Dagblad voor Leiden en Omstreken.
BINNENLAND.
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL 12.50
TER WEEK
FRANCO PER POST PER KWARTAAL
10.19
f2.90
|Ste JAARGANG. - DINSDAG 28 SEPTEMBER 1920. - No. 152
BUREAU HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRIJS
PEE GEWONE REGEL 10,22-/,
I)ES ZATERDAGS 10.30
INGEZONDEN RECLAMES DOBBEL TARIEF
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
30 woorden 50 cent: Zaterdags 7ö cent.
bö vooruitbetaling.
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Uit de Pers.
VOLKSVERLAKKERIJ.
„De taal, zoo lezen wij in de Maasbo
de, is aan de monschen gegeven om hunne
gedachten te verbergen. Waartoe de cijfers
en het rekenen dienen, is moeilijker te door
gronden.
Bij het „Volk" echter dient het rekenen
louter en alleen tot voorlichting der arbei
dersklasse. Een artikel over de begrooting
van oorlog is een te uitmuntend staaltje
van die voorlichting der arbeidersklasse,
die ook de verlakkerij van Jan Boezeroen
kan worden genoemd, om er niet met
een enkel woord op te wijzen.
Op de eerste plaats is de vuurvaste lezer
yan het „Volk" er -thans heilig van over
tuigd, dat de begrooting vojjr 1921 niet
lager, maar de helft hoogèr is dan die voor
1920, want zijn lijforgaan heeft 't haarfijn
..uitgerekend:
t Men weet, de regeering zou op de
militaire uitgaven bezuinigen, en heel
de rechtsche pers daverde al van uit-
i_ roepen van bewondering voor toch
zoo'n weergaasch knap kabinet.
Hoe er „bezuinigd" wordt, blijke
uit twee cijfers:
1920 oorlogs-begrooting f 49.756.438
1921 f 73.901.085
l. Al „bezuinigende" wordt dus in één
jaar de oorlogsbegrooting maar even
50 pet. hooger!
iL.-. Zoo kunnen wij óns gauw dood-arm
„bezuinigd" hebben.
De getrouwe lezers van het achtbare or
gaan der Amsterdamsche Keizersgracht zul
len niet weten, waarovor zich meer te ver
bazen; over de gemeenheid dan wel over
de domheid der rechtsche pers.
Misschien verbazen zij zich het meest,
hoe 't mogelijk is, dat in de rechtsche pers
zulk een voorstelling van zaken kan wor
den gegeven. Dat is mogelijk, doordat die
pers melding maakte van een kleinigheid,
door het orgaan der Amsterdamsche Kei
zersgracht vergeten. Want het cijfer der
begrooting voor 1920 (f 49.756.48) is niet
het totaal der over 1920 aangevraagde gel
den.
De verdere afwikkeling der demobilisatie
uitgaven dus, die verband houden met den
crisis-toestand was voor een zeer be
langrijk gedeelte de oorzaak van stijging
der uitgaven, zoodat voor 1920 bij supple
toirs begrooting nog eeu bedrag van
f 35.323.752 is aangevraagd.
Hieruit volgt aldus de toelichting der
begrooting dat voor 1921 f 11.179.115
minder is aangevraagd, dan de uitgaven
in 1920 vermoedelijk zullen beloopen.
De zaak ziet er dus eenigszins anders uit.
dan de rekenmeesters in het „Volk" bewe
ren, die zonder blikken of blozen de be
grooting met f 24.144.637 doen stijgen.
Nu is bij de verlaging van het eindcijfer
geen rekening gehouden met de bezuini.
ging, die de nieuwe plannen van den Mi
nister brengen zullen, die voor het oogen-
blik een besparing beloven van f 4.500.000
Doch het „Volk" dat buitengewoon sterW
is in het rekenen heeft al ontdekt, dat
die besparing ook maar humbug is. Wat
zonneklaar wordt aangetoond:
Maar zacht wat, de regeering kon
digt 'n latere verlaging der oorloge-bo
grooting aan. Zoodra het wetsontwerp
tot vermindering der jaarlijksche lich
tingen met 10.000 man wet is gewor
den, zal bij nota van wijziging een ver
mindering der oorlogs-begrooting met
4,5 miliioen gulden voorgesteldwor
den.
Wij hooren al een hernieuwd geest
driftig gejuich der rechtsche pers over
dit kostelijk ministerie, dat de militai
re lasten zoo doortastend verlaagt.
Maar och, ook na die 4,5 millioeD
zal de oorlogsbegrooting van 1921 nog
19,5 miliioen gulden hooger zijn dan
die van 1920.
De militaire „bezuiniging" dezer re
geering is dus slechts een bezuiniging
op haar eigen militaire verspilling
Zij bezuinigt een tikje na eerst zelf de
uitgaven onmetelijk, opgedreven te
hebben.
Al „bezuinigende", stelt zij o; a. voor
om in 1921 maar even f 3.292.580
méér voor aanschaffing van artillerie
uit te geven dan in 1920 en daarenbo
ven nog ruim een miliioen meer voor
de genie afgezien dan nog van
f 1.129.460 meer voor marinegeschut.
Dat is samen al 5,5 miliioen meei
in 1921 dan in 1920, of een millioe i
meer dan zij door de vermindering der
jaarlijksche lichting denkt te bezuini
gen.
Dit is buitengewoon knap gerekend. Na
tuurlijk moet de lezer niet in de gaten krij
gen, dat de hier genoemde posten die de
bezuiniging met huid en haar opslokken
mede reeds gediend hebben om de begroo
ting met vijftig percent te verhoogen.
De onder den loodzwaren last van het
Hollandsche militairisme zuchtende en kra
kende arbeider betaalt tweemaal dezelfde
sommen.
Eerst wordt, om de begrooting maar met
vier-en-twintig miliioen te verhoogen, drie
miliioen uitgegeven voor de artillerie, en
daarna worden deze drie miliioen nog eens
uitgegeven, om de besparing weer op te
eten.
De zeer begaafde wiskundigen van de
Keizersgracht hebben overduidelijk aange
toond, dat ondanks de besparing de
begrooting nog 19,5 miliioen hooger wordt
en dat verschillende posten, die mede aan
sprakelijk zijn voor die verhooging tot
19,5 miliioen, bovendien nog eens de 4,5
miliioen besparing opmaken.
Jan Boezeroen denkt nu ook, dat de
(schijnbare) verhooging met 24 miliioen
eigenlijk alleenlijk dient voor de artillerie
enz.
Hij mag vooral niet weten, welke posten
zooal die (schijnbare) stijging teweegbren
gen. Wij noemen er eenige vanf 10.900.000
wordt meer uitgetrokken uit hoofde van d c
nieuwe 6 a 1 a r i s r e g e 1 i n g van
het militaire personeel der land
macht. Voort6 is meer aangevraagd onge
veer f 4.100.000 voor de verhooging der
werkliedenloonen; f 1.670.143 voor levens
middelen en brandstoffen; f 1.577.775 vooi
aanschaffing van kleeding enz.f 1.544.000
voor pensioenen enz.
Het „Volk" maakt hiervan geen melding,
daar dan blijken zou, hoe de overgroots
meerderheid der posten, die de begrooting
(schijnbaar) verhoogen, niet het gering
ste met militairisme te maken hebben, doch
bestemd zijn voor lotsverbetering, waarte
gen het „Volk" ook niet durft te opponée-
ren.
Doch de rekenmeesters van de Keizers
gracht zijn nog lajig niet tevreden:
„Niets dan gegoochel" zet het „Volk"
boven zijn artikel.
Precies
STADSNIEUWS.
Opening Centrale Bazar voor Wijkarbeid.
Hedenmiddag te drie uur werd in de Klei
ne Bovenzaal der Stadsgehoorzaal in te
genwoordigheid van een aantal genoodig
den, de Centrale Bazar voor Wijkarbeid ge
opend.
De burgemeester Jhr. Mr. Dr. N. C. dr
Gijselaar sprak een kort woord als Eere-
Voorzitter van den Bazar.
Nadat het koor van de Pilgrim-Fathers-
herdenking gezongen had, hield Ds. M. J.
Punselie een toespraak waarin hij de ba
zar ten zeerste voor de sympathie van allei-
aanbeveelde en aan allen dank betuigd*
die tot het organisatiewerk hadden bijge
dragen.
Nadat nogmaals gezongen was, ging Di>
J. Riemens voor in gebed.
Na afloop van de openingsplechtigheid
begaven zich allen naar de Foyer, waai
de bazar gehouden wordt.
Aldaar kon men zich overtuigen dat er
een groote schat van waren en allerhande
voorwerpen met smaak gesorteerd en ge
rangschikt, bijeen gebracht is. i
Alle winkelwaren zijn er schier aanwe
zig! Voor elk is er wat te vinden. De kleiner
als de grooten kunnen hier zaken doen. Nie
mand kan ledig de zaal verlaten. Alles trekt
en koopen moet men. Hieruit blijkt hot
kunstig deze bazar door de vele comité-lo
den en helpers is samengesteld en georga
niseerd. Het kan niet anders, of deze bazar
waar men ook zeer billijk terecht kan, zal
ongetwijfeld voor de Wijkarbeid een mooi
voordeel afwerpen, vooral nu tijdens de
winkelweek onze stadgenooten er toch op
uitgaan.
Een net ingerichte ververschingssalon is
aanwezig.
De gelegenheden voor kinderen als
grabbelton, verloting van poppen enz. wor
den niet gemist.
Voor muziek is zorg gedragen.
De volgende afdeelingen mogen er zijn:
handwerkstukken, huishoudelijko artikelen
practische en luxe voorwerpen, groenten en
fruit, kinderkleeding- boeken en schilderijen
chocoladeartikelen. Dit is slechts een en
kele greep om aan te toonen wat men er al
niet vinden kan.
Een krachtig wooi'd van aanbeveling
mag hier zeker niet worden gemist. Als
men over de Breestraat loopt zal het uit-
hangdoek u wel den weg wijzen en u aar
den Centralen Bazar van Wijkarbeid herin
neren.
Niemand verzuime zijn bezoek!
Vanwege de afdeeling „Holland" van
het Groninger Blaarkop^Stamboekvee, zal
op Vrijdag 1 October a. s. van 101 uur
op het terrein achter „Zomerzorg" een fok-
veedag worden gehouden. Als prijzen wor
den 60 medailles uitgereikt, waaronder één
door het gemeentebestuur van Leiden, en
één door den burgemeester van Leiden be
schikbaar gesteld.
Door het Leidsch Comité ter bevorde
ring van den Evangelisatiearbeid van Ds.
A. Lauwers te Brussel, worden naar wij
vernemen, binnenkort verschillende samen
komsten belegd in de buitengemeenten vaD
Leiden, .waarin evenals hier in Leiden Ds.
Lauwers hoopt op te treden. Na afloop zal
dan gelegenheid worden gegeven, den evan
gelisatiearbeid van Ds. Lauwers onder zijn
landgenooten financieel, door een jaarlijk
sche bijdrage, te steunen.
Nadere bijzonderheden zullen in ons blad
later worden bekend gemaakt.
In hot Academisch Ziekenhuis alhier
is overleden J. L. van den Burg, werkzaam
aan de Gasfabriek te Lisse. Hem was arse
nicum toegediend in een kop chocolade dooi»
C. v. d. L. Deze leefde te Lisse en was
kostganger van B. S. aldaar. De vrouw en
L. hebben bekend en zijn ter beschikking
van de Justitio te Haarlem gesteld. 5 kin
deren blijven onverzorgd achter. Men zie het
bericht van onzen correspondent onder
Lisse.
,Men verzoekt ons te vermelden, dat
de 272ste deelneemster aan de Leidsche
Winkelweek, de Firma D. W. Zwart, Apo-
thekersdijk 37, alhier, door een samenloop
van omstandigheden niet onder groep 17
van het programma werd vermeld.
Hedenmorgen had op de Hooigracht
bij de Nieuwstraat een ongeluk plaats, met
een petroleumwagentje, dat tegen een paal
aanreed, waardoor de tank lek stootte. De
petroleum stroomde over straat. Zoover
mogelijk was werd de olie in bussen ge
schept. Natuurlijk ging een groote hoeveel
heid verloren. Een en ander trok veel be
langstelling.
Op verzoek van de Commissie voor de
Leidsche winkelweek zal de heer H. J. van
Leeuwen, Woensdag, Donderdag, Vrijdag
en Zaterdag telkens 's avonds van half ne
gen tot half tien het Carillon van den
stadhuistoren bespelen.
De verleden week alhier gehouden
Dahlia-Tentoonstelling is een succes ge
weest.
De tentoonsteling werd in 't geheel be
zocht door 8290 betalende personen en 500
geinviteerden.
Naar aanleiding van een bericht dat bij bet
opgraven van den grond voor het leggen van fan-s
damenten voor de nieuwe gebouwen van do Ster
renwacht alhier een aantal menschengeraamton
werden gevondon, met de conclusie, dat men ver
moedelijk hier te doen had met een Joodsche be
graafplaats uit de 17do eeuw, waarover van Mie
ris schrijft in zijn beschrijving van de „Stadt
Lijden", meldt de heer Cohen, leeraar van do
Israelietische gemeente te Leiden, dat hem na
grondig onderzoek ie gebleken:
l6te dat men bij het bewuste opgraven niet
een aantal menschengeraamten, doch slechts en
kele losse beenderen en een paardekop heeft ge
vonden; dat er dus geen sprake van is dat men
hier een begraafplaats hoeft, aangetroffen.
2de dat hem na welwillonde voorlichting van
het gemoentelijk archief to Leiden aan de hand
juist van hetgeen van Mieris hierover bericht,
is gebleken, dat op die plek onmogelijk de door
hem bedoelde Joodsche begraafplaats kan zijn
geweest.
Uitvoer van hooi.
De Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel heeft ingetrokken zijn beschik
king van 26 Augustus 1920, no. 13525, di
rectie van Landbouw, 6de aldeeling B.
Mitsdien kan tot nadere aankondiging de
uitvoer van hooi naar alle landen weer
plaats vinden.
Deze beschikking treedt in werking met
ingang van 27 dezer.
Een verklaring van Minister Pop.
Op een desbetreffende vraag van het
Tweede Kamerlid Duymaer van Twist,
heeft de Minister van Oorlog medegedeeld,
dat de instelling van het georganiseerd
overleg voor land- en zeemacht wordt voor
bereid. Aan het georganiseërg overleg zal
de regeling der rechtspositie van de onder
officieren ter beoordeeling worden gegeven.
Het Staatsmuntbcdrijf.
De zoo juist verschenen begrooting voor
het staatsmuntbedrijf geeft de bedragen op.
waarvoor in 1921 nieuwe muntstukken zul
len worden aangemaakt. Een eenvoudig re
kensommetje leert dan, dat in het a. s. jaar
voor de circulatie in Nederland zullen wor<
den gefabriekt:
1.000.000 kwartjes
2.000.000 stuivers.
15.000.000 centen.
2.000.000 halve centen.
Voor Nederlandsch-Indië is er natuurlijk
nog wat meer noodig. Aangemaakt zullon
worden:
10.000.000 guldens.
8.000.000 halve guldens.
20.000.000 stuivers.
30.000.000 2,5-cent-stukken.
50.000.000 centen.
In totaal zullen dus in 1921 worden aan
gemaakt: 138 miliioen muntstukken.
Haringinvocr naar Duitsehland.
De economische commissie uit den Duit-
De economische vommissie uit den Duit-
schen Rijksdag heeft besloten den invoer,
van zoute haringen van 15 December a. s,
af vrij te laten.
Hooge Raad van Arbeid.
De Hooge Raad van Arbeid zal in zijn
op 9 October te 's-Gravenliage te houden
.vergadering o.a. zijn adviezen vaststellen,
over wetsontwerpen tot wijziging van, do
Ziektewet en de Invaliditeitswet.
Wettelijke Winkelsluiting.
De Mid<Lenstandsraad heeft zich tot den,
Minister van Landbouw gewend met het
dringend verzoek, de indiening van een
wetsontwerp tot wettelijke regeling van de
winkelsluiting, waaromtrent voor eenigen
-tijd door dezen 'Raad aan Z.Exc. een con
cept-ontwerp met bijbehorende memorie
van toelichting is aangeboden, zooveel
mogelijk te bespoedigen, daar het hem ge
bleken is dat sommige gemeentcbesturen,
o.a. Roermond, de indiening van plaatse
lijke verordeningen hebben opgeschort,
omdat zij verwachten, dat binnen afzien-
baren -tijd een algemeene wettelijke
regeling tot stand komt.
Ook betoogt adressant, dat algemeene
regeling spoedig gewensch-t is, omdat som
mige plaatselijke verordeningen aanleiding
geven tot ongewenschte toestanden, o.m.
te Heerlen, waar de grens -tusschen deze
plaats en de gemeente Hoensbroek onge
veer loopt -in het midden van een der
straten.
Georganiseerd overleg voor Land- en
Zeemacht.
Op een desbetreffende vraag van liet
Tweede Kamerlid, Duymaer van Twist,
heeft de minister van Oorlog medegedeeld,
dat de instelling van het georganiseerd
overleg voor land- en zeemacht wordt
voorbereid. Aan het georganiseerd over1 eg
zal de regeling der rechtspositie van de
onder-officieren ter beoordeeling w-orden
gegeven.
Het bolsjewisme in het Oosten.
De heer Wijnkoop verzekert in de „Tri
bune" van gisterenavond dat in Britsch-In-
dië zoo goed als in Nederlandsch-Indie vooi
het communisme zal worden gewerkt, maai
dat er buiten Moskou nergens een centrum
vor propaganda door de 3e Internationale
zal worden opgericht, en dat dus ook Java
geen centrum zal worden om van daaruit
speciaal Britsch-Indië te bewerken.
Een Hongaarsch oordeel over Nederland
Volgens een telegram van het Hong
Teiegr. Bureau uit Boedapest hield Zater
dag j.l. professor Geza Aftal aldaar een
geografische en etnografische lezing met
lichtbeelden over Nederland. De spr. be
schreef den oerouden heldenstrijd der Ne
derlanders tegen de zee, besprak de groote
steden en ging dieper in op de karakteris
tieke eigenschappen van het Nederlandsche
volk, die hoofdzakelijk bestaan uit een
diep-religieuze neiging voor weldadigheid
en een buitengewone offervaardigheid. Als
een doorslaand bewijs daarvoor noemde
professor Aftal de schittedende hulp, die de
Hongaarsche kinderbescherming van de
Nederlanders heeft gekregen en de liefde
rijke behandeling, die de Hongaarsche kin
deren in Nederland hebben mogen onder
vinden. De herinnering aan deze daden zal
steeds met onverflauwde dankbaarheid in
het hart van iederen Hongaar blijven
voortleven. De lezing werd met groot ap
plaus beloond.
r UiLLLl ON.
Langs donkere wegen.
,120)
„Geen wonder; zij past juist bij u!" her
nam Grey vriendelijk. „Ik vond haar va
der ook zeer aardig; hij is op en top een
Engelsch landedelman. Hij heeft ontdekt,
dat ik veel hield van rijden. Hij vroeg mij
hem en zijne dochter eens'-te vergezellen,
en bood mij zelfs een paard aan."
,/0, dat behoeft niet; Brown Peter is heel
goed; en gij zult hem zeer welkom zijn.
Gij ziet er slecht uit, Grey; en enkel ritje
=zou u goed doen." „Dank u'antwoordde
Grey; maar zijne stem klonk vergenoegd.
„Een paar van u zouden ons kunnen ver
gezellen, dat zou nog prettiger zijn."
„Ik ben bang, dat dat nog aan onze op
voeding ontbreekt; Dollie, noch ik kunnen
/rijden; maar het was toch vriendelijk van
iu", antwoordde Mary lachend; en toen
zeide zij, dat Grey den volgenden morgen
■B-rown Peter eens in zijn stal moest gaan
bekijken.
„Het is een mooi dier, en zoo mak als
een lam", besloot zij.
Toen hadden zij de voordeur bereikt; en
Janet en Maurice namen afscheid en gin-
jgen door het park naar huis, gevolgd door
Lettice; kapitein Thompson verliet hen
noode.
„Wel Dollie, hebt ge een prettigen avond
gehad?" vroeg Mary.
„O ja, heerlijk!" antwoordde Dollie op
eenigszins vermoeiden toon. „Iedereen was
vriendelijk, maar dansen op een grasveld
is erg vermoeiend"; en toen geeuwde zij.
„Nu, een goeden nacht; ik moet eens zien
hoe het m-et moeder gaat en of haar hoofd
pijn over is", en Dollie gaf 'Grey eene hand
zonder hem aan te zien, liep de kamer uit,
en sloot zich hoven op. En niemand be
merkte- hoe hare wangen gloeiden. „Waar
om komt hij -hier, als hij opgehouden heeft
heeft het te doen?" sprak zij bij zichzelven,
terwijl zij bij het open venster zat en
trachtte wat af te koelen. „Hij is boos op
mij hij heeft vanavond niet naar mij ge
keken en geen woord met mij gesproken
hij vindt mij een dom, kleinding, dat al
die moeite niet waard is!" en toen kwam
er iets vochtigs op hare wangen en zij
wreef het boos weg. „Wat geeft ilc er ook
om, of hij dat vindt en- of hij Miss Vendale
oplettendheden bewijst? Ik denk, dat hij
vindt, dat ik mij slecht gedragen heb door
zóó weg te loopen, zonder er iets van te
zeggen, alsof ik hem verlof moest vra
gen?" en toen werkte Dollie zich in eene
hevig woedende hui.
„Waarom had hij niet weg kunnen blij-
yen en kwam hij juist omjiaar pleizier te
bederven-? Niemand had hem noodig! en
toen voelde zij weer dat verraderlijk vocht.
Arme Grey! als hij het maar geweten had!
Den volgenden morgen ging het niet be
ter. Grey was onmiskenbaar stijf en terug
getrokken in zijn gedrag jegens Dollie en
haar moeder; zelfs die arme Mrs. Maynard:
moest lijden onder zijn misnoegen.
„Mt. iLyndhurst, ik gevoel, dat wij u onze
verontschuldigingen moeten aanbieden
voor onze achteloosheid", sprak zij op zach-
ten -toon, toen zij elkander aan de ontbijt
tafel ontmoetten. „Toen Susan ons ver
telde, dat gij er geweest waart, vrees ik, dat
gij ons zeer vergeetachtig gevonden hebt."
„O neen, volstrekt niet!" antwoordde
Grey stijf. „Ik bracht slechts de boeken, die
ik Miss Maynard beloofd had, en n«rm ze
op mijn terugweg weer mee naar Mudie.
Ik hoop, dat ge mooier weer gehad hebt,
dan wij arme Londenaars."
Toen begreep Mrs. Maynard, dat deze
achteloosheid een hevig vergrijp in zijn
oogen geweest was en dat slechts een ne
derige schuldbelijdenis die uit zijn geheu
gen zoi^ kunnen wisschen.
„Het spijt mij zeer", stamelde zij cn keek
-toen naar haar dochter. Maar Dollie sloeg
er geen acht op; zij ratelde tegen Mary
door over de gebeurtenissen van den vori-
gen avond. Wat waren de Ducie's toch aar
dige mensclien. Mr. Jack was zeer geestig
.en aardig, vond Mary dat ook niet? Het
zou haar niet verwonderen, als Mabel dien
morgen een briefje zond. Kapitein Thomp
son on luitenant Parkington keerden
's avonds niet niet naar Canterton terug cn
zij spraken er over 's middags nog een
spel tennis te spelen.
„Mary, als wij met ontbijten klaar zijn,
zouden wij Brown Peter wel eens kunnen
gaan zien", merkte Grey plotseling op, loen
de tennispaiJtij lang en breed besproken
was. Hij had flink gegeten, maar bijna niet
gesproken en dan nog alleen tot Mrs. May
nard. Misschien hadden de vriendelijkheid
der weduwe en een smeekende blik der
oogen hem ontwapend: want hij was iets
zachter gestemd, wanneer hij tot haar
sprak.
„Goed", antwoordde Mary opgewekt. „Gaat
ge mee, Dollie?" Maar Dollie bedankte.
Toen de paarden bekeken waren en Mary
zich op weg had begeven -naar Brotherton,
brhcht Grey een lang bezoek in de pastorie
en kwam eerst tegen twaalf uur terug.
Aan do koffie was er genoeg stof tot
praten. Het briefje voor Dollie was geko
men en kapitein Thompson had het ge
bracht; hij was verder het grootste deel
van den morgen met haar door het park
blijven slenteren.
Dollie, die zich dien morgen wat verveeld
had, was vrij vriendelijk tegen hem ge
weest en had zelfs een bloem voor zijn
knoopsgat geplukt. Toen zij na de koffie
boneden kwam, gereed om te gaan spelen,
kwam Grey haar in rijgewaad voorbij. Hij
sloeg een zijdelingse hen blik op Haar en
besteeg toen Brown Peter.
„Ik hoop, dat ge prettig zult spelen; wij
rijden naar Canterton", zei hij koel. Dollie
boog even ten antwoord- natuurlijk zou
zij prettig spelen. En toch, wat duurde die
middag lang! Zij dacht er een paar maal
over of hij thee zou drinkeh op de Hall.
Diana zou hem die dan in rijgewaad in
schenken; zij zou naar hem toekomen met
haar lang kleed over den arm geslagen
en hem met haar groote ernstige oogen
aanzien. „Is het onze beurt? O, wat is het
warm! en men kan niet spelen met de zon
in het gezicht. Ik geloof, dat ik moe ben,
kapitein Thompson. Wilt gij met Miss Du-
cie spelen? dan ga ik wat in de waranda
zitten"; en Dollie zette zich op het trapje
en plukte de roos, die hij haar juist gege
ven had uit elkander en dacht er over hoe
knap Mr. Lyndhurst er te paard had uit
gezien.
Na verloop van een paar dagen wist
Mary niet hoe zij het had. Zij begreep het
gedrag harer gasten niet; sedert Grey ge
komen was, scheen er een ontstemde snaar
in haar huis te trillen; niets ging er meer
goed.
(Wordt vervolgd.)