4 w""-ieauwriijks was zij In itaM';Vï ïr~ïls.'r,,^r-'r*»s: S?s«isiSSS5 Per ïiiepaclie naar Engeland. I lüieHTSnd Ie M5 1 s f H n r- Jtcnliml i 11 inujr wijl ile 'I'1 I' 11 ;i' l' 11 e i ,1 i. X De Si-ja-ipe keie l;k(r D. v. T 'lia.l Jri-'J; jaren goletoj betrekUnt<»n aau„c- ijtnoopt met ren llkjnrtg,. jnffroinv, |in den a.l!„|,tijd verin if l„eld pa,, Je Jl'mi rein-t-elraal 3?.. Voor vijf jaren (m,. Jj r V.ae er one ,,i8|lcij |„5s,.;.e,i lien onl- i'-"" -rr>, don lil P een twist Jj; hoog, dat do pi.ii, ingrijpen. I' êinihrnl Ml V n T. e„„ ageill l®v.w po te en, einelij niWiandnld heb- J u" J" d™ 'lood te ngevolge ba-1 |P tl .1 tel Inj (ot vijf jaar gevangfenjsl J 1 V' en gi-len,lengen je,en tjiii.i - r.iftijd vrloopen was, verliet hij het laSfi": - an bewaring. 1 "ii, ''"1 Ziel. toen mei den loesland lian I.e rauw, veellee in|nsschen met een li,,, i ;.i nauwe .edalie geiteden IVOs en d» In in e week me, ,jten ander zou trouwen »P do hoogle gesleld te hebhen on hier- Jnvet ,11 ojiee,wonden iqi'moedsgesteidlieid Je'"" Ie «jn Men zag hem tenminste lip leren dm, gene.,den dag rondzwerven in Jtlz ni.igmntg dee woning van zijn vroege- elè'eet' 'l™ 1' "'laisehijntijk nadat hij zich 'It.iM een e volger non3„ i,af[ had De juffrouw ,n kweslie begaf zich in «Jeu loop van den middag „aar den poli- I I ",ln hot redenoordpiein en z', [ie 1 (1.1,1r naar oiiistandigiieden uiteen mei het I urn de pol-im een oogje in het zeji ■haai woning (cruggekeoi-d, of D v t Idler,ge. binnen, trok zijn revolver en'lo- 1' 101 "I" vroeger meisje, dal - fei'rn,,"" rrehletoog trof. lit'- t Uapt;' "h2t,fi waardoor jv iv.-Ónd werd' °a" ree!"«slaap Ii,e,Dfs -TT ,T,'Jrn cp lK' h™«n van r|»tl smet dad,idijk toe o,i brachten beiden Jn, h,-w „Steionzen biesland naar den po- |li"op„-l op het ed, „oo'rdplein De i'"1' ,s ,,Jden» «1st vervoer reeds overlo I; Mr'" eon den. politiposl in de fart? V' T eer weSen! «waan a hij po,- raderbrancard naar JM zr. kenhins aan den Coolsingel is over leroraehi. Zijn foesland is ernstig. Het Mik Iinn de ire,uw is eveneens naar liet zie- 1 kenliuis volvoerd. It,H,e^LWe^li0.den fler E,«- i it r- t „Hoomaf moesten naar {S'ff om ƒ8000 ie halen voor uüiie- |1J| "S oer weekioonen. On den terunvi"' Ir^n YV in dP" [mn- d»t pfaats Iratcn° 7e ir'' cbrMdi" de rakje» Jsielel' ,n VlTzekerde bewaring ge- T„Dhl v. N.-B." J .77 D e I9"J arifev, d. PlasIrKii ri s c m o r g e n werd on d p f eemarkt te Delft zekere A. B uit Dalen I gearresteerd in bezi, van een koe di" Noord. De werkplaLs^bTLdde gehed^H ie verloren «eraak- "7" De badmeester ie Z a n \VUIv n" hn verilrinken van hei ionge;i7 Hly Groen, 1. Zondag „iet was waa? Hi ipPeSSr^dide„Zf:e »"df' d« "Ma de uitbreiding i„ je hand' val "'Crkt kers bliik, re?ds ,/4at' eoonlic van°p n'innd' I'r i! e e 11 leniabrif*8 der «"ma Cr!!ii'e tf e s 1 0 p" !p Culemborg, IS verzekerd. «"een net geboaw 'd Helrelscbe l:eZ V s" e h Woensdag de D-Ircl'n "m 12™'üiTtb T 's? D^-°e,a!i- dpnist snel beraden de m:1- 2o 'ocomorief uit all" mloh,?"',,Vaartoor bi en en doo jw stiim en de bein elan,ivaf gebrotn oil de ,Wam; r"0"^ «edeelfeliik ontsano,H m' °o,sfe loinotiei verkeer SroudSe"' kreBS ,C,5C,• - D e w e O kl nen f öe vorige week te pni nra r s' d e wegens het Iichien ym h'i 2earresteerd zün bca bekend onlangs bii een i?""0""''"' !ltb- «raa: hel bewijs L„Ü™a 1,1 WBn- Wef gestolen ,c hebben n aanJe.leel"-'iden pcn cheque van I 51100 w-.uf.f beva:,c «en bank gcind hadden.' Z" (laaroP bij Tciraai'/d"..!5^"'! m j 1 H a 1 s e- ftovinciaal Oenoólsch.in emlddclln2 va" het «Cf "schappen i. de ta™ Kucslen Slaande uit een coiimle e rt"" V0"<ls,' be" k,aa.s. dezer dagen'ii LenT™' 'a "•»- de St. •Ouiriiiiisi-prl- in; over.?effaan ta' i« geS t^P er' Na r" n.ratie vojir \va« volt on 1 ^cn°rnen- Her doop f Jferk-Kschoaken. 1"Sr",;ie- in 15« aan d'VnclsvceabsVil,w!ur\aS.ib r..> v e kostbare, waaipr «"Lm'iM W!ia?"SÜ,e Mznisvogelboeren 0n- Ko. onlangs a 14 „boden, bestaat Vit .Iruisveeren mel eon schildpadden band .-•.•al, (f.i t mcf diankinTejiif g^'Ki on platina fs versierJ. - In de F r i p 5 c li e ;.t e m e 'e ri le Dcmitmiadeël moeten voortaan alle caic'? Zond.iss tc 4 uur sluiten, terwijl er op dien dag geen s.erkc"drank gelapt mag worden. De Raad van Hindeloopcn heeft besb'en tot invoering van het iapverbod van Zatetdags middvi-s 12 to: Maandags 10 uur. Op de koemarkt te D e 1 ft is zekere A. B. ui: Dalen gearresteerd, die in het bezit was van een koe, gestolen uit kc: weiland "van den landbouwer C. van den Ak ker .ami ucn Haagweg, onder Rijswijk. De gemeenteraad van Gendringcn heeft de gemeente;'-koning over 1918 voorlpopil: vas;g-..sioid n;c: 10 tegen 2 stemmen! De heer Mr. Dr. A- R. v. d- Laar. die tot de tegenstemmers behoorde,toonde aan, dat bij hetnazien der rekening ecnmand.iar -an i 3O.0CO werd •gen.ist. dat een post Van f 5S.Cu) was geboekt die 68.000 moest zijn, verschillende stukken waren geteekend door een loco-burgemeester, die geen loco-ba-ge nie ester v\as. Dc lieer C. J. L. van der Meer te Noörtl- wijk maakte dezer dagieni een vliegtocht naar Engeland, v Aan een beschrijving wan dezen tocht in „De Leidsche Courant" is het volgen de ontleend: Ik mag mei genoegen constaleeren, dat ik mijn reizen "naar Engeland reeds 49 jaar per boot (want anders kon liet ook niet) gemaakt heb: nu in mijn jubeljaar (mijn 30 stc jaar) boon-de er wel iets bij zonders bij. Welken indruk dp reis op mij maakte, .zal de lezer misschien wel meer interes- .seeren. Het. was Maandag J2G Juli 1920, den dag, dat ik mijn biljet voor de reis van Amsterdam naar Londen kocht. Het was in den middag om 3 uur tijd van ver trek (officieel): het weer was echter zoo buiachtig, dat, de Pilot mij vroeg, of ik er op stond, dat bij precies op tijd zou vertrekken of dat wij de ergste bui maar eerst zouden afwachten. Ik, als onderge schikte. liet zulks geheel en al over aan mijn vertrouweling; wij vertrokken dan te halfvier Ik werd verzocht in te slappen en onder een donderend geraas vertrok de oude reiziger met een nieuw voertuig. Mijn zoons riepen mij een vaarwel toe. (Nu het is met recht varen in de wolkfen) en ik ging (ik behoef niet te zeggen) met de noodige snelheid, want de afstand is pl.ni. 360 mijlen, in B1^ uur afgelegd om dat 't. tegenwind in ging (anders 2 uur 45 minuten). Het eerste gevoel was, dat hetwelk ge hebt op motorfiets of auto, totdat de machine van den grond loslaat, dan voelt ge de staart nu en dan eens over den hobbeliger) bodem schuiven, ter wijl gij, zonder 't te bemerken, al eenige meters van-den grond af zijf, maar dan gaat men het steeds meer bemerken, aan gezien men in eei) sterk-klimmeR.de rich ting is, nog meer bemerkt men het, als de -machine watzijwaarts isc,hommelt, en nog meer als men in een zwevende posi tie is dn -zoo van lijd tot tijd eens een meter of twee,, drie, vier als een steen naam omlaag zakt. Dat een met het ander geeft een wee gevoel en ik kan mij inden ken, dat veel menschen van zulke buiten gewone bewegingen onpasselijk of, wat men noemt „zee ziek" worden. (Ik heb gelukkig nergens last van gehad). Zoo hobbelende, schokkende, schomme lende, en- zakkende kwamen we óp dé hoogte, waar we moesten zijn. En dat al les ging snel, en we waren er gauwer, dan tik mij had kunnen voorstellen.Ik had steeds hfeel bedaard, heel stil, en rechtstandig gezeten, mij misschien wel eenigszins krampachtig vastgehouden," en mijn oog steeds gericht naar de hoogte, (of hemelwaarts), maar, eerlijk gezegd, niet aan den hemel noch aan den Hémel- van 'n mensch slaan stil of worden als 't schen Vader denkend, Want de gedachten ware overbluft. En ik dorst mijn oog, als een scheelziend mensch, dan eens links, dan eens rechts bewegen, natuurlijk tin de verte niet direct omlaag, en ontwaarde, dat de aarde toch zoo prachtig fin beeie kleine stukjes (als v. 'n blokk'endoos)was af gedeeld. Dat trof me zoo erg, dat Ik me zeer vertrouwd gevoelde, we waren boven een terrein, dat me goed bekend was; we' waren boven Aalsmeer. Dit leid de mijn eenigszins verdoezelde gedachten af, zoekende naar' bbkende terreinen, ge bouwen en wegen. Doch zulks was niet* zoo gemakkelijk als ik 't had voorgesteld, en zoekende waren we reeds eoo ver ge naderd, dat we Loven 'een groolen vijver (zoo liet l>et zich aanzien) dreven* (Deze „vijver" bleek le zijn 't Bra assem erm eer), •waar.*we in minder dan geen lijd over heen waren. Toen kwamen we hoven een interessant plaatsje, van boven afgezien een zwartachtige stre'ep, daartegenaan een witachtige streep (weg en water) en aan beide kanten van die streep kon men huisjes of gebouwtjes waarnemen, weer omgeven door witte of zilverachtige lij nen, wat natuurlijk de slootjes waren; dit bfn en ander gaf van bovenuit een aan zien, alsof men boven een heel grooten eendenkooi was. Ik kon me daar zeer goed qriënteeren, daarkeik, pastorie, zusters huis, hoog boven alles domineerden, en als toevallig mocht ik nu in de lucht on geveer boven de Kippenakker vliegen, ter wijl ik nog maar een paar dagVm te vo ren daar per klein schuitje was heen ge varen. Misschien wel overbodig1, wil ik mededeelen, dat dit, interessante plaats je was: Roelofsarendsveen. Leiden hebben we eenigszins recht ge passeerd, onze <weg was tusschen de wa tertoren en mijn vriend J. Stadhouder. Ik kreeg den indruk van Leiden als was het een groot dorp. Delft was het volgfende interessante plekje; daar vlogen wij midden boven over. Daar kon ik verscheidene bekende gebou wen, zooals de spiritusfabriek en de Groo- te Kerk, het Marktplein en den Haagweg goed herkennen. Rotterdam lieten we ook jweer rechts frggrri. De Maas en. Oude Maas liéten zfcïï aanzien als flinke sliften met drijvende klompen. Voder Komende, bevonden we ons al spoedig boven de Zeeuwsche slroo- wi- n, waar ik nu eens geelachtige zand polen dan weer groenachtige met zee- vuil of flap bedekt meende waar te ne men tusschen het zilveren water, dat daar in groote oppervlakten aanwezig was. Vlissingcn lieten we ook rechts op een kleinen afstand liggen, vlogen daar over de Schelde, wat nog al een tamelijk breed alertje scheen te zijn, en zoo maakte wij dc reis langs de zee boven strand langs •Ostendh, Duinkerken en Calais. Daar was "t dat we dwars over 't nauw van Calais (de zee) vlogen. Ik wil wel weien, da: liemij, toen ik niets anders zag dan lueht en water, wel een oogenblik weer een beetje spannend werd. Het duurde ruim 20 minuien, alvorens ik weer land onder mijn machine mocht zien. Dat deed me toch wteer aangenaainer aan, want op zoo'n lijd komt men werkelijk tot de con clusie, dat men, zittende in zoon regenton (gvooter is die plaats niet) aan de Pilot en motor is overgeleverd. En toen mocht ik een half uur vliegen boven 't land waar ik zooveel jaren heb mogen reizten. We kwamen dan aan 't terrein waar we zouden landen. Ik ontdekte toep een lieele vreemde gewaarwording: hadden de bei de vleugels van ons voertuig gedurende re reis stéeds horizébtaaal op den wind ge legen, thans werd <lat anders, want de een stond rechtstandig omhoog, terwijl de ander dito omlaag hing, en, achterover- draaiend, dit '.veer tot driemaal toe her haalde. Dat. ging wel zoo'n beetje ker misachtig er naar toe. En toen dat was afge'oopen en wij tevens daardoor tame lijk gezakt, waren en daarop de machine werd stopgezet, schoven wij in een eenigs zins glij'ende richtiïtg naar beneden. Het bleek mij, dat de pilot bij wijze van wel komstgroet een looping the loop maakte. Ik vond het heerlijk. En daarop volgde nog een heerlijke landing. Toon ik uit mijn zetel was geklommen en voor de Engelsche autoriteiten, ais chef van den yliegdienof, Rijksambtenaar," douanen en meerdere voor mij onbekende belangstel lenden kwam te slaail, werd ik gefelici teerd met, de behouden aankomst. Mijn- zorgzame pilot vroeg mij lachende, hoe 't mij bevallen wa^, en wel in T bijzonder de laatste toer. nu 'k kan hem even hartelijk lachend antwoorden, dal de heele reis mij goed was bevallen en-de laatste toe ren mij een heel groot genoegen gedaan hadden. Het genoegen, zegt de hr. v.d. M. aan 't slot is evenals vele andere zaken, zooals ik in den aanvang van mijn schiijvc-n gezegd heb, mog niet volmaakt. Ik zie echter wel in dat het. vliegen in den toekomst een algemeen vervoermiddel zal worden, doch berst dan, wanneer er zullen zijn voldoen de groote machines, waarin b.v. 20 of meer menschen kunnen plaats vinden, waarin dan een dubbel stel cylinders, of motoren, en waarop ook minstens twee Pilots (vliegeniers) gepi'aals zullen zijn, want zonder reserves is men niet ver trouwd. Nu ga ik met deze laatste r'ege-" len'eindigen, geachte (g'odiiklige.) lezers. Ik twijfel er niet aan, of sommige uwer zul len wel denken dat ik hier wat overdrijf of illustreer; dat- is niet het geval; het is geschreven zooals ik direct mijn aanteeke- ningen heb gemaakt. Als men het als zoo danig niet wil aannbmen, welnu de gele genheid staat nog dagelijks open om zich te overtuigen. C. J. L. VAN DER MEER NAAR HUIS, O NAAR HUIS! Ik heb hel groote geluk gehad zoo schrijn een zoon -dat ik opgevoed ben door een verstandige, godvree-zende en .zelfopofferende moeder. Zij heeft veel moeien doormaken, toen ik nog jong was- Mijn vader was vroeg gestor- \cn, en bij zijn dood kwam zij tot de ontdek king, dat zijn zaken in de war waren, -roodat zij veel moest verkoopen, om de schuldeischers tg voldoen. De eene beproeving kwam na de andere, en mijn arme moeder kreeg zooveel smart ie dragen, als een mensch maar dra gen kan. Maar het allerzwaarste moest nog komen. Juist toen haar oudste zoon zóo.\er kwam, da; hij haar tot hulp en steun zou kunnen zijn, trok hij naar het buitenland. Ik kan me nog zeer goed dien eersten tijd na die wreede scheiding herinneren. Ik zie mijn, moeder nog zitten winterdags bij den haard, en dan-vertelde ze zacht en vriendelijk van onzen vader, die weg was. Mahr wan neer een van ons begon over onzen oudsten broer, dan werd ze zoo angstig en gejaagd, dat wij zijn naam maar niet meer noemden. Ook weet ik nog goed me de stormnachten te herinneren, als de wind om ons huisje joeg alsof het vallen zou; in zulke nachten hoo-de ik mijn moeder in haar slaapkamer heen "en weer gaan. en dan vist ik, dat ze zuchtte en smeekte om ontferming ovèr haar verloren zoon. Ze wist niet," waar hij-was, en had nooit weer van hem gehoord, maar ze dacht altijd, dat hij op zee was. Zoo gingen veertien jaren voorbij. ij v r.- ren allen groot geworden, en de mees'en had den al het huis Verlaten; alleen dè jongste twee, een paar tweelingen, waren nog thuis, en die hadden hun oudsten broer nauwelijks gekend. Nu zaten ze op een mooien voorzomerdag bij moeder voor het open venster, toon mei langzame schreden een rijzige, gebruinde vreemdeling naderde. Hij kwam tot het huis cn keek door het venster naar binnen. Mijn moeder herkende hem niet, maar Voo- digde hem uit, binnen te komen. Toen kreeg de vreemdeling de tranen in de oogen en op eens herkende moeder hem. w Ze sprong op. en liep naar de deur, om hem te smeeken, dat hij toch binnen kwam. „Neen, moeder", zeid hij, .ik kan niet over .uw drempel gaan, eer ik weet, dat gij mij al les vergeeft". „Mijn lieve kind." zei moeder ontroerd, „dat heb ik lang geleden reeds gedaan. Het eenige, dat ik je nu nog moet vergeven is, Cat ie zoo lang ben: weggebleven." 'Al het anfes? Kwaad1 was inbegrepen in' da? een©; al het andere was vergeven cn verge ten. lóen de berouwvolle zondaar terugkeerde. Zoo is het ook bij den Hemelschon Valer. Hij verlangt met grooter liefde dan een moe der naar het weggeloopen en verdw.iabie menschenkind. Hij roept den zondaar telkens .toe: „Wend u naar Mij toe!" en Hij klaagt er alleen over, dat de zondaar zoo lang uit blijft. KERK EN SCHOOL Uitbouw van het Gersf. Kerkrecht! Dr. J. C. de Moor schrijft in „Noord-Holl- Ker-kfci.": Minnaars van liet kerkrecht kunnen zich tegenwoordig aangenaam bezighouden m&; onderscheidene puzzles, die hun voornamelijk. dloor emeriti-predikanten worden opgegeven, welke om eene of andere reden.een vacante Gemeente gaan dienen zonder er in den Dienst des Woords le worden beroepen of in vaste lelatie tot de Kerk, in welke zij arbei den. te komen. Het nieuwste is het volgende bericht uit de „Sland." van 27 Juli 1.1.: „Hulp in de prediking." Door de stemge rechtigde manslidmaten en in overleg mei den Kerkeraad is Zondag als lee rend-ouder ling der Geref. Kerk te Tholen gekozen Ds. A- Bolwijn, em.-pred. te Driebergen. Ds Bol wijn heeft bereids ae benoeminl; aangenomen en zal zich met 1 September te Tholen vesti gen en de gemeenre \an Tholen geregeld die nen in de Bediening des Woords en der Sacramenten^'. Is da: bericht juist, dan hebben wc hier eenige mooie curiosa. le. Een emeritus-predikant, die niet in de gemeenie Tholen woont, word: door de stem gerechtigde manslijdmaten (de stemgerechtigde VIouwelijke lidmaten aldaar,die krachtens deze uitdrukking op Tholen schijnen :e be staan, mochten dus ditmaal niet meestem men) beroepen als Dienaar des Woojls? pardon, gekozen tot ouderling. Ziehier een eerste bijdrage tot den uitbouw -van ons kerkrecht: 'De Gemeente is in haar keuze van ouderlingen niet meer beperk: tot haar leden, doch kan hen ook van elders ne men. Zelfs behoeft het geen naburige Gemeen te zijn; een aisrand van TholenDriebergen is geen bezwaar! 2a Deze aldus gekozen ouderling gaat. zich nu in de gemeente, welke hem zooveel wel willendheid bewees, vestigen om daar we k van en ouderling te doen? pardon: zie hier een tweede bijdrane tot den uitbouw v;;i> ons kerkrecht: de ouderling behoeft zich voortaan niet tc- beperken tot wat hef ic.mu- licr der bevestiging als zijn taak aanwijst hij mag nu ook optreden in. de Bediening des Woords en der Sacramenten. Ons dunkt: van Tholen begin! voor ors kerkrecht de victorie. Schoone perspectieven voor den uitbouw ervan worden hier geopend. Tevens wordt in dit cn andere gevallen 'n schitterende manier aangewezen om ar:. 13 der K> O- met krach: te handhaven er* tegelijk geheel krachteloos te maken. Wie volgt, en vindt iets non fraaiers voer verzamelaars van kerkrechtelijke curiosa? Onder de knost der bolsjewikl. He: Oekrainsch persbureau zend: het vol gend spannend verhaal, ontleend aan de „Volia" van 17 Juli 1920, dat een vreeselijk beeld geef: van het lijden van he: "Russische volk onder den knoet der bolsjewiki. De verteller, een Oekrainsch handelsman, ver haalt dan: Nadat eon zeker persoon voor wien een vriend en ik borg gesiaan hadden, verdwenen was. werden wij door de „Tohrezwiichaika" (buitengewone .commissie) gearresteerd. Wij hebben bijna een maand in de gevangenis doorgebracht, daarna «werd ik, dank zij de tusschcnkomsi van den dokter, met mijn vriend, daar wij beiden zwak van borst wa ren, naar liet ziekenhuis overgebracht. De bolsjewiki stonden er ie# Winnitza zwak voor. Bijna iedere week vorderden de ops'an- delingen van verschillende kanten en bet kwam vaak tot botsingen in de omstreken van de stad. De Tchrez-witchaika werkte, zooals men zegt, „met vollen stoom". Fusileeringen, mar telingen, v ierendeeligen waren aan de orde van den dag. Vele gemartelden en gefusilleer- den werden zelfs niet begraven. Bij Jen spoorweg bleven b.v. de lijken onbegraven liggen zoodat de lucht in "de geheele omgeving \erpest was- In het bosch van Winnitza fusil leerde men bij massa's; de lijken die daar evenmin begraven werden, gingen tot verrot ting over en het riviertje dai door hei bosch loopt, geleek bedekt met vet Onze beurt kwam ook. Om 10 uur ëes avonds werden mijn kameraad en ik uit het ziekenhuis overgebracht naar de „rechtbank De buitengewone commissiehad een klein huis mot tuin in gebruik genomen bij het cen trum der stad. Toen wij er binnenkwamen, inoesl ik onwillekeurig denken aan de verba-' len van Mayne Reist.oischoon. het moment er nauwelijks geschikt voor was. In een kleine kamer zaten de „rechters" bij een tafel. Elk van hen had een revolver; alle voorstellen gingen vergezeld van gemeene vloeken. Op liun hoofddeksel droegen zij roodc ste-ren. Wij wisten dat er geen redding voor oils was; maar wij waren als verdoofd en bijna onver schillig. Men ondervroeg mij het eerst: Waar is V? Ik weet het niet. Zoo; genoeg. Ontkleed U! Ik bleef blootvoets in mijn onderkleeren. -Stephan, neeni hem mee! zeide een der rechters". •Men beval mij door te loopen. Wij gingen deni tuin in achter het huis. Loop vooruit! Ik had nog slechts eenige passen gedaan, toen ik achter mij een geweer schot hoorde en voorover viel. Onwillekeurig richtte ik het hoofd op. Toen schoot mijn bege leider mij opnieuw in den rug (gelukkig voor mij. drong de browning-kogel onder mijn schouderblad en kwam weer in het midden van de borst eruit; de andere kogel, die bij de ruggegraat binnengedrongen was, kwam bijna op dezelfde plaats uit als de eersie). Ik hoorde zoggen; „betast hem. als hij warm is, blaas hem dan de hersens ub." Men nam inij bij de beenen, sleepte mij :ot 'aan' den Tn dén" 'Mn gegraven1 Jaffi en' wfë-'ff er mij in. Ik verloor geheel en al het bewust zijn, maar niet voor langen tijd. Toen ik weer wat bij kwam, voelde ik on der mij iets zachts en warms; en ik begreep, bijna onverschillig, dat liet gefusilleerden wa ren, die mij in den kuil voorgegaan waren. Toén drong he: tot mij door. dat men mij le vend begraven wilde en ik besloot te trach ten uit den kuil e komcn.inde hoop gezien er, door den bewaker gedood te worden. Het r.al toen ongeveer een uur na middernacht :„e- weesi zijn. Tweemaal viel ik, ofschoon de kuil niet zoo heel diep was. maar ik was zeer ver zwakt. Toch slaagde ik er in, eruit te komen. Er was niemand te zien. Alleen in het huis van de Tchrezwitchaika hoorde men kre'en en stemmen die genade smeekten. Ik nader de den muur, die den tuin scheidde van het huis; waarschijnlijk werd ik geleid door het. insrincr tot zelfbehoud, wanf ik herinner mij niet bang geweest te zijn. Ik kon den' muur nier overklimnten; deze was te hoog en ik kon moeilijk adem halen met mijn door boorde longen. Maar dicht bij den muur l>e- vond zich een boom, waarvan een tak over hing aan den anderen kant van den muur. Ik weet u nog niet hoe ik er in geslaagd b« n mij op den boom te trijschen, maar half in zwijm, zat ik eindelijk op den tak, die over den muur heenging. Ik durfde niet te sprin gen uit vrees voor te veel bloedverlies. Toen herkende ik opeens de stem van mijn kame raad. daarna hoorde ik een schot en alles werd weer stil. Ik verloor het besef en viel aan den anderen kan: van den muur Hoe en waar ik daarna geloopen hob, her inner ik mij slechts vaag; echter hereikie ik ae rivier de Boeg, een eindje boven "het plaatsje K. en^daar verbond ik mijn wou 'en zoo goed en zoo kwaad als ik kon. Weldra begon de dag aan te breken en ik was be vreesd in d»:n morgen weer gepakt te zullen worden. Ik herinnerde mij dat in het naburige dorpje P dat aan de stad grenst, familie van mij woonde Bijna iedere twee, drie passen half bewusteloos neervallend, slaagde ik er toch ten slotte in hun woning te bereiken. Men wilde mij eerst niet binnen laten; men vro?g: „Wie is daar", maar ik wilde mijn naam i.iei hardop zeggen, daar dicht langs het huis de weg liep, waar de wacht der bolsjewiki post iiield. Eindelijk ontstak de eigenares van !;c: huis een lamp. en kwam open dóén. Ik stond tegen den deurpost geleund. Toen zij mij zag. geheel bedek: met bloed en mei modder, gai zij een schreeuw en liet de lamp vallen. Wat mij betreft, ik viel bewusteloos neder - Om mijn iamilie nie: in ongelegenheid 'te brengen, lier ik een rijtuig huren om nvj cir het ziekenhuis te N. te brengen. Ik was mij bewust, dat men mij daar onmiddellijk zou kurmen herkennen, maar alles was mij onver schillig. In het rijtuig bedekte men mij met een pels. Een kleine jongen van een var of 9 ging op den bok; men had hem gezegd, dat indien men hem ophield (wij. moes.cn de geheele stad nog doortrekken) hij moest vertellen, dai hij zijn vader, die tyhpus nad, naar het ziekenhuis bracht. Mijn "bloedverwant en eenige andere lieden volgden het rijtuig. Ik zal verzwijgen vyat ik in het rijtuig i il- gestaan heb, totdat Wij aankwamen. Lichame- Ijj'ij en geestelijk leed ik. vooral door dtn angst ieder oogenblik weer gearresteerd te worden. In het ziekenhuis verbond men irni en gaf men mij bouillon. Bijna iedere verpleegster liet mij poeders slikken He: nieuws van mijn redding bereikte blik semsnel mijn familie en weldra kwam mijn vrouw me: eenige andere bloedve1*wanten naar het ziekenhuis, en w^ï v.as ook de vrouw van mijn kameraad. Jie na mij gefusilleerd was geworden. Waar is mijn man! riep zij ui*; ik heo i«:h gehoord da: gij beiden naar Kieii gebracht zijt. En waar is hij dan? Ik antwoordde dat ik er niets van wist; mijn zenuwen konden dit alles niet meer verdragen! Er werd besloten dat ik niet in he; zieken huis kon blijven, waar nten mii onmiddellijk zou ontdekken. Mijn vrouw ging paarden bu ien. Ik begon met mijn buurman te praten, want ik wist, dat er in den loop der wek een gevecht plaats zou hebben met d"4 opstan delingen, dicht bij het ziekenhuis. Hii ant woordde mij onwillig dat hij bij ongeljk- ge wond was geworden, toen hij naar het veld was gegaan om te arbeiden. Toen trad er iemand de zaal binnen, die alle bedden observeerde. Mijn buurman if mij teekens mij te verbergen. Ik trok de dekens tot aan mijn oogen. Na haar onderzoek verliet de vrouw de zaal weer. En toen vertelde it.ijn buurman mij, dat die vrouw lid aas van., de Tchrezwitchaika. Haar man had gisteren deel uitgemaakt van de „rechtbank" :ocn men rr.ij „veroordeelde". Ik*meende verloren :e zijn cn besloot niet op de paarden te wachten, maar te voet te vluchten. Gblukkig had -een mijner familieleden een oude soldaienjas achterge laten. Na deze aangetroken te hebben ging ik met een ander familielid weg. Ik kon nau welijks .loopen of ademhalen, maar hij i.iai'.té mij voort, daar wij een open plaais moe.s;en oversteken. Overal roerde wachten. Eiiu' 'ijk, eindelijk bereikten wij de Boeg. In een kleine uitholling wachtte ik lot aan den avond cn daarna brachten mifn vrouw en mijn nroilift- mij naar een vriend in het oude gcdeel.e J- r stad. Een half .uur na mijn vertrek werd het zie kenhuis van onder tor boven doorzocht Twee dagen nam ik rust en teneinde mi n vriend niet in gevaar te brengen hij heeft ook een vrouw en kinderen), ben jk naar het dorp gegaan, waar mijn vrouw mij reeds me: Jiet rijtuig wachtte. Ik had bijna een geheelen dag noodig om die 10 w<.rs:en ai :e legen, ieder oogenblik mof-sr ik s:ils:aan ont adem te halen cn ik had hevige pijn in iie borstc Met de paarden bracht mijn vrouw mij naar Netmyriv. «aar ik geheel herstelde na 'wo weken te bed te zijn gebleven. Maar wa; voor al hinderde was. dal wanneer ik wat ging wandelden, de"kleine herdersknapen mij uit vloekten, bespotten, denkende dat ik cere communist was. En die jongens, dat is da „Vox populi" van het dorp. Maar de vreese-» lijkste ©ogenblikken waren wel die toen ikir vooruit loopend. het schot in den rug ver wachtte Mijn haren, ziet u, zijn dan ook geheel grijs geworden, en ik ben toch nauwe lijks 3D jaren. 4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 7