Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABONNEMENTSPRIJS IN LEIDEN EN BUITEN LEIDEN WAAR AÓENTEN GEVESTIGD ZIJN PER KWARTAAL f 2.50 PER WEEK f 0.19 FRANCO PER POST PER KWARTAAL f 2.90 ste JAARGANG. - ZATERDAG 10 APRIL 1920. - No. 8 BUREAU: HOOIGRACHT 35 - LEIDEN. - TELEFOON INT. 1278 ADVERTENTIEPRIJS PEK GEWONE REGEL f 0.22V» DES ZATERDAGS f 0.30 INGEZONDEN RECLAMES DUBBEL TARIEF. KLEINE ADVERTENTIES Tan hoogstens 30 woorden 50 cent; Zaterdags 75 cent, bg vooroitbetalincr. Dit nummer bestaat uit twee bladen. De revolutie in het hart. Door een der spreker» op het in April gehouden congres van de S.D.A.P. de lieer van der Waerden werd een zeer juiste opmerking gemaakt, die waard is ook in onze kringen ter harte te worden genomen. Sprekende over de door Mr. Troelstra gewenschte revolutionaire actie, zbide de heer" van der Waerden: De kracht der tegenstanders ligt niet in de geweren der burgerwachten, maar in hun koppen én die koppen moeten wij winnen. Ons belangrijkste werk is de hoofden te revolutioneeren. Dat .is het eenige noodige, dan kunnen .wi} met hen het Socialisme invoeren. Wij moeten vertrouwen hebben. Als wij slechts geduld hebben winnen wij het. In déze opmerkingen, waaraan ook in socialistische kringen terdege aandacht wordt geschonkep getuige luin inten sieve en stelselmatige propaganda ligt vet'l waars. De revolutionaire actie van Mr. Troelstra en zijne trouwe volgelingen ir> hoogst ge vaarlijk en moet onverbiddellijk worden •bestreden. Wij mogen het g'estook van dozen volks: menner niet onderschatten. Een klein vuur kan een groote hoop hout aansteken. Als Mr. Troelstra op hot partijcongres verklaart dat hij nog nooit zijn ziel en zin nen zoo zuiver heeft uitgesproken als toen hij te Rotterdam en in de Tweede Kamer in viammende redevoeringen de revolutie predikte, en hij wordt dan door het con gres stormachtig toegejuicht, din mogen wij daar niet zonder meer overheen Iao- pten. Daarom verdient de organisatie van BurgerwacWts en de versterki g van den Vrij willigen Landstorm onze volle sympa thie. Als het vuur dreigt, moet de brand weer paraat zijn. Wij mogen niet verslappen. "Wijnkoop en Troelstra en hunne revo lutionaire volgelingen moeten weten dat 2b niet ongestoord met onze volksbelangen kunnen spelen en dat zij bij hunne pogin gen om ons Volk naar den ondergang te voeren op een muur van verzet zullen stut ten. Toch .moeten we ons er voor wachten op Burgerwacht bn Landstorm te veel te ver trouwen. Deze instellingen van hoe groote .betee ken is. ook, zijn voor de afwending van het revolutiegevaar niet voldoend1© Immers, de daarwerkelijke revolutie staat in nauw verband met de innerlijke revolutie in hoofd en hart en is een uit vloeisel-van de revolutionaire gezindheid van hét menschelijk hart. Wanneer het inderdaad aan de sociaal democraten gelukt de hoofden en harten te revolutionneeren dan zal Burgerwacht •noch Landstorm hoe goed ook georgani seerd, onmachtig zijn de revolutie te kee- ren. Daarom, willen we de revolutie met vrucht bestrijden, dan nioelen we niet te vreden zijn .met 'f opwerpen 'van dijkjles .en dammetjes en het werken aan dén om-, trek, maar dan moeten we ons richten op het Centrum en afdalen naar den wortel der dingen. Uit 1-L't hart zoo leert ons de Schrift, zijn de uitgangen des levens. En dat hart des menschen is boos. Het is revolutionair. En nu wordt die revolutionaire gezind heid op allerlei wijzb aangekweekt. Men heeft getracht God to bannen uit de school, uit den «staat, uit heel het openbare leven. Die toeleg is nog niet geheel gtelukt. Er is nog altijd een kern, die nog vraagt naar Gods Woord en wet en die de anti-revolu tionaire beginselen wenscht hoog te hou den. Zoolang die beginselen nog invloed uitoefenen en het- Woord Gods nog vat heeft op de menschen, zoolang zal het ook mogelijk zijn de revolutie met vrucht 'te be strijden. De heer van der Waerden zag het goed: zal de revolutie, zegevieren, dan moet men eerst de hoofden en harten revolu- tionberen. Hieruit volgt vanzelf welke de taak is die wij als Christenen hebben te vervullen. Wij moeten de revolutie grijpen n liet ha r t, door de ant-revolutionaire beginse len te brengen onder ons volk. Dat gaat niet gemakkelijk. Het vraagt ons gbbed, onze tijd, ons geld, onze kracht. Maar dat mag geen bezwaar zijn. Als 't ons ernst is,, wanneer wij zingen: ,,'t is Uwe zaak waarvoor wij staan, Heer Jezus, Uwe alleen", dan zullen we ook met verugde ons geld, onze krachten, onze gaven en talénten geven voor den strijd tegen de revolutie, die niets anders is dan een opstand tegen onzen grooten Koning. STADSNIEUWS. Op het Tiende Zendings(pest, uitgaan de van de Verebniging tot bevordering der Zendingszaak voor Leiden en Omstreken, te houden op het Landgoed ,,Oud Poel geest" Hemelvaartsdag, 13 Mei a.s., des namiddags te half twee, zullen als spre kers optreden: prof. dr. H. M. van Nes. van Leiden; ds. J. P. van Bruggen, Ned. Herv. predikant te Delfshaven; ds. I. H. Land- welïr, Ger. Predikant te Rotterdam; ds. Joh. Rauws, Zendingsdirector te 'Oegst- geest en de heer L. Bodaan, Zendeling van db Karo Bataklanden. 'Bovendien zal door de- Chr, Zangvereeniging ..Debora" van Oegstgéest, en ..Looft den Heer"-van Sas- senheim, en de Chr. Harm. Vereeniging Polyhymnia" van Leiden, medewerking verleend worden. Naar wij vernbmen' hoopt Ds. G. H. Beekenkamp, Ned.rHeiv. prei, te Olde- broek op den eersten Zondag in Juli zijn intrede te -doen bij de-Ned. Herv. Gem al hier. Zooals wij mededeelden is deze week IAh inlichtingskantoor voor de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer aan het Sta tionsplein heropend. In de daar verkrijgbare Gids voor Lei den en Omstreken leest men toch o.m.: (Pag. ?7): „Goedkoops woningen zijn in Lel den in overvloed te vinden! Uitmun tend drinkwater, goedkoop, gas (5i/a ci. per kub. M.). Jammer dat de Gids op dit punt althans niet betrouwbaar isl Zooals men zich herinneren zal, heeft zich alhier indertijd een commissie ge vormd met het doel aan onzen burge meester uit dank voor de uitnemende wijze waarop hij voor Leiden de distributieza- ken heeft geleid, een huldeblijk aan te bieden. Thans kunnen wij mededeelen dat de commissie zich voorstelt dit op Vrijdag 23 April a.s. te doen en alsdan de „De Gijse- laarbank" te onthullen. Het door den heer C. W. Roodenburg ruim 20 jaar bewoonde perceel aan de Nieuwsteeg no. 27 ovèr de Zonneveld- straat, lieeft eene belangrijke verandering ondergaan. De eertijds door hem alhier gevestigde arkensslagerij, is thans door zijn zoon* den heer W. Roodenburg, omgezet in eon naar den eisch des tijds ingerichte zaak in fijne vleeschwaren, comestibles en de licatessen. De heer Roodenburg Jr., die langen tijd in groote zaken werkzaam is geweest, is er in geslaagd zijn nieuwe zaak smaakvol en met zorg in te richton. Het interieur der winkel en de fijne étalage getuigen hiervan. De zeer uitgebreide sorteering artikelen, welke wij mochten bezichtigen, wijzen er op dat de heer Roodenburg zijn nieuwe zaak flink en degelijk heeft opgezet en er naar streven zal het vertrouwen onzer stadgenooten waardig te maken. De van verschillende zijden aaugeboden bloemstukken, bij gelegenheid van de opening dei- zaak, geven aan den winkel een feestelijk aanzien. Wij wensohen den heer Roodenburg van harte geluk met ziju onderneming. Gemeentelijke Arbeidsbeurs. Stadstimmerwérf. Telefoon no. 127. Geopend van 912 en 's middags van 2—5. 9 April 1920. 2 ovenvullers. 1 vuurstteenvomier. 11 grondwerkers. 18 opperlieden. 1 betonwer ker. 3 ijzerwerkérs. 1 gasfitter. 2 loodgieters 1 bfóekersknecht. 1 schoenmaker. 1 horloge- makier, 3 bankwerkers, 1 stoker, 1 machi nist. 3 voonslaanders. 1 metaaldraaier. 1 aanhouder, 2 electriciens. 1 dekenwever. 12 wolkammers. 1 spinner. 8 katoendrukkers. 2 tapijtwerkers, 1 zuivelwerker, 4 banketbak kers. 1 koekbakker. 7 broodbakkers, 1 kok. 89 sigarenmakers. 2 sigarensorteerdens. 1 stripper. 4 magazijnnechten. 9 slagers. 4. kellners, 3 chauffeurs, 2 warmoeziens, 1 lompensorteerder, 4 loopknechten, 2 schip pens. 4 nachtwakers. 1handelscorrespon dent. 1 huisknecht. 93 losse werklieden. Vrouwen: 4 breisters. 1 haspelaar3ter. 1 deksorteerster. 1 plakster. 1 werkster. BINNENLAND. Uitvoer. Van de boter, bereid door producen ten, die zich hebben verbonden tot nako ming van verplichtingen, zal mogen wor den uitgevoerd. 25 pet. der productie van 28 Maart—4 April jj. Tot nadere, aankondiging ia met 17 April dispensatie verleend van het uit voerverbod van meststoffen, voor zoover betreft bloed en bloedmeel. Suiksrkaart. De minister van Landbouw, Nijver heid en Handel maakt bekend, dat in het tijdvak vau .Maandag 12. tot en met Zon dag 18 dezer geldig üzllen zijn de lions .os. 27" en 28 van de Rijkssuikenkaart en estigt er nog eens nadrukkelijk de aan dacht van belanghebbenden op, dat de aanbieding ter verzilvering van de bons nos. 21, 22, 23 en 24 aan het Rijkskantoor voor Suiker te Amsterdam moet plaats gehad hebben uiterlijk Maandag 19 dezer. Broodkaart. De directeur van het Rijkebureau voor de Distributie van Graan en Meel maakt bekend, dat als wittebroodkaart voor het 133ste tijdvak, hetwelk loopt van 18 tot en.met 31 dezer, zal dienen de Rijk3brood- kaart in 'de zwarte kleur op paarden on dergrond. Haring voor Duitschland. In reederskringen te Vlaardingcn iordt binnen enkele dagen de vaststelling erwacht van een contract omtrent leve ring van een partij haring van de teelt 1919 aan de Duitsche regeering. De onder handelingen wonden gevoerd door bemid deling van het departement van Land bouw. De levering zal geschieden onder erleening van een crediet door de Ne-, derlandsche regeering. Uitkearing O. W.-bolasting. De gemeentebesturen hebben ver wacht, in het begin van dit jaar een uit- keering te krijgen uit de opbrengst der Oorlogswinstbelasting. Bij informatie in Den Haag is echter ge bleken, dat een desbetreffend wetsontwerp nog niet gereed kwam en het plan bij het departement van financiën nog in het stadium der overweging venkeert. Melk voor de steden. Naar het Correspondentie-bureau meldt, is aan het departement van Land bouw een wetsontwerp in voorbereiding is. tot regeling der melkvordering voor de groote steden. Holland—Engeland. De facultatieve sneltrein, welke na aankomst van de .mailboot 's middags te 1.16 van Vlissingen vertrekt, zal van 13 April af reeds 11.20 vertrekken, waardoor de passagiens, met de mailboot aankomon- ed, reeds te 2 uur in Rotterdam en te 4 uur in Amsterdam aankomen. De Militaire Pensioenwetten. Op de vraag van het Tweede Kamerlid Duymaer van Twist betreffende vergoe ding van schade aan op peneioen te stel len militairen ten gevolge van het uitblij ven van een wijziging der pensioenwet ten, luidt het antwoord van den minister van Oorlog als volgt: „Aangezien het in het voornemen der Regeering ligt, aan de eerlang in te die nen militaire pensioenwetten terug werkende kracht te verlenen tot 1 Januari 1 92 9, zullen alle sedert de zen datum op pensioen gestelde of nog te stellen militairen, voor zoover de nieuwe bepalingen op hen van toepassing zijn, in het genot worden gesteld van een volgens die bepalingen berekend pensioen, zoo- da tdoor hen geen geldel ij ke scha de zal worden geleden." Het uitbouwplaa. Door den Bond van Jongel. Vereen, op Geref. grondslag is in Amersfoort aan gekocht een dubbel in aanbouw zijnd iiee- renhuis. aan de Hagen Stevenlaan, ten einde daar onder te brengen het bureau van den Bond. Het .gebouw zat half Mei kunnen worden betrokken. De Duitsohe Kindoren. Het zanggezelschap van 109 Duitsche kinderen, dat 27 plaatsen in ons land zou bezoeken als dankbetuiging voor de zorg door Nederland bosteed aan de verzorging van de Duitsche jeugd, heeft van dit bézoek nader afgezien. Dat belooft wat! Dr. H. Gorter geeft in ,,De Nieuwe Tijd" (comm.) een overzicht van zijn oppositie gedurende de laatste drie jaren in de Com munistische Pari] tegen de leiding van de heeren Wijnkoop en dr. van Ravesteijn. Hij beschuldigt deze leider van .opportu nisme", pogingen tot .kiezersvangst", „on derdrukking van het vrije woord", „onbe trouwbaarheid als waardoor mr. Troel stra en de leiders der S. D. A. P. zich ken merken „compromissen", „bedrog der massa", ..geheimhouding der bedoelingen", streven naar persoonlijke macht, ..draaie rij" (in het bijzonder den heer Wijnkoop „met zijn gewonte valsche en starre draaierij"), „kleinburgerlijke tirannie", enz. Dat "belooft wat voor de toekomst, als deze wereldhervormers de baas worden. Ho' Mond- en klauwzeer, bestuur der Overijselsclie Land- bouwmaatschappij heeft 'een schrijven ge zonden aan den Minister van Landbouw, waarin 'het de overtuiging uitspreekt, dat de verbreiding van het mond- en klauw zeer veel gtooteren omvang heeft aangeno men, dan u't tde officieele berichten zoude moeten worden aangenomen, daar de groo tte meerderheid der landbouwers hiervan geen aangifte meer doet. Met instemming is irdertijd begreet het besluit om het afmaken der zieke en veidachie dfcren 4e doen ophouden. Adressant heeft dit be sluit opgevat als het einde van de bestrij ding der ziekte van Overheidswege in het a;gemeen. In die meening werd het ver sterkt. doordat twee maatregelen, die de uitbreiding der ziekte konden keeren, niet werden ingetrokken, n.t.'de verpliclrte aan gifte en het .vervoer'verbod van zieke die^ ren. In de practijk blijkt nu evenwel, dat aan deze' maatregelen absoluut -niet de band wordt gehouden, zoo weinig zelfs, dat het herhaaldelijk voorkomt, dat ernstig ziek© dieren op de markten staan. Dat de ziekte op deze wijze in korten tijd een'zeer groote uitbreiding verkrijgt, behoeft geen nader betoog. De groote verbreiding der ziekte, 'het kwaadaardig .verloop in velé gevallen en liet totaal ontbreken van aile 'bestrij dingsmiddelen, maakt de landbouwers lit hooge mate ongerust. Adressant verzoekt aan den betrokken dienst op te dragen, aan de nog geldende bépalingen streng de hand te willen hou den. i BUITENLAND. OP EEN GEVAARLIJK PAD. Gelukkig liij die neen durft zeggen neen, heeft een bekend dichter eens ge zongen. Dit. is een woord dat wel alle regeerders, allen die geroepen zijn liet gezag te hand haven, in de ooren mag worden geroe pen. In verband niet de revolutionaire woe lingen is schier overal een politiek van concessies gevolgd. Door toe te geven en nog eens toe te geven hoopt men de revolutionaire groe pen tevreden te stellen, om dan telkens weer te ontwaren dat liet alles tevergeefs was omdat steeds vender gaande eischcn worden gesteld. En zoo komt men niet al die concessies steeds dieper in het Denemarken 'en Duitschland leveren daarvan een duidelijk voorbeeld. In beide landen hadden de vakvereni gingen allerlei eiselien gesteld en in bei de landen hébben de regeeringen voor deze vereen igingen gebukt. Practisöli komt dit hierop neer, dat er zoo langzamerhand een nevenregeering komt van de arbeidersklasse. In liet Berl. T-agebl. wordt op het gevaarlijke hiervan gewezen. dp een goeden dag komen ook de boe ren om, ziende wat de vakvereenigingen wedervoer, te verklaren, dat wanneer die cn die eischcn niet vervuld worden, zij in staking zullen gaan en dat de menschen in de steden dan kunnen verhongeren. De beambten zullen door hun organisatie een ultimatum aan de regeering richten om hun eischen met geweld door te zetten. De weg, dien de vakvereenigingen bier betreden hebben, moet onvermijdelijk voeren tot een strijd van allen tegen allen, de ontbinding van het staatsverband en tot een volledige ontkenning van de de mocratische gedachte en van het parle mentarisme. Het optreden van de vakver eenigingen leidt tot de instelling van een regeering der arbeidersklasse, naast het parlement en hét 'daaruit voortgekomen kabinet, het beteékent de heerschappij van een enkele klasse en moet tot ondra gelijke toestanden leiden. Een muis ja met een staartje. De bezetting van een deel van Duitsch land heeft voor Frankrijk, nog een zeer onaangenaam staartje. Berichten uit ionden cn Rome melden toch dat Frankrijk zonder steun van zijne bondgenooten een actie begonnen is, om trent welker verloop niemand iets met ze kerheid kan voorzeggen. Zoowel Amerika als Engeland en Italië latèn niet onduidelijk uitkomen dat dez© FEUILLETON. EEN VERWOEST LEVEN door HUGO KINGMANS. (Nadruk verboden.) 8) „O, ik zeide het niet, om u te beleedi- gen," haastte de andere zich, „maar lieusch,, u weet nog niet, wat gevaren jon ge meisjes bedreigen, als ze daar zoo al leen arriveèren en, ze er gansch onbekend zijn. Dacht gij dan, dat wij dit werk voor ons plezier deden.? Daar moet immers een reden voor 'lijn? En, die is daarin gelegen, dat zoo vaak jonge meisjes gelokt wüfÜen naar plaatsen, waar ze zedelijk ten onder gaan. Iemand, die daarvan zijn werk maakt, ziet gauw, dat hij een vreemde eend in de bijt heeft. Ik bemerkte immers ook direct, dat ge hier vreemd waart! O, de gevaren zijn zoo groot. En daarom zou ik u wilen vragen, wat ge hier komt doen. Gij behoeft mij geen antwoord te geven. Dat staat u natuurlijk volkomen vrij. Ik vraag het niet uit ongepaste nieuwsgie righeid. Maar ik heb den indruk gekre gen, dat ge een bespreking zult. hebben met Mevrouw A. betreffende een dienst bij. haar Verwonderd keek Marie haar aan: Hoe y>ist zij dat?, Dé damè vermoedde, wat'zij daeht-. „Ge" vraagt u natuurlijk af, hoe ik dat weet. Ik weet het niet. Maar ik vermoedde het. Is het zoo?" Marie knikte bevestigend en vertelde dan, dat zij geschreven had op een adver tentie van Mevrouw A, waarin deze een dienstbode vroeg. Nu moest ze er heen, om kennis te maken. „Ik dacht het al. We zijn er zóó. Wilt u me eens een genoegen doen? Ik zal in het tramhuisje, daar aan liet eindpunt, wach ten tot ge terug zijt. Wilt ge dan naar mij toekomen? Intusschen zal ik inlichtingen vragen omtrent mevrouw A. Dat hebt ge zeker nog niet gedaan?" „Inlichtingen gevraagd? Neen, moet dat?" vroeg Marie, onschuldig. Haar geleidster werd niet meer driftig bij. aoo'n onkundige vraag. Dit kind was niet de eerste, die zonder inlichtingen een dienst aanvaardde! Daarom zei ze heel kalm: „Och, 't is wel zoo verstandig, vindt u niet? Men moet tooh weten, waar men terecht komt, dunkt me zoo. Vooral in een groote stad." „Maar ik begrijp u niet," antwoordde Marie, openhartig, „een mevrouw, die een dienstbode vraagt is toch wel té vertrou wen?" „Volgens u wel, ja. Maar ik heb daar omtrent andere ervaringen, dat verzeker ik u. Maar we zijn er. Belooft ge me straks op de afgesproken plaats te komen? Ik zal u tegemoet komen en u weer veilig aan het station brengen, nadat ge in een lunchroom wat gebruikt hebt." „Ik dank u voor uw vriendelijkheid." „Geen dank. Tot straks!" De dame van liet stationsvverk liep vlug een publieke telefooncel binnen. „4445". „Hallo? Burqa,u Middernachtzending?" „Bén jij dat, Anna?" „Mooi, met. Gretlia. Zeg, ik heb hier een geval. Wiil je eens even nazien, of Me vrouw A. in de Vischstraat 39 soms be kend staat? Ik ontmoette zooevcn een bui tenmeisje, die ziich daar wilde verhuren." „Wat? Hoef-je niet op te zoeken? Ken- je 'er lieusch? Weet je het zeker? Mooi, prachtig dan. Wat is het voor een mensch?" „Een weduwe? En nu pensionhoudster Niets op aan te merken, naar je weet? Da's een pak van mijn liart. Het kind is zoo onschuldig en naief, dat je er om glimlachen zou, als het niet zoo ernstig was. Zijn er heeren op kamers, voorzoover je bekend is?, „Een paar studenten, daclit-ze?" Even betrok het open, vriendelijk ge laat der dame. „Ik weet genoeg. Ben je thuis van avond?" „Tot vanavond. Daag." Zij moest geruimen tijd wachten, eer Marie terugkeerde. „Ik was bang, dat u er niet meer zijn aoudt", zei deze, eindelijk weer arrivee- rend. ,,'t Heeft nog al lang geduurd. „Dat is niet erg, hoor. Zijt gij gesaagd?" „Ik zou den eersten van de volgende maand in dienst treden." En zich het ge sprek herinnerend, dat bij het heengaan gevoerd werd: „Ik geloof, dat die Mevrouw wel eerlijk en vertrouwbaar is. Ze was zoo aardig en vriendelijk." „Menschen kunnen zich aardig en vrien delijk voordoen", zei de ander droogweg. „Overigens kan ik u in dit geval gerust stellen. Op Mevrouw A. is niets aan te merken, naar ik vernomen heb. Ze is we duwe en houdt heeren op kamers. Als ge van plan zijit te komen, dan hoop ik, dot liét u er zal bevallen. Hier is mijn adres. Ten allen tijde kunt u, indien noodig, mijn hulp inroepen. Verder heb ik bier nog een adres van een tehuis voor dienstboden, waarheen ge. zoo ge wilt. op uw vrije avond kunt heengaan. Onderweg praten we nog wel verder. Je zult wel trek heb ben. Ik zal u naar een lunchroom bren gen en dan wordt het tijd naar het station te gaan, dunkt me. HOOFDSTUK VIII. Mr. Albert van Oostrum had zoo juist gedineerd en lag. vadserig in een fauteuil naar buiten te staren, een sigaar opste kend De hospita kwam de tafel afnemen. Hij maakt met haar een praatje over het min- der-mooie weer. Maar de hospita was niet zoo vertrouwelijk met hem. Feitelijk mocht ze hem niet. Hij betaal de echter goed, was een zoon van schat rijke ouders en had bovendien een aar dige practijk. Ze had er wel eens over gedacht, hem de liuur der kamers "op te zeggen, maar schrikte er dan ook weer van terug, want steekhoudende argumenten, geldige rede nen kon zij tocli eigenlijk niet opgeven. Zij kon toch niet zeggen, dat zij hem niet vertrouwde, dat r.ij wel <»ens had ver nomen, dat hij het in z'n privaat leven zoo nauw niet naui. (Wordt vervolgd). I-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1920 | | pagina 1