weed© B!ad. _yo°JLonze vrouwen. De wonderSiQyw m lei HeeSaL aterdag 29 Mei 1920. )IT IS DE RUST! Tot dewelke Hij gezegcf heeft: Dit is de rust; geeft den moeden rust, en dit is de verkwikking; doch zij heb ben niet willen- hooren. Jesaia 28:12. teleurstellende woord gold dat in het rijk dop lieu stammen [de, en waaraan de Heere doo»' mondi der profeten den we» des is had laten bekend maken. was hun doiicblijk aangezegd, dat echts rust en vrede voor het rijk vencens voor het gemoed der si erlijke inwoners mogelijk was, in- men bij de inzeltïnrjn des lLerer en zijn geta<g3'li3 in ce'c h'eid e moeite en zorg waren echter hteloos geweest. Niet slechts 1 l maar ook de leidslieden hadden oodschap versmaad! on zach aan [dron ken hei d overgegeven zodeliik verval was z™ riten. dat en redding meer mogelijk was. Dc les oorcicLUs was gekoincn. leger bad de Hëóre mei lieflijke, aide stem tot hen gesproken, ans zo-u Hij do Assy iters tegen loslaten en ciloor hun mond mot be- >Üjke linppen en in uitheemsche lot hen spreken, tot hetzelfde i5.fe.rde volk, dat zoo vaak het jclie vernomen had: „Dit is do rust, den moeden rust. en dit is de Rikking", doch dat Hem nu doet- >n: ,,Zij hebben niet- willen hoo- is een ernstige waarschuwing uilen, die in doo waan verkeeren igenwillige paden rust voor hun isrde en soms zoo fel bewogen hart innen vinden. mensch, van een vrouw geboren, rt van dagen en zat van onrust! worden door allerlei zore-en Re tt dl:ie het beste bewijs zijn dat do ironkelijke levensharmonie, zooals hel zondelooze paradijs gewenden hopeloos verstoord is. laag lot hoog in aile kringen des wordt de innerlijke vrede telkens roken. Bezorgdheid vootr de loo it der leinderen, onzekerheid om- het dageLijksch brood, slriid met feedien en kwalen, angst voor den en het graf, ziedaar -eenige dingen pze z/iel heftig kunnen beroeren- 'hoogor staat op do üiaalsciia.ppe- ladder kent bovendien de inle&ec- onrust, die geboren wordt uit io vragen, waarop de dienste den- het antwoord schuldüjr blijven en. och om beantwoording roepen, :E naar onzen oorsprong en onze mining, naar de zuivere onlwïklce van volk en rijk, naar den grond #ngon, en zoo tot in het "onemdii- »rl. ir 't hoogst klimt de onrust, wan- wij aan ons zelf ontdekt z/in gruwel der zonde in het licht van heiligheid aien. diepste bron van al onze on- ligt in onze vervreemding van SAn e onzen God- 't Besef dier mnerhi- iandschap. dat door de genade in gewekt wordt, maakt het ons zoo r benauwd, dat wij er onder be- ieny; iar nu komt tot dlie vermoeiden nnofri pti hart, de slem des Hoeren, hen henenwijst naar den Christus, Öe zonde der 'wereld in zijn bloed' verzoend, zeggende: „Dit'fe de t is de rust! Het is niet de ware cfie ons door velerlei stemmen be- 4 wordt. De zorgeloosheid vermaant van do vreugden des levens te ge en en ons niet door kommer en ver te laten verhinderen van ,het eene maak naar het andere te fladderen. lichlzanni'ghoid' prikkelt ons ver- fliie d te zoeken bij snel en dans-, bij ildd'enst en zonaelust, en zelfs de gedachte aan "d'ooc! en eeuwigheid van ons af te zetten. De rust van het graf wenkt de .levens- en vragensmoedet'1 niet zoo zelden met valsche beloften, zoodat zij de hand aan gech zeiven slaan. Met vaste hand- schuiven wij ai deze bedwelmende middelen ter zli-de, om met uitgestreklon vinger op Christus te wijzen, zeggende: ,.D it is dc rus t!" Reeds van oud's werd- Hij als de groofe Silo of rusfaanbre.nger verkondigd. In de profetiën ftaat het te lezen, dat de wortel van Isa? tot een banier -der vol ken zo-u siaan en dat zijn rust heerlijk zou «zijn. En toen Hij op aarde verscheen, wals het om allen, d'e vermoeid en belast waren, tol zich te roepen om hun-rust te geven* Aan den voet des krui sas alléén vin den wij rust- Daar wordt, de rust gevonden voor het aanklagend geweien, dat gedurig beschuldiging tegen ons inbrengt, want het kruis spreekt ons van vergeving der zonden uit vrije genade- Daar wordt de rust hersteld in het ééns verzoende, maar toch telkens nog bestroden en aangevochten hart. Daar komt ook rust over ons denken, idian in den Christus Gods een vast uit gangspunt. vindt. En daar wordt ook de rust in het be nauwde leven geboren, omdiat wij er leeren in Gods vaderhand' te rusten, d'o b*ns door de zorgen des levens opvoedt voor de rust der eeuwigheid- Uit de Pers. MINISTER DE VRIES. In liberate kringen wordt de laatste dagen hevig geageer-cf tegen Abrister de Vrtes. Zoo scHrijftrb.v. het Urie-Bberate Vaderlaiut' dat liet m maar uit moet zijn mei minister de Vries. Zijn positie, reeds tang onhoudbaar, is tot nog toe door politieke overwegingen gered; 'bij heeft geprofiteerd van den val van Bijleve'd en van Along- ven Oeusau, wat de opposite voorz:c!h>ig moest maken. Maar mi, na zijn weergaloos geknoei met de gemeentefinanciën. wordt tie' voor dezen stoelvasten minister meer dan tijd. Imrc-ddets zat dan met een noodwet in den noodtoestand! der gemeenten voorzien «r-oeten worden, omdat ook de knapste kamer commissie van een versneden jas als dit wets ontwerp «pp de gemeenteflnanciën geen goedzit tend kleedingstuk meer kan maken. En de Telegraaf schrijft onder het ko-pje: „Dagen van sparuting" o.m. het volgende: (Het loopt zoo zoetjes-aan tegen het parie- merttaire zomer-reces, maar alles wijst er op. dat ons dagen van- spanning te wachten staan. Boven het hoofd van den minster van Fi nance n- pakken zich de bekende „donkere wo1- ketf" samen. En geen wonder. Wij hebben het kGrt na het optreden van den heer De Vries a!5 gezegd: bij had nooit minister moeten vor den En vooral net minister van Financiën. De taak gaa: hem boven zijn krachten. Van eenige vastheid in zijn beteid is tot dusver niet de nfnste sprake geweest: hij voerde een zuivere avonturiers-politiek. De Ach:lies-hiel van hei ka binet werd hij meer er, meer, en als 3ïij tot dus ver gespaard- bleef, is het eer.erzijds, wijl de Kamer geen lust had om in korten tijd drie mi nisters ten val te brengen, en vervolgens, om dat >het heete kabinet hem de hand boven het hoofd hioM. Het meest krasse staal van- slecht beleid is de wij-ze, waarop hij de gemeente-iinan- cièn in de war wil sturen. Deze ood-wethouder der hoofdstad is de grootste des-organisator gebleken op dit gebied. Zijn butpeflooze en machtelooze boïeid wordt door vrijwel niemand in bescherming genomen.. Zoo wachten ons dagen van spanning, als het ontwerp in zake het gemeenteKjk belas- tinggob'ed aan de orde komt.'" Bit het vervolg van dit artikel en ook u.t wat andere bladen schrijven blijkt wel dat de grootte grief tegen het kabinet is de indiening van de Zondagswet, waardoor naar hei heet de weg van „gematigdheid" en „verdraagzaam heid" is verlaten. lEn zoo vraagt men zich als vanzelf af. Of de actie tegen Minister de Vries soms ook be doeld is als en stok om op -die wijze het ge- heeie kabinet, te treffen. HST OOGENBLIK DER BEBEERING. Tegen dc Invaliditeitsverzekering, zegt de Rotter dammer, wordt de kamp aangebonden onder dc lenze „tegen -de ambtenarij en te gen den administratieven romslomp". De leider van dit verzet is de oud-mi nster Posthnnfa, thans directeur van de Cen trale Werkgeversrisicobank. Dit geeft te denken-. Voor de Jeugd. Levend Begraven. IX. fj en nachrt blééf de sneeuw zonder ouden vallen, en de groote massa, die op het dak ophoopte, maakte den Cijotvader angstig, tot gewicht is te zwaar", zeide hij; „de kunnen het na eenigen tijd niet r houden. Wij moeten trachten de hut dien last te ontdoen." 'at 's gauw gedaan", antwoordde Jac- zich naar het luik begevende, dat •Beer moeite dan gewoonlijk open gmg. ai 'j klom op het dak, trok de spade naar ln> en werkte eenige uren, om de luw ter zijde te werpen, en liet slechts toag, ter dikte van een voet. liggen om töucfe uit en de warmte in de hut te ien. ®b donkere lucht hing boven het een- e. met sneeuw bedekte landschap, en Jacques dit aanschouwde, kon hij treurigen blik niet weerhouden en met zucht keerde hij in de hut terug. 8r00tvader kemertote zijne droefheid, r°®ht naar eenige bezigheid voor hem. ^agen nog eenmaal naar de boeveel- >'an him levensmiddelen, en bemerkt ten', dat zij meer hadden aan hooi én stroo, dan de geit in een jaar zou verbruiken: dus wanneer Blanchette slechts bleef voort gaan melk te geven, zouden zij in het goe de dier een kostbaar middel van onder houd vinden. Zij vergaten echter niet, dat elk onvoor zien ongeluk hen van hun geitenmelk zou kunnen berooven. Zij waren dus verheugd, in een hoek van den stal eene kleine hoe veelheid aardappelen te vinden, die zij zorgvuldig met stroo bedekten, om ze voor bevriezen te bewaren. Er was ook eene kleine hoeveelheid hout in den stal opgestapeld, echter niet genoeg voor eenen geheelen, langen winter. Zij moesten dus heel zuinig zijn. Zij besloten dus, het slechts in nood te gebruiken en in alle gevallen het luik dicht te houden, zoodat de warmte er niet u;t kon. De klui zenaars hadden reeds bemerkt, dat de sneeuw, die om de hut lag, lien hielp om het binnen warm te houden. Behalve hout, hadden zij een klein hoopje denne-appels die Jacques in den zomer verzameld had, met het plan, ze mede naar het dal te nemen. Dit had hij gelukkig niet gedaan, en de appels konden dus in tijd van nood dienst doen. Ten slotte was er nog de houten Kribbe en ruif in den stal; als het dus noodig was, hun leven te redden, behoefden zij geen zwarigheid te maken, die te gebruiken, ten minste zoo Immers in het vertedert van den heer Pos- hiuma was d:e #arkser van ambtenarij eu ad- ministratïeven roinsfooip niet een van de meest naar voren tredende karaktertrekken. Hij was fijdeils zijn miuistersambt de verper soonlijkte St. Bureaucratius de schutsheer van atfes wat naar ambtenarij riekte. Ntt is. ongetwijfeldmogelijk, dat, gezieii de ervaringen met dit syslcam opgedaan, zekere verandering van denkwijze bij den oud-minis ter is ingetreden. In zekeren zm valt die te waarde eren, maar toch alleen- met eenige reserve. Eerre reserve, die het best wordt ukgedrukt -in de bekende woorden, die de Rotterdamsohe afgevaardigde Dr. Mees onder liet ministerie- -Kuy-per eenmaal Dr, Kuyper toevoegde: „Ik verheug mij over eiken potötieken zondaar, die zich bekeert, maar het oogeivbtik der bekee- rfr.g Is mij niet onverschillig*". GEESTELIJKE ARMOEDE. iWii leizen in Patrimonium Tegen het ontwer'p-Zondagswet wordt voqral van socia'al-ctemocraüsche 'zijde 'een felle agi tatie gevoerd. Zoo schrijft „De Arbeid1", iiêt soe.-iem. 'or gaan voor Gelderland: 0:*ze Zondag zal dus.' met medewerking van onze Raden, bij aanneming dezer wet cp de Zondagsrust), verminkt worden tot 'n criant eentonige, voor een arbeider en zijn gezin Ordoor-koombare Dag der Vervloeking. Voor een „arbeider". Dat er ook Christelijke arbeiders zijn, die de Regeering gaarne in haar pogent wdfen steunen wordt hier vergeten. Die tellen niet mee! Maar hier wordt iets ontroerends gezegd. De schrijver gaat uit van de gedachte, dat de open bare vermakelijkheden, dat groote demonstra ties. die veter Zondagsrust rooven. niet meer zullen worden toegelaten', lil boeverre dit juist zal iblijken ir onze groofe steden, laten wij in bet midden, I'aar zonder openbare vermake lijkheden is de Zondag niet door te komen, een „dag der vervloeking". ii Dit wijst op ontroerende wijze de-geestelijke armoede aan van den kring, waarin de schrij ver verkeert. Hij kome eens 'u onze Chistellj-ke arbeiders gezinnen. Hij zal dan den zegen eener goede Zondags viering kunnen' waard-eeren. tt» het Christelijk gezin is de Zondag geen dag, die niet door te komen is zonder open bare vermakelijkheden! In hét jaar 1879 verscheen in Duitsch- land een boek dat prooien opgang maakte en tal van herdrukken beleefde- Wij bedoelen het werk van den be keenden socialist August Bebel, getiteld: ,,Dce Frau in der Vergiangenheit, Gegen- wart- und Zukunft-" Een merkwaandii,? boek. Merkwaardig vooral omdat hot op de meest felle en brutale wijze het Christendom on -do Christenen het geslacht der kerkuilen <JÜe overal zijn waar het schemert en verschrikken wanneer een straal van licht in hun go- lief d donker valt aanvalt en veroor deelt-, en toch natuurlijk onbedoelde in het. I. c-ht stelt de groote beteekenis van het Christendom, óók voor de vrouw. Met de meest schrille kleuren teekent Be-hei de treurige-positie van het vrou welijk geslacht in voorbijgegane éeu- wen. De vrouw en de arbeider, zegt. hij. hebben dit gemeen, dat zij sedert over oude tijden de verdrukten zijn en dat trots alle verandering in de wijze van onderdrukking, de onderdrukking zel ve bleef bestaan. De vrouw echter, d'e nog lager stond dan de arbeider omdat ze zelfs door hein als een wezen van mindere geboorte beschouwd en be handeld werd, is slechts zeer zelden tol klaar bewustzijn van haar slavernij gekomen. Zij, was het eerste mensc-he- Iiiik wezen dat tot slavernij was ge doemd; zij was slavin eer er nog een slaaf bestond. De oorzaak van "de afhankelijkheid van do vrouw is volgens Bebel d'e met- God en zijn Woord niet rekent, het ver schil in de lichamelijke cn geestelijke kracht, van beide geslachten als gevolg van -de stoffelijke afhankelijkheid van de vrouw'- Do Sociaaldemocraten zijn gewoon alle ievensveirsshijnselen cn levensver- hoiicïi'iigon uit. s to f f ©lij k e oorzaken te verklaren en rnet, geestelijke factoren absoluut niet te rekenen. Dat er een Gord is cï'e dfe wereld-schiep en aan den mensch het aanzien gaf is volgens Rebel de grootste dwaasheM,. uw ii Ui i mnri iw i ii*mai -na*nwr daclit de grootvader, en Jacques stemde -natuurlijk met hem in. Daar het reeds laat in den tijd van het jaar was, was de hut noga-l leeg en de meeste gereedschappen en werktuigen wa ren in het dal geibracht; maar zij hadden nog den grooten ketel, en Jacques vond ook nog een bijl en een zaag. Daarbij had ieder, grootvader zoowel als Jacques, zijn knipmes, waarvan de bergbe woner zelden scheidt; wat dus werktuigen 'betreft, waren zij er niet zoo slecht aan <toe. Met -hun eetwaren zag het er ecliter njet zoo goed uit. Zij vonden slechts Irie broo- den, van een soort rogge, die een jaar of langer souden uithouden en zoo hard wor den, dat zij ze met den bijl zouden moeten stuk hakken, daar men het dan niet met een mes konde snijden. Ongelukkig waren er maar drie, die zij in eene oude kast vonden, waarin zij ook wat koffie, olie en reuzel ontdekten; schatten, -die zij in hun ne omstandigheden niet voor het gewicht aan goud zouden verwisseld hebben. ,,De reuzel zal ons van grooten dienst zijn", zelde Jacques, die blijde was dezen in eene lade gevonden te hebben. Ja zeker'antwoordde de grootvader, „maar wij moeten het niet voor koken ge- bruikon, -maar 'bewaren- tot ons beetje olie op is; of eet je liever smakelijk, om dan naderhand in donker te zitten?" ,,Ik houd het meest van het licht", ant- JuM hel- omgekeerde fs hel gewyls*- De monsoh geweide zich oorspronke lijk tegenover tillerleii natuurkrachten dia zijn leven en bestaan bedreigden, zwak en nietig- llij vG--r,Langde daarom te steunen o-p boven-natuurlijke krachten. Hij daclit zich een God' naar zijn evenbeeld. naar do voorstelling die hij zich daarvan had gevormd. Uit dezelfde stoffelijke oorzaken is ook dte afhankelijkheid van de vrouw en i's ook het huwelijk te verklaw-n Wat wij- daaromtrent in den Bijbi-1 lc-zen is van geen beieekenis. Oorspronkelijk zoo leeraart Bebel was er -tussch 'n een man en eene vrouw gc-cn duurzame verbintenis, en heerschle er evenals in de dieronwe- reld een wilde vermenging, .De vrouw was feilelijk gemeenschappelijk eigen dom. (Precies dus maar in is se hi cn .in minder dierlijken vorm aJs bij die geest verwanten van Bebel in sommige sta ken van Rusland)- Later toen liet mannelijk' egoïsme be gon te werken, kwam het duurzame bezit- De groolere -zekerheid van dozen toestand deed dc vrouwen deze verhou ding als voordeeliger beschouwen en zóó ontstond het huwelijk'. Bebel geeft dan een breed hislaritcK overzicht, waaruit de onderdrukking en de verachting van de vrouw in den loop der tijden moet blijken. Nu is er op deze „wetenschappelijke beschouwingen" zeker nog wel een on ander aan te merken. Wanneer men bijv. kennis neemt van de opstellen in de Gids over do posstïe van do vrouw in het oude Griekenland, dan bliikt wel dat Bebel wel wat al le oppervlakkig heeft geoordeeld- Dit blijkt nog.duidelijker wanneer hij Eet heeft over de invloed van het Chris tendom „een mengsel van Jodendom en Grieksche philisophie," dat naar hij zegt. dc onthouding pmMde en de ver achting van de vrouw wijl zij als de oorzaak van al het kwaad werd be schouwd. Van onzen Heere JezuS heet -het, dal hij Üidi was eener sec.te die ziich de strengste ascese oplegde en het liuwe- lij-k (verachte. En na enkele aanhalingen gedaan te hebben uit de brieven van den Apostel Psiriu* ontzfet hij zich n'et te schrij ven: Iedere gek of ellendeling van een man kan zich dus voor beter houden dan dc uitmuntendste vrouw. Aan de vóór stellingen van iemand, die zoo geschiedenis •schrijft en ziicb zoo weinig n staat toont objectief le» oordeelcn. mag niet te- groote waard© worden toegekend. Maar al is de schildering due Bebel- geeft aan het loven en lijden der vrouw volstrekt, nitet. i'tn alles "betrouwbaar, dit verandert niets aan het feit dat hare A'posiitiie- fcpdurendie vte-le (eeuwen diep treurig is geweest en dat ook in onze dagen van de zwakheid van de vrouw nog menigmaal op droeve wijze mis bruik wordt gemaakt. En laten wc bet maar erkennen, de schildering die Bebel gééft is vaak c*n zeer ernstige aanklacht,, niet tegen het Christendom, maar wel tegen dc Chris tenen. En het eert lïom en zijne volgelin gen dat zij dit hebben gezfen, dat zij hebben partij gekozen voor het zwak ke en dal zij pogingen willen doen om het onrecht waar dat gevonden wordt te herstellen. Maar hoe? De middelen 'die Bebel aangeeft kan men in één woord samenvatten: vrïj- h e i- d- Helaas, hert is oen valsche vrijheid, die hier gepredikt wordt. Er moet- eerst komen een andere maat schappij-inrichting en als dat doel be reikt isi als de venvacht socialistische helstaat ii? gekomen, dan zal het leven worden één gen i eten Oök voor de vrouw'. Zij zal in de herboren maatschappij volkomen vrij en onafhankelijk zijn. Zij zal vrij zijn om te huwen of neen het huwelijk verdwijnt, zij zal vrij zijn om samen te leven met wie zij wil. Vol doet. die samenleving niet aan de ver wachtingen. dan moet zij evenals de man vriï zijn o-m de verhouding te verbreken. Wensclit zij moeder te wor den zonder gehuwd te zijn dan moet ham* dat vrijstaan niet alleen, maar dan moet de maal schappij haar 'zooveel mo- geliik tegemoet komen- Terug naar de natuur, dal is eigenlijk" de korte inhoud van-wat Bebel voor de vrouwen vcnschf. S53e.'.v»v... En' de kinderen dan? Maar er wondt immers 'door' de Soc - iPemodraten Koortdurond propaganda) gevoerd-voor de z- g. moederschapsvec- zekcring, die de wijheid, en de onaf hankelijkheid van de vrouw niet wei nig in de hand1 zal werken. Zoo ziet men tot welke dwaasheden men komt wanneer Gods Woord worif losgelaten en hoe de barmhartigheden der goddeloozen toch- in den grond der zaak wreed zijn- Het moet toch voor ieder die nadenkk 'duidelijk zijn dat de vervulling van de Bcbelsche indealen die ook door de ISocialJsten wordt Ivoorges taan,: moet leiden tot een toestand waarin van do oersposü-ie cler vrouw niets meer over blijft- tot een toestand die van de gru welijke verhoudingen onder de m primitieve volken in niets verschilt Wanneer onze vrouwen dit gevoelen Öan welen zij tevens wat haar te doer, staat. - is 't haar taak om mot alle krach'.- en met aile mi-ddelen waarover zij be schikken tegen de verderfelijke deer ven do Socialisten den strijd aan te bin den. Voor onze vrouwen in L" e i de n be* teekent dit., dat. zij moeten ijveren, vu riger, krachtiger en geestdriftiger dan: de mannen het o-oit. gedaan hebben voo,r de verkiezing van de A n t i-r evol u- t i o n a i r e c a n d i1 d a t e n. ii. Nicolaas Copernicus, geboren 19 Fe bruari 1^73 te Thorn en overleden in 15S3, heeft zijn geheele lev^n besteed *an de uitwerking van zijn denkbeelden Eerst in zijn- sterfjaar jn 15-13 beeft "hij zijn hoofdwerk ..De Revolut'onibus" („Over de baanbewc-ging)" uitgegeven, ven. Paus Paulus III aanvaardde de op dracht en hoewei het hoofd der Room sche Iverk aldus het werk van den grooten geleerde waardeerde, is deze kerk later minder welwillend te werk1 gegaan. Men meende, dat de loer der Iverk zich verzette tegen het heliocen trisch stelsel, zooals de leer van Coper nicus heet naar zijn stellingen die er de grondslag van zijn. Deze stellingen (die ieder thans kent en beaamt) zijn: le. De aarde wentelt om haar as iiï 24 uur. Het op- en ondergaan der hemellicha- men is dus een schijnbare beweging- i In werkelijkheid is het de aarde dse zich beweegt- 2e De aarde beweegt zich om ae zon in 1 jaar. De zon is dus het middelpunt van het heelal. Daarom heet -dlit stelsel heliocen trisch (helios is zon). Dü slelsel heeft de Overwinning b'e- haald. Hiermee werd voor do 'on- kunde een nieuwen weg g nd en j daardoor werden de beoefenaa»s van deze wetenschap voor een nieuwen taak gesteld- Daarvan vertelt dr. Schouten in het 2e dool van boek- „liet hedendaagsche Wereldbeeld". Nieuwe ontdekkingen en uilvindin gen op het gebied der Sterrenkundige instrumenten, hebben de astronomen in staat gesteld' don sterrenhemel met groote nauwkeurigheid te bestudeeron en te beschouwen. De instrumenten zijn ontzarihk ver- beleed en aan de samenstelling wordt de uiterste zorg besteed- Daarom kost liet bouwen en inrichten van sterren wachten groote sommen, zoodat bijna alle observatoria staatsinstellingen zijn. Daar werken de geleerden dan dag en nacht, om den wonderbouw van het heelal na te speuren. Gewapend met reuzenkijkers, telescopen geheelen. be spieden zo de duizenden, neen miljoe nen werelden boven onze aarde». „Met de groote telescopen, d':e men in don tcgenwoordigen tijd lieeft vervaardigd', Ziet men verscheiden honderden mil joenen sterren en honderdduizenden nevels- Men kan zelfs sterren onder scheiden. die 7.66 ver verwijderd zi n. dat het licht duizenden iaron noodig heeft, om dc aarde tc bereiken. Men is zoover gevorderddal men 'cte afstanden d.er verschillend n hemel lichamen kan meten. Die afstanden' doen ons duizelen. Wat denkt go wel al? dc Sterrenkundige u vr/clcod, dat cte zon 150 millioen Kilometers van do woorckle Jacques. „Het is zoo akelig steeds in donker te zitten." De reuzel werd dus op zijde gezet en men ging voort de kast te onderzoeken. Er waren echter geen levemniddelen meer. Doch al zoekende ontdekte. Jacques een schat, waarmede zijn grootvader zeer verheugd was. Het was een pul stofiig boek, dat met spinnewebben overdekt was. „De Navolging van Christus", las Jacques, het titelblad opslaande. „O, mijn zoon!" riep zijn grootvader toen hij den titel hoorde, „dat is de beste vriend die Qns in onze eenzaamheid kan helpen. „De Navolging van Christus" is zeker een boek voor allen, die bedroefd zijn. Het leert ons. dat er één kwaad is, n.l. God te ver geten. cn één-geluk, God lief te hebben. Gij ziet- dus, mijn zoon, hoewel eenzaam, zijn wij niet verlaten. Wij hebben reeds veel gevonden, waarmede wij ons kunnen voeden, en nu hebben wij nog dit heerlij ke voedsel voor onze ziel. Niets ontbreekt ons, wanneer wij er maar een goed gebruik van weten te maken." Het boek werd voorzichtig weggelegd, om op xim tijd te voorschijn gehaald te.wor den. Het overige van den dag werd voor nieuwe onderzoekingen gebruikt, maar zonder eenige belangrijke ontdekking. Hun bed was hard, maar ruim genoeg om beiden plaats le geven; zij bezaten slechts één deken, eu een groote zak stroo nam de plaats van matras in. Toch rustten zij er zacht op, want hun liait was vol dank jegens God, aan wiens wakende zorg cn vaderlijke liefde zij niet twijfelden. Toen zij den volgenden morgen ont< waakten het was de 27ste November zagen zij,, dat de sneeuw nog niet had op gehouden' te vallen. Steeds vielen er ge heele Wolken sneeuw uit de lucht cn steeds werd ze hooger en dikker op de bergen gehoopt, die dus ieder uur meer onbegaan baar werden. Hoe hooger de sneeuw steeg, des te meer zonk de hoop der arme gevangenen, om uit hun droevig vei blijf verlost te worden en zelfs Jacques, die tot nog toe een wei nig hoop gekoesterd had, was genood zaakt haar geheel op te geven. De knaap was zoo bedroefd, döt rijn grootvader vond, dat hij iets moest, beden ken om hem op te vroolijkon on hem hun droevigen toestand te doen vergeten. Be zigheid was de zekerste weg om dit te ver krijgen. De goede, oude man brak zijn hoofd bijna om den knaap raadsels op te geven. Dikwijls gaf hij hem sommen uit te rekenen om zijn geest te scherpen, cn wan neer hem dat verveelde, vertelde do oud« man hem gedeelten uit zijn lang leven of uit boeken, die hij gelezen had. (Wordt vervolgd)»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 5