Tweede Blad. oensdag I September 1920 „Pilgrim Fathers" Herdenking. (Vervolg). De receptie ten Stadhuize. Voor 't verlichte Stadhuis stond Maan- avond en dichte menigte opgepakt, om uisteren naar het klokkenspel en om talrijke genoodigden, Engelschen en nerikanen te zien, die uitgenoodigd iren tot de officieelo ontvangst door het meent, ebestuur. Dank zij de goede zorgen der politie een aanzienlijke ruimte vrij gehouden, den congressisten vrije doorgang te ver nen. Om kwart voor negen liet het caril- zijn eerste tonen hooien. Het was een Engelseh köraal„Our God, heip in ages past." De gang van het dhuis was schitterend geillumineerd, officieele ontvangst had plaats in de ka- van Burgemeester en Wethouders. Reeds vroeg was de burgemeester met i cehtgenooteaanwezig de genoodigden verwelkomen. R ij zouden slechts in herhaling vallen, namen der aanwezigen op te noemen, lm circa 9 u. 15 nam de burgemeester^ voord cn zeide ongeveer het volgende: Dames en Heeren „Het is een groote eer en genoegen U hartelijk relkorn te heeten in de stad Leiden, die oorheen de verblijfplaats was "van de ;rims-Fathers. De geschiedenis van deze Dwalende Bidders van den Heiligen leest" is vrij somber en treurig. Wij izen allen van hun lijden en zorgen, an gevaren, van ziekten en van dood. Pij zijn bekend met de ervaringen van rae Engelsche mannen en vrouwen, ie uitgingen van hun geboorteplaats en jon schoon, dierbaar Engeland, de rouw gescheiden van den man, de moe- t van het kind bij die vreeselijke in- heping naar Holland, waar zij aan het rand door Engelsche ruiters overval- q werden. Wij hebben gehoord van de twaalf ja- q van hun ballingschap; de vreeselijke Pis over den Atlantischen Oceaan; de inkomst in de haven van Nieuw-Enge- nd; de landing op .de rots van Ply- outh; de dood van meer dan de helft lor het lijden en honger, nachten van akend luisteren naar den roep der wil- i beesten en de strijclkj-eet der Indianen aar te midden van dat alles, een peri- le van rust, van. licht en vrede een •iode van zonnige, ofschoon eenzame •ademing: hun verblijf in H o 1- n d. Hier in de lage landen vond, wie hij was, Hugenoot of Puritein die ge- IzauKt om des gewetens wil te vluch-- een schuilplaats, vaar geweten, per- on en bezittingen veilig waren; hier in illand was de geest van, vrijheid en meraadschap en gastvrijheid. En deze geest was de gids ook van de idsche magistraat in het begin van de Je eeuw. De Pilgrim Fathers hebben l ondervonden. Want toen in 1609 ibinson en de zijnen permissie vroegen h bier te vestigen, verklaarde de magi aat, dat zij aan geen achtenswaardi- personen weigerde om vrij en onge- ongen deze stad te bewonen, mits zij ven in hun onderhoud voorzagen en h onderwierpen aan de wetten en or- lantien. t toen de gezant van Z. Majesteit Ko- Jacobus in Den Haag, Sir Balph Win- ecn protest indiende, weken Leiden's meesters niet af van hun plicht, maar L zij de kleine Pelgrimschaar een om te wonen. was en edele en schoone 6tad, zooals ord ons zegt, beroemd door de Uni- eit waarmede zij was begiftgd. )e Universiteit en deze leidt onze en naar do tijden van onzen eigen met Spanje en naar die groote en, ide man, die vocht onzen strijd van' id: Willem van Oranje, wiens geest geest der Pilgrim-Fathers (bijvals- ïgen). in Leiden, in de nabijheid en onder- iduw van de Universiteit leefden de m-Fathers en bereidden zichzelven op de groote taak die hen wachtte. jver volk den geheelen-dag arbeidend feuilleton. om lnin familie en vrienden te ondersteu nen. Een godvreezend volk, achtenswaar dig als burgers, waarop Leiden trotsch is tot op dezen dag. Ofschoon zij meermalen in dit gebouw kwamen, waar gij dezen avond 'u bevindt om hun 'huwelijken te laten-voltrekken, hun burgerschap te laten registreeren, voor geboorten of sterfgevallen, in dagen \an vreugde en verdriet, nooit kwamen zij hier voor eenige 'overtreding van wet en ordi nantie. Maar dames en heeren, het is niet noodig u langer bezig te houden met de histori sche gegevens van deze merkwaardige en schoone tijd in de historie der Pilgrim-Fa thers. Mijn bedoeling was U een hartelijk wel kom toe te roepen, U allen cn ieder per soonlijk, vooral hen die van verre, van Amerika, Engeland en Frankrijk kwamen. Ik ben zeer gelukkig, u hier te zien, de ver tegenwoordigers van de Govemeur van de Massachusetts staat en van Zijn Hoog heid de Mayor en de Corporatie van Ply mouth. Ik ben trotsch, burgemeester van een stad te zijn, die een magistraat had, wiens geest, de geest van Willem van Oranje was, die hielp om Hólland te maken tot het Holland van Koningin Wïlhelmina. Ik ben gelukkig U allen hartelijk welkom te heeten in de stad, waar eens de voet der Pilgrim-Fathers stond en in de stad, waar gij, naar ik hoop, de beste tijd van uw le ven zult hebben. En ik zal meer dan dank baar zijn, wanneer gij naar uw huis mee draagt een blijde herinnering van de stad, waar de Pilgrims proefden Hollandsche kracht en energie, maar' ook leerden wat Hollandsche vrijheid en Hollandsche gast vrijheid beteekent. Zoo zien wij allen naar de Pilgrims als degenen, die streden voor groote idealen, lonsterfelijke idealen. Laat ons hunne idealen tot. de onze ma ken en ons zeiven zonder" ophouden met volle toewijding geven aan ons la%d, aan onzen God. Ilc heb gezegd". Luide toejuichingen volgden op deze welsprekende rede. Hierna was het woord aan professor Van Nes, die namens het N. P. F. C. ongeveer als volgt antwoordde: Mijne Heeren, Burgemeester, Wethouders en Raadsleden der stad Leiden. Het- N. P. F. C. dankt U hartelijk voor de vriendelijke receptie die- gij ons gaaft op dit beroemd stadhuis en de vriendelijke woorden, die gij gesproken hebt. Toen Robinson en zijn volk hun verzoek richtten tot de „Eerbare Vroedschap en Bur gemees teren der stad Leiden", hebben zij niet. kunnen gissen, dat na meer dan drie eeuwen hun afstammelingen en vrienden van de Nieuwe Wereld en* van hun oud .land, ja zelfs van Frankrijk, Zwitser land en Hongarije zich op deze plaats ver eenigen zouden om te herdenken hun ver blijf te dezer stede en hun vertrek naar hun nieuw vaderland. Zelfs de secretaris van dien tijd, Jan van Hout» kon niet. denken dat zijn eenvoudig antwoord behelzende, dat geen eerlijke per sonen geweigerd werden om vrij in deze stad te kon n en daar hun residentie te hebben, en in 't bijzonder zijn antwoord op het protest van Sir Ralph Winwood:' „Wij weigeren geen vrije binnenkomst aan eer lijke personen, wanneer zij zichzelf eerlijk gedragen en zichzelf onderwerpen aan al de voorschriften", in later tijd geprezen zou worden als een van de meest eerbiedwaar dige documenten, uit de annalen van di plomatieke correspondentie, een document, waarop Leiden trotsch mag zijn. Volgens Powick heet het: „De Leidsche autoritei ten hadden niet de gewoonte zich te mengen in private meeningen^ en bedoelden niet het te beginnen. Genoeg, want. deze hande-. laars waren een krachtig, flink volk. Eere zij hen!" De Leidsche magistraten hebben goed gedaan in hun ontvangst van de pilgrim- Fathers, zooals de geschiedenis duidelijk getoond heeft, en ik denk, het. is de beste wensch, die wij kunnen uitspreken tot het eerbiedwaardige college van B. en W. de zer stad in 1920, dat de burgers van onzerf eigen tijd hetzelfde „fatsoen en ijver" mo gen betoonen, die de karakteristieke ka raktertrek der Pilgrim-Fathers waren, eu even weinig last mogen geven aan de ma gistraten, als de Pilgrim-Fathers deden. 'n Daverend gelach volgde op deze gees tige slotwoorden. De burgemeester schudde prof. van Nes de hand en de Engelschen uitten hun geestdrift in het bekende: „We are good old fellows „and socey with us" (wij zijn goeie ouwe jongens voegt u tot ons). Toen de geestdrift bedaard was kreeg Sir Harrey Brittain, lid van het Par lement, hét woord.i Deze zeide te spreken namens de Pilgrim- Club te Londen, waarvan lord Roberts eens de eerste voorzitter was geweest,, en ook namens de Anglo American Society, waar aan Manchester en Londen de standbeelden van Lincoln danken, alsmede namens de vereoniging Tho English Speaking Nations. Al deze vereen, brengen bij deze gelegen heid Leiden en zijn magistratuur gaarne een groet. Sir Harry herdacht, ook zijn stu dies te Oxford, toen hij door den huidigen lord Bryce werd ingewijd in het recht der zeventiende eeuw, waarvan Hugo Grotius zulk epn schitterend vertegenwoordiger was. Al die genootschappen en spreker zelf zijn diep erkentelijk voor de ontvangst in Ne derland en vooral in deze eerwaardige stad. Sir Harry hoopte dat deze herinnerings feesten zouden bijdragen om nog vaster te snoeren de vriendschapsbanden tusschen Nederland, Engeland en Amerika, niet al leen voor eigen heil doch ook dat der ge- heele wereld. Ook hierop volgde een daverend applaus. Hierna nam Mr. Hamilton Holt, uitgever van de Independent New-York City het. woord. Holland beteekent oorspronkelijk Houtland. En spreker voelt zich door zijn naam reeds meer verwant aan Holland dan aan Engeland. En daarom wilde hij de vroedschap van Leiden danken voor de schitterende ontvangst. Zoo luisterrijk had geen der Amerikanen zich die voorgesteld, (Gelach en applaus!) Vervolgens sprak de wethouder van Ply mouth Mr. Woolcombe, die getooid was met de ambtsketen. Hij bracht de groeten van Plymouth over en sprak zijn spijt, uit, dat de Lord Mayor niet. komen kon. De Engelschen hebben een paar dingen go- meen met de Hollanders; in de eerste plaats: moed. dan hun liefde voor de zee, de sport, hun gevoel voor vrijheid. Als lid van de Engelsche kerk wijst spr- erop, dat hij uit den tijd van de Pilgrim- Fathers maar een vorst kende, die de be- 'ginselen der vrijheid toepaste, dat is Wil lem de Zwijger. Hierna bracht hij in een officieele oor konde, de beéte wenschen van de vroed schap van Plymouth over. welk de burge meester na de speech voorlas. Eindelijk sprak nog -Mr. Dowse namens de regeering van Masschusetts. Toen alle toespraken waren afgeloopen werden ververschingen rondgediend en zoo was omstreeks elf uur deze officieele ont vangst ten stadhuize afgeloopen. m Dinsdagmorgen werd in de Stads gehoorzaal de tweede zitting van bel iIn gres gehouden. Deze zitting, die ook werd bijgewoond door den Amerikaansche gezant, the htm. Williams Phillips, werd gepresideerd door den Engelschen gezant sii Ronald Graham, die de zitting opende men een toespraak waaraan het volgende is ontleend: Ik wensch een woord van hartelijken dank te brengen aan den commissie voor de herdenking van de Pilgrim-Fathers, dat zij mij heeft, uitgenoodigd om op deze, de tweede zitting van het congres, het voorzit terschap waar te nemen. Ik beschouw dit als een groot voorrecht en een groote eer. Het geeft mij gelegenheid in naam van Zijne Majesteits Regeering, van de Brit- sche gemeenschap in Holland en, ik ben er zeker van,, van alle Engelschen die tegen woordig zijn, ons diep gevoel van dankbaar he id aan Nederlands Vorstin en aaan deHollandsche regeering en het Nederland- sche volk uit te drukken voor hun edelmoedige gastvrijheid, die het mo gelijk heeft gemaakt, dat deze bijeenkomst plaats heeft onder de meest gunstige om standigheden. Ook begroeten wii bij deze gelegenheid onze vrienden, de afgevaardig den van andere landen en kerken, die hier te zamen zijn gekomen op deze historische plek om eer te bewijzen aan de groep een voudige maar groote, edele mannen, die hier 300 jaar geleden bijeenkwamen. Ik hoop van harte en ik geloof stellig, dat deze herdenking, die het tegenwoordige met het. verleden verbindt, zal dienen om nog dichter aaneen te binden de gemeenschap pelijke banden van het geloof, de verheven idealen en de liefde voor vrije instellingen die reeds in een krachtige broederschap de drie democratieën van Holland, Amerika en Groot-Biittannië verbinden. Ik kan, zegt spreker, zonder vrees voor tegenspraak zeggen, dat niet alleen de Britsehc regeering, maar de geheele Brit- sche natie met geen andere gevoelens dan die van dankbaarheid het feit herdenkt, dat Holland een toevluchtsoord verschafte aan dezo vluchtelingen en met geen andere gevoelens dan die van zeer groote trots en voldoening gadeslaat, dat do kleine jy-oep van fiere en vermetele Engelschen, die in de Mayflower drie eeuwen geleden wegzeil den, de ware voorvaders en stichters van het Amerika van heden'zijn, met zijn be volking van 100 millioen, met zijn onmete lijke rijkdommen en zijn ongeëvenaarde prestige en macht. "Wij zien hun grootheid, hun weergaloo- zen vooruitgang met bewondering en zon der de minste naijver en vrees. Want wij zijn overtuigd, dat de invloed van deze voorvaderen krachtig is en dat de idealen van rechtvaardigheid en vrijheid, op de Mayflojver geboren, het Amerikaansche volk bezielen en hun politiek inspireeren. Tenslotte herinnerde spreker dat hel he den is de 31ste Augustus, de geboortedag van de hooggewaardeerde vorstin van dit. gastvrij land, wier persoonlijke gastvrij heid wij nog laatstleden Zaterdag met groote waardeering genoten. (Langdurig applaus en gejuich. De aanwezigen verhef fen zich van hunne zetels en hooren het verdere gedeelte van den toespraak staan de aan). Op dit oogenblik willen wij de gevoelens van eerbied en dankbaarheid je gens het Huis van Oranje, dat. geplant, is in de harten van alle ware Hollanders, verwezenlijken. Wij weten wat een groote sympathieke belangstelling de Koningin heeft voor den voortgang van ons congres en ik zou U willen voorstellen aan Hare Majesteit een telegram te zenden met onze eerbiedige gelukwenschen op dezen Haar geboortedag. (Handgeklap en luide uitroe pen van instemming). Het telegram aan de,Koningin luidt als volgt: „Wij allen, bijeen op het congres der Pilgrim Fathers herdenking, hebben de eer Uwe Majesteit onze eerbiedige geluk wenschen te doen toekomen ter gelegenheid van Uw geboortedag. Wij nemen bij dezen de gelegenheid te baat, Uwe Majesteit recht hartelijk te danken voor de gastvrijheid, die wij in uw land genieten en in het bij zonder voor Uw persoonlijke gastvrijheid, die wij ten zeerste op prijs stellen en nooit zullen vergeten." (Vervolg Eerste Blad.) Gemeenteraad Rijnsburg. De Raad der gemeente Rijnsbung vergaderde Maandagavond te 7 uur. Voorziitter d'e burge meester, de heer J. L. Bosschieier- Aiwezig de herren) Jonker en Krijf. De Voorzitster leest na opening met gebed, de notulen] der viji laatste raadsvergaderingen •voor. De heer SCHONE VELD vraagt oi'liet niet kan veranderen dai.jalle notulen tegelijk op een vergadering komen. Spr. kan het niet verzwelgen/ en van de eerste vergaderingen herinnert hij de zaken niet meer. De heer v. GUCHTEN sluit zich hierbij aar, en zegc dat, al zou men een opperking willen maken] je het niet zou durven noemen, onriat he; te lang geieden is- De VOORZITTER zegt dat zooveel mogelijk hiermede rekening zal worden gehouden, maar ditmaal komt heit door de raadsvergaderingen) «gehouden voo- het beltandelen van het collier H.O. Ged. Staten hebben een) schrijven aan den raad gericht waarin zij aandringen op 40 pC-t. pensioenj.erhooging voor de -gepensioneerde gemeente-ambtenaren, hunne weduwen oi weezent Voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter leest een brief van den Mini ster van Arbeid voor waarin een) schaal is vastgesteld voor heR verhuren vare huizen, door Rijks- en gemeerde-subsidie gebouwd. Voorts is ingekomen een schrijven van Ged. Staten inzake de jaarwedóe-regeling van bur gemeester, wethouders, secrdtaris enj on:vanger Bij het behandelen van deze zaak draagt de Voorzitter het praesidium over aan wethouder v. Iterson. Voorgesteld wordt voor Rijnsburg: burgo- meester i 3100 pl. vier twee-jaarlijksche verhoogingen van f 1«50; secretaris f 2900 pl. vier twee-jaarlijksche verhoogimgen van i 150; twitvamger f 2800 pl. vier twee-jaarlilksohe •verhoogingen van f 125. B. enj W. adviseeren den raad accoord «e •gaan, met Ged. Stalen, daar anders toch niet helpen zal, helt is een regeling over de hecle provincie. De heer S. SCHONEVBLD acht de motieven van B. en W. van nul en) geener waarde. Wij zijn verplicht om Ged. Stalben over de toestand in deze gemeente in te lichten. Spr. is er voor om liet stuk voor kennis geving aan te nemen, doch dan zou de raad zijn plicht niet verstaan. De salarisverhooging is vergeleken met 1916 voor deze drie functies f 5000. Spr. wil krachtig protesteeren. We hebben hier te doen\ met een landbouwende en tui nende bevolking. De financieele draagkracht van Rijnsburg is te slecht om deze salarissen op be nemen. We hebben ,te doen met de igs donkere wegen. itond bij het vuur in haar kamer; en haar tante pakten eenige oude ■uit de kast in; Mary lag op hare en was druk bezig. ,J)e eenige troost gij spoedig met al dit nare werk af- n en tijd zult hebben om te rusten." om te rusten!" riep 'Mary met ver- t gelaat uit. „O, Janet, wensch mij oe. behalve dat;, wij zijn voornemens uk te werken, niet waar Lettice?" Lettice zou met haar mede naar Cro- n het zou eene maand van rust en zijn voor de door zorgen gedrukte en f inderlijke Lettice. Zij glimlachte in ord op de vraag van Mary ent ging 'oort met de hoeken aan stapels te Met Tante Mary werken was pret ti ll met andere menischen spelen; het :ast te veel geluk zijn, om eene hééAe Iraet haar in het mooie nieuwe huis e brengen. Zou zij niet slapen in de naast die harer tante? en Boy, de zwarte poedel, die Mo"urice bezorgd ou in de kleine klokkcnkamer sla- i'at zouden ze samen lange wande- maken! Wat zouden ze rustige, ge- avonden doorbrengen met slechts Buy tot gezelschap'. Lettice had bijna niet kunnen slapen door dit heerlijk vooruit zicht. „Ik wilde, dat gij mij dat a'lles Liet af maken", ging Janet voort, terwijl zij hen met ontevreden blikken gadesloeg; want zij w'Tde, dat Mary bij het vuur zou komen zitten en zij nog vut gezellig zouden pin ten. Maar zij had even goed tegen den wind kunnen praten. Mary zag haar sflechts goedhartig lachend aan en ging toen voort met het inpakken der boeken. Wacht niet. Janet, als ge moe zijt", zeide zij; „ik ben zoo gezond als maar mogelijk is, en zou best tot middernacht kunnen doorwerken, Lettice, lieve, het is tijd! voor kleine meisjes om in bed te liggen; ga gauw, ik kan het overige best alteen doen." „O neen, laat mij it helpen", antwoordde haar schoonzuster met aandrang. Dat wil de zij juist; zij wilde Lettice kwijt zijn cn Mary geheel alleen voor zich hebben. En toch hadden zij niets te zeggen, dat de ge heele huishouding niet Hooren mocht. Let tice stond noode op, maar zij was veel te gehoorzaam 'en te welopgevoed; om te aar zelen. Janet kuste haar teeder. Wat moet ik een heele maand zonder u beginnen, Lettice?" zeide zij, terwijl zij ha re handen op tfe schouders van het kind legde, en haar met een soort van trotsche teederheid aanzag; want in haar hart was Jo.net trotsch op de knapheid van haar kind. „Wat is tante,Mary toch wreed, om mij mijne oudste dochter te ontrooven!" „Hatty heeft beloofd', dat zij hèel zoet zou zij'n en u helpen mama," antwoordde Lettice op haar gewone verlegen wijze; maar hoe klopte haar hartje van vreugde en opwinding bij de gedachte, dat haar moeder haar inderdaad zou missen! „O ja, Hatty zal mij heel goed helpen, maar ik mis toch niet gaarne een mijner kinderen antwoordde Janet, terwijl zij haar liefkoos de. en toen zond: ze haar-weg. „Praat niet met de anderen, Lettice; ga zoo gauw sla pen, als ge maar kunt." En Lettice zeide: „Ja, mama, ik zal het beproeven," ging heen en lag zeer tevreden gestemd nog twee of drie uur wakker, terw ijl zij er naar verlande, dat de nacht voort)ij zou zijn, en 'de wonderbare dag zou beginnen. „Weet ge, ik vind, dat Lettice bepaald ini haar voordeel veranderd is," merkte Ja- net op. „Ik hen zeker, dat zij toch nog niet zoo erg Lee tijk zal zijn. als zij volwassen is; zij heeft mooie oogen, en als haar gelaat zich verheldert en zij verstandig kijkt heeft bepaald iets aantrekkelijks." ,Dat heb ik altijd gevonden," antwoord de Mnwj snel, want deze lof beviel haar niet. ,In rftijrü oog overtreft zij all-e meisjes van al de kinderen lijkt Lettice het meest op haar vader." „Misschien wel'," sprak Janet op zachten toon, want zij scheidde ongaarne van lie<t kind. „Zij is lief en zal zeer prettig gezelschap zijn," ging Mary met geestdrift voort. „Het is zeer lief van u en Maurice om haar zoo lang aan mij af te staan!" „Lief, Mary?" „Ja, zeker, en ik ben er u beiden zeer dankbaar voor." „Zeg dat niet," antwoordde Janet snel, „alsof wij niet alles aan u te danken had den. alles. O, Mary," en toen ging zij achter haar staan en greep haar vast, „zeg mij, dat gij tevreden met den gang van zaken zijt cn u niet zoo héél ongelukkig voelt." 'De boeken vielen Mary uit de handen; toen raapte zij ze bedaard op en legde ze op. hunne plaats; maar Janet stond nog achter haar en hieM haar bij de schouders „O, Mary, als ge maar iets kondt zeggen, om mij gerust te stellen!" Toen antwoord de Mary, maar wendde het gelaat niet om. „Ik ben tevreden met den gang van zaken en voel mij' niet zoo erg ongelukkig," zeide zij; en haar stem klonk zacht, maar zeer vast. Of hare lippen trilden, toen zij deze woorden sprak, en of er plotseling tranen in hare oogen opwelden, zag Janet niet. „Zoo ziet er alles netjes uit," zeide zij op staande en op haar gewonen toon spreken de; „hoe stoffig heb ik mij gemaakt! Nu heb ik niets meer dan mijne kleederen te kleine pènfafing van Jeu kleinen p.. 'V'rf moe/ten krachtig protester ren fe^cnj deze geling van Ged. Staten; misschien du: we ..u» nog eenjig kans van slr.gcn hebben. De heer ZANDBERGEN zegi. dat Je boor Schooeveld wel voor den gehc-cicn zastè ge sproken heeft. We denken) er allen zoo o> er. De salarissen worden op den spits ge-> dreven. Wethouder v. KLAVEREN verklaart zich tegen deze uitlatingen. Hij wü rnc; Ged'. Stoften] meegaan. De heer v. DELFT zegt dai de belasting hier komen moet van de kleine mcnschen. die rret karretjes loopen. Als de reactie qonk blijven deze tractementen) straks doorgaan. De heer S. SC HONE VELD acht dat Ge& Sto)ten hat moeten) weten als ze hun yoor- stel willen doorvoeren. Het voorstel van B'. cn W. wordt dians in stemming gebracht en) met 8—1 stem ver worpen. De heer J. SCHONEVBLD wil weten wat de raad nu verder zal doen. Is het niet wen- scheüjk persoonlijk Ged. Staten) te gaap toe« lichten aan de baud van het kohier H-O-, dal hun' voorstel te ver gaat voor Rijnsburg? De heer S. SCHONEVELD stelt voor een commissie te benotmen die in deze nadere stappen zal doem en een brief kan opstellen. De heer v. GUGTEN wil liefst afgevaar digden zenden. Na eer^ige discussie besluit de raad rot'hci instellen van de commissie. Nadat de burgemeester is teruggeroepen worden door stemming in de commissie be noemd de heeren S. Schone veld, K- v. Delft cn) v. d- GugCen. In de vacature N. v. Eginond Dz. wordt tot ambtenaar van den Burg. Stand benoemd, de heer J. Iterson. De voordracht van B. en W. bestond uit de heeren; J. v. Iterson en J. v. K La veren*. Tot lid vare de SchaJUingscomtmssie wordf in de vacature N. v. Egmond Dz. benoèmd, do lieer K. v. Delft. Op verzoek wordlt) tegen 1 October a.s. eervol ontslag verleend aan Mej. J. M. Col- leeOdenfiaal. als onderwijzeres ini de nut" lige handwerken. Aan de gepensioneerden door de gemeente wordt 40 pCt. toeslag, verleen^, n.1. aan den lieer Huisman en aan mevr. v. d-. Ham. Op verzoek wordt evenals voor 1920, ook voor 1921 aan de Tuberculosevereeniging f S5subsidie verleend- Rondvraag: De heer v. d. GUGTEN wijst op den) slechten toestond' van; de wal- - muren vanaf de Koestraait -tot de stoep can lwt huis van den heer C. Zaadbergen. Repa ratie is noodig. De heer J. SCHONEVELD vraagt of B. en W. genegeni zijn mede 4e deelen hoe hun standpunt was ten opzichte van de viering van de Oranjefeesten van morgen. De heer S. SOHONEVELD vraagt of er al stappen) gedaan 'zijn om alsnog een uitkeering uit de O.W.-belasting ite verkrijgen waartoe besloten is. Spr. wil voortaan weer stukken die aan den raad gericht zijn ook in dent raad behan deld zien. In de geheime vergadering wil Spr. vragen stellen- nasy de geldleenfmg. Hij moet in details treden: De VOORZITTER beantwoordt de vragen in 't korj. Omtrent hor Oranjefeest deelt hij mede. dat er indertijd Ibij B. cn W. een] adres was ingekomen van d£ Oramjevereeni: ing en een \an de Kerkraden) van de Ned. Herv., de Gerei- cn de Chr- Geref. Gemeenten. Het laatste adres drong aan geen opentxiar feest te houden in 't belang van loeit geestelijk en zedelijk welzijn van Rijnsburg. B. en W. hebbenj afwijzend beschikt op liet adres vare de Oronjevereeranging om op 8 en 9 September feest 'te houden. Spr. sterrede persoonlijk toen reeds voor het feest. Doch de b e i d e wet houders waren er tegen- B. en W. hebben hun advies ingewonnen bij den waarnemende- Commissie der Koningin, de 'heer d'e Wilde, deze zeide dat het feest moest doorgaan op 8 cn 9 September. Ook Mr. Dr. Schokking uit Leiden was van dif gevoelen). De beide wethouders hand haafden echter hun standpunlt. Toen is het verzoek gekomen van de Oranjevereeniging om op 31 Aug. 'en 1 Sept. a. 8. een feest te houden. Dit is door B. en W. toegestaan met algemeene stem men doch uit sluitend voor 31 Aug. De heer J. SCHONEVELD vraagt: I. Heeft het bestuur der burgerwacht in vloed uitgeoefend op het toestaan van dit verzoek of op het standpunt van B. en W. in dezen? II. Is er door de burgerwacht gedreigd met het neerleggen van de wapens, als het feest niet doorging? III. Toen B. en W. toestemming verleen den op het verzoek van de Oranjevereeni- ^ing,nwisten^iiM op^dat oogonblik, dat et pakken en danr beoi ik gereed." „Laat mij Yi helpen," hernam Janet, 'terwijl zij iets ver dachts van hare wangen veegde, en zich naar het raam wendde, voorgevende, dat zij even naar het weer wilde zien. „Wel het sneeuwt," ging zij na eenig stilzwijgen voort. ,,0. (Mary, wat zal het te Crome koud zijn en gij wilt u maar niet laten overhalen om een bontmantel te koopen." .Driehonderd gulden voor een winter mantel en de mijne is nog zeer goed! Neen, waartijk," was het weinig belovend ant woord; want dit was al eens eerder het on derwerp van een woordenstrijd geweest; maar zooals gewoonlijk begon Janet weer van voren aan. Maar Mary, hoe bespottelijk! hoe kunt ge nu zoo zoo koppig zijn, als ik u toch al honderd keer verteld heb, dat uw mantel 'n slechte snit heefr. en geheel uit de mode is? Gij herinnert u nog wel, dat ge hem voor een prikje op den uitverkoop van Vendale and Ea9t gekocht hèbt, Drie honderd gul den is onder uwe omstandigheden niet te veel; en bovendien blijft hij acht of ne gen jaar zoo goed als nieuw." „Best," hernam Mary, die dat alles reeds eerder gehoord had: „dan zult ge er den volgenden winter een hebben Janet. Mau rice zal mij helpen kiezen." CWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 5