Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABONNEMENTSPRIJS IS LEIDES ES IiflTE* LEIDES WAAR AGENTES GEVESTIGD ZIJS TER KWARTAAL 12.50 l'EK WEEK 10.19 FRISCO .'ER POST PERKWARTAAL 12.90 Iste JAARGANG. - DONDERDAG 16 SEPTEMBER 1920. - No. 142 BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIE-PRIJS PER GEIVOXE REGEL f0.22y DES ZATERDAGS f0.30 JXGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TAKIEP KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens 30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent, bij vooruitbetaling, -ï Bewaarschoolonderwijs. Door Minister de Visser is bij de Tweede Kamer con wetsontwerp ingediend tot rege ling van het bewaarschoolonderwijs. Zulk een regeling acht de Minister no.o- dig omdat de behoefte aan het opvoedend werk dezer scholen daarvoor groot genoeg is en nog steeds in kracht toeneemt, maar ook omdat zonder zulk een regeling de uit bouw van bewaarschoolonderwijs dat aan billijke eischen voldoet, niet te verwach ten is. De Staatscommissie voor hot onderwijs was van meening dat een regeling behoor de getroffen te worden in den geest van die voor het lager onderwijs, waarbij noch de openbare, noch de hijzondere scholen wor den bevoordeeld. Met deze opvatting kan de Minister zich echter niet vereenigen. Ook in verband met de financieele bezwa ren van de gemeenten -geeft hij de voorkeur aan een stelsel, waarbij van hetgeen het particulier initiatief tot stand bracht, wordt uitgegaan. Een regeling als bij het Nijver heidsonderwijs gevolgde stelsel van subsi- dieering van particuliere scholen. Zulk een regeling is mogelijk, omdat de gemeente bij het bewaarschoolonderwijs minder dan bij het lager onderwijs is aan gewezen een rol te vervullen. Men is het er nog allerminst over eens of kinderen in den leeftijd van vier tot zes jaar beter naar een bewaarschool worden gezonden dan wel in het gezin opgevoed Voor een groot deel der kinderen van dien leeftijd wordt geen schoolonderwijs ver langd. Historisch is bovendien het particulier initiatief op dit gebied het krachtigst voor den dag gekomen. Van oudsher is ten opzichte van de be waarscholen 't bijzonder onderwijs dat in dit geval volstrekt niet samenvalt met confessioneel onderwijs regel geweest. Door subsidieering wordt dus het meest de historische lijn die in de ontwikkeling van het bewaarschoolonderwijs waarneembaar is, gevolgd. Door de activiteit van het particulier initiatief heeft deze tak van onderwijs zijn bestaansrecht bewezen en mag het op steun en aanmoediging van overheidswege aan spraak maken. Do steun van het Rijk zal zich dus bepa len tot de bijzondere bewaarscholen. Met de gemeentelijke scholen bemoeit het zich niet anders, dan in den vorm van be palingen omtrent de inrichting der lokalen en de bevoegdheid van het onderwijzend personeel. Onder bijzondere bewaarscholen verstaat het ontwerp scholen die niet door gemeen ten ie stand worden gehouden en waarin alleen kinderen boven den driejarigen- en beneden den leerplichtigen leeftijd worden toegelaten. De school moet staan onder bestuur van eene instelling of vereeniging dio rechtsper soonlijkheid bezit. Werkplan en gebouw moeten voldoen aan door de wet gestelde eischen. Hot werkplan moet tenminste omvatten: spelen, dienstbaar gemaakt aan lichamelij ke ontwikkeling, oefening van oog en hand tot ontwikkeling der zintuigen en tot het verwerven van kennis uit de omgeving, ver tellen en leeren en zingen van kindervers jes. Aan het hoofd van elke school moet sta.au eene onderwijzeres dio den leeftijd van 23 jaren heeft volbracht en den rang van hoofdonderwijzeres bezit. Zij wordt bijgestaan door tenminste één onderwijzeres, zoodra het aantal school gaande kinderen meer dan dertig bedraagt. Yoor elk dertigtal boven de zestig wordt eene onderwijzeres meer vereischt. Meisjes dio minstens 15 jaar oud zijn en het ouderwijs volgen van een opleidings school voor onderwijzeressen, kunnen als kweekeiingen worden toegelaten. Om den bestaanden toestand aan den nieuwen te laten aanpassen kunnen tot en met 31 December 1924 nog helpsters in de gesubsidieerde scholen worden toegelaten. De salarissen van hot onderwijzend per soneel worden bij algomeenen maatregel van bestuur vastgesteld. In het volgend nummer geven wij een overzicht van do subsidie-regeling. STADSNIEUWS. Dank- en Bedestond. Nadat Woensdag hier ter stede de jaar- lijksche collecte voor de Scholen met den Bijbel was gehouden, werd 's avonds in de Pieterskerk een dank- en bedestond gehou den, waarin als spreker optrad D s. G. R Kuiper van Haarlem. De kerk was, jammer genoeg, slechts ma tig bezet. Nadat spr. in een inleidend woord heeft gewezen op de groote beteekenis van het gebed, ook voor het onderwijs, bepaalt hij zijn gehoor bij het Onze Vader, volgens Matth. 6 9—13. Spreker wijst allereerst op de ontzaglijke beteekenis van de aanspraak van dit. ge bed waarin wij God aanroepen als onze Vader. Dat is wat. Want dan mag ons gebed zeer intiem zijn. Als wij zoo mogen bidden voor onze scholen, dan behoeven wij niet te vreezen, want immers wij leggen onze zaak in Zijn hand zoodat het Z ij n zaak wordt Wanneer we dit gebed nader gaan be schouwen dan zien we dat het letterlijk al les bevat wat wij noodig hebben. Uw Naam worde geheiligd. Als die bede beteekenis krijgt voor onze ziol van welken rijken inhoud is ze dan ook voor onze school. Want zeker, 't gaat bij 't onderwijs om tijdelijke en eeuwige belangen, maar 't is toch niet eerst en alleen te doen om het kind, maar 't gaat in den grond beschouwd allereerst om Gods wil om de heiliging van Gods Naam. Wij vragen van onze onderwijzers niet dat ze de kinderen zullen overladen met dingen die boven hun bevatting gaan, maar wèl dat ze bij al hun onderwijs de kinderen zullen spreken van Gods macht en goed heid en dat in al het onderwijs zal uitko men: dit is het eeuwige leven dat zij U ken nen en Jezus Christus dien Gij gezonden hebt. Als we dat gevóelen, dan begrijpen we ook do geweldige taak op hunne schoudei's Wie is tot deze dingen bekwaam? Maar daarom gaan we nu tot onzen Vader en bidden Uw Naam worde geheiligd. En we voegen er aan toe: Uw Konink rijk kome. Voor do komst van dat ko ninkrijk moet het onderwijs worden dienst baar gemaakt. We weten het wel dat vele kinderen van de Scholen met den Bijbel later overgaan naar de tegenpartij. Wij belijden de genade van Gods Ver bond, maar wij belijden ook de vrijmacht Gods. Maar dit neemt niet weg dat we voor de toekomst van Gods Koninkrijk altijd weer door God zelf verwezen worden naar de jeugd, waarom het onze bede is, dat daartoe 't onderwijs gezegend wordt. Wij weten niet wat de toekomst zal bren gen, maar d i t weten we wel, 't zal in de toekomst veel meer moeite kosten om zalig te worden. Het gevaar dreigt van alle kanten. En wie dan voor Koning Jezus hebben gekozen zullen het veel harder tg verant woorden hebben. Want in de laatste dagen zullen de menschen liefhebbers zijn van zich- zelven en tegelijkertijd zal de 'vijandschap tegen het Kruis toenemen. Daarom gaan we tot onzen Vader en bidden; doe Uw Ko ninklijk komen. Als we dit bidden moeten wij daaraan altijd toevoegen: Uw wil geschiede. Onze kinderen zijn van nature niet beter dan anderen. Maar toch 't zijn Verbondskin- deren. En als de school aan haar doel zal beantwoorden, dan moet het ideaal bij het onderwijs zijn deze kleine menschen Gods tot alle goed werk volmaaktelijk toe te rusten. Hoofd en hart en hand en geweten moeten daartoe worden geraakt, en zoo gekweekt dienstknechten en dienstmaagden van den Allerhoogste. Onze kinderen zijn geen engelen, maar we stellen hun die engelen tot voorbeeld en zeggen: geef dat wij onzen eigen wil verza ken en uwen wil die alleen goed is zonder eenig tegenspreken gehoorzamen, zooals de engelen in den hemel doen. Dat is hoog. Het is geweldig veel en we zouden 't niet durven bidden als Christus ons niet geleerd had te vragen: Uw wil ge schiede gelijk in den hemel alzoo ook op de aarde. ïn de tweede plaats koilit in dit gebed de broodvraag aan de orde. Deze volgorde geldt ook voor de school. Toch is de broodvraag ook voor de school van groot gewicht. Er is de laatste jaren veel verruiming gekomen, maar we stellen onze verwachting niet op de Overheid maar we vragen van God geef Gij ons, wat wij noodig hebben. Het gevaar is groot dat we straks krijgen '11 andere Farao en een volk dat de strijd niet gekend heeft. Daarom moeten we paraat blijven. Het is een verblijdend teeken dat de Unie-collec te hier 6teeg. Er is nog zooveel noodig en er zal in de toekomst nog veel meer noodig zijn en we vragen dus: onze Vader geef dat wij van het Uwe, U mogen offeren. Maar we bidden er dadelijk bij: geef en vergeef. Vergeef ons onze 'schulden. Onze schuld ten opzichte van de school is zoo groot. Wanneer bidden wij persoon lijk in de eenzaamheid voor de kindereu en de onderwijzers. D o e n we het zelfs weJ en doen we het met hartelijke drang van de ziel. O, er ligt hier zoo'n groote schuld waarover wij ons als ouders en onderwijzers te verootmoedigen hebben, en die ons moet nopen te bidden om schuldvergiffenis. En dan komt do laatste bede, die wij vooral in onzen tijd met zijn vele gevaren zoozeer noodig hebben. Do openlijke aanvallen op de Christelijke school zullen in do toekomst- misschien niet toenemen, maar wel de gee.steswor- s t e 1 i n g om het Christelijk karakter van onze scholen. Laten wc toch niet meenen, dat we er zijn. Dan zal in minder dan geen tijd de schoolstrijd verloren zijn. Met grooten ernst waarschuwt spr. tegen de gevaren die hier, vooral nu de gelijkstel ling verkregen is dreigen. Daarom bidden wij: bewaar ons voor de listige omleidingen des Satans die zooveel gevaarlijker zijn dan 't brieschen van den leeuw. Dat kunt Gij doen, dat wilt Gij doen want immers: Uw is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Nadat gezongen is van het Gebed dc- Heeren vers 3 en 10 gaat spr. in dank- en smeekgebed voor. In het versla? van het 35-jarïr ambts jubileum van ds. Hartwigsen aituer, gister avond in ons blad opgenomen is 'n vergis sing gemaakt» Niet de heer Huurman was voorzit ter der feestcommissie, maar de heer J. v. d. Steen, Oude Rijn 6, die als zoo-danig as. rfart- uigsen 'needt Toegespjroken en de cadeau's aangeboden. Behalve, de heer v. d- Steen hadden de volgende 'heeren in de commissie zitting ge nomen; J. Schippers. J. J. v. Biemen, J. P- Mulder, Lourens. Bonte. P. J. Mulder. W. Fontein. A. Wiggers. G. J. v. d. Berg, P. Mazurel en J, Boehmer Do gisteren gehouden Unie-collecte door het Comité te Leiden, heeft opge bracht- Collecte in de stadf 1007,21 Collecte in de Kerk-72,50 Nagekomen giften5,50 Totaal... f 1085,21 Verleden jaar heeft de collecte f 888,36 opgebracht. Thans dus pl.m. f 200,meer. Voorwaar een mooi succes! Naar men ons mcdedeolt heeft ook Z K. H. Prins Hendrik zijn belangstelling voor de alhier vanwege do 3-Ouloberveree- niging te houden winkelweek dóen blijken. Hij heeft als toe te kennen prijs een bronzen medaille beschikbaar gesteld. Door den „Bond van Technici" was gisteravond in „In den Vergulden Turk" 'n vergadering belegd, waar als 6preker op trad de heer P. G. F. T Fehmers, hoofd ingenieur bij de lichtfabrieken alhier, met het onderwerp: „Het stramien der bedrijfs leiding". De spreker had dit beeld gekozen, met het oog op borduurwerk, waarbij „stra mien" gebruikt wordt. Stramien is een grof soort gaas, waarbij men „schering" en „in slag" heeft. De „schering" zijn dan de „al gemeenheden", en de „inslag" de bizonder- heden. Op dit onderwerp wilde spreker voortborduren. Op onderhoudende wijze hield hij een causerie, die niet weinig ver duidelijkt werd door de uitstekende licht beelden. Spreker ontwikkelde versehillendo stellingen, waarop dan „voortgeborduurd" werd. We kunnen niet alle deze stellingen nader omschrijven. Slechts cenigo der inte ressantste willen we afschrijven. O. a. zeide spreker: „Bedrijfsleiding is een wijsheid; steunend op wetenschap. Wie eon bedrijf wil leiden, beginne zich zelf ie leiden." Verschillende andere theoriën wer den op interessante wijze uiteengezet. Na do pauze was gelegenheid tot het stellen van vragen, doch hiervan werd geen bijzon der druk gebruik gemaakt. Eenige heeren maakten opmerkingen, doch deze raakten voornamelijk de sociale zijde van de be drijfsleiding, welke spr. liever niet dieper wilde ontleden, daar uien dan aanstonds in het gedrang kwam met religieuze overtui gingen, welke spreker liefst niet wilde ra ken. Te ongeveer elf uur sloot de voorzitter, do heer C. J. Nieboer, na een kort woord van dank aan den heer Fehraers, de gezelli ge, leerzame bijeenkomst. Te Utrecht slaagdo voor het politie- diploma met aanteekening onze stadgenoot de heer G. Douma. Gisterenavond ongeveer 9 uur reed te Oegstgeest, door do duisternis misleid, de heer T. met zijn fiets te water. Toevallig kwam er van de richting Rijnsburg ecu automobilist, welko bovengenoemden heer, die met zijn been tusschen de wielen bekneld zat, uit zijn benauwde positie verlostte. De ongelukkige wielrijder had reeds gemimen tijd in het water gelegen. BÜ^EiHAND, 33 miiliaen voor woningbouw. De Ilaagsche redacteur .van de ,\Msbd." neldt: Op de begrooting van het Depar tement van Arbeid voor het jaar 1921 zal een bedrag van 13 millioenl gulden worden uitgetrokken ton behoeve van den woning bouw. Dit. bedrag zal voorkomen onder de buitengewone uitgaven ten laste van deni Crisisdienst. Sluiting van tie zitting der Staten-Generaal Bij Kon. besluit is bepaald dat de tegen woordige zitting der Statcm-Generaal zal worden gesloten op Zaterdag 18 September a.s., des namiddags te 3 uur. De Minister van Binnenlandsche Zaken is gemachtigd alsdan de zitting in eert ver- eenigde vergadering der beide Kamers in naam der Koningin te sluiten. Salarïearing rijkspersoneel. Woensdag j.l. hebben wij vermeld, dat bij de regeering het plan bestond met wets voorstellen te komen, teneinde den rijks ambtenaren een bijslag te verstrekken. Thans vernemen wij, dat de-bijslag zal be dragen: f?5 voor ongeliuwden, f175 voor gehuwden, vermeerderd met f25 voor ieder kind. Aan het Departement is men bezig mefc' het berekenen der kosten, terwijl de pu blicatie der regëeringsniaatregelen dezen dagen kan worden tegemoet-gezien. „Hbld." Goen duurtebijslag. Op vragen^ van den heer Oud betreffen de het verleenen van een duurtebijslag over het jaar 1920 aan de bedienaren van deni godsdienst, heeft Minister De Vries ge antwoord. dat hij niet voornemens is te bevorderen, dat ook over 1920 aan de be dienaren van den godsdienst, die een trak tement uit 's Rijks'kas genielen, een duur tebijslag wordt verleend. Beperking van de huisindustrie. Naar het „Centrum" vernam, overweeg® de regeering maatregelen tot regeling, ere beperking van die huisindustrie, in verband' met de invoering van de Arbeidswet. Verplichte Lichaamsoefeningen. Aan het Departement van Onderwijs is een wetsontwerp in voorbereiding, dat ten doel heeft alle jonge mannen van 15 tot 19 jaar te verplichten aan lichaamsoefenin gen deel te nemem. De oefeningen zullen een zuiver burgerlijk karakter dragen era zich zoo na mogelijk aansluiten bij do oefeningen, welke thans bestaande sport en gymnasliekvereenigingen beoogen. Zij zullen naar men zich voorstelt, in dè toe komst behalve het voordeel eener hetero physieke en geestelijke vorming der jeugd! ook belangrijke vruchten afwerpen voor ons leger en tevens de persoonlijke mili taire lasten aanmerkelijk verminderen. Winkelsluiting. Het Tweede-Kamerlid de heeT Bchaper heeft de volgende vragen tot den minister van Landbouw gericht: 1. Is de Minisler van plan zijn belofte gedaan in zijn schrijven van 12 Augustus 1919 aan het hoofdbestuur van den Alge meen-en Ned. Bond van Handels- en Kan toorbedienden, waarin Zijne Excellentie zich „gaarne bereid" verklaarde „over een.' ontwerp op de winkelsluiting (dezen) bond le hoeren", gestand te doeri? 2. Waaraan is het toe te schtijven. dat de minister v. Binnenlandscbe Zaken lüoi 1920 in de Memorie van Toelichting op het ontwerp-Zondagswet mededeelde, dal een regeling der winkelsluiting spoedig is te wachten, terwijl genoemd bondsbestuur lot 1. dén nimmer daarover is geraadpleegd? Wijziging der huurwetten. Te Utvcht had vanwege He Vereen'gin gen van Huis eigenaren Algemeen Be lang, Het Eigendomsrecht en Plichtsbesef een protestvergadering plaats tegen de voorgestelde wijzigingen der huurwetten. De vergadering was druk bezocht en werd geleid door den heer C. yan 't IIul- lenaar. FEUILLETON. Langs donkere wegen. 110) „Hoe kan ik van al deze dingen genie ten, als ik -hem zoo verslagen zie kijkcni!" antwoordde zij. „Toen gij ons de kamers liet zien, kon ik bijna geen woord zeggen, en toch was het mij of mijn hart zon breken. Toen die kin deren uiting aan hunne vreugde gaven, had ik ze bijna tot zwijgen willen bren gen." „Arme kinderen! Ik ben blij, dat ge het niet gedaan hébt", antwoordde Mary, die zeer van hunne blijdschap genoten had. Door de half geopende deur kon zij ze met Rhoda hooren spreken. „Nu moet ge stil zijn. Gij moogt niet meer pra/ten. Als ge morgen wakker wordt, zult ge alles heel anders aanzien, enMaurice -eveneens. Doe iu geen geweld aan om u gelukkig te ge voelen. Gij zijt nu te moe en afgetobt"; en toen drukte zij haar vriendelijk dn een leuningstoel, bracht haar een. voetenbankje en kuste haar zacht op het voorhoofd. „Gij moet nu rusten en den gelieelen avond niets meer doen. 'Rhoda zal straks bij u komen, als zij de kinderen, naar bed gebracht heeft. Nu moet ik naar heneden naar Maurice gaan"-; en. toen liet zij haar half getroost achter. Mary was hun- een sterke toren1; zij ver stond hen beiden zoo goed. Zij zou naar Maurice gaan, met hem spreken en hem opbeuren. „O, Mary, wat zijt ge ons tot een zegen!" fluisterde Janet, toen zij haar vermoeid hoofd tegen de kussens liet rusten, die Mary achter haar geplaatst had. Toen Lettice eenige oogenblikken later naar binnen keek, dacht zij, dat mama sliep en ging stil weer heen. Het vuur, de geur der bloemen, de zachte stilte en het gevoel van volkomen rust, hadden haar in half droo- merig-en toestand gebracht en in haar ^laap glimlaohte Janet en was zóó schoon, dat het kind één oogenblik als betooverd bleef slaan. Mary was geheel voorbereid op de stem ming van haar broeder. Toen zij de stu deerkamer binnentrad.zat hij in de hou ding haar door Janet beschreven, liet zijn hoofd op de hand rusten en zijne boogie gestalte was gebogen, deels door zwakte, deels door verslagenheid. Hij zag haar aan en glimlachte flauw, toen zij een stoel naast den zijnen trok, maar sprak geen woord, en gedurende eenige oogenblikken waren zij aan hunne eigen gedachten over gelaten. Maurice .tobde en Maryij dacht na hoe zij hem het best zou kunnen troos ten. Eindelijk richtte hij zich met moei te op. „Ik ben .vanavond, geen prettig gezel schap, lieve; waar is Janet?" „Zij is moe en rust nu wat; mag ik een poosje hij u blijven, Maurice?" Toen ver volgde zij zacht „ik begrijp er alles van, mijn lieve broeder." Toen keek hij op. „Wat begrijpt ge, Mary?" „Wat gij voelt en hoe beklemd uw hart •is. Gij stelt u allerlei harde dingen voor hoe het u mislukt is, en hoe nu uw werk van u is weggenomen. Is dat niet zoo?" „Ja", antwoordde hij zuchtend. „Ik ben bang, dat ik maar een onnutte dienst knecht ben. Ik wilde gaarne werken, waar de oogst overvloedig was, maar de arbei ders weinige; en nu begeeft mij de kracht midden op den dag." „O, Maurice, is er iets edelers dan zulk eene mislukking?" „Mary, gij moet vanavond geduld met mij hebbeni want ik ten bedroefd, omdat ik mijne gemeente verlaten heb, en al dezs weelde schijnt mij te drukken en te be ne, uwen. „O!" sprak zij, zuchtte en zweeg. Ilad dit alles haar ook niet benauwd? „Ik heb een ongewoon drukkend gevoel' ging hij voort; „het is vreemd, want ik ben niet ziek, en er is niets gebeurd, dat mij verdriet doet. Als ik bijgeloovig was, het geen ik gelukkig niet ben,, zou ik zeggen, dat een voorgevoel van naderend onheil mij kwelt. Mary, hen ik zwak geweest door naar u em Janet te 'luisteren? Kan ik er zeker van zijn, dat ik de duidelijke leiding der voorzienigheid gevolgd heb en niet uit liefde tot u aldus gehandeld heb?" „Lieve Maurice, waarom kwelt ge u met zulke twijfelingen? Het was een daad' van zelfbehoud, terwille van uwe vrouw en kinderen." „Misschien wel; liet gezin moet de eerste plicht zijn of men predikant of leek-ls. Het leven, dat ik mij had voorgesteld, kon ik slechts leven als ongetrouwd man. Maar, Mary. ik moet bekennen, dat ik mij teleurgesteld gevoel." „In welk opzicht?" vroeg zij, terwijl zij hare rustige oogen tot hem opsloeg. Hunne stille sympathie scheen den angel zijner smart te verwijderen. „Over mijzelf over alles over het verijdeld doel mijns levens. Toen, ik trouw de, toen mijne lieveling haar weelderig te huis opgaf en zich van haar familie ver vreemde om mijne vrouw te worden, zeide ik bij mijzelf, dat zelfs zij niet tusschen mij en mijn werk zou mogen staan. Ik was er aan verbonden er aan gehuwd, en toch is het hiertoe gekomen, dat. ik het ter wilie van haar en de kinderen heb moeten opgeven." „Ook er wille van u zelf." „Ter wille van mijzelf Ik was liever op UAijn post-gebleven, totdat ik stierf. Wel ka dood zou glorierijker kunnen zijn, "Mary?. O, gij weet niet zelfs gij niet hoezeer ik die arme menschen heb liefgehad, liet was mij of ik ze op het hart droeg hun leveni was mijn leven ak leefde onder, hen. Ik was arm en kon hunne armoede begrijpen:; ik kende hunne gedachten en zonden en verleidingen; hoe diep zij ook: gezonken waren, toch verachtte ik ze niet. Waarom zou de vrouw, die eene zondares was. mij niet aanraken, daar zij toch ook mijn Meester had aangeraakt? En nu", ging hij voort op smartelijken toon. „mi heb ik ze verlaten; wie zal hen liefhebben en begrijpen, zooals ik gedaan heb?" „O, Maurice!" en er lag een zacht verwij® in haar slem. „Heeft de kerk dan slechts één getrouwen dienstknecht? Zijn al d* anderen huurlingen en geen herderstj Denkt gij, dat de Meester, die u mot zwakt* geslagen heeft, niemand heeft om uw* plaals in te nemen? Mijn lieve broeder* welke nevel hangt er over u? Waar is uvé (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1