NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
I)eze Courant verschijnt dadelijks* behalve op Zon- en Feestdagen.
ABONNEMENT:
ADVERTENTIES:
Vrijdag 25 April 1890.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
f
*o,
G.
De Wilddief.
iliai
ar
Sld.\
legen
n ge»
van
lat it|
landfj
I
i de
i kotj
van
itneml
Voor Leiden, per 8 maanden 1.25,
Franco door het geheele rijk, per 3 maanden 1.60,
Prijs per Naiuiner 10 Cent.
Van i6 regelsf 0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingenit contantzonder rabatper regel 0.10.
Bareel: Scheepmakerssteeg 6.
204e Jaargang.
Stads-Hericli ten.
DRANKWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
IDEPi brengen ter algemeene kennis dal door
BGARETHA SPOORMAN, alhier woonach-
ecn verzoekschrift is ingediend om vergun-
voor den kleinhandel in sterken drank
li perceel Oude Rijn no 93.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden 24 April 1890.
priji
Stall
st:
ofS
o n
n n
g
imidj||i
eid
vangij
den
ll ie
t hel",
it di
rschil 28
nde 18
bijgei
guinf"
ikkioi
gesi
g
toeze jj
aelani
ideuti
Nedl
het
a Here
meen
de
len
lij d(_
estigf
p eeu[
d
dei-
HER-IJK.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS vin LEIDEN,
Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten der
^iw'floeZtiid- Hol land, van den 10deD December 1889,
0/1 Provinciaalblad n°. 74), houdende bepaling
tie tijdstippen van den herijk der maten en ge-
ilea in de verschillende gemeenten in deze p**o-
ie, voor het jaar 1890;
erinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne
lichting, overeenkomstig art. 15, lett. a, der
van den 7en April 1869 Staatsblad n°. 37),
het doen herijken van alle reeds in gebruik
e maten en gewichtenonder mededeeling dat
toe door den ijker zitting wordt gehouden in hel
'tó van den ijk, op de Aalmarktnaast de Ge-
apotheeken wel:
it voorts gedurende den herijk in de gemeenten
den ijkbring buiten de standplaats, zitting bin
deze gemeente zal worden gehouden, op den 26
April, 16 en 17 Mei, 6, 7, 27 en 28 Juni
en 19 Juli van des morgens 9 tot des namid-
3 orenen wijders na den 6en Augustus
dn Woensdag en Zaterdag van 9 tot 1 uur.
5ven9 worden de belanghebbenden er op gewezen
dat zij verplicht zijn hunne maten en gewichten,
behoorlijk droog en schoon, hij den ijker op
voorschreven dagen, tot het ondergaan van den
herijk te bezorgen;
dat zijdie zulks verzuimen of daarin verhin
derd worden, voormelde maten en gewichten
vóór den l8len October nog aan den ijker op
de daarvoor aangegeven dagen ter herijking
moeten aanbieden;
dat, na het eindigen van den termijn van den
herijk, het gebruiken of voorhanden hebben van
maten en gewichten, niet voorzien van de ver-
eischte stempel merkenvolgens art. 29 der bo
venaangehaalde wet, verbodenen strafbaar is; en
dat bij het terug ontvangen van de ter ijking
aangeboden voorwerpen, zij zich dienen te over
tuigen of die van het goed- of afkeuringsmerk
lijn voorzien.
lOpervolgens wordt ter kennis van de belanghebben-
Égebracht, dat volgens besluit van den Minister
iWaterstaat, Handel en Nijverheid, vanden!2deü
November 1889, de letter A in den gewonen schrijf
vorm, bestemd is tot goedkeuringsmerk zoowel
bij den ijk als bij den herijk der maten
en gewichten, en bij den ijk van gasmeters de
Koninklijke kroon, terwijl het kantoormerk voor de
gemeente Leiden is het cijfer 7.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door
aanplakking en door plaatsing in de Leidsche Coura?it'
Burgemeester en Wethouders voornoemd?
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
I.eiden, den 24 December 1889.
LEIDEN, 24 April.
In de jaarlijkscbe algemeene vergade
ring van de Leidsche Bankvereenigiog werd
verslag uitgebracht over de verrichtingen
gedurende het boekjaar 1889 dat zeer gun
stig was.
Meerdere omzetten in binnen- en buiten-
iandsche wissels, effecten en coupons haddeD
de provisie-rekening zeer verhoogd. Ver
liezen werden niet geleden. Balans en
Winst en Verlies-rekeuing werden goedge
keurd en het dividend op f 62,bepaald.
De aftredende commissaris mr. J. T.
Buys werd herkozen.
Bij het gisteren te 's üage gehouden
aote.(xamen lager onderwijs is o. a. geslaagd
raej. K. Hoogvliet uit Leiden.
De heeren H. Verploegh, in 1875/76
te Fort de Koek, thans woonachtig te De
venter, en A. L. De Sturler, lid van den
gemeenteraad en lid van de kamer van
koophandel te Leiden, hebben aan den mi
nister van koloniën een adres gericht, waarin
zij te kennen geven, dat zij met belangstel
ling den aanleg van den spoorweg ter Su
matra's Westkust hebben gevolgd, en daarbij
overwogen, welke gevolgen daaruit niet
alleen voor liet gouvernement van Suma
tra's Westkust zullen voortvloeien, maar
ook voor geheel Nederlandsch-Indie. Naar
aauleiding daarvan bieden zij den minister
een voorstel aan tot het sluiten van eene
overeenkomst tusschen den staat der Ne
derlanden en hen adressanten, met het doel
1°. den staat der Nederlanden, zooveel als
mogelijk is, te doen genieten van de vruch
ten, welke de ontginning van het Ombiliën-
kolenveld kan afwerpen; 2°. om mee te
werken tot de bevordering van den bloei
van den handel ter vermeerdering van de
welvaart in Nederlandsch-Indie.
Van geachte zijde schrijft men aan de
Avondpost;
#Het bericht, voorkomende in uw num
mer van den 17n jl. omtrent de aanvrage
der 's Gravenhaagsche Bouwmaatschappij te
Oegstgeest om annexatie bij Leiden, kon
niet het gevoelen dier maatschappij uitdruk
ken. Want nog onlangs is door een be
langhebbende verklaard, dat, ingeval van
annexatie, er van de verbouwing vau het
terreiu te Oegstgeest niets zou kunnen
komen, uithoofde van de hooge lasten, on
geveer vijf maal die van Oegstgeest bedra
gende. Wat de zorg voor rioleering be
treft, die door de gem. Oegstgeest zou
worden veronachtzaamd, neme men eens
een kijkje langs den Bijnsburger Singel te
Leiden, en vergelijke den toestand daarvan
met de overwulviDg, door Oegstgeest aan
den Morschsingel gemaakt, een werk, dat
door Leiden had behooren verricht te wor
den. Ook de gasverlichting kon geen be
zwaar opleveren, daar Oegstgeest het Bur
gemeester Terwee-park en een gedeelte van
de woningen der Leidsche bonwmaatsch.
verlicht. Evenmin is het aan te nemen,
dat de Leidsche duinwatermaatsch., die voor
ongeveer f 4000 aan ingezetenen van Oegst
geest levert, dit aan de nieuwe bewoners
van het vergroote Burg. Terwee-park zou
weigeren
In 't begin van de week is eene
baal afval van gebreide goederen, met tal
van andere balen in een schuit aan het
Levendaal liggende en toebehoorende aan
de firma gebr. Palm, des nachts openge
sneden. Eene groote hoeveelheid van den
inhoud is ontvreemd. De dader is onbe
kend, doch tegen herhaling van dergelijke
feiten wordt thans gewaakt.
Dezer dagen zijn nit een gang van
eene woning in de Ververstraat, hoek Oost
havenstraat, eenige kleedingstukken ont
vreemd. De deur stond open en de vrouw
was achter aan 't visch bakken, zoodat ze
van den diefstal niets bemerkte. De die
ven zijn waarschijnlijk op den reuk afge
komen.
Naar we vernemen moet Dinsdag
avond een man in de Jodenkerksteeg plot
seling dood gebleven zijn. Kwade tongen
klappen van jenevertje".
UNIVERSITEIT.
Aan de rijks universiteit alhier is
het doctoraal examen in de rechtsweten
schap afgelegd door den heer D. Jacobson.
OFFICIEEEE BERICHTEN.
Bij kon. besluit is aan den heer Adolph
Zeyger graaf Van Rechteren Limpurg, laat
stelijk attaché honorair bij Zr. Ms. gezant
schap te Bome, wonende te Berlijn, ver
gunning verleend tot het aannemen der
versierselen van ridder der orde van de
Kroon van Italië, hem door Z. M. den
koning van Italië geschonken;
is aan den heer P. Smith, consulair
agent der Vereenigde Staten van Amerika,
te Vlissingen, vergunning verleend tot het
aannemen der versierselen van officier der
orde van de Kroon van Hawaii, hem door
Z. M. den koning der Hawaii-eilanden ge
schonken;
is bepaald dat met 1 Mei 1800 de in
spectie der directe belastingen, invoerrech
ten en accijnzen te Zutphen zal worden
aangewezen onder de benaming: inspectie
Arnhem, en dat de provinciale inspecteur
en de commies ter inspectie hunne woon
plaats zullen vestigen te Arnhem
zijn in hunnen rang overgeplaatst bij het
regiment grenadiers en jagers, de tweede
luitenants jhr. B. L. Van Spengler, J. L.
Menningh en W. IJ. C. Boellaard, allen
van het 4de, de tweede-luitenant jhr. R. H.
S. G. Six, van het 8ste en de e-rste-luite-
nant W. Mouhemius, van het 6de regiment
infanterie
is, met ingang van 1 Juni 1890, be
noemd tot directeur vau het postkantoor
te Ede, I. M. Van Goudriasn, thans direc
teur vau het postkantoor te Warmond;
is met ingang van 1 Juli 1890, de com
mies der posterijen 4de kl. W. J. Bor-
mans bevorderd tot commies der posteiijen
8de kl.
Bij beschikking van den minister van
waterstaat, handel en nijverheid is C. Wel-
leman te Krabbendijke, met ingang van
en i
idig
FEUILLETON.
EEN VERHAAL
UIT DEN TIJD VAN GRAAF JAN II.
elaak Met een vollen mond zei Dolf:
p en goedig is zij waarlijk; maar zij is
gelukkig.
Waarom niet?
Omdat zij, u mag ik dat onder de
ller'"p wet zeggen, veel van mij houdt.
ij if- En is dat haar geheele ongeluk?
rlotin - Dat nu wel niet; maar heur vader
zulli dat zij met den notaris Patronius, die
j,el Rraks in verhoor heeft gehad, zal
wen.
en - Met dat kwaadaardige manneke?
Modt gij dat toelaten?
stigei - Wat zou ik ertegen kunnen doen?
f8 Dolf schouderophalend.
Zoo? riep Beer vroolijk. Zulk
manneke zou ik gemakkelijk genoeg
van de baan weten te schuiven.
Hoe dan?
Ja, ja! Iedereen heeft zijn geheime
knepen en streken, kameraad 1 zei Beer
erg diepzinnig. Maar a's ge mij uw
vriendschap zoudt wiilen gunnen, zult gij
ook op de unijne kunnen rekenen en dan
zult gij, zoo waar als ik Beer heet, met
Johanna gaan trouwen.
Topl riep Dolf met een fertnen
handdruk. Als gij woord houdt zal ik
maken, dat ge bij den baas op een goed
blaadje komt.
Slechts zelden werd er zoo spoedig
hartelijke vriendschap gesloten. Dolf hield
trouw woord. Zijn kameraad leerde hij
fluks al het noodige werk, dat trouwens
geen heksenwerk was en de goed oppassende
Beer had weldra de gunst en het ver
trouwen van den cipier verworven. In zijn
stokbewaarderspak zag hij er zelfs zoo goed
uit, dat Johanna haast verliefd op hem
werd. De beste beetjes gunde zij steeds
aan Beer maar Dolf had er niets tegen,
omdat er altijd eerlijk werd gedeeld,
terwijl Beer ook al had gezegd, dat bij
elders een liefje had, welks schoonheid en
welks hart hij steeds zoo uitbundig roemde, dat
Dolf onmogelijk jaloersch kon worden.
Op zekeren dag vroeg Beer aan zijn
kameraad: Wie zit er toch in het
vunzig onderaardsch hol? Hij, die daar
gevaneen zit, heeft het ook ver van
prettig.
Ja, jal Eiken dag moet ik hem een
haverbrood en een krnik water brengen.
Meer krijgt hij niet.
En wat heeft hij gedaan?
Hij is, geloof ik, een aanzienlijk
heerschap, dat een aanslag tegen heï leven
van den Vlaamschen stadhouder, Gay Van
Dampierre, heeft gesmeed.
Dien booswicht zou ik wel eens
willen zien.
Nu! Breng hem morgen in mijn
plaats zijn kostje maar eens.
Een man een man, een woord een
woord, Dolf.
Meer werd er niet over den gevangene
gesproken, wien Beer echter den volgenden
morgen water en brood ging brengen.
Doch hij kon niet in het oioderaardsch
bol, welks sleutels de cipieT steeds hield.
Het water en bet brood moesten door een
gat in de deur. Maar Bee.r had een stuk
vleesch bewaard, dat Job: inna hem had
toegestopt en hij gaf dit met een kruik
bier aan den gevangene,, die, zoodra hij
merkte, dat hij wat beters dan gewoonlijk
kreeg, hoogst dankbaar stameide: Aan
wien heb ik deze weldaad te danken? Of
spoedt mijn lijden soms ten eind?.
Dank de weldaad aan uw dochter, aan
jonkvrouw Agnes, ridder Jan Vau Neortig,
antwoordde Beer.
Aan mijn Agnes, riep de ver
baasde ridder hevig aangedaan. O, wie
gij ook moogt wezen, misleid een ongelukkig
vader toch niet... Waar is mijn dierbaar
kind? Hoe maakt zij het?
Zij is op den kasteele Noorlig. Toen ik
haar verliet, was zij met uw gade zeer wel
varend, ridder.
Barmhartige hemel. Mij ontzegt gij
dus nog niet allen troost, riep Vau
Noortig. Maar wie zijt gij, die mij troost
komt brengen?
Hier ben ik tot uw bevrijding stok
bewaarder.
En heeft mijn dochter n herwaarts
gestourd.
Ja, ridder.
En hoe heet gij?
Wordt vervolgd.)