Dagblad voor Leiden en Omstreken, BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 BINNENLAND. EEN VERWOEST LEVEN ABONNEMENTSPRIJS IX LEIDEN EX BUITEX LEIDEN TV AAK AGENTEN GEVESTIGD ZIJN ITT! KIV AU TA AL I 2.50 FJiH WEEK f 0.19 BANCO TEE TOST PEA KWARTAAL f 2.90 Iste JAARGANG. - ZATERDAG 24 APRIL 1920. - No. 20 ADVERTENTIEPRIJS PFR GEWONE REGEL f 0.227-, DES ZATERDAGS f O. .0 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF. KLEINE ADVERTENTIES v:»,, hoogstens 30 noorden 50 coal; Zaterdags 7ó cent, s bij vooruitbetaling. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Het tooneel. Wanneer onzerzijds bezwaren legen lü'l heuunóiagsqiie looneel worac-n ontwikkeld', dan wordt ons dal meestal erg kwalijk genomen. "Men beschouwt ons dan niet alleen als dompers cn achterlijken die met hhn tijd niet meegaan, maar dan heet het ook dat wij op dit gebied geen recht van spreken hebben. Hoe kan nu iemand die zelf geen too nee] bezoeker is. zich daarover een oordeel aanmatigen? "We doen daarom misschien goed eens even te luisteren naar wat ..eon liefhebber van het tooneel" hieromtrent [opmerkt. De directie van het „Luxor Theater" te 'Leiden, de heer A. de Jong, is onti slem cl óver de verscherping van de jbisosooop-censuur. ïn de eerste-plaats "omdat op die wij ze het gelieele bedrijf voor hel ver keerde op düt gebied! aansprakelijk wordt gesteld. 1 Maar ook en d!at is wel die lïoofct- yaak omdat men in dezen niet on partijdig is geweest en wel de Disoscoop '*n niet het tooneel heeft getroffen. Waarom alleen censuur op Biös- co-pen en niet op het Tooneel? Durft men nieb goed? Waarom alleen een- - suur op d>e democratische ontspan ning en niet op dte z g. Hooge Kunst? Wij zelf zijn een liefhebber van goed tooneel, -doch hebben ons laatst moeien ergeren in 'den Schouwburg. Er werd gegeven Lou-I/ut" van We.dekind dooir het Hofstad-Toon eel. Wij willen niets landingen cjp 'spelkwaütetiten, doch L kunnen niet begrijpen, dat ecu der gelijke vuiligheid zonder eenigë criiiek is gepasseerd1 en toege juicht door een publiek' van eenige ontwikkeling, trouw vergezeld dóór oen aantal bakvischjes van 15 a 16 jaar. Daar ziet men op het tooneel - een vrouw ip zeer perverse hóuding op allerlei mogelijke manieren renige "mannen in Jh'et ongeluk- trekken. Wij krijgen twee.zelfmoor- der. té zien. Vader en zoon hebben beiden hetzelfde' vriendinnetje. De vrouw schiet op slot van rekening haar'eigen man neer en belooft den zoon, als hi| haar piet -aangeeft. hem' alleen toe te behóoren. Woor den als pestatmosfeer worden de zaal ingeslingerd'. Indien wij den brulaleri moed zouden hebben om een dergelijke film te verteöncn rdan werd d'ie beslist verboden en stonden"de dagbladen vol met aller lei artikelen. Nu mag het wel, want het is Gesubsidieerde Hoogs (aande Kunst (mol hoofdletters). Wij hopen dat de Raad' en de bevoegde autori teiten doordrongen zijn van het feit, óm de censuur niet eenzijdig toe te - passen. Wij hebben' aan 'düt 'schrijven' van ,een vriend van het tooneel'" geen woord toe te voegen. Het spreekt voor zichzelf. Met die elan het slot gemaakte opmer- k!nt betuigen wij gaarne onze instem ming. Niet alleen "de bioscoop maar ook het tooneel moet voorwerp van censuur zijn. V De neutrale Pers. Het is rgetwijfeld' een treurig ver schijnsel dat stukken 'als het hierboven gesignaleerde worden vertoond l^et minder treurig is. dat zooals werq opgemerkt dergelijke vuiligheid zonder eenige .criiiek is gepasseerd en toegejuicht ddi^r een publiek van eeni ge oniwikkeliing, bsoijw vergezeld door een aanla-l bakvischjes van 15 a 16 jaar"* Dat is inderdaad in-droevig. Maar het allertreurigste is zeker wel <lat do. vertooning van dergelijk vuil door een z- g. neutrale pers nog eonil- gormate -wordt goedgepraat. Er: toch dat gebeurt. Dc redactie van liet L e i d s c li Dagblad merkt naar aanleiding van het hierboven aangehaalde schrijven op: Terwijl wij met de algemeen© strekking van boven s laan de, n. 1. gelijke rechten voor film en tooneel in hoofdzaak mee kunnen gaan, moeten wij toch ten aanzien van de waardêering van Wedekind's ..Lou- lou" met den heer De Jong «van meening verschillen. Hoewel derge lijke wrange stukken nu niet be paald onze sympathie, hebben, gelijk ook uit d)e recensie bleek, gaat het toch te ver, düt. stuk als vuiligheid te betitelen, iets wat het Hof stad too" neel juist angstvallig vermeden hééft er van te maken. Bepaald sympathiek is het stuk niet. maar zóó erg is het toch ook weer niet- Zoo schrijft een blad dat nog altijd 'door tal van christenen, zelfs door vooraanslaandle Christenen, wordt ge lezen en gesteund). Er is een tijd geweest dat men om op dé hoogte te blïiven met wat in deze omgeving voorviel een z. g. neutraal blad noodig had- Die tijdi is nu voorbij en wij hebben thans een eigen dagblad Maar dan mag nu ook geen oogen- bjik worden geaarzeld om de neutrale pers de deur te wijzen. Filmcensuur is goed Bestrijding van 'het tooneel uitsto ken ct. Maar liet eerst noodige is die z.g. neutrale bladen die.de films van allerlei aard annonceeren en zelfs de naar het oordeel van een liefhebber" vuile stukken in bescherming nemen. ~van onze laf el en uit onze woning te ver- \vij deren. De neutrale pers er uil. En de Ghrisleliike bladen or m* Zoo moet het- zijn. Wij zijn dat aan onze kinderen en aan onze begiirisélen verplicht- STADSNIEUWS. Aanbieding huldeblijk. 't Was gis teren namiddag een feeste lijk gezicht al die vlaggen te zien,wap peren uit de huizen óp de Breesfraal- Er was reden voor om te vlaggen'- Hoe eenvoudig ook het feit heeft piaals gehad, toch was de dag van gisteren belangrijk, zeer belangrijk voor Leiden. Leiden immers is een stad van his torie. -Hoeveel ken teekenen uit vroeger tijd., .sprekende van LeiLden's vermaar de geschiedenis worden er Lri onze stad niet gevonden. Is het dan wonder dal nu wij weder door de ergste crisisjaren en voornamelijk door de moeilijke oor logsjaren waarin zieli binnen Leiden's muren zooveel afspoelde, heenzijnon der vooraanstaande personen de ge dachte is opgekomen om een gedenk- teeken op te richten, dat de herinne ring aan den vervlogen tijd in zich zou sluiten, waarbij de verdiensten geu ren de 'd'ien tijd van onzen buigemees- tor voo-r Leiden openlijk zou worden beloond) en dat deze gedachte al aan stonds van alle zijden ondersteuning vond? Geruimen tijd is verloopen' alvorens het plan kon wordn uitgevoerd. En zoo hebben wij gisteren de ont hulling bijgewoond van dó „De; Gijse- laarbank" Wij namen in ons laatste nummer hiervan reeds een en ander op, doch wenschen op enkele punten nader te rug te komen. Nadat in de receptiekamer der Stads gehoorzaal de heer J. G. van der Lip had gr.«nmkeib li ad de burgemeesitc r naar voren. Hij zegt de commissie van harte dank voor alle moeiten diie zij züch heeft ge troost om deze huldiging die spreker op zeer hoogen prijs stelt uit te voeren. De Burgemeester beschouwt dlil ge schenk als oen cadeau van de geheele LeidsGhe burgerij. Inderdaad zijn het zeer moeilijke ja ren geweest voor spreker Hij meent dat. hem wel wat- te veel lof wordt toe gezwaaid!- „Wat zou er van al mijn werk zaainheden zijn terecht gekomen, zoo ik 'de voortreffelijk# voorlichting had gemist van het college, .van B. en W., van de commissies van dé ambtenaren Kor Lelijks stipt spr. nóg zijn werk uit 'den tijd van nood, van distributie enz. aan. Het was een ondankbaren tijd! Wanneer er niet genoeg aardfar' waren of andere levensbehoeften sehaarsch werden of ontbraken, werd alras aan de autoriteiten de schuld geven: die moesten zórgen dat het er kwam! Intusschen is veel verbeterd. Maar wij zijn de moeilijke jaren nog. niet ge heel doop Mogen wii echter tegengaan een tijdperk van welvaart tot zegen en geluk van de ingezetenen! De burgemeester ontving hierop een flink applaus. Den heeren genoodigden werd daar na verzocht zich "naar de plaats van onthulling te begeven- Een breede menschenmass.a had zich aldaar reeds opgesteld. Toen allen -tér plaatse watlen 'werden-(de schermen neergelaten onder het spelen van h>" Wilhelmus. De fraai V-At-jre voerde bank werd zichtbaar waarop - aller oogen zich richtten. De heer J. C. van der Lip sprak den Burgemeester nogmaals toe hem wij zende op het monument en hel nu of ficieel dóopende „de Gijselaarbank". Onze Burgemeester antwoorde dat het hem bijzonder aangenaam was een dergelijk huldeblijk dloor de ganscho burgerij té mogen aanvaarden. Spr. was er tón zeerste mee geëerd-en stelde het op zoo n hoogen prijs, «dat. hij ver klaarde zijn gansehen leven dezen dag als een historisch feit te zullen herden ken. Intusschen speelde het muziekcorps verschillen de liederen1. Nadat doof- eenige photogirafen kiek jes waren genomen was de onthulling afgekK>pen en werdt, nadat alle offica- eele personen waren vertrokken de af rastering rond -de bank verwijderd. Het monjiment ziet er zeer aange naam en overeenstemmend met de omgeving uit Er 5's iets echt. Hollandse-li aan ge geven. Het geheel I's opgetrokken met baksteen en terra-eotta, met. natuur steen: De bouw vormt, een geheel van horizontale en verticale contrasten. In ■de eerste plaats ziet men -de bank met zitvlak, onderstuk! en rugleuning van terra-eotta-blokken waarop met' uit springende letters is ingebakken: ..Oor^ lsgsjaren 191-1—1919. De Leidsche Bur gerij aan haren Burgemeester jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar." Achter de bank is een groote steen en bloem en j^ak aangebracht d'ie bij de plechti'igüieild extra met allerlei bloemen kleuren was getooid. De zijstukken zijn overdekt door een schuin afloopend afdakje van roode sierpannen- Onder dit afdakje bevin den zi'ch twee roode glazen in terra col la steen en. Daarachter is een twee tal elektrische lichten geplaatst, zoodat bij aVond het kunstwerk is verlifcht. Aan dc binnenzijde zijn twee ótna'me.n- ten aangebracht, waarmede de tijd. waaraan deze bank herinnert, wordt gesymboliseerd- Aan de linkerzijde een treuren dó figuur, „De Rouw" voorstel lend'. Rechts bevindt zich een ander opgewekter figuur, „Dé Herleving" uit beeldend). In den verderen namiddag en vooral in don avond had de bank vee!bekijks. Fm tweetal agenten hield er de wacht om te voorkomen dat de nieuwsgierige hoiid de perken zoude te buften gaan. Verschenen in het jaarverslag over 1919 van de Leidsche Spaarbank, waaraan we heft: volger.de orrtleenen. Het. eindigen van den wereldoorlog maakte een reglemeats herziening, noodza kelijk. Bij besluit van 5 September 1916 toch was bepaald, het voor de, belegging van het hoofd kapitaal in -hypothecaire vor deringen gestelde maximum van dertig ten honderd te verhoogen itot veertig ten hon derd van dat kapitaal, terwijl op 26 Sep-- tember van dat. jaar werd besloten om over het bedrag, waarmede het tegoM van een inlegger drieduizend gulden ie bo ven gaat eene rente van één ten honderd per jaar zou worden vergoed. Op 19 September werd derhalve beslo ten dat ten minste dertig en ten hoogste veertig ten honderd van het hoofdkapitaal in hypohecaire schuldvorderingen zal wor den belegd. Wat de vergoeding aan rente betrof bo vengenoemd, de omstandigheid, dat ten ge volge van den lagen koers der effecten cte reserve tot een gering, bedrag is gedaald, gaf aan het bepaalde in art. 1 van het re glement een blijvende verandering. Mitsdien zal ook na 31 December 1919 over het. bedrag, waarmede hei tegoed voor een inlegger, loopende rente niet medegere- kond, drie duizend gulden te boven .gaat een rente van één procent per jaar worden vergoed. De aftredende commissarissen ae heer'en J. A. van Hamel, A. de Koster ep K. H. Kortf werden herkozen. Het verslag maakt verder met leedwezen melding van de ontslagname van den .heer Korff wegens vertrek naar elders en van den heer Mr. .T. H. Goudsmit wegens lang durige ongesteld. In de plaats van den heer Korff werd gekozen de heer J. H. van Wavercn, ter wijl tot nieuwe commissarissen werden be noemd de heeren A. Couvée.en dr. C. S. Lechner. Over den financieelen toestand het vol gende. Er was weder een groote stijging merkbaar in het tegned dei- inleggers. Be droeg dit op 1 Januari 1919 3.465.214.87 op 31 December 1919 was dit gestegén tót f 3:869.305.68 alzoo een vermeerdering van f Mi.590.81. Het verslag geeft vervolgens eenige af schrijvingen op diverse goederen. Het aanital spaarhusjes bedroeg 750, waarmede ben bedrag van 5.659.52 meer was bespaard dan het vorige jaar. In de plaats van den aissistent-boekhou der H. van Cittert, die ontslag gevraagd had, werd benoemd de heer N. A. Kriek. Uitvoerige sit aten en tabellen geven ver der een helder overzicht van den financiee len toestand over het afgeloopen jaar. Het verslag besluiit met een vorgelijken.de staaJC over dV? laatste zes jaren en een gra- phisch overzicht van het tegoed en het aan tal inleggers o'ver de jaren 1918 en 1919. Het Curatorium der aan rie Rijks universiteit verbonden Bachmc-slich- t.ing heeft in 1919 een prijsvraag uitge schreven, luidende: Gevraagd wordt een met afbeeldingen toegelichte be schrijving van een of meer stadiën der or Iwikkcling van den schedel van een of nmer vertebraten, d'ie in dit opzacJit nog niet volgens de..nieuwere metho den onderzocht zijn. De resultaten van het onderzoek die- neii ic worden \ergclek in met hot.gene bekend i= van andere verlegenvvoord/i^ gers der klasse, waeaioe dc onderzoch te soorten behooren. De bekroning bcsUande.ii.it 'n gccal- ftigtrafeerd getuigschrift cp perkament benevens een geldsom van f 500— >s toegekend aan den heer w. If. van Sc- ters. doctorandus in de plant- en dier kunde te Gravenhoge De uitreiking van. liet eerbewijs zal plaats hebber; in een openbare plechti ge bijeenkomst in de Senaatskamer der Univc rsileit op Zaterdag 15 Mei a- s 's namiddags te 3 uur. De Bachiene-sUchling i&. overeen- kcmslig codicil van led in 1881 overle den lid van den Raad van Stale mr. F. Bachiene. geslicht in 19tci door diens dóchter, mevro-uw M. O. F. Baart de Ia Faille-Buchiene. Prijsvragen op hel bied van de physiologic van den mensch' zoölogiie of d sterrenkunde in rliö takken van weten-chap. is het doel der süchling, cl.e. wordt beheerd door cura- teren der Thorbeeke-stichliing. Vrijdagavond bieb! in het g. lxMiw Kelelboetereleetr i". dc "WelEcrw. Zeer Gel. Heer Dr F. H T. Hoeven S T zijn' 6de 'wetenschappelijke serelcziug over „de Openbaring én de track he in de R. K. Kerk. De vergadering ging uit van' dc Vereeniging lot Verspreidng van het katholicisme. De sfadsevamrel'fsab •■Jeruei" ia voornemens' van Zondag 9 lot n meB Dinsdag 11 Mei hier Ier stede een con ferentie hKhouden. Behalve de ojxén i n g samen kom sten' op Zondag 9 Mei. in Patrirnonium, zui den de vergadering,-!-, vnrden gehou- de'i in het gebouw Prediker. Als. sprekers hopen óp'lè Ireden: Ds Van Bart van ter Hcde. D.-. <le Meye.ro alhier, de hoeren Sliingiards neie-er- evange.list. Rous van Den Haag. van' Essén van Rolierdarn. van der Kamp vau Meppel en Van der Ovendc. Oegst- geesb. De kolenleveringen uit Duitschland. De comm'ss'e voor herslot. waarvan thans Po.ncaré voorzitter is. roef: aar, de En'erUe- commriste te "Essen medegedeeld, dat zij :rie6 accoord gaat me: door haar gegeven toe stemming voor verdere ko.enieveringen aaji Ne derland Aüereerst verPangt- Frankrijk de gehee le 'hoeveelheid koleiy welke op grond van het vredesverdrag geleverd moeten worden.Zooiang deze leveringen niet zijn uitgevoerd, is de com missie nie: in siaa-:, nieuwe leveringsverdragen met neutrale s:a:en toe te staan. Comité lot oprichting Marine-monument. Het Comité tot oprichting van een monument te Den Helder, gewijd aan de nagedachtenis van de mannen onzer vloot, die in diens; van hec Vaderland als slachtoffer van hun plicht zijn omgekomen bij rampen, die Hr. Ms. Zeemacht gedurende de oorlogsjaren) hebben getroffen, mag zich in de hooge eer verheugen, dat onze geëerbiedigde Koninginne, als Beschermvrouwe, d:t streven \s:l steunen. Gedurende de mobilisatie zijn slachtoffers gé va-en bij de volgende rampen: Het springen van een aangespoelde mijn op West-Kape'.sche zeedijk- bij het demonteeren. FEUILLETON. door HUGO KINGMANS. (Nadruk verboden.) Maar waarheen is zij dan gegaan, zon- ider liaan moeder te schrijven'? 'Het wordt de weduwe Lokkerse hang om het hart. Zij .voelt, dat zij waf moet doen. Zes weken geleden schreef zij den oud sten brief. Toen was Marie dus reeds ver trokken. Met niemand heeft zij al die maanden aver Marie gesproken, behalve dan met 'Jan Folmer, die in een vertrouwelijk oogenblik de moeder heeft verteld, hoe lief hij haar dochter had. Maar anders ontweek zij een gesprek over Marie, als kennissen en buren onbescheiden wilden indringen in haar geheimen. Zij kon niet verdragen, dat Marie werd becritiseerd. Zij was ondanks alles toch haar moeder?, 1 - i Maar nu moet zij" er met iemand over praten. Zij moet raad hebben. Haar geslo tenheid moet zij laten varen. Er moet .wat gebeuren. y 1 Maar wat? ,7 Zélf naar de stad gaan?' -« t Maar wat zou het haten?, Aan Marie's oud adres zou men haar' met enkele woor den meer dan vermeld stonden op de te ruggezonden brieven meedeeien, dat zij vertrokken was, zonder achterlating van adres. En dan stond zij daar alleen in die groote, vreemde stad! Maar met wien zal zij er dan over pra ten? Wien dan om raad gevraagd? Plots flitst haar door het hoofd: baas Sinke natuurlijk! Dat zij aan hem niet eerder had gedacht! Hij was toch zoo goed voor haar, altijd. Ja, naar haas Sinke. En het dan ook Jan Folmer vertellen.. Het zou hem verdriet doen. Maar hij moest het ook weten. Hij was huisvriend. Zij heeft geen rust meer. Het moet maar onmiddellijk gebeuren. 'Zij staat op en kleedt zich haastig. „Zal-je goed op broertje en zusje passen, 'Anna? Moeder moet even weg. Zeg Jan, ^at zijn brood in de kast staat." En dan spoedt zij'zich heen, angstig- yoortgejaagki. terwijl halfluid zij bidt: „God, geef baas Sinke licht, hoe te han delen." Vlug loopt zij de dorpsstraat door, aan het eind waarvan de oude Sinke, toen hij ging rentenieren, een huisje heeft laten :.D zijn tuintje (want de werk-zame man kon niet stilzitten) spit hij juist een bed fiaii als xrouw: Lokkerse uadyrt, Hij kijkt op op het geknars van het ijze ren hekje en komt onmiddellijk op haar toe, ziende haar ontsteld gezicht. „Wat is er", vraagt hij. „Toch geen on geluk?" „Ik weet het niet", stamelt zij. Eu dan opeens met 'n onderdrukte snik: ,,'t Is om Marie „Arm vrouwtje", denkt hij. „Den een of anderen dag moest het komen. Hoe kan dat kind haar moeder toch zoo'n -verdriet aandoen? Hij vraagt niet nader, momenteel. „Kom binnen. Dan kunnen we in de voorkamer rustig praten." Hij gaat haar voor, biedt haar een stoel en als zij wil beginnen: „Neen, stil, je bent nog veel te overspannen. Ik zal bij m'n vrouw een kop thee halen." En de daad bij het woord voegend, gaat hij heen, om spoedig) terug te 'keèren met de drank. „Drink maar kalm op. Dan kom-je wat tot jezelf. Misschien is het niet zoo erg en komt het nog wel in orde." En dan mot een licht verwijt: „Waarom heb-je er mij niet eerder over gesproken?" „Wat moest ik zeggen?" barst zij los. „Maar nu weet ik liet niet meer. Nu is ze iweggeloopen!" „Weggeloopen?" verbaast baas Sinke £ick, „Weggeloopen?. Uit Ijaar dieiisU" „Zij was niet meer in een dienst. Ten minste niet meer als dienstbode." Dan vertelt zij alles wat zij weet. En dat is bedroefd weinig. Ontzet, even, staart baas Sinke haar aan. Bange voorgevoelens krij^r hij, maar hij kan die niet pijlen. Hij weet niet, wat het leven in een groote stad beteekent, hij, de eenvoudige boer van bet land, die nooit verder is geweest, schier, dan het in de buurt gelegen provinciestadje! „Ik kom je raad vragen", besluit Vrouw Lokkerse. „Er moet wat gebeuren. We móeten weten, waar" ze is." „Natuurlijk, natuurlijk. En zoo gauw mogelijk. D r mag geen week, geen dag overheen Joopen.'' Hij behoefde- niet te peinzen hoe. Want hij was een man van de daad. Nie» pieke ren. maar aanpakken, is zijn leus. Zooeven was hij ontzet. liet kwam ook zoo onverwacht. Maar dat is nu voorbij. De practicus, de man-van-het-initiaiief komt aan het woord. „Er mag geen dag overheen loopen", heeft hij gezegd. Dankbaar kijkt'vrouw Lokkerse hem aan. Verruimd haalt zij adem. Gedeelde srnart is immers halve smart En zij weet, aan wien zi| haar be langen toevertrouwt. Dat is ook wat Avaard. „Ik ga er morgen heen", zegt hij beslist, nftgen gras er o.ver lalen groeien. Ctefif fite het adres, waar zij heeft gediend; het adres, waar zij winkeljuffrouw is ge weest en waar zij haar kamer heeft ge had." „Ik weet niet, .waar zij winkeljuffrouw is geweest. De andere twee adressen weet ik wel." „Goed. Die krijg ik zoo wel*van je. Maar, ik bedenk daar, dat ik niet alleen kan gaan. Je kunt nooit weten", zegt hij dan, voorzichtig, ,,'t Is altijd goed met twee man te gaan. Maar wie? 't Moet een ver trouwde zijn. Er moet geen ruchtbaarheid aan de zaak worden gegeven. Mijn zoon kan mórgen niet. Die moet naar de markt. Anders was het in orde. Maar wie dan?" peinst hij hardop. „Neem Jan Folmer mee", haast zich do weduwe Lokkerse voor te stellen. „Ja. dat zou een oplossing zijn. Hij komt straks hier wat halen voor mijn zoon. Dan zal ik het hem vertellen. Morgen gaan we er dan heen. En zoo gauw mogelijk komen we terug." En ziende het beangste gelaat van vrouw Lokkerse: „Beken niet op morgenavond. ;We blijven misschien wel een paar dageu weg. Ik weet niet, hoe het loopt." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1