"weede Blad.
3
Zaterdag 17 Juli 1920
e noodige Wapenrusting.
Doet aan dé geheel e wapenrusting Gods
Ei. 6: 11.
Toen Paulus cfit kernachtige woord
erschrcef. zat do wakkere getuide
or eten naam en de mak ctes Heeren
aar-chi.jnlïjk gevangen te Rome. In
20 dient hij zichzelf aan als ,-een se
nt ih eene kelen Ga van deze se-
ichfo uit en se zult het (kroel verslaan.
fSj Paulus nier een beeld errijQt uit het
T. destijds.
!S De Apostel was een <re»-angone. maar
jefd verblijf wi zijne eigene .gehuurife
ining. vermoedelijk dicht bij de les er-
laats'der soldat-n. En nu van
tot das. hoe Je keurbende der Re-
lóinsche legioenen zich wapende tot
n strijd. Zag hij. hoe de soldaten toe-
Tiist acnlrrifjcn: omgord mei den strijd
a-del. de harst geharnast, de Weten
'ichoeid. hef schild in de hand. den
•lm op het hoofd en het zwaard in :1e
ihfede De echte redenaar kiest zijne
'okten uit hetgeen fooi*h?t crimen ligt.
'erwonrl'ere u dus niet, dof, Paulus liieri
M het adres van- en met toepassing
het christenvolk, zèsfDoet aan de
lir-ole wapenrusting Gods-**
Boven de hei schappij van den Ro-
icinschen Adelaar*weegt hem de strijd
ior de banier des Kriiis?s en de vaan
EvansoJies. Met echte mees terkunst
inll aanstonds gebruik gemaakt van
treffend beeld en in hel neergjegch je
ll woord (aan do vrijgekochte keur-
nrl.n des Ree ren, eene krachtige aan-
gegevenom zich fe wapenen
i|. den hoogt-ren, geestelijken strijd,
I De vrijgekochte keurbenden .'des Hee-
|pn? Behoort gij da&rtoe?
Afleroerpt, móet er eene besliste keuze
£ijn. Neutraliteit 'deugt nergens voor. Is
M lelijk ook onbestaanbaar. Wïc niet
■oor is. is tegen; oh wie niet mee verga
dert. die verstrooit. Wij moeten weten,
tnn welke zijde we staan; a*an de ziid'e
6or wereld of aan die van Gods volk.
(Tif wo behooren tot de kruisdragers,
Mnn^vel tot de zonen der Revolutie- Of
|re zijn aanbidders van Konine Jfriis.
i dan neen. Dit pleit beslist. Yerflau-
ring der.grenzen kan hier niet. toege
titer. Maar wanneer trij li schaart on-
pk-r de vaan de? Evangelie?. dan be-
j. orj go ook ami te treden onder de
feru.sbanier en van stonde aan te besef-
ïert, dot wij strijders moeten zijn
p>o rust is elders liter op aarde hebben
Ie- strijden: en strijd, niet tegen
kiorsch en bloed, maar een beginsel-
pi rijd: een strijd Koen de machten -en
Rorkingen der duisternis-
Vel pn verstaan den strijd niet. Veelal
vordf, dp kracht des vijand?: onderschat:
ivoi'rtt de moening gekoesterd', dat men
[Sn zivch"izê)if den tegenstander wel kan
nvt-crsfaan. Als. bloot Christen zonder
•neer. Sommigen zoeken hunne wape-
[»m in zedelijkheid en braafheid,. Ancte-
'cn achten zich wel uewapend met hsn-
e wijsheid eri hurt verstand. Rn een 'der-
neemt viino toevlucht tol. de afzonde-
bug en mijding van het strijdgewoel. De
r; bijv- i: voor sommigen iets uit
den booze. Daarvan houden ze hunne
hinder re:ri ..Wat geeft nu al dat o-p-
I s h rmuizel?" Alsof de vrte vraagsllk-
ken des leven? niets te maken zouden,
["hebben met het levensbeginsel'
Och. christen in uw klihs! lees. eens
even na, hoe Paulus in Efez-e 6 zijne
J'handen b&vuilt aan het vraagstuk \-an
liet gezinsleven en van de sociale ver-
Hating tusschen heer en knecht Mis-
seriën lokt het u uit uwe afgetrokken
fkeid!
Dc strijd, dien we te strijden hebben,
•.•-co?lelijk van aard. We moeten der
halve ecne doeltreffende geestelijke
I "wapenrusting hebbent we moeien
j nair Paulus' woord aandoen de wa-
tulgbuis Gods moeten we 'de ki'i^ioe-
rusling hebben- Paulus noemt et® nof,di-
ge wapenen tot in de onderdoden, waar
schijnlijk in volgorde, zo-oat* dc Romo.n-
sche soldaat er zich mee wapende-
Doch denk er nu wel om: dc g e-
h e e 1 e wapenrusting is noodig. Met en
kele onde1 dei-Kn kunnen wc niet vol
staan Zullen we welgewapende krijg?
knechten rijn. dan behooren we yojied.g
toegerust te wezen In den Romeinschen
sofedaat, zooals Paulus hem voor oogen
zag, weltoegerijst, biedt, de Apostel ons
een leerzaam voorbeeld1. Zoo moet. er bij
ons zijn ecne volle wapenrusting voor
den geestelijken strijd:. Andes ®ijn we
niet bestand tegen de vijandige aanval
len; kunnen we de tegenstanders niet
weerstaan; en niet staande blijven in
den strijd- Vooral in onze clagen niet!
Met een weinig zélfs mei veel
vroomheid komen we er niet. In den
zaligen aielevrede voor hef eigen hart
magen we niet rusten. Dat is wei ec-n
genotvol onderpand en een heerlijke
Worsmaak van de volle hemelsch0 vreug
de hiernamaals Maar hier op aivde
worden we geroepen tot den strijd. Er
dbarioc moeten we behartigen Paulus'
vei maanwoord:
Doet aan 'de geheele wa
penrusting. G o dt s.
Zondagsrust.
Over dit onderwerp schrijf U Prof. Fabius
iu „Studiën en Schetsen": -
ïn de op 20 Mei 1.1. gehouden vergade-
ïing van de Ned. Vereeniging tot bevorde
ring van Zondagi'ust is door Mr. Kooien er
op gewezen, dat wij tot zekere hoogte met
de ZondagrusÉ zijn achteruitgegaan.
Ten gevolge van verschillende wetten
moge voor vele personen zijn verkregen,
dat zij op den dag des Heeren vrij van
werk zijn, maar voor de maatschappij in'
haar geheel dit merkte Mr. Kooien zeer
terecht op is de Zondag-rust vermin-
deed. Inderdaad valt dit niet te loochenen.
Althans in de grootere plaatsen geeft het
maatschappelijk beeld maar al te weinig
eenen weldadigen indruk van rust. Veeleer
daarvan bet 'tegendeel; eenen indruk van
onrust, van groote drukte, van zenuwach
tig jagen. Voor vele instellingen is de Zon
dag de drukke dag bij uitnemendheid. De
openbare middelen van verkeer zijn dan
vaak overmatig bezet. Buitengewone maat
regelen zijn dikwijls noodig om aan de
wensohen van heb publiek te voldoen. De
openbare gelegenheden tot vermaak zijn
niet zelden overvol. Optochten en- wedstrij
den helpen mede om alle gevoel van rust
te bannen.
Zoo gaat meer en meer de heilzame,
vooral in dezen tijd zoo noodige, invloed te
loor, dien de Zondag door eene stemming
van rust op de maatschappij kon oefenen.
Met een kleine wandeling is het vaak bijna
onmogelijk, zich aan het gewoel te ont
trekken. Om ten volle de verkwikking van
rust op zich te doen inwerken zou men in
menig geval genoopt zijn, zich op te slui
ten in zijn huis. Maar ook dringt daarbin
nen' dan nog dikwijls de onrust van den
openbaren weg door.
Duizenden van menschen zijn voorts
noodig om wie zoo de Zondagsrust versto
ren, te bedieneit. Ook worden op die ma
nier schatten gelds besteed, die veel meer
nut konden doen. En de menschen, die het'
openbare vermaak op den Zondag hebben
gezocht, zullen den volgenden morgen
dikwerf den arbeid hervatten zander wer
kelijk ontspannen te zijn. Het Maandag-
houden van velen is zoo verklaarbaar.
Terecht heeft Mr. Kooien opgemerkt, dat
de ontspanning, waartoe de Zondag onge
twijfeld ook gegeven is, bovenal gezocht
moet worden rn den huiselijken kring. Na
tuurlijk heeft de wet in dezen niets te ge
bieden.; moet zij den burgers in dezen
groote vrijheid laten.
Maar voor rekening der Overheid komt
hel openbare erf. Zij heeft te waken, dat
dit het karakter van den dag des Heeren
niet veriieze, en aan de maatschappij -de
weldaad van de ruststemming op dien dag
niet worde ontroofd. Daarom dienen de
winkels uitwendig gesloten te zijn en
moet voorts geweerd worden wat in het
openhaar de algemeene rust op ernstige
wijze stoort. De maatschappij heeft behoef
te aan, aanspraak op rust. Bescherming in
dezen is een dringende eish geworden.
Lichamelijke opvoeding.
Naar baitem
Holland, ze zeggen: je bent maar zoo klein
Maar wiid is je zee en ie lucht is zoo rein
Efl breed zyn je krachtige stroomert. "*T'
Godd is je graan of je zand en-je klei,
Purper het kleed van je golvende hei,
Stoer zijn je ruischende boomen.
Ilolland, ik min je om je heerlijken tooi,
Holland, mijn Holland, ik vind je zoo mooi!
HollandSch liedje naar S. Abramsz.
Er zijn nog maar zoo velen in ons vader
land die dat schoone van hun heimat, nu
ja, wel willen aannemen, er zelfs wel eens
hoogdravend over kunnen spreken, maar
het zelf gaan zien, in dat mooie mede te
leven, het van nabij bewonderen, neen, dat
niet.
De wereldoorlog heeft hierin wel een
verandering ten goede gebracht. Bij al het
verschrikkelijke dat wij hebben gezien en
ondervonden, heeft de volkercnkrijg voor
ons land dit voordeel gebracht dat ons volk
•het eigen 'land eens wat nauwkeuriger is
gaan bekijken. Zeer velen die anders min
stens Wiesbaden, Ostende of Zwitserland
noodig^ hadden om van natuurschoon te
genieten en nieuwe krachten te verzame
len voor den komenden arbeid, waren toen
wel genoodzaakt binnen eigen grenzen ont
spanning te zoeken. En ze hebben het ge
daan en menigeen moest het zeggen of
schrijven: „Ik wist niet, dat ons land zoo
mooi is."
U maakt de opmerking dat dit genot
alleen weggelegd is voor de bezittende
klasse van ons volk?
Maar mag ik dan opmerken dat het vol
strekt niet noodig is verre reizen te doen
en in groote hotels te verblijven om in volle
mate het heerlijk buiten-zijn te genieten.
Er is nog zoo ontzaglijk veel natuur
schoon te genieten in eigen omgeving. Vele-
stadtsmenschen kennen alleen hun singels
en plantsoenen.
Er zijn nog zoo weinig menschen die het-
stille buitenleven zoeken, om daar eens in
eerbiedigen aandacht stil te staan bij het-
gé en God hen ook in dat deel van Zijn
schoone schepping heeft te vertellen.
In eerbiedige aandacht', niet met de aan
dacht van hen die naarmate hij meer
doordringt in de schepping en haar won-"
deren, meer twijfelt aan de grootheid en -
macht van den Schepper, maar dan zoo,
dat gij in stilte medejuicht me.;- de toemel-
scbe koren: Gij, Heere! zijt waardig te ont
vangen de heerlijkheid, en de eer en de
kracht; want Gij hebt alle dingen gescha
pen en door Uwen wil zijn wij en zijn zij
geschapen.
Als ge dan weer terugkomt in het drukke
stadsgewoel, in den maalstroom van de
dagelijksehe beslommeringen, zult gij u
gesterkt voelen voor den -zwaren strijd om
het bestaan, want ge hebt het daar buiten
en-aren: „Ja, overal is God".
Naar het lichaam doet ge zoo'n dag ook
een schat van gezondheid op; doch cle in
vloed zal groot er zijn naarmate gij er een
ruimeren tijd aan ljunt geven. En wie heeft
niet de beschikking over eenige vrije da
gen per jaar?
Zoek dan eenige tochtgenooten en trekt
er gezamenlijk op uit. Iedere deelnemer
een rijwiel en samen één ritje, huurprijs
pl.m. fl per dag, en ge verschaft u niet
alleen eenige dagen van natuurgenot,
maar ge zult in dien tijd een hoeveelheid
gezondheid en geestkracht kunnen opdoen,
waarop ge, als straks de arbeid weer
wacht, een geruimen tijd kunt teren.
Daarom, trekt naar buiten, gaat kampee
ren, geniet en herleeft naar lichaam en
Leiden, 17 Juli 1920.
De Br.
Uit de Pers.
DE OUTEN GAAN HEEN.
Een Gereformeerd thcloo» schrijft aan
het IfbR:
Het-kerkelijk leven kent-geen stils!and-
Hef wordt beïnvloed door de geestelijke
slroomingen, die door de maatschappij
gaan. En de verandering in lirt kerkelijk
lefbn hangt ook nauw samen met de
wisseling van de personen. Ook jn d'e
kerk treffen we liet overal eMers voor
komende verschijnsel: aan: de ouderen
vaften weg en jongeren nemen hunne
plaatsen in. Deze verandering van perso
nen geeft ook vaak ecne verandering van
stemming, van richting en denkwijze-
Behalvê dat <1e groote leiders van het
gereformeerde kerkelijke teven rijn heen
gegaan (Rutgers overfeed en Kuypor
heeft zich geheel terug getrokken) komt
ook de oude garde van in z'n nadagen.-
Zij. die den strijd van '86 hebben meege
nomen of ook onmiddritijk daarna zijn
gekomen zij hebben jarenlang hun
stemmen laten hooren ter verdediging
van de Kerk.
Dal type wordt nu echter zeldzaam.
Prof. Visschor zcidc eens, da[ hot zui
vere gereformeerde type- V-gon uit t0
'slijten. Th" ïóöverro r? tfet v/aab tl-af TToT
oude. échte gereformeerde predfkanten-
type uil de dagen der doleantie zcWzoam
wordt en op den achtergrond geraakt
Die.oude garde verdient eeliter bij jn
stü verdwijnen wel een eer:-saluut.
liet waren echt stoere mannen, vol
bloed Calvinist, zuiver gtrefarmeerd.
mannen, dib in den kerkdijken strijd 'de
hitte de? daags en dc koude des nachts
hebben verduurd
Wij bedoelen, om maar c;.n paar na
men te noen.en, mannen al? Wagenaar
van Middelburg, Hoekstra, v0n Arnhem.
Klaarhamer, van U!recht. Zij hebben
on dor Kuyper gediend en het waren r,f
ficieren. op wie hij ten volle rekenoji
kon. Zij hebben de gereformeerde bogm
seler. on dor hot volk gebracht en rij
hebben met'zoovele anderen oen kloek
ien degelijk geslacht gevormd, dat met
warmte streed voor de eore God in Keek
en school, in staal en m»atsshappi|.
Ook dc cerslc discipelen der Vrije
Universiteit kwan.cn uit met een c ven
karakter. Zoo geheel anders dan j n-
ge>rc predikantentype. Kent ge ze niet
die gereformeerde dommee'?, die een
klomc dori g jwr g.-lcden door cl» Vrije
Universiteit werd afgeleverd? Voor wie
in ons kerkelijk leven ine thuis i- rijn
>7-0 reed? te herkennen aan hun verschij
ning en uiterlijk. De jongeren nemen
veoï meer mondaine allures aan. ook in
kleedij en tooi. M'-ar de. ouderen houden
vast aan de lange, gekleed© jas. aan clan
stemmig-zwarten stalk. Terwijl de jonge*
ren sierlijke, gekleurde dassen dragen,
aan geen hoogen hoed meer denken en
althans in de week zöch steken in T&nla-
saepakken.
Tot voor 'n paar jaar toen het papier
nog niet zoo schreeuwend duur was,
gaf de Vereeniging voor hooger onder-
wij? op gereformeerden grondslag in
haar jaarvergadering telkens een liist
van namen van cand-daten in de thoto-
gje aan de V. H. Als ge die eerste tien
tallen van namen eens nagaat, passeert
een groep van personen dc revue, die n
derdaad veel hebben gepreslewd. Kuy-
per en Ru Ure'-werkten in het centrum»
in het hoofdkwartier te Amsterdam.
Maar Houtzager?. Reuijl. Prins. Ru
dolph. V«n Lu mi: et Van der Velden
enz., enz., zij hebben dc gereformeerde
beginselen getracht in de "provincie-, op
het platteland, in de dorpen en kleine
steden- De beste gereformeerde families
gaven hun -beste z-rren met volle .geest
drift voer het heerlijke ideaal- Neerland?
volk weer terug te roepen tof." dc^Wei en
tot de getuigenis, om het te doen bui
gen voor Gofs Woartf.
Vooral in de dagen na '86 wa? er hei
lige ge&s'drift. en ware. inwendige roe
ping nood'g. om het predikambt Ie be-
gecren. en te aanvaarden- De tra elemen
ten waren zoo klein. De pastorieën waren
zco eenvoudig Maar de golf van geest
drift, die door het gereformeerde volk
stroomde voerde ook de kundigs Ie en
cte©e.;.(jk-te en soliedste jonge mannen
aan. dé- de gvrpformeerde en schriftuur
lijke beginselen loepasten.
Die oude g-arde verdNvijnt zacht ie- aan
ui-t. ons kerkelijk teven. De neesten zijn
reeds op jaren e kennen, mannen ver
grjjsd in den di>n-t. Eu keten ziiu m"-
ied'en. andpren hebben zich teruff-eet.rok
ken, onderscheid nen werken in hunne»
eemeenten in stille, nog \oort- Doch de
leiding is allengs in andere heulden
overgegaan-
BE POLITIEKE OPVOEDING DER
VROUW.
In Maastricht en Lelden, zegt onz© N.
H. Grt-, bleek het, (lat het vrouwenkies
recht, zooals te verwachten vic-1. de
rectotsche pariijc-n ten goede koml-
Voor het behoud van het godsdien steg
loven on het bewaren oor .goede U*kh
tiën is de vrouw altijd een kracht ge
weest. die boven den man uitgaat. Dit
hangt met heel haar karakifg en aanleg
samen.
Wij zullen ons hoe langer hoe m©er
rekenschap .hebben te geven, welke po
sitie wij als anti-revolutionairen tegen
over dé actie onder onze vrouwen heb
ben in te nemen.
De anti-revolutionaire kiosve-reeniging
heeft haar deur voor de vrouw ontslo
ten. Zij knn dus lid. worden en de ver.
gpderingen bezoeken-
Inlusschen is de aandrang nog niet
bijster groot En dit laat zich gereectetijte
verklaren. De vergo-deringerL der kies-
vereenigiTigen zijn voor de. vrouwen niet
zeer aan [rekke!ijk en ze zuEIen dfct ook
wel niet worden, of haar aard moest, in
Mrlj'Ct nTcI Kadr gcTT-y-T
worden
Daarbij blijf' het. fe.t b-'?v.^m.
juist de huisvrouwen g ---v ifolege.idr- 1
zullen hebben cto \T-rgadcc ngen je be
zoeken. ook al wilden ze En wij b".:v' i-
r. n d«t niet. Laten onze vrouwen baar
goddelijke rocpipg gteiouw blijven, darr
zullen zij b©!cr werk vcrchten. dan m
ooit buitenshuis kunnen dben
Dit neemt intusschen ntei wcig. dat
aan de politieke enlwkkHmg onzrir
vouwen met kracht dient gearbead ta
warden. Onze pers met. name, zal daa.r-
medio rekening dienen te houden. En d«
vrouwen zouden wij met nadruk willen
aansporen, om van hot politieke deel
c nzor an li-revolu tio-n aiae bladen te*
dege kennis te nemen. Straks worden ze
ter stembus opgeroepen ©n zij dtienett
'aan de politieke vraagstukken te keii»
nen en van de verhoudingen op c&
h ".gte te zijn-
Moge 't vrouwenkiesrecht, dot zooalf
het lot stand kwam in hoofdzaak een
vrucht i? van revolutionair overlag, nog
een middel in Gods hand wo*cten om d'e
revolutie en de daarmede gepaard gaPn'
de vriksrftende te weren-
Aar» onze krachtige actie en v»rticfi-
ting entbreke het daarbij ni«?t
BEBROEVSND YERSCHIJNSEL.
Wij lezen in Toenadering; liet or-<
van den Chr. FabrieksarlieiderSboyJ:
Jn meer dan één blad wordt er op gewezen,
dat bij een vergelijking van de maandstaat tier
.rijksfinanciën me', die van vorige maanden,
•telkens bl-ijkt, dat het bedrag van den jenever-
^tcijns onrustbarend stijjt. Het cijfer voor de
maaml Mei van dit jaar geeft weer een ver-
dufobellïng aan van liec bedra? van Mei 1919,
We bekeuren dit zeer
Het kan toch niet worden ontkend, dat de
bestrijding van iiei drankgebruik een werk is
\-an groote beteekenis voor de bewaring
ee volkskracht en de volkswelvaart.
Dé schald van dit verschijnsel wordt ge
worpen op de verhoogde loaned, de verkorte
arbeidsüjuen, -de vrije Zaïerdagr^iddag. eu®.
O. i. gedeeltelijk jen onrechte
Ongetwijfeld zijn er persoon. Jie de vaar-
de var. het geld rie: keuren; die ban geld niet
economisch welen te besteden en aan wie ge
leerd nioe' worden ir. deze tijden sober te leven
Vboral onze jeugdige arbeiders, óie d-oor de
soordzakelijke opvoering der minimum-loonen
met belangrijke loonbedragen mar huis gaan
en vader en moeder afschepen met koslkcld,
maken misbruik van hun inkomen en weten
ir, -den regel weinig van sparen. Deze moeten
tegen zichzelf worden beschermd ens ziende de
practiik, schijnt ons een gedwongen spaar
systeem niet ongewenscht toe.
Eveneens ontkennen we niet, dat vele ar
beiders bun vrijen tijd besteden op een manier,
welke min of meer afkeuring verdient. Woeke
ren met den tijd, ous van God gegeven, is een
kur.st, welke iedereen nog niet verstaat En
wij hebben de taak om hen ii; te loeren
Toch geldt dit alles met alicen voor de ar
beiders. Integendeel, onze ervaring zeg: ons.
dat alle groepen des volks schuldig staan
Voorts slaan wij niet aan de zijde va» he.r.
die alle verband tussclien een en ander looche
nen.
Tusschen sociale ellende en drankmisbruik
en drankmisbruik en sociale ellende beslaat
een wisselwerking. Het een is oorzaak of ge
volg van lie! andfcr.
Vandaar dan ook, dat. naar dmze meaning
de taak van de vakbeweging is om siecds meer
de oogen ran ons volk te openen voor het
kwaad, hier geuodnuJ
Vakorganisaties en geheelonthouding dienen
met groote kracht voort te gaan op den inge
slagen weg. Aker sympathie moeten onze leden
her werk der drankbestrijding' steunen. Opdat
door gemeenschappelijken arbeid ons volk
worde \erhoogd.
Vcrbli» laa.de groei.
Eerder dan we toet hadden durven ho
pen, schrijft het orgaan van don Bond van
Chr. Fabrieks- en Transportarbeiders, heb
ben we de twaalf duizend leden overschre
den en -zijn we op weg naar de 13,000. Met
prijzenswaardige ijver wordt er in vele
plaatsen gewerkt, om toet ledental op te
voeren.
Ieder kwartaal gingen we vooruit met
ongeveer 1000 man.
We hopen, dat het zoo door moge blij
ven gaan, opdat we al meer aan beteekenis
gaan wi-nncn.
Jarenlang heeft men gepoogd ons onder
den voet te loopen.#IIet is niet gelukt, dank
zij den noesten arbeid van onze bestuur
ders'en meelevende leden.
En nu weervoorwaarts! Met ver-
snelden pas naar toet ideaal.
Voor de Jeugd.
Levend Begraven.
XV.
Hij h'ad gehoopt, dat zijn grootvader de
*on nog eens zou zien, als het lictot door
liet raam binnenkwam, en zoo een einde te
t «vaken aan de lange, akelige duisternis;
'hij had op wandelingen in de open lucht
j mol zijnen grootvader gerekend; maar al
<iie hoop was nu met één vernietigd.
Hij waagde het niet meer do hut te ver*
Haten; hij moest zich met de gedachte ver
zoenen, den geheelen winter opgesloten te
blij ven als in een kloost er, en moest zich
hog gelukkig achten, wanneer het gebrek
«an frissche lucht en beweging geen ziek
te met zich voerde, waarmede zij reeds be
dreigd werden door de behoefte j|in veran
dering van spijzen,
Ifcm kost was zeer schaarsch: geiteu-
ttidk, een stuk hard droog brood, een paar
gekookte aardappelen, met een weinig zout
•wa> alles v at zij hadden: de aardappelen
«nor^u-n nog zuinig gebruikt worden, daar
"de kleine hoeveelheid iederen dag vermin
derde.
Dit was steeds het onderwerp van hun.
Gesprek en de grootvader nam iedere gele-[
•en he id waar, om zijn kleinaoou te troos-
ien en 'hem met het noodlot te verzoenen.
Ditkwijls slaagde hij er in, doch niet al-
tijd, en dan zocht hij naar ecne andere be-
Izigheid om den knaap den tijd te korten.
Gelukkig was er nog stroo, en Jacques
werd steeds meer bedreven in toet vlechten,
j Een andere en veel gewichtiger zaak gaf
hom voor eenige dagen bezigheid. Hij
v moest een uitweg voor den rook maken,
daar zij anders geen vuur konden hebben
en dus veel van de koude te lijden hadden.
Jacques vond in den stal een oude blikken
buis, die hij dacht voor dit doel wel te
kunnen gebruiken. Wanneer hij een rond
gat in het luik, boven bij don schoorsteen
kon maken, waardoor hij de buis naar
buiten kon steken, twijfelde hij niet, of het
zou hem gelukken; maar hoe kon hij bij
het luik komen, en een vast en gemakke
lijk steunpunt vinden? Hij beraadslaagde
hierover met zijnen grootvader, en deze
wist hem raad te geven.
Een touw werd als lus vastgemaakt aan
den grendel van het luik. Jacques klom in
den paal, en door zijn beide voeten in de
lus te zetten, kreeg hij een stand, die, hoe
wel niet zeer gemakkelijk, liem toch een
steunpunt verschafte. Hij boorde toen een
gat in liet luik en maakte met zijn mes de
opening wijder, tot ze groot genoeg was.
om er de buis door te steken. Dit was het
moeilijkste van bet werk, vooral door zijn
ongemakkelijke houding en het koslte heel
wat moeite eer hij er mede gereed was. Hij
bracht de burs op haar plaats vulde de
kleine ruimten, die er omheen bleven, met
stukjes hout en zette haar vast met pen
nen, zoodat zij niet dan met geweld te ver
plaatsen was. En toen werd zijn nieuwe
arbeid op de proef gesteld.
De proef gelukte volkomen; het vuur
vlamde lustig op, cn de rook vond weinig
tegenstand op zijn weg naar de lucht, zod-
dat de bewoners der hut er niet langer door
werden gehinderd.
Dit was een groote zegen voor de gevan
genen, waarvoor zij dan ook recht dank
baar waren.
Spoedig nadat dit gebeurd was, leidde
een ongeluk tot een belangrijke ontdekking
voor hen.
Zij bewaarden Qiunne kleine hoeveelheid
olie in ecne steemtn kruik, die in eenen
hoek van de keuken stond. Op zekeren
dag stiet Jacques onvoorzichtig deze kruik
om, die gelukkig niet brak, daar anders
hun kleine voorraad olie verloren zou ge
weest zijn.
„Wij moeten zoo'n ongeluk.verhoeden",
zeide de grootvader tot.Jacques, die de
kruik weder had opgeraapt, en op haar vo
rige plaats gezet.
„He»t beste middel zou zijn, wanneer je
een gat in den grond maakte, waarin wij
de kruik kunnen zetten. Dit is gauw gedaan
en dan is onze olie veilig."
Jacques was dadelijk bereid, om dit voor
stel te verwezenlijken en haalde een spade
voor dat doel. Nauwelijks echter had hij
'n paar schoppen aarde weggeworpen, toen
zijn grootvader hem eensklaps toeriep het
werk te staken.' Jacques wachtte, tot zijn
grootvader tot hem kwam; deze nam hem
de spade uit de hand, begon zelf het gat te
graven, en verrichtte het werk met de
grootste zorg.
„Waarvoor is (lat, grootvader?" vroeg
Jacques. „Het is of gij bang schijnt iets te
breken, dat in den grond verborgen is."
„Gij liebt goed geraden, mijn zoon", ant
woordde zijn grootvader. „Ik geloof, dat
hier een kleine schat is, en rk hoop, dat hij
vvelflra te voorschijn zal komen. Kijk,
Jacques, een llesch!"
„Wist gij, dat deze hier begraven was,
grootvader?" riep Jacques.
„Ik moet,het wel geweten hebben", ant
woordde zijn groolvadcr, glimlachend,
„want ik heb zeli, eenige jaren geleden, op
deze. plaats vier of vijf flesschen wijn be
graven, die van onze zomerprovisie waren
overgebleven. Ik. dacht cr naderhand nooit
meer aan. maar met den eersten schóp van
je spade, kwam het mij in de gedachte, en
ik vatte haar dadelijk, opdat gij de fles
schen niet zoudt breken. Kük! hier is de
tweede! cn hier de derde! en de vierde en
vijfde kunnen niet ver weg zijn!"
i Het duurde „dan ook riet lang eer de
andere flesschen gevpnden werden; en Jac
ques was buiten zich zei ven van vreugde
op het gezicht van deze ko3lbare vermeer
dering van hun kleinen voorraad. De fles
schen werden zorgvuldig in de kast gezet;
en er werd besloten, den wijn slechts in
buitengewone gevallen te gebruiken. Jac
ques nam zich vast voor, er geen druppel
van Ie drinken; want hij dacht, da', hij een
ztgen was voor de gezondheid zijns groot
vaders. Groolvadcr was oud. zwak en zie
kelijk en kon zoo'n versterking wel noodig
hebben, en dat had de knaap niet.
„Vandaag is de winter begonnen", - •:-!»
de groolvadcr. pp den morgen van den
21sten December, terwijl Jacques als ge
woonlijk het.vuur aanmaakte.
„De winter begonnen! riep de knaap ui
verbazing. „Ik dacht, dat wij eenige a
geleden reeds in het midden van den -in
ter waren!"
„O, ja. koude en sneeuw vragen n
wanneer zij mogeto koinen, maar k
wanneer zij willen, en zijn altijd vro r
op de bergen dat» in de dalen anLwoor .a
zijn grootvader. „Daarvan -.preek ik niet;
maar ik zeg. dat toeden het begin is van
den winter, llc-t is toeden de kortste dag. en
van heden beginnen de dagen kmgzaain L»
lengen. Het is de ttjd wanneer de hoop we
der begint te herleven, en als zoodanig zuU
len wij het ook bescbouv.en.
(Wordt vervolgd).