i/yeede Blad. erdag 21 Augustus 1920 tit arfdsel des Heeren. Ziet de kinderen zijn een erf teel des Heeren. Ps- 127:3. tijd staat in het teeken van het rialismc. strijd die tusschen de volkeren ge werd en wast, is een strijd om macht lerschappij, een strijd niet om ideecle, materieele goederen. in ons land wordt opgemerkt een naar beziisvermeerdering. Winst ma- n nog eens winst maken is het. wacht- 1 geworden. ;er. de zucht om het stoffelijk bezit te -erderen ligt in een ieder en het jagen die vermeerdering wordt steeds ge- Maar den eeneu tijd toch meer dan in aderen. ie der openbaringen van dezen mate- isthen geest is ook het. trachten tc en van de geboorten, het doen dalen it kinderaantal. Neo-Malthusianisme wordt openlijk digd en aangeprezen. Het vloeit ook en al uit die materialistische levens- iiag voort. Zooveel mogelijk ver ren van bezit en kapitaal, maar dan lij zoo weinig mogelijk verbruikers, een groot aantal kinderen te bezitten als een plaag cn als een vloek be- ffd. De vrouw, die in het moeder-zijn hoogste bestemming hier op aarde be- wordfc daardoor vernederd. De vader- verliest door het huldigen van deze al zijn heerlijken klank. H. Schrift veroordeelt dan ook on- Izinnig en beslist wat in onzen tijd irateloos door zoo velen wordt geleerd, t: vermenigvuldigt u", door God den h toegeroepen, ligt een Goddelijke itie, die niet mag worden weder- X en, in de Schrift worden ons niet de cn voorgesteld als een last, en een huisgezin als een vloek. Dgendeel, de kinderen zijn een erfdeel keren. God deelt ook kinderen nit Zijn welbehagen. ieder het aantal door God voor hem nd.'Als gave Gods, als zegen moeten or ons worden aangemerkt. erfdeel, waarvan rente later kan ■n getrokken. i, niet tot uitbuiting, niet als middel is te verrijken ten koste der kinderen erfdeel den mensehen gegeven. Maar ere wil in dat erfdeel een verborgen leggen. waar, dat veel kinderen, veel zor- beteekent dikwijls. Maar op zijn tijd ook dit erfdeel kostelijke en heerlijke Zonen der jeugd, die oudere in dagen iderdoms tot steun zijn en aldus ze- werpen. erfdeel des Heeren. Maar dat dart oor den Heerc moet worden bewaard, wij deze beschouwing hebben over inaeren, dan zullen wij ze ook op- n tot Gods eere. Wij zullen dan voor rfdeel teedere zorg dragen, is een erfdeel, waardoor de Naam 'eeren moet verheerlijkt worden. or deze beschouwing dor Schrift, aan- le doTmderen, hebben wij op'te ko- hebben ze te maken tot een stuk van belijdenis. En omdat wij dit doen, n wij ook zelf in de pratijk van ons steeds tegen te staan alle practijken iet deze Schriftuurlijke beschouwing inoYereen s I emmin g zijn. d het publieke erf moet geweerd- alles tegen deze belijdenis ingaat. Ook de icidjieeft er voor te waken, dat niets fginsel ondermijnt. kinderen zijn een erfdeel des Heeren. )lang deze belijdenis door ons gchand- blijft, behoeft men inderdaad niet -i waarborgen te scheppen voor de elijkheid van. het onderlijs, dat aan kinderen gegeven wordt, zullen het dan zoo goed mogelijk wil- laken en houden, om door dat. middel oog mogelijke rente te verkrijgen van rfdeel des Heeren, dat ons door den Hecro is toevertrouwd en dat wij voor Hem hebben tc beh eeren. Onder den zegen Gods en door Zijne ge nade zeer zeker, 't Is.vergeefs als God zijn hulp ontzegt. Maar dan toch zoo, dat wij ook met vrijmoedigheid een zegen durven vragen. En het eerste wat. ons de vrijmoedigheid tot dat gebed zou ontnemen, is zeer zeker het huldigen van het beginsel dat reeht- streeksc'n over staat tegen het beginsel der H. Schrift. Het volk waar dit beginsel wordt bele den en in jAactijk gebracht, zal een volk zijn, gezegend onder de natiën. God zelf zal door Zijn erfdeel zegen afwerpen. Rijpere Jeugd. VIII. Indien een mcnsch ongelukkig Is. moet ct-it zij eigen zonde zijn want God schiep alle menschen, om gelukkig te worden. Epictetus. Niet alleen hebben met het groeien der geslachtelijke organen, pbysische (li chamelijke), maar ook psychische (zielkundige) afwijkingen plaats. Afwijkingen, die zich voornamelijk con- centreeren om het sexyeelc vraagstuk. Nu is het oen kenmerk der moderne litteratuur, dat haar geheele ontleding en haar gcheele 6trcven er op uit is, den mensch te laten zien, hoe hij het verslapte, willoozc voor werp is van zijn sexueeie driften; hoe alle godsdienst en moraal de vlag moeten strij ken voor de bittere realiteit van het ge slachtsleven. In navolging van prof. Sig- mund Freud, ontleedt men ieder mensch, in al zijn onbewuste en bewuste uitingen, als voortgedreven door een geheimzinnige na tuurmacht., de sexueeie daemon; die hem voortdrijft, voort in de armen der vernieti ging. En ja, in dezen tijd, waar altijd nog grof materialisme en winstbejag de lam pen des hemels schijnen uitgedoofd te heb ben, ligt er in deze levensopvatting een groote attractie. Of kunt ge het weerspre ken, dat. de mensch ontzenuwd door het moderne leven, schier geheel willoos staat tegenover eigen passie? Zijn daardoor 'juist schouwburgen, bioscopen, tingeltan gels en bars niet overvol? Neemt daarom niet prostitutie en onzedelijkheid hand over hand toe? En zijn de ook in onze stad, voorgekomen zedenschandalen niet het bewijs van de meest ziekelijke en grove uitspattingen op hetero- en homosexuul ge bied? Waarlijk deze literatuur is getoetst aan de bitterheid des levens. Er wordt een klacht gehoord. En die klacht wordt door boeken, tijd schriften en pamfletten gebracht ook tot het oor van uw jongen, uw meisje, o Chris- teouders! Die klacht wordt neergelegd in de diepten hunner ziel. Daar gaat - ze meetrillen, resonneoren met de donkerste, de meest geheimzinnige drijfveeren van 't menschelijk hart. Oudere, -hebt gij uw kind opgedragen ir. hooger Hand om ze te behoeden voor wan hoop, levensinzinking en totale liefdesonk reddering? In do Christelijke pers werd in de laat ste jaren meer dan voeger de nadruk ge legd op het z.g. „scharrelgevaar". Over 't algemeen werd deze kwestie zeer zakelijk opgevat, eenvoudig veroordeeld als „mis toestand" en beëindigd met een welgemeend waarschuwend woord aan de „wedorzijd- 6che familie" Wij willen genoemde kwestie hier meer psychologisch opvatten, om tot een juist begijpen, een juiste waardeschat ting der dingen te komen. I& eenmaal de puberteitsleeftijd begon nen, en heeft de voorstellingswereld van het rijpere kind hare horizonten verwijd, dan concentreert de aandacht van het kind zich grootendeels op het mysterie van zijn eigen lichaam. Want dat lichaam, zooals het opwast en zijn vormen meer en meer „ausbildet" heeft iets geheimzinnigs voor liet kind, juist omdat het bij ervaring de eigenlijke levensfunctie er nog niet - van kent. Maar juist diep in 't onbewuste ziele- leven hééft het kind vage vermoedens, don kere aspiraties. Neigingen, die volstrekt niets wat slecht is in zich dragen. Omdat het kind tezeer van de zedelijkheid van 't huwelijk (van zijn ouders bijvoorbeeld) overtuigd is. En het sterk ontwikkeld gemoedsleven maakt, dat het kind deze natuurlijke verbintenis voor zichzelf overgoten ziet met een sterk overdreven, platonische kleur. Het droomt van een eeuwige liéfde, het heeft een min achting voor alle conventie en vormen. Nietsis er in deze wereld goed, maar uit de puinen van die wereld bouwt, het land z ij n wereld op, phantaseert liet een eigen tooverland, dat herinneren doet aan do vol maaktheid van 'fc Paradijs. Nu doet ge erg verkeerd, als ge deze kinderlijke phantasiën inbindt, ze kort wiekt met uw rijperen levensblik. En het is een bewijs van uw eigen lieïdesarmocde als ge niet meer genieten kunt van de droomenblijheid van uw kind. Dan begaat ge een geestelijke misdaad. Want voelt ge niet, dat uw kind die phantasie niet ontbe ren kan? Terecht zegt prof. Bavinck: „In de periode, waarin de jongens en meisjes voor het eerst kennis krijgen van de hard heid en ruwheid van liet leven, van de gebreken en fouten, die alle menschen, ook ouders en onderwijzers aankleven, houdt de phantasie hen in evenwicht en bewaart zo voor vertwijfeling. De phantasie is een vorm van geloof De zinnelijkheid onzer natuur brengt me de, dat we het ideeële wenschen verwerke lijkt wenschen te zien in het reëele. En zoo is 't ook heel goed te verklaren, dat in dc pu berteitsjaren de jongen en het meisjo el kander opzoeken, in het naieve geloof, sa men een ideecle toekomst tegen to gjaan, En dan komt. dio geheimzinnige periode in het kinderleven, waarin ouders cn op voeders voorloopig bij het kind hebben af gedaan. Waarin zij alle idealen en droomen en gedachten op elkander concentreeren. ttaarin zij elkander trachten te geven het beste, „de lauwer van hun leven." Waarin de jongen dweept en droomt zijn meer^abel ractie theoriën de allures aan neemt reeds beginselen te hebben het meisje al haar liefdesvoorstellingen meer bindt aan menschen en-duigen. Daar om ontdekt zij allerlei gebrekkigs bij ouders en leeraren. Vandaar die minach ting voor haar opvoeders, die durf om al les te zeggen; die streken, die brutaliteit. Maar in baar „droomenwereld" staat „hij" als de eenige, die haar „begrijpt", haar „prins", haar alles, wiens naam zelfs te teer voor haar is, om genoemd te worden door ouders, of kennissen. Zij zien elkaar in een glan6 van adoratie, waarbij de zin lijke factor verzinkt, in een groote, mooie liefdesharmonie in een wereld, die uit gaat boven 't gedoe van iederen dag, men zijn sleur, z'n visites en a'n familieleven. Doch nu komt langzamerhand de ken tering dc verandering. Want vergeet niet, dat de geestelijke spanning tusschen de jongen cn het meisje te sterk was. Inzinking moet volgen. Lees er de mo derne litteratuur op na, overal treft ge een analoge depressie aan. Het is 't conflict, dat er is, tusschen God en Satan, Liefde en Zonde, Leven en Dood. In genoemde jeuguverhouding blijkt tel kens en telkens weer, dat er te hoog gegre pen werd. Dat het een idealiseeren is, bui ten de werkelijkheid óm. Dat het een mooier-willen-bebben" van de dingen is dat IiKfr op aarde niet bestaan kan. Het is een verkeerd toegepast Godsyeiiangen. Toegepast op elkander als mensch. Zoo is er geen plaats in het geestesleven van kot kind voor gebreken en begeerten, vleo- Lelijke en zinnelijke neiging. Maar waar dit zoo is, daar speelt eigen lichamelijke aanleg het kind op den duur vreè&elijke parten. De lichaaiusdrang doet zich -meer ea meer gelden, inet onbegrepen onstuimigheid. En hier hebt. ge 't critieko stadium in 't leven der „rijpere jeugd",, Hier stadt ze op 't punt haar evenwicht te verliezen, omdat ze geknakt wordt iu haar geestelijke idealen. Nu openbaren die sto- ringen zich, of in een toenemende ze ros heid, omdat beiden bezwijken voor den na tuurdrang en worden beiden gebroken in hun eigen zelfvertrouwen, vervallen zc van kw&ad tot erger; of in een beslissende des illusie in elkaar. Maar in alle gevallen breekt er iets; n. 1. 't geloof in een geeste lijke liefde. En daarom loopen er zooveel jonge menschen over de wereld, verbleekt en eenzaam, in hun teerste droomen ge stoord; „blqeraen in den knop gebroken". O we kunnen opkomen tegen het. toenemende zedenbederf der „rijpere jeugd", maar groo- ter is hij, die bewogen werd door de hope- looze verwarring en ellende, in eenzaam heid uitgegleden. Wie dat kan, is opvoeder. Heeft iels meer te geven, dan de moderne romans. Want tegenover de verstoring der zonde, brengt hij de opbouw van 't Evan gelie. Want dit. is het werk van den op voeder: het kind te geven inzicht in eigen aanleg; overzicht over eigen levensbeginselendoorzicht in de con sequentie van eigen daden en verlangens, tenslotte vooruitzicht op het hemel- sche geluk, wanneer eigen zonden, eigen be geerten gedood, gelouterd zijn in Christus Jezus. Uit de Pers. EEN WAARSCHUWEND VOORBEELD. De Standaard schrijft: Wij mogen in deze dagen van oorlog en geruchten van oorlog, van nieuw opko mend militarisme, juichend begroet door wie zich vijanden van het gewold durven, noemen, wel eens af en toe wijzen op het voorbeeld van Hongarije. Maak u tot een lam en gij wordt door de'wolven gegeten. Het is een leerzaam woord, en Hongarije bood ons ëen treffend voorbeeld van de waarheid er van. Toen een van Hongarije's beste zonen, graaf Tisza, vermoord werd, had een z. g. pacil'isislische Staatsman, Ka- rolyi, het roer van 6taat in handen. Onder zijn aansporing ging het Hongaarsche volk zich ontwapenen, om een goed voorbeeld te geven aan heel de wereld. Het eerste volk, dat het ideaal van ontwapening en vrede wilde verwerkelijken. De gevolgen waren in het kort deze; de buren dachten: Hongarije is nu niet meer in staat zich te verdedigen en zij stelden zich in het bezit van flinke stukken van zijn grondgebied. De communisten oordeelden, dat zij nu wel eens een greep naar de macht konden doen, en zij beroofden het. volk van zijn goed en richtten een bloedbad aan. Daarna kwamen de Roemenen een inval doep en namen weg alles wat los en vast was. Zoo werd het arme volk uitgeplunderd. Eindelijk kwam het weer vrij. Maar het was arm en berooid. Van dien tijd af aan is het volk zich weer gaan wapenen, opdat het zich zou kunnen verdedigen tegen allerlei gevaar. Het had geleerd. Maarde les was erg duur. DE SPLIJTZWAM IN HET COMMUNISME. Do „Maasbode" schrijft over bovenstaand onderwerp het volgende: Het kon wel niet uitblijven, dat te avond of morgen ook in de meer radicale richting van het socialisme die zich hier te lande „Communistische Partij" heeft genoemd, de splijtzwam der tweedracht zich openba ren zon. Een organisatie, die leeft bij krakeel en eigenzinnige dooydrijverij, - zal uiteraard niet lang intact blijven; het huis, dat tegen zich zelf verdeeld is, moet noodwendig zijn ondergang tegemoet gaan. En zoo hebben zich dan in dc partij van Wijnkoop, die voor enkele jaren zich af scheidde van (beter nog: werd afgescheiden door) de S. D. A. P., de eerste symptomen voorgedaan der innerlijke verwording. Teekenend is ongetwijfeld, dat deze ver schijnselen zich al aanstonds internationaal manifesteeren en blijkbaar hun grond vin den in dezelfde oorzaak, die hier te lande het royement op liet Deventer S. D. A. P. congres ten gevolge bad. Zoo goed als bij ons de socialistische leiders, eenmaal in verantwoordelijke posi ties geplaatst, moeten ervaren, dat alle theorie grauw is en dat de practijk vaak heel andere eischcn stelt, schijnt ook nu reeds de Russische dictator, Lenin, aan den lijve te gevoelen, dat men met den mond nog altijd radicaler kan wezen dan hij-zelf metterdaad reeds is. andaar dat deze groot-mogol der com munisten zich genoodzaakt heeft gezien, de al te doldriftige partijgenooten tot de orde te roepen met een brochure, welke tot titel draagt: „De kinderziekte van hot communisme, die „Radikalisme" heet." Die partijgenooten n. 1., zijn met, den gang van zaken maar half tevreden; het gaat hun niet vlug genoeg. Wat erger is, ze zien de reden van die „laksheid" hierin gelegen, dat men den weg van de zuivere leer heeft verlaten en zich tot het opportu nisme heeft gewend. Men ziet, de geschiedenis herhaalt zich. Dezelfde verwijten, welke ten onzent Wijn koop en do zijnen aandroegen tegen de S. D. A. P., krijgen dezen op him beurt weer te hooren van do nog radicalere collega's. Onder de Ncderlandsche communisten doet zich in dit opzicht als het zwarte schaap kennen de befaamde dr. A. Panne- koek, de sterrekunde-specialiteit, die opzet telijk om zijn ultra-radicale strevingen door de Regeering werd gepasseerd, toen er een hoogleeraarsstoel te vergeven was. Dat de regeering terecht de weten:- happe- lijke vorming dor studenten niet. toever trouwde aan zulken revoteerenden geest, kan thans wel alleen worden betwist door diegenen, wier vereering voor de heilige „vrijheid" aan verafgoding grenst. De „Tribune", die ip dezen dr. Panne- koek haar meester gevonden heeft, is na tuurlijk min of meer overstuur en trekt Voor de Jeugd. .evend Begraven. XX. morgen kiwaim en ik kon bet niet uitstellen; met groote moeite bracht lichaam im de andere kamer, en leg- voorzichtig in het graf. Lang diuur- ■t, eer ik de eeist'e schop -zand in het kon werpen. Toen zocht ik kradht in tsd. Ik ha<l om sterkte en troost; toen ik op en begon het werk, met beven, nd, teirwijl mijne oogen van -tranen loeidlen. Het was gauw gedaan, en ik edde he?t overige van den Idag, orn met mes een- kort o-psdhrift te snijden in in bord, dat ik wenschte op het e plaatsen er rus't Pierre Louis La-praz, die in lacht twSBdhen dein ©eben en 9dcn Ja- 18..., in de armen van zijn ikfleinkind, ies Lapraz, stierf, en door dazen ter gelegd: werd." spijkerde het borid aan een stbk, zette >p het graf, en Sloot -die deur af, ora de keukfen- terug te keeren, waar ik iemand meer had, dan mijne arme Steilte. iwvel ik mij verlicht gevoelde, nadat ijk v.m het bod was, zag ik toch wei pa! ik mijne zwakltoeid nog met geheel jven was. Ik was nog bang; en het was uit vrees, dat ik de deur van het melkhuis had afgesloten, fik bee&oot deze zwakheid te overmeesteren, en opende het slot van de deur weder, em sloot haar slecfhlts met de klink. Ik besloot ook bet graf dagelijks te bezoeken, en ab-'ijd zonder licht, en ein delijk', om er 'simoi^ens en 's-avonds te lAdden. „Twee dagen lïób ik het gedban, en ik gevoel, dat ik mijzelf heb ovemvonnen, en dal mijn vrede lan/gzamerfhand terugkeert; sledhtts de treurige gedachte, dat ik alleen geheeft alleen ben, vervolgit mij den g-eheeden dag, en draflrt mij als een zwaar gewicht op het hart-." Dit was het dagboek van den amren Jac ques, waarin hij een beeld s-cthetfet van de vreeselijke uren, tfiie hij bij'den doode door bracht!:, in de ontaagweklkend-e eenzaam heid. Hij verzonk in eene zware neerdlach- t'iglheïd, die hij vergeefs van zadh trachtte af te zettens door aan helt werk voort te gaan, waarin de dood zijns grootvaders lforn' 'had verhinderd. Hij slaagde er niet in, zijhe neerslachtige gedachten' op te wek ken; en hij zaït. gehoede dagan in helt vuur te staren, -zonder één heldePe. gedachte. Slechts nog twee' gebeurtenissen worden in zijn daglbo-eflc vermeld, dde -hem voor eeneru tijd uit zijne gevoelloosheid op- welkten. iDe eersrte had spoedig na de beigrafenis zijns grootKadem plaats. Ecruig leven in den schoorsteen tbok izijn aandacht, toen hij op een a/vond het vtuur wilde u-it'dooven; naderende zag hij dait een dtuk kalk, roeit roet bedekt, uit den schoorsteen- was ge- vaMerb. Jarqu-es, vreezende, d'a-t de schoor steen in brand stond, kroop er onder, om helt te ondelfcoe-ken- mi zich v.ain zijne veilig heid te verzekeren. Een blak naar-boven toonde hem, dat -ijn vrees ongegrond was; maar toen hij daar zoo stond, zijn hoofd achterover gewcupen, en zijne oogen opwaarts gericht, zag hij ecne schit terende ster boven den rand van de schoor steenpijp. Jacques zag haar langzaam voorhij glijden en verdwijnen aan de ande re zijde va-n de pijp. Het gdlieeJe schouw spel duurde slachtis eenige oogenfbflik-ken, en toch was het voor hem genoeg. De ster, die hare schitterende Stralen in rzijn donker graf zond, en diie hem iin zijne eenizaam- lisid bezocht, scheen hem een teeken, te zijn yan troost, eene hel of te Gods, dat hij niet gebleet vergeten was; hij zonk op zijne knieën en1 dankte den Almachtige voor dezen straat van hoop. Defce troosit wals eelhter niei' van langen duur. Zijine vorige .neerslachtigheid keerde weder terug; en ecne ongeneeslijke zwnar- rruoedigjheid zou misschien Over ham geko men zijn, liad'de niet een tweede gebeurte nis ham opnieuw opgewekt. (Dia had op den 23sten Januari plaats. Sedert eenige da,gen had Jacoues bemerkt, dat het Wödier warmer -was geworden. Hij had slechts- weinig vuur moo-dig, en de rook ging niiet zoo gemakkelijk als gewoon lijk door den schoonsteen, toen hij om streeks twee uur opeens een- duidelijk d- f rommelen hoonde, gelijk den donder; het nadertle snel; het leven en kraken nam mei vreeselïjk geweld 'toe en opeens voelde hij een hevigen sdhok, die hem van schrik deed opspringen. Verschillende gereedschappen van de keuken vielen op den grondt, een dikke mist bedektte de lucht, en- van het kraken der baken wise Jacques, dat de hut een vreeseJijken schok ondeigiaan had. In zijn eersten angsit dacht liij dat alles boven zijn •hoofd ingestort was; maar hij overtuigde zioh weldra, dnt de keuken- ten minste in goede orde was cn hij deed nu de ronlde in de hut, om te «zien of helt overal zoo was. Maar den- sital binnen komende, zag hij ecne ruine voor zich op den gronJd-; de mu ren stonden miog, maar hun grondslag was verdwenen, en zij dreigden ieder oogenhflik in te storten. Een gedeelte van het dak was dngedtort, en kalk, gebroken stenen en bal ken tegenop den grond -verspreid. Heit was blijkbaar dat iets yreeselijks zwaars tegen de hurt was gavallen, waar schijnlijk was een stuk rots van den beig gerukt, of een sneeruijvlval naar beneden ge komen. maar dte geen kraakt genoeg had om allee voor aich'unt te driitvcn en onder naar hef bekende systeem tegen hem van leer. Lenin zélf heeft, al met ziin banblik naar hem geworpen en hem (schrijvend der het pseudoniém Horner) vérweten, da - hij blijk geeft het A. B. 0. van het Marxis me niet meer of nog niet te kennen. En de „Tribune"-redaetie bouwt den communisten-paus na. Ze toornt over „mis leidenden onzin" de „on-Marxistisehe, zoo genaamd radicale, maar inderdaad idiote en onvruchtbare politiek" der ..radicale communisten", beschuldigt Pannekoek van „misdadige lichtzinnigheid" en leest hem de les over de „theoreticus" zich „vermeet op hoogmoedigen en schoolraeesterachtigen toon", aan de arbeidersbeweging het verla ten der zuiver Marxistische paden te Ver wijten. Zoo is de weg geeffend voor een nieuwe verbrokkeling der sociaal-democratie, de partij, die pretendeert een nieuwe wereld orde tp kunnen scheppen. Voorshands zien we gebeuren dat Pannekoek en Gorter ook zoo'x on-Marxistisehe dogmaticus door Wijnkoop worden uitgebannen, en de nieuwe partij der „echte onvervalschte Mar xisten, die der Pannckoekianen van voren af aan begint aan de stichting der nu reeds Vierde Internationale. En aldus grijpt de ideeën-verwarring tel kens verder om zich heen. Ingediend is een wetsontwerp dot wijei- ging vem de PosLwet, enz., omdat, spoedi ger dan aanvanfkeüjik werd gemeend de noodzakelijkheid aan het lidh-t is getreden-, eene nadere herziening mogelijk te maken, van de tarieven dier posterijen. De roet 1 Jan. 1990 ingervoerde loongveifhoogfn- gen, zoomede de duurte van alle bedrijfs- benoodigdh'eiden zuillen ten gevolge heb ben., dat hert voor 1920 geraamde voor- deeligie saldo van ruim' 7 millioen gld. zal worden gewijtzigld' in eon nadeelig saldo van ruim 9 millioen gld. Tarieven bij Alg. maatregele'n. In heit wetsontwerp wordt voorgesteld maximum-tarie-ven ,vast te leggen en de re geling der tarieven overigens te doen ge- sahieicben bij algemeenen maatregel van be stuur. Voorgest»?*d wordt, daf de porti en rechten., neder vaöt te stellen bij Kü., ten hoogste zulflen- mogen bedragen voor: Brieven: a. voor elke briefkaart 5 cerrt; b. voor eiken anderen brief van een gewidht: van niet meer dan 90 gram 1 0 cent; van 90 tm. 100 gram 15 cent; ran meer dan 100 gram tm. 500 gram 15 cent voor de eerste 100 gram, vermeerderd mei; 5 cent per 100 gram of restend gedeelte van 100 gram hierboven. Gedrukte stukken: voor elke zending van een gewicht van niet meer dan 5 gTam 2 can't; van mie er dian 50 gram 'tm. 500 -gram 2 oent voor de eerste 50 gram, vermeerderd met 2 cent per 50 gram of restend gedeelte van 50 gram hieiiboverv; voor Brailledru'kwer'ken 2 cent per 300 gram of restend gedeelte van 300 gram. N i eu w s Ib 1' a d e n voor edik e zend i n g van een gewicht van niet: meer dan 50 gram 1 cent; van meer dqjn 50 gram tot en met 500 gram 1 cent voor de eerste 50 gram vermeerderd me* 1 cert per 50 gram of restend gedeelte van 50 gram hierboven; voor Braillenieuwsbladen 1 cent per 300 gram of restend gedeelte van 300 gram. Monsters: 21/2 cent per 50 graai of restend gedeelte -van 50 gram, doch niet minder dan 5 cent per zending. Aange'te-elkende stukken: voor de giewone aan te eik en in g 12 1/2 cerrt; voor de aanteekening met aangifte van gelds waarde 2 1/2 cent voor elke f 100 of resten:l gedeelte van f 100 aangegeven- waarde, met een minimum van 15 cenlt voor eHk-en brief. Toelichtiin-g. In de toelichting wordt, verklaard, dat van de voorgestelde mogelijkheden) lot ver hooging zal moeten wortfien gebruik ge- maalkt. Of reeds aanstonds de-ze ver hooging voor alle onderüeelen- de maxima, welke het ontwerp be helst, zal moeten bereikten, 'kan nog nie't met zekerheid worden gezegd. Dit hangt af Yan de vooruitzichten, welke de uii- Loms/ren van liet bedrijf opleveren. Mocht de kostprijs dalen tot leiieden het tarief en eene goede bedrijfSpolitiek geen beletsel vormen, dan zal verlaging van de tarieven in overweging worden genomen. Opheffing Portvrijdom. Voor zoover het tarief der nieuwsbladen betreft, wordt opgemerkt, dat dit tarief, althans wat de door de uitgevers (everzen- eijti gewicht te begraven. Jacques danfcite Goid, die hem opnieuw had beschermd, en «zijne bevrijding sch<een hem eon zeker tee ken, dat Gttds vadert ijk oog, als altijd, over hem waakte. Hij schepte weer moed, cn voelde hoop voor d>e toekomst. En waarlijk hij had dien -moed wel noo- dag, de arme Jacques. Heit ongeluk was nag niet moeide heen ie vervolgen. Wat zijn groottvivdec reeds in stilte ge vreesd had. gebeurde nu; de geit bgon min der melk te gewen; Jacques merkte h* eeret in tart midden van Januari, en om streeks den 25sten kon hij er niet langer aan twijfelen». Toen herinnerde hij zich de woorden, die zijn grootvader eens geregl had: „Was sullen wij "doen. wanneer dc melk van de geit opdroogt? Dan moeten wij Blanches slachten en van haar vleesch"leven." Maar Blaneheite, de trou we kameraad-, inkijne droefheid te dood-en! Neen"! Jacques kon er nfiet aan 'denken. Eindelijk besloot hij, dit zoo laug mogelijk uit te stellen, en tevreden te ziiu met het aUerncodigiste. Bianchelte gaf nog Wn melk. Er was wel niet ge-noeg om kaas van te maken; maar Jacques bad nog eenige kazen in voorraad. Misschien zou de veranderen; wanneer dit gebeurd^ zou het gauw zijn. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 5