Dagblad voor Leiden en Omstreken.
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL 12.59
PER WEEK10.19
FRANCO PER POST PER KWARTAAL I 2.90
Iste JAARGANG. - MAANDAG 18 OCTOBER 1920. - No. 168
BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEWONE REGEL 10.221/3
DES ZATERDAGS 10.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
80 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent,
bij vooruitbetaling
17.
Uil de Pers.
TWEEEKLEI UITING.
n( De sociaal-demo er aten, in en buiten Het
iV olk, hebben geen woorden genoeg gehad
©m der Regeering te verwijten dat zij „uit
verwaten hooghartigheid" niet wilde spie-
4: .ken met de leiders der stakende postman
nen. Maar d e '1' ij d herinnert ter snede aan
de houding, door den Belgischen minister
president aangenomen, toen ook bij onze
Zuiderburen en staking van Ötaatsambte-
naren was uitgebroken. De minister zeido
toen in de kamer (13 Jan. 1920):
De Kegeering beseft den ernst van
toestand. vVij ondergaan een kolencri-
6is en een broodcrisis. Wij bekommeren er
ons zeer om, maar wij kunnen ons geen
geweid laten aandoen. In overleg met den
minister van spoorwegen hebben wij reke
ning gehouden met den staat onzer geld
middelen. Geen regeering zou mogelijk zijn,
indien zij den druk moest ondergaan van
om 'l even welke klas van hare beambten.
Ook is de regeering overtuigd, dat de be
ambten, die hun werk staakten, in hun om
aannemelijke houding niet zuilen volhar-
den, nadat de toestand duidelijk bloot ge-
de legd werd en dat zij onmiddellijk hun werk
an zuilen hernemen. Indien er nochtans beamb-
o ten zijn, die hardnekkig weerstand bieden.
behoudt de Regeering zich het recht voor.
of ze ais ontsiagnemenden te beschouwen,
de Deze verklaring werd afgelegd namens
er eene Kegeering, waarin vier sociaal-demo-
en craten onder wie Em. van der Velde
oud-Voorzitter van het Uitvoerend Bureau
der Tweede Internationale zitting heb'
ben.
En toen het onderwijzend personeel ir
België met staking en sabotage dreigdé
m heett de Minister van Onderwijs, de beken-
de Waalsche socialist Jules Destrée, zich
et in de kamerzitting van 6 Mei 1920 als
volgt uitgelaten:
indien de Regeering hare wel wil
gelieft te betuigen, zegt zij echter
||heel luid tot de onderwijzers, dat er geen
*^6praak van kan zijn, dat zij ooit toegeve
aan bedreiging of schrikaanjagingIk
i dring er dus op aan, dat de onderwijzers
niet zouden voortgaan in hun dreigen met
staking noch in hun pogingen tot sabotee-
jj ren. Dat zal ik niet dulden. Hoe pijnlijk het
mij ook moge wezen, zal ik niet aar
zelen de noodigo tuchtmaatregelen te tref-
ïiieB"
m DE WONINGNOOD.
Onder den titel Hoe erg het is
de Rotterdammer:
Jl Het reeds meermalen door ons besproken
boek van Dr. van Beusekom, Beschou
wingen o verden woningnood is
ook interessant dm de scherpe schildering,
die het geeft van de crisis, waarin wij zijn
Dlgekomen.
jz Merkwaardige voorbeelden worden aan
gevoerd. Woningen voor één gezin, zijn in
y"tweeèn en drieen gesplitst. Onbewoonbaar
etverklaarde en ontruimde woningen zijn we-
•itder in gebruik gesteld, kelders en zolders
bergen geheele huisgezinnen, terwijl schu
ren, tramrijtuigen, ja zelfs brandspuithuisi
jes en gevangeniscellen dienst moeten doen
^om gezinnen onder dak te brengen. Daar
een bittere woningnood geleden,
j(waarvan de diepte niet te peilen is, Het is
—ten eenenmale uitgesloten, dat wie niet aan
Llden lijve voelt al den angst, de zorg, do
gjfitoffelijke en geestelijke ellende, die in het
woord woningnood is begrepen, maar in de
verstaan kan, wat in de harten van
tengevolge van dien nood om
baat.
Begin 1918 woonden in de gemeente
in een lijkenhuis 6 gezinnen waar
ronder met 6 en 8 kinderen. In Paterswolde
een gezin al meer dan een jaar in
het brandspuithuisje, eene ruimte van 6a 8
vierk. M., zonder een raam of andere ope
ning; alleen als de deur openslaat komt
lucht binnen. Uit Barslo (gemeente Aalten)
wordt gemeld, dat een gezin van 3 personen
zijn intrek heeft genomen in een kippenhok.
Een ander gezin moet altijd door het raam
Üjn woning binnen gaan, omdat de deur
van het huis moet dienst,-doen voor-een an
der gezin. In do mijnstreek worden oudo
spoorwagens op dood spoor gerangeerd,
heele rijen naast elkaar om gezinnen onder
dak te brengen. Van Harderwijk vertelde
burgemeester Kemkers op het Woningcon
gres, „dat 14 gezinnen in één woning wa
ren bijeengehoopt, dat de zolders en ver
trekken waren verdeeld door wanden van
papier of van doek, om althans t,e zorgen,
dat. men elkaar niet zag bij het ontkleeden".
Telken dage schier wordt de reeks van
frappante staaltjes nog uitgebreid. Het
nieuwste snufje is wel, dat op een onzer
groote dorpen de publieke tribune van de
raadszaal tot slaapplaats is ingericht, ter
wijl elders een wachtlokaal op een begraaf
plaats als woning werd gereed gemaakt.
Becijferingen zijn gemaakt om te bereke
nen wat zou moeten geschieden om den nood
te lenigen. Mr. Moltzer schatte in Februari
1918 de 0ogenblikkelijke behoefte op
100.000 woningen, d. w. z. dat gedurende de
eertvolgende vijf jaren ieder jaar 20,000
woningen zouden moeten worden gebouwd
om den achterstand in te halen door den
oorlog ontstaan om dus weer te komen tot
de toestand van matigen woningnood van
voor 1914. Daarbij komt dan nog, dat voor
de jaarlijksche toeneming der bevolking
met ongeveer 100.000 personen, elk jaar
ruim 20.000 woningen noodig zijn. Hierbij
is niet gerekend met het aantal nieuwe wo
ningen, dat elk jaar noodig is ter aanvul
ling van het tekort, ontstaan door onbe-
woonbaarverklaring, slooping, verbouwing
veranderd gebruik, enz.
Een andere berekening maakte de inge
nieur Faber in Gemeentebelangen
van 1 Maart 1918. Hij komt daar tot de
conclusie, dat in de eerstvolgende 5 jaren
moeten gebouwd worden 245.000 woningen
om ongeveer in den toestand van voor den
oorlog te komen. Daar sedert dion de aan
bouw van nieuwe woningen veel te klein
was, om in den woningnood cenigermato te
voorzien, is het tekort nog aangegroeid. In
het voorjaar van 1919 schatte de heer Fa
ber het tekort op 280.000 d. i. pl.m. één
vijfde van het geheele aantal aanwezige
woningen. Nog erger werd het sinds dien:
thanB zullen zeker voor de volgende vijf
jaren meer dan 300.000 woningen noodig
zijn.
Wie aan dezen nood indachtig is, zal ver
staan hoe het roeping der Overheid is om
te steunen al wat de bouwlust onzer parti
culiere ondernemers en vereenigingen op
gezonde wijze kan prikkelen.
Niet minder 6terk ook zal hij beseffen,
dat het thans waarlijk de tijd niet is om de
eischen voor de inrichting der woningen op
te drijven.
Wat in normale verhoudingen kan wor
den toegejuicht moet nu eenmaal in eene
periode van onafzienbaren noocl worden
prijsgegeven."
STADSNIEUWS
Wij herinneren belanghebbenden aan don
Zendingsbidstond welke hedenavond zal worden
gehouden in de Oosterkerk alhier, en waarin ds.
A. F. P. Pop van Ameide zal spreken over: „De
biddon.de Hoogepriester".
Het Kiescollege der Ned. Hcrv. Gem. al
hier, zal op 29 October bijéénkomen om tot hot
beroepingswork van oen predikant over te gaan
(vac.-ds. Schokkig), voortdurende door het bedan
ken van ds. Fortgens, te Lage-Zwaluwo.
i— De Zaterdagavondmarkt, die sinds eenigen
lijd op do Vischmarkt gohouden wordt, mag zich
in. toenemcuden bloei verheugen, hoewel de in
deze omgeving wonende winkeliers, in verband
mot hunne zaken, de markt graag naar een andere
plaats zagen overgebracht.
Do markt zal echter te beginnon op a.s. Za
terdag ook met de Hoogstraat worden uitgebreid.
De Centrale A.-R. Kiesvereeniging in don
Statenjkieekring Leiden vergaderde Zaterdagmid
dag in „Zomerzorg", in hoofdzaak ter bespreking
van de a.s. wintercampagne.
Bij de te voeren actie zullen de werkzaamheden
voor onze pers een eerste plaats hebben in te ne
men.
In verband met een en ander zullen de Kies»
vereenigingen nadere medodeelingon ontvangen.
Do Christelijke Jongelingsvoreeniging „Uw
Bewaarder zal niet sluimeren" alhier bestond op
16 September jj. 25 jaar.
Vrijdag 22 October a.s.. zal dit feit in de Pie
terskerk in een wijdingssamenkoinst worden her
dacht. Ds. Hoogenraad van Leiden en ds.
H. T. Oberman van Rotterdam zullen als
sprekers optreden. Een en ander zal worden af
gewisseld door zang cn muziek.
Het is te verwachten dat velen onzer stadge-
nooten dezen avond zullen bijwonen.
De heer M. J. ten Raa, alhier tot arts be
vorderd, is bestemd tot reserve-officier van ge
zondheid bij het leger hier te lande.
Ons dagelijksch brood.
De Utrechteche
ging heeft een adres gezonden aan den mi-
nisler^van L., N. en H., waarin zij profil
steerd tegen de verdachtmakende mededee-
lingen, dat de kwaliteit van het regeeringr,
bruinbroód door slechto behandeling der
bakkers wordt verknoeid.
De kwaliteit toch van de door de regee
ring geleverde grondstoffen is dikwijls vaD
dien aard dat door het station voor maalde»
rij en bakkerij te Wageningen, deze grond
stoffen meermalen zijn afgekeurd voor men-
schelijk voedsel.
De verdachtmakingen van don heer Staal
man, Kamerlid, mi66en dan ook allen grond
Ook is thans bij de Utr. bakkerij weer
meel voorradig, waarvan geen behoorlijk
brood is te bakken.
Gevaarlijke Hollandschc Kaas?
Eenigen tijd geleden verschenen berichten
in de pers als zouden een aantal kinderen te
Weenen ziek zijn geworden door het nutti
gen van Hollandsche kaas.
Het Hoofdbestuur van het Nederlandsche
Roode Kruis heeft zich tot hot „Niederlan-
sches Hilfskomitee fur die Wiener Kinder"
dat de algemeeno zendingen uit Neder
land distrubueert gewend om inlichtin
gen en vernam daarvan, dat al deze sensa-
tieberichten onjuist zijn-
Verder deelt het Comité mede: „Bij het
door de overheden ingestelde onderzoek is
gebleken, dat de door ons Comité aan do
bewaarscholen verstrekte kaas hoewel
oud toch volkomen goed was en dat de
ongesteldheden der kinderen do combinatie
van het slechte brood met de kaas, waar
aan de Weensche magen niet algemeen ge
wend zijn niet heeft verdragen.
't Lijkt baast een sprookje.
In een prae-advies aan de Vereen, voor
de Staathuishoudkunde en de statistiek
geeft de heer Wibaut een interessante histo
rische herinnering als hij meedeelt, dat,
„Den Haag in 1853 het laatste deel afloste
van een in 1825 aangegane geldleening,
waarmede de geheele gemeenteschuld zou
zijn gekweten met uitzondering alleen van
de lijfrenten". Die lijfrenten bedroegen des
tijds nog ruim f 6000 en dagtcekenden uit
den Franschen tijd; in de jaren 1804 en 1810
had men n. 1. lijfrenten verkocht tot bedra
gen van resp. f 100.000 en f 46.200 om in
de kas-behoeften te voorzien en tegen een
rentevoet van 10 en 8,5 pet. Dit was de
reeds in de middeleeuwen gebruikelijke eu
blijkbaar in de 19de eeuw nog toegepaste
methode van geld leenen voor de gemeen
ten.
Tegenover deze lijfrenten tot het luttele
bedrag van f 6000 per jaar had dan de ge
meente nog een kapitaalbezit van f 720.000
op het Grootboek en nog andero kapitalen
tot ene bedrag van f 180.000.
De schuld toch van deze niet meer zoo
nette als vroeger, maar toch nog wel zeac
nette gemeente bedroeg einde 1914 reed6
f 62.485.000 en einde 1918 f 89.890.000".
Een groote Hollandsche stad geen schul
den het lijkt wel haast een sprookje!
Het Engelsche uitvoerverbod van
steenkolen.
Naar aanleiding van het bericht, dat ds
Engelsche Regeering den uitvoer van steen
kool in verband met de mijnwerkersstaking
heeft verboden en het bunkeren van steen
kolen is stopgezet, wordt gemeld, dat de
vaart op Ned.-Indië daardoor geen hinder
zal ondervinden. Men heeft met en uitbreken
van een mijnwerkersstaking rekening ge
houden en daarom de verschillende kolen
stations ruim van kolen voorzien.
Ook de vaart naar andere werelddeeleD
zal niet gestagneerd worden.
Wat de scheepvaart op Groot-Brittannië
en Ierland betreft, ook deze meencn de
maatschappijen te kimnen blijven voortzet
ten. Kan men niet in Engeland bunkeron.
dan zal men dat in ons land of elders doen.
Hoewel moeilijkheden niet zullen uitblij
ven, hoopt men toch .de verbindingen in
stand te kunnen houden.
Men ontveinsde zich evenwel niet, dal een
langdurige mijnwerkersstaking zijn invloed
over de geheele wereld zal doen gevoelen.
Electrotechniek.
Men meldt uit Den Briel:
Nu vermoedelijk weldra de Zuid-Holland-
sche eilanden alle voordeelen van de electri-
sche verlichting en beweegkracht zullen go-
nieten, heeft de vakschool in Den Briel-met
groote energie deze zaak aangevat, en, om
tot in de kleinste gemeenten dezer streken
de totstandkoming voor to bereiden en mo
gelijk, een cursus geopend in de electro-
techniek, waarvoor zich 180 deelnemers van
allerlei leeftijd hebben aangemeld.
Deze cursus is dezer dagen, in tegenwoor
digheid van vele plaatselijke autoriteiten
en het Statenlid L. P. van den Blink, ge
opend door mr. L. Trouw, voorzitter van
het bestuur der vakschool.
Jaarvergadering „De Middaghoogte".
Dezer dagen werd te Amsterdam do zes
de jaarvergadering gehouden van den Bond
van Vereenigingen „De Middaghoogte".
De bondsvoorzitter, dr. A. H. de Hartog,
herinnerde in zijn openingswoord aan de
groote verdiensten van den secretaris, den
heer Rustige, die zich genoodzaakt zag het
secretariaat neer te leggen en herdacht het
verlies, dat „de Middaghoogte" trof door
het overlijden van dr. H. W. Ph. van den
Bergh van Eijsinga.
De aftredende bestuursleden J. Eigenhuis
-en Jac. Rustige werden bil acclamatie her
kozen. Bij enkele candidaatstelling werden
gekozen de heeren G. H. N. van den Bos te
Leiden, A. Elffers te Leiden, mr. P. W. H,
G. van den Helm te Den Hoog en dr. C. E.
Hooykaas te Rotterdam.
Op voorstel van den heer Rustige werd
besloten de vereeniging „De Dageraad" tot
een schriftelijke polemiek aangaande de
verhouding tusschen Godsdienst en Weten
schap uit te noodigon, aangezien de pogin
gen om „De Dageraad" sprekende tot debat
te krijgen tot zoo sobere resultaten hebben
geleid. „De Middaghoogte" wil zich niet be
palen tot 'n defensief optreden, maar wil
opkomen voor hare stelling, dat de Gods
dienst door de Wetenschap gehandhaafd
wordt. Het bestuur zal stappen doen om
met „De Dageraad" nader te overleggen
aangaande een pro- en contra-polemiek.
Voor de volgende jaarvergadering werd
Leiden als plaats van bijeenkomst aange
wezen.
Het plan „Het Millioen".
In het gebouw voor „Kunsten en Wetenschap-»
pen" te Utrecht is Zaterdag door het Centraal
Comité van Antirevolutionaire Kiesvereenigingen
met partijgenooten uit onderscheiden deelen dei
lands eene vergadering gehouden, waarin nador
besproken is het plan van den Partijvoorzitter,
den heer H. Coiijn, in de Deputatenyergadering
van April j.l. aan de orde gesteld, om door een
stevige actie in den lande gelden bijeen te bren-»
gen voor den noodzakelijken uitbouw der organw
eatie en de voortdurende propaganda- der begin»
selen van de antirevolutionaire partij.
In de morgenvergadoring, aangevangen met het
zingen van Ps. 68 10, gebed en lezing van Eze»
chiël 47 1—12 en Openbaring 22 1 en 2 (han«
delende over het gezicht van de heilige wateren,
die uit den nieuwen tempel vloeiden), word door
den heer H. Coiijn de beteekenis en de noodzak o»
lijkheid van het krachtig optreden in dezen in een
bezielende rede toegelicht. Onze partijorganisatie
heelt zeker tot dusver voortreffelijk gefunction-»
neerd, maar om haar te doen beantwoorden aan
de veel zwaardere eischen die de toekomst stellen
zal, dienen wij op haar uitbouw en versterking
bedacht te zijn. Het weerstaan van hot toenemen»
de revolutionaire streven met zijn verwerping van
allo Goddelijk gezag, zal in do eerste plaats van
ons als Antirevolutionairen groote krachtsinspau»
nicg vragen, maar daarnevens hebben we met
minder krachtige actie naar binnen te ontwik
kelen, te waken tegen het indringen van verkeerde
denkbeelden, op te komen voor het zuivor houden
onzer beginselen, en te streven naar onderlinge
eenheid. Het feit valt niet te loochenen dat se
dert Dr. Kuyper zich geleidelijk uit de orgauisai i<>
en het politieke leven heeft teruggetrokken, »wul
van do bezieling en geestdrift gedoofd is. Do ver
schillende oorzaken, die daarbij van invloed wa
ren, werden besproken. De matheid moot uit do
gelederen verdwijnen, wil de partij hare roeping
kunnen vervullen en daarvoor is het beste mid»
dol, dat we beginnen met bezieling een offer te
brengen, een groot offer, en dat aanwenden om
met kracht den toestand van moedelooshetd en
matheid te bestrijden.
Als spr. goed ziet, is er inzonderheid in vier
leemten te voorzien: le. is er behoefte aan ver
dere uiteenzetting van de diepere beginselen der
Antirevolutionaire staatkunde; 2e. moet de stel
selmatige populaire verbreiding dier beginselen:
worden bevorderd; 3e. is er onvoldoende voor
lichting van onze mannen in raden en 6taten en
4e. bestaat er gemis aan eenheid van actie in
pers cn propaganda. Wanneer wc nu door hot bij
eenbrengen van kapitaal ons de beschikking kun»
ncn verzekeren over een goed geoutilleerd Cen»
traal Bureau van Actie eri van Advies en over de
middelen om in de toekomst de wetenschappelijks
cn populaire propaganda der Antirevolutionair®
beginselen krachtiger tr voeren, dan verrichten
we een werk, dat voor het leven van onze artij
van allesoverheerschend belang is, aan de tot
standkoming waarvan mannen, en vrouwen, jongo-
lingen, jongedochlers en knapen uit onze gelede
ren moeten medewerken en waarvoor groote gif
ten noodig zijn, maar ook bijdragen tot 1 cent to®
die zeker niet de onbelangrijkste zijn. Door zulk
cen algchcelo medewerking kunnen we zeer zeker
met het „Millioencnplan" slagen, niet in een paar
maanden, maar dat is ook niet noodig. Laat 1922
ons de vervulling moge brengen van onze weit-
schen. Dan is het vijftig jaar geleden, dat Dr.
Kuyper mot zijn „Standaard" begon to arbeiden,
waaruit geboren is die krachtige actio die in-d®
voorbije periode de partij een hochte positie heeft
doen innemen, en dan kunnen we met nieuwen
mood oen 2e periode aanvangen. Wanneer we wil
len, dan bohoeft geen oogeublik getwijfeld t®
worden aan hot slagen van het plan. Vooruit zioa
in de toekomst kunnen we niet. Maar we hebben
ir
FEUILLETON
"Langs donkere wegen.
JIS6)
„Dus vindt ge, da.t ik Lettice zóó goed be.
handel?" vroeg zij, cm keerde toen terug
itot het voorwerp harer zorgen, dat al hare
.^gedachten im beslag .nam. Hosie was ge
storven, haar lieve, kleine Rosie; maar dit
®ikind moest zij redden- Ier wille van Mau-
In tusschen, waakte deze. bij zijn stervend
„Dezen nacht zal de crisis komen", bad
dokter Morton .bot bem gezegd; „geef haar
als zij het nemen kan; maak haar
Kakker, als bet noodig1 is, maar ik. vrees,
fat wij weinig kunnen doen."
Arm, klein meisje! Zij lag daar met
zwakke pols en droge lippen, en beproefde
gehoorzaam te nemen, wat men baar gaf,
fcaaar zij was bijna te zwak om te praten.
„Kent mijn lieveling haar vader?" vroeg
eens, cn hare zware oogleden
grilden.
„Lieve vader", fluisterde zij en een
oogenblik later voegde zij er hij, „lieve ma
ma ookl"
„Ga haar halen", fluisterde Maurice. Hat-
ty was altijd een gedu'dig kind, dat zelden
'ucht gaf aan haar gevoel, maar toch voel.
de zij sterk en diep, en hij kon niet ver
dragen, dat zij den troost zou derven van
heit bijzijn harer moeder.
Mary stond noode op. Zij bleef enkele
minuten weg, maar kwam zonder Janet
terug.
„Zij wil bet maar niet begrijpen", zeide
zij met gefronste wenkbrauwen. Zij zingt
Lettice in slaap, zegt zij, en wil niet eens
even wachten om te luisteren. Ik wensebte
dat gij wildet gaan, Maurice; bet lijkt mij
zoo vreeselijk toe, dat zij het niet zx>u we
en!" en Mary boog zich over Hatty heen en
bevochtigde hare lippen, want zij kon niet
meer slikken.
Maurice aarzelde, hij wildé niet gaarne
•heengaan cn 'toch moest de moeder er bij
zijn. „Zeer goed, ik zal haar halen", zeide
hij ten laatste.
„Stil Maurice, zij slaapt", fluisterde Janet
zich naar de deur begevend, toen zij zijn
voetstap hoorde.
„Zijt ge gekomen om mij bij Hatty le
ha1eni? Is zij erger? Wacht even."
„Neen, geen oogenblik!" zeide hij haar
arm vattend; want deze vreemde koppig
heid, zooals hij dacht, was hem te veel.
„Weet ge Janet, ons kind is stervende! onze
arme kleine Hatty; zij kan niet meer slik
ken en gaat snel achteruit!"
Janet staarde hem half wezenloos aan en
wierp toen een blik op Lettice. die rustig
sliep. Maar haar man hield haar stevig
vast en zij liet zich halt uit de kamer
trekken.
Toen zij Hatty zag, veranderde haar
stemming. „O, waarom hebt gij bet mij
niet gezegdzeide zij, Mary verwijlend
aanziende, toen deze plaats voor haar
maakte. Daarna ging zij op onuitsprekelijk
teeden toon voort: „Mijn kleine Ilatty, hier
is mama!" maar helaas, zelfs geen trilling
der oogleden antwoordde haar.
„Zij sterft!" fluisterde Mary en Maurice
knielde voor de t.w«ede maal in één etmaal
neer en beval Gode zijn kind. Elf jaar ge
leden had hij Ilatty als cen zwak kindje in
de armen gehouden en haar me«t het toe
ken des kruises gemerkt en haar op plech
tige wijze aan dien Hemelschen Vader op
gedragen. Nu was zij door de smarten van
dit moeilijk leven heem en ontving zij de
zegeningen des hemels; nu was het lamme,
itje gedragen in de armen van den Goeden
Herder en Maurice kon ondanks zijm smart
nog zeggen dat het wèl was met hel kind."
Wat Janet betrof, zij raakte het koude
voorhoofd even aan met lippen, die bijna
even kil en bleek waren. Het schemerde
haar, toen zij opstond cn met moeite naar
de kamer van Lettice terugging.
Maurice kon bidden. Zijn ziel, die zelfs
in dezen vreesclljkcn strijd met vleesch on
bloed zegepraalde, kon zich nog buigen on
der de slagen, die haar schenen) te verplet
teren; haar ziel was donker, bedekt door
een wolk van volslagen duisternis. Sloeg
God haar zóó vanwege hare zonden? Leed
haar onschuldige, teerbeminde echtgenoot
door haar schuld? Waren deze kinderen de
slachtoffers van de zonde harer moeder?
Zij onderzocht zich zonder het zelf te we
ten. Hoe hard, hoe ontevreden, hoe bittor
was zij geweest! hoe had zij zich tegen het
werk van haar man gekant, tegen het
werk van God", hoe jaloorsch had zij voor
hare voorrechten gewaakt! hoe hardnekkig
had zij geweigerd zichzelve of hare kinde
ren ook maar in het minst op te offeren!
Zij had God bestolen, en nu nam Hij haar
schat van haar weg. De onmeedoogende
d-oodsengel nam ze één voor één uit hare
bevende armen. „Wat is dan mijn schuld
geweest?" scheen zij bijna overluid- te roe
pen, toen zij in het schemerdonker weer stil
bij het bed van Lettice ging zitten. „Ik heb
te vurig bemind. Ik heb niets voor mijzelve
gevraagd, dan alleen hem gezond en ge
lukkig te zien." En. een stem scheen haar
te antwoorden: „Gij hebt hen liefgehad met
de liefde eener heidensche moeder; toe
wijding is verafgoding geweest; gij hebt
hun uw geheele hart gegeven en hebt de
armen van Christus den geringslen dienst
misgund; nu is de ure der vergelding ge
komen en gevoelt gij den toorn van een
jaloorsch God."
Onderwijl bad Maurice wecncnd, „niet
mijn wil: help mij dat te zeggen. Gij die
uit genade kastijdt, die zegent en vervloekt
tevens, zijn wij niet allen in Uwe hand
ik en d'e kinderen, die Gij mij gegeven
hebti?" 'En toen hij- -dit gebeden luid, ging
hij Janet zoeken. Hij vond1 haar druk bezig
Lettice was wakker geworden en kreunde
nu onrustig; Janet, poogde haar tot bedaren
le brengen.
„Ik wilde, dat ik geduldig kon zijn",
zuchtte zij, toen haar moeder haar liet
drinken en hare warme kussens omkeerde.
„Lieve mama, wat bezorg ik u loch een
last, en gij ziet er zoo vermoeid uit en uw
gelaat is zoo bleek! „Ga wat rusten."
„Straks, lieveling."
„Is Hatty beter, mama? Vader scheen
zeer ongerust over haar ite zijn."
„Ja, lieveling, zij is beter", antwoordde
Janet bedaard en zag haar man aan. Mau
rice sloeg haar met een beklemd hart
gade. Van waar kreeg zij die zedelijke
kracht? waarom wa-ren hare oogen zoo
zwaar en kon zij toch niet sclireien? hoe
kon zij zoo natuurlijk spreken en hande
len, terwijl z5i onder de kastanje een graf
voor Rosie groeven cn Hatty haar !aat-
sten slaap sliep met hare bleeke handjes
op haar boezem gevouwen?
(Wordt vervolgd). 1