P
I Cl i
1 i
1
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Feestdagen,
ABONNEMENT:
Prijs per Mummer 10 Cent.
Dinsdag 6 Mei 1890. N". 106,
Bureel: Scheepinakerssteeg 6.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stads-Sleriehte??
De Wüddiefi
11(1,
?ev<
Vei
erif
ffaa
i k
n di
en
ote
>tnen
even
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Voor Leiden, per 8 maandenf 1.25.
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60.
ADVENTENTIEN:
Van 16 regelsf 0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, k contant, zonder rabat, per regel 0.10.
204e Jaargang.
18 |ll
ijstn
i»t
3.60
1.80
0.90
i bai
Idelli
Vergadering van den gemeenteraad van
Leiden, op Donderdag 8 Mei 1890, des
lamiddags te twee uren.
Onderwerpen:
1». Benoeming van twee Bestuurders der
Practisclie Ambachtsschool. (91)
2». Voorstel tot het doen rooien van een
boom aan de Gevangenislaan. (74)
3®, Verzoek van F. Lohinan, om een spoel-
vlot te leggen in de Haarlemmcrlrck-
vaart. (73)
4®, Idem van J. J. C. Klijnée, om een spoel
bak van het perceel Woordeinde hoek
Oude Varkenmarkt n°. 27 te doen uit-
loozen in de stadskolk. (73)
5', Idem van K. A. Van Leeuwen, om een
brug te leggen over de Zijlsingelsloot.
6', Idem van de Leidsche Bouwvereeniging
e. a. betrekkelijk eene demping van een
gedeelte der Rijnsburgersingelsloot. (76)
7°. Staat van af- en omschrijving op de
begrooting van 1890 (onderhoud van
klokken.) (77)
uit|8°. Staat van afschrijving, Plaatselijke Directe
gt ti Belasting, dienst 18a9. (78)
i St 9*. Verzoek van G. J. Du Rieu, om vrjj-
zeit stelling van de betaling van schoolgeld,
Middelbaar Onderwijs. (79)
10°. idem als voren van de Wed. W. \V.
e' 'f Muys van de Moer La Seur. (79)
de 1®. Idem als voren van J. 1). Dingemans. (79j
..ei 2®. Idem als voren van M. C. Koning. (80)
inl 3®. Idem als voren van C. B. Ootmar. (81)
jevor 4®. Suppletoire staat van begrooling, dienst
1889, van de Stedelijke Werkinrichting
(82)
Verzoek van K. Boorsma, om vrijstel
ling van de betaling van schoolgeld,
'1 (Gymnasium.) (86)
5°. Idem van de Directie der Albumincfa-
briek, om ontheffing van de bepaling
van art. 221 der Algemeene Politiever
ordening. (87)
iderla". Verzoek van R. Koekkoek, om twee
bruggen te leggen over de Zoelerwoud-
sche Singelslool en een walerlcidings-
-I buis. (89)
!re 811', Idem van J. Kooreman, om een gedeelte
eriD! der Wiltesingelsloot te overwulven. (89)
i eer go jdem van P. Kooreman, omtrent de
'eg1 benaming van twee nieuwe straten
M* achter de Langegracbl. (89)
,00 p, Voorstel betrekkelijk de oprichting van
ten Ukkanloor. (92)
'Dg
rschii
van
zendi
tngla
eten
enei
?oor
ïrtoe
bij
iting
uilen
leid
igers
21°. Verzoek van de Wed. B. Teune, gcb.
A. M. Lc Feber, om terugbetaling van
schoolgeld, Lager Onderwijs. (93)
22°. Idem als voren van Mej. H. Vogelpoel.
(93)
23'. Voorstel betrekkelijk de verbouwing
van de Gehoorzaal. (90)
24°. Rekening van de Plaatselijke School
commissie over 1889. (93)
LE1»ËM, 5 Hiel.
Bij beschikking van den minister
van binnenland8che zaken is voor het tijd
vak van beden tot en met 31 December
1890 benoemd tot derden adsistent bij de
natuurkunde aan de rijks universiteit alhier,
de heer J. P. Kuenen, doctorandus in de
wis- en natuurkunde.
Zooals gemeld herdacht gister de heer
H. J. L. Van Dommelen den dag waarop
hij véér 50 jaren zijne betrekking aanvaardde
als organist aan de kerk der parochie van
O. L. V. Onbevlekte Ontvangenis aan de
Hartebrug. Het kerkbestuur had gezorgd
voor eene fraaie versiering van orgel en koor,
van welke taak zich de heer J. D. Speet
zeer zorgvuldig heeft gekweten. Tegen bet
koor waren schilden aangebracht die de toe
passelijke jaarlallen 1840-50-1890 droegen,
terwijl tegen het orgel een groot schild was
aangebracht waarop in kloeke roode en
zwarte letters gedrukt stond:
Wtêrklinkt nu zuivere orgeltonen,
Uw eedlen jubilaar ter eer;
Heft blij uw zang tot Zions tronen
Brengt luide dank bij uwen Heer.
De kerk was als 'l ware eivol, en bij het
middenaltaar zag reeds terstond de binnen
tredende versieringen, ongewoon zelfs in de
Meimaand. Tegen half elf werd de jubilaris
per rijtuig van zijne woning afgehaald en
daarna op bet aldus versierde koor binnen
geleid, om daar plaats te nemen op de plek
waar hij gedurende vijftig jarun zijne taak
zoo vol ijver heeft vervuld.
Onder de uitnemende leiding van den heer
H. F. Z. Feitkamp, den man die hier ook
reeds gedurende 42 jaren het koor met zoo
veel liefde leidt, werd nu bij het binnen
treden der priesters het Halleluja van Hau
del uitgevoerd. Voor een groot deel werd
de ochtend ingenomen door koorzang en
orgelspel en terstond wederom na de Mis
werd een aanvang gemaakt met de uitvoe
ring van de schoone derde Mis van Joh. J.
M. Verhuist. Hierbij was zeer veel te ge
nieten en inzonderheid was dit het geval
toen da heerlijke tonen van het adagio door
het kerkgewelf klonken, waarbij in de dank
bare lste bas-partij het „Qui tollis peccata
mundi" een zoo overheerlijke.n indruk maakte.
Onder het offertorium werd van denzelfden
componist het „O, Hostia vere digna" ge-
zongeD, en daarna de Mis van Verhulst
weêr voortgezet. Eindelijk werd nog uitge
voerd het „Te Deum kudamus" van Ver
hulst en aan het slot, bij het uitgaan der
kerk, door den jeugdigen doch vaardigen
heer G. Van der Lubbe, een feestmarsch
door hemzelve voor deze gelegenheid gecom
poneerd en wél geslaagd. Nu verliet de
jubilaris de plaats, waar hij reeds op zijn
veertiende jaar vol jeugdigen moed en toe
wijding plaats nam, eene plaats die hij tel
kenmale met niet minder jeugdigen ijver
herneemt.
Na afloop werd de jubilaris weder per
rijtuig naar zijne woniDg gebracht, waar
men intusschen de ontvangkamer toepasselijk
had versierd. Daar sprak hem toe de zeer-
eerw. heer W. J. A. Derks, pastoor der
parochie, eerst als voorzitter van het zang
koor, daarna als voorzitter van het kerk
bestuur. Namens het zangkoor bood hij
den jubilaris een prachtigen leunstoel aan,
namens het kerkbestuur een sierlijke bid
bank waarop het opschrift: „Te Deum ku
damus". De bidbank echter kon nog slechts
worden toegezegd en in teekening aangebo
den, aangezien ze nog niet is afgewerkt.
Door het koor werd biema gezongen eene
feestcomposilie van den heer C. M. Groe
nendijk, lid van het koor, woorden van den
weleerw. pater H. L. A. Gadet, kapelaan
bij de parochie. Een fraai geschreven exem
plaar van partituur en partijen werd na de
uitvoering den jubilaris aangeboden.
Thans volgden de gelukwenscheu in on
derscheiden vorm van tal van belangstellen
den in dit zeldzaam jubileum en de dag van
4 Mei 1890 werd op deze wijze voor den
heer Van Dommelen een ware feestdag. Hij
moge nog lang zijne plaats blijven bekleeden.
Op de voordracht voor onderwijzer aan
eene bijzondere school te Montfoort is ge
plaatst de lieer P. J. Van der Linden, alhier.
Naar men ons bericht, heeft in den
loop dezer week bereids de benoeming plaats
gehad van een binnenvader en eene binnen-
moeder van het alhier te stichten Centr.
Isr. Kinder- en Doorgangshuis.
De vestiging van het Centraal Israel.
Kinder- en Doorgangshuis is thans reeds
zód ver gevorderd, dat voorloopig een zeer
flink huis alhier gehuurd is en dadelijk kan
worden aanvaard, om kinderen daarin op te
nemen. De statuten zijn koninklijk erkend,
terwijl in verschillende plaatsen zich com-
missien hebben geconstitueerd om propaganda
te maken. Doch om volkomen te kunuen
slagen is het noodig dat in elke Isr. ge
meente zich dergelijke com missiën vormen,
om bij eventueele gevallen aanspraak te
kunnen maken op den steun der inrichting.
Weelcblvoor Isr. Huisgezinnen).
De onderofliciers-vereeniging „Door
Vriendschap vereenigd", vierde Zaterdag
avond ten 9 ure in het lokaal „Vondel-
hoven" op den Stationsweg een huishoudelijk
feest, 't Was er weêr verbazend vol en
vooral de jonge dames waren er verbazend
goed vertegenwoordigd. „Er gaat toch
maar niets boven de onderofficieren" hoor
den we een aardig stemmetje achter ons
zeggen. En iu die uitdrukking zochten
we de oplossing van het raadsel, waarom
hier steeds meer dan elders het zwakke ge
slacht zoo sterk is in zijne opkomst.
Het flink orkest, saamgesteld uit leden
van het stafmuziekcorps, weerde zich dapper
en had zeker wel de helft van het pro
gramma voor zijne rekening. De fluit-solo
uit de Norma-fantaiBie van Fürsteimau,
door den heer Noest, mag waarlijk genoemd
worden. (Op het programma stond foutief
afgedrukt „La dame blanche".)
Van den heer De Boer hoorden we „Een
vers dat als een nachtkaars uitgaat"; van
den heer Itees „De aanplakker", „Parijsehe
dames", „Dat is me ook een dingetje" en
met den heer Van der Wal saaien „De
Courantenlezers". De heer Van der Wal
droeg voor „Een straatjongenslied," de heer
Ermers „Met dames moet men galant zijn"
FEUILLETON.
EEN VERHAAL
DIT DEN TUD VAN GRAAF JAN II.
«10
aar°" Gered? herhaalde vrouwe Van
oortig, terwijl ze haar dochter als
tenloos aanstaarde. Is mijn gemaal
tedP
Ja, moeder, thans is hij veilig in
fsrlem.
Hoe zijt gij dat in nw enge gevan
us te weten gekomen, kind?
Nu deelde Agues vlug het gebeurde
beam 8l den pijl mede, terwijl zij ook ver
in rtê 'We, hoe zij had kunnen ontsnappen.
as' nu hoorde men des Gentenaars
'P snel naderen, wat Agnes deed
«pen: Hij komt; mijn vlucht is
ontdekt.
wierp nu de deur in het slot, waarna
beide vronwen ze versperden. Vervolgens
gingen zij naar het aangrenzend vertrek.
Ook hier sloten en versperden zij fluks de
deuren.
Maak open, vrouwe, riep de
Gentenaar, terwijl hij op de deur bonste.
Toen hij geen antwoord kreeg, werd hij
ongeduldig. Hij bonste harder en hij
tierde dreigend; maar binnen bleef alles
doodstil.
Als gij niet openmaakt, trap ik de
deur in, brulde de Genteuaar. Hij
begon ook te trappenmaar de versperde
deur was daartegen bestand. Nu trok de
verwoedde Gentenaar zijn zwaard en weldra
had hij de deur stuk gekaptdoch thans
was de versperring weer een hinderpaal, die
echter, omdal hij er met alle geweld tegen
aaudrong, weldra neerplofte. Hij trad
binnen; maar hij zocht overal vergeefs,
wat hem eindelijk deed vermoeden, dat
beide vrouwen in het aangrenzend vertrek
scholen, waar hij echter na veel geklop en
getier dezelfde beletselen vond, zoodat hij
zich nogmaals met het zwaard en geweld
dadig een weg moest banen. Daarna geleek
de Genteuaar een valk, die pijlsnel op de
weerlooze duiven neerschiet en ze in de
roofzieke klauwen meevoert. Met fonkelende
blikken stormde hij verwoed naar de jonk
vrouw, die naast beur moeder zat, welke
zij teeder liefkoosde. Zwijgend greep de
'buitengewoon sterke Gentenaar de maagd
en hij droeg haar weer naar den Noorder
toren, wat vrouwe Van Noortig zoodanig
deed ontstellen, dat zij ook niets voor haar
dochters ontzet kon doen. De Geutenaar
zeide, toen hij Agnes in haar gevangenis
onzacht op een stoel plofteMijn
geduld is uitgeput, jonkvrouw. Wee uwer,
zoo ge mijn toorn blijft voeden; wee uwer,
zoo ge mijn vurige liefde iu gloeiende»
haat doet verkeeren, dan zou ik uw leven
zelfs niet sparen.
Dood mij maar, beul, riep de
verontwaardigde Agnes. Uw haat is mij
minder vreeselijk dan uw liefde. Stoot uw
zwaard gerust in mijn boezem. Stoot toe,
beul. Uw vrees ik geenszins, den dood nog
minder.
De tartende taal van de jonkvrouw deed
den verwoede spijtig tandenknersen; maar
hij wilde zijn roem toch niet door het
moorden van een weerlooze maagd voor
eeuwig bezwalken, met schorre stem brulde
hij: Over uw halsstarrigheid zal Adolf
de Geutenaar ook zonder zwaard weten te
zegepralen, zwakke maagd! Wreken zal ik
mij op hem, die uw harte met afkeer voor
mij heeft vervuld. Op den gemeenen strooper,
die naar de liefde van een hoogadellijke
jonkvrouw durft dingen, zal ik ijselijke
wraak nemen. Waarschijnlijk hebben mijne
speerruiters hem reeds gevangen in dit slot
gebracht en morgen zult gij ondervinden,
dat Adolf de Gentenaar een gemeenen kerel
weet te straffen, die
Een grootmoediger ridderhart bezit
dan gij. Indien ik ooit mijn geboorte en
mijn stand kon vergeten, zou ik hem, dien
gij een geuieenen strooper noemt, doch niet
u, naar het echtaltaar vergezellen.
Zijn vonnis is geveldSlechts als
bloedig lijk zult gij hem weerzien.
Uw dreigen beangst mij geenszins. De
wakende Voorzienigheid, welke mijn vadtr
reeds aan uw moordzucht heeft onttrokken,
zal u de wraak op den edelhartigen jonkman
ook wel beletten. Al zoudt gij uw leugentaal
ook onder eede bevestigen, de brave jonkman
is niet in uw macht.
En toch zult ge, bij St. Bavo 1 morgen
zijn bloed zien stroomen I schreeuwde
Adolf, terwijl hij verwoed wegijlde. Het was
ondertusschen reeds middag geworden.
Wordt vervolgd.)