famLeidsiMont
Tweede Blad.
Zaterdag 25 Sept. 1920.
Zijne lust in des Heeren wet.
Maar zijne lust is in des Heeren wet
en hij overdenkt Zijne wet dag en na^ht.
Ps. 1:2.
I Psalm 1, is een lied, waarin bezongen
wordt hot groote voorrecht dergenen, die
do zonde haten en die niet mededoen met
do spotters, tegenover hen, die, den wil des
ifieoren wenschen te volbrengen.
Welgelukzalig worden genoemd zij, die
niet wandelen in den raad der goddeloozen
poch staan op den weg der zondaren, noch
pil ten in het gestoelte der spotters.
In het eerste vers, dus negatief, opgesomd
rat door hen niet wordt gedaan en dan
d#arnaast in vers 2, positief uitgedrukt
jrftarin zij zich wel openbaren.
Hun lust is in des Heeren wet.
Eet is dus hunne begeerte, hun verlangen
oin naar die wet te leven.
Die wet is hunne vermaking. Naar die
jret te leven, dat is het wat zij willen.
De zonde is dus hun vijandin. Als zij
ïondigen, zijn ze niet in hun element. De
begeerte van hun hart gaat niet tot de
zonde, maar tot de deugd uit.
En om steeds toe te nemen in kennis van
rat zondo is, overdenken zij des Heeren
jret dag en nacht, d. i. voortdurend is die
jet hunne overdenking.
f. In kennis van die wet toe te nemen en
ïich met die wet vergelijkende, ook toe te
nemen in kennis van zich zeiven. dat is
hunne begeerte.
Jui8t om te meer tegen de zonde in hen
en rondom hen te strijden.
Die zonde haten, omdat God ze haat. Ze
bestrijden, omdat ze den Heere liefhebben
Die menschen kunnen terecht wel geluk
zalig werden genoemd, omdat ze, alzoo le-
ywde, meer naderen hun levensbestemming.
Inm sclieppingsdoel.
De gemeenschap des Heeren wordt als
vnicht van dit leven door hen genoten.
Kortom, ze zijn gelukkig in den waren zin
das woords en zouden dit nog meer zijn,
indien ze maar steeds meer aan him lust
öih in des Heeren wet te gaan, konden vol
doen.
Het spreekt van zelf, dat zij, die hun le-
yitl wenschen beheerscht te zien door des
Heeren wet en naar die wet wenschen te
leven, ook gaarne zagen, dat overal en te
allen tijde en door een ieder die wet des
Hseren werd volbracht.
Eet is hun maar niet voldoende, als in
hun persoonlijk leven, die wet des
Hoeren heerschappij voert, neen zij willen,
en dat is hun strijden, die wet heerschappij
tóen voeren op alle levensterrein.
Omdat zij die wet des Heeren overden
ken* weten zij het, dat het niet genoeg is
voor de cere Gods, wanneer die wet nage-
letrfd wordt in de binnenkamer, maar dat
höt op elk levensgebied moet geschieden.
Een christen," die in meditatie over de
yr*t des Heeren zich aan het publieke leven
onttrekt, toont met de wet des Heeren toch
niet goed op de hoogte te zijn. Hij moet
leeren, dat hij als christen een roeping heeft
en uit te dragen heeft, de beginselen van
's Heeren wet.
Tegenover het wandelen op denkweg der
zondaren, moet staan een wandelen in de
rechten des Heeren.
Tegenover het zoeken van het gezelschap
'dor goddeloozen, moet staan het zoeken van
hot gezelschap dergenen, die den Heere
yreezen.
En vereenigen zich zondaren en godde
loozen en spotters met elkander om de wet
des Heeren krachteloos tc maken, daarte
genover moeten ook alle belijders verec-
nigd staan, om voor de eere des Heeren en
de handhaving van des Heeren wet ook op
het publieke levensterrein op te komen.
Allen, die God vreezen en Zijn wet in
eere wenschen te houden, bchooren dus als
één man het booze to wederstaan.
Gedurig onderzoeken, voortdurend over
denken vah 's Heeren wet om daardoor toe
te nemen in kennis. Aangespoord tot ijver
om des Heeren wille moeten wij aanhou
dend strijden tegen de zonde.
Voor de Jeugd.
Van een Leidschen Jongen.
8)
„En wiens huis zijt ge zoo aan het op
knappen?1' vroeg Elsevier.
„Dit is vaders speeltuin, heeren, en ik
had verlof om hier met mijne makkers te
fcpelen!"
„Aardig spelen", bromde 'Jasper. „Hij
laat mij een uur in het kippenhok en Cor-
Dolis Gerrits een uur onder een biervat zit
ten. Maar wij geven er den brui af! Gaat
ge ruede, jongens*?"
De andere vier volgden hem en lieten
Rembrand met de heeren achter.
'Eerst tegen zonsondergang lichtte de
«.kroonprins" de klink van de bovendeur
pan een huis in de Weddesleeg op en trad
W binnen om van Harmen van Rijn eene
Icherpe vermaning op te loopen, welke
gewoonlijk eindigde met de woorden: „Gij
toudt een kladschilder, een luie taveerne-
tooper, een toebackdrinker willen worden,
Ibé? Maar dat zal nimmer ofte nooit geheu
gen, zoo waar ik Harmen van Rijn heetl"
i
f II. De kroonprins en zijne portefeuille.
Drie jaren waren na dit voorval v.erloo-
Daarop gebiedt de Heere Zijne zegen.
Een zegen voor ons als personen, een ze
gen ook voor het vaderland.
Gezegend zal het land zijn waarvan het
gelden kande inwoners hebben lust in deg
Heeren wet, zij overdenken Zijne wet dag
en nacht.
Welgelukzalig zijn zij, gelukkig is het
land, want daar wil de Heere Zijnon zegen
gebieden.
In het onderhouden van 's Heeren gebo
den is groolen loon.
Uit de Pers.
Ontstellende redeneering.
Wij lezen in Do Standaard:
In het socialisatierapport der S. D. A.
P., welks conclusies door het laatst gehou
den congres zijn aanvaard, wordt vastge
steld, dat in geen geval een bedrijf aan de
daarin werkzame arbeiders mag worden
uitgeleverd, maar alleen na rijp beraad
dient te kunnen worden onteigend ten be
hoeve van de gemeenschap, en dat in ge
val van onteigening een behoorlijke schat
devergoeding moet toegekend.
In het huitenlandsch overzicht van „Het
Volk" werd.echter met veel ingenomenheid
verteld van de heldendaden der Italiaan-
sche arbeiders, die de fabrieken bezetten
en voortaan als hun eigendom beschou
wen.
Ziedaar, zoo juicht het blad, de uitvoe
ring van ons program.
De secretaris van de socialisatievommis-
sie komt tegen deze redeneering in verzet
en begrijpt niet, hoe men den anarchisti-
schen janboel in Italië kan verdedigen.
De overzichtschrijver van Het Volk
houdt nu een zeer lange redeneering 091
goed te praten, wat hij vertelde.
Het gaat ongeveer zoo. Wij behoeven
toch aan buitenlanders niet voor te schrij
ven, hoe zij zullen doen. Het socialisatie
rapport is een historisch feit, het optreden
van de Italiaansche arbeiders is een ander
historisch feit. Die feiten moeten onafhan
kelijk van elkander worden onderzocht.
Het rapport was ook niet meer dan een
windvaan, die de heerschende strooming
aangaf. Het zal in ons land ook anders
kunnen gaan.
Het. is een ontstellende redeneering. Zoo
kan iemand, dio een pak kleeren koopt en
het niet wil betalen, zich verdedigen dooj
te zeggen: dat ik het pak kocht is een his
torisch feit; dat ik het niet betaal is een
ander historisch feit. Beide feiten moeten
onafhankelijk van elkander worden be
schouwd. Ik heb beloofd te zullen betalen
maar die belofte was niet meer dan een
windvaan, gezet naar do heerschende stroo
ming. Thans is de wind anders.
Dit beteekent nu de volkomen afwezig
heid van elk zedelijk oordeel, het verwer
pen van elke moraal. Men doet, wat men
kan doen. De macht beslist. Alle vastig
heid is verdwenen. Geen belofte heeft
waarde.
Volslagen willekeur wordt gevraagd voor
zich zelf en zijn medestanders. Op deze
wijzo kan elke daad, hoe gruwelijk ook,
worden goedgepraat.
En op geen enkel woord van een partij,
die zoo denkt, kan worden vertrouwd.
Het is wel een vreeselijke leer, die tot
zulke beweringen leidt.
En verwondert men zich, als menschen,
die dagelijks met zulke kost worden ge
voed, in dagen van verwarring tot elke
daad zijn te verleiden?
Maar het is ook duidelijk, dat wie zoo
leert, den grond ondermijnt., waarop hij
zelf wil bouwen. De uitkomst hiervan kan
niet anders zijn dan volslagen anarchie.
Voor ongeruste zielen.
„Het Volk", zegt het Fr. D gbLy is
voorzichtig gelijk de 6langen.
Van den Tempel, Jan ging dit keer,
door den Kamer-voorzitter benoemd, mee
met de Commissie die Hare Majesteit het
drietal zou aanbieden ter benoeming van
een vasten voorzitter der Tweede Kamer,
Dat zou „het volk" hoorenm
„Volk" dan met 'n kleine v.
En 't mocht es vreezen, dat zijn afge
vaardigde, door den glans des koninklijke
majesteit verblind, geen „rood" van „zwart"
meer zou kunnen onderscheiden.
Denk aan Duys op de prinseboot!
Jan Duys met prins Hendrik:
Wat is da&r niet over te doen geweest...
En daarom stelt nu „Het Volk" zijn le
zers met de volgende tirade gerust:
Van den Tempel vas lid der kommissie
van 6tem-opneming. Volgens gebruik gaat
die kommissie, met nog eenige leden aan
gevuld, de presidentevoordracht, aan de Ko-
Nog altijd wilde Harmen van Rijn van
zijnen zoon eeneni geleerde maken. Nog
altijd ging Rembrand ter schble.
Maar wat hij daar deed?
o, Zoo goed als niemendal. Als hij maar
een vrij. oogenblik had, dan was hij bij den
ouden Swanenburg, die hem leerde teeke-
nenf en, veel genoegen in zijnen leerling
■had. Zijne lessen, kende hij nooit, doch de
meester had het al lang opgegeven hem
hiervoor te straffen. Het- hielp den goeden
man toch niet, tot hij eindelijk besloot
meester Harmen eens ernstig over Rem
brand te onderhouden.
„Nu", zeide Harmen ten laatste, „als de
borst dan niet leeren wil en niet leercn
zal, dan moet hij maar van het school af
en bij mij in den molen komen! Maar hem
schilder doen worden, neen, neen, dat
nooit!"
Geen wonder, dat Rembrand dit besluit
met heel veel genoegen vernam. Hij moest
op den molen komen, nu ja, maar wat gaf
dat? Gebeurde het niet vaak, dat zijn va
der en de twee oudere broeders van .Rem
brand van de zeven dagen der week geene
vier werkten? Er zou tijd genoeg overblij
ven om te kunnen teekenen.
Nu, er Weef ook tijd genoeg over, dat
bleek weldra; want nog waren er geene
drie maanden verloopen of zijne portefeuil
le was al vol tee keningen. De meeste had
ningin aanbieden. Tempel moet mee. Hij is
al eens naar den Reygenhoek geweest om
de Koningin eenige door haar gevraagde
inlichtingen over een 6ociale voorziening te
geven. Tempel is dus nog een oude kennis
van de Koningin en de hoflucht zal hem
geen nieuwe gewaarwordingen bezorgen.
Gezond zal hij erbij blijven!
Dat is zoo ongeveer gezegd: Maak u niet
ongerust! Jan komt wel in min gewenschte
omgeving, maar hij zal er niets opdoen,
't noodige insectenpoeder heeft hij in den
zak.
't „Roode" volk kan gerust slapen.
Van den Tempel blijft 't vaandel trouw!
Gemeentezaken.
Geen rabat op brandstoffen.
De Leidsche Bestuurdersbond heeft den
Raad verzocht, van gemeentewege een ra
bat op den prijs der brandstoffen te wil
len verleenen en wel van f 1.40 per eenheid
voor hen, die niet meer dan 1500 gld.
s jaars verdienen, en van /0.80 per een
heid voor de inkomens tusschen 1500 en
1800 gld. 's jaars.
Met den meesten aandrang geven B. en
en W. den Raad in overweging dit verzoek
niet in te willigen.
B. en W. wijzen <er op, dat de regeering
er naar streeft, op te houden met de toe
slagen. Zij betwijfelen, of Ged. Staten een,
als door den Bestuurdersbond voorgestel
den maatregel wel zouden goedkeuren.
De brandstoffen, welke op het minimum
rantsoen worden gedistribueerd worden
echter reeds geleverd beneden den kost
prijs.
Aan B. en- W. is geen (enkele gemeente
bekend, alwaar een verzoek als door adres-
sanfe gedaan, is ingewilligd.
Volledigheidshalve doelen B. en W. mede,
dat de kosten verbonden aan de inwilliging
van het verzoek worden geraamd op onge
veer 162.000 gld.
Aanleggen van een verhoogd voetpad-
De heer A. Mulder verzoekt den Raad,
om kwijtschelding van de van gemeentewe
ge gedane uilgaven voor het maken van
een verhoogd voetpad langs adressant's
nieuwen winkel hoek MorschstraatKort
Galgewater.
Volgens aan B. en iW. door den Direc
teur van Gemeentewerken verstrekte in
lichtingen heeft adressant, toen de schut
ting na de verbouwing werd afgebroken,
het verzoek gedaan, om de bestrating langs
de gevellijn bij te werken en zoo mogelijk
een verhoogd trottoir te maken, aan welk
verzoek werd voldaan, terwijl overeenge
komen werd, dat de kosten van het troir
toirvlak, i.e. van de tegels, die evenveel
kosten als gewone klinkers, door de ge
meente zouden worden gedragen en die
van de hardsteenen banden door adressant.
Deze laatste kosten bedroegen 93.32
(23.33 M. band a ƒ4 per M.).
B. en W. stellen voor op het verzoek af
wijzend te beschikken.
Woningbouw.
Aan de Vereen!ging tot bevordering van
den Bouw van Werkmanswoningen wer
den te vorigen jare voor den bouw van 147
woningen en 2 pakhuizen op het Kooiler-
rein en va>n 30 woningen bij het aan te leg
gen Volkspark voorschotten van f 829.100,
en 188,500 toegekend. Nu de bouw zijn
voltooiing nadert, blijkt voor het eerste
bouwplan f 132,900 en voor het andere
f 32,500 meer noodig le zijn. B en W. stel
len den raad voor, deze grootcre voorschot
ten toe te kennen.
Benoemingen en ontslag.
Ter benoeming van een lid der commis
sie tot wering van schoolverzuim, ter voor
ziening in de vacature, ontstaan door het
vertrek uit de gemeente van den heer H.
Pel, worden aanbevolen: lo. J. A. Eige-
man, Haarl.straat 120; 2o. M. J. B. Herfst,
Utrechtsche Veer 13.
Ingevolge splitsing der 1ste, 2de, 3de en
4de klasse in drie en van de 5de klasse jn
tweè af deelingen, als gevolg van het groot
aantal leerlingen der H. B. S. voor Jon
gens, wordt door den directeur dezer
school voorgesteld over te gaan tot de be
noeming van tijdelijke leerkrachten.
Met het voorstel van den directeur kun
nen B. en W. zich geheel yereenigen, ter
wijl daartegen ook 'hij de Commissie van
Toezicht en bij den Inspecteur van het
Middelbaar Onderwijs geen bezwaar be
slaat.
Zij geven den Raad daarom in overwe
ging, om de dames E. A. W. Broes van
Dort en A. E. Revers en de heeren F. W.
van Wijk, W. Prins en dr. G. Kloeke voor
den cursus 19201921 aan te stellen tot
leerares (leeraar) resp. in het Duitsch, de
hij in potlood gemaakt, doch ook enkele
'gekleurd.
Eens op eenen mooien dag in Augustus
was Rembrand met zijn teekengereed
schappen den weg naar Woerden op ge
gaan om daar een mooi landschapje te vin
den, dat hij op papier overbrengen kon.
Hij had reeds meer dan een uur geloo-
pen, toen hij bij de hofstede 'Rinenburg
kwam en, toen hij zich daar even neerzette
am wat uit te rusten, vond hij, als vanzelf,
eeni allerliefst tafereeltje om na te teeke
nen. i
Dicht bij hem stond een 'hooge korenmo
len aan den linkeroever van den Rijn. Op
den Rijn zelf voeren eenige tentsnebben,
en de paarden, die tot hiertoe langs deze
zijde het trekpad gehouden hadden, moes
ten nu in eene pont overgezet worden, om
dat het trekpad van hier af tot Leiderdorp
aan den linkeroever van den Rijn lag.
Aan dien anderen oever had men ook het
uitgestrekte bosch van Poelgeest, en daar
naast een ruim gezicht op het weiland, dat
met vee overdekt was.
Rembrand had geen schooner landschap
'kunnen uitdenken om het na te teekenen.
■Hij opende dan ook terstond zijne porte
feuille en zette zich aan den arbeid.
De zon stak vreeselijk.
Het hinderde onzen Rembrand niet; hij
zat onder de schaduw der hooge iepen.
De weg was kurkdroog en het stof vloog
geschiedenis, het Nederlandsch, het
Fransch en het Duitsch aan de Hoogere
Burgerschool voor Jongens.
Voor de benoeming van een tweede ama
nuensis bij het onderwijs in de natuur- en
scheikunde aan de H. B. S. voor Jongens
worden voorgedragen: 1. P. J. van den
Berg; 2. J. J. Slafleu, beiden amanuensis
alhier.
(Voorts verschillende onderwijzers-be
noemingen.)
Bezoldiging onderwijzers „Eadogeest".
Bij Raadsbesluit van 17 Mei j.l. werd be
paald dat de onderwijzer, verbonden aan
de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en
„Rbijngeest", van af 1 Januari 1919 op ge
lijke wijze zal worden bezoldigd als de on
derwijzers, werkzaam aan de buitengewo
ne school voor lager onderwijs te Leiden.
In verband met het in een schrijven van
de Commissie van Beheer over genoemde
gestichten medegedeelde, dient het Raads
besluit in dien zin te worden aangevuld,
dat het niet alleen op den onderwijzer,
maar in het algemeen op de onderwijzers
en onderwijzeressen, verbonden aan de ge
stichten, toepasselijk is.
Bouwvergunning.
Door B. en W. wordt voorgesteld aan
II. Brandt Hz. en T. C. van der Stoel, op
hun verzoek, vergunning te verleenen tot
het bouwen van houten schuurtjes op hun
behoorend terrein aan de Pieter-van-
Twistlaan.
Wijziging Raadsbesluit.
Bij Raadsbesluit van 5 Juli 1.1. werden
verschillende perceelen grond nabij den
Hooge-Rijndijk aangekocht en voorts be
sloten een gedeelte van één der perceelen
kosteloos over te' nemen ter grootte van
210 M2. Dit stuk blijkt nu 275 M2. te zijn.
Het Raadsbesluit dient nu daarmede In
overeenstemming te worden gebracht,
waartoe B. en W. adviseeren.
Ontheffing levering grind.
Ten gevolge van zijn benoeming als lid
van den Gemeenteraad verzocht de heer
Jac. Wilbrink hem te ontslaan van zijn
verplichting ingevolge contract van aanbe
steding inzake levering van gewasschen
grind aan de gemeente.
B. en W. stellen voor deze ontheffing te
verleenen.
Een anü-alcohol-tentoonstelling.
Bij adres verzocht het Leidsche Drank-
weer-Comité om het kosteloos gebruik van
de 'kleine zaal der Stadsgehoorzaal voor
het houden gedurende een 8-tal dagen
van een anti-alcoholtentoonstelling en van
de groote zaal voor het houden van één
openbare avondvergadering.
Hoezeer B. en W. ook sympathiseeren
met het doel van het Comité, om het mis
bruik van sterken drank op verschillende
wijzen te bestrijden, kunnen zij toch geen
termen vinden voor te stellen gunstig op
het verzoek te beschikken.
Evenmin als de Pluimveetentoonstèl-
ling, de Plantententoonstelling. de Zen
dingsbazaar en zoovele andere soortgelijke
demonstraties, is ook in de anti-alcohol-
fentoonstelling een openbare bijeenkomst
van algemeen nut te zien als bedoeld in de
voorwaarden van verhuring der Stadsge
hoorzaal.
Kostelooze afstand van de Siadszaal
heeft in den regel niet plaats dan ten be
hoeve van het houden van CongTessen van
algemeen w etenschappelijk belang.
B. en W. geven derhalve in overweging
het verzoek van het Leidsch Drankvveer-
Comité niet in te willigen.
Ten slotte kunnen B. en W. nog mede-
deelen, dat het, bij afwijzing van het ver
zoek, hun voornemen is den huurprijs van
de kleine zaal vast te stellen op het ge
ringe bedrag van f 10 per dag en dien van
de groote zaal op den minimumprijs van
f24 voor den avond, vermeerderd met de
kosten van verlichting.
Aankoop van oen perceel grond te Noordwijk.
Onder verwijzing naar oen schrijven van Com
missarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas
en Electriciteii geven B. en W. den Raad in over
weging, te besluiten tot den aankoop van het
perceel grond, kad. bekend Sectie A No. 1941,
gemeente Noordwijk,. ter grootte van 63 vierk. M.
voor den prijs van f 3 per vierk. M.
Uitgaven voor woningboaw.
Bij lot-stand-koming van het door de wo-
ningbouwvereeniging „De Eendracht" ingediende
plan tot den bouw van eon 90-tal woningen
cp een aan do gemeente toebehoorend terrein
bonoorden den Lage-Rijndijk zal tot het rioleeren
van het terrein en het dempen der slooten moo-
ten worden overgegaan.
Ten oinde nu een spoedige bewoning na de
voltooiing der huizen te bevorderen, verdient het.
achter de widen der boerenwagens op.
Het hinderde Rembrand niet; hij zat aan
de zijde van het koeltje, dat nog eenige
verfrissching bracht.
Dikke donderwolken zetten zich onder
den wind.
Ze hinderden Rembrand niet,* zoolang...
Stil, nu zag hij op!
Eene groote wolk verduisterde de zon en
het landschap. Nu wist hij niet recht goed
meer waar licht en schaduw vallen moes
ten. De zon had het hem aangewezen;
maar nu deze achter eene wolk wegkroop,
wist hij geenen raad. Verdrietig sloeg hij
zijne portefeuille toe en wilde zich 'ver
wijderen.
„Komt die wolk u ongelegen, jongen?"
klonk liet eensklaps.
Rembrand zag op en ontdekte een vrien
delijk oud "heer, die op eenen stok leunend,
hem eene poos lang had staan aankijken.
„Ja, meneer, ik was zoo mooi op gang
eh
„Ja, kereltje, het is "jammer cnhet
begint te regenen ook. Moet gij ver loo
pen?"
„Ik moet naa Lei-den, meneer!"
„Wel, dan weel ik wat! Over een paar
uren moet ik er ook heen. Ge kunt mede
rijden! Kom zoolang bij mij op de hoeve;
ik woon hier op Rinenburg!"
Rembrand sloeg dat vriendelijk aanbod
niet af, on zat weldra in de ruime binnen-
ook naar liet govoolon der ComoiL-<> van Fj-
bricag», aanboveiing roeda thans met de rioleo-
ringa- en dempiugswerken een aanvang te mak -a
en daarmede niet te wachten, totdat het voor*
schot voor den bouw door den Raad on de Kroon
is verleend. Onafhankelijk vanden aard en het
tijdstip der latere bebouwing komen deze w*r«
ken ateods tot hun recht. Ook ten opzichte var.
den bouw van andere blokken door ,.Do Een
dracht" en hot bouwplan der vereeniging „Turn*
stadwijk" aan de lieerenstraat is eenzelfde go*
dragalijn gevolgd.
Onder mededeeling. dat de kosten der riolee*
rings* en dampings werken worden goraamd ap
pl. min. f 15.000, geven B. en W. mitsdien in
overweging een bedrag van f 15.000 beschikbaar
te stellen voor de uitvoering van de noodige
rioleerings- en dempingswerken ten behoeve van
het aanhangige bouwplan van de verocniging
„De Eendracht" bonoorden den Lage-Rijndijk.
Geen steun aan de uitgetrokken
transportarbeiders.
In eer. adres verzoekt de Leidsche Bestuurders*
bond Jgn Raad te willen besluiten tot o aders teu*
r.ing van gemeentewege van de uitgetrokken
weridooze transportarbeiders.
Omtrent dit verzoek wonnen B. en W. het oor
doel in van de Commissie van Advies voor dl
Werkloosheidsverzekering.
De Commissie is van oordeel, dat er wel ter»
men aanwezig zijn om den gëvraagden stoun lo
verleenen mits beperkt tot die personen, die
daarvoor, gelet op do omstandigheden van het
gezin, in aanmerking komen. In verband hiermede
acht de Commissie hot ook minder gewenscht
deze steunregeling bij het bureau Werkloosheids
verzekering onder te brengen, doch ware daarvoor
een afzonderlijke Commissie in het leven te roe
pen. Intusschen is do Commissie overtuigd, dat
deze steun slechts van tijdelijken aard moet zijn
cn door werkverschaffing als anderszins in de
behoeften der transportarbeiders moet worden
voorzien.
Het College van B. en W. kan ditmaal met hot
advies der Commissie niet instemmen.
Begin November van het vorig jaar werden da
transportarbeidersorganisaties in de verzekering
opgenomen.
De sedert opgedane ervaring heeft wel reeds
geleerd aldus B. en W. dat de verzekering
oen zuiverenden invloed beeft geoefend, maar zij
is nog van te korten duur om reed6 een. juist
inzicht te krijgen in de werkloosheid van deze
moeilijk te controleeren groep arbeiders. Of met
rame de losse werklieden blijvend in de verzeke*
ring kunnen worden gehandhaafd, is thans nog
niet definitief te beantwoorden.
De werkloosheid der losse arbeiders toch heeft
een geheel ander karakter dan die van de au*
dore vakarbeiders, bijv. die in de bouwvakken en
de metaalnijverheid. Bepalen wij on6, zoggen B,
en W„ tot het punt waarom het gaat, n.L steun
aan uitgetrokken transporlarboiders, dan
valt al dadelijk in het .oog, dat het feit van „uit*
getrokken zijn", voor deze personen oen geheel
andere beteekenis hooftdan voorbouwvakarbeidurs
en andere meer geordende vakgroepen. Een losse
transportarbeide toch werkt steeds ongeregeld, is
eteeds één of meer dagen per week zonder werk,
maar komt toch meeslal wel tot een weoklooa.
Indien hij derhalve over een geheel jaar de re*
glementaire 78 dagen werkloos is geweest, is uit
nog niet het bewijs dat hij, over het goheele jaar
gerekend, niet genoeg heeft verdiend om in hot
onderhoud van zich en de zijnen 'te voorzieu.
Voor de andere vakken beteekent iedere werk»
looze dag gemis van 1/6 van het weekloon.
Hioruit volgt, dat ten aanzien van de lorea
arbeiders hel uitgetrokken zijn geen voldoende
maatstaf is om daaraan een steunregeling te
koppelen,
In het adres wordt er voorts op gewezen, dat
bij een nader onderzoek zal blijken, dat inderdaad
de geringe werkgelegenheid, welke in het trans
portbedrijf bestaat, alle reden geeft om do be
trokkenen financieel te helpen.
Ook dit kunnen B. en W. niet beamen. Integen
deel, zij zijn van rac-ening, dat de werkgelegenheid
voor hen thans vrij gunstig is. De uitsluiting on
der de bouwvakarbeiders is geëindigd, de aardap
pelcampagne is begonnen, terwijl ook voor de
etoenkolendragers meer werk komt. B. en W.
wijzen voorts op de werken, die than6 door do
gemeente en de bouwvereenigingen worden onder-
nomeu en waarbij ook de los6e arbeiders gebaat
zijn te weten den aanleg van het ooipark, de
rioleering in de Trompstraat enz. enz.
Uit het bovenstaande moge afdoende blijken,
zeggen B. en W., dat wij in het algemeen 6teun
aan uitgetrokken transportarbeiders ongemoti
veerd achten. Doch ook in 't bijzonder de lijst
dezer personen nagaande, zijn wij van oordeel,
dat deze bijna geheel bestaat uit dezulken, die
om verschillende redenen voor 6leun niet in aan*
merking komen, zoodat derhalve ook uit dien
hoofde geen aanleiding bestaat een algemeu*
n a steunregeling in te voeren.
Verbinding Witte Rozenstraat en Gerrit
Doustraat.
Bij raadsbesluit van 6 April 1916 werd over
eenkomstig het praeadvies van B. cn W. besloten
kamer van den ouden heer en onderwijl de
donder rommelde en de regen bij plassen
neerviel, k-eerde Rembrand de teekeningen.
uit de portefeuille een voor een om en liet
ze zijnen gastheer zien.
Deze had er weldra een stuk of drie uit
gezocht en bij zich gehouden.
„Zijt gij al eens in Den Haag geweest.
Rembrand?" vroeg de heer, die onderzocht
had hoe de jonge teekenaar heette.
„Neen, mijnheer!"
„Dus gij weet daar den Kneuterdijk ook
niet? iDat spijt me!"
Rembrand zette gToote oogen op en
waagde te vragen: „En waarom spijt u
dat. meneer?"
Wel. ik heb daar een kennis wonen die
heel veel van teekeningen en schilderijen
houdt, en ik wed. dat gij hem deze drie,
die ik hier uitgezocht heb. vast verkoopen
kunt1"
„Verkoopen!" Had vader Harmen hem
niet reeds al te dikwijls verwelen, dat hij
het nooit verder brengen zou dan tot klad
schilder, en dat hij zijne teekeningen 'och
nooit aan den man zou kunnen brengen?
„Verkoopen!" Rembrand's oogen straal
den van blijdschap en nauwelijks had hij
Jat woord gehoord of hij zei: ..Ik en ben
nooit in Den Haag geweest en den -Kneu
terdijk én weet ik niet, meneer, maar met
vragen komt men te Rome, zegt mijne pe»
*emeu!" CWordt vervolgd.)