Dagblad voor Leiden en Omstreken.
Grandsfoffeticosumgssie
LEIDSCHE COURANT
- ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN
TER KWARTAAL f 2.50
PER WELK f 0.19
PK1XC0 PER POST PER KWARTAAL f2.90
Iste JAARGANG. - ZATERDAG 14 AUG. 1920. - No. 114
BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278
ADVERTENTIE-PRIJS
PER GEWONE REGEL f0.22J/t
DES ZATERDAGS fü.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF
KLEINE ADVERTENTIES Tan hoogstens
30 woorden 50 cent: Zaterdags 75 cent,
bg vooruitbetaling,
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Revolutioneerende krachten
Hoort gij wel dio doffe klanken,
die heel d'aard verstomd doen 6taan?,
Als de wind in diepe dalen,
bij het naad'ren der orkaan,
Als in donkore avondstonden,
't buld'ren van den oceaan.
't Is het volk dat opmarcheert!
5oo zong eenmaal een Engelsch dichter-
socialist, toen hij in zijn verbeelding ver
lam de naderende voetstappen der arbei-
i, dio zich zouden opmaken tót den
klassenstrijd".
Onwillekeurig nu komen deze woorden
lus in de gedachte, in onzen tijd, wanneer
lij een open oog hebben voor de dingen die
laar ollerwege geschieden in de wereld om
iüs heen.
Daar klinkt een dof gerommel door do
ucht en zwarte wolken pakken zich aaneen
als van een naderend onweer. Soms is het
ils sterft het weg in do verte; 't schijnt
over te drijven.
Maar straks komt het weer dichterbij.
Iliksemflitsen doorklieven do lucht. Wat
lal het worden? Zal het losbarsten? Wan-
teer zal het losbarsten?
En uo men6chen stooten elkaar aan en zo
luisteren een woord: Revolutie.
Daar zijn er, dio er om lachen, dio de
chouders er over ophalen.
Daar zijn er ook, die door een panische
ihrik worden bevangen, zoodra .maar dat
nkele woord: revolutie genoemd wordt.
Daar zijn ook anderen voor wie het een
ooverwoord is, dat ongekende paradijzen
al ontsluiten van geluk en vrijheid en
'éugde.
Wanneer mevrouw Roland Holst haar
zing houdt; voor de vereeniging van Am-
erdamsche studenten, dan komt., wat ze
gt- feitelijk hierop neer: „vreest toch niet
oor de revolutie gij intellcctueelen! Vreest
oh niet. Wel zullen diepe ellenden moe-
n worden doorworsteld. Wel zal er een
jd aanbreken van levensonzekerheid. En
e tijd zal wel een menschenleeftijd lang
iren. Maar die ellenden zullen de barens-
eeën zijn van een nieuwen gouden tijd.
traks komt het geluk! Zij het niet voor
is, dan toch voor het nageslacht!"
Zulke woorden vinden een weerklank,
r leer dan velen denken en meer dan wij we-
Want zeker, daar zijn er, die zich selia-
en onder het vaandel der revolutie, omdat
et hun to doen is om de bevrediging van
ersoonlijke eerzucht; eti anderen, dio haar
^Uen gebruiken als een vrijpas voor het
Jtvioren van lago begeerten en hartstoch-
Maar daar zijn er ook onder, dio bij do
brokenheid dezer wereld uitzien naar do
rwerkelijking van idealen, dio ze omdra-
n, diep in hun ziel, en die alleen van een
Igeheelo omwenteling do. verwerkelijking
er idealen verwachten.
't Kan dan ook zoo aantrekkelijk lijkon:
euwo toestanden maken, een nieuwe orde
r dingen scheppen; los van de historie;
8 van het bestaande.
't Kan zooveel bekoring hebben voor
n „natuurlijken mensch", om te procla-
Beren de zelfheerlijkheid van het indivi-
I- Of ook wel de heerschappij van de
tesa, de „dictatuur van het proletariaat".
Hoe
'Zf> rli
.angs donkere wegen.
staan wij Christenen tegenover
ze dingen?
Wij beginnen met te zeggen: Wij Chris-
nen kunnen aan de revolutie niet mee-
on. Wij kunnen het niet en wij mogen
"feuilletonT
rik zond' u een boodschap door Janet",
'f zij op zachten toon ten antwoord; „ik
proefde te schrijven waarlijk dat deed
maar liet was, alsof de woorden niet
de pen wilden; ik was te vermoeid,
•uk ik, en alles met elkaar maakte mij
rward."
..Arme tante Mary!" antwoordde hij tee-
ij hebt een1 vreeselijken tijd gehad,
>or ik; op een anderen keer moet ge er
ij alles eens van vertellen, als gij uitgo
ot zijt en wij tijd hebben oan lang te
aten. Wat heb ik al dien tij'd veel aan
gedacht! Wat heb ik'mij verheugd, dat
I van zooveel nut waart. Gij heibt u als
n iheldün gedragen heeft Janet mij ver-
ld; maar, Mary, wij hebben geen van bei-
n één oogenblik aan de belooning ge
lekt."
.Neen, waarlijk niet", antwoordde zij
cht,
..Zie mij eens even aan, 'lieveling. Er is
in uw gelaat, dat mij verontrust zijt
3r zeker van, dat het geld geen oorzaak
verdriet voor u is?"
De handen, die hij vasthiefcl werden zóó
hel niet. Want wij gelooven in de eerste
plaats niet, dat het gezag is een vloek,
een belemmering voor de vrije persoonlijk
heid, maar een middel, door God gegeven
om binnen den kring dezer zondige wereld
ordenend, regelend te werken. Opdat daar
niet oen strijd van allen tegen allen zal
zijn, die ons doet verzinken in een toestand
van anarchie en verwarring.
Wij, Nederlandscho Christenen, kunnen
en mogen aan de revolutie niet meedoen,
want wij hebben een geschiedenis,
die we niet zonder meer uit kunnen wis-
6chen. Waarin we zien Gods leidingen met
ons volksleven, telkens weer opnieuw,
Waarin we speuren Gods hand, samenbin
dend Nederland en Oranje, door smarten en
nood en ellende heen.
Wij, Christenen kunnen niet zijn revo
lutionairen. Omdat nooit het doel de mid
delen heiligen kan. God kan uit het kwade
hot goede doen voortkomen. Het is in de
loop der geschiedenis gebleken. En het zal
ook verder zich als waarheid bewijzen.
Maar als de mensch het beproeft, dan
6peelt hij met vuur. Een vuur, dat hem zei
ven verteren zal. De tragiek van de gebeur
tenissen in Rusland en andere landen kan
het. ons leeren.
Wij, Christenen, kunnen niet zijn revolu
tionairen, tenslotte ook niet, omdat de re
volutionaire gedachte niet ligt in de lijfi
van het Christendom.
't Christendom werkt niet van buiiep
naar binnen, maar van binnen naar buiten,
't Wil do vruchten niet aan den boom op
hangen; 't wil, dat ze groeien zullen,
door de kracht van 't inwendige, van bin
nen uitgroeiende leven.
Zoo heeft ook Jezus Christus en tegen
over gestaan. Men heeft het wel eens an
ders beweerd. Men heoftjiïem willen maken
tot een revolutionairen partijganger, tot
den grooten Revolutionair bij uitnemend
heid, maar wie zoo over den Heiland spre
ken, kennen hem niet.
Ja, ook Hij heeft in Israël toestanden
gezien, die vloekten met het ideaal, door
God aan Zijn volk gegeven. Maar de re
volutie zoekt Hij niet, en wil Hij niet.
Na de wonderbare spijziging wil het
volk komen en met geweld Hem tot Koning
maken, 't Heeft den Heer maar een woord-
een wenk te kosten en scharen zullen met
Hem strijden, voor Hem gaan in den dood,
als het moet- maar hij trekt zich terug
iu do eenzaamheid.
Als eenmaal zijn tegenstanders tot Hem
komon met de vraag: Meester is het ge
oorloofd den keizer cijns te geven of niet?
als de revolutionairen in Israël zouden
hopen op een verbod, om schatting te be
talen aan den heidenschen Heerscher, dan
antwoordt Hij: „Geef den keizer, wat des
keizers is, en Gode wat Gods is."
Hij zoekt de revolutie niet. Hij wil
haar niet.
Willen wij als Christenen, achter den
Heiland gaan, dan moeten we de nieuwe
toestanden niet met geweld willen maken,
maar ze laten groeien van binnen u i t.
Niet door kracht of geweld, maar dóór
mijn Geest zal "het geschieden, spreekt de
Heere!
Revolutioneerende krachten openbaren
zich allerwege. Maar de kracht der revo-
lutio is als dynamiet, dat alles vernielt en
verwoest en slechts puinhoopen achterlaat.
't Christendom wil zijn, moet zijn 't
zuurdeeg, dat het meel doorzuurt. En het
deeg geschikt maakt voor het doel, waar
toe het bestemd is.
•E. N.
V Kort van memorie.
Mr. Troelstra ,do leider van de S. D. A.
P., de man van de groote November-vergis
sing, is blijkbaar een weinig kort van me
morie.
Naar aanleiding van een artikel in de
koud, en één oogenblik kon zij haar ge
voel bijma niet heheerscfien, en vreesde zij
in tranen te zullen .uitbarsten, inaar liet
volgend oogenblik was zij weer bedaard.
„Ik denk wel, dat het mij tot last zal
zijn", antwoordde zij zóó oprecht, dat zij
zelfs hem misleidde; „ik -heb nooit iets om
geld gegeven, ik heb er nooit naar ver
langd; en voor he't oogenblik voel ik mij
tamelijk beswaard door het gevoel van
verantwoordelijkheid. O, Maurice) help mij;
wat moot ik er mee doen?"
„Is dat al urw verdriet, Mary?" vroeg
hij, haar onderzoekend aanziende. „Hoe
meent ge dat?" stamelde zij, „zijt ge bang,
dat ik niet dankbaar genoeg ben voor de
erfenis, die mij ten deel is gevallen? Waar
lijk ik (ben er zeer dankbaar voor, van
avond zelfs meer dan óóit!" Maar hoe beef
den hare lippen, toen zij dat zeide! „-Het
geld is mij gegeven en natuurlijk was het
(het beste om het te behouden !hoe kon
ik daaraan twijfelen? Nu zult ge mij aan-
toonen hoe ik het gebruiken moet, gij en
de kinderen"; en er rees een gevoel van
diankbaarheid in haar hart op, toen zij zijn
vervallen gelaat zag Goddank, dat zij
[kracht gehad had, de goede keuze te doen.
Maurice was er zich niet van bewust, dat
zijne volgende woorden haar van den bes
ten troost beroofden „Wat hebben wij
er mee te maken? het is uw eigen geld",
zeide hij, eenigszins stijf, want trots was
Aan het Zoeklicht.
Leiden- 14 Augustus 1920.
Een paar dagen geleden plaatste het Be
stuur van het Militair Tehuis alhier een
oproep om giften yoor de viering van den
Koninginnedag.
Die zaak komt toch in orde?
Oud-militairen weten bij ervaring van
hoe groote beteekenis een Christelijk Te
huis voor onze militairen is. Die weten
schap gevoegd bij de blijdschap over het
feit dat ze de wapenrok mochten uittrekken
zal als vanzelf de beurzen openen.
En zij die niet zelf het kazerneleven mee
maakten, hebben of hadden toch in de ka
zerne hunne kinderen, hunne broeders, hare
verloofden.
Wat een rust gaf 't te weten dat er mili
taire tehuizen dat er Christelijke te
huizen zijn.
En zouden ze dan niet op den verjaardag
van Hare Majesteit onze Koningin een
kleinigheid willen offeren om onze mili
tairen een prettigen dag te bezorgen?
Natuurlijk wel!
Als ieder die k a n en de hand op het
hart, wie kan 't niet een kleinigheid
geeft, dan is de zaak in orde.
Maar 't adres?
Wel, als dat voor u gemakkelijk is,
stuur dan uw gift aan de Nieuwe Leidsche
Courant.
Maar in elk geval, doe het!
OBSERVATOR.
Nieuwe C r t., waarin gewezen werd op
-zijne voortdurende frontveranderingen,
schreef hij in Het Volk van 9 Augus
tus j. 1.:
„Wij achten het niet mogelijk voor
iemand, die eerlijk uit de feiten zijn
konklusies wil afleiden, om tot een
andere slotsom te komen, dan dat'
Troelstra van den beginne aan, sedert,
dat in Europa de revolutionaire toe
standen ontstonden, daartegenover
steeds een en dezelfde lconsokwente
houding heeft aangenomengeen re
solutie maken die er niet is,
maar de revolutie, als die over de
grenzen van. ons land hierheen komt,
tot een 60ciaal-demokratische trachten
te stempelen."
Mr. Troelstra wil dus geen revolutie ma
ken.
We zouden het gaarne gelooven "als we
niet voor ons hadden liggen een verslag
van een op 13 November te Rotterdam ge
houden vergadering waarin Mr. Troelstra
het woord voerde.
„Wij komen hier, zoo lozen wij in
dat verslag om te spreken op het
oogenblik dat ook ons, de arbeiders
klasse, de macht in handen zal geven".
„Het gebeurde in de laatste dagen
bewijst dat er een einde gekomen is
aan het geduld der Nederlandsche sol
daten. Zij hebben reeds, torwijl zij
nog de wapens dragen de gehoorzaam
heid opgezegd aan de heerschende
klasse. Maar wanneer die klasse onder
zich ziet wegvallen het steunpunt van
het geweld, dan heeft zij ook in Ne
derland afgedaan als de heerschende
klasse.
Een stem: was dat maar waar!
Troelstra: Vertrouw op uzelf,
vertrouw op uw macht, vertrouw op
uw eenheid, dan zal het waar zijn.
Verzuimt het oogenblik
niet!
Grijpt de macht die u in
den schoot .wordt, geworpen en döet,
want gij moet en kunt doen!
En verder:
„De arbeidersklasse in Nederland
grijpt thans de politieke macht.
Zij zal zich moeten c o n 6 t i-
tueeren als een revolutio
naire macht.
Wij hebben de vraag te overwegen
District LEIDEN.
Bon XY,
Bon
1,
la lb.
Bon
2
2a, 2b,
Bon
3,
3a, 3b,
Bon
4,
4a, 4b,
Bon
5,
5a, 5b,
Bon
6,
6a, 6b,
Bon
7,
7a, 7b,
Bon
8,
8a, 8b,
De Directeur van he Brandstoffenbureau herinnert eraan, dat zjjn geldig verklaard van do
BRANDSTOFFENKAART VÖOR HET MINIMUM RANTSOEN
de onderstaande bons en dat de op de kaarten genoemde bandelaar gemachtigd is op
de gewone en nader omschreven wijze de volgende afleveringen te doen: '2407
f eenheid (2 H.L.) gascokes.
eenheid (2 H.L.) gascokes.
eenheid (1 H.L.) anthraciet.
eenheid (1 H.L.) anthraciet.
eenheid (1 H.L.) eierkolen,
eenheid (1 H.L.) eierkolen,
eenheid (100 K.p.) bruinkoolbrik-a
i eenheid (2 H.L.) gascokes.
1 eenheid (2 H.L.) gascokes.
Bon XY is uitsluitend geldig tot Zaterdag 25 -September a.s., zoodat degenen, die
voor diien datum op deze bon geen brandstof hebben betrokken, ara 25 September daar
op alle aanspraak verliezen.
In afwijking van de op de minimum-rabtsoenlcaart aangegeven geldigheidsduur
der bons, worden de bons 1S.voorloopig geldig verklaard tot Zaterdag 25 Seple.m-
ber a.s. en kunnen op deze bons na genoemden datum slechts brandstof Li w wden
betrokken, nadat de;ze bons opnieuw zijn geldig ver'. :1.
De maximum-prijzen zijn voor thuisbezorgd:
per eenheid (1 H.L.) anthraciet f4.10.
per eenheid (1 H.L.) eierkolen f3.45.
per eenheid (2 H.L.) gascokes f4.40.
per eenheid (100 K.G.) bruin koolbri.. f3,85.
htneming van de verhoogingen voor de Buitengemeenten als op de prijs-
lijs: is vermeld.
De beschikbaarstelling van gascokes geschiedt uitsluitend in 'ongeklopte en wordt
de prijs met 20 cents verhoogd, wanneer aflevering van geklopte cokes wordt ver
langd.
De bons mogen uitsluitend worden afgegeven bij ontvangst der brandstoffen. Ter
voorkoming van. betaling van herhaald bezorgloon (20 cents per eenheid) worden be
stellers verzocht de bons gereed te leggen, opdat de handel deze bij aflevering kan
in ontvangst nemen.
AFGIFTE VAN BRANDSTOFFENKAARTEN OF VAN BONS, WAAROP GEEN AF
LEVERING IS GESCHIED, AAN HANDELAREN OF PARTICULIEREN HEEFT
BUITENSLUITING TEN GEVOLGE.
LEEST DEN TEKST DER ER AND-STOFFEN- EN BESTELKAARTEN.
De Directeur voornoemd,
KRAMER.
Leiden, 8 Juli 1920.
welke daad wij zullen doen.
Willen wij onze macht van het
oogenblik gebruiken ik heb 20 jaren
geleden onder het langzame gesukkel
van het militaire stelsel, niemand heeft
een zoo vervloekten hekel aan die lang
zaamheid als ik danmoeternu
een andere methode worden
En tot de bourgeoisie:
„De arbeidersklasse ir geworden, de
macht die niet meer kan vragen,
eischen, maar die z c*h z e 1 f als
opperste macht moet con-
stitueeren.
Dat is do eisch der historie.
Voeg u er naar.
Als straks de soldatenraad wordt
opgericht! Voeg u er naar!"
En dan tenslotte tot de Nederlandsche
„Thans breekt een groote tijd voor
u aan. Bezoedelt den grooten tijd niet
door onwaardige daden. Laat het een
maal gezegd worden: het Nederland
sche proletariaat toonde zich berekend
voor zijn taak, de.Nodcrland-
sche proletarische revolu
tie is geweest het glorie-
punt in de geschiedenis van
N ederlan d".
Zoo werd op 13 November 1918 door
Mr. P. J. Troelstra de revolutie gepredikt.
Wanneer we dus niet willen aannemen,
dat de leider van de S. D. A. P. zijne vol
gelingen opzettelijk misleidt, aan blijft geen
andere conclusie over dan dat zijn memorie
bedenkelijk kort is.
Al te kort voor een man die als lei
der wil fungeeren.
STADSNIEUWS.
Prof. dr. F. A. H. Schroinemakcrs,
liooglee'raar in de anorganische scheikundo,
is. sinds eenige dagen in het- Hopital Wal-
lon opgenomen tot het ondergaan van een
rustkuur.
In verband met het tnsschentijds uit
treden van het arbeider-lid T. Groeneveld,
wiens plaats dooi- het plaatsvervangend
lid J. Alt werd ingenomen is benoemd tot
plaatsvervangend lid van den Raad van
Arbeid alhier de heer H. J. Braat..
Gisteren slaagde te '6-Gravenhago
voor de acte Engelsch L. O., onze vroegere
stadgenoot de heer I. van Weeren, thans
onderwijzer te Huizum.
Onze stad is weder een industriccle
onderneming rijker geworden.
Aan de Roomburgcrlaan, in de onmid
dellijke nabijheid der Nieuwe Vaart, is ver
rezen en heden geopend de Kbek- en Bau-
ketfabriek „De Bij" der firma S. Baklui ij
zen en Co. Het terrein, waarop het fabrieks
gebouw staat, beslaat een oppervlakte van
niet minder dan 2100 vierkante meter,
waardoor niet alleen voldoende ruimte is
gereserveerd voor licht en lucht, maar
waarmede ook voor latere uitbreiding der
zaak in ruime mate is. gezorgd.
De fabriek zelf ziet. er inwendig keurig en
zindelijk uit, en voldoet o.i. geheel aan de
eischen welke onze moderne tijd daaraan
stelt.
Een aanal walsen en machines, zr^als
amandel wrijfmachinc, bil lerkoekjesmachi-
ziijine voornaamste ondeugd. Toen keek zij
hem sin eek end aan.
„O, zeg dat niet! laat ik er geen bei'ouw
van he/bben, dat ik rijk geworden ben",
zeide zij op vriendelijken toon. „Denk aan
al de jaren, die ik hier gewoond heSb, en
hoe ik u zoowel eene dochter als eene zus
ter geweest hen. Heb ik ooit geweögerd
verplichtingen aan u en Janet te hebben?
Waarom zoudt gij dan te trotsch zijn, om
nu iets van mij aan te nemen?"
Dat lvad hem getroffen.
„Mary, mijne lieve zuster!"
„Neen, gij beschouwt mij niet als uwe
lieve zuster, wanneer gij zulke dingen tot.
mij kunt zeggen. Waarom zoudit gij mij
van mijne grootste vreugde beroovcn? Zijn
uwe kinderen niet even goed de mijne? be
hoor ik niet even goed bij u als zij? Mau
rice, ik had niet gedacht, dat gij zoo hard-
vochtig kondt zijn."
„Neen, neen!" zeide hij sussend. „Ik ben
niet hardvochtig."
/Herroep dan uwe woorden. Het is niet
mijn eigen geld het is het uwe, dat van
Janet en de kinderen. Gij moogt u niet van
mij afscheiden en mij alleen in de koude
laten staan."
„Lieve", antwoordde hij, door Kaar ernst
overwonnen, „hoe kunt ge zulke dingen
zeggen! Zoudt ge denken, dat iets ons zou
kunnen scheiden? gij moogt niet zoo'n on
gelukkig gezicht zetten,. „Wat wilt gij., dat
ik doen zal?"
„O, dat zal ik u later wel eens vertellen",
zeide zij op opgeruimden toon; en opstaan
de sloeg zij de armen om zijn hals on kuste
hem dankbaar. Zij had overwonnen o,
ja, dat wist zij overwonnen door de
kracht van goedheid, ernst en waarheid
later zou zij hem zeggen, wat hij doen
moest en hij zou het doen.
Maurice had veel gevoel voor recht en
hij zou noodt weer trotsch tegen haar zijn
neen, haar broeder, voor wien zij alles
opgegeven had, zou nooit weer txx)lsch te
gen haar zijn.
HOOFDSTUK XXV.
Op dat oogenblik trad Mrs. St. John de
kamer weer binnen, en liep het gesprek
meer over algemeene onderwerpen; broe
der en zuster waren beiden blij, de zaak
voor het ooigehbldk te laten rusten; en het
onderwerp, dat all Ier gedachten bezig hield,
kwam ndet weer ter sprake vóór den vol
genden avond.
Janet, die gedurende de laa-lste dagen in
een droomenland geleefd had, vond het
lang niet gemakkelijk het gewone leven
weer te beginnen. Zij ontwaakte den vol
genden morgen met het oude drukkende
gevoel, dat het Zondag was, de dag, waar
op Maurice het meest te doen had
waarop hij zich niet spaarde en anderen
ook niet toestond zich te ontzien; waarop
hij ziich met lichaam en ziel aan zijne ge
meente gaf; waarop de rechten van vrouw
en kinderen niets waren in vergelijking
van die der gemeente een dag, waarop
een gevoel van verwijdering en verdeelde
6ym.pat.Me over Janet scheen te komen,
terwijl zij in de groote bank van de oude
kerk zat, met. de kinderen om haar heen,
en beproefde haar vermoeiden geest
eenigszins in eene ernstige stemming te
brengen.
„Trek geen gelijk julk aan met den on-
geloovige." Waarom vervolgden die woor
den van den Apostel haar somtijds, als
hare oogen naar den muur tegenover haar
dwaalden? Was het haar schuld, dat zij
zich niet tot hét peil van 'haar man kon
verheffen? Was het niet veel meer haar
ongeluk, dat hij zich den molensteen van
haar zwakheid om den hals gehangen had?,
Hij had haar getrouwd, terwijl hij deze
moeilijkheden in haar karakter kende,
maar gehoopt, dat de aanraking met zijn
ernst haar zou veredelen. Kon zij hem lief;
hebben en toch zijme voetstappen niet
drukken? Hoe kon hij weten, dat zij zijn
werk als haar mededinger zou gaan bo
schouwen dat zij -bezig wae haar hort te
verharden en zich koppig tegen hem zott
verzetten?
(Wordt vervolgd).