Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABONNEMENTSPRIJS - IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEYESTiGD ZIJN KWARTAAL f 2.50 WEEK f 0.19 nco Ter post per kwartaal 12.00 'ste JAARGANG. - WOENSDAG 23 JULI 1920. No. 93 BUREAUHOOIGRACHT 35 - LEIDEM. - TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIEPRIJS PER GEWONE REGEL f 0.22>/j DES ZATERDAGS f0.80 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF. KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens 30 woorden 50 cent Zaterdags 75 cent, bij vooruitbetaling nummer bestaat uit twee bladen atschappelijk Isolement. ons isolement, in onze zelfstandig" in onze beginselvastheid, ligt onze °J hl- :n opzichte van het politieke teven dt dit onder ons vrij algemoen er- l dfs zijn etr niet weinigen d'ie nog (ten je verder willen gaan dan Green be de en die alle samenwerking- met, an* partijen ronder meer willen afsnij- m a a s c li a p p ci 1 ij k gebieid er wondt d'c gcoote betoeltenis. van 'card nog veel te weiinig gevoeld, zóndieirheid dloar do patrioons, do n on middenstanders, arbeiders zijn hen in d^t opzicht vooruit. icdB in 1875 begrepen de mannen „Patrimonium" dat zij van het irale Alg. Ned.. Werkliedenverbond r met hunne beginselen niet w^rdf •kenimeen dep| meer mochten uit jen, maar dat. zijn hunne kracht l sten zoeken in isolement. pk die mannen van de vakorganisatie ben dit gevoeld. de z. g. neutraio bonden word met christelijke -beginselen niet gerekend de ïedicn van christelijke loven sop vat* waren individueel te zwak, om in- d van bef eek-en is uit te oefenen, leeds verdien* zakten de vakorganisa- af. ion-der terughoud in g word de ver- felijkie leer van den klassenstrijd ge likt. nze mannen begrepen'dat zij door to blijven van de algemeiene bonden tie massa zouden ondergaan, dat zfj ine beginselen zouden schaden en Koning smaden en dat zii alleen zich af te zonderen, clbor zclfstan- op te treden kracht en invloed zou- kunnen uitofenen. 'andaar dat toen het Christelijk iaal Vakverbond is gesticht, udanks smaad en boon, ondanlcs en tegenwerking en vervolging zelf )ben zij hoog gehouden de banier van Evangelie. in hoa schitterend is aan hen 'de waar* dl van Green's leuze bevestigd), ie Christelijke organisaties mogen l nog niet zoo sterk zijn als de ,,mo- ne" vakb-ond,-en. groot is toch d'e in- Bd die zij hebben uitgeoefend, o s il t i e f dfoor de arbe ids voorwaar, i t© verbeteren en krachtig mee te rken aan de stoffelijke en. geestelijke heffing van cton arbeidenden stand. ST -a g a 11 a fdiooc «de uitspattingen de revolutionaire vakbonden je iporen, ongemotiveerde stovnsren le- h-ouden en de roode bonden te ingen met hen te rekenen. Jondor isolement, zonder zelfstandige ;anisatie, ziouden de Christelijke work men in dien roodon stroom zijn ondap- faan. n patroonskringen Had' men langer irk om tot, de overtuiging te komen, t, om het beginsel ;e kunnen handha- isolement, zelfstandig optreden 'cht was. be tegenstölljingen waren hier minder herp eai men zeggen. khijnba-ar W-el, maar indordiaad toch st. jf vond de leer van 'den klassenstrijd werkgeveirs'kringen bij boören en ridon standjes geen tctepac sing? Was ook liier die «invloed van de revo lutie-beginselen niet merkbaar? Werd! daar bij de -behandeling van al- lerioi vraagstukken met de Christelijke beginselen gerekend? Hoe ging het bij de regeling van ar beidsvoorwaarden, likt organiseren van tentoonstellingen en winkelweken enz. Was de invteed van dö Christelijke boe ren en middenstanders daarbij' merk baar? In liet gunstigste geval werd er met hunne gevoelens eenigermatc rekening gehouden, maar «daartegenover w^rct dJaii ook van hunne zijde een groote mato van inschikkelijkheid ve-rwacht. Gelukkig is daarin die laatste jaren eenige verbetering gekomen. Onze middenstanders ltebben voor een deel1 althans, ingezien dat, in isole ment, in beginselvastheid! hunne kracht school. Dc Christelijke Middenslandfebond is opgericht, welke bond de waagstukken die het maatschappelijk teven bc*ro ve.n wenscht te bezien bi; net licht var Woord Gods. En ook de Christelijke boeren, en - ten ders hebben begrepen dat j -p asm verkeerden weg waren en dat zij rich op e-n eigen grondslag hadden te vgar nisc'eren. Niet om af te breken en d.? krachten te versnipperen, maar om te bol^-»- t, kunn-on bouwen en te krachtiger te r,üji nen arbeid en. Samenwerking blijft altijd! mogelijk. Samenwerking niet als personen» malar alts organisaties met behoud var; eigen zelfstandigheid en ondier lioo-ghou ding van liet eigen beginsel. Er wordt en met. recht vee! geklaagd óver dc maatschappelijke verhoudingen. Maar eir zou al veel gewonnen zijn ;n- d'ic.n verstaan werd de beteekenis van het woord-: In ons isolement, in onze zelfstandigheid, in onze beginselvastheid, ligt onze kracht, en ind'ten patroons zoo wel als arbeiden leerden optrekken o n der ei'gen banier. Brandstoffen-Commissie District Leiden. Daar met het oog op de prijsverhooging per 1 Augustus van groep B van deze groep vele aanvragen binnenkomen ter behan deling in de maand Juli vestigt de Di recteur van bet Brandstoffenburau er de aandacht op, dat aanvragers, die op behan deling der aanvragen door het Bureau en aflevering door den handel tegen den «thans geldenden prijs aanspraak wen- aanvragen op uiterlijk Dinsdag 27 Juli bij schen te maken, (moeten zorgen dat deze het Bureau moeten zijn ingediend, de bij betaling aan het Bureau en inlevering dei- toewijzing hij den handelaar op uiterlijk Donderdag 29 Juli a.s. moet hebben plaats gehad. Aanvragen, die niet voldoen aan deze 'be palingen, komen niet voor behandeling in de maand Juli in aanmerking. De Director van het Brand- stoffenbureau, KRAMER. Leiden, 21 Juli 1920. V Communisme enspek. Een ietwat eitrenaardige combinatie. Althans in schijn. De verklaring vindt men in de vol gende correspondent ie uit het Roerge bied in de N. R. Grt.; Hee>l opmerkelijk reageert dc ar- beii-dersbevolking\ op «die werving van mijnwerkers voor onze onderne mingen in Limburg. Yan don kant djer vakverenigingen wordt deze werving tegengewerkt, daar de lei ders terecht van mecni'ng zijn, dat Duitschtend .op het, oogenblik geen arbeidskrachten in da kolenproduc- tie te verhezen heeft. De trek naar Nederiand is pijnlij'ldetr, omdat, dezo lieden streng zijn in hun eischen en s toch Is de beste werklui, nicl boven de 40 jaar, aannemen, De communisten echter houden cr dergelijke patriottische bezwaren niet op na en moedigen den uit tocht aan. In Limburg tokt beter voedsel en, bij een laag kostgeld-, nog altijd veel voordelie-er loon. - Het .gevolg is, dat wij vooral com- muniistischen toeloop krijgen. Dit scheen mij ook proefondervindelijk juist, daar ik alleen in communisti sche m i.j n werkers te n h li n hoorde van vrienden, dóe in Nederland wcrk badidlcn gekregen. Dit. verschijnsel kan zijn bezwar hebben voor kalmte in het Lim- burgsche kolen gebied. Maar eenigs: rins troostend kan men daar tegen over stollen, d-at. een gedeelte van liet bolsjewisme der Duitschers van plaatselijken aard! is, een product van honger en verbittering. ..Onze lieden zijn zoo zelfzuchtig; legen spek is hun beginsel vastheid niet bes t. o n d", bjoo klaagde mij tten communisti sche Rrbeid'er zijn nood. Jjef '«v.ij van 'groote bppwvtokkiglieid gdLuigien, me-k,'Path hierbij op, In dien meA ,de communislisclto en sparta* cistische beweging alleen verklaarde uit 'den economisclien n-ood. De invloed der beginselen moet niet worden on derschat Maar .oef blijkt ook weer uit dfeze me- dedealiing, dat, do kracht der beweg: ng in Duilschland en elders afneemt, naar mate do economische toestand! en niet name de voedselvoorziening verbetert. Veten scharen zich bij de. meest revolu tionairen uit nicl-princfpi^te overwo- gingen. Maar al,zijn er z.g.n. commu nisten", wier beginselen niet- togen spek bestand' zijn, men mag in onze lim- bwcrsche mijnstreek wel terdege waken. Waken vooral -tegen verkeerde gees telijke invloeden.- Zendingsdag te Oud-Poelgeest. "Heden werd te Ocsstgeest op de Buiten plaats „Oud-Poelgeest" de Twintigste Zen- ihiiigsdaT der Oercf. Kerken in de Classis Lei- aen gehouden. In den loop van den morgen trokken zeer velen naar het schoone Buitengoed op. He', weer was wel niet zonnig, maar toch dfjog. bij uitstek geschikt voor deze samenkomst. Te Hl uur, toen reeds een 600 personen op het terrein aanwezig waren, opende ds. D. Pol van Boskoop het samenzijn met het doen zin gen van Ps. 47 Dl en 4. Hierna hielij ds. Pol zijn openings rede: Ter opening van onze samenkomst wil ik U in korte wroorden vertolken een bede voor het ZendL'swerk van den apostel Paulus; de bede, die hij eenmaal door middel van een Zendingsbrief richtte tot de gemeente van Thessalonica. 2 Thess. 3:1: „Voorts, broeders, bidt voor ons, opda: het Woord des Heerèn zijn loop hebbc, en verheerlijkt worde, gelijk óok bij tri' A a r,.l e i d j n g tot dit bijzondere ver zoek, om in den Zendingsarbeid met het wa pen van het gebed mee te strijden, vond Pau lus in de al meer opdringende macht van de Joodsche vijandsch'ap. die zijn aanvankcüjk met rijken zegen gekroonde Evangelieverkon diging in de koopstad Corinthe dreigde met den ondergang. Zijn hart is daarover zoo bezorgd, dat hij midden in allerlei vermaningen de bede in vlecht, dat de geloovige Thessalonicensen toch voor hem en zijn Missiewerk zullen bid den en. aanhouden in het gebed. Een apostel des Heeren komt thans niet meer met een Zendingsbrief tot ons, maarAvij hooren in doze bede toch éénzelfde roep, ko mende van verre landen en van alle windstre ken. rot volhardende smeeking voor liet Zen dingswerk. Van al die mannen en vrouwen, die zich zelf hebben gegeven voor den Naam Van onzen Heere Jezus, én die vaak op eenzame posten en onder veel bange tegenkanting pogen te plan ten Christus'' Kerk onder heidenen en mohame- danen. Maar bijzon de rij ik beluisteren wij op ouzeti Zendingsdag dan weer deze bede. zooals die onze mannen en vrouwen tot ons richten; onze predikanten met hun echtgenooten op Soenrba en Midden-Java "ten Zuiden-En dan mét name nog. gelijk die komt van ons eigen Zendingsveld. dat thans vacant is. maar de bearbeiding geniet van den consulent br. Es- ser, wiens eigenlijke standplaats is her nabij gelegen Poerbolinggo- Een beae. ons Zendirgsgebed zonj Paulus door zijn Zendingsbrief tot Tiies- salonïca's gemeente; niet om persooüjken welstand, noch om roem en glorie; doch om een voorspoedigen loop van het Woqrd der waarheid in Griekenlands 'havenplaats. Dat Woord der waarheid was daar reeds, als het water uit -een wel, gaan springen, maar het liep er niet, het, stroomde er niet, als de van plaaits tot. plaats voortbruisende rivier. jDat Woord der waarheid had daar reeds zijn vernieuwde en zaligende kracht) geopen baard. maar het brak er niet ui: in zijn God verheerlijkende sterkte. Daarom «wil Paulus, dat de Thessalonicen sen zich met hem buigen zullen aan Gods genadetroop en bidden, dat daar in Corinthe, in die stad van handel en weelde en lust. het Woörd des Heeren zijn loop zal hebben en verheerlijkt worden. Dankbaar gedenken wij op onzen Zendiirrs- dag, dat God de Heere óok op het Zendings veld van Müdden-Java ten Zuiden den arbeid onzer mannen zóo heeft willen zegenen, dat or midden in het Mohamedaansche land krin gen van belijdende christenen zijn geformeerd en Christelijke gemeenten zijn geplant. Maar het Woord der waarheid wordt in zijn loop óok daar zoo gehinderd door allerlei dammen, vaak hoog opgeworpen: de anti christelijke vijandschap van het Mohamedanis- me; de zelfingenomen trots en de stugge eigen gerechtigheid van den Islam; de gehechtheid der Javanen aan hun oude afgodische gebrui ken-; de hardheid van het menschenhart. etc. Als Paulus noodigen ook onze mannen en vrouwen ons tot gebed, opdat Gods genade kracht die dammen doorsteke, het Woord der Waarheid ga loopen en stroomen van desa rot desa (dorp) en zijn kracht tot verheerlijking van het door de zonde zoo jammerlijk ge knechte menschsnleven openbare. Drangreden er toe zij de dankbaarheid voor de zegenende heerschappij van "sHeeren Woord in onze kerken, kringen en gezinnen. Zóo groote genade moet ons nopen he: onze te doen, dat ook die menschen. die er nooit nog van. hoorden, met ons er in deelen jno- gcn. Gaat zoo werk en gebed op den Zendi'igs- akker saam met het gebed en het werk der ge- loovigen hier te lande, dan mogen wij ver wachten. dat God, gelijk hij 'i eens in Corin the deed. Zijn koninkrijk doet komen, daar in het schoone hoog- en laagland van MiJden- Java ten Zuiden, waar ook wij onze Zeniings- post Wonosobo hebben. Aan het Zoeklicht.- Leiden, 21 Juli 1920. XXVIII. Herhaaldelijk had ik rneenen waar te nemen dat de verkorte wenktijd en de hoogere loonen het drankmisbruik in de hand werkten. Ken imensch kan zich echter vergissen. En daarom ging ik mijn licht opsteken bij iemand die als op de hoogte kan wor den beschouwd, een lid van he-t Consulta tie-Bureau voor Drankzuchtigen. Wat ik daar hoorde viel mij niet mee. De invloed van de hoogere loonen en van den verkorten arbeidsdag, zoo ver klaarde hij, is zeer goed merkbaar. Het verband valt niet te loochenen. Do vrije Zaterdagmiddag -wordt door niet' weinigen -beschouwd als een drinkgelegen-, heid en het hoogere loon als een drinkpen ning. 'i Is wèl droevig. De dingen die moesten meewerken tot verheffing van den arbeidersstand en dat misschien in 't algemeen ook wel doen, worden oorzaak dat de ellende in vele ge zinnen grooter wordt dan ooit te voren. Een bewijs dat stoffelijke verbetering niet altijd, zooals zoo vaak betoogd werd, geestelijke en zedelijke vooruitgang tenge-. volge heeft. En een ernstige waarscliusving voor al len die naar sociale verbetering streven om de geestelijke zijde van dit vraagstuk niet over het hoofd te zien. OBSERVATOR. Zij daartoe onze Zendingsdag gezegend en bevorderlijk! Vervolgens ging ds. Pol voor in gebed. Aangeheven werd Gezang 151:6: Och brak die dag toch spoedig aan. Dat Kaffer. Moor en Indiaan De knie ^>or U. o Jezus? bogen. O Geest, o Geest breek door. breek door* Dat alle volk "Zijn. heilbee hoor. Zoo blijkt uw goddrlijk alvermogen. Zoo wordt.zijn godsdienst één alom En lieel deez' aard zijn heiligdom. Ds. A. M. Boevinga van Sassenheim open» de d-e rij der sprekers. Hij sprak over: Onzó Zeitdingsorganisatie. Spr. wees er eerst op dat zij» onderwerp eenigszins- saai lijkt.Wat al vereenigingen heb ben wij niet,watal corporaties bestaan er onder wjj niet, wat al corporaties bestaan er onder ons- Organisatie is in dezen tijd ook noodig. En zouden wij dan niet in de zending orga-i nisatie nooaig hebben? Organisatie is een woord van zeer ouden. Griekschen oorsprong.dach een zaak bizonder voor den nieuwen tijd. Zij is de weL doordachte in elkaarzetting van een"zaak om aldus het beoorde doel te bereiken. Zooals- het Invert in zijrj irnodierne ontwikkeling zich eindeloos verbiaondert, verbizor,deren zich ook de organisaties, op allerlei gebied, in eindelooze rü. Zendi.ig drijven is een voeren van den hei ligen oorlog aller eeuwen, die dan ook een krijgsorgaiusatie niet kan missen, opda: door .haar de geestelijke strijdmacht worde saam- gesteld en uitgerust Onze geref. zendingsorgamsatie laat de zen ding niet uitgaan van een genooschap of ^cr- eeniging, doch van de kerk, gelijk die door Christus is georganiseerd in het instituut der kerk. Tot haar is het zendingsbevel gespro ken. Paulus werd dan ook tot zijn zendings- ,reizen telkens uitgezonden door de kerk, na der een plaatselijke kerk Zoo' igeschiedt dan ook bij ons. De kerken van ecu bepaald gewest steunen dan die- plaatselijke, zendende-ikerk. De plicht daartoe rust op elk lid van elke plaatselijke kerk. leder hedft in onze organisatie zijn zendingsroepiing. De FEUILLETON. .angs donkere wegen. „Luister, dokter, gij moot mij aanhooren. heb gedacht, gepeinsd, totdat mijn hoofd 'eigde te barsten en zij bracht de hand m het voorhoofd. „Luister naar mij er is nieanand op de wereld, die ik trtrouwen kan. behalve u." .Helaas, dat jöde zij; was het niet deerniswaardig?" ing mij mijn zoon, dat hij Onder mijn k sterve." „Hoe had zij het duidelijker unnen zeggen?" „Ik zeg u, dat het hun beider dood zal n", antwoordde de k'lein-e dokter boos. „Mijheer, zij is nu reeds stervende; men [an h*et duidelijk aan haar gelaat zien. 'at zijn eenige dagen of uren meer, ver- Eleken bij de rust en den vrede van den 'est? Den geheelen dag hebben hare igen angstig tot mij gesproken; zij zeiden: Denk er aan, dat ik u vertrouwd heb; 'aar is mijn zoon?" Nu begint de nacht teer en hoe zal ik den stillen drang dier 'gen uithouden? Het zou haar dood zijn! '1, wat ik u zeg", ging Mary op harts- btclijken toon voort, „zij kan niet ster- Zoolang hij niet komt, martelt, gij ar, en zweeft zij tusschen leven en dood. 11 zal ik naar haar terug gaan en haar Jtellen, dat hij morgen komen zal; zi| zal mij gelooven en hare mo'ede oogen kunnen sluiten. Het zal dan voor uwe rekening zijn, als gij hem niet brengt"; toen keerde zij zich bedaard om en verliet het vertrek. Dokter Arnaud haalde de schouders op. „Is het mogelijk? Mademoiselle keert alles onderst boven; men moet haar gehoorza men en een moord begaan; men zou er voor op de guillotine kunnen komen, als raen hem uit zijn bed haalde en hem in die kamer bracht", zeide hij naar de zieken kamer wijzende. „Madame', ik heb uw zoon meegebi-acht, hier is hij. Hij is een schelm en een deugniet geweest goede hemel! de verloren zoon in persoon; omhels hem. Stel u het tooneel voor wat -Kan er an ders het gevolg van zijn dan het einde? Welnu! Ilt wascli mijn handen in onschuld; ik protesteer, maar gehoorzaam." „Het is een ongelukkige geschiedenis, maar ik geloof, dat zij gelijk heeft.", ant woordde Grey, die aangedaan was door Mary's welsprekendheid. Als Dollie het ge zegd had nu, misschien dat hij dan twij felen zou; maar Mary was zoo kalm en rustig en verstandig! hij had een gevoel, dat zij liet ten slotte toch bij het rechte eind had. En dien nacht sloten zich de arme starende oogen, en terwijl Mary naast het bed zat, legde zij haar vermoeid hoofd op hetzelfde kussen en sliep zij ook in; cn voor «het eerst was er rust en vrede in het Ziekenvertrek, Maar met den morgen kv>am eene her nieuwde rusteloosheid; de lichamelijke zwakte was zeer groot, maar het sluime rend bewustzijn ontwaakte. Weer werd Mary gevolgd door den verlangenden blik der oogen; da ooren schenen zich in te spannen om te luisteren; 'bij eiken voet stap, bij ieder geluid merkte Mary op hoe de zieke zenuwachtig opschrikte; liare handen schenen iets op de sprei te zoeken. „Neen, hij is nog niet gekomen zeide Mary dan, terwijl zij haar als een kind sus te; „gij moet stil cn geduldig zijn; gij weet wel, dat gij ons vertrouwen kunt", en dan wendde zij haar hoofd weer met een zwa- ren zucht op het kussen om. Het was reeds laat in den namiddag, toen Mary de wielen eener vigelante op hét plein hoorde, toen ontstond er beweging, in de gang en wist zij, dat hij gekomen was. Mrs. Reid had het ook gehoord; zij wenkte Mary terstond met de oogen. ,.Haal hem!" was alles wat zij zeide; maar hoe trilde haar gelaat van verwach ting! hoe bewogen hare handen zich op het dek! Mary aarzelde een oogenblik, keek toen veelbeteekcnend naar Justine cn verliet het vertrek. Wat duurde het lang minuten sche nen uren voordat hij de deur had be reikt. Mary sloeg hem in spanning gade, toen bji langzaam dê trap opkwam op Grey's arm leunend en gevolgd door den kleinen dokter, die bij eiken stap bromde. „Welk -eene dwaasheid", hoorden zij hem mompelen, „ge onteert uw beroep, Pierre Arnaud, nu gij zulke dingen toestaat; en telkens begon hij opnieuw te brommen. Eindelijk stond hij op den drempel van de kamer zijner moeder hij zag er ver vallen uit, en was geheel buiten adem. terwijl zijn gelaat van inspanning parelde. „Moeder, ik ben thuis gekomen om te stei'- ven!" sprak hij; en bij het woord „moeder", kwam er ene flikkering in hare oogen cn trilden har? gelaatstrekken van aandoe ning. „Walter!" sprak zij zacht; zij beproefde zich overeind te heffen, maar kon niet. Toen strekte.zij hare bevende handen naar hem uit. „Walter, mijn zoon, mijn zoon; keer terug tot God en 'tot mij!" En toen hij ha'lf door berouw en "half door zwakte naast haar bed neerzonk, raakte haar zwakke hand zijn haar aan en bleef toen op zijn hoofd rusten. Wat was het, dat zij haar daar hoorden fluis teren? „Want deze mijn zoon was dood en is weder levend geworden; hij *vas verlo ren en is gevonden." Een klein tijdje lieten zij hun ongestoord te zamen; er was nu niets meer ie vreezen. Het was de laatste opflikkering van het leven zij wisten het; maai; ljfig vredig waren die laatste licenl Zij hadden hem zóó gezet, dat hare ster vende oogen op zijn gelaat rustten; van tijd tot tijd streelde hij haar hand. of noemde haar moeder; dan kwam -de vreem de, zachte glimlach weer op hare lippen, maar zij sprak zeidon. Eenmaal hoorden zij haar fluisteren: ..Mijn kindje, ons kind je, Marmadufce!" Zocht zij in die gebogen gestalte en dat vervallen gelaat nog da trotsche schoonheid terug te vinden van haar verloren zoon Walter? „Moeder, zeg mij nog éénmaal, dat gij- mij vergeven hebt, voordat gij sterft", riep hij uit, en toen glimlachte zij weer. Daarna veranderde haar gelaat. Vergeven! o, ja; wat behoefde zij het hem nog te zeggen, daar zij reeds zijn hoofd op haar stervende borst getrokken, en haar mager gelaat tegen het zijne gelegd had! Vergeven! als zulk een glimlach hem tegenstraalde? Zelfs nu zij niet meer kon spreken, beduidde zij hem haar te kussen, maar toen zijne lippen de hare beroerden, zuchtte zij, trilde haar gelaat de ziel van Isabel Reid was to: rust gekomen. IIOOFDSTCK XIX. Er waren bijna veertien dagen verloopen sedert het kasteel St. Aubert zijne méep-. teres verloren had; en in dien tiid was él* nog een treurig drama afgespeeld. /Wordt vervolgdL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1