famLeidsiMont Tweede Blad. Zaterdag 25 Sept. 1920. Zijne lust in des Heeren wet. Maar zijne lust is in des Heeren wet en hij overdenkt Zijne wet dag en na^ht. Ps. 1:2. I Psalm 1, is een lied, waarin bezongen wordt hot groote voorrecht dergenen, die do zonde haten en die niet mededoen met do spotters, tegenover hen, die, den wil des ifieoren wenschen te volbrengen. Welgelukzalig worden genoemd zij, die niet wandelen in den raad der goddeloozen poch staan op den weg der zondaren, noch pil ten in het gestoelte der spotters. In het eerste vers, dus negatief, opgesomd rat door hen niet wordt gedaan en dan d#arnaast in vers 2, positief uitgedrukt jrftarin zij zich wel openbaren. Hun lust is in des Heeren wet. Eet is dus hunne begeerte, hun verlangen oin naar die wet te leven. Die wet is hunne vermaking. Naar die jret te leven, dat is het wat zij willen. De zonde is dus hun vijandin. Als zij ïondigen, zijn ze niet in hun element. De begeerte van hun hart gaat niet tot de zonde, maar tot de deugd uit. En om steeds toe te nemen in kennis van rat zondo is, overdenken zij des Heeren jret dag en nacht, d. i. voortdurend is die jet hunne overdenking. f. In kennis van die wet toe te nemen en ïich met die wet vergelijkende, ook toe te nemen in kennis van zich zeiven. dat is hunne begeerte. Jui8t om te meer tegen de zonde in hen en rondom hen te strijden. Die zonde haten, omdat God ze haat. Ze bestrijden, omdat ze den Heere liefhebben Die menschen kunnen terecht wel geluk zalig werden genoemd, omdat ze, alzoo le- ywde, meer naderen hun levensbestemming. Inm sclieppingsdoel. De gemeenschap des Heeren wordt als vnicht van dit leven door hen genoten. Kortom, ze zijn gelukkig in den waren zin das woords en zouden dit nog meer zijn, indien ze maar steeds meer aan him lust öih in des Heeren wet te gaan, konden vol doen. Het spreekt van zelf, dat zij, die hun le- yitl wenschen beheerscht te zien door des Heeren wet en naar die wet wenschen te leven, ook gaarne zagen, dat overal en te allen tijde en door een ieder die wet des Hseren werd volbracht. Eet is hun maar niet voldoende, als in hun persoonlijk leven, die wet des Hoeren heerschappij voert, neen zij willen, en dat is hun strijden, die wet heerschappij tóen voeren op alle levensterrein. Omdat zij die wet des Heeren overden ken* weten zij het, dat het niet genoeg is voor de cere Gods, wanneer die wet nage- letrfd wordt in de binnenkamer, maar dat höt op elk levensgebied moet geschieden. Een christen," die in meditatie over de yr*t des Heeren zich aan het publieke leven onttrekt, toont met de wet des Heeren toch niet goed op de hoogte te zijn. Hij moet leeren, dat hij als christen een roeping heeft en uit te dragen heeft, de beginselen van 's Heeren wet. Tegenover het wandelen op denkweg der zondaren, moet staan een wandelen in de rechten des Heeren. Tegenover het zoeken van het gezelschap 'dor goddeloozen, moet staan het zoeken van hot gezelschap dergenen, die den Heere yreezen. En vereenigen zich zondaren en godde loozen en spotters met elkander om de wet des Heeren krachteloos tc maken, daarte genover moeten ook alle belijders verec- nigd staan, om voor de eere des Heeren en de handhaving van des Heeren wet ook op het publieke levensterrein op te komen. Allen, die God vreezen en Zijn wet in eere wenschen te houden, bchooren dus als één man het booze to wederstaan. Gedurig onderzoeken, voortdurend over denken vah 's Heeren wet om daardoor toe te nemen in kennis. Aangespoord tot ijver om des Heeren wille moeten wij aanhou dend strijden tegen de zonde. Voor de Jeugd. Van een Leidschen Jongen. 8) „En wiens huis zijt ge zoo aan het op knappen?1' vroeg Elsevier. „Dit is vaders speeltuin, heeren, en ik had verlof om hier met mijne makkers te fcpelen!" „Aardig spelen", bromde 'Jasper. „Hij laat mij een uur in het kippenhok en Cor- Dolis Gerrits een uur onder een biervat zit ten. Maar wij geven er den brui af! Gaat ge ruede, jongens*?" De andere vier volgden hem en lieten Rembrand met de heeren achter. 'Eerst tegen zonsondergang lichtte de «.kroonprins" de klink van de bovendeur pan een huis in de Weddesleeg op en trad W binnen om van Harmen van Rijn eene Icherpe vermaning op te loopen, welke gewoonlijk eindigde met de woorden: „Gij toudt een kladschilder, een luie taveerne- tooper, een toebackdrinker willen worden, Ibé? Maar dat zal nimmer ofte nooit geheu gen, zoo waar ik Harmen van Rijn heetl" i f II. De kroonprins en zijne portefeuille. Drie jaren waren na dit voorval v.erloo- Daarop gebiedt de Heere Zijne zegen. Een zegen voor ons als personen, een ze gen ook voor het vaderland. Gezegend zal het land zijn waarvan het gelden kande inwoners hebben lust in deg Heeren wet, zij overdenken Zijne wet dag en nacht. Welgelukzalig zijn zij, gelukkig is het land, want daar wil de Heere Zijnon zegen gebieden. In het onderhouden van 's Heeren gebo den is groolen loon. Uit de Pers. Ontstellende redeneering. Wij lezen in Do Standaard: In het socialisatierapport der S. D. A. P., welks conclusies door het laatst gehou den congres zijn aanvaard, wordt vastge steld, dat in geen geval een bedrijf aan de daarin werkzame arbeiders mag worden uitgeleverd, maar alleen na rijp beraad dient te kunnen worden onteigend ten be hoeve van de gemeenschap, en dat in ge val van onteigening een behoorlijke schat devergoeding moet toegekend. In het huitenlandsch overzicht van „Het Volk" werd.echter met veel ingenomenheid verteld van de heldendaden der Italiaan- sche arbeiders, die de fabrieken bezetten en voortaan als hun eigendom beschou wen. Ziedaar, zoo juicht het blad, de uitvoe ring van ons program. De secretaris van de socialisatievommis- sie komt tegen deze redeneering in verzet en begrijpt niet, hoe men den anarchisti- schen janboel in Italië kan verdedigen. De overzichtschrijver van Het Volk houdt nu een zeer lange redeneering 091 goed te praten, wat hij vertelde. Het gaat ongeveer zoo. Wij behoeven toch aan buitenlanders niet voor te schrij ven, hoe zij zullen doen. Het socialisatie rapport is een historisch feit, het optreden van de Italiaansche arbeiders is een ander historisch feit. Die feiten moeten onafhan kelijk van elkander worden onderzocht. Het rapport was ook niet meer dan een windvaan, die de heerschende strooming aangaf. Het zal in ons land ook anders kunnen gaan. Het. is een ontstellende redeneering. Zoo kan iemand, dio een pak kleeren koopt en het niet wil betalen, zich verdedigen dooj te zeggen: dat ik het pak kocht is een his torisch feit; dat ik het niet betaal is een ander historisch feit. Beide feiten moeten onafhankelijk van elkander worden be schouwd. Ik heb beloofd te zullen betalen maar die belofte was niet meer dan een windvaan, gezet naar do heerschende stroo ming. Thans is de wind anders. Dit beteekent nu de volkomen afwezig heid van elk zedelijk oordeel, het verwer pen van elke moraal. Men doet, wat men kan doen. De macht beslist. Alle vastig heid is verdwenen. Geen belofte heeft waarde. Volslagen willekeur wordt gevraagd voor zich zelf en zijn medestanders. Op deze wijzo kan elke daad, hoe gruwelijk ook, worden goedgepraat. En op geen enkel woord van een partij, die zoo denkt, kan worden vertrouwd. Het is wel een vreeselijke leer, die tot zulke beweringen leidt. En verwondert men zich, als menschen, die dagelijks met zulke kost worden ge voed, in dagen van verwarring tot elke daad zijn te verleiden? Maar het is ook duidelijk, dat wie zoo leert, den grond ondermijnt., waarop hij zelf wil bouwen. De uitkomst hiervan kan niet anders zijn dan volslagen anarchie. Voor ongeruste zielen. „Het Volk", zegt het Fr. D gbLy is voorzichtig gelijk de 6langen. Van den Tempel, Jan ging dit keer, door den Kamer-voorzitter benoemd, mee met de Commissie die Hare Majesteit het drietal zou aanbieden ter benoeming van een vasten voorzitter der Tweede Kamer, Dat zou „het volk" hoorenm „Volk" dan met 'n kleine v. En 't mocht es vreezen, dat zijn afge vaardigde, door den glans des koninklijke majesteit verblind, geen „rood" van „zwart" meer zou kunnen onderscheiden. Denk aan Duys op de prinseboot! Jan Duys met prins Hendrik: Wat is da&r niet over te doen geweest... En daarom stelt nu „Het Volk" zijn le zers met de volgende tirade gerust: Van den Tempel vas lid der kommissie van 6tem-opneming. Volgens gebruik gaat die kommissie, met nog eenige leden aan gevuld, de presidentevoordracht, aan de Ko- Nog altijd wilde Harmen van Rijn van zijnen zoon eeneni geleerde maken. Nog altijd ging Rembrand ter schble. Maar wat hij daar deed? o, Zoo goed als niemendal. Als hij maar een vrij. oogenblik had, dan was hij bij den ouden Swanenburg, die hem leerde teeke- nenf en, veel genoegen in zijnen leerling ■had. Zijne lessen, kende hij nooit, doch de meester had het al lang opgegeven hem hiervoor te straffen. Het- hielp den goeden man toch niet, tot hij eindelijk besloot meester Harmen eens ernstig over Rem brand te onderhouden. „Nu", zeide Harmen ten laatste, „als de borst dan niet leeren wil en niet leercn zal, dan moet hij maar van het school af en bij mij in den molen komen! Maar hem schilder doen worden, neen, neen, dat nooit!" Geen wonder, dat Rembrand dit besluit met heel veel genoegen vernam. Hij moest op den molen komen, nu ja, maar wat gaf dat? Gebeurde het niet vaak, dat zijn va der en de twee oudere broeders van .Rem brand van de zeven dagen der week geene vier werkten? Er zou tijd genoeg overblij ven om te kunnen teekenen. Nu, er Weef ook tijd genoeg over, dat bleek weldra; want nog waren er geene drie maanden verloopen of zijne portefeuil le was al vol tee keningen. De meeste had ningin aanbieden. Tempel moet mee. Hij is al eens naar den Reygenhoek geweest om de Koningin eenige door haar gevraagde inlichtingen over een 6ociale voorziening te geven. Tempel is dus nog een oude kennis van de Koningin en de hoflucht zal hem geen nieuwe gewaarwordingen bezorgen. Gezond zal hij erbij blijven! Dat is zoo ongeveer gezegd: Maak u niet ongerust! Jan komt wel in min gewenschte omgeving, maar hij zal er niets opdoen, 't noodige insectenpoeder heeft hij in den zak. 't „Roode" volk kan gerust slapen. Van den Tempel blijft 't vaandel trouw! Gemeentezaken. Geen rabat op brandstoffen. De Leidsche Bestuurdersbond heeft den Raad verzocht, van gemeentewege een ra bat op den prijs der brandstoffen te wil len verleenen en wel van f 1.40 per eenheid voor hen, die niet meer dan 1500 gld. s jaars verdienen, en van /0.80 per een heid voor de inkomens tusschen 1500 en 1800 gld. 's jaars. Met den meesten aandrang geven B. en en W. den Raad in overweging dit verzoek niet in te willigen. B. en W. wijzen <er op, dat de regeering er naar streeft, op te houden met de toe slagen. Zij betwijfelen, of Ged. Staten een, als door den Bestuurdersbond voorgestel den maatregel wel zouden goedkeuren. De brandstoffen, welke op het minimum rantsoen worden gedistribueerd worden echter reeds geleverd beneden den kost prijs. Aan B. en- W. is geen (enkele gemeente bekend, alwaar een verzoek als door adres- sanfe gedaan, is ingewilligd. Volledigheidshalve doelen B. en W. mede, dat de kosten verbonden aan de inwilliging van het verzoek worden geraamd op onge veer 162.000 gld. Aanleggen van een verhoogd voetpad- De heer A. Mulder verzoekt den Raad, om kwijtschelding van de van gemeentewe ge gedane uilgaven voor het maken van een verhoogd voetpad langs adressant's nieuwen winkel hoek MorschstraatKort Galgewater. Volgens aan B. en iW. door den Direc teur van Gemeentewerken verstrekte in lichtingen heeft adressant, toen de schut ting na de verbouwing werd afgebroken, het verzoek gedaan, om de bestrating langs de gevellijn bij te werken en zoo mogelijk een verhoogd trottoir te maken, aan welk verzoek werd voldaan, terwijl overeenge komen werd, dat de kosten van het troir toirvlak, i.e. van de tegels, die evenveel kosten als gewone klinkers, door de ge meente zouden worden gedragen en die van de hardsteenen banden door adressant. Deze laatste kosten bedroegen 93.32 (23.33 M. band a ƒ4 per M.). B. en W. stellen voor op het verzoek af wijzend te beschikken. Woningbouw. Aan de Vereen!ging tot bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen wer den te vorigen jare voor den bouw van 147 woningen en 2 pakhuizen op het Kooiler- rein en va>n 30 woningen bij het aan te leg gen Volkspark voorschotten van f 829.100, en 188,500 toegekend. Nu de bouw zijn voltooiing nadert, blijkt voor het eerste bouwplan f 132,900 en voor het andere f 32,500 meer noodig le zijn. B en W. stel len den raad voor, deze grootcre voorschot ten toe te kennen. Benoemingen en ontslag. Ter benoeming van een lid der commis sie tot wering van schoolverzuim, ter voor ziening in de vacature, ontstaan door het vertrek uit de gemeente van den heer H. Pel, worden aanbevolen: lo. J. A. Eige- man, Haarl.straat 120; 2o. M. J. B. Herfst, Utrechtsche Veer 13. Ingevolge splitsing der 1ste, 2de, 3de en 4de klasse in drie en van de 5de klasse jn tweè af deelingen, als gevolg van het groot aantal leerlingen der H. B. S. voor Jon gens, wordt door den directeur dezer school voorgesteld over te gaan tot de be noeming van tijdelijke leerkrachten. Met het voorstel van den directeur kun nen B. en W. zich geheel yereenigen, ter wijl daartegen ook 'hij de Commissie van Toezicht en bij den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs geen bezwaar be slaat. Zij geven den Raad daarom in overwe ging, om de dames E. A. W. Broes van Dort en A. E. Revers en de heeren F. W. van Wijk, W. Prins en dr. G. Kloeke voor den cursus 19201921 aan te stellen tot leerares (leeraar) resp. in het Duitsch, de hij in potlood gemaakt, doch ook enkele 'gekleurd. Eens op eenen mooien dag in Augustus was Rembrand met zijn teekengereed schappen den weg naar Woerden op ge gaan om daar een mooi landschapje te vin den, dat hij op papier overbrengen kon. Hij had reeds meer dan een uur geloo- pen, toen hij bij de hofstede 'Rinenburg kwam en, toen hij zich daar even neerzette am wat uit te rusten, vond hij, als vanzelf, eeni allerliefst tafereeltje om na te teeke nen. i Dicht bij hem stond een 'hooge korenmo len aan den linkeroever van den Rijn. Op den Rijn zelf voeren eenige tentsnebben, en de paarden, die tot hiertoe langs deze zijde het trekpad gehouden hadden, moes ten nu in eene pont overgezet worden, om dat het trekpad van hier af tot Leiderdorp aan den linkeroever van den Rijn lag. Aan dien anderen oever had men ook het uitgestrekte bosch van Poelgeest, en daar naast een ruim gezicht op het weiland, dat met vee overdekt was. Rembrand had geen schooner landschap 'kunnen uitdenken om het na te teekenen. ■Hij opende dan ook terstond zijne porte feuille en zette zich aan den arbeid. De zon stak vreeselijk. Het hinderde onzen Rembrand niet; hij zat onder de schaduw der hooge iepen. De weg was kurkdroog en het stof vloog geschiedenis, het Nederlandsch, het Fransch en het Duitsch aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. Voor de benoeming van een tweede ama nuensis bij het onderwijs in de natuur- en scheikunde aan de H. B. S. voor Jongens worden voorgedragen: 1. P. J. van den Berg; 2. J. J. Slafleu, beiden amanuensis alhier. (Voorts verschillende onderwijzers-be noemingen.) Bezoldiging onderwijzers „Eadogeest". Bij Raadsbesluit van 17 Mei j.l. werd be paald dat de onderwijzer, verbonden aan de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rbijngeest", van af 1 Januari 1919 op ge lijke wijze zal worden bezoldigd als de on derwijzers, werkzaam aan de buitengewo ne school voor lager onderwijs te Leiden. In verband met het in een schrijven van de Commissie van Beheer over genoemde gestichten medegedeelde, dient het Raads besluit in dien zin te worden aangevuld, dat het niet alleen op den onderwijzer, maar in het algemeen op de onderwijzers en onderwijzeressen, verbonden aan de ge stichten, toepasselijk is. Bouwvergunning. Door B. en W. wordt voorgesteld aan II. Brandt Hz. en T. C. van der Stoel, op hun verzoek, vergunning te verleenen tot het bouwen van houten schuurtjes op hun behoorend terrein aan de Pieter-van- Twistlaan. Wijziging Raadsbesluit. Bij Raadsbesluit van 5 Juli 1.1. werden verschillende perceelen grond nabij den Hooge-Rijndijk aangekocht en voorts be sloten een gedeelte van één der perceelen kosteloos over te' nemen ter grootte van 210 M2. Dit stuk blijkt nu 275 M2. te zijn. Het Raadsbesluit dient nu daarmede In overeenstemming te worden gebracht, waartoe B. en W. adviseeren. Ontheffing levering grind. Ten gevolge van zijn benoeming als lid van den Gemeenteraad verzocht de heer Jac. Wilbrink hem te ontslaan van zijn verplichting ingevolge contract van aanbe steding inzake levering van gewasschen grind aan de gemeente. B. en W. stellen voor deze ontheffing te verleenen. Een anü-alcohol-tentoonstelling. Bij adres verzocht het Leidsche Drank- weer-Comité om het kosteloos gebruik van de 'kleine zaal der Stadsgehoorzaal voor het houden gedurende een 8-tal dagen van een anti-alcoholtentoonstelling en van de groote zaal voor het houden van één openbare avondvergadering. Hoezeer B. en W. ook sympathiseeren met het doel van het Comité, om het mis bruik van sterken drank op verschillende wijzen te bestrijden, kunnen zij toch geen termen vinden voor te stellen gunstig op het verzoek te beschikken. Evenmin als de Pluimveetentoonstèl- ling, de Plantententoonstelling. de Zen dingsbazaar en zoovele andere soortgelijke demonstraties, is ook in de anti-alcohol- fentoonstelling een openbare bijeenkomst van algemeen nut te zien als bedoeld in de voorwaarden van verhuring der Stadsge hoorzaal. Kostelooze afstand van de Siadszaal heeft in den regel niet plaats dan ten be hoeve van het houden van CongTessen van algemeen w etenschappelijk belang. B. en W. geven derhalve in overweging het verzoek van het Leidsch Drankvveer- Comité niet in te willigen. Ten slotte kunnen B. en W. nog mede- deelen, dat het, bij afwijzing van het ver zoek, hun voornemen is den huurprijs van de kleine zaal vast te stellen op het ge ringe bedrag van f 10 per dag en dien van de groote zaal op den minimumprijs van f24 voor den avond, vermeerderd met de kosten van verlichting. Aankoop van oen perceel grond te Noordwijk. Onder verwijzing naar oen schrijven van Com missarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteii geven B. en W. den Raad in over weging, te besluiten tot den aankoop van het perceel grond, kad. bekend Sectie A No. 1941, gemeente Noordwijk,. ter grootte van 63 vierk. M. voor den prijs van f 3 per vierk. M. Uitgaven voor woningboaw. Bij lot-stand-koming van het door de wo- ningbouwvereeniging „De Eendracht" ingediende plan tot den bouw van eon 90-tal woningen cp een aan do gemeente toebehoorend terrein bonoorden den Lage-Rijndijk zal tot het rioleeren van het terrein en het dempen der slooten moo- ten worden overgegaan. Ten oinde nu een spoedige bewoning na de voltooiing der huizen te bevorderen, verdient het. achter de widen der boerenwagens op. Het hinderde Rembrand niet; hij zat aan de zijde van het koeltje, dat nog eenige verfrissching bracht. Dikke donderwolken zetten zich onder den wind. Ze hinderden Rembrand niet,* zoolang... Stil, nu zag hij op! Eene groote wolk verduisterde de zon en het landschap. Nu wist hij niet recht goed meer waar licht en schaduw vallen moes ten. De zon had het hem aangewezen; maar nu deze achter eene wolk wegkroop, wist hij geenen raad. Verdrietig sloeg hij zijne portefeuille toe en wilde zich 'ver wijderen. „Komt die wolk u ongelegen, jongen?" klonk liet eensklaps. Rembrand zag op en ontdekte een vrien delijk oud "heer, die op eenen stok leunend, hem eene poos lang had staan aankijken. „Ja, meneer, ik was zoo mooi op gang eh „Ja, kereltje, het is "jammer cnhet begint te regenen ook. Moet gij ver loo pen?" „Ik moet naa Lei-den, meneer!" „Wel, dan weel ik wat! Over een paar uren moet ik er ook heen. Ge kunt mede rijden! Kom zoolang bij mij op de hoeve; ik woon hier op Rinenburg!" Rembrand sloeg dat vriendelijk aanbod niet af, on zat weldra in de ruime binnen- ook naar liet govoolon der ComoiL-<> van Fj- bricag», aanboveiing roeda thans met de rioleo- ringa- en dempiugswerken een aanvang te mak -a en daarmede niet te wachten, totdat het voor* schot voor den bouw door den Raad on de Kroon is verleend. Onafhankelijk vanden aard en het tijdstip der latere bebouwing komen deze w*r« ken ateods tot hun recht. Ook ten opzichte var. den bouw van andere blokken door ,.Do Een dracht" en hot bouwplan der vereeniging „Turn* stadwijk" aan de lieerenstraat is eenzelfde go* dragalijn gevolgd. Onder mededeeling. dat de kosten der riolee* rings* en dampings werken worden goraamd ap pl. min. f 15.000, geven B. en W. mitsdien in overweging een bedrag van f 15.000 beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de noodige rioleerings- en dempingswerken ten behoeve van het aanhangige bouwplan van de verocniging „De Eendracht" bonoorden den Lage-Rijndijk. Geen steun aan de uitgetrokken transportarbeiders. In eer. adres verzoekt de Leidsche Bestuurders* bond Jgn Raad te willen besluiten tot o aders teu* r.ing van gemeentewege van de uitgetrokken weridooze transportarbeiders. Omtrent dit verzoek wonnen B. en W. het oor doel in van de Commissie van Advies voor dl Werkloosheidsverzekering. De Commissie is van oordeel, dat er wel ter» men aanwezig zijn om den gëvraagden stoun lo verleenen mits beperkt tot die personen, die daarvoor, gelet op do omstandigheden van het gezin, in aanmerking komen. In verband hiermede acht de Commissie hot ook minder gewenscht deze steunregeling bij het bureau Werkloosheids verzekering onder te brengen, doch ware daarvoor een afzonderlijke Commissie in het leven te roe pen. Intusschen is do Commissie overtuigd, dat deze steun slechts van tijdelijken aard moet zijn cn door werkverschaffing als anderszins in de behoeften der transportarbeiders moet worden voorzien. Het College van B. en W. kan ditmaal met hot advies der Commissie niet instemmen. Begin November van het vorig jaar werden da transportarbeidersorganisaties in de verzekering opgenomen. De sedert opgedane ervaring heeft wel reeds geleerd aldus B. en W. dat de verzekering oen zuiverenden invloed beeft geoefend, maar zij is nog van te korten duur om reed6 een. juist inzicht te krijgen in de werkloosheid van deze moeilijk te controleeren groep arbeiders. Of met rame de losse werklieden blijvend in de verzeke* ring kunnen worden gehandhaafd, is thans nog niet definitief te beantwoorden. De werkloosheid der losse arbeiders toch heeft een geheel ander karakter dan die van de au* dore vakarbeiders, bijv. die in de bouwvakken en de metaalnijverheid. Bepalen wij on6, zoggen B, en W„ tot het punt waarom het gaat, n.L steun aan uitgetrokken transporlarboiders, dan valt al dadelijk in het .oog, dat het feit van „uit* getrokken zijn", voor deze personen oen geheel andere beteekenis hooftdan voorbouwvakarbeidurs en andere meer geordende vakgroepen. Een losse transportarbeide toch werkt steeds ongeregeld, is eteeds één of meer dagen per week zonder werk, maar komt toch meeslal wel tot een weoklooa. Indien hij derhalve over een geheel jaar de re* glementaire 78 dagen werkloos is geweest, is uit nog niet het bewijs dat hij, over het goheele jaar gerekend, niet genoeg heeft verdiend om in hot onderhoud van zich en de zijnen 'te voorzieu. Voor de andere vakken beteekent iedere werk» looze dag gemis van 1/6 van het weekloon. Hioruit volgt, dat ten aanzien van de lorea arbeiders hel uitgetrokken zijn geen voldoende maatstaf is om daaraan een steunregeling te koppelen, In het adres wordt er voorts op gewezen, dat bij een nader onderzoek zal blijken, dat inderdaad de geringe werkgelegenheid, welke in het trans portbedrijf bestaat, alle reden geeft om do be trokkenen financieel te helpen. Ook dit kunnen B. en W. niet beamen. Integen deel, zij zijn van rac-ening, dat de werkgelegenheid voor hen thans vrij gunstig is. De uitsluiting on der de bouwvakarbeiders is geëindigd, de aardap pelcampagne is begonnen, terwijl ook voor de etoenkolendragers meer werk komt. B. en W. wijzen voorts op de werken, die than6 door do gemeente en de bouwvereenigingen worden onder- nomeu en waarbij ook de los6e arbeiders gebaat zijn te weten den aanleg van het ooipark, de rioleering in de Trompstraat enz. enz. Uit het bovenstaande moge afdoende blijken, zeggen B. en W., dat wij in het algemeen 6teun aan uitgetrokken transportarbeiders ongemoti veerd achten. Doch ook in 't bijzonder de lijst dezer personen nagaande, zijn wij van oordeel, dat deze bijna geheel bestaat uit dezulken, die om verschillende redenen voor 6leun niet in aan* merking komen, zoodat derhalve ook uit dien hoofde geen aanleiding bestaat een algemeu* n a steunregeling in te voeren. Verbinding Witte Rozenstraat en Gerrit Doustraat. Bij raadsbesluit van 6 April 1916 werd over eenkomstig het praeadvies van B. cn W. besloten kamer van den ouden heer en onderwijl de donder rommelde en de regen bij plassen neerviel, k-eerde Rembrand de teekeningen. uit de portefeuille een voor een om en liet ze zijnen gastheer zien. Deze had er weldra een stuk of drie uit gezocht en bij zich gehouden. „Zijt gij al eens in Den Haag geweest. Rembrand?" vroeg de heer, die onderzocht had hoe de jonge teekenaar heette. „Neen, mijnheer!" „Dus gij weet daar den Kneuterdijk ook niet? iDat spijt me!" Rembrand zette gToote oogen op en waagde te vragen: „En waarom spijt u dat. meneer?" Wel. ik heb daar een kennis wonen die heel veel van teekeningen en schilderijen houdt, en ik wed. dat gij hem deze drie, die ik hier uitgezocht heb. vast verkoopen kunt1" „Verkoopen!" Had vader Harmen hem niet reeds al te dikwijls verwelen, dat hij het nooit verder brengen zou dan tot klad schilder, en dat hij zijne teekeningen 'och nooit aan den man zou kunnen brengen? „Verkoopen!" Rembrand's oogen straal den van blijdschap en nauwelijks had hij Jat woord gehoord of hij zei: ..Ik en ben nooit in Den Haag geweest en den -Kneu terdijk én weet ik niet, meneer, maar met vragen komt men te Rome, zegt mijne pe» *emeu!" CWordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 5