Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AGENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KW ARTAAL f 2.50 PEK WEEK f 0.19 FRANCO PEE POST PER KWARTAAL f 2.90 Iste JAARGANG. - DONDERDAG 15 APRIL 1920. - No. 12 BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIEPRIJS PEK GEWONE REGEL f 0.22i/a DES ZATERDAGS f 0.30 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF. KLEINE ADVERTENTIES van hoogstens 30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent, b|j Toornitbetnling. Uit de Pers. CHRÏSTELIJK-HISTORISCH— ANTIREVOLUTIONAIR. Naar aanleiding van de rc<lc waar nie tje de heer H. Colijn de Dcpulalen verga dering opende schrijft do Nederlander: Oratie, hadden wij bijna geschreven, om de rede aan Ie kondigen dae, Ier opening Van dc Dcputatenvergadening dei a. r -partij, Dinsdag, den I3den April ge koudon is door «don {lieer H. Colijn. Maar oratio" doet te veel denken aan schoonc klanken, onverschillig wat die behelzen, als zomaar een beloovcrendcn indruk «naken. De toespraak aan de De- pulalen was méér dan een oratie in bo- vengrmcldcn zin. £ij was daarvoor te zakelijk. Maar naar onze ffneening 'daarom des te voortreffelijker- In deze benauwde Ujden heeft bet volk meer dan ooit be hoefte aan rustig doordenken van den toestand ivc.arin wil verkecrcn. Niet alsof de hoagere beginselen dSo ons hoen en laten, ons denken en ons gevoelen, moeten bcheerschen, niet van nog hoo-- ger belang waren dan de nuchtere over weging dei aardsche toestanden. Maar voor een g» hoor dal bij bol Christelijk geloof, bij do Openbaring Gods |n Christ in:?-. -is opnevoed, behoeft in' beu UkOïl- tiekc vergadering niet steeds herhaald te worden, wat foch eigenlijk in dien kring van zelf spreekt. Politiek is handden, en eerie partij 'rfienl. om te kunnen handelen, aller eerst rich in te denken in d«* toestanden waarin gehandeld moet worden. Hiertoe nu dwingt de nieuwe Bart ij len lor. dc heer Colijn, zijn fteljoor. Wei nigen zijn als hij in staat Yn zóó weinige Vu loch' klare bewoordingen op objec tieve wijze, beslaande toestanden te om schrijven en uiteen te zetten Dil is het voortreffelijke ook in deze rede Zij be val, als men wil. biets nieuws Trou wens wie die de journalistiek eenigs- jrins bijhoudt, kan heden ten doge iets ,,nieuws" vertellen. Niettemin durven wii de lezing van aeze rede kan allen aanbevelen, die in weinig lijd aich klare denkbeelden omtrent den hed'endaag- srhen wereld toe stand eigen fcviiten maken, mils de lezers *$oh den lijdt lot vadrnken gunt. «Wat bovenal onze inslemming lieeff. is, dal de spreker niet.mél «rroole woor den. niet Hlgemeenhoden. of met hoog dravende zinsneden zijn hoorders min of meer bedwelmt, een bedwelming die vaak niet langer dan enkele Rae.n duurt maar dat hij kenleer ronduü -zegt vooralsnog geene afdoend?, oplossing fo kunnen aangeven, bn dat hij uitdrukke" liik verklaart, dat none omzetting in slaat en maatschappij niet komen moet- Daarmee wordt niet bedoeld, dat d'e maatschappelijke toestanden piel ge heel moeten worden veranderd, ook niet,, dat alleen gewoJdad'igo lunkeering fe \eroordeelen is, maai' alleen, dat mer kelijke verbetering van. de toestanden, zij het ook met krachtige medewerking der Overheid, slechts mogelijk is. langs de historische lijn, du* ontstaan moet niet uit de stelselzucht Her dwalende en hekrompen menschen. maar uit de ont wikkeling Her maatschappij zelve, wel ke maatschappij berust op de door God gc-chaoen menschejiike natuur, Hüe ge leid behoort te'worden door do begin selen, tv elke wij aantreffen in de Schrlf- finir. Christeliik-fivstorisch is in zijn wezen pni-revolutionair- Maar ook dit toont 'deze rede ons duidelijk hi li-revolution air Is Chris tel ijk-briloriscli. STADSNIEUWS. STADS EVANGELISATIE. Gisterenavond werd in de Geref. Kerk, Hooigracht alhier, een openbare bijeen komst gehouden in het belang der Stads evangelisatie der Gerei. Kerk le Leiden. Voor den aanvang der samenkomst speelde het orgel: Pastorale van Th. Sa lome. Daarna werd de bijeenkomst door den voorzitter met gebed geopend, waarna een sopraan-solo met orgelbegeleiding: Aria uit de Pfingstcantate van J. v. Bach, werd uitgevoerd. Thans verkreeg dr. V. Hepp het woord ■tot het houden van zijn rede: De Koning- menscli. Spr. begon met na te gaan hoe de we reld zich den toekomstmensch, den „Ko ning mensch" zich voorstelt, hoe de we reld er naar streeft zich in de toekomst te vervolmaken en den mensch tot zijn hoogste ontwikkeling te brengen. Thans ondergaat het menschdom een tijd van socialisatie. De sociale triomph op het mensclienleven is groot. In ver schillende kringen huldigt men reeds het denkbeeld, dat als de socialisatie geheel zal zijn voltooid, een werktijd voor ieder een van 2 uur per dag zal gerujeg zijn. Men wil alzoo een hemelrijk hier op aarde stichten. Dan zal er een nieuwe godsdienst worden gevormd. God zelf zal niet als een oppermachtig lieerscher wor den voorgesteld, maar hemel cn aarde zullen bij elkaar worden gebracht en in de natuur zal zich zelf dan de Godsdienst vormen. Maar men gaat nog verder, aldus spr.; de mensch zal ook de onsterfelijkheid moe ten veroveren, alle faculteiten, -alle geleer den zullen worden gemobiliseerd om dit vraagstuk op te lossen! En de resultaten zullen straks van dien aard moeten zijn, dat het lijden van dezen tijd in evenredig heid niet zal opwegen tegen het groote geluk dat dan de wereld zal deelachtig worden. Ware het niet ernstig gemeend, wij zouden, volgens spr., er den gek mede kunnen steken. Thans is het onderwerp echter te ernstig. Het ongeloof stelt het geloof in 't gelijk, want waar het ongeloof reeds eeuwen naar zocht, en nog zoektzal blijven zoeken, is reeds lang in het geloof te vin den. En dit is niet iets gewoons, en iets geheel begrijpelijks, maar het zijn zaken die „geen oog nog heeft gezien, geen oor nog heeft gehoord, cn wat in geen men- sehenhart is opgekomen". Gaan wij in de wereld naar den tijd van den Koning-mensch die de wereld zich voorstelt? Ga naar de graven van de slag velden, naar de hongerende landen rond om ons, zie de ellende die overal nog ge leden wordt, dit alles zegt u neen neen! Ook de statistieken wijzen uit dat de vooruitgang betrekkelijk meer is. Het hoogste punt is reeds bereikt geweest. En thans zijn de geleerden het er over eens en zij steken hun mecning niet on der stoelen of banken, dat de wereld niet komen zal tot- de vervulling: De Koning- mensch op aardenooit! Maar de Christen gelooft, „de dood is verslonden tot overwinnjng". Wij Christenen stellen de nieuwe we reld, die zeker eens zal tot stand worden gebracht, ons aan de hand van Gods Woord geheel anders voor. Daar zal geen sprake meer zijn van eenigen schijn. Daar zal geen ontwikkeling meer mogelijk zijn. Daar zal het middellijke door het onmiddellijke zijn vervangen: Want wij weten, dat wan neer Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen zien gelijk Hij is. Wij zullen na onze opstanding Koning- menschen worden, gelijk Christus na Zijn opstanding als mensch was Hij, de eerste Koningsmensch! Maar waarover, aldus spr., zal de Ko ning mensch dan regeeren? De Engelen zullen beneden den Koning-mensch staan, zij, die thans nog boven hem in heerlijk heid uitblinken. De mensch zal Koning zijn en macht bezitten over het rijk dei- natuur. Tegen de woeste natuurelementen zal hij kunnen optreden gelijk Josua en Elia reeds deden door de kracht des ge- loofs. Maar eenmaal zullen wij nog won derlijker dingen door ons zien geschieden dan deze! De gansche natuur met alle wetten zal den mensch onderworpen zijn. In het nieuwe Jeruzalem zullen geen kinderen zijn! Alle kinderen Gods zullen daar in volmaakten toestand verkeeren. Want een kind dat'sterft, heeft immers zijn bestemming nog-piet bereikt. En zou dus in het Rijk der volmaaktheden het kind thuisbeliooren? „Wij zullen allen zijn als een volwassen man". Geen kind, ook geen grijsaard zal er gevonden worden. Ook zal alle onderscheid tusschen man en vrouw zijn opgeheven. Gelijke wezens zullen zij zijn. Het menschdom is daar tot volle ontwikkeling en er is dus geen be staansrede voor-seeteverschil! Hoe zullen wij den Koningmensch nu moeten voorstellen? Neutraal? Half man, half vrouw? Niet zonder groote aarzeling, aldus spr., want ook zelf heb ik mij nog niet volko men met deze gedachte verzoend, en met groote voorzichtigheid zal ik mij hier omtrent ditmaal uitlaten. Spr. neemt aan, dat ieder mensch gelijk zal zijn en man van nature. Er staat im mers géschreven: Wij zullen allen komen tot een volkomen, tot een volwassen man? Het meer passieve element van het menschdom zal tot het actieve ziju om gezet. „Geen mannenhoog'neid", aldus vervolgt spr., „dringt mij hiertoe, maar het on voorwaardelijk aannemen van het Woord van mijn God." Is het niet opmerkelijk: Ook de wereld streeft hierna. De man en de vrouw moe ten op één lijn worden gesteld. De man i3 reeds op zijn plaats, de vrouw moet er nog komen. Niet het eenzijdig mannelijke, maar het veelzijdig mannelijke, zooals dit Christus had na Zijn opstanding, zal de persoon lijke eigenschappen eenmaal vormen van den Koningmensch. En de mensch zal lichamelijk schoon, rein en geheiligd zijn! Hierna werd door den heer D. Smink (orgel) en mej. HaitsmaMuller (zang) een sopraan-solo ten gehoore gebracht met orgelbegeleiding: Recitatief en Aria uit „Sieg der Zeit und Walirheit", van G. F. fiündel. Dit stuk werd met zuivere harmonie en zeer goed uitgevoerd. Ook de andere stukjes getuigden, dat de muzikale krachten voor dezen avond Werkelijk van vooraanstaanden rang zijn! Er werd met gloed en vuur en kennis gezongen en met het orgel begeleid! Dr. Hepp vervolgde hierna zijn afgebro ken rede. Allereerst toonde hij aan hoe de ver houding van ziel en lichaam van den mensch nu is en eens zal zijn, -als de splijtzwam, de zonde zal zijn weggeno men!. De Wereld bouwt zich den Koning mensch op uit s t o f, de Christenheid uit Geest en S t o f in volkomen harmonie met elkander. En daarbij weten wij, dat we nu zien als door een spiegel in een duistere rede, maar dat wij eenmaal God zullen kennen van aangezicht tot aange zicht. Onze kennis zal dan door onmid dellijk inzicht zijn gevormd. Er zal geen tweeheid meer bestaan van een bewust of een onbewust leven, zooals thans, (de mensch bi^engt één derde van zijn leven in slapenden toestand door), maar geen vermoeidheid, ook niet van den geest zal er meer zijn. Er is in het nieuwe Jeruzalem dus geen plaats meer voor het geloof? Dit staat in de Schrift nergens! Wel staat er: En nu blijft geloof, hoop en liefde. Wij zullen in onze kennis niet aan God gelijk zijn! Er bestaat dus een grens. Van af deze grens, tot zoover onze kennis reiken zal, begint het geloof! Ook de zaligen zullen de Drieëenheid van God nooit kunnen benaderen dan door het geloof. Ondenkbaar veel zal daardoor worden opgeklaard! De nieuwe naam die de gezaligden persoonlijk van God zullen ontvangen, zal niet door een ieder worden gekend. Alleen God en hij die den naam draagt kent deze. Het geheugen zal geheel verhelderd zijn. Alles zal ons klaar cn duidelijk worden en ook ons aardsche bestaan zal geheel in ons geheugen zuiver bekend zijn. In zijn aardsche geschiedenis zal de Koning mensch geen redenen maar tot droef heid vinden, maar veel meer stof om ter eere Gods te jubelen: „Gij hebt ons Gode gekocht met Uw bloed". Allen zullen niet gelijkvormig zijn. Een ieder zal zijn eigen karakter en eigen lichaamsgedachte behouden, hoewel ont daan van de zonde. Daar zal rijk verschil zijn onder alle kinderen Gods. Het hemelkind zal eenmaal een activi teit kunnen ontwikkelen, waarvan wij hier nog niet het flauwste begrip hebben. Alles zal trillen van leven, alles tintelen van vreugde! Vrij zal het ook zijn van alle eentonigheid en eenzijdigheid. De kerkdienst zal tot het verledene behooTcn. Bidden zal niet meer noodig zijn. Zelfs zullen de gelukzaligen niet meer kun nen bidden. Ook onderscheid van taal en ontwikkeling in wetenschappen, het zal niet "meer bestaan. Spreker eindigde ongeveer aldus: Geliefden, wordt u het verlangen niet t^ machtig om daar te zijn waar nimmer tranen vloeien? Waarom schitteren in onze oogen niet de paradijsparelen? Chris tenen en Christinnen, voelt toch in uw hart den polsslag van de toekomst die voor u in den hemel is weggelegd. Na de rede van Dr. Hepp werden nog enkele liederen gezongen, waarna de voorzitter in dankgebed voorging. Na afloop der goed bezochte samen komst voerde het orgel nog een muziek stuk uit Foccata. van Theod. Dubois, waar naar velen in het kerkgebouw ble ven luisteren. Belanghebbenden verwijzen wij naar oen in dit nummer voorkomende advertentie van du Geref. Mcisjesvereo- nigiing- ,,V. 0. K'\ betreffende het op treden van Mej. II. S. S. Kuyper in het Nulsgebouw met heb onderwerp: ,,De Roeping dor Vrouw in de heden- daagsche Maaschappii Alleen zij -die in het bezit van kaarten zijn van deze lezing, welke eerst 1" Maart jl. zou wor- dien gehouden, hebben toegang. Door het Bestuur "der afdeeling Lei den van den Nederlandschen Bond van Gepensioneerden, domicilie kiezende AlexandersJiaat 13a te Leiden is een adres aan den Raad gericht, waarin zij beleefd verzoeken: 1. in navolging cn op dezelfde wijze als het Rijk de pensioenen van de ge pensioneerden der Gemeente Leiden te verhoogen met 40 pCt- 2. met het oog op de groote achter stand die de gepensioneerden hier Ier stede hebben, ten opzichte van de Rijks- gepensioneerden, terugwerkende kracht te verleenen tot 1 Julf 1919. FEUILLETON. EEN VERWOEST LEVEN door HUGO pNGMANS. (Nadruk verboden.) 121 „Neen, ik ben er nog nooit in geweest", vervolgde Marie dan en eenigszins aarze lend. „Moeder is er niet zoo vóór, dat ik er heenga." Oogenblikkelijk had zij er spijt van, dat zij het gezegd had. ïn de eerste plaats al kwam haar trotsch er tegenop, dat zij haar vriendin had la ten merken, dat haar moeder eenigen in vloed op haar had. Zij had instinctmatig reeds gemerkt tijdens haar kort verblijf irr de stad, dat dit niet meer „modern" iwas. Maar bovendien schoot haar vriendin direct uit haar slof: „Ah", zei ze langge rekt, „is het zóó laat? Ik snap het al. Moe der is vroompjes uitgevallen! Kom in vre desnaam met dien onzin bij ons thuis niet aan, meid. Want dan leg-je er zóo uit. Dat verzeker ik je. Vader moet er niets van hebben. Hij heeft gewerkt bij een Christe lijk patroon. Goeie morgen. Die verdien de geld als water, maar zijn knechten liet liij fatsoenlijk honger lijden. Hou ze in de gaten, die Christel ij ken. Ik geef er geen cent voor. Nog eens: begin er niet over, want dan is het mis. En zet zelf dien on zin uit je hoofd. Dat is uit den tijd, meid. Je komt er geen zier verder mee in de wereld." Marie sprak natuurlijk niet tegen, vond, dat het meisje in den grond wel gelijk had Zij werd in het huisgezin van haar vriendin opgenomen, dat maar raak leef de van den eenen dag in den ander en zich om GdÖ noch gebod bekommerde. Zoo valt het dan ook te begrijpen, dat het niet heel lang duurde, of het weinige goede, dat nog bij Marie mocht zijn over gebleven, verslikte geheel. Zij werd op en top een meisje van de wereld, die uitging met haar vriendin, naar de bioscoop, als het regende of als zij zich verveelden te samen; of naar den Schouwburg, als er „es een heel mooi stuk werd opgevoerd". Zij nam de lichtzinnige taal, die in het huisgezin gesproken werd, al heel spoe dig over, al hield zij zich tegenover me vrouw netjes. Naar moeder schreef zij echter van dit alles niets. Dan zouden er antwoord brieven komen, die haar eonige wroeging zouden veroorzaken in het begin En die moest zij juist vermijden. Alles moest ver stikken. De bruggen, die haar nog ver bondon met het ouderlijk huis, met haar geboortedorp, met genoten opvoeding moesten totaal worden afgebroken. Eerst dan zou zij haar jong leven kunnen uit leven. Haar brieven naar huis werden dan ook scliaarscher en schaarscher. Het duur de sorns vier weken, eer zij er aan dacht, een enkel lettertje naar moeder te zen den Maar moeder moest dat niet zoo kwa lijk nemen. Zij had lieusch geen nieuws. Zij kon wel over de stad schrijven, maar die kende moeder immers toch niet? Moe der kon gerust zijn. Het beviel haar best. Zij was blij, naar de stad le zijn gegaan. Zij had een aardige vriendin gevonden. Zij verveelde zich niet en had geen on prettig leven. Alleen, wat de financiën be trof, viel het haar niet mee. Het leven in een stad was ontzaggelijk veel duurder dan op een dorp. Dal scheelde minstens de helft. Dat zij haar overgespaarde geld uitgaf voor kleeren, die haar in haav positie niet pasten, verzweeg ze natuurlijk wijselijk! Zoo verliepen de weken, weken waarin een weduwe ver weg, vaak uitzag naar een brief, die maar niet kwamof zeer onregelmatig kwam, XI. Intusschen het uitgaan met haar vriendin werd langzamerhand minder. Luitenant Jansonius had nog al eens brieven te bezorgen bij Mr. Van Oostrum en Marie deed het maar al te graag. Want die menigvuldige boodschappen, waarvan Mevrouw niets wist, hadden tot gevolg, zooals het vooropgestelde plan was, dat de advocaat haar het hof begon te maken' en met haar ging flirten. Van de zijde van Marie echter werd het inderdaad liefde, die zij koesterde voor den advocaat, wat deze maar al te gaar ne zag. Zooveel te beter kan hij haar voor zijn doeleinden gebruiken. Van minder-goede bedoelingen liet hij intusschen niets blijken. Met ongeëven aarde tooneelspeelkunst liet hij het voor komen, alsof hij het oprecht met haar meende. Maar, natuurlijk, hij kon nog niet on middellijk een publiek engagement aan gaan, dat sprak vanzelf. Zij moest het standsverschil in aanmerking nemen. Hij voor zich trok zich daarvan niets aan. Hij had haar oprecht lief en dat was het voornaamste. Maar bij zijn ouders moest hij er niet mee aankomen voorloopig. En die kon hij niet negeeren, want financieel was lót In de toelichting- op deze verzoeken' volgt: Hel. Lij£l ons overbodig, nu in 'dei Tweede Kamer der Staten-Generaal mat) zoo goed als algemeene stemmen do verhooging van 40 pCt. is aangenomen' en van verschillende zijde verhooging word voorgesteld1, den nood in 4e gezin nen der gepensioneerden nogmaals le demonslreeren. Iets anders is echter liet in punt 2 van' on* verzoek aangehaalde. Het grootsle gedeelte der Rijksgepcn- sdonoerden .tfee-ft over het jaar 1919 ecu' bedrag van 30 pet- toeslag onlvangenn terwijl dit voor de gepensioneerden der gemeente Leiden aanmerkelijk minded •was Zelfs mei 30 pet. werd de prijsstijging? 'der levensbenoodigdheden niet eerlekt. zoodat voor lien die nog minder k re een, een groote achterstand is in to halen Wij meenen clan ook met ons .verzoek: de redelijkheid niet te hebben over schreden. reden waarom wij het ten' zeerste bij U aanbevelen. Prof, Dr. S. jG. de Vries, directeud riep ri'ksunivrrsüeit alhier is na langdu rig verblijf in het buitenland wegens ge zondheidsredenen, weder alhier terug gekeerd. en heeft zijn werkzaam heden hervat. Voor het diploma boekhouden, uit-1 gereikt door de Ned. Vereeniging tot bevordering «der Handels weien schap pen. slaagde de lieer I. de Ktoe, alhier. Dr. J. L. Palache alhier komt als no'.. 2 voor op de voordracht van B. cn W- te Den Haag. tol de jbenoeming van eet» leeraar in de klassieke talen aan de gymnasia- Naar wij (vernemen, 'bestaat bet plati, van vemcüKevzge, evenals dit vóór den oorlog ge schelde, eeu Konrr gin nafeest voor de feerVn- crcii var. bet 6de leerjaar ,van alLe scholen hier ter rorganiseeren. U'; J; onderwijzers cn onderwijzeressen wofdt «daartoe weer een feestcommissie sameu- gestefJ, welke even goed werk moge leveren als cc oude, waarvan verschillende leden sleclife noode gemist worden. Gemeentelijke Arbeidsbeurs. Sinds- timmerwerf, telefoon no. 127. Geopend V9Ji Q—12 en 's mhdda&s van 2—5 uur. *s Zaterdags van 912,30 uur. 13 April 1910. 2 ovenvullors. 1 vuur- ste-envormer, 11 grondwerkers. 18 op perlieden, 2 Go Ion werkers, 5 ijzerwer kers. 1 gasfitter. 3 loodlgiclers, 1 blee- kerskneclit. 3 bankwerkers, slokor, 1 machinist], 3 voorslaanders, 1 mcUtai- d'raaier. 1 aanhouder. 2 ©lectriiciens, 6 bu3*cnmakers- 1 dek?nw ?v©r. 11 wol kammers, 1 spinner, fT 'kaloen drukkers. 2 tapijtwerkers, 1 zuivel work er. 1 schrobbelaar. 3 banketbakkers. V koek bakker, 7 broodbakkers, 93 sigarenma kers. 3 sigatcnaorteereters. 1 stripper, 2 deksorteerders, 4 macazijnknechten, 9 slagers. 4 kellnors, 3 chauffeurs, 2 war* moeziers. 1 Lompensorteerder. loop knechten, 3 schippers, 4 nachtwakers. 1 handelscorrespondent, 1 huisknecht. 74 losse werklieden. 1 bloemist Vrouwen: 4 breisters. 1 haspel aarster, 1 dieksortcerster, 1 plaksler. 1 groenten- scho^ri maakster, 1 werkster. BINNENLAND. Christelijk-Historische Unie. Op Donderdag 37 Mei 1920. des namiddags 1 mir, en op Vrijdag 2S Me: 1920, des voor- middags 10 uur, zoi, zooais reeds is gemeld, u» de "groote zaal van het Hotel de t Europe, Vree voor een groot deel afhankelijk van ze. Van hun intieme verhouding moest zifc dus aan niemand iets vertellen. Dat gar maar aanleiding tot praatjes. Inmiddels zouden zij met elkaar om gaan als twee verloofden. Hij zou haar de vormen leeren, die in de kringen, waarin hij gewoonlijk verkeerde, gebrui kelijk waren. En hij twijfelde er niet aan, of zij zou vlug en gevat als zij was zich daar spoedig vertrouwd mee maken. Verder zou hij er z'n ouders langzamer hand op voorbereiden. De slag moest niet te hevig vallen natuurlijk. En als zij dua op den duur met de idee verzoend waren, dat zij een schoondochter zouden krijgen, die niet uit hun 'stand was, zou hij haar ze voorstellen. En dan bestond er geen twijfel, of ze werd met open armen ont* vangen. Ze kon zich goed voordoen, vond-ie. Zij had absoluut niets van een dienst meisje, integendeel, was geboren, om te hevelen en niet, om bevelen op te volgen. Als zij onder zijn leiding wat ontbastercl was, kon hij met haar voor den dag k<v men, overal, waar hij maar wiled. (Wordt vervolgd].

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1