daarom is
de drank een volks-, een landsgovaar. Maar
ook vernietigt de drank het- zedelijk leven.
Zij werkt de prostitutie in de hand. Ook
het wilsleven wordt verslapt. Men kan zich
niet meer tegenover den drank beheerschen.
De moraal van het volk wordt een slappq
kroegmoraal. Daarom voorwaarts als
drankweer tegen den duivel van het Neder
landsche volle. De drank ruimt alles in het
gezin op, de meubels, do linnenkast, do
kleertjes van het kind. De vrede verlaat
het huis. De huurlieden kennen het huis
van den dronkaard. Na in den breede dè
ellende van den drank en zijno gevolgen ge
schilderd te hebben behandelt spreker de
opmerking, dat sommigen beweren liever
te willen staan in de „Christelijke vrijheid".
Maar is dit geen frase, om zelf iets te ge
bruiken, terwijl uw medemensch vergaat?
Alcohol is een gave Gods ja, dan
moet het alleen gebruikt worden, voor het
doel, waarvoor God hot gaf.
Op dezen avond is de opening van den
anti-alcohol-tentoonstelling. Zijt ge door
de ellende getroffen, voegt u dan bij ons
leger? De drankweer staat voor u! Christen
doe het biddend, ziende op Christus' offer!
Kleopatra gooide een parel in de azijn, die
hem verteerde.
Op den bodem van het drank glas ligt een
nog grooter 6chat.
Voorwaarts; om Gods wil in ons leger,
en God van den hemel zal het ons doon
gelukken!
Na een kort woord van den heer Eilers,
werd de tentoonstelling geopend. Aan den
uitgang was er een collecte.
Op de tentoonstelling zélf komen we
nog wel even tor-ug.
v— Ds. H. W. Groot Enzorink, Predikant te
Löcuwarden, heeft het beroep naar de Ned. Henr.
Gemeente alhier, aangenomen.
v-De heer K. Branie, distriet-sehcrolopziener
to Goes, benoemd tot Inspecteur van het Lager
Onderwijs te Leiden, hoeft in verband met zijn
vertrok naar deze gemeento ontslag genomen
als lid van den Gemeenteraad van Goes.
Do heer Brants behoort tot do anti-revolu-
tionairo partij.
Uit bijna 40 sollicitanten is benoemd tot op
volger van den heer A. J. de Lange, die 1 April
1921 zijn betrekking van hoofd der Chr. School
aan do Pasteurstraat zal neerleggen, de heer J.
Kalsbeek, ho.old der Chr. School to West-Tow.
schelling.
Do -benoemde is een zoon van den hoer Kuls-i
beek, hoofd eener Chr. School le Woerden.
Bij de gisteren na afloop der morgendienst
gehouden verkiezing voor ouderlingen ca diakenen
in do Geref. Kcrk alhier, zijn herkozen tot ouder
ling de hoeren A. Bogaards, J. W. Kooyman3
J. M. de Koning, D. Nieuwenhuijs, J. J. War-
r.aar en J. Wolters, en gekozen de hoeren T. v.
Egmond en T. S. Goslinga, terwijl een herstem*
ming zal plaats hebben tusschen do hoeren H. v.
Weeren en K. van Steenwijk. Tot diaken zijn
herkozen de heeren P. J. Gijsman en W» den
Heet on en gekozen de heeren J. Karstens, C.
Mulder eu W. E. Pera, terwijl herstemming zal
plaats hebben tusschen de heeren L. Boekkooi en
H. J. de Ru.
De herstemming zal plaats hebben a.s. Woena-
dagavond na afloop der te houden samenkom
sten in de kerk Hooigracht, waar Ds. W. Bouw-*
n an een gedachtenisrede zal liuuden bij gelegen
heid zijner vijf en twintigjarigo ambtsvervulling.
Op ruim 70-jarige leeftijd ia alhier over
leden de heer W. C. Mulder, in leven architect
en bouwkundige alhier.
De overledene, die gedurende bijna oen halve
eeuw als architect in onze stad ia gevestigd ge
weest, heeft zich door een zeer werkzaam leven
en groote bekwaamheid in do bouwkundige we
reld een naam van beteekenis verworven.
Tal van groote werken kwamen onder zijn
bekwame en energieke leiding tot 6land en heb
ben niet weinig bijgedragen tot verfraaiing van
onzo stad.
Zijn buitengewone ijver en nauwgezetheid, tot
in de kleinste bijzonderheden, bij do onder zijn
leiding tot 6tand gekomen bouwwerken, zijn bij
hen, die onder hem werkten, van algomeeno be
kendheid.
'Er was weinig wat hem ontging of wat zijn
aandacht ontsnapte.
De heer Mulder heeft gewerkt zoolang het dag
was.
Tot voor kort, toen het loopen hem moeilijk
viel, begaf hij zich nog per rijwiel door de stad
om zijn zaken te verrichten.
Hoewel niet bchoorende tot onzen kring do
heer Mulder was de vrijzinnige beginsclon t-ooge*
daan aarzelen wij geen oogenblik to zeggen,
dat onzo stad in den heer Mvider een barer bes
te burgers verliest.
- Op Donderdag 16 December a.s. zal voor do
Voroeniging „Do Middaghoogto" in de Stadsge
hoorzaal optreden da heer J. B. Notolcnbos, voor
heen predikant bij de Geref. Kerk to Middelburg.
Ds. Notelenbos zal spreken over: Het Pro
testantisme handhaaft den Godsdienst als inner
lijk beleven.
Zaterdagavond omstreeks zes uur had ia
onze stad een droevig ongeval plaats, do 49-jari-
go juffrouw L. L. S. alhier, de Rijn- en Schiokads
pasceerende. is vennoodclijk door do duisternis
misleid to water gcloopen. Op hulpgeroep zija
ocnige bewoners van de nabij staando huizen toe
geschoten, doch zij mochten er niet in slagen
haar te redden. Het lijk werd later levenloos
opgehaald. Een uür lang poogdo men nog do le
vensgeesten weder op te wekken; 't mocht even
wol niet baten. Haar lijjk is naar het bureau van
politie vervoerd waar het door de familie is her
kend.
Men kan zich de droefheid dor familie voor.
6tellcn een 49-jarige dochter op zulk oen wijze
to moeteu verliezen.
Door het Comité voor Kinder-Zendingssa-
monkom3ten alhier wordt op Donderdag 9 Decem
ber a.s. in het gebouw „Prediker" een ïiehtbeeL
denarend gehouden. Een oud-zendeling heeft zich
bereid verklaard do te vertoonen lichtbeelden te
verklaren en toe tc lichten en daarbij den kindo
ren te vertellen van den Mohammcdaanschen
Godsdienst en van de volken dio dezen Gods
dienst belijden.
Wij twijfelen niet of vele ouders zullen, indim
niet zelf, dan toch zeker hunne kindoren, dcTj
bijeenkomst doen bijwonen.
Do entreeprijs is uiterst gering!
FEUILLETON.
De gemeente onder het kruis
(Onder dc Pelgrim-vadcrs.)
18)
„Bij Christus!" antwoordde do eerwaar-
1 ide ouderling met tranen in de oogen.
„Zijn wil geschiede!" zeide de hoor Brad
ford, als wilde hij openlijk getuigenis afleg-
i gen van zijn geloof en van zijno onderwer-
f ping. Daarna liet hij zich weer op zijn bank
yallen, en zeide halfluid: „Alleen!"
Er heerschte stilte in de beide vaartui
gen; aller gelaat teekende verslagenheid.
„Acht dagen geleden, verdronken," zoo
sprak men van bank tot bank, terwijl men
j de berichten die de heer Brewster zijnen
yrienden mededeelde, elkander overgebracht.
i,Het is goed te waken en te bidden!"
En al deze Christenen beproefden zich
Troor God; terwijl zij nog eens den grond
hunner hoop onderzochten, en zich afvroe
gen of zij bereid waren zoo plotseling voor
den Rechter te verschijnen.
Nieniand twijfelde aan de zaligheid van
mistress' Bradford; zij was een stemmige
j Trouw, wier liefdadigheid haren man dik-
worf to ver dodreven had geschenen. Hij.
Als zeer voorzichtig rentmeester, dacht wel
»iiö dat do hand van ziine Dorothea al te
mild was. Zijno metgezellen wisten het.
„Zij heeft zich oen schat vergaderd in
den hemel", zeiden aan boord de arme vrou
wen, die zij in het verborgen te hulp was
gekomen.
Leunende op den arm van Carver be
klom William Bradford het schip.
Hij had geen kinderen, om hem tegemoet
to gaan, en de toegenegenheid van den
vriend, dien hij tot zijn troost gezocht had,
was voortaan zijn eenige steun op aarde.
YH.
De „May Flower" was uit het water bij
kaap Cod, de eerste ankergrond der Pel-
grimvaders bij de kust vau hun toekomstig
vaderland, vertrokken, en had het anker ge
worpen in do baai van Plymouth, zooals
zij den schoonen inham genoemd hadden,
waar het kleine vaartuig eeu verloren schip
in de groote ruimte scheen.
Nadat zij er een oogenblik over gedacht
hadden, zich op een eiland in het midden
der haven nedor te zetten, hadden zij een
plek op do kust uitgekozen, en men begon
huizen te bouwen.
De levensvoorraad was zeor gedund, de
sterftegcvallen namen toe; het was tijd een
schuilplaats op het land te verkrijgen en er
as} te denken, den grond to ontginnen, ton
einde voor do toekomst het noódigo voedsel
te bekomen.
„Als de Heer voortgaat, ons zoo te
slaan," zeide de heer Bradford tot zijn
vriend Carver, „zal er zeer weinig levensbe
hoefte .noodig zijn voor het handvol uitge
leerden, die den Indianen ter prooi zullen
vallen."
„Ons geloof wordt op een zware proef
gesteld," antwoordde de gouverneur, ter
wijl hij een oogenblik den hakbijl liet rus
ten want dit is het werk des Heeren."
„Ik weet, Hij zal het doen," hernam
Bradford; „doch misschien niet door onze
handen. Zij zijn mogelijk te bezoedeld, om
hier zijne kerk te stichten."
Bradford viel weer in con sombere mij
mering. Zwaar gedrukt, door het verlies
van zijne vrouw, had hij oen zwaren inwen-
digen strijdhet was hem, alsof God op
hom vertoornd was en hem van zijn ver
bond had uitgcetooton.
Carver zag hem met deernis aan. ,,Tk
heb mijn zoon moeten missen," sprak hij
bij zichzelven, „maar hij, hij is alleen," en
uit volle meewarigheid ging hij den hcei
Brewster opzoeken.
Do eerwaarde ouderling was bezig, oj
den grond gezeten, bundels van riet en bi„
.zen te maken, die dienen moesten om di.
'woningen te overdekken.
Hij was niet sterk genoeg om balken te
maken, ook niet bekwaam genoeg om als
metselaar te werken. Hij had zich daarom
eenvoudig gewijd aan het biudeu van de
bossen biezen en het slijpen van het tim
mermansgereedschap.
Gezeten in het midden van een menigte
biezen, den Bijbel opengeslagen op een
boomstam naast zich, met de bril op den
neus om zijn verzwakt gezicht te hulp te
komen, sloeg de heer Brewster de oogen
op naar dén gouverneur met een zoo helde
ren, zoo kalmen blik, dat de heer Carver
uitriep: „Och, wat zöu die arme Bradford
gelukkig zijn, als hij dien vrede had, die
van u uitstraalt."
„Den vrede geeft de Hoer," zeide de heer
Brewster op ernstigen toon; „maar onzen
broeder gaan in deze oogenblikken zware
golven over het hoofd.
Ik zal trachten zijn hart voor God on in
het gebed te doorzoeken, omdat onze waar
de vriend en herder Robinson hier niet is,
„at ik alle dagen betreur."
„Zou hij reeds dood ziju?" sprak ae heer
ar ver ontsteld.
„En met Christus," hernam do heor
Brewster: „de dood scheen hem 6lechts een
lap tot het leven."
1 )e huizen verrezen langzaam.
Do ongehuwde mannen, of zij die hunno
vrouwen in Engeland hadden achtergelaten,-
zooals Samuel Fuller en velo anderen, wa*.
ren aangezocht zich bij eenige familiéu aan
to sluiten, ten einde een kleiner aanlal wo
ningen noodig te hebben.
William Bradford had zich tot den heen
Carver gewend, met de vraag:
„Wilt gij mij in uwe woning opnemen?"
„Uw God is mijn God", antwoordde de
gouverneur, „en mijn dak is uw dak."
Anna had de oogen neergeslagen, om
hare teleurstelling niet tc laten blijken.
Na zoo vele maanden op de „May Flo
wer" to hebben doorgebracht, zonder daü
hot haar mogelijk was geweest de een
zaamheid of het vertrouwelijke van het fa
milieleven tc genieten, had zij gehoopt op
hot land iets terug te vinden van die vre
dige eenheid, die het kleine huis in Leiden
kenmerkte; de tegenwoordigheid van deq
heer Bradford voegde er oen nieuw element
aan toe, dat haar niet beviel.
Zij waagde het daaromtrent iets toti
haro. moeder te zeggen.
„Hij zet de eenzamen in een huisgezin,"
zeide mistress Carver; „uw vader zegt, daS
do ordinantie van den raad de vervulling
is vait de belofte." j
(Wordt vervolgd).