"weede Blad. 3 Zaterdag 17 Juli 1920 e noodige Wapenrusting. Doet aan dé geheel e wapenrusting Gods Ei. 6: 11. Toen Paulus cfit kernachtige woord erschrcef. zat do wakkere getuide or eten naam en de mak ctes Heeren aar-chi.jnlïjk gevangen te Rome. In 20 dient hij zichzelf aan als ,-een se nt ih eene kelen Ga van deze se- ichfo uit en se zult het (kroel verslaan. fSj Paulus nier een beeld errijQt uit het T. destijds. !S De Apostel was een <re»-angone. maar jefd verblijf wi zijne eigene .gehuurife ining. vermoedelijk dicht bij de les er- laats'der soldat-n. En nu van tot das. hoe Je keurbende der Re- lóinsche legioenen zich wapende tot n strijd. Zag hij. hoe de soldaten toe- Tiist acnlrrifjcn: omgord mei den strijd a-del. de harst geharnast, de Weten 'ichoeid. hef schild in de hand. den •lm op het hoofd en het zwaard in :1e ihfede De echte redenaar kiest zijne 'okten uit hetgeen fooi*h?t crimen ligt. 'erwonrl'ere u dus niet, dof, Paulus liieri M het adres van- en met toepassing het christenvolk, zèsfDoet aan de lir-ole wapenrusting Gods-** Boven de hei schappij van den Ro- icinschen Adelaar*weegt hem de strijd ior de banier des Kriiis?s en de vaan EvansoJies. Met echte mees terkunst inll aanstonds gebruik gemaakt van treffend beeld en in hel neergjegch je ll woord (aan do vrijgekochte keur- nrl.n des Ree ren, eene krachtige aan- gegevenom zich fe wapenen i|. den hoogt-ren, geestelijken strijd, I De vrijgekochte keurbenden .'des Hee- |pn? Behoort gij da&rtoe? Afleroerpt, móet er eene besliste keuze £ijn. Neutraliteit 'deugt nergens voor. Is M lelijk ook onbestaanbaar. Wïc niet ■oor is. is tegen; oh wie niet mee verga dert. die verstrooit. Wij moeten weten, tnn welke zijde we staan; a*an de ziid'e 6or wereld of aan die van Gods volk. (Tif wo behooren tot de kruisdragers, Mnn^vel tot de zonen der Revolutie- Of |re zijn aanbidders van Konine Jfriis. i dan neen. Dit pleit beslist. Yerflau- ring der.grenzen kan hier niet. toege titer. Maar wanneer trij li schaart on- pk-r de vaan de? Evangelie?. dan be- j. orj go ook ami te treden onder de feru.sbanier en van stonde aan te besef- ïert, dot wij strijders moeten zijn p>o rust is elders liter op aarde hebben Ie- strijden: en strijd, niet tegen kiorsch en bloed, maar een beginsel- pi rijd: een strijd Koen de machten -en Rorkingen der duisternis- Vel pn verstaan den strijd niet. Veelal vordf, dp kracht des vijand?: onderschat: ivoi'rtt de moening gekoesterd', dat men [Sn zivch"izê)if den tegenstander wel kan nvt-crsfaan. Als. bloot Christen zonder •neer. Sommigen zoeken hunne wape- [»m in zedelijkheid en braafheid,. Ancte- 'cn achten zich wel uewapend met hsn- e wijsheid eri hurt verstand. Rn een 'der- neemt viino toevlucht tol. de afzonde- bug en mijding van het strijdgewoel. De r; bijv- i: voor sommigen iets uit den booze. Daarvan houden ze hunne hinder re:ri ..Wat geeft nu al dat o-p- I s h rmuizel?" Alsof de vrte vraagsllk- ken des leven? niets te maken zouden, ["hebben met het levensbeginsel' Och. christen in uw klihs! lees. eens even na, hoe Paulus in Efez-e 6 zijne J'handen b&vuilt aan het vraagstuk \-an liet gezinsleven en van de sociale ver- Hating tusschen heer en knecht Mis- seriën lokt het u uit uwe afgetrokken fkeid! Dc strijd, dien we te strijden hebben, •.•-co?lelijk van aard. We moeten der halve ecne doeltreffende geestelijke I "wapenrusting hebbent we moeien j nair Paulus' woord aandoen de wa- tulgbuis Gods moeten we 'de ki'i^ioe- rusling hebben- Paulus noemt et® nof,di- ge wapenen tot in de onderdoden, waar schijnlijk in volgorde, zo-oat* dc Romo.n- sche soldaat er zich mee wapende- Doch denk er nu wel om: dc g e- h e e 1 e wapenrusting is noodig. Met en kele onde1 dei-Kn kunnen wc niet vol staan Zullen we welgewapende krijg? knechten rijn. dan behooren we yojied.g toegerust te wezen In den Romeinschen sofedaat, zooals Paulus hem voor oogen zag, weltoegerijst, biedt, de Apostel ons een leerzaam voorbeeld1. Zoo moet. er bij ons zijn ecne volle wapenrusting voor den geestelijken strijd:. Andes ®ijn we niet bestand tegen de vijandige aanval len; kunnen we de tegenstanders niet weerstaan; en niet staande blijven in den strijd- Vooral in onze clagen niet! Met een weinig zélfs mei veel vroomheid komen we er niet. In den zaligen aielevrede voor hef eigen hart magen we niet rusten. Dat is wei ec-n genotvol onderpand en een heerlijke Worsmaak van de volle hemelsch0 vreug de hiernamaals Maar hier op aivde worden we geroepen tot den strijd. Er dbarioc moeten we behartigen Paulus' vei maanwoord: Doet aan 'de geheele wa penrusting. G o dt s. Zondagsrust. Over dit onderwerp schrijf U Prof. Fabius iu „Studiën en Schetsen": - ïn de op 20 Mei 1.1. gehouden vergade- ïing van de Ned. Vereeniging tot bevorde ring van Zondagi'ust is door Mr. Kooien er op gewezen, dat wij tot zekere hoogte met de ZondagrusÉ zijn achteruitgegaan. Ten gevolge van verschillende wetten moge voor vele personen zijn verkregen, dat zij op den dag des Heeren vrij van werk zijn, maar voor de maatschappij in' haar geheel dit merkte Mr. Kooien zeer terecht op is de Zondag-rust vermin- deed. Inderdaad valt dit niet te loochenen. Althans in de grootere plaatsen geeft het maatschappelijk beeld maar al te weinig eenen weldadigen indruk van rust. Veeleer daarvan bet 'tegendeel; eenen indruk van onrust, van groote drukte, van zenuwach tig jagen. Voor vele instellingen is de Zon dag de drukke dag bij uitnemendheid. De openbare middelen van verkeer zijn dan vaak overmatig bezet. Buitengewone maat regelen zijn dikwijls noodig om aan de wensohen van heb publiek te voldoen. De openbare gelegenheden tot vermaak zijn niet zelden overvol. Optochten en- wedstrij den helpen mede om alle gevoel van rust te bannen. Zoo gaat meer en meer de heilzame, vooral in dezen tijd zoo noodige, invloed te loor, dien de Zondag door eene stemming van rust op de maatschappij kon oefenen. Met een kleine wandeling is het vaak bijna onmogelijk, zich aan het gewoel te ont trekken. Om ten volle de verkwikking van rust op zich te doen inwerken zou men in menig geval genoopt zijn, zich op te slui ten in zijn huis. Maar ook dringt daarbin nen' dan nog dikwijls de onrust van den openbaren weg door. Duizenden van menschen zijn voorts noodig om wie zoo de Zondagsrust versto ren, te bedieneit. Ook worden op die ma nier schatten gelds besteed, die veel meer nut konden doen. En de menschen, die het' openbare vermaak op den Zondag hebben gezocht, zullen den volgenden morgen dikwerf den arbeid hervatten zander wer kelijk ontspannen te zijn. Het Maandag- houden van velen is zoo verklaarbaar. Terecht heeft Mr. Kooien opgemerkt, dat de ontspanning, waartoe de Zondag onge twijfeld ook gegeven is, bovenal gezocht moet worden rn den huiselijken kring. Na tuurlijk heeft de wet in dezen niets te ge bieden.; moet zij den burgers in dezen groote vrijheid laten. Maar voor rekening der Overheid komt hel openbare erf. Zij heeft te waken, dat dit het karakter van den dag des Heeren niet veriieze, en aan de maatschappij -de weldaad van de ruststemming op dien dag niet worde ontroofd. Daarom dienen de winkels uitwendig gesloten te zijn en moet voorts geweerd worden wat in het openhaar de algemeene rust op ernstige wijze stoort. De maatschappij heeft behoef te aan, aanspraak op rust. Bescherming in dezen is een dringende eish geworden. Lichamelijke opvoeding. Naar baitem Holland, ze zeggen: je bent maar zoo klein Maar wiid is je zee en ie lucht is zoo rein Efl breed zyn je krachtige stroomert. "*T' Godd is je graan of je zand en-je klei, Purper het kleed van je golvende hei, Stoer zijn je ruischende boomen. Ilolland, ik min je om je heerlijken tooi, Holland, mijn Holland, ik vind je zoo mooi! HollandSch liedje naar S. Abramsz. Er zijn nog maar zoo velen in ons vader land die dat schoone van hun heimat, nu ja, wel willen aannemen, er zelfs wel eens hoogdravend over kunnen spreken, maar het zelf gaan zien, in dat mooie mede te leven, het van nabij bewonderen, neen, dat niet. De wereldoorlog heeft hierin wel een verandering ten goede gebracht. Bij al het verschrikkelijke dat wij hebben gezien en ondervonden, heeft de volkercnkrijg voor ons land dit voordeel gebracht dat ons volk •het eigen 'land eens wat nauwkeuriger is gaan bekijken. Zeer velen die anders min stens Wiesbaden, Ostende of Zwitserland noodig^ hadden om van natuurschoon te genieten en nieuwe krachten te verzame len voor den komenden arbeid, waren toen wel genoodzaakt binnen eigen grenzen ont spanning te zoeken. En ze hebben het ge daan en menigeen moest het zeggen of schrijven: „Ik wist niet, dat ons land zoo mooi is." U maakt de opmerking dat dit genot alleen weggelegd is voor de bezittende klasse van ons volk? Maar mag ik dan opmerken dat het vol strekt niet noodig is verre reizen te doen en in groote hotels te verblijven om in volle mate het heerlijk buiten-zijn te genieten. Er is nog zoo ontzaglijk veel natuur schoon te genieten in eigen omgeving. Vele- stadtsmenschen kennen alleen hun singels en plantsoenen. Er zijn nog zoo weinig menschen die het- stille buitenleven zoeken, om daar eens in eerbiedigen aandacht stil te staan bij het- gé en God hen ook in dat deel van Zijn schoone schepping heeft te vertellen. In eerbiedige aandacht', niet met de aan dacht van hen die naarmate hij meer doordringt in de schepping en haar won-" deren, meer twijfelt aan de grootheid en - macht van den Schepper, maar dan zoo, dat gij in stilte medejuicht me.;- de toemel- scbe koren: Gij, Heere! zijt waardig te ont vangen de heerlijkheid, en de eer en de kracht; want Gij hebt alle dingen gescha pen en door Uwen wil zijn wij en zijn zij geschapen. Als ge dan weer terugkomt in het drukke stadsgewoel, in den maalstroom van de dagelijksehe beslommeringen, zult gij u gesterkt voelen voor den -zwaren strijd om het bestaan, want ge hebt het daar buiten en-aren: „Ja, overal is God". Naar het lichaam doet ge zoo'n dag ook een schat van gezondheid op; doch cle in vloed zal groot er zijn naarmate gij er een ruimeren tijd aan ljunt geven. En wie heeft niet de beschikking over eenige vrije da gen per jaar? Zoek dan eenige tochtgenooten en trekt er gezamenlijk op uit. Iedere deelnemer een rijwiel en samen één ritje, huurprijs pl.m. fl per dag, en ge verschaft u niet alleen eenige dagen van natuurgenot, maar ge zult in dien tijd een hoeveelheid gezondheid en geestkracht kunnen opdoen, waarop ge, als straks de arbeid weer wacht, een geruimen tijd kunt teren. Daarom, trekt naar buiten, gaat kampee ren, geniet en herleeft naar lichaam en Leiden, 17 Juli 1920. De Br. Uit de Pers. DE OUTEN GAAN HEEN. Een Gereformeerd thcloo» schrijft aan het IfbR: Het-kerkelijk leven kent-geen stils!and- Hef wordt beïnvloed door de geestelijke slroomingen, die door de maatschappij gaan. En de verandering in lirt kerkelijk lefbn hangt ook nauw samen met de wisseling van de personen. Ook jn d'e kerk treffen we liet overal eMers voor komende verschijnsel: aan: de ouderen vaften weg en jongeren nemen hunne plaatsen in. Deze verandering van perso nen geeft ook vaak ecne verandering van stemming, van richting en denkwijze- Behalvê dat <1e groote leiders van het gereformeerde kerkelijke teven rijn heen gegaan (Rutgers overfeed en Kuypor heeft zich geheel terug getrokken) komt ook de oude garde van in z'n nadagen.- Zij. die den strijd van '86 hebben meege nomen of ook onmiddritijk daarna zijn gekomen zij hebben jarenlang hun stemmen laten hooren ter verdediging van de Kerk. Dal type wordt nu echter zeldzaam. Prof. Visschor zcidc eens, da[ hot zui vere gereformeerde type- V-gon uit t0 'slijten. Th" ïóöverro r? tfet v/aab tl-af TToT oude. échte gereformeerde predfkanten- type uil de dagen der doleantie zcWzoam wordt en op den achtergrond geraakt Die.oude garde verdient eeliter bij jn stü verdwijnen wel een eer:-saluut. liet waren echt stoere mannen, vol bloed Calvinist, zuiver gtrefarmeerd. mannen, dib in den kerkdijken strijd 'de hitte de? daags en dc koude des nachts hebben verduurd Wij bedoelen, om maar c;.n paar na men te noen.en, mannen al? Wagenaar van Middelburg, Hoekstra, v0n Arnhem. Klaarhamer, van U!recht. Zij hebben on dor Kuyper gediend en het waren r,f ficieren. op wie hij ten volle rekenoji kon. Zij hebben de gereformeerde bogm seler. on dor hot volk gebracht en rij hebben met'zoovele anderen oen kloek ien degelijk geslacht gevormd, dat met warmte streed voor de eore God in Keek en school, in staal en m»atsshappi|. Ook dc cerslc discipelen der Vrije Universiteit kwan.cn uit met een c ven karakter. Zoo geheel anders dan j n- ge>rc predikantentype. Kent ge ze niet die gereformeerde dommee'?, die een klomc dori g jwr g.-lcden door cl» Vrije Universiteit werd afgeleverd? Voor wie in ons kerkelijk leven ine thuis i- rijn >7-0 reed? te herkennen aan hun verschij ning en uiterlijk. De jongeren nemen veoï meer mondaine allures aan. ook in kleedij en tooi. M'-ar de. ouderen houden vast aan de lange, gekleed© jas. aan clan stemmig-zwarten stalk. Terwijl de jonge* ren sierlijke, gekleurde dassen dragen, aan geen hoogen hoed meer denken en althans in de week zöch steken in T&nla- saepakken. Tot voor 'n paar jaar toen het papier nog niet zoo schreeuwend duur was, gaf de Vereeniging voor hooger onder- wij? op gereformeerden grondslag in haar jaarvergadering telkens een liist van namen van cand-daten in de thoto- gje aan de V. H. Als ge die eerste tien tallen van namen eens nagaat, passeert een groep van personen dc revue, die n derdaad veel hebben gepreslewd. Kuy- per en Ru Ure'-werkten in het centrum» in het hoofdkwartier te Amsterdam. Maar Houtzager?. Reuijl. Prins. Ru dolph. V«n Lu mi: et Van der Velden enz., enz., zij hebben dc gereformeerde beginselen getracht in de "provincie-, op het platteland, in de dorpen en kleine steden- De beste gereformeerde families gaven hun -beste z-rren met volle .geest drift voer het heerlijke ideaal- Neerland? volk weer terug te roepen tof." dc^Wei en tot de getuigenis, om het te doen bui gen voor Gofs Woartf. Vooral in de dagen na '86 wa? er hei lige ge&s'drift. en ware. inwendige roe ping nood'g. om het predikambt Ie be- gecren. en te aanvaarden- De tra elemen ten waren zoo klein. De pastorieën waren zco eenvoudig Maar de golf van geest drift, die door het gereformeerde volk stroomde voerde ook de kundigs Ie en cte©e.;.(jk-te en soliedste jonge mannen aan. dé- de gvrpformeerde en schriftuur lijke beginselen loepasten. Die oude g-arde verdNvijnt zacht ie- aan ui-t. ons kerkelijk teven. De neesten zijn reeds op jaren e kennen, mannen ver grjjsd in den di>n-t. Eu keten ziiu m"- ied'en. andpren hebben zich teruff-eet.rok ken, onderscheid nen werken in hunne» eemeenten in stille, nog \oort- Doch de leiding is allengs in andere heulden overgegaan- BE POLITIEKE OPVOEDING DER VROUW. In Maastricht en Lelden, zegt onz© N. H. Grt-, bleek het, (lat het vrouwenkies recht, zooals te verwachten vic-1. de rectotsche pariijc-n ten goede koml- Voor het behoud van het godsdien steg loven on het bewaren oor .goede U*kh tiën is de vrouw altijd een kracht ge weest. die boven den man uitgaat. Dit hangt met heel haar karakifg en aanleg samen. Wij zullen ons hoe langer hoe m©er rekenschap .hebben te geven, welke po sitie wij als anti-revolutionairen tegen over dé actie onder onze vrouwen heb ben in te nemen. De anti-revolutionaire kiosve-reeniging heeft haar deur voor de vrouw ontslo ten. Zij knn dus lid. worden en de ver. gpderingen bezoeken- Inlusschen is de aandrang nog niet bijster groot En dit laat zich gereectetijte verklaren. De vergo-deringerL der kies- vereenigiTigen zijn voor de. vrouwen niet zeer aan [rekke!ijk en ze zuEIen dfct ook wel niet worden, of haar aard moest, in Mrlj'Ct nTcI Kadr gcTT-y-T worden Daarbij blijf' het. fe.t b-'?v.^m. juist de huisvrouwen g ---v ifolege.idr- 1 zullen hebben cto \T-rgadcc ngen je be zoeken. ook al wilden ze En wij b".:v' i- r. n d«t niet. Laten onze vrouwen baar goddelijke rocpipg gteiouw blijven, darr zullen zij b©!cr werk vcrchten. dan m ooit buitenshuis kunnen dben Dit neemt intusschen ntei wcig. dat aan de politieke enlwkkHmg onzrir vouwen met kracht dient gearbead ta warden. Onze pers met. name, zal daa.r- medio rekening dienen te houden. En d« vrouwen zouden wij met nadruk willen aansporen, om van hot politieke deel c nzor an li-revolu tio-n aiae bladen te* dege kennis te nemen. Straks worden ze ter stembus opgeroepen ©n zij dtienett 'aan de politieke vraagstukken te keii» nen en van de verhoudingen op c& h ".gte te zijn- Moge 't vrouwenkiesrecht, dot zooalf het lot stand kwam in hoofdzaak een vrucht i? van revolutionair overlag, nog een middel in Gods hand wo*cten om d'e revolutie en de daarmede gepaard gaPn' de vriksrftende te weren- Aar» onze krachtige actie en v»rticfi- ting entbreke het daarbij ni«?t BEBROEVSND YERSCHIJNSEL. Wij lezen in Toenadering; liet or-< van den Chr. FabrieksarlieiderSboyJ: Jn meer dan één blad wordt er op gewezen, dat bij een vergelijking van de maandstaat tier .rijksfinanciën me', die van vorige maanden, •telkens bl-ijkt, dat het bedrag van den jenever- ^tcijns onrustbarend stijjt. Het cijfer voor de maaml Mei van dit jaar geeft weer een ver- dufobellïng aan van liec bedra? van Mei 1919, We bekeuren dit zeer Het kan toch niet worden ontkend, dat de bestrijding van iiei drankgebruik een werk is \-an groote beteekenis voor de bewaring ee volkskracht en de volkswelvaart. Dé schald van dit verschijnsel wordt ge worpen op de verhoogde loaned, de verkorte arbeidsüjuen, -de vrije Zaïerdagr^iddag. eu®. O. i. gedeeltelijk jen onrechte Ongetwijfeld zijn er persoon. Jie de vaar- de var. het geld rie: keuren; die ban geld niet economisch welen te besteden en aan wie ge leerd nioe' worden ir. deze tijden sober te leven Vboral onze jeugdige arbeiders, óie d-oor de soordzakelijke opvoering der minimum-loonen met belangrijke loonbedragen mar huis gaan en vader en moeder afschepen met koslkcld, maken misbruik van hun inkomen en weten ir, -den regel weinig van sparen. Deze moeten tegen zichzelf worden beschermd ens ziende de practiik, schijnt ons een gedwongen spaar systeem niet ongewenscht toe. Eveneens ontkennen we niet, dat vele ar beiders bun vrijen tijd besteden op een manier, welke min of meer afkeuring verdient. Woeke ren met den tijd, ous van God gegeven, is een kur.st, welke iedereen nog niet verstaat En wij hebben de taak om hen ii; te loeren Toch geldt dit alles met alicen voor de ar beiders. Integendeel, onze ervaring zeg: ons. dat alle groepen des volks schuldig staan Voorts slaan wij niet aan de zijde va» he.r. die alle verband tussclien een en ander looche nen. Tusschen sociale ellende en drankmisbruik en drankmisbruik en sociale ellende beslaat een wisselwerking. Het een is oorzaak of ge volg van lie! andfcr. Vandaar dan ook, dat. naar dmze meaning de taak van de vakbeweging is om siecds meer de oogen ran ons volk te openen voor het kwaad, hier geuodnuJ Vakorganisaties en geheelonthouding dienen met groote kracht voort te gaan op den inge slagen weg. Aker sympathie moeten onze leden her werk der drankbestrijding' steunen. Opdat door gemeenschappelijken arbeid ons volk worde \erhoogd. Vcrbli» laa.de groei. Eerder dan we toet hadden durven ho pen, schrijft het orgaan van don Bond van Chr. Fabrieks- en Transportarbeiders, heb ben we de twaalf duizend leden overschre den en -zijn we op weg naar de 13,000. Met prijzenswaardige ijver wordt er in vele plaatsen gewerkt, om toet ledental op te voeren. Ieder kwartaal gingen we vooruit met ongeveer 1000 man. We hopen, dat het zoo door moge blij ven gaan, opdat we al meer aan beteekenis gaan wi-nncn. Jarenlang heeft men gepoogd ons onder den voet te loopen.#IIet is niet gelukt, dank zij den noesten arbeid van onze bestuur ders'en meelevende leden. En nu weervoorwaarts! Met ver- snelden pas naar toet ideaal. Voor de Jeugd. Levend Begraven. XV. Hij h'ad gehoopt, dat zijn grootvader de *on nog eens zou zien, als het lictot door liet raam binnenkwam, en zoo een einde te t «vaken aan de lange, akelige duisternis; 'hij had op wandelingen in de open lucht j mol zijnen grootvader gerekend; maar al <iie hoop was nu met één vernietigd. Hij waagde het niet meer do hut te ver* Haten; hij moest zich met de gedachte ver zoenen, den geheelen winter opgesloten te blij ven als in een kloost er, en moest zich hog gelukkig achten, wanneer het gebrek «an frissche lucht en beweging geen ziek te met zich voerde, waarmede zij reeds be dreigd werden door de behoefte j|in veran dering van spijzen, Ifcm kost was zeer schaarsch: geiteu- ttidk, een stuk hard droog brood, een paar gekookte aardappelen, met een weinig zout •wa> alles v at zij hadden: de aardappelen «nor^u-n nog zuinig gebruikt worden, daar "de kleine hoeveelheid iederen dag vermin derde. Dit was steeds het onderwerp van hun. Gesprek en de grootvader nam iedere gele-[ •en he id waar, om zijn kleinaoou te troos- ien en 'hem met het noodlot te verzoenen. Ditkwijls slaagde hij er in, doch niet al- tijd, en dan zocht hij naar ecne andere be- Izigheid om den knaap den tijd te korten. Gelukkig was er nog stroo, en Jacques werd steeds meer bedreven in toet vlechten, j Een andere en veel gewichtiger zaak gaf hom voor eenige dagen bezigheid. Hij v moest een uitweg voor den rook maken, daar zij anders geen vuur konden hebben en dus veel van de koude te lijden hadden. Jacques vond in den stal een oude blikken buis, die hij dacht voor dit doel wel te kunnen gebruiken. Wanneer hij een rond gat in het luik, boven bij don schoorsteen kon maken, waardoor hij de buis naar buiten kon steken, twijfelde hij niet, of het zou hem gelukken; maar hoe kon hij bij het luik komen, en een vast en gemakke lijk steunpunt vinden? Hij beraadslaagde hierover met zijnen grootvader, en deze wist hem raad te geven. Een touw werd als lus vastgemaakt aan den grendel van het luik. Jacques klom in den paal, en door zijn beide voeten in de lus te zetten, kreeg hij een stand, die, hoe wel niet zeer gemakkelijk, liem toch een steunpunt verschafte. Hij boorde toen een gat in liet luik en maakte met zijn mes de opening wijder, tot ze groot genoeg was. om er de buis door te steken. Dit was het moeilijkste van bet werk, vooral door zijn ongemakkelijke houding en het koslte heel wat moeite eer hij er mede gereed was. Hij bracht de burs op haar plaats vulde de kleine ruimten, die er omheen bleven, met stukjes hout en zette haar vast met pen nen, zoodat zij niet dan met geweld te ver plaatsen was. En toen werd zijn nieuwe arbeid op de proef gesteld. De proef gelukte volkomen; het vuur vlamde lustig op, cn de rook vond weinig tegenstand op zijn weg naar de lucht, zod- dat de bewoners der hut er niet langer door werden gehinderd. Dit was een groote zegen voor de gevan genen, waarvoor zij dan ook recht dank baar waren. Spoedig nadat dit gebeurd was, leidde een ongeluk tot een belangrijke ontdekking voor hen. Zij bewaarden Qiunne kleine hoeveelheid olie in ecne steemtn kruik, die in eenen hoek van de keuken stond. Op zekeren dag stiet Jacques onvoorzichtig deze kruik om, die gelukkig niet brak, daar anders hun kleine voorraad olie verloren zou ge weest zijn. „Wij moeten zoo'n ongeluk.verhoeden", zeide de grootvader tot.Jacques, die de kruik weder had opgeraapt, en op haar vo rige plaats gezet. „He»t beste middel zou zijn, wanneer je een gat in den grond maakte, waarin wij de kruik kunnen zetten. Dit is gauw gedaan en dan is onze olie veilig." Jacques was dadelijk bereid, om dit voor stel te verwezenlijken en haalde een spade voor dat doel. Nauwelijks echter had hij 'n paar schoppen aarde weggeworpen, toen zijn grootvader hem eensklaps toeriep het werk te staken.' Jacques wachtte, tot zijn grootvader tot hem kwam; deze nam hem de spade uit de hand, begon zelf het gat te graven, en verrichtte het werk met de grootste zorg. „Waarvoor is (lat, grootvader?" vroeg Jacques. „Het is of gij bang schijnt iets te breken, dat in den grond verborgen is." „Gij liebt goed geraden, mijn zoon", ant woordde zijn grootvader. „Ik geloof, dat hier een kleine schat is, en rk hoop, dat hij vvelflra te voorschijn zal komen. Kijk, Jacques, een llesch!" „Wist gij, dat deze hier begraven was, grootvader?" riep Jacques. „Ik moet,het wel geweten hebben", ant woordde zijn groolvadcr, glimlachend, „want ik heb zeli, eenige jaren geleden, op deze. plaats vier of vijf flesschen wijn be graven, die van onze zomerprovisie waren overgebleven. Ik. dacht cr naderhand nooit meer aan. maar met den eersten schóp van je spade, kwam het mij in de gedachte, en ik vatte haar dadelijk, opdat gij de fles schen niet zoudt breken. Kük! hier is de tweede! cn hier de derde! en de vierde en vijfde kunnen niet ver weg zijn!" i Het duurde „dan ook riet lang eer de andere flesschen gevpnden werden; en Jac ques was buiten zich zei ven van vreugde op het gezicht van deze ko3lbare vermeer dering van hun kleinen voorraad. De fles schen werden zorgvuldig in de kast gezet; en er werd besloten, den wijn slechts in buitengewone gevallen te gebruiken. Jac ques nam zich vast voor, er geen druppel van Ie drinken; want hij dacht, da', hij een ztgen was voor de gezondheid zijns groot vaders. Groolvadcr was oud. zwak en zie kelijk en kon zoo'n versterking wel noodig hebben, en dat had de knaap niet. „Vandaag is de winter begonnen", - •:-!» de groolvadcr. pp den morgen van den 21sten December, terwijl Jacques als ge woonlijk het.vuur aanmaakte. „De winter begonnen! riep de knaap ui verbazing. „Ik dacht, dat wij eenige a geleden reeds in het midden van den -in ter waren!" „O, ja. koude en sneeuw vragen n wanneer zij mogeto koinen, maar k wanneer zij willen, en zijn altijd vro r op de bergen dat» in de dalen anLwoor .a zijn grootvader. „Daarvan -.preek ik niet; maar ik zeg. dat toeden het begin is van den winter, llc-t is toeden de kortste dag. en van heden beginnen de dagen kmgzaain L» lengen. Het is de ttjd wanneer de hoop we der begint te herleven, en als zoodanig zuU len wij het ook bescbouv.en. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 5