r Inr Zeeland vértóönï 5e Amërikaansohé meel
dauw zicli op tal van plaatsen in de kruisbes-
ren, terwijl ook in de Neder-Betuwe de meel
dauw veel schade aan dit gewas toebrengt;
verder doet zioh in Zeeland het verschijnsel
voor, dat de struiken van vele roode bessen
(var. Duitsche zure) niet uitloopen.
Vroge kersen. In Gelderland is de
Stand der vroege kersen vrij goed tot goed. Een
goede stand wordt gemeldt uit de IJselstreek, de
Lijmers, riit den Maaskant en het westen van
Noordbrabant en uit het zuidelijk deel Van Lim
burg.
In zuidelijk ero westelijk Utrecht, noordelijk
Limburg en te Vlijmen is de stand1 zeer goed.
Daarentegen wordt uit Zuid-Beveland van een
vrij goeden, uit oostelijk Noordbrabant en de
omgeving van Breda van een matigen en uit
Oud-Beierland van een vrij slechten stand mel
ding gemaakt.
Late kersen. Ook deze staan te Ouö-
Bcteriar.d vrij slecht, evenals in oostelijk Noord-
■brabant. Zij staan matig in de Bom-meler-
waard, Zuid-Beveland, westelijk Noordbrabant,
de omgeving van Breda en in Zuid-Limburg;
vrij goed in de Tielerwaard; goed in de Betu
we, het Rijk van Nijmegen, de IJselstreek, de
Lijmers en in Noordi-Limburg. Zeer goed is de
Stand in zuidelijk en westelijk Utrecht.
Roode en witte bessen vertoo-
nen in het algemeen een goeden stand. Ze staan
zeer goed te Leens, Harlingen, IJssetstreek, de
Lijmers en in oostelijk Utrecht; in zuidelijk
Utrecht zelfs uitmuntend.
In de Betuwe, het Rijk van Nijmegen, in L.m-
burg en de omgeving van Leeuwarden be'ooft
het gewas een goeden tot zeer goeden oogst;
terwijl de stand sn Maas en Waal, te Loppcr-
sum, Vlijmen en- oostelijk Frisland vrij goed
is. Alleen uit Bertkum wordt een matige stand
gemeld.
Zwarte bessen. Uit de voornaamste
centra wordt een over het algemeen goed tot
zeer goede stand gemeld; een uitmuntende stanr
komt voor in het zuidelijk deel- van Urechi en
een zeer goede in de Lijmers, oostelijk Utrecht
en langs de Maas Èn Noord'brabant.
In het land van Maas rem Waa\ in zuidwest
Utrecht en in de omgeving van Vlijmen en
Uden wordt een vrij goede stand- gevonden en
bij Doetichem en in de Over-Betuwe een
matige.
•Kruisbessen. De stand is over hei
.algemeen goed tot zeer goed; uitmundend ui
zuidelijk Utrecht; zeer goed bij Groningen,
Loppersu-m, Leens, Berlikum.St. Anna Parochie,
in de Over-Betuwe, op Tholen-, in oostelijk
Zespwsch-Viaaiidereiu bij Vlijmen en in Noord-
Limburg.
In het land van Maas en Waal en zuidweste
lijk Utrecht staan de kruisbessen vrij goed.
Frambozen. De irambo-zen staan zeer
goed in het Westrand; bij Breda, inr Noord-
Limburg en in zu;d,westelijk Utrecht. Goed ot
eeer goed in de Borameierwaard, op 2u.d-Be-
\e!and en in de omgeving van Groningen en
Leeuwarden. Vrij goed in de Neder-Betuwe bij
Leens, in zndwesteüjk Drenthe en bij Zwode;
matig is zuidoostelijk Friesland en oostelijk
Noordbrabant en overal elders goed.
Morellen staan zeer goed tot uitmun
tend in Utrecht, goed in het West-land en de
Lijmers en vrij slecht in de omgeving van Zut-
phen en Warnsvetd.
Wanneer moet het gras gemaald worden?
•Nu binnenkort de hooitijd weer aanbreek:,
willen we trachten op deze belangrijke vraag
een anwoord ie geven.
Deze belangrijke vraag, zeiden we.
Want dat is ze.
„Maar is jtet nu noodig deze vraa2 :e besprc-
ken?" zoo hooren we deze en gene zeggen.
Men weet toch in de practijk deri kusten wel,
waarop het gras gemaaid- moe worden
We zijn zoo vrij dat te toetwijre'en. Er zijn
in sommige streken van ons land nog boeren
de, vergun ons de uitdrukking, wat achterlijk
zijn.
Zoo kunnen we op bovenstaande vraag soms
zondeiinge antwoorden hooren geven, antwoor
den, waaruit du:de)ijk blijkt, dat men met cc
zaken niet of n:et voldoende op de hoogte is.
De een zegt: „Ik maai mijn gras als 't ian-g ge
noeg is". Een ander weer: „Ik doe het, ais ik er
dr gelegenheid toe heb". Een derde: „lk maai
mijn gras. a!s hel tijd is."
Met het laatste antwoord kunnen we ons het
beste vereenigenv Alleen is het te algeme ;n. We
zujlcn daarom wat nader op deze kwestie in
gaan.
Wijlen Ten Rodengatc Monissen zegt in zijn
werkje ove>' de „Algemcene Plantenteelt": „De
juiste tijd, waarop de groenvoedergewassen ge
maaid moeten worden, is theoretisch gemakke
lijk te bepalen. Men gaat daarbij uit van de
eenig mogelijke veronderstelling, dat het de be
doeling is een maximum oogstproducten van de
beste kwaliteit te verzamelen".
We moeten dus op twee dingen letten: lo.
een max'mum oogstproducten en 2o. producten
van d"e beste kwaliteit. Of zooa's in bovenge
noemd werkje wordt gezegd: „Eensleels heeft
men dus acht te geven op de massa vai t ge
was, anderdeels op zijn samenstelling en ver-
teerbuarlieié. Uit de massa en de samensie-.ng
besluit men tot de hoeveelheid voedende be-
standdeelen; bengt men nu nog de verterrbur-
heid in reker/iig, dan komt men tot de totale
3idevcelheid vcrtcerbaee voedende stoffen. Het
ligt voor de hand, dat men deze hoeveelheid per
fLA. zoo groot mogelijk wenscht. Is in dit op
zicht het maximum bereikt, dan is de beste tijd
van maaien aangebroken".
Tot zoover de théorie. En hoe is nu de prac
tijk? Is die hiermee in overeenstemming?
Wordt het macfen soms n;ct lang, veel te
ïang u tgesteld, omdat men in de eerste plaats
veel hooi wenscht? Wil iedere boer op zijn tijd
niet een zeggen: .-.Ik heb zoo en rooveel voe
ren hooi van de Hectare of bunder geoogst?"
Van de qualliteit hoort meru dan niet reppen.
En toch veel en goed moeten, als 't kan, sa
mengaan.
Evemls aflc voedingsmiddelen bevat hooi
verschillende voedingsstoffen. De voornaamste
hiervan zijn de zetmeelacJitige stoffen en dc
tlwitstoffen.
'Het zetmeel in het hooi is niet altijd gelijk.
Nu eens is deze stof goed verteerbaar, dan
weer minder goed, soms ook slecht of in 't ge
heel n et verteerbaar. En deze meer of mindere
verleerbaarheld van de zetmeeiachtige stoffen
of kooi-hydraten hangt nu voor een groot ceel
af van den tijd, waarop het gras gemaaid
Wordt. Als regel geldt, dat, hoe ouder het grag
wordt, hoe meer de zètmeel-achti-gê stof veran
dert van goed tot slecht verteerbaar, ja einde
lijk tot onverteerbaar of ruwvezel.
iNu is het algemeen bekend, dat een dier aan
slecht verteerbaar of in 't geheel niet verteer
baar voedsel niets heeft. Het dier moet kauw-
arbeid verrichten, allemaal voor niemendal.
En hoe staat het nu met de eiwitstoffen; In
het algemeen kan gezegdl worden, dat jonge
planten meer' eiwit bevatten dan cude'e. Maar
die eiwitstoffen bij het ouder worden van de
planten blijven; ze gaan naar het zaai, en can
valt, zooals we allen weten, op den bodem, als
het gras wat laat gemaaid! wordt.
We komen dus tot de concusier dat bij te laat
maaien een groot egdealte van de zetmeeiachti
ge stoffen verandert in onverteerbaar ruwvezel,
en dat de hoeveelheid eiwitstoffend wabrvan het
dierlijk lichaam zoo groote behoefte heeft, ver
mindert.
Een paar cijfers zullen dit iHustreeren. In het
volgende staatje werd het gras onder I, ge
maald op 14 Mjei, onder II op 9 Juni, en onder
III op 26 Juni. Alle 3 perceelen waien van een
zelfde stuk land.
De volgende gehalten in percenten werden
gevonden:
n. ui.
Ruw eiwit 16,1 9,5 12
Ruw vet 2,9 2iè 2,3
Raw vezel £1,0 29,6 32,4
Zetmeeiachtige stofien 37,3 36,8 36,9
Zuiver eiiwtit 10,5 8,0 6,7
Wat blijkt 'uit deze cijfers? Het jonge gras is,
zoowel wat ruw- als zuiver eiwit betreft, in de
beste conditie. De onverteerbare ruwvezel is niet
de helft toegenomen, en de verteerbare zetmeei
achtige stoffen zijn hoewel niet in dezelfde mate
achteruitgegaan.
•Oud gras is dus slechter dan jong gras. Dan
maar zoo jong mogelijk gemaaid? Neen, want
dan is de hoeveelheid weer -te klein. Daarom
willen we den gulden middenweg bewandelen
en ons gras niet te jong en ook niet te oud
maaien, maar als het begint te bloeien.
Dat achten we het meest voordcelig.
Gemengde huwelijken.
Door de classis Middelburg der Ge^ef.
Kerken is het volgend advies den ker
ken ter behandeling aangeboden, opdat
ze zrich in de Juli-vegadering daarovar
nader uitspreken:
„De classis Middelburg van de Geref.
Kerken in Nederland adviseert den Ker
ken binnen haar ressort inzake de ker
kelijke bevestiging van een gemengd
huwelijk te handelen naar de volgende
gedragslijn.
Wanneer bij den kerkeraad inkomt
een aanvrage tot kerkelijke bevestiging
van een huwelijk, waarbij een der par
tijen niet behoort tot een Geref. Ke-r-k,
zal de kerkeraad of de daartoe déc-r den
kerkeraad aangewezen commissie, hem
of haar die niet behoort tot de Geref.
Kerken, afvragen:
1. Af hij (zij) de Heilige Schriften des
Ouden eri des Niéuwen Testaments er
kent als het Woo-rd van God cn dtes
als den eenigen regel voor geloof en
wandel;
2. Of hij (zij) instemt met dén inhoud
van het huwelijksformulier, zooals dat
in de Geref. Kerken gebruikelijk is, en
beroiid is de vragen bevestigend' te be
antwoorden.
3. Of hij (zij) belooft, zoolang hjj (zij)
zich niet tot de Geref. Kerk voegt, den
kerkeraadi dor Geref. Kerk van hunne
woonplaats geenerioi hindernis in den
weg te zullen leggen in het opzicht hou
den over de lieden van het geziin. die
lot zijn kerkgemeenschap behooren;
4. Óf hij (zij) belooft do andere partij
geenerlei hindernis in den weg te zul
len leggen in het wandelen in overeen
stemming met de Geref. belijdenis-
.5. Of hij (zij) belooft, indiien uit het hu
welijk k'nderen mochten geboren wor
den, niet to zullen tegenwerken, dat
deze in d'o Geref. rclegie worden opge
voed'
Indien hef antwoord! op "deze vragen
naar het oordeel van den kerkeraad niet
ten voMe bevredigen dl is, gaat deze niet
tot de kerkelijke bevestiging van het
huwelijk over. Voortls zal de Kerkeraad
zich! moeten vergewissen aangaande
het sped zedelijk gedrag van de partij
dl:e niet tot de Geref. Kerk behoort, en
afgezien van de afzonderlijke gevallen
in het algemeen hebben te wiize op de
gevaren aan gemengde huwelijken ver
bonden, de ouders op te wekken nauw
keurig toe te ztien op de verkeering
hunner kr'n deren en in prediking en
datecihBsata'e (ernstilg te waarschuwen
tegen dc gemengde huwelijken.
De witte waterlelie.
Üp den bodem van een modldeir'lg
meer lag een zoor kletine wortel. De
modder bedekte hem, de visch zwom
over Ik m heen, de kikkers verborgen
zilch onder hem.
„Wat is bet hier toch donker en
eenzaam", zeide de wortel tot ziehzel-
vcn. „Geen lichtstraal komt lot. inij.
Men zegt, dat het boven mij licht en
schoon is, en dat er een liefelijke lucht
is: maar de zware wateren drukken
mij en houden mij onder. Niemand
dien kt aan mij, niemand weet zelfs, dat
ik leef. Ik ben een arm, nulteioos ding.
Ik kan met niemand omgaan, en nie
mand1 goeddoen, 't Ware eren goed ge
weest, als ik. niet bestond-"
Dc sneeuw bedekte de aarde en tooide
'do boomen dies wouds- Het meer was
met een sp:egel van ijs bedekt., en on
der dien spiegel lag de wortel eenzaam
als altijd). Maar de lente keerde terug:
de sneeuw verdween, het ijs smolt, de
vogelen kwamen, en het bosch deed. zijn
groenen mantel weer aan. Nu begon do
kleine wortel lo gevoelen, dat het wa
ter warmer was; hij gluurde eens naar
boven en kreeg een sterk verlangen cm
het licht te zien. Daarom schoot hij een
langen, gladden en pracht'gen steel uit,
di'e de oppervlakte van het meer be
reikte- Die steel wilde niet meer terug.
Kan Eet eind van dieïï steel groeide een
knop, die ail -grooter en grooter .wend-
De regentfnoppelen vielen er,on. en uc
zon en de maan schenen hem toe te
lachen en vroolijk te maken, net zoo
lang tot hij blijde openbarstte, en zjier
daar, de liefelijke reine waterlelie was
eri Hare bladeren waren van hei. 'zui
verste wit, en in haar midden was een
gioudien plek met dons bedekt. Zij lag
boven op het water in de zon te wiege
len; het was eon heerlijk gezicht. Zij
vervulde de lucht in de nabijheid met
haar wclriekcnden geur. Toch was net
haar. of zij niets kon doen om .anderen
gelukkig te maken.
Eindelijk werd het plassen van roei
riemen gehoord), en de lelde keerde zich
om, om te zien wat dlat beteekende.
Juist hoort zij toen de stem van een
kleinen jongen in de schuit, zeggende:
„O, .vaderl welk een prachtige lelie!
Laat ik haar afplukken."
De boot draaide zachlkens hij, de jon
gen stak zijn hand uit, ch groep haar.
De lange stam brak dicht bij den worlel
af, en het kind hield! de lelie in zijn
hand.
Nooit had hij iets mooiers gezien-
„Wat wilt ge ermee doen?" vroeg dio
vader.
„Ik wil Kaar bekijken en eraan rui
ken."
„Is er niet nog iemand), die haar ook
zou willen bekijken en eraan zou wil
len ruiken?"
,,'k M eet hel niet. O ja, daar valt mij
iets in. Zou Jansje ..Vlieger haar niet
graag hebben?"
'k Denk van ja".
lansje Vlieger was een arm. ouder
loos meisje, die reed's lang' ziek was.
Dien middag lag zij te bedi. en dacht zij
aan het donkere graf. en vroeg zij bij
zichzelvc, hoe Christus het graf zou
kunnen openen en haar er uit doen ko
men. Hare oogen waren vol,tranen, toen
de kleine. jonger» met do witte waterle
lie in de hand aan haar bed kwam-
„Kijk eens, Jansje", zeide hij. „d/c
bloem heb ik op het meer geplukt en
breng ik je. Ik dacht dat je haar graag
zou wijlen hebben."
„O dankjo, dankjo" zei Jansje. ,,'t Is
een bijzonder mooie! Ep welk een lan
ge stoel! Waar groeide die?'*
,Zij is uit den modder op den bodem
van het meer opgeschoten Zij stond
heel alleener was geen andere te zien.
Ik ben blij. dat zij je bevalt. Maar uk
moe! gaan." En. weg liep de kleine
jongen-
Jan «je hield de zuiver wille bloem
in haar hand. en 't was, of iemand in
haai* hart fluisterde: lansje. Jansje, ztio
je niet wat God kan doen? Zie. ie niet,
'dat Hij uit donkeren vuilen modder iets
kh.n te voorschijn brengen, d!at. prach
tiger is dan dc kleederen eener vorstin,
en zoo rein als de vleugels van 'n engel?
En kan Hij dan niet uit het donkere
graf ie lichaam rein en 'prachtig en
heerliik opwekken? Kunt. gij eraan Iwij"
felen?" En toen was *t haar. of iemand
haar zeide: „lk ben do Opstanding en
het. Leven"* en het hart van het onne
meisje werd met vrede vervuld, en de
tranen verdwenen uit haar -oogen1. De
lelie verwelkte maar Jansje dankte Gcd
voor het r.ut, diat de bloem haar ge
schonken had- A. D.
De papisr-catastrophe.
Het wordt een catastrophe met het
papier in ons land-
Het „Hbl." althans oordeelt deze uit
drukking niet te sterk. Weldra zal de
prijs van het papier zoo zijn gestegen,
dat verschillende couranten en period
dieken wel zullen moeten verdwijnen;
dat behoorlijke boeken studieboeken,
r&hodlboeken, wetenschappelijke pu
blicaties bijvoorbeeld eenvoudig on
betaalbaar worden. Tot groote schado
natuurlijk van onze volksqnlwikkeling.
om van de materieele nadeelen voor
duizenden menschen maar niet eens to
spreken.
Vóór den oorlog was de prijs 11 cent
per K-G., tijdens di'en tijd werd hij 45
cent, na den wapenst!Tllsland 30 cent.
Echter niet lang, want toen werd de
prijs 41 cent en nu moet59 cent
worden betaald- Een sprong van bijna
50 pet,
In het buitenland is het nog veel er
ger. Het zal bekend zijn, dat tal van
couranten 'in Berlijn, Parijs en Brussel
zijn opgeheven.
Ook voor ons land dreigt dit gevaar,
waarop wel eens met nadruk de aan
dacht mag worden gevestigd, vooral
met het oog op onze Ghr. pers, die wel
eens in het gedrang zou kunnen komen.
Een pa.piertckort wordt in ops land'
niet voorzin, omdat onze fabrieken
groot genoeg en onze valuta en "•eografi-
sche Jigging guns lig zijn. Pap er zal er
wezen, maar dhiur.
Indi:en de medcdeelingen (van het
„Ilbl." juist zijn en wo twijfelen daar
aan mot, dan krijgt onze Christelijke
politieke en kerkelijke pers een harden
dobber
Dat vervloekte babbelen!
Er is wellicht geen grooter gevaar
voor de Christelijke samenleving, geen
grimmiger en meer le duchten vijand
voor de gemeenschap der .heiligen.
zoo1 schrijft Dr. Gunning in „PniëL"
dan het onzalig en onledig gepraat van
vrome lieden onder elkander- Ilel is niet
le geloovcn hoeveel mannen en vrou
wen, die soms de ontroerendste woor
den en gebeden kunnen uitspreken en
de teerste snaren in een hart aan het
trillen brengen, den invloed van hun
woord weer bederven door diat satani
sche kletsen, dat goddelooz© praten
over anderen, wat dan onfeilbaar weer
wondt overgebracht aan derden en
yterden, om ten slotte, vergroot en ver
en verminkt, lot een steen' d)es
aanstoots eri een rots-der ergernis voor
.veilen te worden.
O, de zonde van dat vervloekte bab
belen, dat on der zoovele Chri stenen den
aegen des Hoeren vermoordt! O, die
goddeloozo Zondagsvisites, waarc-p do
iieve hoorderossen bij een of ander©
oude zuster de preek nog eens komen
herkauwen en zoo vroompjes en liefjes'
aan de dominéés en de -ouderlingen en
wie er verder onder haar klauwen ko
men, een veertje ontrukken, om dan
met een versje en een knikje en een
godzalig verzuchtinkje haars weegs le
igaan! O, die goddelooze broederkrans
jes, waarop de trouwe Sionswachtcrs de
belangen van Kerk' en Gemeente eens
zullen behandelen, en daar de duivel'
zoo gaarne het zialvendo gebed en het
lezen van een kapitteltje aanhoort, want
hij weet wel wat er op volgen zal! Broe
ders en zusters, bezondigt u toch niet
langer tegenover uw -medezondaren en
houdt toch eens op met dat „zuchten
tegen elkandeft1" dat een der grootste
vijanden is van den zegen, di-'en gij
toch allen in uw hart begeert!
KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Birdaard c.a., A". J.
Wormgoor, te Harich. Te Heusden, J. H.
Huijgens te Oud- en Nieuw-Gastel.
-Aangenomen: Naar Nieiuw-Weerdingc
L. Boer te Ierseke.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Brille en Tinte en te
Woudsend, P. Deddens, cand. te Rotterdam.
Tc Schevenlngen (3c predikantspl.), J. L.
Schouten te Arnhem. Te Kampen, dr. C. N
Irropefa. te Purmerend en L. Kipper te Delft.
iB e d a n kt: Voor de Bilt (U.), R. E. van
Akel, te Soest. Voor Utrecht, (vac.-Ds.KIaar-
hamer), J. W. Siertsema, tc Gramsbergen!.
GEREF. GEMEENTEN.
Be roe pen: Te Dordreht, D. C. O ver
duin. te Rotterdam.
Bedankt: Voor Amsterdam, G. K. Ker
sten, te Ierseke. r
EVANG. LUTH. GEM.
Aangenomen: Naar I^rerdam (vac.-
wijlen Ds. J. Bergman), C. C. G. Visser, te Den
Heider.
De class's Zwolle fheeft het voorstel van
Kampen, dat den studenten, van ihet laatste
studiejaar vrijheid: wilde verfeenen onder zekere
.bepalingen een -stichtelijk woord tc spreken, en
van de Kerk van Wlilsum dat onder zekere be
palingen de studenten van Kampen en Amster
dam Wilde vergunnen voor de gemeente op te
heden, verworpen met 19 tegen 15 "Stemmen.
Aangenomen werd een voorstel van Kampen
om voortaan bij het peremptoir-examen bijzon
der nadruk te leggen op de kennis der Geref.
belijdenisschriften.
Arer-d- Dirksz-. Vos was de man die op de
„Lijst van Predikanten, welke sedert de Refor
matie in de De Lier-Parochie gestaan hebben",
voorkomt als de eerste predikant van De Lier
(Westiand). Op 30 Mei 1670 stierf hij te 's-Gra-
venhage om zijn geïoofswille den marteldood.
Op den 35üs'.en gedenkdag (Zondag 30 Me!)
izal een gedenkraam (te zijner nagedachtenis :n
de Ned. Herv. Kerk te De Lier dezer dagen aan
te brengen) worden- onthuld'
VAN ALLES WAT.
DE NACHTEGAAL.
De nachtegaal is een kl-etne en natuurlijk don
kergrijze vogel met een- kolossaal en, naar t'.e
imare gaat, magnifiek geluid.
De kleine nachtegaal kan een grooten mond
opzetten. Zijn stem houdt geen gelijken tred
met z*n grootte. De pracht-ig-uitgedoste pauw
kan slechts lecüjk schreeuwen1, ttsrwijl men eer
der achter hem nachtegalenzarg zou gezocht
hebben. D-e pauw echter „zingt'" met z'n staart.
Men ziet het ook in de plantenwereld: de kra-
n'ge c,k -produceert een klein eïhehtje voor de
varkens, terwijl de weelderige meloen ndderlg
op dien grond kruipt, zonder stam en tak; ie
onooglijke frambozenstruik brengt de droomerl-
ge frambozen voort, eetbare rozengeur, cn de
brecd'e beuk draagt een droog nootje zoo groot
als een peper pi.t.
De nachtegaal is die roos onder de vogels.
Zijn zang evenaart den gear van den nachte
gaal order de bloemen.
Exenais de krekel is ook de nachtegaal een
verborgen zanger, die nachtwerk maakt van
z'n baDaden.
De nachtegaal, is solitair. De arend vliegt, de
nachtegaal ziigó gaarne atëeen. Dat menschen
hun -noichitr-ust voor zijn zang opofferen wordt
door hem niet bedoekl. De nachtegaal prijst
zijn Schepper iir het nachtelijk uur.
De nachtegaal is geboren solozanger, en om
dat dc overige gevederde zangers om zijne rit wal
niet gelieven te zwijgen, wacht de nachtegaal
z'iï tijd af voor zijn schoone wijzen; en hult
zlc'n in den grijzen sluier van den nacht wan
neer alles rust en slaapt.
De nachigetaaf is een nachtboeier.
De nachtegaa'l zngt voor eigen liefhebberij,
want uil en vleermuis is geen dankbaar audito
rium. Met zou paair'.en voor t'.e zwijnen gegoo;d
zijn. Hun muzikaal repertoire reikt niet vei-
<Ler dan krassen en piepen, bij elkaar prec.cs
een verroest gcvangenisslot,
!Dc eeirgc gast, die de nachtegaal toelaat
is de maan.
De maan vormt ook een mooi-afgeronden
achtergrond achter het donker décor van het
nacht woud.
De zwaan 1-uislert clandestien, en tranen van
aandoening druppelen !ar.gs z'n snavel.
Wan-neer dc zwaan nachtcgaler-izang nabootst,
ctain sterft hij Ipso facto als straf voor het schen
den van het nachtelijk gehe'-m.
Dc 'lekker heet boercnnadhtegaal, omdat dit
/orriêie beest 's rri&chts zalvend zit >te kwakken
(kwakzalver) en in het water het filomeclen
gekweel formeel vertroebelt.
Hij is dam als 't ware de groene bladluis op
het rozenblad-.
TWEE KINDEREN.
„Och Ann e, wil jij voor moeder even een
zakdoek halen boven uit de linnenkast? Ik heb
de mijne hier oi daar laten zwerven.
aangesprokene dje lhartslocht<) i
boekje leest, keek verontwaardigd 'haar
aam en antwoordde: „H'è moeder,
vraagt u dat nu juist aan mij, nu ik z<j
zit te lezen. Je.kan hier ook nooit)
je zelf doen."
Maar kindlief, is dat nu zoo'r» grooj
dien ik je vraag; je weet; dat Johai
•haar examen zit te wer-kWat...
hanna -niet ihier eni ik meende toch, I
straks nog beneden zat".
Eensklaps echter ging de deur open
als een zonnestraaltje Johanna met het,
de voorwerp binnen, d'at ze met een
een -kus 'haar moeder overhandigde...
dat kon Ik nog eventjes voor U
ik echter weer prettig aan den arbc£,
vandaag over 8 daagjes is de groote d
dochik ben niet bang moeder. m
flink gestudeerd en heb het vaste voort
slagen".
„Ja kindlief en daarbij komt ook nojv
,een gelukkig, tevreden meisje ibemt, d
klaar staat een ander, wie dan ook, te
Ga zoo voort mijn kind en God zat je zi
HAARGROEI.
Een universeel middel dat den.li
bevorder-t bestaat er niet. Wel worden!
-middelen aangeprezen waarvan d-e mctL
voldoen; zelfs dikwerf schadelijk zijn.
Een onschadelijk middel is dit, d'at i
gciijks af en toe de hoofdhuid met de vi
pen masseert, hierdoor wordt de hoofd!
prfk-keldi en de toevoer vair bloed naar i
-w-orteis 'bevorderd. De wórtels van de
plant in water, bier of wijn koken en hit
hoofdhuid inwrijven. Uiensap vermen;
Fransche brandewijn, 's avonds op de
huid wrijven en het hoofd gedurende dt
met een muts bedekken. Het haar eikei
vvasschen met bier waarin veel hop
schingeii -met een mengsel van 1/2 L::i
sche Brandewijn en 20 gram kinine. De
•middeltjes korren iu hoofdzaak neer
wrijven van de hoofdhuid. Een goede b
staat meestaf in nauw verband met
gezondheid'; door ziekte, zwakte, zorg
kan het haar zeer snel in dikte en groei
uit gaan, terwijl het verlies niet zoo gen
is te herstellen.
Hoe moet men in den trein schrij
Het schrijven in een rijdenden It rein
gemakkelijk, zooals iedereen wel et
ondervinding heeft gehad. Maar w
men in een restauratiewagen zit en
nbr schrijft de rekening, terwijl hij
sf§at, ervaart men dat hij dit werkj
het grootste gemak verricht. Dat kon
he,t „Hbl." omdat het schijven in <ee
veel gemakkelijker staande dan zitte
daan kan worden. Zittende onderga
lichaam veel sterker de schokkende bt
gbn dan staande; in de laatste h
heeft men meer controle, die bijna
martig geschiedt. Maai" de passagiers
eenmaal aangewezen een zitplaats
men, en daar het voor kan komen,
een spoedbericht in den trein moet se
is het niet ondienstig de volgende
ter harte te nemen:
Houdt uw ellebogen tegen uw rib
drukt.
Strekt den benedenarm recht vooi
Laat alleen den pols vrij bevveg
schrijf aldus.
Op dteze manier kan men zijn
of potlood gemakkelijk onder control
den en vrij regelmatig schrijven.
Zonnevlekken en -fakkels.
Volgens waan»emir»gen op 't
vatorium to Lyon, was het aanhl
novlekken in het derde kwaFtaf
1919 zeer groot, er werden 80 gk
geziicn (tegen 78 in het tweede
taal) dlie een oppervlak besloegen
mi'liioenslc van liet tolale zons
vlak (in het tweede kwartaal w
bijna 10 millioenste).
't Aantal fakkels nam af; in het
kwartaal worden 138 groepen
niet een oppervlak van 144 d'uiz
tegen 147 groepen met een opc
van 169 duizendste in 't tweede
taal. TrrTïet vierde kwartaal va
was het aantal vlekken sterk i
men en wel tot op ongeveer één
terwijl -het gezamenlijk o-ppervla
op de helft was teruggeloopen. D
andering in aantal en oppervlak
fakkels was hieraan ongeveer
Telefonie.
Een technische uitvinding op het
der telefonie staat tot 16 versch
gesprekken op een draad te houden
is mogelijk door hoogspanning van
men van verschillende golflengte,
kaar niet storen.
Er zijn reeds 230 toestellen uitger»
ontlasting der Duitsche teleloongt
gen.
Dankbaarheid.
Nu hoor ik zacht een blij geluid,
een lied vol zoele hemriklairken.
Zacht uitend- as een zonnestraal
cn bevend kniel ik om te danken.
In droeven winter vroeg iri*n hart
naar zonneschijn en levensvreugde
-Nu ruischt zoo zacht het lentelied1,
dat in de stilte me eens verheugde
Heb, Vader, voor Uw liefde dank,
neem 'i lofbed aan dat ik U brenzt
In 't jubcltcd der levensvreugd
zat ik m'n dankgebeden mengen.
Waar lerile blijde bloemen strooit,
daar zal ik juichend U begroeten
Heb ik eens droef m'n smart geklaag!
nu kikei ik dankend aan Uw voetei
O Vader, in me leeft een lied,
een lied1 van lof, een lied van dani:
O neem, dat ,ied, dien danktoon aan
en htfster naar m'n.blijde klanken.
Ja, dankend kniel ik voor u neer
nu ienlc ontluikt langs mijne weg«
O Vader, wees ook .in m'n vreugd
mij steeds nabij met Uweu zegen.
LI