Dagblad voor Leiden en Omstreken. Brandstoffencommissie ABONNEMENTSPRIJS Ui LEIDES ES ELITES LEIÜES WAAR AGENTES GEVESTIGD ZIJS ER KWARTAAL 12.50 'EK WEEK fO.lD BANCO DER TOST PER KWARTAAL f2.00 Iste JAARGANG. - ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1920. - No. 120 BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIE-PRhJS PER GEWOSE REGEL fO.SÜ/, DES ZATERDAGS fO.SO IS6LZOUBES RECLAME! DUBBEL TARIEF KLEINE ADVERTENTIES van hopgatei* 30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent, bij vooruitbetaling, lit nummer bestaat uit twee bladen. Rechten en Plichten. II. Jok op hen die in loondienst hun arbeid ^richten rust de plicht, in de behoeften in hun gezin te voorzien. Ook zij hebben tot taak hun gezin mot lod en met eere te onderhouden en mee te jden in de behoeften der armen, d. \v. z. ongelukkigen die niet in staat zijh hun rood te verdienen, de gebrekkigen, de van dagen, de weduwen en de wee- en. Onder de armen worden ook vaak ge- ikend zij, die omdat zij te weinig verdie nt om hun gezin te onderhouden, wel ge dongen zijn tot de armverzorgers hun ievlucht te nemen. Dit is echter een misstand in het leven, 'aartegen wij hebben op te komen. Hij die Qn arbeid op eon bohoorlijké wijze ver- jcht moet ook van liet werk: zijner handen linnen leven en zelfs gelegenheid hebben i] te dragen in de behoeften der ellondi- larom wanneer iemand krachten en irstand ontving om te arbeiden, is het zijn oeping en plicht die krachten te gebrui- tn. Arbeid is geen schande en vloek, maar zegen waarvoor wij onzen God heb- te danken. En het is onze roeping den arbeid die ons' p de handen werd gelegcf zoo nauwgezet iegelijk te vervullen. Dit geldt in het bijzonder .van den b r i s t e n-werkmaü. Adel verplicht zegt het spreekwoord. Dat is ook voor ons die den Christen- aam dragen, van toepassing. Immefs, de Christen heeft van den ar- leid een andere, een meer verheven be- ihouwing dan hij, die met het Woord rods geen rekening houdt. Hij beschouwt en moet zijn arbeid on- erschillig van welkenaard, beschouwen ls een g o d d o 1 ij lc beroep. Maar al te vaak-wordt dit, ook in onze ringen, vergeten. Van het dienen met blijdschap en goed- rilligheid. des harten 'niet als uit oogen- ienst en om menschen te behagen, valt aak maar al te weinig te bespeuren. De roote vraag is voor niet weinigen: hoe :om ik op de gemakkelijkste manier van lijn arbeid a f. Inzonderheid de handenarbeid wordt aak als iets minderwaardigs beschouwd, .r is in breede kringen een zekere minach- ing voor de werkkiel. Geheel ten onrechte evenwel. De vraag is niet in de eerste plaats, wat rij doen, maar wel of wij ons werk goed errichten, of wij als Christenen ten voor- eeld kunnen worden gesteld aan onze om- jeving. Een Christen heeft trouw te zijn in ijn arbeid; trouw inzonderheid als hij tot ip zeker hoogte zelfstandig is en niet da- lélijk staat onder het oog van den mees- Ier. Trouw vooral ook omdat alleen zij dio n het vervullen van hun plicht niot tekort chieten, het zedelijk recht hebben om hun ie belangen en rechten krachtig op te ko en. Niets maakt een meer treurige indruk, lan dat zij die hun taak verwaarloezen 'ooraan staan, en het grootste woord heb- len wanneer het gaat over de rechten. Dat is niet de weg. De plicht voorop en daarna de rechten. Het kan niet worden ontkend dat velen up dit punt soms wel wat gevoelig zijn. Iemand die alleen spreekt van rechten en ran den plichten onzer werklieden zwijgt oogst als regel meer bijval dan hij die den adruk legt op de rechten en alleen daarop de aandacht vestigt. Men is er vaak zoo spoedig mee klaar om hen die op de verplichtingen den na druk leggen van minder democratische ge* voelen6 te verdenken. Maar het trouw zijn in den opgelegden arbeid is niet de eenige plicht. Immers ook op den loonarbeider rust de taak in de behoeften van zijn gezin te voor zien. Met name in onze kringen treffen wij ze aan, de werklieden die uit een verkeerd be grepen plichtsgevoel zich alles laten welge vallen en de zaken alleen van cene zijde be zien. Wanneer de arbeid door welke omstan digheden dan ook, niet behoorlijk brood geeft, dan doen ze geen moeite om daarin te voorzien. Zij beschouwen dat als iets re volutionairs, als een ingrijpen in de macht van anderen, die niet geoorloofd is. Hoe goede bedbeling hierbij ook voorzit, wij zullen toch moeten toestemmen, dat dit niet het juiste standpunt is. Waar de loo- nen te laag zijn en waar het recht van den arbeider, in welken vorm dan ook verkort wordt, daar heeft hij wel degelijk niet al leen het recht, maar ook den plicht daartegen op te komen en pogingen aan te wenden om tot een beteren toestand te ge raken. Er is op dit gebied waarlijk nog wel een en ander te verbeteren. En wanneer iemand Voor deze dingen de oogen sluit en daarmede vrede heeft,dan schiet hij tekort in plichtsbetrachting te genover zijn gezin dat hij beloofd heeft te zullen onderhouden. Ditzelfde geldt ook van dagen van ziekte, invaliditeit en ouderdom. Eeu leven van den hand in de tand, zonder eenige zekerheid van de toekomst is niet goed te keuren. Ook hierin moet voorzoover dit slechts eenigszins mogelijk is worden voorzien. Kort samengevat kunnen wij dus zeggen dat het de plicht 4s van den arbeider te werken met zijn geheelo hart, oók iil zijn God en Koning te dienen en te ceren, voor de belangen van zijn patroon op te komen en in den meest breeden zin, in de behoef ten van zijn. gezin te voorzien. Maar naast deze verplichtingen, staan dan ook rechten. De eerste taak van den Christen is zijn huis wel te verzorgen. Niet allen behoeven dat te doen op de zelfde wijze. V Ds. J. C. SIKKEL t In den afgeloopen week overleed de be kende Amsterdamsche predikant Ds. J. C. Sikkel. Aïlerwege is deze tijding in onze Christelijke kringen met droefheid ontvan gen, daar in hem een persoon is heenge gaan die een bijzondere taak vervulde in onze Chr. actie. De „Rotterdammer" schrijft o. m. van hem: Met de groote gaven hem door zijn Zen der verleend, heeft hij ten einde toe gewoe kerd, geworsteld tot verdieping van het geestelijke leven van ons .volk en de in vloed op onderscheiden gebied door hem uitgeoefend, kan niet licht worden .oyer; schat. Buiten zijn gewonen pastoralen arbeid heeft met name het sociale vraagstuk op zijn aandacht beslag gelegd. Nog voor en kele maanden was hij begonnen zijn krach ten mede te wijden aan het weekblad „Pa trimonium", waarin hij met jeugdig idealis me het pleit voerde voor het goed recht der Christelijke beginselen te midden van den wirwar van meeningen en stelsels in dezen veelbewogen tijd. Met beide voeten stond hij midden in de heftige beweging onzer da gen en zijn studeerkamer zag naar alle zij den uit op de markt van het publieke leven. Vele zijn de geschriften, waarin hij de schatten van Gods Woord, heeft uitgestald JEZUS NAT- Met U ga ik; Op U sla ik Jezus in geloof den blik. Uw genade Kom te stade Mij tot in mijn jongslen snik. Voor U wijde Ik ten strijde. Willig mij men hart en geest, Bij uw hoede Voor geen woede, Van uw haat'reu meer bevreesd* Wat godloosheid ïn haar boosheid Tegen uwe lamm'rcn denk, Üw regeeren Zal het kecren, Heer, ten goede met één wenk Ja, Gij leidt ons, Gij bereidt ons, Vorst gekroond met majesteit, (Tot uw komen Al uw vromen) Plaatsen in uw Koninkrijk. en de resultaten zijnor veelzijdige studiën neergelegd. Dat de resultaten van zijn arbeid niet altijd geheel in overeenstemming waren met den grootschen opzet daarvan, vond zijn oorzaak in het niet voldoende in be dwang houden van zijn schitterend talent cn het gebrek om de groote, algemcene lij nen tot. ia bijzonderheden uit te werken, ge lijk dat bij dergelijk aangelegde geesten zoo veelvuldig voorkomt. Hij was een fijne, hoogst oorspronke lijke geest, die over allerlei vragen een eigen licht deed schijnen en een geheel eigen, frissche'n kijk op het leven had.- Bijzonder sterk ontwikkeld was zijn gaye om met. zijn scherpe geest onmiddellijk t.ot het wezen en de kern, van een kwestie door te dringen en haar direct precies in liet centrum van het beginsel te stellen. Zijn kracht schuilde in hét trekken van forsche, prineipieele lijnen en het werpen van een bijzonder, verrassend helder licht op de ingewikkelde vragen yau zijn tijd. In hem wordt verloren een strijdbare figuur, wiens jeugdige, bruisende levens kracht en vurig temperament hem stempel den tot een held, die vaardig is om het pad te loopen. Menigeen kon met hem in scher pe botsing goraken. maai' nimmer kon daar bij aan de zuiverheid van zijn bedoelen en de oprechtheid van zijn motieven getwij feld worden. Liefde voor de Gereformeerde beginselen, waaraan hij de volle liefde van zijn warme hart had verpand, hechte trouw aan Gods Woord dat was de mo tor voor al zijn werken, de drijfkracht van zijn gansehe persoonlijkheid. Het stemt tot weemoed in dezen donke ren tijd, die aan het Christelijk denken door allerlei nieuwe problemen zoo zware lasten oplegt, te moeten misson een kracht jHj) Sikkel met zijn rijke gaven van hoofd cn hart. „Heilig zijn o God! 'Uw wegen!" Hij is ingegaan in de heerlijkheid en de rust, 'die overblijft voor het volk van God, waarover hij zoo aangrijpend, innig, ont roerend schrijven en spreken kon. Moge zijn rusteloos speuren en onver moeid arbeiden in den dienst van Gods Ko ninkrijk ons tot en lichtend voorbeeld zijn! - STADSNIEUWS. Aan de Ambachtschool is verbonden een opleiding voor scheepsmachinist.cn op de groote Vaart. De cursus duurt 2 jaren, doch pilleen in de wintermaanden n.l. van September lot einde Maart, eiken avond van 7—10 uur. District LEIDEN. Do Direcleor van hol Brandstoffeiibureau herinnert eiaan, dat «ijn goldije verklaard van de BRANDSTOFFENKAART VOOR HET MINIMUM RANTSOEN de onderstaande bons en dal de op de kaarten genoemde bandelaar gemachtigd is op de gewone en nader om3chreven wijze de volgende &fleveringen te doen: 262.2 Bon XT, Bon 1, Bon 2 Bon 3, Bon 4, •Bon 5, Bon 6, Bon 7, Bon 8, 1 eenheid (2 H.L.) gascokes. la lb, 1 eenheid (2 H.L.) gascokes. 2a, 2b. 1 eenheid (1 H.L.) anthraciet. 3a. 3b. 1 eenheid (1 H.L.) anthraciet. 4a, 4'. I eenheid- (1 H.L.) eierkolen. 5a, 5b 1 eenheid (1 H.L») eierkolen. 6a, in.. 1 eenheid (100 K.G.) bruinkoolhriK^^cii 7a. TL. 1 eenheid (2 H.L.) gascokes. 8a, 8L, 1 eenheid (2 H.L.) gascokes. Bon XY is- uitsluitend geldig tot Zaterdag 25. September a.s., zoodat degenen, die voor dien dajtum op deze bon geen brandstof hebben betrokken, na 25 September daar-, op alle aanspraak vei'liezen. In afwijking van de op de minimum-ran'tsoenkaart aangegeven geldigheidsduur der bons, worden de bons 18 voorloopig geldig verklaard tot Zaterdag 25 Septem ber a.s. en kunnen op deze bons na genoemden datum sleohts brandstoffen worden betrokken, nadat deze bons opnieuw zijn geldig verklaard. - De maximum-prijzen zijn voor thuisbezorgd: per eenheid (1 H.L.) anthraciet f4.10 per eenheid (1 H.L.) eierkolen f3.45. per eenheid (2 H.L.) gascokes f4.40 per eenheid (100 K.G.) bruinkoolbriketten f3,85 me,' nachtneming van de verhoogingen voor de Buitengemeenten'als op de prijs lijst is vermeld. De beschikbaarstelling van gascokes geschiedt uitsluitend in ongeklopte en wordt de prijs met 20 cents verhoogd, wanneer aflevering van geklopte cokes wordt ver langd. De bons mogen uitsluitend worden afgegeven bij ontvangst der brandstoffen. Ter voorkoming van betaling van herhaald bezorgloon (20 cents per eenheid) worden be stellers verzocht de bons gereed te leggen, opdat de handel deze bij aflevering kan in ontvangst nemen. AFGIFTE VAN BRAND5T0FFENKAARTEN OF VAN BONS. WAAROP GEEN AF LEVERING IS GESCHIED, AAN HANDELAREN OF "PARTICULIEREN HEEFT, BUITENSLUITING TEN GEVOLGE. LEEST DEN TEKST DER BRANDSTOFFEN- EN BESTELKAARTEN. De Directeur voornoemd, KRAMER. Leiden, 8 Juli 1920. Aan het Zoeklicht. Leiden, 21 Augustus 1920. De lieer Dubbeldeman verklaarde on langs in den Leidschen Baad dat hij en zijne fractie-genooten hoofdzakelijk in den Baad zitten om propaganda te maken en te sproken voor de tribune. Precies hetzelfde standpunt waarop ook de communist Van Bavesteijn staat. 1 Volgens een verslag in de „Tribune", zeide hij sprekende over het werk in de Tweede Kamer: „Het parlement heeft voor ons alleen maar bet'eekenis als er wordt gepraat. Als er in dit parlement iets tot stand wordt gebracht in 't belang der arbeider, dan accepteeren wij dat, maar wij staan op het stefhdpunt dat dit is b ij z a a k". Dat do lands (gemeente) belangen be hartigd worden is bijzaak. Hoofdzaak is, dat er gepraat wordt. Van Ravesleijn en Dubbeldeman alzoo arm in arpi. OBSERVATOR. behalve den Zaterdagavond. Het schoolgeld bedraagt f 15.per jaar. Oud-leerlingen van ambachtsscholen er. avondscholen die in de practijk werkzaam zijn en andere die voldoende fcheorothisch onderlegd zijn en eveneens Ln de practijk werkzaam zijn, kunnen van dezen- Cu reus gebruik maken. De vakken die gedoceerd worden zijn: Ned. Taal, Eng. Taal, Rekenkunde, Algebra, Meetkunde, Natuurkunde, Werktuigkunde, Elcclroteehniek, Iland- en Lijn teek enen en Schc-epswcrktuigkun de doel van dezen JCursus is den deel nemers zocfvetel kundigheden bij te bren gen, dat zij goed onderlegd zijn voor (de machinisten-examens, zoowel voor het voorioopig diploma als voor het diploma A. Belanghebbenden kunnen ziich van af heden tot en met 30 Augustus aanmelden bij den Directeur der Ambachtsschool, Haagweg 2 te Leiden. Gediplomeerde leerlingen van Ambachts- en Avondscholen kunnen in het leer jaar geplaatst worden. De Scriba der Gcref. Kerk alhier, do heer Nieuwenhuis, verzocht ons te willen meedeelen dat morgen (Zondag), des voor middags te tien uur in het kerkgebouw Hooigracht, eu des namiddags te 5 uur in het kerkgebouw Heerengracht de Dienst des Woords zal worden waarge nomen door Ds. Koers van Noordwijlc auu Zee. Te Noordwijk aaD Zee zal -voor do ge meente optreden Ds. Dam van Bodegra ven. In ons nummer van Woensdagavond vermeldden wij dat voor de acte Ftsnsch L. O. geslaagd is de heer N. Loman. Men vestigt er onze aandacht op, dat be doeld is de heer N. Laman alhier, onder wijzer aan de 6dhool Pieterskerkgracht (hoofd de heer A. J. Doorneveld). Bij beschikking van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zijn benoemd tot leden in de commissio, in 1920 belast met het afnemen der acte-examens in do Fransche, de Ilaliaansche en de Spaan- scho taal voor de in December en zoo noo- dig in November dezes jaars te houden FEUILLETON. Langs donkere wegen. !8) ,jDam ben ik wel bang, diat de gezel- hapswereld het -zonder mij zal moeten ïHiera", antwoordde zij rustig; maar er was ecru zekere trilling in haar stem, die Janet waarschuwdeda't zij op gevaarlijk terrein kwaim. Ondanks al haar zachtheid, had Mary dezelfde omenzetteMjMieid in hare beginselen als haar broeder. „E-n wanneer denlkit ge naar uwe residen tie te gaan?" vroeg deze schertsend. „Niet vóór over drie weken1 ofeen maand", an-bwoordde zij bod-aard, als had zij reeds lang het besluit genomen. Zij had het alles bedadht gedurende de rustige dagen op het kasteel, toen zij bij de ande ren gezeten -hadzonder te spreken, maar haar volgenld leven met zijn geheele ver antwoordelijkheid overdenkend. „Uk he(b hier nog zooveel tie doon/, ging ®ij voort, en gij m-oet mij1 hiellpeai Maurice. Ilk wil, |UM mijn jongens een pretje «uilen hebben; gij en ik moeten hen naar het Crystal Pa lace brengen en hun iets van het toover- iaud laten zien. Dan moeten de armen school en de aivonldschool een tmeta't-ie heto- ben; en de vrouwen van Jar-et ook en ieder kind moet blijde gemaakt worden. En zij moeten geschenken in kleederen en speel goed Ifelbhcn „En een algemeen jufoHeium in White Chapel", voegde Maurice er bij; maar hoe trots cn teeder rustten zijne oogen op Mary! Was diit geen zuster, waarvoor hij God moest danken? Kon iemand zich een bete re wenseheru? Jan-et zog den blik en een zekere onrust maakte zich van haar mees ter. Niet dat zij jaloersch van Mary was het was vreeand om te zeggen, maar zij was nooit jaloersch van haar geweest; maar zij gevoelde iets van haar eigen, min derheid. Zij solienen voortdurend in reiner lucht te adeonen zic'h te bewegen in 'klingen, waarin zij hen niet'kon volgen. Zij voelde zicli weer eenzaam buiten geslo ten; en toch drukte de hand van haar echtgenoot zacht de hare. „En dus zullen wij over oen maand onze zuster verliepen", merkte Maurice treu- *rig op. „Ja, en; zij' zal zich zoo eenzaam gevoelen zonder ons", voegde zijne vrouw er bij. „Daar is nierts aan te doen", antwoordde Mary opgeruimd; menschen, die liet druk hebben, vervellen! zich nooit lang, en) mis schien zoudJt ge mij Lettice wel willen af staan. De andere kinderen zouden om beur ten bij mij kunnen komen; de buitenlucht zal hum goed doen, en gij zult het daardoor minder dnïk hebben Janet"; en Janet be aamde het vol dankbaarheid. „Gij denikit om alles cn iedereen, tante Mary", zeide zij; want zij was geroerd door deliefde, die Mary "voor hare kindleren had; en (oen voélde zij eenle lichte wroe ging zij had Mary van haar geluk be rooid, en toch hoopte deze reeds koten v-uurs op haar hoofd. De volgende dag bracht Mary eene on verwachte beproeving; Grey Lyndhurst maakte eene visite. Hij had eon paar dagen in twijfel gestaan wat te doen daar hij mi-et wist in hoe verre zijn bezoek Mr. S-t. Jodin en zijne vrouw welkom zou zijn. Maar zij waren oude vrienden; hij had veel vriendschap ■van hen genoten en gaf hen ongaarne op. De ontmoeting tusschen hem en Mary zou wed vervelend zijnte meer daar er hech te vriendschapsbanden tusacdicn hen had den bestaam; zij bewonderden elkander we- deaheerig. In den laa'tsten tijd had dit ge voel van vriendschap voor hem opgehou den, en was zij reeds begonnen liem als haar broeder te beschouwen. Mary was alleen (thuis, toen hij schelde, want. Janet was op de vrouwen-vereeni- -ging. Zij zat bij het vuur en deed haar best haar aandacht bij een bock le bepalen, toen Gre'y wer'd aangediend- Hij keek haar nieit aan, toen zij elkander de lvand gaven, maar hij merkte op. hoerzij even -later haar stoel achteruit had gescho ven, zoodat deze in donker s'oud en hij ha-ar gelaat niot kon zien; en toen U-et vuur helder opbrandde nam zij een scheumctpje cn hield dat tutschen 'haar en de vlam. Il-Iat viel niet te ontkennen, dat beide zeer zenuwachtig waren. Grey sprak over zijne reis; vroeg naar Mrs. SL John en zeide, dat het hom speöl, dlat zij niet thuis was; htj maakte eentige gewone opmerkingen over het weer, over dom toestand der wegen en nam toen liet boek op, waarin Mary had zitten lezen. Mary antwoordde hem rusKig, maar haar stom klonk, niet zoo helder- ais gewoonlijk; een zeke-r icKs, eene hoofdbe weging iets dat zi-oh niet beschrijven lien herinnerde baar aan Bemie. Nooit le voren had zij eenige gelijkenis tu&sohlcn 'ben ont dekt; een Slenk verlangen, om naar hem te vragen om steeds zijn naam te hooivn •uitspreken., maakte zrch van "haar meestor. Zou het verkeerd zijn? Zou het niet zelfs vreemd izijn, als zij in het geheel niet naar ham vroeg? (Mary was van nabure buitengewoon een voudilg cn kinderlijk. Zij had zoo weinig gedachte van zdchxei-f, dal zij er gewoonlijk ■niet over nadü-clut, boe heitgecn zij deed in de oogen van ander on zou schijnen. Janet zou misschien verontwaardigd zijn; maar zij-zag ook overal iels in. En zoo kwam het, dat haar volgende woorden Grey zoodanig dedten schrikken, dat' hij liet boek door eene plotselinge be weging op den grond lie-t vallen/ ,;Hoe gaat hot uw brood'sr?" vroeg zij zeer bedaard!; ,/hoe maakt Bertie het?" En haar stem-beefde in heft geheel niet, maar Grey werd rood cn door en door warm.' „■Bertie!" s'tarae.Mo hij; want- hij ver! ior geheel zijne tegenwoordigheid van goe*i; „hij is niet (hooi wèl." „Nicrt wel!" cn thans beefde de han;l, 'li# hot schermpje vasthield een) weinig. Was Berlie, de krachtige, flinke Bertie niet wel?. „O, het is niets bijzondere", en<woordiU Grey smtft, want hij vookle,.dat hij -zich ver sproken had. .„Hij was wat uit zijn doen, sliep slecht-, poen hij bij mij was, en scheen de zaken over het algemean wat donker in te zien. Men kon- het ook niet anders ver wachten. Hij moet den tijd hebben, om hef eenigszins tie boven te komen", ging Gtvy) onsamenhangend voort, want hij was ge heel van zijn stuk gebracht. Mary deod ateof zij het laatste gedeelte zijner woorden n-iet gehoord had; en toch scheen e%k woord, als in haar hart gegrift. „Uit zijn doem,- sliiep slecht, zag alles don ker in. O, Bertie, Bertie!" Maar zij liet haar, smart niet merken. „Is hij nog bij u?" vroeg zij bedaahd. „O, neen", anhvoorttcte Grey; „hij is gis teren naar Stoncyhumt vcrurókik*»n. Sis Ghartas heeft lvom gebeJögrafeeïtk Ralph is weer zich; er is zelfs sprake van, dat zl) dezan zomer -buiwmtstands zulten gaan naar Da vos of Engjadinc."- j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1