weed© B!ad.
_yo°JLonze vrouwen.
De wonderSiQyw m lei HeeSaL
aterdag 29 Mei 1920.
)IT IS DE RUST!
Tot dewelke Hij gezegcf heeft: Dit
is de rust; geeft den moeden rust, en
dit is de verkwikking; doch zij heb
ben niet willen- hooren.
Jesaia 28:12.
teleurstellende woord gold
dat in het rijk dop lieu stammen
[de, en waaraan de Heere doo»'
mondi der profeten den we» des
is had laten bekend maken.
was hun doiicblijk aangezegd, dat
echts rust en vrede voor het rijk
vencens voor het gemoed der si
erlijke inwoners mogelijk was, in-
men bij de inzeltïnrjn des lLerer
en zijn geta<g3'li3 in ce'c h'eid
e moeite en zorg waren echter
hteloos geweest. Niet slechts 1 l
maar ook de leidslieden hadden
oodschap versmaad! on zach aan
[dron ken hei d overgegeven
zodeliik verval was z™ riten. dat
en redding meer mogelijk was. Dc
les oorcicLUs was gekoincn.
leger bad de Hëóre mei lieflijke,
aide stem tot hen gesproken,
ans zo-u Hij do Assy iters tegen
loslaten en ciloor hun mond mot be-
>Üjke linppen en in uitheemsche
lot hen spreken, tot hetzelfde
i5.fe.rde volk, dat zoo vaak het
jclie vernomen had: „Dit is do rust,
den moeden rust. en dit is de
Rikking", doch dat Hem nu doet-
>n: ,,Zij hebben niet- willen hoo-
is een ernstige waarschuwing
uilen, die in doo waan verkeeren
igenwillige paden rust voor hun
isrde en soms zoo fel bewogen hart
innen vinden.
mensch, van een vrouw geboren,
rt van dagen en zat van onrust!
worden door allerlei zore-en Re
tt dl:ie het beste bewijs zijn dat do
ironkelijke levensharmonie, zooals
hel zondelooze paradijs gewenden
hopeloos verstoord is.
laag lot hoog in aile kringen des
wordt de innerlijke vrede telkens
roken. Bezorgdheid vootr de loo
it der leinderen, onzekerheid om-
het dageLijksch brood, slriid met
feedien en kwalen, angst voor den
en het graf, ziedaar -eenige dingen
pze z/iel heftig kunnen beroeren-
'hoogor staat op do üiaalsciia.ppe-
ladder kent bovendien de inle&ec-
onrust, die geboren wordt uit
io vragen, waarop de dienste den-
het antwoord schuldüjr blijven en.
och om beantwoording roepen,
:E naar onzen oorsprong en onze
mining, naar de zuivere onlwïklce
van volk en rijk, naar den grond
#ngon, en zoo tot in het "onemdii-
»rl.
ir 't hoogst klimt de onrust, wan-
wij aan ons zelf ontdekt z/in
gruwel der zonde in het licht van
heiligheid aien.
diepste bron van al onze on-
ligt in onze vervreemding van SAn
e onzen God- 't Besef dier mnerhi-
iandschap. dat door de genade in
gewekt wordt, maakt het ons zoo
r benauwd, dat wij er onder be-
ieny;
iar nu komt tot dlie vermoeiden
nnofri pti hart, de slem des Hoeren,
hen henenwijst naar den Christus,
Öe zonde der 'wereld in zijn bloed'
verzoend, zeggende: „Dit'fe de
t is de rust! Het is niet de ware
cfie ons door velerlei stemmen be-
4 wordt. De zorgeloosheid vermaant
van do vreugden des levens te ge
en en ons niet door kommer en ver
te laten verhinderen van ,het eene
maak naar het andere te fladderen.
lichlzanni'ghoid' prikkelt ons ver-
fliie d te zoeken bij snel en dans-, bij
ildd'enst en zonaelust, en zelfs de
gedachte aan "d'ooc! en eeuwigheid van
ons af te zetten.
De rust van het graf wenkt de .levens-
en vragensmoedet'1 niet zoo zelden met
valsche beloften, zoodat zij de hand aan
gech zeiven slaan.
Met vaste hand- schuiven wij ai deze
bedwelmende middelen ter zli-de, om
met uitgestreklon vinger op Christus te
wijzen, zeggende: ,.D it is dc rus t!"
Reeds van oud's werd- Hij als de groofe
Silo of rusfaanbre.nger verkondigd. In
de profetiën ftaat het te lezen, dat de
wortel van Isa? tot een banier -der vol
ken zo-u siaan en dat zijn rust heerlijk
zou «zijn.
En toen Hij op aarde verscheen, wals
het om allen, d'e vermoeid en belast
waren, tol zich te roepen om hun-rust
te geven*
Aan den voet des krui sas alléén vin
den wij rust-
Daar wordt, de rust gevonden voor
het aanklagend geweien, dat gedurig
beschuldiging tegen ons inbrengt, want
het kruis spreekt ons van vergeving der
zonden uit vrije genade-
Daar wordt de rust hersteld in het
ééns verzoende, maar toch telkens nog
bestroden en aangevochten hart.
Daar komt ook rust over ons denken,
idian in den Christus Gods een vast uit
gangspunt. vindt.
En daar wordt ook de rust in het be
nauwde leven geboren, omdiat wij er
leeren in Gods vaderhand' te rusten, d'o
b*ns door de zorgen des levens opvoedt
voor de rust der eeuwigheid-
Uit de Pers.
MINISTER DE VRIES.
In liberate kringen wordt de laatste dagen
hevig geageer-cf tegen Abrister de Vrtes.
Zoo scHrijftrb.v. het Urie-Bberate Vaderlaiut'
dat liet m maar uit moet zijn mei minister de
Vries. Zijn positie, reeds tang onhoudbaar, is
tot nog toe door politieke overwegingen gered;
'bij heeft geprofiteerd van den val van Bijleve'd
en van Along- ven Oeusau, wat de opposite
voorz:c!h>ig moest maken. Maar mi, na zijn
weergaloos geknoei met de gemeentefinanciën.
wordt tie' voor dezen stoelvasten minister meer
dan tijd. Imrc-ddets zat dan met een noodwet
in den noodtoestand! der gemeenten voorzien
«r-oeten worden, omdat ook de knapste kamer
commissie van een versneden jas als dit wets
ontwerp «pp de gemeenteflnanciën geen goedzit
tend kleedingstuk meer kan maken.
En de Telegraaf schrijft onder het ko-pje:
„Dagen van sparuting" o.m. het volgende:
(Het loopt zoo zoetjes-aan tegen het parie-
merttaire zomer-reces, maar alles wijst er op.
dat ons dagen van- spanning te wachten staan.
Boven het hoofd van den minster van Fi
nance n- pakken zich de bekende „donkere wo1-
ketf" samen. En geen wonder. Wij hebben het
kGrt na het optreden van den heer De Vries
a!5 gezegd: bij had nooit minister moeten vor
den En vooral net minister van Financiën. De
taak gaa: hem boven zijn krachten. Van eenige
vastheid in zijn beteid is tot dusver niet de
nfnste sprake geweest: hij voerde een zuivere
avonturiers-politiek. De Ach:lies-hiel van hei ka
binet werd hij meer er, meer, en als 3ïij tot dus
ver gespaard- bleef, is het eer.erzijds, wijl de
Kamer geen lust had om in korten tijd drie mi
nisters ten val te brengen, en vervolgens, om
dat >het heete kabinet hem de hand boven het
hoofd hioM. Het meest krasse staal van- slecht
beleid is de wij-ze, waarop hij de gemeente-iinan-
cièn in de war wil sturen. Deze ood-wethouder
der hoofdstad is de grootste des-organisator
gebleken op dit gebied. Zijn butpeflooze en
machtelooze boïeid wordt door vrijwel niemand
in bescherming genomen..
Zoo wachten ons dagen van spanning, als
het ontwerp in zake het gemeenteKjk belas-
tinggob'ed aan de orde komt.'"
Bit het vervolg van dit artikel en ook u.t
wat andere bladen schrijven blijkt wel dat de
grootte grief tegen het kabinet is de indiening
van de Zondagswet, waardoor naar hei heet de
weg van „gematigdheid" en „verdraagzaam
heid" is verlaten.
lEn zoo vraagt men zich als vanzelf af. Of
de actie tegen Minister de Vries soms ook be
doeld is als en stok om op -die wijze het ge-
heeie kabinet, te treffen.
HST OOGENBLIK DER BEBEERING.
Tegen dc Invaliditeitsverzekering, zegt de
Rotter dammer, wordt de kamp aangebonden
onder dc lenze „tegen -de ambtenarij en te
gen den administratieven romslomp".
De leider van dit verzet is de oud-mi
nster Posthnnfa, thans directeur van de Cen
trale Werkgeversrisicobank.
Dit geeft te denken-.
Voor de Jeugd.
Levend Begraven.
IX.
fj en nachrt blééf de sneeuw zonder
ouden vallen, en de groote massa, die
op het dak ophoopte, maakte den
Cijotvader angstig,
tot gewicht is te zwaar", zeide hij; „de
kunnen het na eenigen tijd niet
r houden. Wij moeten trachten de hut
dien last te ontdoen."
'at 's gauw gedaan", antwoordde Jac-
zich naar het luik begevende, dat
•Beer moeite dan gewoonlijk open gmg.
ai 'j klom op het dak, trok de spade naar
ln> en werkte eenige uren, om de
luw ter zijde te werpen, en liet slechts
toag, ter dikte van een voet. liggen om
töucfe uit en de warmte in de hut te
ien.
®b donkere lucht hing boven het een-
e. met sneeuw bedekte landschap, en
Jacques dit aanschouwde, kon hij
treurigen blik niet weerhouden en met
zucht keerde hij in de hut terug.
8r00tvader kemertote zijne droefheid,
r°®ht naar eenige bezigheid voor hem.
^agen nog eenmaal naar de boeveel-
>'an him levensmiddelen, en bemerkt
ten', dat zij meer hadden aan hooi én stroo,
dan de geit in een jaar zou verbruiken: dus
wanneer Blanchette slechts bleef voort
gaan melk te geven, zouden zij in het goe
de dier een kostbaar middel van onder
houd vinden.
Zij vergaten echter niet, dat elk onvoor
zien ongeluk hen van hun geitenmelk zou
kunnen berooven. Zij waren dus verheugd,
in een hoek van den stal eene kleine hoe
veelheid aardappelen te vinden, die zij
zorgvuldig met stroo bedekten, om ze voor
bevriezen te bewaren.
Er was ook eene kleine hoeveelheid hout
in den stal opgestapeld, echter niet genoeg
voor eenen geheelen, langen winter. Zij
moesten dus heel zuinig zijn. Zij besloten
dus, het slechts in nood te gebruiken en
in alle gevallen het luik dicht te houden,
zoodat de warmte er niet u;t kon. De klui
zenaars hadden reeds bemerkt, dat de
sneeuw, die om de hut lag, lien hielp om
het binnen warm te houden.
Behalve hout, hadden zij een klein
hoopje denne-appels die Jacques in den
zomer verzameld had, met het plan, ze
mede naar het dal te nemen. Dit had hij
gelukkig niet gedaan, en de appels konden
dus in tijd van nood dienst doen. Ten slotte
was er nog de houten Kribbe en ruif in den
stal; als het dus noodig was, hun leven te
redden, behoefden zij geen zwarigheid te
maken, die te gebruiken, ten minste zoo
Immers in het vertedert van den heer Pos-
hiuma was d:e #arkser van ambtenarij eu ad-
ministratïeven roinsfooip niet een van de meest
naar voren tredende karaktertrekken.
Hij was fijdeils zijn miuistersambt de verper
soonlijkte St. Bureaucratius de schutsheer van
atfes wat naar ambtenarij riekte.
Ntt is. ongetwijfeldmogelijk, dat, gezieii de
ervaringen met dit syslcam opgedaan, zekere
verandering van denkwijze bij den oud-minis
ter is ingetreden.
In zekeren zm valt die te waarde eren, maar
toch alleen- met eenige reserve.
Eerre reserve, die het best wordt ukgedrukt
-in de bekende woorden, die de Rotterdamsohe
afgevaardigde Dr. Mees onder liet ministerie-
-Kuy-per eenmaal Dr, Kuyper toevoegde: „Ik
verheug mij over eiken potötieken zondaar, die
zich bekeert, maar het oogeivbtik der bekee-
rfr.g Is mij niet onverschillig*".
GEESTELIJKE ARMOEDE.
iWii leizen in Patrimonium
Tegen het ontwer'p-Zondagswet wordt voqral
van socia'al-ctemocraüsche 'zijde 'een felle agi
tatie gevoerd.
Zoo schrijft „De Arbeid1", iiêt soe.-iem. 'or
gaan voor Gelderland:
0:*ze Zondag zal dus.' met medewerking
van onze Raden, bij aanneming dezer wet cp
de Zondagsrust), verminkt worden tot 'n criant
eentonige, voor een arbeider en zijn gezin
Ordoor-koombare Dag der Vervloeking.
Voor een „arbeider".
Dat er ook Christelijke arbeiders zijn, die de
Regeering gaarne in haar pogent wdfen steunen
wordt hier vergeten. Die tellen niet mee!
Maar hier wordt iets ontroerends gezegd. De
schrijver gaat uit van de gedachte, dat de open
bare vermakelijkheden, dat groote demonstra
ties. die veter Zondagsrust rooven. niet meer
zullen worden toegelaten', lil boeverre dit juist
zal iblijken ir onze groofe steden, laten wij in
bet midden, I'aar zonder openbare vermake
lijkheden is de Zondag niet door te komen, een
„dag der vervloeking". ii
Dit wijst op ontroerende wijze de-geestelijke
armoede aan van den kring, waarin de schrij
ver verkeert.
Hij kome eens 'u onze Chistellj-ke arbeiders
gezinnen.
Hij zal dan den zegen eener goede Zondags
viering kunnen' waard-eeren.
tt» het Christelijk gezin is de Zondag geen
dag, die niet door te komen is zonder open
bare vermakelijkheden!
In hét jaar 1879 verscheen in Duitsch-
land een boek dat prooien opgang
maakte en tal van herdrukken beleefde-
Wij bedoelen het werk van den be
keenden socialist August Bebel, getiteld:
,,Dce Frau in der Vergiangenheit, Gegen-
wart- und Zukunft-"
Een merkwaandii,? boek.
Merkwaardig vooral omdat hot op
de meest felle en brutale wijze het
Christendom on -do Christenen het
geslacht der kerkuilen <JÜe overal zijn
waar het schemert en verschrikken
wanneer een straal van licht in hun go-
lief d donker valt aanvalt en veroor
deelt-, en toch natuurlijk onbedoelde
in het. I. c-ht stelt de groote beteekenis
van het Christendom, óók voor de
vrouw.
Met de meest schrille kleuren teekent
Be-hei de treurige-positie van het vrou
welijk geslacht in voorbijgegane éeu-
wen.
De vrouw en de arbeider, zegt. hij.
hebben dit gemeen, dat zij sedert over
oude tijden de verdrukten zijn en dat
trots alle verandering in de wijze van
onderdrukking, de onderdrukking zel
ve bleef bestaan. De vrouw echter, d'e
nog lager stond dan de arbeider omdat
ze zelfs door hein als een wezen van
mindere geboorte beschouwd en be
handeld werd, is slechts zeer zelden
tol klaar bewustzijn van haar slavernij
gekomen. Zij, was het eerste mensc-he-
Iiiik wezen dat tot slavernij was ge
doemd; zij was slavin eer er nog een
slaaf bestond.
De oorzaak van "de afhankelijkheid
van do vrouw is volgens Bebel d'e met-
God en zijn Woord niet rekent, het ver
schil in de lichamelijke cn geestelijke
kracht, van beide geslachten als gevolg
van -de stoffelijke afhankelijkheid van
de vrouw'-
Do Sociaaldemocraten zijn gewoon
alle ievensveirsshijnselen cn levensver-
hoiicïi'iigon uit. s to f f ©lij k e oorzaken
te verklaren en rnet, geestelijke factoren
absoluut niet te rekenen.
Dat er een Gord is cï'e dfe wereld-schiep
en aan den mensch het aanzien gaf is
volgens Rebel de grootste dwaasheM,.
uw ii Ui i mnri iw i ii*mai -na*nwr
daclit de grootvader, en Jacques stemde
-natuurlijk met hem in.
Daar het reeds laat in den tijd van het
jaar was, was de hut noga-l leeg en de
meeste gereedschappen en werktuigen wa
ren in het dal geibracht; maar zij hadden
nog den grooten ketel, en Jacques vond ook
nog een bijl en een zaag.
Daarbij had ieder, grootvader zoowel als
Jacques, zijn knipmes, waarvan de bergbe
woner zelden scheidt; wat dus werktuigen
'betreft, waren zij er niet zoo slecht aan <toe.
Met -hun eetwaren zag het er ecliter njet
zoo goed uit. Zij vonden slechts Irie broo-
den, van een soort rogge, die een jaar of
langer souden uithouden en zoo hard wor
den, dat zij ze met den bijl zouden moeten
stuk hakken, daar men het dan niet met
een mes konde snijden. Ongelukkig waren
er maar drie, die zij in eene oude kast
vonden, waarin zij ook wat koffie, olie en
reuzel ontdekten; schatten, -die zij in hun
ne omstandigheden niet voor het gewicht
aan goud zouden verwisseld hebben.
,,De reuzel zal ons van grooten dienst
zijn", zelde Jacques, die blijde was dezen
in eene lade gevonden te hebben.
Ja zeker'antwoordde de grootvader,
„maar wij moeten het niet voor koken ge-
bruikon, -maar 'bewaren- tot ons beetje olie
op is; of eet je liever smakelijk, om dan
naderhand in donker te zitten?"
,,Ik houd het meest van het licht", ant-
JuM hel- omgekeerde fs hel gewyls*-
De monsoh geweide zich oorspronke
lijk tegenover tillerleii natuurkrachten
dia zijn leven en bestaan bedreigden,
zwak en nietig-
llij vG--r,Langde daarom te steunen o-p
boven-natuurlijke krachten. Hij daclit
zich een God' naar zijn evenbeeld. naar
do voorstelling die hij zich daarvan had
gevormd.
Uit dezelfde stoffelijke oorzaken is
ook dte afhankelijkheid van de vrouw
en i's ook het huwelijk te verklaw-n
Wat wij- daaromtrent in den Bijbi-1
lc-zen is van geen beieekenis.
Oorspronkelijk zoo leeraart Bebel
was er -tussch 'n een man en eene
vrouw gc-cn duurzame verbintenis, en
heerschle er evenals in de dieronwe-
reld een wilde vermenging, .De vrouw
was feilelijk gemeenschappelijk eigen
dom. (Precies dus maar in is se hi cn .in
minder dierlijken vorm aJs bij die geest
verwanten van Bebel in sommige sta
ken van Rusland)-
Later toen liet mannelijk' egoïsme be
gon te werken, kwam het duurzame
bezit- De groolere -zekerheid van dozen
toestand deed dc vrouwen deze verhou
ding als voordeeliger beschouwen en
zóó ontstond het huwelijk'.
Bebel geeft dan een breed hislaritcK
overzicht, waaruit de onderdrukking en
de verachting van de vrouw in den
loop der tijden moet blijken.
Nu is er op deze „wetenschappelijke
beschouwingen" zeker nog wel een on
ander aan te merken. Wanneer men
bijv. kennis neemt van de opstellen in
de Gids over do posstïe van do vrouw
in het oude Griekenland, dan bliikt wel
dat Bebel wel wat al le oppervlakkig
heeft geoordeeld-
Dit blijkt nog.duidelijker wanneer hij
Eet heeft over de invloed van het Chris
tendom „een mengsel van Jodendom
en Grieksche philisophie," dat naar hij
zegt. dc onthouding pmMde en de ver
achting van de vrouw wijl zij als de
oorzaak van al het kwaad werd be
schouwd.
Van onzen Heere JezuS heet -het, dal
hij Üidi was eener sec.te die ziich de
strengste ascese oplegde en het liuwe-
lij-k (verachte.
En na enkele aanhalingen gedaan te
hebben uit de brieven van den Apostel
Psiriu* ontzfet hij zich n'et te schrij
ven: Iedere gek of ellendeling van een
man kan zich dus voor beter houden
dan dc uitmuntendste vrouw.
Aan de vóór stellingen van iemand,
die zoo geschiedenis •schrijft en ziicb
zoo weinig n staat toont objectief le»
oordeelcn. mag niet te- groote waard©
worden toegekend.
Maar al is de schildering due Bebel-
geeft aan het loven en lijden der vrouw
volstrekt, nitet. i'tn alles "betrouwbaar, dit
verandert niets aan het feit dat hare
A'posiitiie- fcpdurendie vte-le (eeuwen diep
treurig is geweest en dat ook in onze
dagen van de zwakheid van de vrouw
nog menigmaal op droeve wijze mis
bruik wordt gemaakt.
En laten wc bet maar erkennen, de
schildering die Bebel gééft is vaak c*n
zeer ernstige aanklacht,, niet tegen het
Christendom, maar wel tegen dc Chris
tenen.
En het eert lïom en zijne volgelin
gen dat zij dit hebben gezfen, dat zij
hebben partij gekozen voor het zwak
ke en dal zij pogingen willen doen om
het onrecht waar dat gevonden wordt
te herstellen.
Maar hoe?
De middelen 'die Bebel aangeeft kan
men in één woord samenvatten: vrïj-
h e i- d- Helaas, hert is oen valsche
vrijheid, die hier gepredikt wordt.
Er moet- eerst komen een andere maat
schappij-inrichting en als dat doel be
reikt isi als de venvacht socialistische
helstaat ii? gekomen, dan zal het leven
worden één gen i eten
Oök voor de vrouw'.
Zij zal in de herboren maatschappij
volkomen vrij en onafhankelijk zijn. Zij
zal vrij zijn om te huwen of neen
het huwelijk verdwijnt, zij zal vrij zijn
om samen te leven met wie zij wil. Vol
doet. die samenleving niet aan de ver
wachtingen. dan moet zij evenals de
man vriï zijn o-m de verhouding te
verbreken. Wensclit zij moeder te wor
den zonder gehuwd te zijn dan moet
ham* dat vrijstaan niet alleen, maar dan
moet de maal schappij haar 'zooveel mo-
geliik tegemoet komen-
Terug naar de natuur, dal is eigenlijk"
de korte inhoud van-wat Bebel voor de
vrouwen vcnschf.
S53e.'.v»v...
En' de kinderen dan?
Maar er wondt immers 'door' de Soc -
iPemodraten Koortdurond propaganda)
gevoerd-voor de z- g. moederschapsvec-
zekcring, die de wijheid, en de onaf
hankelijkheid van de vrouw niet wei
nig in de hand1 zal werken.
Zoo ziet men tot welke dwaasheden
men komt wanneer Gods Woord worif
losgelaten en hoe de barmhartigheden
der goddeloozen toch- in den grond der
zaak wreed zijn-
Het moet toch voor ieder die nadenkk
'duidelijk zijn dat de vervulling van de
Bcbelsche indealen die ook door de
ISocialJsten wordt Ivoorges taan,: moet
leiden tot een toestand waarin van do
oersposü-ie cler vrouw niets meer over
blijft- tot een toestand die van de gru
welijke verhoudingen onder de m
primitieve volken in niets verschilt
Wanneer onze vrouwen dit gevoelen
Öan welen zij tevens wat haar te doer,
staat.
- is 't haar taak om mot alle krach'.-
en met aile mi-ddelen waarover zij be
schikken tegen de verderfelijke deer
ven do Socialisten den strijd aan te bin
den.
Voor onze vrouwen in L" e i de n be*
teekent dit., dat. zij moeten ijveren, vu
riger, krachtiger en geestdriftiger dan:
de mannen het o-oit. gedaan hebben voo,r
de verkiezing van de A n t i-r evol u-
t i o n a i r e c a n d i1 d a t e n.
ii.
Nicolaas Copernicus, geboren 19 Fe
bruari 1^73 te Thorn en overleden in
15S3, heeft zijn geheele lev^n besteed
*an de uitwerking van zijn denkbeelden
Eerst in zijn- sterfjaar jn 15-13 beeft "hij
zijn hoofdwerk ..De Revolut'onibus"
(„Over de baanbewc-ging)" uitgegeven,
ven.
Paus Paulus III aanvaardde de op
dracht en hoewei het hoofd der Room
sche Iverk aldus het werk van den
grooten geleerde waardeerde, is deze
kerk later minder welwillend te werk1
gegaan. Men meende, dat de loer der
Iverk zich verzette tegen het heliocen
trisch stelsel, zooals de leer van Coper
nicus heet naar zijn stellingen die er de
grondslag van zijn. Deze stellingen (die
ieder thans kent en beaamt) zijn:
le. De aarde wentelt om haar as iiï
24 uur.
Het op- en ondergaan der hemellicha-
men is dus een schijnbare beweging-
i In werkelijkheid is het de aarde dse
zich beweegt-
2e De aarde beweegt zich om ae zon
in 1 jaar.
De zon is dus het middelpunt van het
heelal. Daarom heet -dlit stelsel heliocen
trisch (helios is zon).
Dü slelsel heeft de Overwinning b'e-
haald. Hiermee werd voor do 'on-
kunde een nieuwen weg g nd en
j daardoor werden de beoefenaa»s van
deze wetenschap voor een nieuwen taak
gesteld-
Daarvan vertelt dr. Schouten in het
2e dool van boek- „liet hedendaagsche
Wereldbeeld".
Nieuwe ontdekkingen en uilvindin
gen op het gebied der Sterrenkundige
instrumenten, hebben de astronomen
in staat gesteld' don sterrenhemel met
groote nauwkeurigheid te bestudeeron
en te beschouwen.
De instrumenten zijn ontzarihk ver-
beleed en aan de samenstelling wordt
de uiterste zorg besteed- Daarom kost
liet bouwen en inrichten van sterren
wachten groote sommen, zoodat bijna
alle observatoria staatsinstellingen zijn.
Daar werken de geleerden dan dag
en nacht, om den wonderbouw van het
heelal na te speuren. Gewapend met
reuzenkijkers, telescopen geheelen. be
spieden zo de duizenden, neen miljoe
nen werelden boven onze aarde». „Met
de groote telescopen, d':e men in don
tcgenwoordigen tijd lieeft vervaardigd',
Ziet men verscheiden honderden mil
joenen sterren en honderdduizenden
nevels- Men kan zelfs sterren onder
scheiden. die 7.66 ver verwijderd zi n.
dat het licht duizenden iaron noodig
heeft, om dc aarde tc bereiken.
Men is zoover gevorderddal men
'cte afstanden d.er verschillend n hemel
lichamen kan meten. Die afstanden'
doen ons duizelen. Wat denkt go wel
al? dc Sterrenkundige u vr/clcod, dat
cte zon 150 millioen Kilometers van do
woorckle Jacques. „Het is zoo akelig steeds
in donker te zitten." De reuzel werd dus op
zijde gezet en men ging voort de kast te
onderzoeken.
Er waren echter geen levemniddelen
meer. Doch al zoekende ontdekte. Jacques
een schat, waarmede zijn grootvader zeer
verheugd was. Het was een pul stofiig
boek, dat met spinnewebben overdekt was.
„De Navolging van Christus", las Jacques,
het titelblad opslaande.
„O, mijn zoon!" riep zijn grootvader toen
hij den titel hoorde, „dat is de beste vriend
die Qns in onze eenzaamheid kan helpen.
„De Navolging van Christus" is zeker een
boek voor allen, die bedroefd zijn. Het leert
ons. dat er één kwaad is, n.l. God te ver
geten. cn één-geluk, God lief te hebben.
Gij ziet- dus, mijn zoon, hoewel eenzaam,
zijn wij niet verlaten. Wij hebben reeds
veel gevonden, waarmede wij ons kunnen
voeden, en nu hebben wij nog dit heerlij
ke voedsel voor onze ziel. Niets ontbreekt
ons, wanneer wij er maar een goed gebruik
van weten te maken."
Het boek werd voorzichtig weggelegd, om
op xim tijd te voorschijn gehaald te.wor
den. Het overige van den dag werd voor
nieuwe onderzoekingen gebruikt, maar
zonder eenige belangrijke ontdekking.
Hun bed was hard, maar ruim genoeg
om beiden plaats le geven; zij bezaten
slechts één deken, eu een groote zak stroo
nam de plaats van matras in. Toch rustten
zij er zacht op, want hun liait was vol dank
jegens God, aan wiens wakende zorg cn
vaderlijke liefde zij niet twijfelden.
Toen zij den volgenden morgen ont<
waakten het was de 27ste November
zagen zij,, dat de sneeuw nog niet had op
gehouden' te vallen. Steeds vielen er ge
heele Wolken sneeuw uit de lucht cn steeds
werd ze hooger en dikker op de bergen
gehoopt, die dus ieder uur meer onbegaan
baar werden.
Hoe hooger de sneeuw steeg, des te meer
zonk de hoop der arme gevangenen, om
uit hun droevig vei blijf verlost te worden
en zelfs Jacques, die tot nog toe een wei
nig hoop gekoesterd had, was genood
zaakt haar geheel op te geven.
De knaap was zoo bedroefd, döt rijn
grootvader vond, dat hij iets moest, beden
ken om hem op te vroolijkon on hem hun
droevigen toestand te doen vergeten. Be
zigheid was de zekerste weg om dit te ver
krijgen. De goede, oude man brak zijn
hoofd bijna om den knaap raadsels op te
geven. Dikwijls gaf hij hem sommen uit te
rekenen om zijn geest te scherpen, cn wan
neer hem dat verveelde, vertelde do oud«
man hem gedeelten uit zijn lang leven of
uit boeken, die hij gelezen had.
(Wordt vervolgd)»