Dagblad voor Leiden en Omstreken. BINNENLAND. ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KWARTAAL 12.50 TER WEEK FRANCO PER POST PER KWARTAAL 10.19 f2.90 |Ste JAARGANG. - DINSDAG 28 SEPTEMBER 1920. - No. 152 BUREAU HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIE-PRIJS PEE GEWONE REGEL 10,22-/, I)ES ZATERDAGS 10.30 INGEZONDEN RECLAMES DOBBEL TARIEF KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens 30 woorden 50 cent: Zaterdags 7ö cent. bö vooruitbetaling. Dit nummer bestaat uit twee bladen Uit de Pers. VOLKSVERLAKKERIJ. „De taal, zoo lezen wij in de Maasbo de, is aan de monschen gegeven om hunne gedachten te verbergen. Waartoe de cijfers en het rekenen dienen, is moeilijker te door gronden. Bij het „Volk" echter dient het rekenen louter en alleen tot voorlichting der arbei dersklasse. Een artikel over de begrooting van oorlog is een te uitmuntend staaltje van die voorlichting der arbeidersklasse, die ook de verlakkerij van Jan Boezeroen kan worden genoemd, om er niet met een enkel woord op te wijzen. Op de eerste plaats is de vuurvaste lezer yan het „Volk" er -thans heilig van over tuigd, dat de begrooting vojjr 1921 niet lager, maar de helft hoogèr is dan die voor 1920, want zijn lijforgaan heeft 't haarfijn ..uitgerekend: t Men weet, de regeering zou op de militaire uitgaven bezuinigen, en heel de rechtsche pers daverde al van uit- i_ roepen van bewondering voor toch zoo'n weergaasch knap kabinet. Hoe er „bezuinigd" wordt, blijke uit twee cijfers: 1920 oorlogs-begrooting f 49.756.438 1921 f 73.901.085 l. Al „bezuinigende" wordt dus in één jaar de oorlogsbegrooting maar even 50 pet. hooger! iL.-. Zoo kunnen wij óns gauw dood-arm „bezuinigd" hebben. De getrouwe lezers van het achtbare or gaan der Amsterdamsche Keizersgracht zul len niet weten, waarovor zich meer te ver bazen; over de gemeenheid dan wel over de domheid der rechtsche pers. Misschien verbazen zij zich het meest, hoe 't mogelijk is, dat in de rechtsche pers zulk een voorstelling van zaken kan wor den gegeven. Dat is mogelijk, doordat die pers melding maakte van een kleinigheid, door het orgaan der Amsterdamsche Kei zersgracht vergeten. Want het cijfer der begrooting voor 1920 (f 49.756.48) is niet het totaal der over 1920 aangevraagde gel den. De verdere afwikkeling der demobilisatie uitgaven dus, die verband houden met den crisis-toestand was voor een zeer be langrijk gedeelte de oorzaak van stijging der uitgaven, zoodat voor 1920 bij supple toirs begrooting nog eeu bedrag van f 35.323.752 is aangevraagd. Hieruit volgt aldus de toelichting der begrooting dat voor 1921 f 11.179.115 minder is aangevraagd, dan de uitgaven in 1920 vermoedelijk zullen beloopen. De zaak ziet er dus eenigszins anders uit. dan de rekenmeesters in het „Volk" bewe ren, die zonder blikken of blozen de be grooting met f 24.144.637 doen stijgen. Nu is bij de verlaging van het eindcijfer geen rekening gehouden met de bezuini. ging, die de nieuwe plannen van den Mi nister brengen zullen, die voor het oogen- blik een besparing beloven van f 4.500.000 Doch het „Volk" dat buitengewoon sterW is in het rekenen heeft al ontdekt, dat die besparing ook maar humbug is. Wat zonneklaar wordt aangetoond: Maar zacht wat, de regeering kon digt 'n latere verlaging der oorloge-bo grooting aan. Zoodra het wetsontwerp tot vermindering der jaarlijksche lich tingen met 10.000 man wet is gewor den, zal bij nota van wijziging een ver mindering der oorlogs-begrooting met 4,5 miliioen gulden voorgesteldwor den. Wij hooren al een hernieuwd geest driftig gejuich der rechtsche pers over dit kostelijk ministerie, dat de militai re lasten zoo doortastend verlaagt. Maar och, ook na die 4,5 millioeD zal de oorlogsbegrooting van 1921 nog 19,5 miliioen gulden hooger zijn dan die van 1920. De militaire „bezuiniging" dezer re geering is dus slechts een bezuiniging op haar eigen militaire verspilling Zij bezuinigt een tikje na eerst zelf de uitgaven onmetelijk, opgedreven te hebben. Al „bezuinigende", stelt zij o; a. voor om in 1921 maar even f 3.292.580 méér voor aanschaffing van artillerie uit te geven dan in 1920 en daarenbo ven nog ruim een miliioen meer voor de genie afgezien dan nog van f 1.129.460 meer voor marinegeschut. Dat is samen al 5,5 miliioen meei in 1921 dan in 1920, of een millioe i meer dan zij door de vermindering der jaarlijksche lichting denkt te bezuini gen. Dit is buitengewoon knap gerekend. Na tuurlijk moet de lezer niet in de gaten krij gen, dat de hier genoemde posten die de bezuiniging met huid en haar opslokken mede reeds gediend hebben om de begroo ting met vijftig percent te verhoogen. De onder den loodzwaren last van het Hollandsche militairisme zuchtende en kra kende arbeider betaalt tweemaal dezelfde sommen. Eerst wordt, om de begrooting maar met vier-en-twintig miliioen te verhoogen, drie miliioen uitgegeven voor de artillerie, en daarna worden deze drie miliioen nog eens uitgegeven, om de besparing weer op te eten. De zeer begaafde wiskundigen van de Keizersgracht hebben overduidelijk aange toond, dat ondanks de besparing de begrooting nog 19,5 miliioen hooger wordt en dat verschillende posten, die mede aan sprakelijk zijn voor die verhooging tot 19,5 miliioen, bovendien nog eens de 4,5 miliioen besparing opmaken. Jan Boezeroen denkt nu ook, dat de (schijnbare) verhooging met 24 miliioen eigenlijk alleenlijk dient voor de artillerie enz. Hij mag vooral niet weten, welke posten zooal die (schijnbare) stijging teweegbren gen. Wij noemen er eenige vanf 10.900.000 wordt meer uitgetrokken uit hoofde van d c nieuwe 6 a 1 a r i s r e g e 1 i n g van het militaire personeel der land macht. Voort6 is meer aangevraagd onge veer f 4.100.000 voor de verhooging der werkliedenloonen; f 1.670.143 voor levens middelen en brandstoffen; f 1.577.775 vooi aanschaffing van kleeding enz.f 1.544.000 voor pensioenen enz. Het „Volk" maakt hiervan geen melding, daar dan blijken zou, hoe de overgroots meerderheid der posten, die de begrooting (schijnbaar) verhoogen, niet het gering ste met militairisme te maken hebben, doch bestemd zijn voor lotsverbetering, waarte gen het „Volk" ook niet durft te opponée- ren. Doch de rekenmeesters van de Keizers gracht zijn nog lajig niet tevreden: „Niets dan gegoochel" zet het „Volk" boven zijn artikel. Precies STADSNIEUWS. Opening Centrale Bazar voor Wijkarbeid. Hedenmiddag te drie uur werd in de Klei ne Bovenzaal der Stadsgehoorzaal in te genwoordigheid van een aantal genoodig den, de Centrale Bazar voor Wijkarbeid ge opend. De burgemeester Jhr. Mr. Dr. N. C. dr Gijselaar sprak een kort woord als Eere- Voorzitter van den Bazar. Nadat het koor van de Pilgrim-Fathers- herdenking gezongen had, hield Ds. M. J. Punselie een toespraak waarin hij de ba zar ten zeerste voor de sympathie van allei- aanbeveelde en aan allen dank betuigd* die tot het organisatiewerk hadden bijge dragen. Nadat nogmaals gezongen was, ging Di> J. Riemens voor in gebed. Na afloop van de openingsplechtigheid begaven zich allen naar de Foyer, waai de bazar gehouden wordt. Aldaar kon men zich overtuigen dat er een groote schat van waren en allerhande voorwerpen met smaak gesorteerd en ge rangschikt, bijeen gebracht is. i Alle winkelwaren zijn er schier aanwe zig! Voor elk is er wat te vinden. De kleiner als de grooten kunnen hier zaken doen. Nie mand kan ledig de zaal verlaten. Alles trekt en koopen moet men. Hieruit blijkt hot kunstig deze bazar door de vele comité-lo den en helpers is samengesteld en georga niseerd. Het kan niet anders, of deze bazar waar men ook zeer billijk terecht kan, zal ongetwijfeld voor de Wijkarbeid een mooi voordeel afwerpen, vooral nu tijdens de winkelweek onze stadgenooten er toch op uitgaan. Een net ingerichte ververschingssalon is aanwezig. De gelegenheden voor kinderen als grabbelton, verloting van poppen enz. wor den niet gemist. Voor muziek is zorg gedragen. De volgende afdeelingen mogen er zijn: handwerkstukken, huishoudelijko artikelen practische en luxe voorwerpen, groenten en fruit, kinderkleeding- boeken en schilderijen chocoladeartikelen. Dit is slechts een en kele greep om aan te toonen wat men er al niet vinden kan. Een krachtig wooi'd van aanbeveling mag hier zeker niet worden gemist. Als men over de Breestraat loopt zal het uit- hangdoek u wel den weg wijzen en u aar den Centralen Bazar van Wijkarbeid herin neren. Niemand verzuime zijn bezoek! Vanwege de afdeeling „Holland" van het Groninger Blaarkop^Stamboekvee, zal op Vrijdag 1 October a. s. van 101 uur op het terrein achter „Zomerzorg" een fok- veedag worden gehouden. Als prijzen wor den 60 medailles uitgereikt, waaronder één door het gemeentebestuur van Leiden, en één door den burgemeester van Leiden be schikbaar gesteld. Door het Leidsch Comité ter bevorde ring van den Evangelisatiearbeid van Ds. A. Lauwers te Brussel, worden naar wij vernemen, binnenkort verschillende samen komsten belegd in de buitengemeenten vaD Leiden, .waarin evenals hier in Leiden Ds. Lauwers hoopt op te treden. Na afloop zal dan gelegenheid worden gegeven, den evan gelisatiearbeid van Ds. Lauwers onder zijn landgenooten financieel, door een jaarlijk sche bijdrage, te steunen. Nadere bijzonderheden zullen in ons blad later worden bekend gemaakt. In hot Academisch Ziekenhuis alhier is overleden J. L. van den Burg, werkzaam aan de Gasfabriek te Lisse. Hem was arse nicum toegediend in een kop chocolade dooi» C. v. d. L. Deze leefde te Lisse en was kostganger van B. S. aldaar. De vrouw en L. hebben bekend en zijn ter beschikking van de Justitio te Haarlem gesteld. 5 kin deren blijven onverzorgd achter. Men zie het bericht van onzen correspondent onder Lisse. ,Men verzoekt ons te vermelden, dat de 272ste deelneemster aan de Leidsche Winkelweek, de Firma D. W. Zwart, Apo- thekersdijk 37, alhier, door een samenloop van omstandigheden niet onder groep 17 van het programma werd vermeld. Hedenmorgen had op de Hooigracht bij de Nieuwstraat een ongeluk plaats, met een petroleumwagentje, dat tegen een paal aanreed, waardoor de tank lek stootte. De petroleum stroomde over straat. Zoover mogelijk was werd de olie in bussen ge schept. Natuurlijk ging een groote hoeveel heid verloren. Een en ander trok veel be langstelling. Op verzoek van de Commissie voor de Leidsche winkelweek zal de heer H. J. van Leeuwen, Woensdag, Donderdag, Vrijdag en Zaterdag telkens 's avonds van half ne gen tot half tien het Carillon van den stadhuistoren bespelen. De verleden week alhier gehouden Dahlia-Tentoonstelling is een succes ge weest. De tentoonsteling werd in 't geheel be zocht door 8290 betalende personen en 500 geinviteerden. Naar aanleiding van een bericht dat bij bet opgraven van den grond voor het leggen van fan-s damenten voor de nieuwe gebouwen van do Ster renwacht alhier een aantal menschengeraamton werden gevondon, met de conclusie, dat men ver moedelijk hier te doen had met een Joodsche be graafplaats uit de 17do eeuw, waarover van Mie ris schrijft in zijn beschrijving van de „Stadt Lijden", meldt de heer Cohen, leeraar van do Israelietische gemeente te Leiden, dat hem na grondig onderzoek ie gebleken: l6te dat men bij het bewuste opgraven niet een aantal menschengeraamten, doch slechts en kele losse beenderen en een paardekop heeft ge vonden; dat er dus geen sprake van is dat men hier een begraafplaats hoeft, aangetroffen. 2de dat hem na welwillonde voorlichting van het gemoentelijk archief to Leiden aan de hand juist van hetgeen van Mieris hierover bericht, is gebleken, dat op die plek onmogelijk de door hem bedoelde Joodsche begraafplaats kan zijn geweest. Uitvoer van hooi. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft ingetrokken zijn beschik king van 26 Augustus 1920, no. 13525, di rectie van Landbouw, 6de aldeeling B. Mitsdien kan tot nadere aankondiging de uitvoer van hooi naar alle landen weer plaats vinden. Deze beschikking treedt in werking met ingang van 27 dezer. Een verklaring van Minister Pop. Op een desbetreffende vraag van het Tweede Kamerlid Duymaer van Twist, heeft de Minister van Oorlog medegedeeld, dat de instelling van het georganiseerd overleg voor land- en zeemacht wordt voor bereid. Aan het georganiseërg overleg zal de regeling der rechtspositie van de onder officieren ter beoordeeling worden gegeven. Het Staatsmuntbcdrijf. De zoo juist verschenen begrooting voor het staatsmuntbedrijf geeft de bedragen op. waarvoor in 1921 nieuwe muntstukken zul len worden aangemaakt. Een eenvoudig re kensommetje leert dan, dat in het a. s. jaar voor de circulatie in Nederland zullen wor< den gefabriekt: 1.000.000 kwartjes 2.000.000 stuivers. 15.000.000 centen. 2.000.000 halve centen. Voor Nederlandsch-Indië is er natuurlijk nog wat meer noodig. Aangemaakt zullon worden: 10.000.000 guldens. 8.000.000 halve guldens. 20.000.000 stuivers. 30.000.000 2,5-cent-stukken. 50.000.000 centen. In totaal zullen dus in 1921 worden aan gemaakt: 138 miliioen muntstukken. Haringinvocr naar Duitsehland. De economische commissie uit den Duit- De economische vommissie uit den Duit- schen Rijksdag heeft besloten den invoer, van zoute haringen van 15 December a. s, af vrij te laten. Hooge Raad van Arbeid. De Hooge Raad van Arbeid zal in zijn op 9 October te 's-Gravenliage te houden .vergadering o.a. zijn adviezen vaststellen, over wetsontwerpen tot wijziging van, do Ziektewet en de Invaliditeitswet. Wettelijke Winkelsluiting. De Mid<Lenstandsraad heeft zich tot den, Minister van Landbouw gewend met het dringend verzoek, de indiening van een wetsontwerp tot wettelijke regeling van de winkelsluiting, waaromtrent voor eenigen -tijd door dezen 'Raad aan Z.Exc. een con cept-ontwerp met bijbehorende memorie van toelichting is aangeboden, zooveel mogelijk te bespoedigen, daar het hem ge bleken is dat sommige gemeentcbesturen, o.a. Roermond, de indiening van plaatse lijke verordeningen hebben opgeschort, omdat zij verwachten, dat binnen afzien- baren -tijd een algemeene wettelijke regeling tot stand komt. Ook betoogt adressant, dat algemeene regeling spoedig gewensch-t is, omdat som mige plaatselijke verordeningen aanleiding geven tot ongewenschte toestanden, o.m. te Heerlen, waar de grens -tusschen deze plaats en de gemeente Hoensbroek onge veer loopt -in het midden van een der straten. Georganiseerd overleg voor Land- en Zeemacht. Op een desbetreffende vraag van liet Tweede Kamerlid, Duymaer van Twist, heeft de minister van Oorlog medegedeeld, dat de instelling van het georganiseerd overleg voor land- en zeemacht wordt voorbereid. Aan het georganiseerd over1 eg zal de regeling der rechtspositie van de onder-officieren ter beoordeeling w-orden gegeven. Het bolsjewisme in het Oosten. De heer Wijnkoop verzekert in de „Tri bune" van gisterenavond dat in Britsch-In- dië zoo goed als in Nederlandsch-Indie vooi het communisme zal worden gewerkt, maai dat er buiten Moskou nergens een centrum vor propaganda door de 3e Internationale zal worden opgericht, en dat dus ook Java geen centrum zal worden om van daaruit speciaal Britsch-Indië te bewerken. Een Hongaarsch oordeel over Nederland Volgens een telegram van het Hong Teiegr. Bureau uit Boedapest hield Zater dag j.l. professor Geza Aftal aldaar een geografische en etnografische lezing met lichtbeelden over Nederland. De spr. be schreef den oerouden heldenstrijd der Ne derlanders tegen de zee, besprak de groote steden en ging dieper in op de karakteris tieke eigenschappen van het Nederlandsche volk, die hoofdzakelijk bestaan uit een diep-religieuze neiging voor weldadigheid en een buitengewone offervaardigheid. Als een doorslaand bewijs daarvoor noemde professor Aftal de schittedende hulp, die de Hongaarsche kinderbescherming van de Nederlanders heeft gekregen en de liefde rijke behandeling, die de Hongaarsche kin deren in Nederland hebben mogen onder vinden. De herinnering aan deze daden zal steeds met onverflauwde dankbaarheid in het hart van iederen Hongaar blijven voortleven. De lezing werd met groot ap plaus beloond. r UiLLLl ON. Langs donkere wegen. ,120) „Geen wonder; zij past juist bij u!" her nam Grey vriendelijk. „Ik vond haar va der ook zeer aardig; hij is op en top een Engelsch landedelman. Hij heeft ontdekt, dat ik veel hield van rijden. Hij vroeg mij hem en zijne dochter eens'-te vergezellen, en bood mij zelfs een paard aan." ,/0, dat behoeft niet; Brown Peter is heel goed; en gij zult hem zeer welkom zijn. Gij ziet er slecht uit, Grey; en enkel ritje =zou u goed doen." „Dank u'antwoordde Grey; maar zijne stem klonk vergenoegd. „Een paar van u zouden ons kunnen ver gezellen, dat zou nog prettiger zijn." „Ik ben bang, dat dat nog aan onze op voeding ontbreekt; Dollie, noch ik kunnen /rijden; maar het was toch vriendelijk van iu", antwoordde Mary lachend; en toen zeide zij, dat Grey den volgenden morgen ■B-rown Peter eens in zijn stal moest gaan bekijken. „Het is een mooi dier, en zoo mak als een lam", besloot zij. Toen hadden zij de voordeur bereikt; en Janet en Maurice namen afscheid en gin- jgen door het park naar huis, gevolgd door Lettice; kapitein Thompson verliet hen noode. „Wel Dollie, hebt ge een prettigen avond gehad?" vroeg Mary. „O ja, heerlijk!" antwoordde Dollie op eenigszins vermoeiden toon. „Iedereen was vriendelijk, maar dansen op een grasveld is erg vermoeiend"; en toen geeuwde zij. „Nu, een goeden nacht; ik moet eens zien hoe het m-et moeder gaat en of haar hoofd pijn over is", en Dollie gaf 'Grey eene hand zonder hem aan te zien, liep de kamer uit, en sloot zich hoven op. En niemand be merkte- hoe hare wangen gloeiden. „Waar om komt hij -hier, als hij opgehouden heeft heeft het te doen?" sprak zij bij zichzelven, terwijl zij bij het open venster zat en trachtte wat af te koelen. „Hij is boos op mij hij heeft vanavond niet naar mij ge keken en geen woord met mij gesproken hij vindt mij een dom, kleinding, dat al die moeite niet waard is!" en toen kwam er iets vochtigs op hare wangen en zij wreef het boos weg. „Wat geeft ilc er ook om, of hij dat vindt en- of hij Miss Vendale oplettendheden bewijst? Ik denk, dat hij vindt, dat ik mij slecht gedragen heb door zóó weg te loopen, zonder er iets van te zeggen, alsof ik hem verlof moest vra gen?" en toen werkte Dollie zich in eene hevig woedende hui. „Waarom had hij niet weg kunnen blij- yen en kwam hij juist omjiaar pleizier te bederven-? Niemand had hem noodig! en toen voelde zij weer dat verraderlijk vocht. Arme Grey! als hij het maar geweten had! Den volgenden morgen ging het niet be ter. Grey was onmiskenbaar stijf en terug getrokken in zijn gedrag jegens Dollie en haar moeder; zelfs die arme Mrs. Maynard: moest lijden onder zijn misnoegen. „Mt. iLyndhurst, ik gevoel, dat wij u onze verontschuldigingen moeten aanbieden voor onze achteloosheid", sprak zij op zach- ten -toon, toen zij elkander aan de ontbijt tafel ontmoetten. „Toen Susan ons ver telde, dat gij er geweest waart, vrees ik, dat gij ons zeer vergeetachtig gevonden hebt." „O neen, volstrekt niet!" antwoordde Grey stijf. „Ik bracht slechts de boeken, die ik Miss Maynard beloofd had, en n«rm ze op mijn terugweg weer mee naar Mudie. Ik hoop, dat ge mooier weer gehad hebt, dan wij arme Londenaars." Toen begreep Mrs. Maynard, dat deze achteloosheid een hevig vergrijp in zijn oogen geweest was en dat slechts een ne derige schuldbelijdenis die uit zijn geheu gen zoi^ kunnen wisschen. „Het spijt mij zeer", stamelde zij cn keek -toen naar haar dochter. Maar Dollie sloeg er geen acht op; zij ratelde tegen Mary door over de gebeurtenissen van den vori- gen avond. Wat waren de Ducie's toch aar dige mensclien. Mr. Jack was zeer geestig .en aardig, vond Mary dat ook niet? Het zou haar niet verwonderen, als Mabel dien morgen een briefje zond. Kapitein Thomp son on luitenant Parkington keerden 's avonds niet niet naar Canterton terug cn zij spraken er over 's middags nog een spel tennis te spelen. „Mary, als wij met ontbijten klaar zijn, zouden wij Brown Peter wel eens kunnen gaan zien", merkte Grey plotseling op, loen de tennispaiJtij lang en breed besproken was. Hij had flink gegeten, maar bijna niet gesproken en dan nog alleen tot Mrs. May nard. Misschien hadden de vriendelijkheid der weduwe en een smeekende blik der oogen hem ontwapend: want hij was iets zachter gestemd, wanneer hij tot haar sprak. „Goed", antwoordde Mary opgewekt. „Gaat ge mee, Dollie?" Maar Dollie bedankte. Toen de paarden bekeken waren en Mary zich op weg had begeven -naar Brotherton, brhcht Grey een lang bezoek in de pastorie en kwam eerst tegen twaalf uur terug. Aan do koffie was er genoeg stof tot praten. Het briefje voor Dollie was geko men en kapitein Thompson had het ge bracht; hij was verder het grootste deel van den morgen met haar door het park blijven slenteren. Dollie, die zich dien morgen wat verveeld had, was vrij vriendelijk tegen hem ge weest en had zelfs een bloem voor zijn knoopsgat geplukt. Toen zij na de koffie boneden kwam, gereed om te gaan spelen, kwam Grey haar in rijgewaad voorbij. Hij sloeg een zijdelingse hen blik op Haar en besteeg toen Brown Peter. „Ik hoop, dat ge prettig zult spelen; wij rijden naar Canterton", zei hij koel. Dollie boog even ten antwoord- natuurlijk zou zij prettig spelen. En toch, wat duurde die middag lang! Zij dacht er een paar maal over of hij thee zou drinkeh op de Hall. Diana zou hem die dan in rijgewaad in schenken; zij zou naar hem toekomen met haar lang kleed over den arm geslagen en hem met haar groote ernstige oogen aanzien. „Is het onze beurt? O, wat is het warm! en men kan niet spelen met de zon in het gezicht. Ik geloof, dat ik moe ben, kapitein Thompson. Wilt gij met Miss Du- cie spelen? dan ga ik wat in de waranda zitten"; en Dollie zette zich op het trapje en plukte de roos, die hij haar juist gege ven had uit elkander en dacht er over hoe knap Mr. Lyndhurst er te paard had uit gezien. Na verloop van een paar dagen wist Mary niet hoe zij het had. Zij begreep het gedrag harer gasten niet; sedert Grey ge komen was, scheen er een ontstemde snaar in haar huis te trillen; niets ging er meer goed. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1