Dagblad voor Leiden en Omstreken.
MEOWS LB
s- ABONNEMENTSPRIJS
IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN
WAAR AGENTEN GEYEST5GD ZIJN
TER KWARTAAL f 2.50
PER WEEK f 0.10
fïlANCO PER POST PER KWARTAAL f 2.90
2ste JAARGANG* - MAANDAG 3 MES 1920. - No. 27
BUREAUHOOSGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. I278
ADVERTENTIEPRIJS
PER GEWONE REGEL f 0.237a
DES ZATERDAGS f 0.30
INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF.
KLEINE ADVERTENTIES ran hoogstens
30 noorden 50 centZaterdags 75 cout,
bij vooruitbetaling.
Aan de Chr. arbeiders.
Het bestuur van hit Christ. Nat Valc-
voi'bond, heeft dezer dagen een kloek'
manifest verspreid', dat verdJient in bree-
de kringen gelezen te worden.
't Is te lang om 't hier in zijn geheel
- over te nemen. Daarom doen wij hier
enkele grepen:
•De tijd dien wij thansjctoorleven stelt
ons. Christelijke arbeiders, voor een
jgroote veranlwoordelijkheid.
Heel ons maatschappelijk leven staat
als 't ware op zijn grondvesten te be
ven hn aWérle&l (ontbindende factoren
en elementen zijn bozig, ons maat
schappelijk leven geheel te ontwrich
ten. Men hoopt en verwacht dat die
maatschappij, die wankelt ten dioode,
straks zal1 iineensiortcn en verkeeren in
den chaos. Op de puinhoopen dier
maatschappij hoopt men straks dé-ron
dedans uit te voeren, dronken van
vreugde, over het resultaat dat men be
reikte.
.Een demonische geest schijnt dc men
schep. aangegrepen te hebben. Een de
monische "geest, die gansch het volk
Voort naar den afgrond.
Tegen dien geest moet door onze
^Christelijke arbeidersbeweging, prim
'cipicei en proctiscli. krachtig stalling
'genomen.
Dat wil natuurlijk allerminst zeggen,
Slat door ons niet zou gestreefd worden
"naar betere, rechtvaardige maatschap
pij verhouding-en. Onze Christelijke ar
beidersbeweging' heeft het geloond nu
reeds sindis een reeks van jaren, dat-zij
daaraan mede wil perken, dat zij met
kracht in die richting werkzaam is. De
arbeidende klasse moet erkend als een
volwaardig deel van het geheel. Ook so
ciaal-economisch moet aan de arbeiden
de klasse meer invloed, meer medezege
ging schap worden gegeven.
Onze Christelijke vakbeweging staat
'echler principieel op een gansch ande
ren grondslag dan die socialistische en
Syndicalistische vakorganisatie. Dat
jprincipieeLe onderscheid' openbaart zich1
an den grondmin,g onzer beweging, in
hel doel wordt nagestreefd en in de
middelen die worden aangewend ter
bereiking van het doe!-
Wii aanvaarden als grondslag 'de
'Christelijke bm'nselcn en vcnoerpen
'mitsdien den klassenstrijd.
Het woord' van Jeznis Christus, die de
Zaligmaker d'or wereld' ia, het woord!,
waarin hij de Goddelijke wet in een
hoofdsom heeft samengevat, blijft de
'grondwet ooic voor onze Christeliike
Vakbeweging: God lief te hebhen bo
ven a.lles en d-'m naaric als ons zeiven.
Wij, als Christelijke vakbeweging,
achten ook' n'et elk' middel goed' in den
maalschanpelhken Slriid, Wij vragen
niet. in rdie eerste plaats of de aanwen
ding van ecnig middel ons profijtelijk
kan zijn. neen. wii toetsen ook de mid
delen, diie aangewend! moeten worden,
aan de dloor ons -beleden beginselen.
Wij werken daarom niet meë aan de
omverwerping dezer maatschappij, -aan
•Het verwekken van een chaos. Onze
'Chrislelijke arbeidersbeweging wil voor
zeker rèformeerend, hervormend! op
de maatschappij en die maatschappij
verhoudingen inwerken; zij wil corri-
'georond optreden, waar er zooveel is
wal verandering, wat verbetering be-
fioefl: maar zij sluit zich bij dien arbeid
aan bij het historisch gewordene. Wij
zien in dat historisch gewordene ook
de leiding Gods.
We weten, dat de Zonde, 'die steeds
verwording bréngt, in dat historisch ge*
wordene veel heeft doen afwijken van
de zuivere lijn. Maar juist daarom wil
ton wij, ons aansluiten bij dat histo
risch' gewordene, rcformeerend en her
vormend op dat maatschappelijk leven
inwerken-
Wij mogen er nooit toe medewerken
Het maatschappelijk leven in puin te
storten, om dan op die .puinhoopen een
nieuwe maatschappij te stichten. Want
wij zijn slechts schepselen. God alleen
is Schepper. Hij is alleen de Almachti
ge, die uit den chaos den kosmos kan
doen te voorschijn treden.
Wij hebben in deze dagen een groote
verantwoordelijkheid.
Er zijn groepen in onze samenleving,
die bewust op d'en chaos aansturen. Die
door de hel van d'e revolutie naar den
hemel (schrikkelijke verdwazing) van
het. socialisme willen.
Daarentegen hebben wij stelling te
nemen. Wij hebben ons te scharen ach
ter het recht en de wet en die tegen de
aanslagen van lien, die deze opzij wil
len zetten, te verdedigen en te bewa
ren1.
En waar wij erkennen, "dat er thans
een conflict is'tussch'en het sociaal wen-
£dhelijke en e^onomi/scW mogelijke,
daar moeten ook door de arbeidende
klasse alle krachten worden ingespan
nen om dat conflict zoo spoedig moge
lijk te doen verdwijnen.
Een van de eerste voorwaarden daar
voor is, vermeerdering der productie.
'Alleen daardoor kan het economisch le
ven weer onbloeien en kunnen er betere
tiiden aanbreken. Tijden waarin het. so
ciaal wenschelijke ook economisch be
reikbaar is.
Elke -Christelijke arbeider beseffe ziin
verantwoordelijkheid in deze ernstige
tijden. Elke revolutionnaire beweging
nïoet met kracht worden tegen geslaan.
Met ons woord, idesnoodig metterdaad.
Maar dü am aast, p-osiUëf. krachtens
onze beginselen, gewerkt aan het her
stel onzer maatschapneliike verhmidiin-
gen. om deze te doen beantwoorden aan
'den o'scli van GoSê recht.
Werkt daarom mede aait de vorster-
lcing onzer Christelijke Vakbeweging.
STADSNIEUWS.
Christelijks Hoogere Burgerschool.
Van de Christelijke 1-Io.ogere
Burgerschool met vijfjarigen cur
sus te Leiden, ontvingen wij een keurig
uitgevoerd boekjpe dat ten doel heeft de
belangstelling voor deze school te ver-
grooten. Naar het ons voorkomt zal het
boekje «dat op uitnemende wijze- is sa
mengesteld zeker aan dit d)oel beant
woorden.
Behalve -het verslag over de opening
van de school op 2 September 1019 tref
fen wij er in aan het op 12 Jan. j-1-
door den secretaris uitgebrachte jaar
verslag en het finantieele .verslag van
den penningmeester. Een overzichtje
deelt bovendien nog uitvoerig de toe
komstplannen diie het bestuur heeft
gevormd mede, terwijL ook ziin opge
nomen de lijsten vair leden, begunsti
gers en ingekomen giften1
Op den -voorkant van 't. boekje is een
duidelijke foto afgedrukt van .hot school
gebouw aan dien Witte Singel en ook'
zijn nog opgenomen .een'ge aardige
kiekjes uit de school zelve n-1- de ie
klasse en de vergaderkamer
Het jaarverslag deelt o-m. het volgen'
cte mede:
Benevens Dr. S. 'C. Me veri ng, onzen
Directeur, di»? wiskunde doceert, zijn
de volgende Dames en Hoeren aan onze
scliool verbonden: Mej. Grosheide voor
Geschiedenis en Aardrijkskunde, Mej-
Van Schuijlenburg voor Fransch, Mej-
Van Weel voor Duitsch, de heeren Ane-
ma voor Nederlandsch. Borst voor En-
gefech', De Bruin voor Gymnastiek', Dr-
van Ktwijk voor Bijb. Geschieden!, Van
Selers voor Nat. Historie en IJsermk-
huysen voor Teekenen.
De Commissie van Toezicht en Ad
vies. mocht omtrent 't doceeiren een al
leszins gunstig rapport uitbrengen.
Jammer diat de heer Van Seteijs ge
meend heeft, vanwege zijne vermeer
derde werkzaamheden- .ontslag te moe
ten aanvragen, zoodat voor Nat. Historie
een nieuwe leerkrcht moet worden ge
zocht
Met 2 klassen kon in September 11-
worden begonnen. 25 leerlingen volgen
de lessen in de lste klas en 9 in de 3do
klas- Over het algemeen zijn de rap
porten der leerlingen gunstig te noe
men.
Ook omtrent 't. getal leden kan een
goede mededeeling u gegeven worden-
Bedroeg het getal leden 7 Februari 1919
127, 'f, is nu geslegen tot 309, dank! zij
den stoeren ijver van onzen Penning-
moester Dr. v. Es, d":e ook telkens weer
heeren kon "vinden, bereid om in deze
richting werkzaam te zijn.
Het aantal begunstigers bedraad 31.
De winst- en verliesrekening wijst een
eindbedrag van f 15.463,61 aan.
Het. saldo verlies 1919 bedraagt f 8942,08^.
De giften bedroegen f 1426,02£, de con
tributies f 1848,— de schoolgelden
f 1379,30, terwijl aan diversen werd ont
vangen f 183,22. Het Rijk gaf f 1687,
subsidie-
De balans wijst een bedrag van
f31.200,— aan.
De penningmeester heeft opgemerkt
dat hirbij alleen gelet is od de thans
nog geldende, wet op 't Middelbaar On
derwijs. Deze wet geeft als subsidie
voor onze school (met 2 klassen) hoog
stens f 5200.—. Treedt echter dé nieuwe
wet, die door de Tweede Kamer .werd!
aangenomen,— mei— terugwerkende
kracht tot 1 -Tanuari 1919. in werking,
dan wordt de subside belangrijk hoo-
ger. waardoor het tekort van f 8942.06?,
tot een minimum wordt gereduceerd-
En deze oprichting onzer Chr. H. B- S.
is, hoewel onder d,e oudé wet. toch ge
schied met 't oog op de wet, die te ko
men stond.
Aangaande 'de toekomstplannen wordt
het. volgende medegedeeld:
Dankbaar voor het bezit van een ge-
sclrkt pand. waarin onze school kon
worden aangevangen, moeten we ech
ter erkennen: „hier kunnen we niet
blijven."
Reeds nu is hef. gansche gebouw, dat.
beneden drie en boven vier flinke loka
len bevat, benevens wonin^ van den
concierge, geheel productief gemaakt-
Beneden bevinden rich de (freoleurs-
kamer.de leerarenkamer en de bestuurs
zaak waar allen 's morgens Bij den
aanvang der lessen 'samenkomen. In
deze zaal wordt ook door de kinderen
des middags dp koffietafel aangericht
voor vele birtenleprlineen. Verder drtenti
ze tot conversational en v'ndon de
kinderen er gelegenheid spelletjes te
doen.Naar wij hopen zal ze in de. toe
komst een groote, bibl'olheek bevatten
om «velen rustig bezig te kunnen hou
den. De vier lokalen boven ziin klasse-
lokalen en teekenzaal. Een groote ruim
te -moest, in ziin geheel als te eken ze al
worden ingericht daar het. groot aantal
leerlingen der eerste klasse niet toe
liet allen bij het toeken on derwijs in één
lokaal te bergen.
Wel mogen we "dus nu -reeds over
toekomstplannen spreken, want, al zal
onzr directeur ricli in den cursus 1930
—1921 nog kunnen redden, wanneer er
een derde klas bijkomt, dlaarna, als er
een vierde klas moet worden geopend,
zullen we moeten verhuizen en dan
liefst naar een nieuw gebouwde en naar
dé ei'sehen des-tijd^ ingerichte school.
Alleen dan, wanneer we definitieve
plannen hebben voor de naaste toe
komst, kan van leeraren en leerlingen
strales dé opoffering gevraagd worden
zich te moeten behelpen in een gebouw
waaraan we ontgroeien.
Ons nieuwe gebouw denken we ons
het liefst op een groot, open terrein,
waar -direct naast de school de velden
voor openluchtspel kunnen worden in
richt, en waar voor de kinderen ruimte
is om zich vóór .en tusschen dé school-
tijdén te bewegen zondier anderen tot
last te zijn-
De school zelf zal, willen we de kin
deren gcvën wat noodzakelijk is, een
groot aantal lokalen en zalen moeten
bevatten.
Als centrum zal daar moeten zijn.
naast directeurs- en leerarenkamer, een
bescheiden zaal om allen des morgens
bij d'en aanvang, der lessen bijeen te
brengen. Daar zal d'e band. die allen,
zoo leeraren als leerlingen, te zamen
bindt, telkens worden versterkt, en van
daar moet een geestelijke kracht uit
gaan. die de schooi mede aan haar doel'
doet beantwoorden.
Naar weerszijden moeten de klassen
langs ruime gangen gemakkelijk te be
reiken zijn, om stoornis en onnood'ige
opeenhooping te voorkomen.
Aan de uiteinden zullen "■vmnastiek-
zaal en lokalen van natuur- en scheikun
de, voor ieder een les- en werkzaal uit
gebouwd moeten worden-
Een vergaderzaal zal het bestuur ten
'goede komen en bovendien dén leerlin
gen gelegenheid geven om hun club-
vergaderingen te houden, zoodat rij niet
gedwongen worden elders in een bo
venzaal van een café hun toevlucht te
zoeken.
Zoo zijn er allorlei wenscïïen voor
onze nieuwe school on te noemen,
waaraan we gaarne zouden willen vol
doen.
"Gelukkig z.ijn dr cwnstandigbéden van'
bet. christelijk onderwijs finantiéel veel
er op verbeterd!, zoo'dat de penning
meester niet terstond a! onze. plannen
weer terzijde behoeft te. schuiven.
De nieuwe wet op het. M- O., 'die
STwedig van kracht zal worden, 'doet. bri
Rijk van alle kosten voor bouwen en
inrichting der school het 3/4 gedeMte
zelfs van de rente van geleende gelden
overnemen, te betalen in gedeelten over
een tijdperk van 46 jaren-
Bovendien wordt jaarlijks nog een be
drag toegewr7en. berekend' naar bet.
aan lal wekeliiksche lesuren. Met de
eigen inkomsten geeft dit een totaal
waarmode alle ovorige uitgaven te dek
ken ziiru-aïs we mogen honen, dat de
contribulién nog eenigszins stijgen.
Wanneer dus de vrienden en voor
standers van hrt christelijk onderwijs
slechts het Bestuur in de gelegenheid!
stellen, door het nemen van rentelooze
of renfegevende obligatlies. eene nood
zakelijk uit te schrijven leening te plaat"
sen, die in 40 jaar met de zeker in
komende gelden der subsidie moet
worden afgelost-, 'dan zullen deze toe
komstplannen ook werkelijkheid kun
nen worde, rï-
Vermelden wij nog dat bet bestuur
beslaat int:
Ds H- J. Kouwenboven Dzn.. te
Leiden, voorzitter: Ds. F TT Broékétra
te Rijnsburg. sèereter T O. van Es te
Le'den. penningmeester; D- G. Belke-
stein te Katwijk aan Zee; W. Fontein
te Leiden-, G. ,T. Visser te Leiden; W.
Tom te Katwijk' aan Zee en een Vaca
ture.
Commissie van Toezicht en 'Adw'es;
Ds Tl. .T. Kouwen hoven; Ds. E. H.
Bmekstra en J. G. van Es.
Naar wij hopen zullen velen van cle
gelegenheid' die in hel boekje geboden
Aan het Zoeklicht.
li.
Ledden, 3 Mei 1920.
'Ge kent misschien den heer Dubbel-
'demanrTezer.
Niet, laat ik hem dan even mogen
voorstellen: lid van den Gemeenteraad!
van Leiden, woordvoerder van de so
cialistische raadsfractie.
Een scherpzinnig man! düe woorden
van wijsheid spreekt, on diie o-m. ber
loogde dat naarmate de loonen stijgen
ook de liefde voorliet werk vermeerdert
Nietwaar, dat is nu precies wat we
eiken dag waarnemen. De menschen
gaan meer verdienen, maar 't is ook
vaak een lieve lust om ze te zaen wer
ken.
Op 't platteland, waar de loonen nog
niet zoo op peil zijn, wordt wel eens géi.
luierdl en geslabakt.
Maar in de steden, waar de loonen
veel hooger zijn, wel de-vonken vliegen
er ai! - -aJ
Maar in ernst; zou het niet tijd wor
den dat mijnheer Dubbeldeman z'n
hoofd eens onder de pomp houd't en
zich de slaap uit de oogen wrijft? En
'dat de S. D. A. P.' in den Leidschen'
raad. een anderen, meer serieuzen
woordvoerden kiest?
OBSERVATOR.
wordt om de Chr. H. B. S. financieel te
steunen, gebru l; te maken.
Moge de Chntelijke Hoogere Burger-
school met 5- j.-c, alhier groeien en
blo enen tot zegen van onze siad Leiden I
Lustrumfeesten.
Vrijdag middag heeft het
Le'dsch Studentencorps in het groot-
audutonum der Universiteit zijn jaar
vergadering gehouden, waarin de nieu
we praeses de heer H. J. Hütschlor zijn
gTadugureele rede h'ie.ld.
Hierin déeLde deze medie, dat het cotb-
ïegium besloten had den groentijd in
zijn nieuwen vorm te handhaven, tenzij
er zich meer excessen mochten voor
doen. Dan zou het collegium het niet
meer in het belang van het corps ach
ten den groentijd te laten voortbestaan-
Wegens de tijds-omstandighedon zaS
er dlit jaar bij de lustrumfeesten geen
maskerade worden gehouden. In plaats
van een concours bippique zal er een
Njord-dog wezen. Omdat de feest kas
door ongelukkige belgging eenige klaj>
pen gehad heeft, zullen de kosten be
streden moeten worden door een extra
conlr bubieheffing.
Ook besprak de heer H do mogelijk
heid van een samengaan met andere
studenten-corporaties voor zoover het
•betrof gemeeinfscbappeilijk'e \b elan gen.
Er is een Federatie van Leidsche Stu
denten tot stand gekomen, wier eerste
doel is, de bezwaren van het kamerle
ven te ondervangen door het bauwen
van huizencomplexen, ^oorrien van de
modernste «emakken. De Lei-dsche Fe
deratie zal samengaan met in andere
universiteitssteden gevormde federa
ties, -om een aansluiting van Nederland
bii de internationale liga mogelijk to
maken.
Het programma voor de lustrumviering
vanwege het Leidsch Studentencorps tor
gelegenheid van het 345-jarig bestaan der
Leidsche Hoogeschool, luidt als volgt:
Dinsdag 22 Juni: Feestelijke ontvangst, der
reünisten, nan het station der Hnllandsche
Spoor, met eerewacht en vaandels; rede
van den praeses collegii; collation; kroeg
jool van het Comité du Saint Public.
Woensdag 23 Juni: Njord-dag met inter-
academische roeiwedstrijden des avonds
toonpehritvoering door het Leidsch Stnrteji-
FEUILLETON.
EEN VERWOEST LEVEN
y door HUGO KINGMANS.
(Nadruk verboden.)
Den laalsten tijd was dat steeds zijn ge
woonte, want hij haak'/j naar tijding van
den heer Horringa, die daarginds niet zou
stilzitten. Daarvan was hij overtuigd.
Enkele korte brieven had hij ontvangen
Tnet de verzekering, da,t èn de politie èn
'de Middemachtzcnding haar best deden
en liet onderzoek voortzetten, doch steeds
zonder resultaat. -
Maar dat nam_ niet weg, dat de ouder
ling vervuld met medelijden voor de
weduwe Loklcerse, die kwijnde van ver
driet avond op avond het kleine hulp-
postkan'toor opzocht om zijn courant te
halen en om dan tevens te zien, of er ook
niet de verwachte brief wjis.
I Zoo ook nu.
„De gewone courant en twee brieven,
Sinke", zegt de brievengaarder. „Een goe
de oogst vanavond."
Baas Simke mag graag een praatje ma
ken met den kantoorhouder, die niet van
het dorp afkomstig is en heel wat van de
[wereld heeft gezien, maar als hij het schrift
en het poststempel op het couvert heeft
aanschouwd, breekt hij plo_t£ het gesprek
af en verdwijnt naar buiten, tot groote
verwondering van den brievengaarder.
Bij het flauwe licht van den petroleum-
lantaarn aan den kant van den Weg, leest
baas Sinke den brief van Horringa, die
in" korte woorden meedeelt, dat hij gister
avond, met Jan Boer op de wandeling
zijnde, Marie Lokkerse heeft ontdekt, maar
dat het meisje spoedig uit hun gezicht
verdwenen was. Hij deelt de plannen, die
hij gemaakt heeft, mee en zal hem, zooals
vanzelf spreekt, trouw op de hoogte hou
den. Hij verheelt ook niet, dat zijn stelli-
gen indruk is, dat het meisje totaal op den
verkeerden weg is en laat het aan Sinke
oéer, of hij de weduwe Lokkerse op de
hoogte zal brengen.
Baas Sinke slaaft een diepen zucht;
eenerzijds een zucht van verlichting, dat
het meisje zich niet van het leven heeft
beroofd, als de algemeene gedachte van de
ingewijden was; anderzijds een zucht van
smart over het afgedwaalde kind eener
vrome moeder
„Goeien avond, baas."
Sinke kijkt op. 't Is Jan Foltner.
„Ben-jij dat, Jan?" ontwaaki de ouder
ling uit zijn overpeinzing. ,.Ik hen een
brief van den heer Horringa. Lees maar."
Als de trouwe knecht heeft gelezen, met
moeite het vlugge handschrift heeft ont
cijferd, kijkt hij Sinke, de vader van zijn
patrogn, aan, zonder, iets te zeggen,
Deze heeft" echter zijn plan al gevormd.
„We gaan er morgen heen, Jan, en we
helpen die twee, om Marie te zoeken. Vier
zien meer dan twee. Jan Boer kan mis
schien iederen avond niet en de heer Hor
ringa kent Marie niet. Ga mee naar mijn
huis, dan zal ik een briefje voor mijn
zoon schrijven, dat je onbepaald verlof
moet hebben. Zorg dan morgenochtend
aan de eerste tram te zijn. Dan gaan we
met Gods hulp de reis weer aanvaarden.-
Marie leeft. Dat is zeker. We züllen pro-
beeren, haar terug, te krijgen. Het is nog
niet te laat. Afgesproken?"
„Goed, baas, ik ga met u mee naar huis,
om op den brief te wachten."
Den volgenden avond drukt de heer
Horringa twee buitenmenschen, moe en
bestoven van de lange treinreis, de hand,
vol warmte, met respect voor zulk een op
offering en naastenliefde.
„U weet natuurlijk wel een goed loge
ment", zegt baas Sinke. „We blijven hier
en gaan iederen avond met u mee, tot we
het arme kind hebben gevonden en haar
hebben teruggebracht naar haar moeder".
„Ts de weduwe Lokkerse. van alles op. de
hoogte?" vraagt Horringa dan.
„Neen, ik lieb niets durven zeggen. Zij
weet ook niet, dat we hier zijn. 't Is beter,
dat zij voorloopig onkundig blijft."
„Dat het'i is het korte antwoo.rd,-
En dan: „Ik zal u naar een goed burger
hotel brengen, want u is moe van de reis.
Dan kunnen we morgen..."
„We gaan vanavond nog met u mee",
beslissen beiden haastig.
„Dat had ik wel gedaqht", glimlacht
Horringa. „Dan zal ik mijnheer Boer vrij
af geven, want die wordt ook van zijn
studie afgehouden door mij."
Maar als de student aanschelt terwijl de
twee bezoeke'rs nog zitten te praten in de
kamer, wil hij daarvan niét hooren.
„Ik ga ook mee", zegt hij, de twee vrien
den uit het dorp de hand drukkende.
HOOFDSTUK XXI.
Druilerig drenst de regen neer, modde
rig makend de straten, waarop de wande
laars haastig zich voortspoeden, een ieder
naar zijn doel.
Troosteloos loopt een drietal heen en
weer.
't Is alleen de vierde, Horringa, die den
moed er in houdt. Hij heeft reeds zooveel
teleurstellingen ondervonden in zijn leven
van middcmachtzendeling, dat hij, zich
niet gauw uit het veld laat slaan.
En dan montert hij de anderen weer op
en ze gaan weer verder, straat in, straat
uit, zooals reeds ettelijke avonden achter
een.
„Wij| zullen haar vinden", zegt de
Middernachtzcndeling: „God zal het ons
doen gelukken."
Dat helpt.
't Zijn vier menschen: een bejaarde, een
van middelbaren leeftijd en twee jonge-,
lingen.
Maar alle vier kennen die kracht, die
geloofsmoed, die alleen den christen ken
merkt.
In het vaste geloof op God gaan zij hun
weg. En al mogen (lan eens troosteloos
oogenblikken komen, één woord is vol
doende, om het vermoeide hoofd weer op
te heffen naar Boven, waar Hij zetelt, Dio
het werk, dat verricht wordt in Zijn heili*
gen Naam altijd doet gelukken.
„God zal het ons doen gelukken.'
Dat woord van Horringa is voldoend®
om weer met moed te zoeken naar het af
gedwaalde schaap, naar Marie Lokkerse.
Door eien warnet van straten heeft de
Middernachtzendeling de anderen geleid,
't Is er half duister.
Slechts een enkele gaslantaarn ver«
spreidt een flauw licht.
't Is merkwaardig, dat juist in die buur
ten de gemeente veel te weinig kunstlicht
laat stralen! Satan zoekt immers zjjn prooi
in het duister?
Onder die enkele gaslantaarns slaan
twee personen: een man en een vrolvw,
druk te praten.
(Wordt yeiwolgd.^J