r Inr Zeeland vértóönï 5e Amërikaansohé meel dauw zicli op tal van plaatsen in de kruisbes- ren, terwijl ook in de Neder-Betuwe de meel dauw veel schade aan dit gewas toebrengt; verder doet zioh in Zeeland het verschijnsel voor, dat de struiken van vele roode bessen (var. Duitsche zure) niet uitloopen. Vroge kersen. In Gelderland is de Stand der vroege kersen vrij goed tot goed. Een goede stand wordt gemeldt uit de IJselstreek, de Lijmers, riit den Maaskant en het westen van Noordbrabant en uit het zuidelijk deel Van Lim burg. In zuidelijk ero westelijk Utrecht, noordelijk Limburg en te Vlijmen is de stand1 zeer goed. Daarentegen wordt uit Zuid-Beveland van een vrij goeden, uit oostelijk Noordbrabant en de omgeving van Breda van een matigen en uit Oud-Beierland van een vrij slechten stand mel ding gemaakt. Late kersen. Ook deze staan te Ouö- Bcteriar.d vrij slecht, evenals in oostelijk Noord- ■brabant. Zij staan matig in de Bom-meler- waard, Zuid-Beveland, westelijk Noordbrabant, de omgeving van Breda en in Zuid-Limburg; vrij goed in de Tielerwaard; goed in de Betu we, het Rijk van Nijmegen, de IJselstreek, de Lijmers en in Noordi-Limburg. Zeer goed is de Stand in zuidelijk en westelijk Utrecht. Roode en witte bessen vertoo- nen in het algemeen een goeden stand. Ze staan zeer goed te Leens, Harlingen, IJssetstreek, de Lijmers en in oostelijk Utrecht; in zuidelijk Utrecht zelfs uitmuntend. In de Betuwe, het Rijk van Nijmegen, in L.m- burg en de omgeving van Leeuwarden be'ooft het gewas een goeden tot zeer goeden oogst; terwijl de stand sn Maas en Waal, te Loppcr- sum, Vlijmen en- oostelijk Frisland vrij goed is. Alleen uit Bertkum wordt een matige stand gemeld. Zwarte bessen. Uit de voornaamste centra wordt een over het algemeen goed tot zeer goede stand gemeld; een uitmuntende stanr komt voor in het zuidelijk deel- van Urechi en een zeer goede in de Lijmers, oostelijk Utrecht en langs de Maas Èn Noord'brabant. In het land van Maas rem Waa\ in zuidwest Utrecht en in de omgeving van Vlijmen en Uden wordt een vrij goede stand- gevonden en bij Doetichem en in de Over-Betuwe een matige. •Kruisbessen. De stand is over hei .algemeen goed tot zeer goed; uitmundend ui zuidelijk Utrecht; zeer goed bij Groningen, Loppersu-m, Leens, Berlikum.St. Anna Parochie, in de Over-Betuwe, op Tholen-, in oostelijk Zespwsch-Viaaiidereiu bij Vlijmen en in Noord- Limburg. In het land van Maas en Waal en zuidweste lijk Utrecht staan de kruisbessen vrij goed. Frambozen. De irambo-zen staan zeer goed in het Westrand; bij Breda, inr Noord- Limburg en in zu;d,westelijk Utrecht. Goed ot eeer goed in de Borameierwaard, op 2u.d-Be- \e!and en in de omgeving van Groningen en Leeuwarden. Vrij goed in de Neder-Betuwe bij Leens, in zndwesteüjk Drenthe en bij Zwode; matig is zuidoostelijk Friesland en oostelijk Noordbrabant en overal elders goed. Morellen staan zeer goed tot uitmun tend in Utrecht, goed in het West-land en de Lijmers en vrij slecht in de omgeving van Zut- phen en Warnsvetd. Wanneer moet het gras gemaald worden? •Nu binnenkort de hooitijd weer aanbreek:, willen we trachten op deze belangrijke vraag een anwoord ie geven. Deze belangrijke vraag, zeiden we. Want dat is ze. „Maar is jtet nu noodig deze vraa2 :e besprc- ken?" zoo hooren we deze en gene zeggen. Men weet toch in de practijk deri kusten wel, waarop het gras gemaaid- moe worden We zijn zoo vrij dat te toetwijre'en. Er zijn in sommige streken van ons land nog boeren de, vergun ons de uitdrukking, wat achterlijk zijn. Zoo kunnen we op bovenstaande vraag soms zondeiinge antwoorden hooren geven, antwoor den, waaruit du:de)ijk blijkt, dat men met cc zaken niet of n:et voldoende op de hoogte is. De een zegt: „Ik maai mijn gras als 't ian-g ge noeg is". Een ander weer: „Ik doe het, ais ik er dr gelegenheid toe heb". Een derde: „lk maai mijn gras. a!s hel tijd is." Met het laatste antwoord kunnen we ons het beste vereenigenv Alleen is het te algeme ;n. We zujlcn daarom wat nader op deze kwestie in gaan. Wijlen Ten Rodengatc Monissen zegt in zijn werkje ove>' de „Algemcene Plantenteelt": „De juiste tijd, waarop de groenvoedergewassen ge maaid moeten worden, is theoretisch gemakke lijk te bepalen. Men gaat daarbij uit van de eenig mogelijke veronderstelling, dat het de be doeling is een maximum oogstproducten van de beste kwaliteit te verzamelen". We moeten dus op twee dingen letten: lo. een max'mum oogstproducten en 2o. producten van d"e beste kwaliteit. Of zooa's in bovenge noemd werkje wordt gezegd: „Eensleels heeft men dus acht te geven op de massa vai t ge was, anderdeels op zijn samenstelling en ver- teerbuarlieié. Uit de massa en de samensie-.ng besluit men tot de hoeveelheid voedende be- standdeelen; bengt men nu nog de verterrbur- heid in reker/iig, dan komt men tot de totale 3idevcelheid vcrtcerbaee voedende stoffen. Het ligt voor de hand, dat men deze hoeveelheid per fLA. zoo groot mogelijk wenscht. Is in dit op zicht het maximum bereikt, dan is de beste tijd van maaien aangebroken". Tot zoover de théorie. En hoe is nu de prac tijk? Is die hiermee in overeenstemming? Wordt het macfen soms n;ct lang, veel te ïang u tgesteld, omdat men in de eerste plaats veel hooi wenscht? Wil iedere boer op zijn tijd niet een zeggen: .-.Ik heb zoo en rooveel voe ren hooi van de Hectare of bunder geoogst?" Van de qualliteit hoort meru dan niet reppen. En toch veel en goed moeten, als 't kan, sa mengaan. Evemls aflc voedingsmiddelen bevat hooi verschillende voedingsstoffen. De voornaamste hiervan zijn de zetmeelacJitige stoffen en dc tlwitstoffen. 'Het zetmeel in het hooi is niet altijd gelijk. Nu eens is deze stof goed verteerbaar, dan weer minder goed, soms ook slecht of in 't ge heel n et verteerbaar. En deze meer of mindere verleerbaarheld van de zetmeeiachtige stoffen of kooi-hydraten hangt nu voor een groot ceel af van den tijd, waarop het gras gemaaid Wordt. Als regel geldt, dat, hoe ouder het grag wordt, hoe meer de zètmeel-achti-gê stof veran dert van goed tot slecht verteerbaar, ja einde lijk tot onverteerbaar of ruwvezel. iNu is het algemeen bekend, dat een dier aan slecht verteerbaar of in 't geheel niet verteer baar voedsel niets heeft. Het dier moet kauw- arbeid verrichten, allemaal voor niemendal. En hoe staat het nu met de eiwitstoffen; In het algemeen kan gezegdl worden, dat jonge planten meer' eiwit bevatten dan cude'e. Maar die eiwitstoffen bij het ouder worden van de planten blijven; ze gaan naar het zaai, en can valt, zooals we allen weten, op den bodem, als het gras wat laat gemaaid! wordt. We komen dus tot de concusier dat bij te laat maaien een groot egdealte van de zetmeeiachti ge stoffen verandert in onverteerbaar ruwvezel, en dat de hoeveelheid eiwitstoffend wabrvan het dierlijk lichaam zoo groote behoefte heeft, ver mindert. Een paar cijfers zullen dit iHustreeren. In het volgende staatje werd het gras onder I, ge maald op 14 Mjei, onder II op 9 Juni, en onder III op 26 Juni. Alle 3 perceelen waien van een zelfde stuk land. De volgende gehalten in percenten werden gevonden: n. ui. Ruw eiwit 16,1 9,5 12 Ruw vet 2,9 2iè 2,3 Raw vezel £1,0 29,6 32,4 Zetmeeiachtige stofien 37,3 36,8 36,9 Zuiver eiiwtit 10,5 8,0 6,7 Wat blijkt 'uit deze cijfers? Het jonge gras is, zoowel wat ruw- als zuiver eiwit betreft, in de beste conditie. De onverteerbare ruwvezel is niet de helft toegenomen, en de verteerbare zetmeei achtige stoffen zijn hoewel niet in dezelfde mate achteruitgegaan. •Oud gras is dus slechter dan jong gras. Dan maar zoo jong mogelijk gemaaid? Neen, want dan is de hoeveelheid weer -te klein. Daarom willen we den gulden middenweg bewandelen en ons gras niet te jong en ook niet te oud maaien, maar als het begint te bloeien. Dat achten we het meest voordcelig. Gemengde huwelijken. Door de classis Middelburg der Ge^ef. Kerken is het volgend advies den ker ken ter behandeling aangeboden, opdat ze zrich in de Juli-vegadering daarovar nader uitspreken: „De classis Middelburg van de Geref. Kerken in Nederland adviseert den Ker ken binnen haar ressort inzake de ker kelijke bevestiging van een gemengd huwelijk te handelen naar de volgende gedragslijn. Wanneer bij den kerkeraad inkomt een aanvrage tot kerkelijke bevestiging van een huwelijk, waarbij een der par tijen niet behoort tot een Geref. Ke-r-k, zal de kerkeraad of de daartoe déc-r den kerkeraad aangewezen commissie, hem of haar die niet behoort tot de Geref. Kerken, afvragen: 1. Af hij (zij) de Heilige Schriften des Ouden eri des Niéuwen Testaments er kent als het Woo-rd van God cn dtes als den eenigen regel voor geloof en wandel; 2. Of hij (zij) instemt met dén inhoud van het huwelijksformulier, zooals dat in de Geref. Kerken gebruikelijk is, en beroiid is de vragen bevestigend' te be antwoorden. 3. Of hij (zij) belooft, zoolang hjj (zij) zich niet tot de Geref. Kerk voegt, den kerkeraadi dor Geref. Kerk van hunne woonplaats geenerioi hindernis in den weg te zullen leggen in het opzicht hou den over de lieden van het geziin. die lot zijn kerkgemeenschap behooren; 4. Óf hij (zij) belooft do andere partij geenerlei hindernis in den weg te zul len leggen in het wandelen in overeen stemming met de Geref. belijdenis- .5. Of hij (zij) belooft, indiien uit het hu welijk k'nderen mochten geboren wor den, niet to zullen tegenwerken, dat deze in d'o Geref. rclegie worden opge voed' Indien hef antwoord! op "deze vragen naar het oordeel van den kerkeraad niet ten voMe bevredigen dl is, gaat deze niet tot de kerkelijke bevestiging van het huwelijk over. Voortls zal de Kerkeraad zich! moeten vergewissen aangaande het sped zedelijk gedrag van de partij dl:e niet tot de Geref. Kerk behoort, en afgezien van de afzonderlijke gevallen in het algemeen hebben te wiize op de gevaren aan gemengde huwelijken ver bonden, de ouders op te wekken nauw keurig toe te ztien op de verkeering hunner kr'n deren en in prediking en datecihBsata'e (ernstilg te waarschuwen tegen dc gemengde huwelijken. De witte waterlelie. Üp den bodem van een modldeir'lg meer lag een zoor kletine wortel. De modder bedekte hem, de visch zwom over Ik m heen, de kikkers verborgen zilch onder hem. „Wat is bet hier toch donker en eenzaam", zeide de wortel tot ziehzel- vcn. „Geen lichtstraal komt lot. inij. Men zegt, dat het boven mij licht en schoon is, en dat er een liefelijke lucht is: maar de zware wateren drukken mij en houden mij onder. Niemand dien kt aan mij, niemand weet zelfs, dat ik leef. Ik ben een arm, nulteioos ding. Ik kan met niemand omgaan, en nie mand1 goeddoen, 't Ware eren goed ge weest, als ik. niet bestond-" Dc sneeuw bedekte de aarde en tooide 'do boomen dies wouds- Het meer was met een sp:egel van ijs bedekt., en on der dien spiegel lag de wortel eenzaam als altijd). Maar de lente keerde terug: de sneeuw verdween, het ijs smolt, de vogelen kwamen, en het bosch deed. zijn groenen mantel weer aan. Nu begon do kleine wortel lo gevoelen, dat het wa ter warmer was; hij gluurde eens naar boven en kreeg een sterk verlangen cm het licht te zien. Daarom schoot hij een langen, gladden en pracht'gen steel uit, di'e de oppervlakte van het meer be reikte- Die steel wilde niet meer terug. Kan Eet eind van dieïï steel groeide een knop, die ail -grooter en grooter .wend- De regentfnoppelen vielen er,on. en uc zon en de maan schenen hem toe te lachen en vroolijk te maken, net zoo lang tot hij blijde openbarstte, en zjier daar, de liefelijke reine waterlelie was eri Hare bladeren waren van hei. 'zui verste wit, en in haar midden was een gioudien plek met dons bedekt. Zij lag boven op het water in de zon te wiege len; het was eon heerlijk gezicht. Zij vervulde de lucht in de nabijheid met haar wclriekcnden geur. Toch was net haar. of zij niets kon doen om .anderen gelukkig te maken. Eindelijk werd het plassen van roei riemen gehoord), en de lelde keerde zich om, om te zien wat dlat beteekende. Juist hoort zij toen de stem van een kleinen jongen in de schuit, zeggende: „O, .vaderl welk een prachtige lelie! Laat ik haar afplukken." De boot draaide zachlkens hij, de jon gen stak zijn hand uit, ch groep haar. De lange stam brak dicht bij den worlel af, en het kind hield! de lelie in zijn hand. Nooit had hij iets mooiers gezien- „Wat wilt ge ermee doen?" vroeg dio vader. „Ik wil Kaar bekijken en eraan rui ken." „Is er niet nog iemand), die haar ook zou willen bekijken en eraan zou wil len ruiken?" ,,'k M eet hel niet. O ja, daar valt mij iets in. Zou Jansje ..Vlieger haar niet graag hebben?" 'k Denk van ja". lansje Vlieger was een arm. ouder loos meisje, die reed's lang' ziek was. Dien middag lag zij te bedi. en dacht zij aan het donkere graf. en vroeg zij bij zichzelvc, hoe Christus het graf zou kunnen openen en haar er uit doen ko men. Hare oogen waren vol,tranen, toen de kleine. jonger» met do witte waterle lie in de hand aan haar bed kwam- „Kijk eens, Jansje", zeide hij. „d/c bloem heb ik op het meer geplukt en breng ik je. Ik dacht dat je haar graag zou wijlen hebben." „O dankjo, dankjo" zei Jansje. ,,'t Is een bijzonder mooie! Ep welk een lan ge stoel! Waar groeide die?'* ,Zij is uit den modder op den bodem van het meer opgeschoten Zij stond heel alleener was geen andere te zien. Ik ben blij. dat zij je bevalt. Maar uk moe! gaan." En. weg liep de kleine jongen- Jan «je hield de zuiver wille bloem in haar hand. en 't was, of iemand in haai* hart fluisterde: lansje. Jansje, ztio je niet wat God kan doen? Zie. ie niet, 'dat Hij uit donkeren vuilen modder iets kh.n te voorschijn brengen, d!at. prach tiger is dan dc kleederen eener vorstin, en zoo rein als de vleugels van 'n engel? En kan Hij dan niet uit het donkere graf ie lichaam rein en 'prachtig en heerliik opwekken? Kunt. gij eraan Iwij" felen?" En toen was *t haar. of iemand haar zeide: „lk ben do Opstanding en het. Leven"* en het hart van het onne meisje werd met vrede vervuld, en de tranen verdwenen uit haar -oogen1. De lelie verwelkte maar Jansje dankte Gcd voor het r.ut, diat de bloem haar ge schonken had- A. D. De papisr-catastrophe. Het wordt een catastrophe met het papier in ons land- Het „Hbl." althans oordeelt deze uit drukking niet te sterk. Weldra zal de prijs van het papier zoo zijn gestegen, dat verschillende couranten en period dieken wel zullen moeten verdwijnen; dat behoorlijke boeken studieboeken, r&hodlboeken, wetenschappelijke pu blicaties bijvoorbeeld eenvoudig on betaalbaar worden. Tot groote schado natuurlijk van onze volksqnlwikkeling. om van de materieele nadeelen voor duizenden menschen maar niet eens to spreken. Vóór den oorlog was de prijs 11 cent per K-G., tijdens di'en tijd werd hij 45 cent, na den wapenst!Tllsland 30 cent. Echter niet lang, want toen werd de prijs 41 cent en nu moet59 cent worden betaald- Een sprong van bijna 50 pet, In het buitenland is het nog veel er ger. Het zal bekend zijn, dat tal van couranten 'in Berlijn, Parijs en Brussel zijn opgeheven. Ook voor ons land dreigt dit gevaar, waarop wel eens met nadruk de aan dacht mag worden gevestigd, vooral met het oog op onze Ghr. pers, die wel eens in het gedrang zou kunnen komen. Een pa.piertckort wordt in ops land' niet voorzin, omdat onze fabrieken groot genoeg en onze valuta en "•eografi- sche Jigging guns lig zijn. Pap er zal er wezen, maar dhiur. Indi:en de medcdeelingen (van het „Ilbl." juist zijn en wo twijfelen daar aan mot, dan krijgt onze Christelijke politieke en kerkelijke pers een harden dobber Dat vervloekte babbelen! Er is wellicht geen grooter gevaar voor de Christelijke samenleving, geen grimmiger en meer le duchten vijand voor de gemeenschap der .heiligen. zoo1 schrijft Dr. Gunning in „PniëL" dan het onzalig en onledig gepraat van vrome lieden onder elkander- Ilel is niet le geloovcn hoeveel mannen en vrou wen, die soms de ontroerendste woor den en gebeden kunnen uitspreken en de teerste snaren in een hart aan het trillen brengen, den invloed van hun woord weer bederven door diat satani sche kletsen, dat goddelooz© praten over anderen, wat dan onfeilbaar weer wondt overgebracht aan derden en yterden, om ten slotte, vergroot en ver en verminkt, lot een steen' d)es aanstoots eri een rots-der ergernis voor .veilen te worden. O, de zonde van dat vervloekte bab belen, dat on der zoovele Chri stenen den aegen des Hoeren vermoordt! O, die goddeloozo Zondagsvisites, waarc-p do iieve hoorderossen bij een of ander© oude zuster de preek nog eens komen herkauwen en zoo vroompjes en liefjes' aan de dominéés en de -ouderlingen en wie er verder onder haar klauwen ko men, een veertje ontrukken, om dan met een versje en een knikje en een godzalig verzuchtinkje haars weegs le igaan! O, die goddelooze broederkrans jes, waarop de trouwe Sionswachtcrs de belangen van Kerk' en Gemeente eens zullen behandelen, en daar de duivel' zoo gaarne het zialvendo gebed en het lezen van een kapitteltje aanhoort, want hij weet wel wat er op volgen zal! Broe ders en zusters, bezondigt u toch niet langer tegenover uw -medezondaren en houdt toch eens op met dat „zuchten tegen elkandeft1" dat een der grootste vijanden is van den zegen, di-'en gij toch allen in uw hart begeert! KERK EN SCHOOL NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Birdaard c.a., A". J. Wormgoor, te Harich. Te Heusden, J. H. Huijgens te Oud- en Nieuw-Gastel. -Aangenomen: Naar Nieiuw-Weerdingc L. Boer te Ierseke. GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Brille en Tinte en te Woudsend, P. Deddens, cand. te Rotterdam. Tc Schevenlngen (3c predikantspl.), J. L. Schouten te Arnhem. Te Kampen, dr. C. N Irropefa. te Purmerend en L. Kipper te Delft. iB e d a n kt: Voor de Bilt (U.), R. E. van Akel, te Soest. Voor Utrecht, (vac.-Ds.KIaar- hamer), J. W. Siertsema, tc Gramsbergen!. GEREF. GEMEENTEN. Be roe pen: Te Dordreht, D. C. O ver duin. te Rotterdam. Bedankt: Voor Amsterdam, G. K. Ker sten, te Ierseke. r EVANG. LUTH. GEM. Aangenomen: Naar I^rerdam (vac.- wijlen Ds. J. Bergman), C. C. G. Visser, te Den Heider. De class's Zwolle fheeft het voorstel van Kampen, dat den studenten, van ihet laatste studiejaar vrijheid: wilde verfeenen onder zekere .bepalingen een -stichtelijk woord tc spreken, en van de Kerk van Wlilsum dat onder zekere be palingen de studenten van Kampen en Amster dam Wilde vergunnen voor de gemeente op te heden, verworpen met 19 tegen 15 "Stemmen. Aangenomen werd een voorstel van Kampen om voortaan bij het peremptoir-examen bijzon der nadruk te leggen op de kennis der Geref. belijdenisschriften. Arer-d- Dirksz-. Vos was de man die op de „Lijst van Predikanten, welke sedert de Refor matie in de De Lier-Parochie gestaan hebben", voorkomt als de eerste predikant van De Lier (Westiand). Op 30 Mei 1670 stierf hij te 's-Gra- venhage om zijn geïoofswille den marteldood. Op den 35üs'.en gedenkdag (Zondag 30 Me!) izal een gedenkraam (te zijner nagedachtenis :n de Ned. Herv. Kerk te De Lier dezer dagen aan te brengen) worden- onthuld' VAN ALLES WAT. DE NACHTEGAAL. De nachtegaal is een kl-etne en natuurlijk don kergrijze vogel met een- kolossaal en, naar t'.e imare gaat, magnifiek geluid. De kleine nachtegaal kan een grooten mond opzetten. Zijn stem houdt geen gelijken tred met z*n grootte. De pracht-ig-uitgedoste pauw kan slechts lecüjk schreeuwen1, ttsrwijl men eer der achter hem nachtegalenzarg zou gezocht hebben. D-e pauw echter „zingt'" met z'n staart. Men ziet het ook in de plantenwereld: de kra- n'ge c,k -produceert een klein eïhehtje voor de varkens, terwijl de weelderige meloen ndderlg op dien grond kruipt, zonder stam en tak; ie onooglijke frambozenstruik brengt de droomerl- ge frambozen voort, eetbare rozengeur, cn de brecd'e beuk draagt een droog nootje zoo groot als een peper pi.t. De nachtegaal is die roos onder de vogels. Zijn zang evenaart den gear van den nachte gaal order de bloemen. Exenais de krekel is ook de nachtegaal een verborgen zanger, die nachtwerk maakt van z'n baDaden. De nachtegaal, is solitair. De arend vliegt, de nachtegaal ziigó gaarne atëeen. Dat menschen hun -noichitr-ust voor zijn zang opofferen wordt door hem niet bedoekl. De nachtegaal prijst zijn Schepper iir het nachtelijk uur. De nachtegaal is geboren solozanger, en om dat dc overige gevederde zangers om zijne rit wal niet gelieven te zwijgen, wacht de nachtegaal z'iï tijd af voor zijn schoone wijzen; en hult zlc'n in den grijzen sluier van den nacht wan neer alles rust en slaapt. De nachigetaaf is een nachtboeier. De nachtegaa'l zngt voor eigen liefhebberij, want uil en vleermuis is geen dankbaar audito rium. Met zou paair'.en voor t'.e zwijnen gegoo;d zijn. Hun muzikaal repertoire reikt niet vei- <Ler dan krassen en piepen, bij elkaar prec.cs een verroest gcvangenisslot, !Dc eeirgc gast, die de nachtegaal toelaat is de maan. De maan vormt ook een mooi-afgeronden achtergrond achter het donker décor van het nacht woud. De zwaan 1-uislert clandestien, en tranen van aandoening druppelen !ar.gs z'n snavel. Wan-neer dc zwaan nachtcgaler-izang nabootst, ctain sterft hij Ipso facto als straf voor het schen den van het nachtelijk gehe'-m. Dc 'lekker heet boercnnadhtegaal, omdat dit /orriêie beest 's rri&chts zalvend zit >te kwakken (kwakzalver) en in het water het filomeclen gekweel formeel vertroebelt. Hij is dam als 't ware de groene bladluis op het rozenblad-. TWEE KINDEREN. „Och Ann e, wil jij voor moeder even een zakdoek halen boven uit de linnenkast? Ik heb de mijne hier oi daar laten zwerven. aangesprokene dje lhartslocht<) i boekje leest, keek verontwaardigd 'haar aam en antwoordde: „H'è moeder, vraagt u dat nu juist aan mij, nu ik z<j zit te lezen. Je.kan hier ook nooit) je zelf doen." Maar kindlief, is dat nu zoo'r» grooj dien ik je vraag; je weet; dat Johai •haar examen zit te wer-kWat... hanna -niet ihier eni ik meende toch, I straks nog beneden zat". Eensklaps echter ging de deur open als een zonnestraaltje Johanna met het, de voorwerp binnen, d'at ze met een een -kus 'haar moeder overhandigde... dat kon Ik nog eventjes voor U ik echter weer prettig aan den arbc£, vandaag over 8 daagjes is de groote d dochik ben niet bang moeder. m flink gestudeerd en heb het vaste voort slagen". „Ja kindlief en daarbij komt ook nojv ,een gelukkig, tevreden meisje ibemt, d klaar staat een ander, wie dan ook, te Ga zoo voort mijn kind en God zat je zi HAARGROEI. Een universeel middel dat den.li bevorder-t bestaat er niet. Wel worden! -middelen aangeprezen waarvan d-e mctL voldoen; zelfs dikwerf schadelijk zijn. Een onschadelijk middel is dit, d'at i gciijks af en toe de hoofdhuid met de vi pen masseert, hierdoor wordt de hoofd! prfk-keldi en de toevoer vair bloed naar i -w-orteis 'bevorderd. De wórtels van de plant in water, bier of wijn koken en hit hoofdhuid inwrijven. Uiensap vermen; Fransche brandewijn, 's avonds op de huid wrijven en het hoofd gedurende dt met een muts bedekken. Het haar eikei vvasschen met bier waarin veel hop schingeii -met een mengsel van 1/2 L::i sche Brandewijn en 20 gram kinine. De •middeltjes korren iu hoofdzaak neer wrijven van de hoofdhuid. Een goede b staat meestaf in nauw verband met gezondheid'; door ziekte, zwakte, zorg kan het haar zeer snel in dikte en groei uit gaan, terwijl het verlies niet zoo gen is te herstellen. Hoe moet men in den trein schrij Het schrijven in een rijdenden It rein gemakkelijk, zooals iedereen wel et ondervinding heeft gehad. Maar w men in een restauratiewagen zit en nbr schrijft de rekening, terwijl hij sf§at, ervaart men dat hij dit werkj het grootste gemak verricht. Dat kon he,t „Hbl." omdat het schijven in <ee veel gemakkelijker staande dan zitte daan kan worden. Zittende onderga lichaam veel sterker de schokkende bt gbn dan staande; in de laatste h heeft men meer controle, die bijna martig geschiedt. Maai" de passagiers eenmaal aangewezen een zitplaats men, en daar het voor kan komen, een spoedbericht in den trein moet se is het niet ondienstig de volgende ter harte te nemen: Houdt uw ellebogen tegen uw rib drukt. Strekt den benedenarm recht vooi Laat alleen den pols vrij bevveg schrijf aldus. Op dteze manier kan men zijn of potlood gemakkelijk onder control den en vrij regelmatig schrijven. Zonnevlekken en -fakkels. Volgens waan»emir»gen op 't vatorium to Lyon, was het aanhl novlekken in het derde kwaFtaf 1919 zeer groot, er werden 80 gk geziicn (tegen 78 in het tweede taal) dlie een oppervlak besloegen mi'liioenslc van liet tolale zons vlak (in het tweede kwartaal w bijna 10 millioenste). 't Aantal fakkels nam af; in het kwartaal worden 138 groepen niet een oppervlak van 144 d'uiz tegen 147 groepen met een opc van 169 duizendste in 't tweede taal. TrrTïet vierde kwartaal va was het aantal vlekken sterk i men en wel tot op ongeveer één terwijl -het gezamenlijk o-ppervla op de helft was teruggeloopen. D andering in aantal en oppervlak fakkels was hieraan ongeveer Telefonie. Een technische uitvinding op het der telefonie staat tot 16 versch gesprekken op een draad te houden is mogelijk door hoogspanning van men van verschillende golflengte, kaar niet storen. Er zijn reeds 230 toestellen uitger» ontlasting der Duitsche teleloongt gen. Dankbaarheid. Nu hoor ik zacht een blij geluid, een lied vol zoele hemriklairken. Zacht uitend- as een zonnestraal cn bevend kniel ik om te danken. In droeven winter vroeg iri*n hart naar zonneschijn en levensvreugde -Nu ruischt zoo zacht het lentelied1, dat in de stilte me eens verheugde Heb, Vader, voor Uw liefde dank, neem 'i lofbed aan dat ik U brenzt In 't jubcltcd der levensvreugd zat ik m'n dankgebeden mengen. Waar lerile blijde bloemen strooit, daar zal ik juichend U begroeten Heb ik eens droef m'n smart geklaag! nu kikei ik dankend aan Uw voetei O Vader, in me leeft een lied, een lied1 van lof, een lied van dani: O neem, dat ,ied, dien danktoon aan en htfster naar m'n.blijde klanken. Ja, dankend kniel ik voor u neer nu ienlc ontluikt langs mijne weg« O Vader, wees ook .in m'n vreugd mij steeds nabij met Uweu zegen. LI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 6