jittttnt
Iweecie Blad.
I Zaterdag I S$ei 1920
3 stokouden rezen op.
De jongens zagen mij en versluiten
ziek, en de stokouden rezen op en
stonden. De oversten hielden de woor
den in, en legden de hand op kwe
nen mond. Job 29:89.
beschrijft in dit hoofdstuk de dagen
3» t glorie, die aan zijn zivlsoog voorbij-
mi hij van alle heerlijkheid beroofd
>n aschhoop van zijn verteerde geiuk
zit met den potscherf h'n do hand om
h boozc zweren mede te «chrabben.
kontrast is wel pijnlijk tusschen het
leen en thans. Hij is als een door God
jrpone met een zwart geworden huid
inftstoken gebeente, terwijl zijn pols-
ra rusteloos jagen en hij als eten hèrfst-
in leien wind opgeheven en in het slijk
wordt.
het wonder, dat liij zijn gefolterde ziel
iit 'in een bittere klacht: ,,Oeh, of ik
gelijk in dte vorige maanden, gelijk
dagen, toen God mij bewaarde!"
ïl go s was toen zijn deel. Als een
tfeed de Heere zijn gunst over zijn
schijnen, wanneer hij in de duister-
'jmdelde.
verborgenheid was over -zijn tent,
de Almacht',;ge nog met hem was. en
jongens, hoe zou hij ze ooit ltunnen
iten? - nog rondom hem waren,
wiesch toen zijn gangen in boter ven
its goot hem oliebeken uit, de zege-
ra vtc'eidcn hem toe uit 's Heeren mil-
3uid. en ook bij de rnenschen stond hij
inzien.
Is waar, op 't oogenblik is hij hun een
mspel, maar in de dagen van ouds
S it andei's.
:r hij zich begaf naar de poort
itad om in 't midden der oudsten het
Ite bedienen en zijn rechterstoel werd
i aanzienlijke vergadering toebereid,
dan ging eten ieder voor hem op
de jongens hadden zulk een ontzag
dien hoogstaande», edelen man, dat
i.' niet waagden zijn weg te kruisen,
zich eerbiedig terugtrokken; en de
luden, als zij zijn bekende nobele fi-
zagen verschijnen, dan rezen zij op
leven met gbbogen hoofd staan totdat
joorbijgegaan was.
ook wanneer hij in de vergadering
Ssteiu verhief, dan hielden de oversten
roorden in en legden zich de hand op
Z nond, om mei. gespannen aandaclut te
iron naar het advies van een inan,
jjeen uitwendige ambtsteekenen noodig
omdat zijn bezonnen «oordetel hem
;e tot manitel en vorstelijken hoad.
Slacht en geërd to zijn door een ieder,
de jongens op straat die anders
3ig oog voor zielenadel hebben tot aan
ckouden toe, wife onzer 6ielt er geen
op?
mogen enkele hartelooze lieden, zijn.
let, naar zij zeggen, niet deert hoe de
chcn over hen oorddelen, maar verre
de metsten zijn op dit punt teergeyoe-
n hechten groote waarde aan de mee-
die men zich omitrent lien vormt
hefabeu volkomen gelijk. Het is een
Jiijk^te zegeningen Gods. indien men
ten achtbaar mensch bekend staat cn
jong en oud met eerbied bejegend
is iets nnders dan het kruipen van
'sclie zielen, dat geen man van karak-
üch kan laten welgevallen, en waarin
.bijbedoelingen schuilen.
Aar het schroomvallige staan van de
ens in de verte met iets als ontzag op
vrijmoedige en open aangezichten, het
iedige van den groet bij den voorbij-
I ;er, het tasten van de stokouden naar
kruk om op te rijzen, en nog zooveel
5'e onopzettelijke blijken van 'hoog
ing, wie zon er zijn God niet voor
Jon?
voorrecht wordt ons niet terstond bij
eterste verschijning geschonken,
is ongetwijfeld een eerebetoon, dat
Ier ons karakter dan onze positie of
orte bedoelt, en ook deze achting is
zonder beteekbnis.
ij rijzen op voor ton vorst, die met
l| beid-eed is. Waj maken plaats
de vertegenwoordigers van oude ge
kten, ook al is ons vvürnig omtrent hun
bekend omdat zij geaclA worden
iragers van hooge tradities te zijn,
edelman onileeent toch oorspronke:
rijn naam aan de edele eigenschappen,
Voor de Jeugd.
Levend Begraven.
V.
>o sprak de grootvader, cn Jacques,
erknielende, bad met hem, en zijn
L vol kinderlijk geloof, steeg op tot den
n van God.
aarna ging hij naar de geit, om te
1 of zij iets gedurende den nacht moest
Nn, gaf lvaar voedsel en nieuw stroo,
streelde haren langharigen hals met
ale tee derheid.
lanchette «ontving deze liefkozingen
vriendelijk en leunde zich dicht te-
den den knaap. Het arme dier scheen
duisternis en eenzaamheid van den
niet te bevallen, en toen Jacques haar
liet, begon zij k'agcnd te blaten,
tcques beklaagde de arme Blancliette,
'v daar hij haar niet kon helpen, sloot
te staldeur en kwam bij zijnen groot-
r terug, naast wien hij zich nederleg-
°'u weldra in te slapen.
Jen Jacques den volgenden morgen
maakte was hij verwonderd, dat het
donker was, hoewel hij een gevoel
- alsof hij langer dan gewoonlijk ge-
e'i hack Daarbij hoorde liij het geluid
ioe^iappenj dus was zijn grootvader
di'; in zijn geslacht voor:geplant werden
en waardoor diit althans in oude lijden niet
weinig tot de zedelijke verheffing des volks
bijdroeg.
Veel hooger staal echter tie achting, die
men ons toedraagt t&r willen van den iu-
nerlijken adel onzos harten, gehjk dit bij
Jol» het' .geval was.
Hij zegt ons zelf waaraan 'hij baar te
danken had, wanneer idj in enkhle trek
ken zijn leven beschrijft.
De ellendige, die riep, vond een bevrij
der, en de wees, die geen helper bad, vond
en raadsman in hem. Hij was den blinde
tot oogten en den kreupele tot voeten. Den
noodrufügen was hij toL vader, en het go-
schil, dat hij niet wtet, onderzocht hij.
Dit alles was bij Job geen uiting van teen
aangeboren goedhartigheid, rnaar het was
de rijpe vruclw des geloofs, hetwelk in de
liefde werkzaam was.
De vioeze des Heeren. die onze schre
den tw-tuurt, de geloofsgemeenschap mel-
IIem. die ons hart. naar zijn welgevallen
formeert ten ze°ten van den broeder, dat
is hot kostbaar geheim van de hoogachting
der niensehen»*e onswaart.
Wio zoo eerbiedig voor Gods aangezicht
wandelt, hij moge jaren lang onopgemerkt
blijven, maar vroeg of laat zal Gij stellig
ervaren dat de' voorbijganger de majesteit
der godsvrucht erkent, en dat zelfs de stok
oude oprijdt, o, niet voor het nietige raen-
ec hen kind, maar voor liet werk dat de ge
nade in hem gewrocht heeft.
g. j. j. k.
Voor onze Vrouwen.
•N.ur aanteJiivg van oi-s artikel vasi de vorige
week •ontvingen we sen briefje van een lezeres
.uit Lc-iJen, waarvoor we gaarne eeti paaisjc
Snrti'iinea.
iisc luidt ats volgt:
..Met belagsleiting heb ik gelezen wat u
schreef over de beteefceais' vaw de a.s. Raads
verkiezingen. ook voor' ors vrouwen. Gezien
de cijfers die u daaromtrent meedeelt zal er
van de vrouwen ongetwijfeld veel afhangen,
maar ik zou zeggen, maak u daar maar nie:
al te ongerust over. Wij zijn we! niet zoo goed
op de boogie als de maiawiA maar toch zullen
de ineesiieic onzer wel weien waarom het eigeiv
-lijk gaat.
Ik geloof dan ook niet dat de propaganda
van dc socialisten bij «ons zooveel succes zal
hebben, otóar toch was het goed dat i»og eens
in bet kort werd aangetoond, waarom wij tien
•!y3t ki^en steuren.. Toch maar eebikkig
dacht ik, toen rk dit las, dat we int ecu eigen
■dagblad hebben. Want 't is wet waar dat we
ook de Standaard of de Rotterdammer kunnen
-lezen, maar men wil ook gnaag op de hoogte
Wijven met wat er in de naaste omtrek ge
beurt En als de portemonnaie dan «let te ruim
is, dan komt meu er wel eens toe dc eigen
Waden; in de ia-atste plaats te romen.
Ik weet wal dat dit niet goed is en ik wil 't
ook viict goedpraten maar oen feit is 't toch.
iiiretwaar? «En daarom was ik zoo blij. ioeu 1
A-prft onze Nieuwe Leidsche Courant op tafel
kwam. En dan- nog wei in zoo flink formaat.
Werkelijk, *t vio5 me mee. Ik "hoop dat ons blad
steeds meer aan al onze behoeften zal voldoen
en dat 'i ook in a'. onze chcistofijke gezinnen
wordt gelezen.
Maar ik dwaal at geloof ik en niet zoom
beattie ook.
Wat ik zeggen1 wilde, zou '«t met goed zijn als
't socialisme nogeens wat breeder nesproken
werd?
't oen purr, waar vee! over gepraat wordt.
Door de mannen op de fabriek eit rn 'i katttoo:
en ook wel door «de vrouwen, En dan tracht
trten ons altijd duidelijk te tinken dat christe
nen bod goed socialist kunnen wezen. Weet
u wat dar, we! eens de moeilijkheid- is?
yoclen wel dat ".t niet 'kan. maar de 'bewijzen
hoeft men wel eens miet bij de hand. Vooral
cfe ionge vrouwen, in kantoor en winkel en
iabriek, hebben wel een steuntje noodig. Geioor
maar dat ze vaak wat moeten hooren.
(Ook zou rk het wel prettig vinden als we
voor de -verkiezii®en eens wat nader werden
Higeliclit omtrent de Gemeenteraden, hoe ze ge
kozen worden, wat ze te doen 6eibbeu en hoe
dat hecle gemaenlebestuur eigenlijk in elkaar zir.
En nu toch aan 'c vragen ben: hoe zit
dat nu eifienfajk met 'het verkiezen van vrouwen
als raadslid ersz. Is dat good of niet? Onze K. V.
heeft geen vrouwen cancKdaat gesteld, wat ik
\-oor mij heef goed vind, maar er zijn onder
mijn kennissen ook wel die mij een beetje ouder-
wetsch vhiÜeu.
Nu is Jat net erg hoor. Want op 't geWtd
v^r. -de kleeding ben ik ook r.og wat aan .Je
ouderw-cische kant en ik schaam er mij niets
voor. De nieuwerwetsche nufjes hebben daar
voor trouwens meer reöeiv
Wei, wei, wat een lange brief is da: al gé
wordén. Zoo gaat 't nu a's wij vrouwen be-
gjjtren. Wij Sabbert immers de raam dat we
zoo graag praten?
Maar nu zei ik een punt. U vindt 'i toch wel
goed, dat ik mijn naam er niet onder zet? Stel
u voor. dac mijn kennissen er vaa .wisten. Wel.
»k geioof da: k in gen week op straat kwam.
Kinderachtig? Ja dat zal we!, maar ik teeken
«Joch maar kortweg
Een lezeres.
Wij zijn „Een lezeres" heel dankbaar voor
haar bftvijs van meeleven en iiouden oois ook
voor t vervolg gaarne aanbevolen.
Wat nu de vragen betrefi, over christendom
eni socialisme en de samensicLirng en de taak
van de Gemeentebesturen, zou wel veel te zeg
gen zijn en 'i zou ook wel uruttig zijn, maar de
moeilijkhetd is dat we dan eerf bcele reeks ver-
volgarlkclcu zouden moeten geven.
'Beter was 't misschien imlien de Kiesvereen.
Anikeie cursusavoiinJen, desnoods speciaal voor
de vrouwen, organiseerde.
Omtrent lief z.g. passeve vrouwenkiesrecht is
.in onze parij verschil van opvattuig. W ij mee
net niet te vee! ie zoggeu ais we beweren dat
dc overgroole (meerderheid de vrouw en msc-
gei'C'kend er «rieis \_an moot hebben.
Er is, zooa's men/ weet een Commissie be
noemd, 'bestaanJe uit de heeren Idcnburg, Prof.
Bouwman cn Mr. Briët, die dit punt zal be-
skideeren en de volgende ver gade rvr^- zal heb
ben te ad\isoerere.
Goede troaw brengt mee aat de Kiesvereoiii-
gij-gen op deze zaak r.iet vooruit loopen en
daarom was 't ook heel verstandig van de Kies-
vereen. m Leiden geen vrouw1(en) op de -lijst ;e
•plaatsen.
Wij eindigen dit artikel niet de volgende veel
zeggende uitspraken van Mr. Groen van Prin-
sterer:
„Er zijn n:ct alleen groote mannen in Neder
land, maar ook groote Mecterlaffidsche vroirxen.
Het is geen dappere Kenau Uasscaar, geen
iKvailkgs en smaadcvollc Tesselschaie, geen
Griaksch en Latijn sprekende Anna M'arii
Schuurman, welke ik bedoel. Neen, er is een
andere, een:- echt vrouwelijke grootheid, die niet
op sPagveMen, noch in raadzalen, noch
tn boekvertrekken wordt gezien, maar welker
zKSJeurijke werking zich in de heilzaamste gevol
gen openbaart, ai heeft ze ir. de S'iite ge^'erk:.
Wie iieeft Letde tot God. liefde tot christelijke
deugd in de harten der kinderen geplant?
We heeft Eerde tot God, liefde tot christelijke
■dat kostbaarste iliuissieraad onzer godsdien
stige vaders, ook in de aanzienlijkste geslachten
howaard?
Dat zijn nwe verdiensten geweest, Nederiand-
sche vrouwen! dat was uwe grootheid, voorar
van u. die daarin boven austere uitgemunt, die
<!e vermogens van uwen geest en de gaven
van uwe hart, meer dan andere aan die edele
vrouwesï'bestennrrïrg hebt ten koste gelegd.
Weinig heeft •Nederlandsch historie van U kun
sten melden, en uwe schoonste is in dat gedwon
gen stilzwijgen vervat.
Terwijl uwe echtgenoot en, terwijl we zonen
hei vijandelijke zwaard trotseerden of dobber
den op eer. verbolgene zee, bloeide, door wc
zorg, deugd cn godsdienst en vaderlandsliefde,
een geluk in mv eerbiedwaardig binnenvest rel;.
Gij waart sierdden van uw buis. daarom zijt gij
sieraden van uw vaderland geweest".
Lichamelijke opvoeding.
„Lentewind tiasch, en verdrijf al de
matheid,
Klink' onze leus. irisch als storrnen-
geloer.
Lied van ^Voskswcerbaarhckt"
Het is Meimaand! Heel Gods sciioone
sche<pping is in feestdos. De leeuwerik
ötijgt 's morgens vroeg reeds jubelend de
dagvorstinne tegemoet eu het vee in onze
schoone landouwen het huppelt van fris-
sche levenslust. Geen wonder ooik. Ziet het
jonge groen overal uitspruiten in bosch
en veld. Plantsoenen en woud, het lijkt
een groote ruiker.
Met onwederstaanbare kracht worden
wij naar buiten getrokken waar alles ons
tegenlacht, waar alles ons spreekt van
nieuw leven, van jeugdige kracht cn
schoonheid. Met diepen eerbied en ont
zag zien wij tot dit schoone op en aanbid
den Hem die eens dit alles schiep en on3
nu/weer het voorrecht schenkt Zijn groo
te daden in de natuur te aa/nschomven.
Ook in de turnwereld is het merkbaar-
dat de lieve lente daar is. De turnzaal
houdt de schare niet meer vast. 't Gaat
alles naar builen. En nu is dit het grooie
voordeel van Gymnastiek dat zij zoowel
in de zaal als in het vrije veld beoefend
kan worden. In het gure jaargetij, als
roeien, tennissen enz. stil moeten liggen,
dan dreunt de iurnhal van den veerkrach-
tigen gymnastenpas. Dan wordt, door
middel van onze vrije, gereedschap en toe
stel oefeningen de wilskracht gestaald.
Maar is de lente in het land, dan gaan zij,
zooals „Turn va ter Jahn" hen eens voor-
reeds op. Hij wreef verwonderd zijne
oogen, maar, zonder heter te kunnen zien.
„Grootvader", riep hij, „zijt gij reeds op;
•het is nog niet ebns daglicht?"
„Kind", antwoordde do oude man,
„wanneer wij op het daglicht zouden
wachten, konden wij lang blijven liggen.
De zon is al lang op; maar ik vrees, wij
zullen haar voor het oogenblik niet zien,
daar ons venstertje geheel is inge
sneeuwd."
„Is het mogelijk?" riep Jacques bevreesd
uit; en zijn bed uitspringend, liep hij om
de lamp aan te steken en zich te ovcrlui-
gen. „Ik hoop dat gij u vergist, groo'va
der", zeide hij, „het is toch onmogelijk, dat
er in éénen nacht zooveel sneeuw valt!"'
„Welnu, overtuig je zelf!" her-nam de
grootvader. „Het venster is niet zeer hoog
en daarbij geloof ik, dat de sneeuw tegen
de luit is opgewaaid. In dit geval hindert
•hut weinig, daar zij dan misschien onge
veer twee of drie voet diep ligt, en wij
haar dus spoedig uit den weg kunnen
ruimen."
..O, zeker"; z»ide Jacques. - en w einig ge
troost. ,En men komt heden om ons uit
deze gevangenis te verlossen. Vader moet
nu zeker ree ls heneden zijn."
„Wij willen hel hopen, howel wij -ar
niet te veel op moeten rekenen", ant
woordde da grijsaard. „Het zal voorzich
tiger zLja te doen als<*i wjj al onze hoop
alle-een op God en in ons zelvcn hebben,
mijn kind. Laten wij ons voorstellen, dat
wij hier voor langer zijn opgesloten; wat
moeten wij dan eerst doen? Wij moeten
er ons bij wederleggen, en kunnen niets
beters doen dan onze hulpmiddelen bere
kenen en wanneer wij die met Zekerheid
kennen, ze met de grootste spaarzaamheid
gebruiken. Maar hoor! de koekoek slaat
zeven uur, zoo is het werkelijk dag, en de
zon is op, howel wij in de duisternis er
niel van zien. Hoe gelukkig,dof ik de
klok gisteravond opwond! Wij moeten dat
nooit vergelen, Jacques; en mocht ik zulks
vergeten, help gij mij het dan onthouden.
Maar nu, voor wij iets anders doen, laat
ons zien. hoe diep de sneeuw voor ons
venstertje licht."
Maar 'juist toen zij zulks doen w ilden,
bereikte het klagend geblaat van de g«üt
hun ooren.
Wacht!" zeide de grootvader, „eerst de
arme Blancliette en dan de sneeuw, die
kan wachten."
•De knaap trad den stal binnen, cn de
oude man knielde om de geit te melken,
terwijl Jacques naar hem keek.
„Dat ir, goed, kind" zeide dc grootvader,
toen hij bemerkte, dat Jacques zulks deed.
„liet is zeer noocig. dat je leert melken,
om mijn j-laals te vervullen, wanneer ik
•liet niet kan doen. Gij ziet, dat het huk-
Jkcü voor mijne oude ledematen zeer nio; i-
ging, naar hui ten, naar der eiken groene
zalen, naar het open vrije vejd. Dan zpe-
ken zij door het spel en de licht Athleii-
sche oefeningen de slag»aardigheid te
vc-rhoogen, lu?n eu longen te oefenen. Met
vaardige hand eu scherpe blik richten zij
de speer en de hal.
Ge kunt ze weer zien, onze knapen en
meisjes, tintelend van levenslust en met
een blos der gezodnheid op de wangen,
zich oefenende in de heerlijke vrije na
tuur, die schoone, majestueuze turnhal
met het diepblauwe koepeldak.
Daar doen ze gezondheid op. Vooral zij,
die dag in dag uit, door hun arbeid in
kantoor of werkplaats, het genot van
longenzuurstofbaxlen moeten missen, on
dervinden hier de zegeningen van de li
chaamsoefeningen in de vrije natuur.
Ook onze Christelijke Gymnastiekver-
eenigingen doen hieraan mede. Jammer
dat in deze onze goede stad zoo weinig
gelegenheid daarvoor is.
Torti is het de Leidsche Christ. Gymn.
cn Schermvereeniging Jahn gelukt voor
de a.s. 2e Pinksterdag beslag te leggen op
het ons bekende Schuttersveld om daar
de lichaamsoefeningen in de open lucht
•te kunnen demonctreeren.
De Christelijke Bond van Gymnasiiek-
vereenigingen in Nederland, bestaande uit
23 Christelijke vereenigingen met pl.m.
G00 heeren, en pl.m. 300 damesleden,
waarvan ook „Jahn" deel uitmaakt, hoopt
op dien dag te Leiden haar 10-jarig be
staan te komen vieren. En hoe kan zij dat
beter doen dan door wedstrijden en een
Openluchtuitvoering onder ons Leidsche
Christenvolk het goede recht en de nood
zakelijkheid van alzijdige lichaamsoefe
ning te komen propageeren?
Indien het weer mag medewerken, be
looft dezen 2e Pinksterdag voor onze turn
zaak een groote dag te worden, Leiden's
sti*aten zullen daveren van den krachti-
gen pas ee.ner groote schare turnsters en
turners. Het moet een echt turnfeest wor
den, een uiting vau kracht en fierheid,
maar niettemin ook van Christelijke dee
moed en Godsverhe^rlijking ook op dit te
vensterrein. De belangstelling zij groot.
Het vlaggelied van „Jafm" worde het
feestlied dien dag.
ORANJEGROEN.
Daver, gij juichtoon, klink op allerwegen,
BruLs, fier en breed, over velden en vloed!
Kondig den volken ons doelwit, ons
streven,
Breng ons „J-ong Holland" weer kracht
in het bloed.
Ouden en Jongen, mannen en vrouwen,
Komt in 't gelid, paart het denken aan
't doen.
't Oog op ons dundoek, op God het
vertrouwen,
IlefJ het ten wolke, 't Oranje en Groen!
Is niet Oranje de kleur onze erve
Samengewevc-n met 't rood, wit en bluaw?
Oranje deed ons eens de vrijheid
verwerven,
't Spreekt ons van moed en der vaderen
trouw.
C.roen is de kleur van die schoone
waranden,
Waar „Vader Jahn" zijne landzonen
bracht,
Moed in het harte en kracht in de handen.
Geest'lijke rijkdom, lidhaam'lijke 'kracht!
Tvveekleur van „Jahn", ja gij zijt onze
glorie;
Wapper vrij uit, ga ons voor in den strijd!
Wijs ons, o dundoek, den weg der victorie
In onze kamp met den geest dezer tijd.
God, geef dat wij U ter eer mogen leven;
Schenk ons der vaderen fierheid en moed;
Geef dat wij, in Uwe kracht, mogen
streven
Steeds meer naar 't Vrank, Vrij en Vroom
en liet Vroed.
1 Mei 1920. De Br.
Een c.rmvwnvstische Igreojvoi'stin.
Naar aanleiding- van verschillen rle ge
ruchten en krantenberichten, als sou-
den d«e werklieden van mevr. Hc-nr- Ro
land I lol si. bij haar terugkomst een
loon actie -gaan voeren, is een verslagge
ver van het dagblad van Noord-Brabant
op onderzoek uitgegaan en schrijft on
der het opschrift: ,,IIoe dc communis
tische grootvorstin in Zundert leeft",
hierover het volgende:
Daar op de Buijsche heide tusschcn
heerlijke dennonbossch°'n, die een vre
dig lied van lento cn zon no ruischen
woon! in de ..Angora hoeve" de com-
munistischc grootvorstin llcnriöttè Ro
land Roland JTolst—v. d. Schalk. Daar
ait zij aan het wijdopene raam en be
studeert haar verderfelijke, plannen.
Daar voor cTal opene raam s-chnjff zij
haar fel-verhlmdcnde redevoorngen-
Vorhlijdcnd door het stofgoud d«»r
schoone beloften.
Zij bezit in die bÓsschPn oen oud»
hoeve. Bezijden daarvan heeft zij een
fraai wit paviljoen d-oen optrokken irt
goed verzorgden tuin. Vóór haar ligt
de wijdie verre he«de.
Achter in den tuin bevindt zich het
excentriek atelier van haar ech'genoot,
den schilder Roland Holst, tlx- zich wei
nig schijnt te bemoeien niet de omver-
werpingsplannen van zijn lief vrouwtje*
Hij wijdt zich daar, zoo zegt men, in
'stilte aan zijn -kunst.
Hcnriötlc daarentegen "ontvangt, veel
heerenbezoek, waarschijnlijk tot hot
houden van conferenties. Zij confereert
met Wijnkoop, den gebaarden Sovjotr
president, den hardkoppigen Loukc c-d.
HenrietU? is zec-r excentriek en reeda
toen zij als kind Ie Zundert kwam, zoo
verzekerden oude famüres. voorspel
de ,,men" dat het wel ,,een rare" wor
den zou.
Het Brabanlsclie volksoordeel heeft
hier niet erg misgezien.
Nu wandelt het lange excentriek-uit*
gedoste mensch over haar uitgestrekte
gronden. En aan haar '.oelen wroet het
proletariaat, dal moet worden geheven
„uit den poeJ van zijn ellende", in den
on vrucht baren bodem, luistert goed!
van 's morgens lot 's middags 12
uur met 1 uur schafttijd en vervolgens
van 1 uur nam. tot pl.m. 7 uur 's avonds
voor f 2,50 per dag.
Zoo worden daar in praclijk ge
bracht de beginselen, die zij als fraaie
beloften uitstrooit op de communisti
sche vergaderingen. Haar dienstbode
betaalt zij f 1 per dag mei kost en in
woning. Ook deze werkt meer dan 8
uur* terwijl de moderne en revolutio
naire dienstbodeneischcn door mevr.
Roland Holst niet worden toegepast
De grootvorst in ne houdt zich met
niemand op zoo vertelde men v
dan met de bewoners van het nabij#
goed Wall stein, bewoond door den bur
gemeester van Zundert. den lieer v.
Wall', die een tijd over haar bezittingen
gerentmeeslord moet hebben. Vreemdi,
dlat zij omgang hebben wif mei een wet
tig regeerder! fk kan niet nalaten lo
vermelden, dat deze burgemeester er
nog een schandelijker loon standaard
op nahoudt; deze burgervader betaalt
bij oen arbeidsduur van 10 uur, zegge
f 1.50 per dag. Ook d'aar is geen loon-
aclie.
Toen ik uitging om inlichtingen om
trent haar vermogen, hoorde -ik ver
schillende meeningen. Dit is vast: zij
heeft uitgestrekte ito neten en koopt n^-
steeds land bij. {Kort getoden kocht zij'
wederom 100 H a zij rijdt, zooals
men weet, in extra-treinen.
Zoo leeft dus mevrouw IIcnr. Roland
Holst, zij, die in geschrijf cn op verga
deringen steeds «ben mond vol heeft van
de nooden van hei verdrukte proleta
riaat!
Let wel op-mijn woorden, maar niet
op mijn daden!
Do gemeente werkt duur.
ITet blijkt, naar men aan het ,,Hbld."
meldt, dat de rijst, die de it- meen Ie. Am*
sterdam in Amerika kocht en die poft
ss. Anisteldijlc werd aangevoerd, voor
circa een vierde vleet beschadigd is-
Voor ingewijden in den riistbande!.
was duf te voorzien en de ge meen to
Amsterdam mag van geluk sproken,
dat de rijst met, een eerste klasse
stoomboot verzonden is. anders zou dc
schade belangrijk groote-r geweest zijn-
Het was aan ieder in den rijslhandel
bekend, dal er in Amerika zware re
gens gevallen waren, il;e den oogst
hadden beschadigd en de rijst onge
schikt maakten om over zee. vervoerd
te worden. Er was te veel vocht in de
rijst. Broei en schimmel waren onver
mijdelijk, De afladers in -Amerika wn-'
ren dan ook zoo verstandig, do kwab-
lef" t bij uitlevering niet te earnndeeren.
Niemand, die weel wat rijst is, zou
liet in zijn hoofd kriieen om}er die om-
stanebgheden rijst uit Texas aan te voe
ren en zich aan een zoo srroc-l r'-:r»
bloot te stellen. De gemeente Amster
dam telde dal risico nie/' en deed wat
niemand durfde. Zij voerde rijst aan
met het bekende schadelijke gevolg.
Als men de balans eens opmaakt van
'de. zaken, die de gemeentebedrijven at
zoo gedaan hebben, dan zal men ren
bedroefd gez.rht zetten. Enfin, de. belas
ten abetalers ziin er goed voor.
lijk is, en mijne handen beginnen ook te'
beven. Probeer jij nu eens of je Blanehet-
te kunt melken."
Jacques gehoorzaamde,- en knielende
deed hij een poging, maar met zulk slecht
gevolg, dat de geit achteruit sloeg, en bij
na den melkemmer omwierp.
„Voorzichtig, Jacques! voorzichtig, je
zult dc geit be/.eoren, wanneer je haar zoo
onhandig helpt", riep de grootvader. „Pro
beer nog cons, maar wat zachter."
Jacques begon opnieuw, maar mei groo-
ter zorg, en na een paar pogingen slaagde
hij beier.
De geit stond stil en gaf opnieuw een
emmer vol melk, die voorzichtig in de
keuken gebracht werd, zoodal er geen
druppel van verloren ging
Nadat zij zicli aan deze melk voor hun
ontbijt, verkwikt hadden, viel hun aan
dacht weder op de sneeuw cn grootvader
opende hel raam een kiertje om te zien of
hij van daaruit de dikte van de snfeeuw
kon peilen.
Dit onderzo, k was echter niet voldoen
de; zoo ver zijn a ran kon reiken, voelde
hij niets dan sneeuw, zoodat dze eenige
voeten hoog moest liggen onder de ope
ning van den schoorsteen, om te zien of zij
daar misschien ir;ts konden ontdekken.
„Ik zie de lucht, grootvader!" riep Jac
ques, in den schoorsteen kijkende.
De grootvader k«j,-k eu overtuigd?- - icte,
dat Jacques gelijk had. De schoorsteen
was van boven open, en door de nauwe
opening konden zij in de lucht zien.
Na eenige oogenblik ken scheen de zon
op de sneeuwwallen, die voor de opening
opgehoopt lagen, en Jacques, wiens jonge
oogen de eerste waren, die deze warme
stralen op vingen, \ertelde het zijnen
grootvader.
Toen hunne oogen aan deze verblinden
de witheid gewend waren, konden zij oor-
deolen over de dikte van de laag sneeuw,
die ei' gevallen was.
„Hoe jammer, dat wij genu ladder heb'-»
bont" zeide de grootvader, „je n !u»
naar boven g3an en om je heen Lr
moei boven oen luik zijn. \vnuri:<« -
den schoorsteen kan sluiten. -'• a r.
heeft het een paar jaar geleden genm :!U,
toen de schoorsteen hersteld werd. Het
zou een geluk voor ons zijn, als wij ieta
konden vinden, waarmede wij het luik
naar verkiezing konden openen of sluiten;
ik vrees échter, dat er geen kans is. om
op den schoorsteen *1e bomen."
„Als hij maar wat nauwer was," zeidei
Jacques, „dan kon ik, even als de schoor
steenveger, er in klimmen; maar hij is la
wijd om mij aan beide zijden een steun ta
(Wordt vervolgd!. 'Tl