Dagblad voor Leiden en Omstreken. s ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN 1 KWARTAAL 12. WEEK 10. NCO PER POST PER KWAR TAAL f2. Iste JAARGANG. - DONDERDAG 26 AUGUSTUS 1920- - No. 124 BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIE-PRIJS PER GEWONE REGEL f 0.321/. DES ZATERDAGS - f0.30 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF KLEINE ADVERTENTIES ran lioogsteii9 30 ïvoorden 50 cent: Zaterdags 75 cent, bij vooruitbetaling, Krokodillentranen. et Volk is buitengewoon verstoord le patroonsorganisaties in de bouwvak die nu tot opheffing van de uitsluiting- oten werd niet de meest mogelijke spoed achten om de arbeiders weer aan het te zetten. ■rwijl de R. K. "Bouwpatroons maatrè- hadden genomen om de werken reeds len open te stellen, bleek de Landelij- lond voornemens dit eerst a. s. Maan- te doen, met het gevolg dat nu ook <m- werken nog eenige dagen gesloten blij- Dit is onverantwoordelijk getalm zegt Volk. Dat dit onnoodig arbeidsver- in dezen tijd van woningnood de sociale ide verergeit, lappen do patroons aan laars". at dit talmen van de patroons eenige urstelling wekt is begrijpelijk. Heen, HetVolk is wel in de laatste aangewezen om hierover den staf te P ten. b nmers toen de socialistische vakorga- I- ties .door onnoodig arbeidsverlies in 1 en tijd van woningnood de sociale ellen- ongemeen verergerden, het bouwen van in gen bemoeilijkten en honderde gezin- in de ellende stortten, had het roode li aan geen enkel woord van afkeuring, b 'i elfs hielp het dapper mee om aan de istelijke arbeiders het werken onmoge- te maken. et Volk deed daarom beter deze b^odillentranen maar voor zich te hou- f het liever aan de arbeiders duidelijk ceu dat deze sociale ellende te danken aan de socialistische vakorganisaties, terwi.il ieder op z'n vingers kon nareke dat de werklieden van deze uitsluiting Vi dupe moesten worden, toch het conflict rdreven. Het Communisme. )e Communisten in ons land hebben stof tot roemen. 'oortdurend wordt geklaagd over de erscliilligheid en de weinige belangstel en de leden. oo schrijft bijv. een der leiders, Ceton, 'de „Tribune": Wie onze Hollandschc beweging ge durende eenigen tijd objektief heeft ge volgd, zal ongetwijfeld hebben opge merkt dat de laatste maanden, de zo mermaanden van dit jaar een inzinking hebben vertoond in de propagandisti sche kracht der beweging. En we heb ben hierbij niet slechts of voornamelijk het oog op den vakstrijd, doch ook en vooral op den strijd voor het kom- munisme. Het feit, dat het abonnemen tental der „Tribune" in stede van vooruit te gaan met een. kleine 400 in deze zomermaanden terug liep, "zegt in deze genoeg. Het is, dunkt ons, niet noodig, hier aan te toonen, op welke wijze de geheele beweging in haar a trijd tegen de driest den kon opstekende eaktie, te kort is geschoten. Het feit zel- e 6taat voor iedere onbevooroordeelde vast. )pzichzelf een verblijdend verschijnsel, ioe meer de communistische beweging loopt, hoe beter. lij de beoordeeling moeten wij er echter je rekenen dat dezo inzinking een gevolg -van de onverschiTligheid der a en niet van de omzetting der geesten. In zoolang dat niet het geval is, kan er t ons weinig reden zijn om te juichen. )p omzetting van de geesten door voort ra ende propaganda van onze beginselen et daarom ons oog gericht blijven. Uit de Pers. DANK- EN BEDEDAG. Do „C. H. B a n i e r" had aangedrongen op het uitschrijven van gen dank- en bede dag naar aanleiding van de verkregen ge lijkstelling op schoolgebied. Het Fr. D g b 1. acht het een uitnemen de gedachte om, 't zij een ganschen dag, 't zij een bepaalde avondure af le zonderen, in den loop van dezen nazomer of herfst, ten einde den Heere dank te zeggen, dat Hij het juk van ojzen schouder genomen heeft, zoodat wij eindelijk, na langen, bangen 6trijd op 't gebied der Lagere School in de vrijheid en in de ruimte zijn gesteld. „Of 't een dag kan zijn, staat te be zien. Zal dat gelukken, dan zouden alle voor standers van 't Bizonder endofwijs, roomsch zoowel als protestantsch, hier één lijn moe ten trekken, anders is de groep te klein en zou groot gedeelte van ons christen volk door zijn sociale positie toch verre moeten blijven-staan. a Maar een avond, dat zou kunnen! Misschien kon 't een Zaterdagmiddig èn avond zijn: we ITebben ook wel twee feest dagen achter elkaar en 't zou zeker een Bchoone voorbereiding zijn voor den sabbat. Er is overvloedig reden tot dank. Reden eveneens tot ootmoedig gebed. Er worden voor minder gewichtige ge beurtenissen wel gedenkdagen ingesteld en gedenkavond gehouden: als 't kan een ganschen d a g en anders toch een avond moeten we afzonderen, om te gedenken de groote dingen, die God aan ons gedaan heeft; ze te vertellen aan het tegenwoordig geslacht en voor dit alles te danken den Heere onzen God, die ons staande hield in den strijd tot op dezen dag. DE MODE. De Kroniekschrijver in de N. Prov. Gron. C r t. maakt over de tegenwoordi ge clameskleeding enkele opmerkingen, wel ke ook wel in breeder kring mogen worden overwogen. Hij schrijft o a.': Ik sprak iemand, die in Parijs geweest was en van die wereldstad heel wat moois wist te vertellen. Hij had er een eigenaardige ontdekking gedaan. Wij meenen toch dat Parijs de mode onzer dagen, die^vreeselijke mode aangeeft, die onze vrouwen en meisjes dwingt om zich in het publiek te vertoonen, 'meer ontkleed dan, naar iemand beweerde, ze voorheen onde-F-de dekens lagen, en dan komt onwillekeurig de gedachte op: als het- nadoen hier reeds erg is, hoe zal het voordoen dan wel zijn. Dan moeten ze in Parijs zoo ongeveer in Eva's costuum rondwandelen. Maaren ziehier nu de ontdekking de fatsoenlijke vrouwen en meisjes zag men niet. anders dan fatsoenlijk gekleed op de straat, niet met de schouders bloot on met het lichaam heenschijncnd door de dunne kleeding, niet met die ontzet tend laag uitgesneden blouses en die veel te korte rokken, maar heel notjes en be hoorlijk. Hij had gevraagd of de mode hier in Nederland, ook door christelijke vrou wen en meisjes nagevolgd, zoodat ze er zelfs mee in de kerk duiven te verschij nen, in Parijs niet te vinden was. Men had geantwoord, dat hij dan naar do buurten moest gaan waar de gevallen vrouwen, haar prooi trachten te lokken. Ik moet bekennen zeer getroffen te zijn door wat hij vertelde. Men denke het zich eens in: daar is een vader en een moeder, die den. Heere vreezen en die des morgens en des avonds het gebed opzeden naar omhoog om de bewaring voor hun kinderen te midden van de velerhande verleiding van onzen tijd, en zie, na het morgengebed zien deze ouders hun meisjes uitgaan in de kleeding, zooals in Parijs gedragen wordt door dehoer. Misschien vindt men het wat hard, dat ik dat hier zoo zeg. Maar het is de waarheid en als er iets is, dat mij ergert, dan is het dago- lijks to moot.Qn zien, hoe ouzo eerbare vrouwen en meisjes zich niot Dchamcn om een kloeding te dragen die met alle eer- baarheid spot. Het komt mij voor, dat zij die buigen voor het Woord Gods met elkander overeen moesten komen om vrouwen en meisjes, die zoo gekleed gaan, in hun gezelschap niet to dulden. STADSNIEUWS. De Ambachtsschool te Leiden tieeft van 1 tot 15 September de inschrijving voor nieuwe leerlingen gteopend. Op de school bestaat de gelegenheid om jongelieden op «te leiden tot bekwame timmerlieden, Meubelmakers, modelma kers, huissmeden, Machinebankwerkers, machinisten,. Constructiewerkers, Vuur werkers en huisschilders. -Het onderwijs omvat: het voortgezet la ger oncleryvijs (Néd. Taal, meetkunde, (reke nen, wiskunde, werktuigkunde en natuur kunde); het lijn-, bouw- en werktuigkunde teekenen; het hand- en handvakteekenen; de kennis van het stoomwerktuig en de motoren; de kennis der materialen; het timmeren en draaien; het meubelmaken; boetseeren, houdsnijden, draaien en het stoffeeren; het modelmaken en draaien; het huissmeden; het machinebankwerken; het constructiewerken; het vuursmeden; het verven; het schilderen* van hout- en mar mersoorten en het penseel schrijven. Voor aanstaande steenhouwers bestdat gelegenheid het teekenonderwijs te volgen, in hoofdzaak het ornament- en het letter-, telkenen. De cursus duurt 3 jaren. Het schoolgeld bedraagt (naar de ge goedheid der ouders), f GO.f 50.—. f 40.— f 30—, f 20.—, f 10.—, f 5.— en f 2.50 per jaar. Voor twee of meer zoons uit hetzelfde go- zin; wordit voor it:der slechts 3/4 van het schoolgeld betaald. Onvermogenden worden kosteloos toe gelaten. De inschrijving is geopend vcwv 1 tot 15 September, op eiken werkdhg- van 10—12 uur, aan de School aan den Haagweg. De vereischten tot toelating zijn Rekenen. Kennis van de hoofdbewer kingen der rekenkunde met geheele en ge broken getallen, benevens bekendheid met het metrieke stelsel. Vaardigheid in de toepassing daarvan op eenvoudige vraagstukken. Taal. Nauwkeurig lezen, waarbij moet bliiken dat de candidaat het gelezene ver staat. net maken van een opstel zonder grove taal- en spelfouten. Voor de feestviering in hét C-hr. Mil. Tehuis, die ter gelegenheid van den ver jaardag van H. M. "dé Koningin voor onzo militairen zal worden "bereid ontvingen wij heden van G. R. f 1.—. Tezamen .met de vorige giften f 15,50. Wie volgt nu? Er is slechts weinig tijd meer! Bij gelegenheid van het bezoek der \er- genwoordigers van de „Pilgrim Fathers" her denking, aan het Raadhuis alhier a.s. Maan dag 30 Augustus 1931. zal het carillon des n.m. laten hooren vanaf 8-45 tot plm. 9-10 uren en dan vanaf 9-30 tot even 10 uur, de navol gende Amerikaansche en Pilgrim-Fathers- liederenv afgewisseld me: oud-Holt. liederen Val. Ged. Clanck. (Van elk 3 coupletten). Our God. our help in ages past. When thot the Lord. We Limit no: the Truth of God- Guide me, O Thou great Jehovah. Let God arise. A Sonj? of "the Common Weal. Terstond bij 't vertrek dor genoodiffden van liet Raas&uis vanaf plm. 9.30 tot 10 uur: Star Spangled Banner (Am. Volkslied). God sane the küw (Eng. Volkslied). Io vivat. ter cere c!er Academie. OJleer die daar, enz-(Valerius Ged. Clanck) 2 coupletten- Wilt lieden nu trcdcn(Valcrius Ged.Clanck) 3 coupletten. Old Folks at home. Firnwly stand, mij notive '-and. (3 coupletten). Nu allen God gedankt. •Nearer, my God, to Thee. The Doxologij (melodie Ps. 134). BINNENLAND. De Lager Onderwijswet. Aan het Voorloopig Verslag der Eerste Ka mer over het ontwerp van wet tot regeling van het.L. O. is het volgende ontleend: Lof werd gebracht aan den minister, die met voortvarendheid aan het voorschriit der Grondwet ging votóoen en wien voor de sa menstelling cn verdediging van zijn wetsont werp groote!ijks hulde toekomt. Het breecle standpunt door den minister ten aanzien de zer vet ingenomen, vond evenzeer waar Jee ring. Intusschen waren niet allen ingenomen met de pacificatie, zooals die in alt wetsont werp is "neergelegd en evenmin oogstte et ontwerp in alle opzichten bijval. Zoo konden eenifve leden, die voorstanders waren van de pacificatie, zooals men zich die van vrij- nige zijde had gedacht, zich met de thans voor gestelde oplossing bezwaarlijk vereenigen. Zij hadden gehoopt, dat na de totstandkoming ider wét, noch van overwonnenen, noch van overwinnaar sprake zou kunnen zijn, maar naar hunne meening zal het bijzonder onder wijs nu in verschillende opzichten een voor sprong krijgen op het openbare. Om die reden behielden zij zich hunne stem over het ont werp voor, in de hoop, dat uit de Memorie van Antwoord moge blijken, dat er overeenstem ming van isteflachten tusschen hen en den mi nister bestaat, of dat laatstgenoemde alfhans voor hunne bezwaren zooveel gevoel't, dat hij bevredigende toezeggingen wil doen voor de toekomst In de eerste plaats gold hun bezwaar de zg. financieele gelijkstelling. Een artier bezwaar tegen de voorgestelde oplossing werd gezien in de regeling betref fende het z.g. overnemen van de bestaa ide bijzondere scholen. Ongelijke bejegening van het bijzonder en van het openbaar, onderwijs werd verder ge zien in het feit da; voor de openbare schoten het atrtbularlisme is verboden, terwijl zulks voor de bijzondere scholen wordt toegelaten. Van vrijzinnig® zijde werd nog opge.ne'kt, dat langzamerhand drang is gekomen naar godsdienstonderwijs- Daaraan wordt thans te gemoet gekomen door het onderhavige wets ontwerp. maar de leden, hier aan het woord, meenden, dat dit geene. bevrediging zal kun nen schenken aan dc anti-revolulionnairc par tij. daar*die thans niet verkrijgt, wat in de ze ventiger jaren door haar werd gepropageerd1- Een bezwaar van meer algemeenen aard tegen dit wetsontwerp is. of de financiën der gemeente niet op écne te zware proef tullen worden gesteld. Van verschillende zijden werd voorzien, dat wanneer dit ontwerp tot wet zal zijn verheven het onderwijs meer en meer zal verbrpkkelen, immers bijna idereen zal dan kunnen vorde ren, dat eene school naar zijn geest wordt opgericht. Enkele leden spraken er hun leedwezen over uit. dat de bij dit ontwerp feitelijk inge voerde eenheidsschool niet meer ruimte, meer vrijheid van beweging en meer differentiatie, met het oog op de verschillende behoeften in de maatschappij, toelaat. Dat de opleiding aanmerkelijk wordt verbe terd, werd door vele leden toegejuicht. Juist nu het alRiemcene peil van het ooJer- wijzerscorps wordt verhoogd, werd door ecni- ge leden te meer betreurd, dat in de 1ste cn 2de klasse (en soms zelfs in de 3die. klasse) onderwijzeressen met akte A. zullen optreden* Door velen werd betreurd, dat de Fravsüie taal niet is opgenomen onder de verplichte leervakken. Alle leden juichten liet instellen van een zevende leerjaar toe en velen betreurden, dat de minister niet nog verder was gegaan on or een achtste had aan toegevoegd, zij het d»o ook met een langen overgangstermijn. Wat de salarissen betreft, welke voortaan bij K. B. zullen worden gerepeld, sprak men den wensch uit, -Jat die regeling, zonder in overdrijving te vervallen, oitbekrompen en royaal zou zijn, zoodat de onderwijzersstand onbezorgd'zal kunnen leven. Verwachtte men thans, dat alle kinderen beslist' voldoende onderwijs zouden kunnen genieten, men wees er op. dat dit niet .vol doende is en nu ook hunne sociale verzorging t. w. kleeding, voeding, e. d. wettelijk dienen- te worden geregeld. Van andere zijde werd hier tegen opgekomen. De Nederlandsclie Studentenorganisatie. Men schrijft aan de „Tel.": Yan deze or ganisatie, bestaande uit twee nauw samen werkende deelen. de s. g. 6t.udie-afdeeling, d. w. z. de nationale véreeniging van alle plaatselijke studievereenigingen en de z. g. studenten-afdeeling, omvattende alle stu dentenfederaties, waarin de gorpsen, bon den en damesvereenig-mgen opgenomen zijn, terwijl overal hard gewerkt wordt om de z. g. nihilisten, dit zijn zij die geen corps- of bondsleden zijn, in de federaties op te iiemen, kan dus reeds practisch gesproken worden als de vertegenwoordiging der Ne- derlandsche studenten. Hier en daar is reeds het federatief ver band doorgevoerd en geslaagd, maar in het algemeen is het mogelijk een modus te vinden, waardoor de religieuse vereenigin- gen opgenomen kunnen worden. Daar even wel van beide kanten de ernstige wil be staat om de federatie zoo algemeen moge lijk te doen slagen, zal ook hier wel spoe dig de oplossing gevonden worden. Op het oogenblik omvat de Nederland- sche studenten-organisatie (afgekort N. S. O.) alle bestaande vereenigingen, waarin studenten samengebracht zijn ter beharti ging hunner belangen en kan dus gezegd worden dat de N. S. O. alle georganiseerde studenten van Nederland (ongeveer zeven duizend) in zich opneemt, terwijl getracht wordt het niet georganiseerde gedeelte, ook door middel der federaties te bereiken. Aan het hoofd van de studentenorgani satie, reeds dadelijk een krachtige beweging doordat de sterke plaatselijke en nationaal georganiseerde studentenvereenigingen in dit verbond werden opgenomen, staat liet bestuurscollege, waarvan de voorzitter te vens president der Nederlandsche organisa tie is. Op dit oogenblik is dit de heer 1L Hut schier, praeses-colleig van het Leidsch studentencorps, de'algemeene president. Opgemerkt kan nog worden, dat naast deze beide besturen door beide organisaties gezamenlijk gekozen wordt een commissie van onderzoek, die over de toelating van een vereeniging tot een der beide deelen bo- slist. Staangeld vcor particuliere wagens. De bepalingen de Ned. Spoorwegen ten opzichte van het heffen van staangeld voor particuliere wagens (met uitzondering van ketelwagens) werden met ingang van 25 Augustus als volgt vastgesteld: Ledige of beladen wagens, die op particu-" liere sporen staan, zijn vrij van staangeld. Wagens, die op andere dan op de voren genoemde sporen ^taan-: a. ledige wagens, die niet ter belading ge reed zijn gesteld, lo. op het depotstatioir der wagens zijn deze «vageiis vrij van staangeld; 2o. op andere stations wordt voor elk ctnaal FEUILLETON. angs donkere wegen. ei laar hoofd "was vol eerzuchtige plannen; wenschte met Mary te praten over het is en d-e meubels en haar toekomstige V ining; den volgenden dag moesten het ver en de juweelen bekeken worden, en had verwacht, dat zij nu de lijst eens nen zouden -nazien; maar niets van dat Werkelijk werd er een van de ge ne besprekingen uit Lime Street gehou- n, waardoor al de nare gedachten, die zij gaarne buiten wilde sluiten, haar weer binnen kwamen Mary's jongens, en moeders, en de oude vrouw Hales, en lurice, die in ernst beloofde, dat de twee i| meenten vereenigd zouden worden. Het zou veel beter zijn, als zij zich in de makkelijke kamer terugtrok, en bij het Ur ging zitten lezen of peinzen. Maurice it best, waarom zijne vrouw hen verliet. stak haar kaars aan en wepschte haar n weinig ernstig goedennacht. ,I'k ben bang, dat wij haar verveeld heb- n", sprak hij met een smartelijke trilling zijne stem, -terwijl hij weer tégenover ary ging zitten. „Arme lieve Janet, hoe kwaart Whitechapel haar! Ik geloof ïarlljk, <ïat deze tegenzin haar ingescha pen is en zij het niet helpen kan"; want zijne liefde voor haar maakte, dat hij steeds verontschuldigingen voor haar gedrag vond. Zij bleven nog een paar uur de plannen bespreken. Later zeide hij tegen zijne vrouw, dat het een opfrissching voor Mary was, als zij haar broeder geheel voor zich had, en zij hem al hare gedachten kon bloot leggen; maar zelfs Maurice wist niet, hoe veel de sympathie, die er tusschen hem en Mary bestond, er toe bijdroeg om hem te verzoenen met de onvolmaaktheden zijner vrouw. Mary kon altijd in zijne plannen inko men; hij verveelde haar nooit. Nooit wa ren twee vrouwen zóó verschillend, en toch, wat had hij ze lief! Eindelijk ging hij naar boven en vond zijne vrouw rustig eene ro man zitten lezen bij het vuur. „Wat zijt ge laat, Maurice!" zeide zij, maar ik zat hier heerlijk en was te ver moeid om naar bed te gaan." „Arme Janet! wat moeten wij u beneden verveeld hebben!" sprak hij terwijl hij haar glanzon'd zwart haar gladstreek. „Wat leest ge daar, lieveling? Lorna Dno ne? O, e'en heerlijk boek! Ik moet 't later nog eens weer inzien. Nu zullen we samen .een Psalm lezen en dan moet ge naar bed;" en als gewoonlijk was zijn wil wet. Janet zou het niet gewaagd hebben nog ééne oiadzijde te lezen, hoe gaarne zij ook w'lde. Intusschen was de jonge eigenares van Crone het trapje opgegaan langs d-e k'lok- ketorenkamer, zooals deze genoemd werd en de ledige zijkamer en stond nu voor het vuur in de vlam te staren. Het was de eerste avond in haar eigen huis! „Mijn huis, mijne bedienden, nooit de onze welk een gevoel van eenzaamheid geeft het gebruik van één zoo n klein woordje", dacht zij. „Als -de kinderen er niet waren zou ik mij nog veel eenzamer gevoelen dan nu wat zullen zij hier een genoegen hebben! Ik ben blij, dat ik om de pony gedacht heb dat zal hunne stout ste verwachtingen overtreffen! En wat zag Maurice er vanavond goed uit! hij 9cheen zeer opgewekt'en hoestte bijna in het ge heel niet. Ik dank God, dat Hij mij kracht heeft gegeven voor deze opoffering. Ik ge loof goed te hebben gehandeld, als ik maar zeker was, dat hij niet leed." maar toen hield zij op, knielde neer en bad. Zij waag de het niet te denken; daartoe was de wond te verseh; zulke gedachten zouden haar slechts ongeschikt maken voor haar dage- lijksch werk; maar 't deed haar altijd goed wanneer zij voor hem mocht, bidden. Zij pleitte voor haar liefsten vriend, zooals ze hem noemde met een ernst, welke zij niet voor zichzelf kon aanwenden; en 'toen zij dit gedaan had zond zij een ootmoedig dankgebed ten hemel, omdat zij in staat was «gesteld haar eigen zelfzucht «te over winnen en voor anderen te leven. iEn als zij dan dacht aan hare geliefden, die haar zóó noodig hadden, en aan de groote scha- 1 re van 's Heeren zieken en armen, die bui ten haar leven stonden, maar die de zwak ke hand naar haar uitstrekten, om hulp te vragen, ging er een stroom van liefde en medelijden uit haar hart. „Voor zooveel gij dit aan een van Mijne minste broeders ge daan hebt, zoo hebt gij het Mij gedaan," herhaalde zij zaclvl; en dit was de laatste gedachte van Mary St. John, voordat zij dien avond insliep. \£L HOOFDSTUK XXV111. Toen Maurice den volgenden morgen be neden kwam, kwam vertelde Pratt hem niet zonder verwondering, dat de jonge meesteres naar de „pauwenwandeling" was; „zij is al geruimen -tijd uitgeweest, overal rond, nog voordat het geheel licht was!" besloot de eerlijke bottelier, terwijl hij zich in stilte verbaasde over het vreem de gedrag der jónge dame. „Wel, het is al negen uur; wij zijn roen- schen, die vroeg opstaan en vinden dit al zeer laat," antwoordde Mr. St. John. ,Js bet ontbijt gereed, Pratt? Ik zal haar gaan zoeken;" en hij fiep sne-1 in de rich ting van den tuin. Hij vond Mary bij den zonnewijzer staan, terwijl zij het uitgewischte opschrift las. Dit tooneeltje bleef altijd eene aangehame herinnering voor Maurice de lange laan door de stralen der winterzon beschenen, Mary met de roode doek over haar hoofd en armen vastgespeld, de oude zonnewijzer met den -met mos bedekten steen. „Ik geef acht op de hand des Tijds! wat een vreemd opschrift, Maurice," merkte Mary droome- rig op, toen hij naast haar stond. Arme oude zonnewijzer, ik zou wel eens willen weten, hoe lang hij hier al staat? hoeveel jaren van geduldig wachten, bevochtigd door regen, bedreigt door wolken, door alle mogelijke winden bestreken, en 9lechts zel den beschenen door de stralen der-zon!" „Eene vVare voorstelling van een trouw leven, kileine zedepreekster!" antwoordde haar broeder; „een oud soldaat, vermoeid en verminkt, maar die toch op wacht staat. Als deze zonnewijzer eens spreken kon, wélke vreemde verhalen zou hij ons dan don van sommige dezer oude Talbots! Mis schien heeft de een of andere ridder uit den tijd van Karei juist hier zijn dame ge vraagd; of in dat boschje heeft w.ellicht eeni schoon meisje met brocaat en gepoederdi haar welwillend geluisterd naar haar in fluweel gekleeden ridder." <Wordt vervol gdX,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1