Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAK AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
PER KWARTAAL f2.50
PEK WEEK f0.19
FRANCO PER POST PERSWARTAAL f 2.90
Iste JAARGANG. - WOENSDAG 15 SEPTEMBER 1920. - No. I4I
BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. I278
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEWONE REGEL f0.22«/.
DES ZATERDAGS f0.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF
KLEINE ADVERTENTIES Tan hoogstens
30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent,
bjj vooruitbetaling,
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Onze Propagandaclubs.
Naast de propaganda voor en door mid
del van de pers, hebben onze kiesvereeni-
gingen ook aandacht te schenken aan de
mondelinge propaganda naar builen
en in eigen kring.
Onze organisaties moeten zooveel moge
lijk worden versterkt, en het aantal leden
van de Kiesvereenigingen uitgebreid opdat
vormd wordt een nfachtig leger dat in
den grooten strijd onzer dagen krachtigen
.wederstand kan bieden.
Daartoe, hebben wij niet alleen te wer
ken in de breedte, maar ook en in de eer-
ste plaats in de diepte.
Wij hebben geen behoefte aan meeloo-
pers en bijloopers, maar aan overtuigde,
bezielde, beginselvaste leden, in wie het
Anti-revolutionair beginsel Ylgesch en bloed
is geworden en dio wanneer het pas geeft
yan hun gevoelen rekenschap kunnen geven
en bun standpunt kunnen verdedigen.
Onze kiesvereenigingen zijn, de ervaring
heeft het geleerd, hiervoor niet in de eerste
plaats aangewezen.
Er wordt als regel weinig vergaderd en
vooral in verkiezingsjaren is dan nog het
sneerendeel van die vergaderingen gewijd
aan wat men noemt de practische politiek.
Voor behoorlijke behandeling van onze
beginselen is vaak tijd noch gelegenheid.
Bovendien worden op de vergaderingen
van de kiesvereenigingen, de jongeren
die men toch in de eerste plaats noodig
heeft gemist. Zij kunnen niet meestemmen
en meespreken en gevoelen zich dus uiter
aard weinig op hun gemak.
En toch om die jongeren te krijgen en te
houden, moet het in de eerste plaat6 te
doen zijn.
Zij staan midden in de geweldige bran
ding van het leven en er is dus alles aan
gelegen dat zij staan op den stevigen
grondslag van onze beginselen, welke be
ginselen geregeld en systematisch en zoo
veel mogelijk in aansluiting aan de onder
werpen die aan de orde zijn, moeten wor
den bestudeerd en besproken.
Dit nu kan naar het ons voorkomt het
best bereikt worden door overal propagan
daclubs op te richten die zich in de aller
eerste plaats beginselstudie en daarnaast
propageering van die beginselen naar bui
ten ten doel stellen.
De propagandaclubs zijn in ons politieke
leven geen nieuw verschijnsel.
Reeds tientallen jaren geleden werd zelfs
een Bond van A. R. propagandaclubs op
gericht.
Deze Bond leidde echter tot nu toe een
kwijnend bestaan.
De oorzaak hiervan moet voor een goed
deel worden gezocht in de houding van het
Centraal Comité en van vele plaatselijke
kiesvereenigingen.
Gevreesd werd zeer ten onrechte
dat deze clubs zich met.de practische poli
tiek zouden gaan bemoeien, dat-zij zouden
trachten de Kiesvereenigingen op zij te
schuiven en dat we zoo zouden krijgen een
partij in de partij.
Vandaar dat de Bond voortdurend werd
tegengewerkt of althans niet gesteund en
dat de clubs door de Kiesvereenigingen bij
voorkeur werden gebruikt om hand- en
spandiensten te verrichten, waardoor bij
velen de animo in minder dan geen tijd ver
dween.
Wij behoeven hieróp niet nader in te
gaan. Genoeg zij het te constateeren dat
do Bond van A. R. propagandaclubs on
danks alle tegenwerking en teleurstelling
den moed niet opgaf maar integendeel, dank
zij vooral het onuitroeibaar optimisme van
den secretaris, den heer Verschoor te Kat
wijk aan Zee, opnieuw en met frissche
kracht aan het werk gaat.
De omstandigheden zijn nu gunstiger.
De verhouding tusschen partij en clubs
is nu definitief geregeld; het wantrouwen
van vroeger heeft plaats gemaakt voor
waardeering en samenwerking.
Wij gaan niet bespreken op welke wijze
naar onze meening de Bond zijn werk heeft
aan te vatten. Dit zou zijn een vooruitloo-
pen op de binnenkort te houden algemeene
vergadering.
Wèl echter leggen wij de nadruk op de
taak van onze Kiesvereenigingen om het
oprichten van dergelijke clubs zooveel mo
gelijk in de hand te werken, en op die wijze
ook de jongeren pi onze bèweging te be
trekken.
De stoere oude garde gaat langzamerhand
van ons heen en sterft weg!
Een nieuw geslacht is aan het opkomen
dat niet als die oude gaide in druk en te
genspoed is gestaald en gehard.
En dat nieuwe geslacht staat tegenover
allerlei verwarrende en verbijsterende leu
zen en ook nieuwe en diepzinnige proble
men, terwijl er in eigen kring zooveel on
vastheid is en de lijnen waarlangs wij ons
hebben te bewegen vaak zoo moeilijk zijn
te onderkennen.
Daarom is het n u de tijd de vorming van
propagandaclubs overal ter hand te nemen
en de bestudeering en de propageering van
onze beginselen te bevorderen.
In het centrum.
In een vrijzinnig blad werd onlangs de
opmerking gemaakt, dat de Gereformeerde
Kerk in het centrum van aller aandacht
stond.
Deze uitspraak kan gevoegelijk worden
uitgebreid tot heel ons Christelijk leven;
heel onze Christelijke actie.
Wij staan in het centrum.
De wereld let op ons.
En daarin heeft zij gelijk.
Wij hebben hooge pretention.
Belijden te zijn dienaren van een grooten
Koning.
Eischen heel het leven met al zijne ver
houdingen voor dien Koning op.
Prediken dat niet alleen in het huiselijk
en kerkelijk leven, maar ook in het politie
ke leven zooals zich dat op maatschappe
lijk en staatkundig gebied openbaart zal
worden gevraagd naar en gerekend met de
goddelijke ordinantiën.
Wij wijzen af het verwijt van Socialisten
dat wij de mensehen willen afschepen met
een wissel op de eeuwigheid en houden dei-
wereld voor dat de dienst van God niet al
leen van beteekenis is voor het toekomstige
maar ook voor het tegenwoordige leven.
Het is dus waarlijk geen wonder dat er
op ons gelet wordt.
Dat voortdurend wordt nagegaan of
wat wij b e 1 ij d e n ook beleefd wordt,
of er wel overeenstemming is tusschen
leer en leven, of de kracht van onze
beginselen ook in ons leven open
baar wordt.
Al te weinig wordt daaraan onder ons
gedacht.
Wij vergeten zoo vaak het: „noblesse
oblige", adel verplicht.
En zijn daardoor oorzaak dat niet wij,
maar dat onze beginselen, dat onzen God
inplaats van geëerd en geprezen, wordt ge
hoond en gelasterd.
STADSNIEUWS.
Zilveren Jubileum.
Ds. C. Hartwigsen, predikant bij de
Ned. Herv. Kerk alhier, herdenkt heden,
dat hij voor 25 jaar zicl\ aan de gemeente
alhier verbond.
Dit feit wilde de gemeente die in Ds.
Hartwigsen een weibegaafd prediker bezit
niet onopgemerkt voorbij laten gaan.
Gisterenavond waren do verschillende ca-
deaux dio heden aangeboden werden, in het
Huiszittenhuis te bezichtigen. Hiervan is
zeer druk gebruik gemaakt.
De^ burgemeester van Leiden, Jhr. Mr.
dr. N. C. de Gijselaar was de eerste die
dezen morgen den Jubilaris kwam geluk-
wenschen.
In den loop van den morgen kwam de
uit de gemeente gevormde commissie, be
staande uit twee diakenen, 2 leden uit de
gemeentecommissie, twee leden uit het col
lege van notabelen en twee leden uit het
Kiescollege bij monde van den heer Huur
man om den Dominé toe te spreken en de
cadeaux aan te bieden.
De heer Huurman sprak ongeveer als
volgt:
„Looft, looft den Heer, mijn ziel met alle
krachten enz."
Dit woord leeft op dozen dag in het hart
van de gemeente en in het hart van de
Commissie- waar gij heden 25 jaar lang de
gemeente te Leiden in do' bediening des
Woords hebt mogen voorgaan.
Kwaamt ge hier te Leiden met de bijbel
woorden: „Doet aan do wapenrusting
Gods", al deze jaren hebt gij mogen voort
gaan de gemeente te bezielen. Vele jonge
lieden hebben onder u belijdenis des geloofs
mogen afleggen, en vele jonge huwelijken
hebt ge mogen inzegenen.
Allen hebt gij in Gods zuiver woord mo
gen onderwijzen.
De Israëlieten waren gewoon bij bijzon
dere feiten en heuglijke gelegenheden stee-
nen gedenkteekenen op te richten.
De gemeente heeft daarom ook heden ge
meend gedenksteenen bijeen te moeten bren
gen.
Hierna bood de commissie de volgende ca
deaux aan: een uit keurige stoffen vervaar
digde toga, twee zilveren kandelaars, een
zilveren bloembakje met bloemen, een
grooto tuinvaas van Brouwers aardewerk,
met planten, en bovendien een zeer fraaie
bloemenmand.
Do heer Huurman zeide: Dat u in deze
mantel nog vele jaren het Woord bedienen
moogt. op den kansel, dat gij 't. licht Gods
klaarlijk moogt laten schijnen en dat de
vreugde bloemen in het leven ook op de
tijd u toekomen mogen, is de vurige
wensch van de commissie en de gemeente.
Met een kort woord dankte Ds. Hartwig
sen de commissie voor de goede woorden
en de vele fraaie cadeaux.
Spreker had nooit kunnen vermoeden,
dat hij zooveel jaren in Leiden voor de be
diening des Woords gespaard zou blijven.
Aan de eene zijde staan mij de goeder
tierenheden des Heeren. Aan de andere zijde
de mensehelijke zwakheden. Doch wij we
ten dat al onze bekwaamheden in dit leven
van God afdalen.
Spreker had gemeend het feest stil in den
huiselijken kring te moeten doorberngen,
maar de gemeente heeft te kennen gegeven,
dat. ze dat niet wilde.
De nieuwe toga zegt mij dat zij vurig
wenscht dat ik nog lango jaren in haar
midden moge werkzaam zijn. Wij mogen
van God verwachten dat dit mij nog gege
ven worde.
Het zilver dat aangeboden is, is een tee-
ken van de liefde van de gemeen! e, want het
zilver is het allerzuiverste metaal.
De bloemen die u aangedragen hebt ma
ken op mij een zeer dankbare en feestelijke
indruk.
Nogmaals dankte Ds. Hartwigsen voor
al het goede.
De Commissie bood een keurig bewerkt
boekje aan waarin de namen van de ge
meenteleden, ,dio tot de cadeaux bijdroegen,
zijn vermeld.
Namens den Ring kwam Ds. J. Hoogen-
raad den jubilaris gelukwenschen met de
zen vreugdedag, terwijl Ds. Boissevain en
Dr. Locher namens het Moderamen een
huldegroet aanboden.
Gedurende den verderen dag kwamen tal
van deputaties van vereenigingen en col
leges Ds. Hartwigsen gelukwenschen.
Zeer vele huldeblijken mocht hij ontvan
gen, bestaande uit bloemstukken, bouquet-
ten enz.
Van de catechisanten ontving de jubila
ris een zeer fraaie electrische lamp om
kleed met een dik gordijn van geslepen
glas, en bovendien een mooi fruitmandje.
De belangstelling, persoonlijk als schrif
telijk, was zeer groot, zoodat het voor Ds.
Hartwigsen en zijn echtgenoote een nooit
te vergeten dag is geworden.
Ter gelegenheid van de Pilgrim-Fathers-
herdenking in Manchester (Engeland) zal
aldaar Zondag 26 dezer prof. dr. H. M.
van Nes aldaar een herdenkingsrede hou
den.
Gistervoormiddag "omstreeks kwart
over elf werd op de Breestraat de 87-jarige
J. R. voor „In de Vergulde Turk" aangere
den door een automobiel, waardoor hij
kwam te vallen, en eenige *niet-ernstige
schaafwondjes opliep. Dr. Van Es was ge
tuige van het ongeval en nam den oude
even mee naar huis, waarna hij, nadat hij
aldaar verbonden was, zich naar zijn eigen
woning kon begeven.
Gistermiddag om 3 uur reed nabij de
Marepoort een wielrijder tegen een, in be
weging zijnde, kaaswagen, waardoor hij
kwam te vallen. Hierdoor werd het voor
wiel van zijn fiets vernield, maar de berij
der kwam er, wonder boven wonder zonder
eenig letsel af.
De recherche hier ter stede heeft een
persoon gearresteerd, welke wordt ver
dacht van de uitgifte van een valsch tien-
dollar-biljet.
Gistermorgen om ongeveer tien uur
reed een motorwielrijder met zijn rijwiel te-
•gen een handwagen, doordat eerstgenoem
de links hield. De winkelbediende W. v. d.
S., die de handwagen bestuurde, kon, door
dat hij de helling afreed, de botsing niet
voorkomen, zoodat de motorrijder, de 16-
jarige C. K. te vallen kwam. Hij bekwam
een ernstige beenwond en werd, na in zijn
woning te zijn verbonden, naar het Diaco-
nessenhuis vervoerd.
Met ingang van 20 September a-s- zal
de bestelling langs den Rijnsburgerweg, tus
schen Postkof en Pomona, alsmede langs den
Hotteen Morschweg. gelegen tusschen den
spoorweg en den Rijn (Galgewater) en de
lichting der bijbrievenbussen, aldaar geplaatst
yan uit het postkantoor Leiden plaats vin
den, inplaaits van uit het post- en telegraaf
kantoor te Oegstgeest.
Bij het te Arnhem gehouden examen
voor waterbouwkundige is geslaagd de heer
A. A. Luyendijk, Morschweg 40a, alhier, werk
zaak bij de N-V. Werninks Betonfabriek al
hier.
Omtrent de Winkelweek wordt ons mede-
gedeeld,datde inschrijvingen dievan hetvorige
jaar overtreft Het aantal is de 220 reeds
overschreden. Meerdere winkeliers gaven
zich op buiten mededinging. De verschillende
bedrijven zijn ondenerdeeld in circa 34 groe-
pen.en zoo zal de jury andermaal geen gemak
kelifke taak hebben. Behalve door H. M. ce
Koningin en H.M. de Koningin-Moeder, is ook
door onzen 'burgemeester, jhr. mr. dr. N. C.
de Gijselaar een medaille beschikbaar gesteld.
Het organisceren der Winkelweek belooft
cus ook dit jaar wederom voor de 3-Ociober-
Vereeiiiginji! een succes te worden.
Aan het Zoeklicht.
Leiden, 14 September 1920.
't Was haast om jaloersch te worden.
De groote Stadsgehoorzaal was tot den
nok gevuld Dinsdagmiddag met een geest
driftige schare van lloomscho mannen en.
vrouwen, die na een schitterende rede van
Pater Jac. van Ginneken en een ernstige
toespraak van den Bisschop van Haarlem
als uitjubelde: Roomsch blijven wij,
Roomsch sterven wij!
Tevoren waren een drietal kleinere ver
gaderingen gehouden waar belangrijke on
derwerpen als: arbeid, spaarzaamheid en
gebed, werden behandeld.
De invloed van zulk een machtige en
geestdriftige samenkomst mag niet worden
onderschat.
En 'bij het zien van die geestdriftige me
nigte kwam vanzelf bij» mij de gedachte op
zou het niet mogelijk zijn, dat onzerzijds
een partijdag voor heel deze 'omgeving
werd georganiseerd?
De onderwerpen liggen voor het grijpen.
Aan bezielde en bezielende redenaars is
onder ons geen gebrek.
En werkelijk we hebben een dag van
heerlijke geestdrift in onzen veelzins onfc-
moedigenden tijd wel noodig.
't Vuur mag onder ons wel eens terdege
worden aangeblazen.
't Zou 'n mooi begin zijn van een krach*,
tige wintercampagne.
Wie neemt het initiatief?
OBSERVATOR.
Ds. W. Bouwman ontving een beroep
naar de Geref. Kerk te Stadskanaal, et*
niet naar Assen, zooals abusievelijk in
onze Kerknieuwsberichten gisteren ver
meld stond.
Te Utrecht is geslaagd voor het poli-
tie-diploma zonder aanteekening onze
stadgenoot A. Bakker.
Prof. Bolland zal bier ter stede in diiÜ
jaar een leergang houden over: „de wijs
begeerte van deni Godsdienst".
De minister van Onderwijs heeft de
benoeming van dr. G. Schouten, oud-hoog
leeraar der Technische Hoogeschoolte
Scheveningeny tot lid der commissie die in
1920 belast is met het examineeren van
hen, die eene acte' van bekwaamheid -werr-
schen te verkrijgen tot het geven van mid
delbaar onderwijs in de wis- en natuur
kundige wetenschappen of tot het geven
van lager onderwijs in de wiskunde, inge
trokken, terwijl als zoodanig benoemd is
dr. W. van der Woud-e, hoogleeraar aan de
rijksuniversiteit te dezer stede.
Zaterdag vergaderde de afd. Leiden cn
Omstreken der Vereeniging van Chr. Onder
wijzers.
Nadat enkele huishoudelijke zaken waren
afgedaan, waarbij o-a. in plaats van den heer
de Witte, de heer van Uldeni 'in her bes::uin
gekozen werd. kreeg de heer Zijlstra heb
woord over „Geestelijke Vermoeidheid onzer
kinderen". Inleider besprak eerst in den
jbreede, wat men onder vermoeidheid', moet)
verstaan, ging de uitkomsten der nieuwe
onderzoekingen naar het verband tusschen
bewustzijn en hersenprocessen na en gaf cun
schat van practische toepassingen: vacannc.
cteGiverdeeling, huiswerk, werkwijze van den
onderwijzer en veel meer kwam ter sprake.
Naar aanleiding van enkele gemaakte op
merkingen, besprak inleider nog enkele
statistiekjes. waaruit overtuigend bleek, nee-
zeer ons tegenwoordig onderwijs en de aan
kleve van dien nadeelig werkt op de gezond
heid van 't jeudige kind We hopen, dat de
goede raadgevingen door de onderwijzers
worden opgevolgd en zoo ten goede konten
aan de kinderen van ons volk-
K£UILLETON.
Langs donkere wegen.
109)
En als Mary er zich in haar on-,
zelfzuchtigheid soms eens ongerust
over maakte en aanbood eene dezer
prettige uitnoodigingen af te slaan, zeide
zij vriendelijk en opgeruimd, „o neen, lieve
Tante Mary, gij hebt reeds genoeg voor
ons opgegeven. Ik ben blij, als gij bij Diana
zijt; zij is zoo'n aardig meisje."
Mary maakte zich het meest ongerust
oyer Dollie, diie erg jaloersch werd, en den
naam van Miss Vendale altijd tusschen
aanhalingsbeekens schreef. Ik denk, dat er
geera dag voorbij gaat, dat gij uwe nieuw e
vriendin „Miss Vendale" niet ziet", of „ik
<len)k, dat mijne meening in diie zaak van
weinig belang is, maar als ge „Miss Ven
dale" vraagt", on zoo voorts, totdat Mary
haar geduld begon te verliezen, en heb
ondeugende, kleine ding een' brombrief
schreef en haar vroeg of zij zeker fabeltje
van Aesopus wel kende; en of zij op dat
akelige viervoetige dier wilde lijken; en
of ze geen enkele vrouwelijke kennis
mocht bezitten, behalve eene zekere .licht
geraakte Mies Dorothy. En toen schreef zij
in een naschrift, als had zij berouw over
kaar strengheid: ,,0' Dollie^ wat verlang ik'
maar Juni, al's gij met uwe moeder bij mij
komt! Zeg aan Mrs. May nar d, dat zij zeer
vervelend is, om haar bezoek zóólang uit
te stellen; al was 't huis vol, kon ik toch
nog gemakkelijk plaats voor u beiden ge
vonden hebben. Maar misschien vindt zij
het te Crome prettiger, als het er rustiger
is; en Werkelijk, lieve Dollie, ik zal zoo hlij
zijn om u en Diana met elkander in kennis
te brengen, want ik ben zeker, dat gij van
haar zult houden. Zij is veel aardiger dan
Emma en Mabel Ducie, hoewel Emma een
verstandige vrouw is."
„O, Tante Mary (schreef zij in eene op
welling van berouw terug), „hoe kunt gij
zoo vriendelijk tegen mij zijn na mijne kat-
tigheid en, laagheid"? Gij moogt een dozijn
Diana's hebben, als zij u gelukkiger ma
ken en u helpen' te vergeten, wat beter is
vergeten te worden. En hoewel ik niet kan
belooven van deae vriendin tè houden, zal
ik toch heel vriendelijk tegen haar zijn. Ik
was alleen bang* dat gij, daar zij zoo goed,
en schoon, en verst/andig is" (de bijvoege-
lijke naamwoorden waren alle onder
streept) „uwe arme, kleine Dollie zoudt
vergeten."
'Zoo ging zij een paar bladzijden lang
voort; en toen schroef zij zeer plotseling,
naar het Mary voorkwam „Wij hebben
Mr. Grey Eyndhurst twee of driemaal
gezien; hij is zeer beleefd en oplettend, en
brengt bloemen mee grv moeder schijnt
zijne bezoeken zeer aangenaam te vinden.
Ik heb haar overgehaald om kamers te ne
men in Brighton voor de volgende twee
maanden; Aber-tCrorfibie Road is al te ver
velend na Lesponts. Als wij verhuisd zijn
schrijf ik u weer. Kon ik haar daar maar
houden, totdat wij in Juni bij u komen;
zou dat niet heerlijk zijn?" En terwijl Mary
den brief dichtvouwde verwonderde zij
zich er over of dit plan van Dollie nog iets^
meer beleekende dan rusteloosheid eh
en. zucht tot verandering, of dat zij de be
zoeken van Mr. Grey Lyndhurst wilde ont-
loopon. Maar over diit onderwerp zweeg
Dollie.
HOOFDSTUK XXXIII.
Toen Mary bare gasten den eersten
avond verwelkomde was zij verbaasd te
zien, dat Maurice er slecht en gedrukt uit
zag en Janet ongerust was en geneigd te
schreien. Zelfs de blijde uitroepen der kin
deren1 konden geen glimlach te voor
schijn roepen.
Hij was zeer hartelijk jegens zijne zus
ter, en zeide allerlei vriendelijke dingen,
toen zij hun hare bemoeiingen voor hun
gemak meedeelde: de gemakkelijke stu
deerkamer, de speelkamer voor de kinde
ren, do ruime slaapkamer, waarin zij zoo
veel maanden zouden slapen, het vuur, ie
bloemen, de honderde kleinigheden, waar
mede haar liefde zich had bezig gehou
den, alles trok zijn aandacht en ontlokte
hem een glimlach.
„O Mary, mijne lieve zuster!" zeide hij
ten laatste, en er lag eene wereld van on
uitgesproken, dankbaarheid in deze woor
den, en toen zonk hij vermoeid in een
stoel en Janet maakte een teeken, dat zij
hem alleen zouden laten.
„O, Janet, is hij erger?" vroeg de arme
Mary; en eene hevige angst maakte zich
van haar meester. Janet schudde haar
hoofd en er vielen een paar tranen.
„O, neen, dat is het niet", zeide zij, ter-
v ijl zij de mooie kamer rondkeek, die voor
kaar was gereed gemaakt.
„Hij voelt het scheiden van zijn oude le
ven zoo sterk. Hij breekt er bijna zijn hart
over, en als hij zoo treurig is, zal hij het
mijne ook breken. Ga gauw weg Bee", zeide
zij, toen het kind door de half geopende
deur naar binnen gluurde. „Ik moet met
Tante Mairy praten. Ga naar Lettice, lie
veling!"
Toen vervolgde zij op den treurigeni toon,
dien Mary zoo goed1 kende eni dien zij ge
hoopt had nooit weer te zullen liooren
„O, ge weet niet hoe vreeselijk deze laatste
week geweest is. Ik kon nergens van ge
nieten, zelfs niet van de blijde verwachting
der kinderen, en van mijn eigen vreugde
om hior te komen.
Hij kwam iederen avond dood ongeluk
kig 'thuis, ging dan tegenover mij zitten,
en liet het hoofd op de hand rusten gij
weet wel hoe ik bedoel. En eens, toen ik
tegen hem sprak en beproefde hem op te
beuren, was hij bijna scherp tegen mij.'"
Mary schudde ongelooyig haar hoofd,
maar glimlachte.
„Neen, neen, Janet, gij dcnlkt toch niet,
dat ik dat zal gelooven?"
„Nu, niet bepaald scherp; maar hij sprak;
op verwijtenden toon."
„Gij begrijpt het niet, Janet, bij kun/, het
niet helpen, lieve. Neen gij kun niet besef
fen, hoe ik deze menschen op het hart ge
dragen heb; en nu moet ik ze achter laten.'1
„Dat zeide hij."
Mary zweeg. Nu begreep zij er alles van.
Helaas, boe kon eene vrouw als Janet deze
groote priesterlijke ziel verstaan? Dat hin
derde hem dus. Zij zou straks eens naoij
hem gaan zien zij, zijne nederige help
ster, cn die zoo volkomen met hem meda
kon voelen.
„I-Iet is zoo hard!" ging Janet verdrietig
voort, want zij was opgewonden en alles
•kwam haar zoo vreemd voor. „Juist nu ik
zoo gelukkig was en mijne levenswijze
meer met mijn smaak overeen begon tal
komen! En nu, juist nu het ideaal verwe
zenlijkt wordt, zal alles bedorven worden!**
„Nee/a, dat niet, lieve JaneLv
(Wordt vervol gd&