Dagblad voor Leiden en Omstreken.
Brandstoffencommissie
ABONNEMENTSPRIJS
Ui LEIDES ES ELITES LEIÜES
WAAR AGENTES GEVESTIGD ZIJS
ER KWARTAAL 12.50
'EK WEEK fO.lD
BANCO DER TOST PER KWARTAAL f2.00
Iste JAARGANG. - ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1920. - No. 120
BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRhJS
PER GEWOSE REGEL fO.SÜ/,
DES ZATERDAGS fO.SO
IS6LZOUBES RECLAME! DUBBEL TARIEF
KLEINE ADVERTENTIES van hopgatei*
30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent,
bij vooruitbetaling,
lit nummer bestaat uit twee bladen.
Rechten en Plichten.
II.
Jok op hen die in loondienst hun arbeid
^richten rust de plicht, in de behoeften
in hun gezin te voorzien.
Ook zij hebben tot taak hun gezin mot
lod en met eere te onderhouden en mee te
jden in de behoeften der armen, d. \v. z.
ongelukkigen die niet in staat zijh hun
rood te verdienen, de gebrekkigen, de
van dagen, de weduwen en de wee-
en. Onder de armen worden ook vaak ge-
ikend zij, die omdat zij te weinig verdie
nt om hun gezin te onderhouden, wel ge
dongen zijn tot de armverzorgers hun
ievlucht te nemen.
Dit is echter een misstand in het leven,
'aartegen wij hebben op te komen. Hij die
Qn arbeid op eon bohoorlijké wijze ver-
jcht moet ook van liet werk: zijner handen
linnen leven en zelfs gelegenheid hebben
i] te dragen in de behoeften der ellondi-
larom wanneer iemand krachten en
irstand ontving om te arbeiden, is het zijn
oeping en plicht die krachten te gebrui-
tn.
Arbeid is geen schande en vloek, maar
zegen waarvoor wij onzen God heb-
te danken.
En het is onze roeping den arbeid die ons'
p de handen werd gelegcf zoo nauwgezet
iegelijk te vervullen.
Dit geldt in het bijzonder .van den
b r i s t e n-werkmaü.
Adel verplicht zegt het spreekwoord.
Dat is ook voor ons die den Christen-
aam dragen, van toepassing.
Immefs, de Christen heeft van den ar-
leid een andere, een meer verheven be-
ihouwing dan hij, die met het Woord
rods geen rekening houdt.
Hij beschouwt en moet zijn arbeid on-
erschillig van welkenaard, beschouwen
ls een g o d d o 1 ij lc beroep.
Maar al te vaak-wordt dit, ook in onze
ringen, vergeten.
Van het dienen met blijdschap en goed-
rilligheid. des harten 'niet als uit oogen-
ienst en om menschen te behagen, valt
aak maar al te weinig te bespeuren. De
roote vraag is voor niet weinigen: hoe
:om ik op de gemakkelijkste manier van
lijn arbeid a f.
Inzonderheid de handenarbeid wordt
aak als iets minderwaardigs beschouwd,
.r is in breede kringen een zekere minach-
ing voor de werkkiel.
Geheel ten onrechte evenwel.
De vraag is niet in de eerste plaats, wat
rij doen, maar wel of wij ons werk goed
errichten, of wij als Christenen ten voor-
eeld kunnen worden gesteld aan onze om-
jeving.
Een Christen heeft trouw te zijn in
ijn arbeid; trouw inzonderheid als hij tot
ip zeker hoogte zelfstandig is en niet da-
lélijk staat onder het oog van den mees-
Ier.
Trouw vooral ook omdat alleen zij dio
n het vervullen van hun plicht niot tekort
chieten, het zedelijk recht hebben om hun
ie belangen en rechten krachtig op te ko
en.
Niets maakt een meer treurige indruk,
lan dat zij die hun taak verwaarloezen
'ooraan staan, en het grootste woord heb-
len wanneer het gaat over de rechten.
Dat is niet de weg.
De plicht voorop en daarna de rechten.
Het kan niet worden ontkend dat velen
up dit punt soms wel wat gevoelig zijn.
Iemand die alleen spreekt van rechten en
ran den plichten onzer werklieden zwijgt
oogst als regel meer bijval dan hij die den
adruk legt op de rechten en alleen daarop
de aandacht vestigt.
Men is er vaak zoo spoedig mee klaar
om hen die op de verplichtingen den na
druk leggen van minder democratische ge*
voelen6 te verdenken.
Maar het trouw zijn in den opgelegden
arbeid is niet de eenige plicht.
Immers ook op den loonarbeider rust de
taak in de behoeften van zijn gezin te voor
zien.
Met name in onze kringen treffen wij ze
aan, de werklieden die uit een verkeerd be
grepen plichtsgevoel zich alles laten welge
vallen en de zaken alleen van cene zijde be
zien.
Wanneer de arbeid door welke omstan
digheden dan ook, niet behoorlijk brood
geeft, dan doen ze geen moeite om daarin
te voorzien. Zij beschouwen dat als iets re
volutionairs, als een ingrijpen in de macht
van anderen, die niet geoorloofd is.
Hoe goede bedbeling hierbij ook voorzit,
wij zullen toch moeten toestemmen, dat dit
niet het juiste standpunt is. Waar de loo-
nen te laag zijn en waar het recht van den
arbeider, in welken vorm dan ook verkort
wordt, daar heeft hij wel degelijk niet al
leen het recht, maar ook den plicht
daartegen op te komen en pogingen aan te
wenden om tot een beteren toestand te ge
raken.
Er is op dit gebied waarlijk nog wel een
en ander te verbeteren.
En wanneer iemand Voor deze dingen de
oogen sluit en daarmede vrede heeft,dan
schiet hij tekort in plichtsbetrachting te
genover zijn gezin dat hij beloofd heeft te
zullen onderhouden.
Ditzelfde geldt ook van dagen van ziekte,
invaliditeit en ouderdom. Eeu leven van
den hand in de tand, zonder eenige zekerheid
van de toekomst is niet goed te keuren.
Ook hierin moet voorzoover dit slechts
eenigszins mogelijk is worden voorzien.
Kort samengevat kunnen wij dus zeggen
dat het de plicht 4s van den arbeider te
werken met zijn geheelo hart, oók iil zijn
God en Koning te dienen en te ceren, voor
de belangen van zijn patroon op te komen
en in den meest breeden zin, in de behoef
ten van zijn. gezin te voorzien.
Maar naast deze verplichtingen, staan
dan ook rechten.
De eerste taak van den Christen is zijn
huis wel te verzorgen.
Niet allen behoeven dat te doen op de
zelfde wijze.
V Ds. J. C. SIKKEL t
In den afgeloopen week overleed de be
kende Amsterdamsche predikant Ds. J. C.
Sikkel. Aïlerwege is deze tijding in onze
Christelijke kringen met droefheid ontvan
gen, daar in hem een persoon is heenge
gaan die een bijzondere taak vervulde in
onze Chr. actie.
De „Rotterdammer" schrijft o. m. van
hem:
Met de groote gaven hem door zijn Zen
der verleend, heeft hij ten einde toe gewoe
kerd, geworsteld tot verdieping van het
geestelijke leven van ons .volk en de in
vloed op onderscheiden gebied door hem
uitgeoefend, kan niet licht worden .oyer;
schat.
Buiten zijn gewonen pastoralen arbeid
heeft met name het sociale vraagstuk op
zijn aandacht beslag gelegd. Nog voor en
kele maanden was hij begonnen zijn krach
ten mede te wijden aan het weekblad „Pa
trimonium", waarin hij met jeugdig idealis
me het pleit voerde voor het goed recht der
Christelijke beginselen te midden van den
wirwar van meeningen en stelsels in dezen
veelbewogen tijd. Met beide voeten stond
hij midden in de heftige beweging onzer da
gen en zijn studeerkamer zag naar alle zij
den uit op de markt van het publieke leven.
Vele zijn de geschriften, waarin hij de
schatten van Gods Woord, heeft uitgestald
JEZUS NAT-
Met U ga ik;
Op U sla ik
Jezus in geloof den blik.
Uw genade
Kom te stade
Mij tot in mijn jongslen snik.
Voor U wijde
Ik ten strijde.
Willig mij men hart en geest,
Bij uw hoede
Voor geen woede,
Van uw haat'reu meer bevreesd*
Wat godloosheid
ïn haar boosheid
Tegen uwe lamm'rcn denk,
Üw regeeren
Zal het kecren,
Heer, ten goede met één wenk
Ja, Gij leidt ons,
Gij bereidt ons,
Vorst gekroond met majesteit,
(Tot uw komen
Al uw vromen)
Plaatsen in uw Koninkrijk.
en de resultaten zijnor veelzijdige studiën
neergelegd.
Dat de resultaten van zijn arbeid niet
altijd geheel in overeenstemming waren
met den grootschen opzet daarvan, vond
zijn oorzaak in het niet voldoende in be
dwang houden van zijn schitterend talent
cn het gebrek om de groote, algemcene lij
nen tot. ia bijzonderheden uit te werken, ge
lijk dat bij dergelijk aangelegde geesten
zoo veelvuldig voorkomt.
Hij was een fijne, hoogst oorspronke
lijke geest, die over allerlei vragen een
eigen licht deed schijnen en een geheel
eigen, frissche'n kijk op het leven had.-
Bijzonder sterk ontwikkeld was zijn
gaye om met. zijn scherpe geest onmiddellijk
t.ot het wezen en de kern, van een kwestie
door te dringen en haar direct precies in
liet centrum van het beginsel te stellen.
Zijn kracht schuilde in hét trekken van
forsche, prineipieele lijnen en het werpen
van een bijzonder, verrassend helder licht
op de ingewikkelde vragen yau zijn tijd.
In hem wordt verloren een strijdbare
figuur, wiens jeugdige, bruisende levens
kracht en vurig temperament hem stempel
den tot een held, die vaardig is om het pad
te loopen. Menigeen kon met hem in scher
pe botsing goraken. maai' nimmer kon daar
bij aan de zuiverheid van zijn bedoelen en
de oprechtheid van zijn motieven getwij
feld worden. Liefde voor de Gereformeerde
beginselen, waaraan hij de volle liefde van
zijn warme hart had verpand, hechte
trouw aan Gods Woord dat was de mo
tor voor al zijn werken, de drijfkracht van
zijn gansehe persoonlijkheid.
Het stemt tot weemoed in dezen donke
ren tijd, die aan het Christelijk denken
door allerlei nieuwe problemen zoo zware
lasten oplegt, te moeten misson een kracht
jHj) Sikkel met zijn rijke gaven van hoofd
cn hart. „Heilig zijn o God! 'Uw wegen!"
Hij is ingegaan in de heerlijkheid en de
rust, 'die overblijft voor het volk van God,
waarover hij zoo aangrijpend, innig, ont
roerend schrijven en spreken kon.
Moge zijn rusteloos speuren en onver
moeid arbeiden in den dienst van Gods Ko
ninkrijk ons tot en lichtend voorbeeld
zijn! -
STADSNIEUWS.
Aan de Ambachtschool is verbonden een
opleiding voor scheepsmachinist.cn op de
groote Vaart.
De cursus duurt 2 jaren, doch pilleen in
de wintermaanden n.l. van September lot
einde Maart, eiken avond van 7—10 uur.
District LEIDEN.
Do Direcleor van hol Brandstoffeiibureau herinnert eiaan, dat «ijn goldije verklaard van de
BRANDSTOFFENKAART VOOR HET MINIMUM RANTSOEN
de onderstaande bons en dal de op de kaarten genoemde bandelaar gemachtigd is op
de gewone en nader om3chreven wijze de volgende &fleveringen te doen:
262.2
Bon XT,
Bon 1,
Bon 2
Bon 3,
Bon 4,
•Bon 5,
Bon 6,
Bon 7,
Bon 8,
1 eenheid (2 H.L.) gascokes.
la lb, 1 eenheid (2 H.L.) gascokes.
2a, 2b. 1 eenheid (1 H.L.) anthraciet.
3a. 3b. 1 eenheid (1 H.L.) anthraciet.
4a, 4'. I eenheid- (1 H.L.) eierkolen.
5a, 5b 1 eenheid (1 H.L») eierkolen.
6a, in.. 1 eenheid (100 K.G.) bruinkoolhriK^^cii
7a. TL. 1 eenheid (2 H.L.) gascokes.
8a, 8L, 1 eenheid (2 H.L.) gascokes.
Bon XY is- uitsluitend geldig tot Zaterdag 25. September a.s., zoodat degenen, die
voor dien dajtum op deze bon geen brandstof hebben betrokken, na 25 September daar-,
op alle aanspraak vei'liezen.
In afwijking van de op de minimum-ran'tsoenkaart aangegeven geldigheidsduur
der bons, worden de bons 18 voorloopig geldig verklaard tot Zaterdag 25 Septem
ber a.s. en kunnen op deze bons na genoemden datum sleohts brandstoffen worden
betrokken, nadat deze bons opnieuw zijn geldig verklaard. -
De maximum-prijzen zijn voor thuisbezorgd:
per eenheid (1 H.L.) anthraciet f4.10
per eenheid (1 H.L.) eierkolen f3.45.
per eenheid (2 H.L.) gascokes f4.40
per eenheid (100 K.G.) bruinkoolbriketten f3,85
me,' nachtneming van de verhoogingen voor de Buitengemeenten'als op de prijs
lijst is vermeld.
De beschikbaarstelling van gascokes geschiedt uitsluitend in ongeklopte en wordt
de prijs met 20 cents verhoogd, wanneer aflevering van geklopte cokes wordt ver
langd.
De bons mogen uitsluitend worden afgegeven bij ontvangst der brandstoffen. Ter
voorkoming van betaling van herhaald bezorgloon (20 cents per eenheid) worden be
stellers verzocht de bons gereed te leggen, opdat de handel deze bij aflevering kan
in ontvangst nemen.
AFGIFTE VAN BRAND5T0FFENKAARTEN OF VAN BONS. WAAROP GEEN AF
LEVERING IS GESCHIED, AAN HANDELAREN OF "PARTICULIEREN HEEFT,
BUITENSLUITING TEN GEVOLGE.
LEEST DEN TEKST DER BRANDSTOFFEN- EN BESTELKAARTEN.
De Directeur voornoemd,
KRAMER.
Leiden, 8 Juli 1920.
Aan het Zoeklicht.
Leiden, 21 Augustus 1920.
De lieer Dubbeldeman verklaarde on
langs in den Leidschen Baad dat hij en
zijne fractie-genooten hoofdzakelijk in den
Baad zitten om propaganda te maken en
te sproken voor de tribune.
Precies hetzelfde standpunt waarop ook
de communist Van Bavesteijn staat. 1
Volgens een verslag in de „Tribune",
zeide hij sprekende over het werk in de
Tweede Kamer:
„Het parlement heeft voor ons alleen
maar bet'eekenis als er wordt gepraat.
Als er in dit parlement iets tot stand
wordt gebracht in 't belang der arbeider,
dan accepteeren wij dat, maar wij staan op
het stefhdpunt dat dit is b ij z a a k".
Dat do lands (gemeente) belangen be
hartigd worden is bijzaak.
Hoofdzaak is, dat er gepraat wordt.
Van Ravesleijn en Dubbeldeman alzoo
arm in arpi.
OBSERVATOR.
behalve den Zaterdagavond. Het schoolgeld
bedraagt f 15.per jaar. Oud-leerlingen
van ambachtsscholen er. avondscholen die
in de practijk werkzaam zijn en andere die
voldoende fcheorothisch onderlegd zijn en
eveneens Ln de practijk werkzaam zijn,
kunnen van dezen- Cu reus gebruik maken.
De vakken die gedoceerd worden zijn: Ned.
Taal, Eng. Taal, Rekenkunde, Algebra,
Meetkunde, Natuurkunde, Werktuigkunde,
Elcclroteehniek, Iland- en Lijn teek enen en
Schc-epswcrktuigkun de
doel van dezen JCursus is den deel
nemers zocfvetel kundigheden bij te bren
gen, dat zij goed onderlegd zijn voor (de
machinisten-examens, zoowel voor het
voorioopig diploma als voor het diploma A.
Belanghebbenden kunnen ziich van af
heden tot en met 30 Augustus aanmelden
bij den Directeur der Ambachtsschool,
Haagweg 2 te Leiden.
Gediplomeerde leerlingen van Ambachts-
en Avondscholen kunnen in het leer
jaar geplaatst worden.
De Scriba der Gcref. Kerk alhier, do
heer Nieuwenhuis, verzocht ons te willen
meedeelen dat morgen (Zondag), des voor
middags te tien uur in het kerkgebouw
Hooigracht, eu des namiddags te 5
uur in het kerkgebouw Heerengracht
de Dienst des Woords zal worden waarge
nomen door Ds. Koers van Noordwijlc auu
Zee.
Te Noordwijk aaD Zee zal -voor do ge
meente optreden Ds. Dam van Bodegra
ven.
In ons nummer van Woensdagavond
vermeldden wij dat voor de acte Ftsnsch L.
O. geslaagd is de heer N. Loman.
Men vestigt er onze aandacht op, dat be
doeld is de heer N. Laman alhier, onder
wijzer aan de 6dhool Pieterskerkgracht
(hoofd de heer A. J. Doorneveld).
Bij beschikking van den Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zijn
benoemd tot leden in de commissio, in 1920
belast met het afnemen der acte-examens in
do Fransche, de Ilaliaansche en de Spaan-
scho taal voor de in December en zoo noo-
dig in November dezes jaars te houden
FEUILLETON.
Langs donkere wegen.
!8)
,jDam ben ik wel bang, diat de gezel-
hapswereld het -zonder mij zal moeten
ïHiera", antwoordde zij rustig; maar er
was ecru zekere trilling in haar stem, die
Janet waarschuwdeda't zij op gevaarlijk
terrein kwaim. Ondanks al haar zachtheid,
had Mary dezelfde omenzetteMjMieid in
hare beginselen als haar broeder.
„E-n wanneer denlkit ge naar uwe residen
tie te gaan?" vroeg deze schertsend.
„Niet vóór over drie weken1 ofeen
maand", an-bwoordde zij bod-aard, als had
zij reeds lang het besluit genomen. Zij
had het alles bedadht gedurende de rustige
dagen op het kasteel, toen zij bij de ande
ren gezeten -hadzonder te spreken, maar
haar volgenld leven met zijn geheele ver
antwoordelijkheid overdenkend. „Uk he(b
hier nog zooveel tie doon/, ging ®ij voort,
en gij m-oet mij1 hiellpeai Maurice. Ilk wil,
|UM mijn jongens een pretje «uilen hebben;
gij en ik moeten hen naar het Crystal Pa
lace brengen en hun iets van het toover-
iaud laten zien. Dan moeten de armen
school en de aivonldschool een tmeta't-ie heto-
ben; en de vrouwen van Jar-et ook en ieder
kind moet blijde gemaakt worden. En zij
moeten geschenken in kleederen en speel
goed Ifelbhcn
„En een algemeen jufoHeium in White
Chapel", voegde Maurice er bij; maar hoe
trots cn teeder rustten zijne oogen op Mary!
Was diit geen zuster, waarvoor hij God
moest danken? Kon iemand zich een bete
re wenseheru? Jan-et zog den blik en een
zekere onrust maakte zich van haar mees
ter. Niet dat zij jaloersch van Mary was
het was vreeand om te zeggen, maar zij
was nooit jaloersch van haar geweest;
maar zij gevoelde iets van haar eigen, min
derheid. Zij solienen voortdurend in reiner
lucht te adeonen zic'h te bewegen in
'klingen, waarin zij hen niet'kon volgen. Zij
voelde zicli weer eenzaam buiten geslo
ten; en toch drukte de hand van haar
echtgenoot zacht de hare.
„En dus zullen wij over oen maand onze
zuster verliepen", merkte Maurice treu-
*rig op.
„Ja, en; zij' zal zich zoo eenzaam gevoelen
zonder ons", voegde zijne vrouw er bij.
„Daar is nierts aan te doen", antwoordde
Mary opgeruimd; menschen, die liet druk
hebben, vervellen! zich nooit lang, en) mis
schien zoudJt ge mij Lettice wel willen af
staan. De andere kinderen zouden om beur
ten bij mij kunnen komen; de buitenlucht
zal hum goed doen, en gij zult het daardoor
minder dnïk hebben Janet"; en Janet be
aamde het vol dankbaarheid.
„Gij denikit om alles cn iedereen, tante
Mary", zeide zij; want zij was geroerd door
deliefde, die Mary "voor hare kindleren
had; en (oen voélde zij eenle lichte wroe
ging zij had Mary van haar geluk be
rooid, en toch hoopte deze reeds koten
v-uurs op haar hoofd.
De volgende dag bracht Mary eene on
verwachte beproeving; Grey Lyndhurst
maakte eene visite.
Hij had eon paar dagen in twijfel gestaan
wat te doen daar hij mi-et wist in hoe
verre zijn bezoek Mr. S-t. Jodin en zijne
vrouw welkom zou zijn. Maar zij waren
oude vrienden; hij had veel vriendschap
■van hen genoten en gaf hen ongaarne op.
De ontmoeting tusschen hem en Mary zou
wed vervelend zijnte meer daar er hech
te vriendschapsbanden tusacdicn hen had
den bestaam; zij bewonderden elkander we-
deaheerig. In den laa'tsten tijd had dit ge
voel van vriendschap voor hem opgehou
den, en was zij reeds begonnen liem als
haar broeder te beschouwen.
Mary was alleen (thuis, toen hij schelde,
want. Janet was op de vrouwen-vereeni-
-ging. Zij zat bij het vuur en deed haar best
haar aandacht bij een bock le bepalen, toen
Gre'y wer'd aangediend-
Hij keek haar nieit aan, toen zij elkander
de lvand gaven, maar hij merkte op. hoerzij
even -later haar stoel achteruit had gescho
ven, zoodat deze in donker s'oud en hij
ha-ar gelaat niot kon zien; en toen U-et vuur
helder opbrandde nam zij een scheumctpje
cn hield dat tutschen 'haar en de vlam.
Il-Iat viel niet te ontkennen, dat beide zeer
zenuwachtig waren. Grey sprak over zijne
reis; vroeg naar Mrs. SL John en zeide, dat
het hom speöl, dlat zij niet thuis was; htj
maakte eentige gewone opmerkingen over
het weer, over dom toestand der wegen en
nam toen liet boek op, waarin Mary had
zitten lezen. Mary antwoordde hem rusKig,
maar haar stom klonk, niet zoo helder- ais
gewoonlijk; een zeke-r icKs, eene hoofdbe
weging iets dat zi-oh niet beschrijven lien
herinnerde baar aan Bemie. Nooit le voren
had zij eenige gelijkenis tu&sohlcn 'ben ont
dekt; een Slenk verlangen, om naar hem
te vragen om steeds zijn naam te hooivn
•uitspreken., maakte zrch van "haar meestor.
Zou het verkeerd zijn? Zou het niet zelfs
vreemd izijn, als zij in het geheel niet naar
ham vroeg?
(Mary was van nabure buitengewoon een
voudilg cn kinderlijk. Zij had zoo weinig
gedachte van zdchxei-f, dal zij er gewoonlijk
■niet over nadü-clut, boe heitgecn zij deed in
de oogen van ander on zou schijnen. Janet
zou misschien verontwaardigd zijn; maar
zij-zag ook overal iels in.
En zoo kwam het, dat haar volgende
woorden Grey zoodanig dedten schrikken,
dat' hij liet boek door eene plotselinge be
weging op den grond lie-t vallen/
,;Hoe gaat hot uw brood'sr?" vroeg zij
zeer bedaard!; ,/hoe maakt Bertie het?" En
haar stem-beefde in heft geheel niet, maar
Grey werd rood cn door en door warm.'
„■Bertie!" s'tarae.Mo hij; want- hij ver! ior
geheel zijne tegenwoordigheid van goe*i;
„hij is niet (hooi wèl."
„Nicrt wel!" cn thans beefde de han;l, 'li#
hot schermpje vasthield een) weinig. Was
Berlie, de krachtige, flinke Bertie niet wel?.
„O, het is niets bijzondere", en<woordiU
Grey smtft, want hij vookle,.dat hij -zich ver
sproken had. .„Hij was wat uit zijn doen,
sliep slecht-, poen hij bij mij was, en scheen
de zaken over het algemean wat donker in
te zien. Men kon- het ook niet anders ver
wachten. Hij moet den tijd hebben, om hef
eenigszins tie boven te komen", ging Gtvy)
onsamenhangend voort, want hij was ge
heel van zijn stuk gebracht.
Mary deod ateof zij het laatste gedeelte
zijner woorden n-iet gehoord had; en toch
scheen e%k woord, als in haar hart gegrift.
„Uit zijn doem,- sliiep slecht, zag alles don
ker in. O, Bertie, Bertie!" Maar zij liet haar,
smart niet merken.
„Is hij nog bij u?" vroeg zij bedaahd.
„O, neen", anhvoorttcte Grey; „hij is gis
teren naar Stoncyhumt vcrurókik*»n. Sis
Ghartas heeft lvom gebeJögrafeeïtk Ralph
is weer zich; er is zelfs sprake van, dat zl)
dezan zomer -buiwmtstands zulten gaan
naar Da vos of Engjadinc."- j