Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ABONNEMENTSPRIJS
IS LEIDES ES IiflTE* LEIDES
WAAR AGENTES GEVESTIGD ZIJS
TER KWARTAAL 12.50
l'EK WEEK 10.19
FRISCO .'ER POST PERKWARTAAL 12.90
Iste JAARGANG. - DONDERDAG 16 SEPTEMBER 1920. - No. 142
BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEIVOXE REGEL f0.22y
DES ZATERDAGS f0.30
JXGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TAKIEP
KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens
30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent,
bij vooruitbetaling, -ï
Bewaarschoolonderwijs.
Door Minister de Visser is bij de Tweede
Kamer con wetsontwerp ingediend tot rege
ling van het bewaarschoolonderwijs.
Zulk een regeling acht de Minister no.o-
dig omdat de behoefte aan het opvoedend
werk dezer scholen daarvoor groot genoeg
is en nog steeds in kracht toeneemt, maar
ook omdat zonder zulk een regeling de uit
bouw van bewaarschoolonderwijs dat aan
billijke eischen voldoet, niet te verwach
ten is.
De Staatscommissie voor hot onderwijs
was van meening dat een regeling behoor
de getroffen te worden in den geest van die
voor het lager onderwijs, waarbij noch de
openbare, noch de hijzondere scholen wor
den bevoordeeld.
Met deze opvatting kan de Minister zich
echter niet vereenigen.
Ook in verband met de financieele bezwa
ren van de gemeenten -geeft hij de voorkeur
aan een stelsel, waarbij van hetgeen het
particulier initiatief tot stand bracht, wordt
uitgegaan. Een regeling als bij het Nijver
heidsonderwijs gevolgde stelsel van subsi-
dieering van particuliere scholen.
Zulk een regeling is mogelijk, omdat de
gemeente bij het bewaarschoolonderwijs
minder dan bij het lager onderwijs is aan
gewezen een rol te vervullen.
Men is het er nog allerminst over eens
of kinderen in den leeftijd van vier tot zes
jaar beter naar een bewaarschool worden
gezonden dan wel in het gezin opgevoed
Voor een groot deel der kinderen van dien
leeftijd wordt geen schoolonderwijs ver
langd.
Historisch is bovendien het particulier
initiatief op dit gebied het krachtigst voor
den dag gekomen.
Van oudsher is ten opzichte van de be
waarscholen 't bijzonder onderwijs dat
in dit geval volstrekt niet samenvalt met
confessioneel onderwijs regel geweest.
Door subsidieering wordt dus het meest de
historische lijn die in de ontwikkeling van
het bewaarschoolonderwijs waarneembaar
is, gevolgd.
Door de activiteit van het particulier
initiatief heeft deze tak van onderwijs zijn
bestaansrecht bewezen en mag het op steun
en aanmoediging van overheidswege aan
spraak maken.
Do steun van het Rijk zal zich dus bepa
len tot de bijzondere bewaarscholen.
Met de gemeentelijke scholen bemoeit het
zich niet anders, dan in den vorm van be
palingen omtrent de inrichting der lokalen
en de bevoegdheid van het onderwijzend
personeel.
Onder bijzondere bewaarscholen verstaat
het ontwerp scholen die niet door gemeen
ten ie stand worden gehouden en waarin
alleen kinderen boven den driejarigen- en
beneden den leerplichtigen leeftijd worden
toegelaten.
De school moet staan onder bestuur van
eene instelling of vereeniging dio rechtsper
soonlijkheid bezit. Werkplan en gebouw
moeten voldoen aan door de wet gestelde
eischen.
Hot werkplan moet tenminste omvatten:
spelen, dienstbaar gemaakt aan lichamelij
ke ontwikkeling, oefening van oog en hand
tot ontwikkeling der zintuigen en tot het
verwerven van kennis uit de omgeving, ver
tellen en leeren en zingen van kindervers
jes.
Aan het hoofd van elke school moet
sta.au eene onderwijzeres dio den leeftijd
van 23 jaren heeft volbracht en den rang
van hoofdonderwijzeres bezit.
Zij wordt bijgestaan door tenminste één
onderwijzeres, zoodra het aantal school
gaande kinderen meer dan dertig bedraagt.
Yoor elk dertigtal boven de zestig wordt
eene onderwijzeres meer vereischt.
Meisjes dio minstens 15 jaar oud zijn en
het ouderwijs volgen van een opleidings
school voor onderwijzeressen, kunnen als
kweekeiingen worden toegelaten.
Om den bestaanden toestand aan den
nieuwen te laten aanpassen kunnen tot en
met 31 December 1924 nog helpsters in de
gesubsidieerde scholen worden toegelaten.
De salarissen van hot onderwijzend per
soneel worden bij algomeenen maatregel
van bestuur vastgesteld.
In het volgend nummer geven wij een
overzicht van do subsidie-regeling.
STADSNIEUWS.
Dank- en Bedestond.
Nadat Woensdag hier ter stede de jaar-
lijksche collecte voor de Scholen met den
Bijbel was gehouden, werd 's avonds in de
Pieterskerk een dank- en bedestond gehou
den, waarin als spreker optrad D s. G. R
Kuiper van Haarlem.
De kerk was, jammer genoeg, slechts ma
tig bezet.
Nadat spr. in een inleidend woord heeft
gewezen op de groote beteekenis van het
gebed, ook voor het onderwijs, bepaalt hij
zijn gehoor bij het Onze Vader, volgens
Matth. 6 9—13.
Spreker wijst allereerst op de ontzaglijke
beteekenis van de aanspraak van dit. ge
bed waarin wij God aanroepen als onze
Vader.
Dat is wat. Want dan mag ons gebed
zeer intiem zijn. Als wij zoo mogen bidden
voor onze scholen, dan behoeven wij niet te
vreezen, want immers wij leggen onze zaak
in Zijn hand zoodat het Z ij n zaak wordt
Wanneer we dit gebed nader gaan be
schouwen dan zien we dat het letterlijk al
les bevat wat wij noodig hebben.
Uw Naam worde geheiligd. Als die bede
beteekenis krijgt voor onze ziol van welken
rijken inhoud is ze dan ook voor onze
school.
Want zeker, 't gaat bij 't onderwijs om
tijdelijke en eeuwige belangen, maar 't is
toch niet eerst en alleen te doen om het
kind, maar 't gaat in den grond beschouwd
allereerst om Gods wil om de heiliging van
Gods Naam.
Wij vragen van onze onderwijzers niet
dat ze de kinderen zullen overladen met
dingen die boven hun bevatting gaan, maar
wèl dat ze bij al hun onderwijs de kinderen
zullen spreken van Gods macht en goed
heid en dat in al het onderwijs zal uitko
men: dit is het eeuwige leven dat zij U ken
nen en Jezus Christus dien Gij gezonden
hebt.
Als we dat gevóelen, dan begrijpen we
ook do geweldige taak op hunne schoudei's
Wie is tot deze dingen bekwaam? Maar
daarom gaan we nu tot onzen Vader en
bidden Uw Naam worde geheiligd.
En we voegen er aan toe: Uw Konink
rijk kome. Voor do komst van dat ko
ninkrijk moet het onderwijs worden dienst
baar gemaakt.
We weten het wel dat vele kinderen van
de Scholen met den Bijbel later overgaan
naar de tegenpartij.
Wij belijden de genade van Gods Ver
bond, maar wij belijden ook de vrijmacht
Gods. Maar dit neemt niet weg dat we
voor de toekomst van Gods Koninkrijk
altijd weer door God zelf verwezen worden
naar de jeugd, waarom het onze bede is,
dat daartoe 't onderwijs gezegend wordt.
Wij weten niet wat de toekomst zal bren
gen, maar d i t weten we wel, 't zal in de
toekomst veel meer moeite kosten om zalig
te worden.
Het gevaar dreigt van alle kanten.
En wie dan voor Koning Jezus hebben
gekozen zullen het veel harder tg verant
woorden hebben. Want in de laatste dagen
zullen de menschen liefhebbers zijn van zich-
zelven en tegelijkertijd zal de 'vijandschap
tegen het Kruis toenemen. Daarom gaan
we tot onzen Vader en bidden; doe Uw Ko
ninklijk komen.
Als we dit bidden moeten wij daaraan
altijd toevoegen: Uw wil geschiede.
Onze kinderen zijn van nature niet beter
dan anderen. Maar toch 't zijn Verbondskin-
deren. En als de school aan haar doel zal
beantwoorden, dan moet het ideaal bij het
onderwijs zijn deze kleine menschen Gods
tot alle goed werk volmaaktelijk toe te
rusten.
Hoofd en hart en hand en geweten moeten
daartoe worden geraakt, en zoo gekweekt
dienstknechten en dienstmaagden van den
Allerhoogste.
Onze kinderen zijn geen engelen, maar
we stellen hun die engelen tot voorbeeld en
zeggen: geef dat wij onzen eigen wil verza
ken en uwen wil die alleen goed is zonder
eenig tegenspreken gehoorzamen, zooals de
engelen in den hemel doen.
Dat is hoog. Het is geweldig veel en we
zouden 't niet durven bidden als Christus
ons niet geleerd had te vragen: Uw wil ge
schiede gelijk in den hemel alzoo ook op de
aarde.
ïn de tweede plaats koilit in dit gebed
de broodvraag aan de orde. Deze
volgorde geldt ook voor de school.
Toch is de broodvraag ook voor de school
van groot gewicht. Er is de laatste jaren
veel verruiming gekomen, maar we stellen
onze verwachting niet op de Overheid maar
we vragen van God geef Gij ons, wat wij
noodig hebben. Het gevaar is groot dat we
straks krijgen '11 andere Farao en een volk
dat de strijd niet gekend heeft.
Daarom moeten we paraat blijven. Het
is een verblijdend teeken dat de Unie-collec
te hier 6teeg. Er is nog zooveel noodig en
er zal in de toekomst nog veel meer noodig
zijn en we vragen dus: onze Vader geef dat
wij van het Uwe, U mogen offeren.
Maar we bidden er dadelijk bij: geef en
vergeef. Vergeef ons onze 'schulden. Onze
schuld ten opzichte van de school is zoo
groot. Wanneer bidden wij persoon
lijk in de eenzaamheid voor de kindereu
en de onderwijzers. D o e n we het zelfs weJ
en doen we het met hartelijke drang van
de ziel. O, er ligt hier zoo'n groote schuld
waarover wij ons als ouders en onderwijzers
te verootmoedigen hebben, en die ons moet
nopen te bidden om schuldvergiffenis.
En dan komt do laatste bede, die wij
vooral in onzen tijd met zijn vele gevaren
zoozeer noodig hebben.
Do openlijke aanvallen op de Christelijke
school zullen in do toekomst- misschien niet
toenemen, maar wel de gee.steswor-
s t e 1 i n g om het Christelijk karakter van
onze scholen.
Laten wc toch niet meenen, dat we er
zijn. Dan zal in minder dan geen tijd de
schoolstrijd verloren zijn.
Met grooten ernst waarschuwt spr. tegen
de gevaren die hier, vooral nu de gelijkstel
ling verkregen is dreigen.
Daarom bidden wij: bewaar ons voor de
listige omleidingen des Satans die zooveel
gevaarlijker zijn dan 't brieschen van den
leeuw.
Dat kunt Gij doen, dat wilt Gij doen
want immers:
Uw is het Koninkrijk en de kracht en de
heerlijkheid in der eeuwigheid.
Nadat gezongen is van het Gebed dc-
Heeren vers 3 en 10 gaat spr. in dank- en
smeekgebed voor.
In het versla? van het 35-jarïr ambts
jubileum van ds. Hartwigsen aituer, gister
avond in ons blad opgenomen is 'n vergis
sing gemaakt»
Niet de heer Huurman was voorzit
ter der feestcommissie, maar de heer J. v. d.
Steen, Oude Rijn 6, die als zoo-danig as. rfart-
uigsen 'needt Toegespjroken en de cadeau's
aangeboden.
Behalve, de heer v. d- Steen hadden de
volgende 'heeren in de commissie zitting ge
nomen; J. Schippers. J. J. v. Biemen, J. P-
Mulder, Lourens. Bonte. P. J. Mulder. W.
Fontein. A. Wiggers. G. J. v. d. Berg, P.
Mazurel en J, Boehmer
Do gisteren gehouden Unie-collecte
door het Comité te Leiden, heeft opge
bracht-
Collecte in de stadf 1007,21
Collecte in de Kerk-72,50
Nagekomen giften5,50
Totaal... f 1085,21
Verleden jaar heeft de collecte f 888,36
opgebracht. Thans dus pl.m. f 200,meer.
Voorwaar een mooi succes!
Naar men ons mcdedeolt heeft ook Z
K. H. Prins Hendrik zijn belangstelling
voor de alhier vanwege do 3-Ouloberveree-
niging te houden winkelweek dóen blijken.
Hij heeft als toe te kennen prijs een bronzen
medaille beschikbaar gesteld.
Door den „Bond van Technici" was
gisteravond in „In den Vergulden Turk" 'n
vergadering belegd, waar als 6preker op
trad de heer P. G. F. T Fehmers, hoofd
ingenieur bij de lichtfabrieken alhier, met
het onderwerp: „Het stramien der bedrijfs
leiding". De spreker had dit beeld gekozen,
met het oog op borduurwerk, waarbij „stra
mien" gebruikt wordt. Stramien is een grof
soort gaas, waarbij men „schering" en „in
slag" heeft. De „schering" zijn dan de „al
gemeenheden", en de „inslag" de bizonder-
heden. Op dit onderwerp wilde spreker
voortborduren. Op onderhoudende wijze
hield hij een causerie, die niet weinig ver
duidelijkt werd door de uitstekende licht
beelden. Spreker ontwikkelde versehillendo
stellingen, waarop dan „voortgeborduurd"
werd. We kunnen niet alle deze stellingen
nader omschrijven. Slechts cenigo der inte
ressantste willen we afschrijven.
O. a. zeide spreker: „Bedrijfsleiding is
een wijsheid; steunend op wetenschap. Wie
eon bedrijf wil leiden, beginne zich zelf ie
leiden." Verschillende andere theoriën wer
den op interessante wijze uiteengezet. Na
do pauze was gelegenheid tot het stellen
van vragen, doch hiervan werd geen bijzon
der druk gebruik gemaakt. Eenige heeren
maakten opmerkingen, doch deze raakten
voornamelijk de sociale zijde van de be
drijfsleiding, welke spr. liever niet dieper
wilde ontleden, daar uien dan aanstonds in
het gedrang kwam met religieuze overtui
gingen, welke spreker liefst niet wilde ra
ken.
Te ongeveer elf uur sloot de voorzitter,
do heer C. J. Nieboer, na een kort woord
van dank aan den heer Fehraers, de gezelli
ge, leerzame bijeenkomst.
Te Utrecht slaagdo voor het politie-
diploma met aanteekening onze stadgenoot
de heer G. Douma.
Gisterenavond ongeveer 9 uur reed te
Oegstgeest, door do duisternis misleid, de
heer T. met zijn fiets te water. Toevallig
kwam er van de richting Rijnsburg ecu
automobilist, welko bovengenoemden heer,
die met zijn been tusschen de wielen bekneld
zat, uit zijn benauwde positie verlostte. De
ongelukkige wielrijder had reeds gemimen
tijd in het water gelegen.
BÜ^EiHAND,
33 miiliaen voor woningbouw.
De Ilaagsche redacteur .van de ,\Msbd."
neldt: Op de begrooting van het Depar
tement van Arbeid voor het jaar 1921 zal
een bedrag van 13 millioenl gulden worden
uitgetrokken ton behoeve van den woning
bouw. Dit. bedrag zal voorkomen onder de
buitengewone uitgaven ten laste van deni
Crisisdienst.
Sluiting van tie zitting der Staten-Generaal
Bij Kon. besluit is bepaald dat de tegen
woordige zitting der Statcm-Generaal zal
worden gesloten op Zaterdag 18 September
a.s., des namiddags te 3 uur.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
is gemachtigd alsdan de zitting in eert ver-
eenigde vergadering der beide Kamers in
naam der Koningin te sluiten.
Salarïearing rijkspersoneel.
Woensdag j.l. hebben wij vermeld, dat
bij de regeering het plan bestond met wets
voorstellen te komen, teneinde den rijks
ambtenaren een bijslag te verstrekken.
Thans vernemen wij, dat de-bijslag zal be
dragen: f?5 voor ongeliuwden, f175 voor
gehuwden, vermeerderd met f25 voor
ieder kind.
Aan het Departement is men bezig mefc'
het berekenen der kosten, terwijl de pu
blicatie der regëeringsniaatregelen dezen
dagen kan worden tegemoet-gezien.
„Hbld."
Goen duurtebijslag.
Op vragen^ van den heer Oud betreffen
de het verleenen van een duurtebijslag
over het jaar 1920 aan de bedienaren van
deni godsdienst, heeft Minister De Vries ge
antwoord. dat hij niet voornemens is te
bevorderen, dat ook over 1920 aan de be
dienaren van den godsdienst, die een trak
tement uit 's Rijks'kas genielen, een duur
tebijslag wordt verleend.
Beperking van de huisindustrie.
Naar het „Centrum" vernam, overweeg®
de regeering maatregelen tot regeling, ere
beperking van die huisindustrie, in verband'
met de invoering van de Arbeidswet.
Verplichte Lichaamsoefeningen.
Aan het Departement van Onderwijs is
een wetsontwerp in voorbereiding, dat ten
doel heeft alle jonge mannen van 15 tot 19
jaar te verplichten aan lichaamsoefenin
gen deel te nemem. De oefeningen zullen
een zuiver burgerlijk karakter dragen era
zich zoo na mogelijk aansluiten bij do
oefeningen, welke thans bestaande sport
en gymnasliekvereenigingen beoogen. Zij
zullen naar men zich voorstelt, in dè toe
komst behalve het voordeel eener hetero
physieke en geestelijke vorming der jeugd!
ook belangrijke vruchten afwerpen voor
ons leger en tevens de persoonlijke mili
taire lasten aanmerkelijk verminderen.
Winkelsluiting.
Het Tweede-Kamerlid de heeT Bchaper
heeft de volgende vragen tot den minister
van Landbouw gericht:
1. Is de Minisler van plan zijn belofte
gedaan in zijn schrijven van 12 Augustus
1919 aan het hoofdbestuur van den Alge
meen-en Ned. Bond van Handels- en Kan
toorbedienden, waarin Zijne Excellentie
zich „gaarne bereid" verklaarde „over een.'
ontwerp op de winkelsluiting (dezen) bond
le hoeren", gestand te doeri?
2. Waaraan is het toe te schtijven. dat
de minister v. Binnenlandscbe Zaken lüoi
1920 in de Memorie van Toelichting op het
ontwerp-Zondagswet mededeelde, dal een
regeling der winkelsluiting spoedig is te
wachten, terwijl genoemd bondsbestuur lot
1. dén nimmer daarover is geraadpleegd?
Wijziging der huurwetten.
Te Utvcht had vanwege He Vereen'gin
gen van Huis eigenaren Algemeen Be
lang, Het Eigendomsrecht en Plichtsbesef
een protestvergadering plaats tegen de
voorgestelde wijzigingen der huurwetten.
De vergadering was druk bezocht en
werd geleid door den heer C. yan 't IIul-
lenaar.
FEUILLETON.
Langs donkere wegen.
110)
„Hoe kan ik van al deze dingen genie
ten, als ik -hem zoo verslagen zie kijkcni!"
antwoordde zij.
„Toen gij ons de kamers liet zien, kon ik
bijna geen woord zeggen, en toch was het
mij of mijn hart zon breken. Toen die kin
deren uiting aan hunne vreugde gaven,
had ik ze bijna tot zwijgen willen bren
gen."
„Arme kinderen! Ik ben blij, dat ge het
niet gedaan hébt", antwoordde Mary, die
zeer van hunne blijdschap genoten had.
Door de half geopende deur kon zij ze met
Rhoda hooren spreken. „Nu moet ge stil
zijn. Gij moogt niet meer pra/ten. Als ge
morgen wakker wordt, zult ge alles heel
anders aanzien, enMaurice -eveneens. Doe
iu geen geweld aan om u gelukkig te ge
voelen. Gij zijt nu te moe en afgetobt"; en
toen drukte zij haar vriendelijk dn een
leuningstoel, bracht haar een. voetenbankje
en kuste haar zacht op het voorhoofd.
„Gij moet nu rusten en den gelieelen
avond niets meer doen.
'Rhoda zal straks bij u komen, als zij de
kinderen, naar bed gebracht heeft. Nu
moet ik naar heneden naar Maurice gaan"-;
en. toen liet zij haar half getroost achter.
Mary was hun- een sterke toren1; zij ver
stond hen beiden zoo goed. Zij zou naar
Maurice gaan, met hem spreken en hem
opbeuren.
„O, Mary, wat zijt ge ons tot een zegen!"
fluisterde Janet, toen zij haar vermoeid
hoofd tegen de kussens liet rusten, die
Mary achter haar geplaatst had. Toen
Lettice eenige oogenblikken later naar
binnen keek, dacht zij, dat mama sliep en
ging stil weer heen. Het vuur, de geur der
bloemen, de zachte stilte en het gevoel van
volkomen rust, hadden haar in half droo-
merig-en toestand gebracht en in haar
^laap glimlaohte Janet en was zóó schoon,
dat het kind één oogenblik als betooverd
bleef slaan.
Mary was geheel voorbereid op de stem
ming van haar broeder. Toen zij de stu
deerkamer binnentrad.zat hij in de hou
ding haar door Janet beschreven, liet zijn
hoofd op de hand rusten en zijne boogie
gestalte was gebogen, deels door zwakte,
deels door verslagenheid. Hij zag haar aan
en glimlachte flauw, toen zij een stoel
naast den zijnen trok, maar sprak geen
woord, en gedurende eenige oogenblikken
waren zij aan hunne eigen gedachten over
gelaten. Maurice .tobde en Maryij dacht
na hoe zij hem het best zou kunnen troos
ten. Eindelijk richtte hij zich met moei te op.
„Ik ben .vanavond, geen prettig gezel
schap, lieve; waar is Janet?"
„Zij is moe en rust nu wat; mag ik een
poosje hij u blijven, Maurice?" Toen ver
volgde zij zacht „ik begrijp er alles van,
mijn lieve broeder."
Toen keek hij op. „Wat begrijpt ge,
Mary?"
„Wat gij voelt en hoe beklemd uw hart
•is. Gij stelt u allerlei harde dingen voor
hoe het u mislukt is, en hoe nu uw
werk van u is weggenomen. Is dat niet
zoo?"
„Ja", antwoordde hij zuchtend. „Ik ben
bang, dat ik maar een onnutte dienst
knecht ben. Ik wilde gaarne werken, waar
de oogst overvloedig was, maar de arbei
ders weinige; en nu begeeft mij de kracht
midden op den dag."
„O, Maurice, is er iets edelers dan zulk
eene mislukking?"
„Mary, gij moet vanavond geduld met
mij hebbeni want ik ten bedroefd, omdat
ik mijne gemeente verlaten heb, en al dezs
weelde schijnt mij te drukken en te be
ne, uwen.
„O!" sprak zij, zuchtte en zweeg. Ilad dit
alles haar ook niet benauwd?
„Ik heb een ongewoon drukkend gevoel'
ging hij voort; „het is vreemd, want ik ben
niet ziek, en er is niets gebeurd, dat mij
verdriet doet. Als ik bijgeloovig was, het
geen ik gelukkig niet ben,, zou ik zeggen,
dat een voorgevoel van naderend onheil
mij kwelt. Mary, hen ik zwak geweest door
naar u em Janet te 'luisteren? Kan ik er
zeker van zijn, dat ik de duidelijke leiding
der voorzienigheid gevolgd heb en niet
uit liefde tot u aldus gehandeld heb?"
„Lieve Maurice, waarom kwelt ge u met
zulke twijfelingen? Het was een daad' van
zelfbehoud, terwille van uwe vrouw en
kinderen."
„Misschien wel; liet gezin moet de eerste
plicht zijn of men predikant of leek-ls.
Het leven, dat ik mij had voorgesteld, kon
ik slechts leven als ongetrouwd man.
Maar, Mary. ik moet bekennen, dat ik mij
teleurgesteld gevoel."
„In welk opzicht?" vroeg zij, terwijl zij
hare rustige oogen tot hem opsloeg. Hunne
stille sympathie scheen den angel zijner
smart te verwijderen.
„Over mijzelf over alles over het
verijdeld doel mijns levens. Toen, ik trouw
de, toen mijne lieveling haar weelderig te
huis opgaf en zich van haar familie ver
vreemde om mijne vrouw te worden, zeide
ik bij mijzelf, dat zelfs zij niet tusschen
mij en mijn werk zou mogen staan. Ik was
er aan verbonden er aan gehuwd, en
toch is het hiertoe gekomen, dat. ik het ter
wilie van haar en de kinderen heb moeten
opgeven."
„Ook er wille van u zelf."
„Ter wille van mijzelf Ik was liever op
UAijn post-gebleven, totdat ik stierf. Wel ka
dood zou glorierijker kunnen zijn, "Mary?.
O, gij weet niet zelfs gij niet hoezeer
ik die arme menschen heb liefgehad, liet
was mij of ik ze op het hart droeg hun
leveni was mijn leven ak leefde onder,
hen. Ik was arm en kon hunne armoede
begrijpen:; ik kende hunne gedachten en
zonden en verleidingen; hoe diep zij ook:
gezonken waren, toch verachtte ik ze niet.
Waarom zou de vrouw, die eene zondares
was. mij niet aanraken, daar zij toch ook
mijn Meester had aangeraakt? En nu",
ging hij voort op smartelijken toon. „mi
heb ik ze verlaten; wie zal hen liefhebben
en begrijpen, zooals ik gedaan heb?"
„O, Maurice!" en er lag een zacht verwij®
in haar slem. „Heeft de kerk dan slechts
één getrouwen dienstknecht? Zijn al d*
anderen huurlingen en geen herderstj
Denkt gij, dat de Meester, die u mot zwakt*
geslagen heeft, niemand heeft om uw*
plaals in te nemen? Mijn lieve broeder*
welke nevel hangt er over u? Waar is uvé
(Wordt vervolgd.)