sb» we w k» ma ara wm "aen komische voordrachten bewees in dit genre even goed thuis te zijn ah in dat waarin zijn rol in bet zoo straks genoemde too neelspel geschreven was en in de vertolking waarvan hij zooveel gevoel wist te leggen. Nu was „De Buren" aan de beurt, een blijspel in één bedrijf van Justus Van Vlau- rik. Het stukje geeft wel aanleiding tol eenige gerektheid, vooral wanneer 't zoo grappig gespeeld wordt dat telkens het lachen der toeschouwers de vertooners als 't ware belet voort te gaan. En dit geval deed zich hier voor. Maar daarom juist vermaakte men er zich kostelijk. Mej. Koster speelde mej. Vermeulen, mej. Boekwijt vertolkte de rol van Anna, de dienstmeid van de huis jufvrouw, die kamers verhuurt aan Jodocus Kruimel, een oude boekhouder (de heer Van Dorp) en Gustaaf Wakker (de heer Van der Werf), een jong letterkundige. Een vriend van Wakker is Willem De Bruiu (de heer Rees). De jufvrouw heeft een oogje laten vallen op Kruimel, de meid heeft 't meer op Wak ker. Deze en De Bruin werken aan een feuilleton, waarin ze aan 't slot de hoofd personen eenvoudig uit den weg ruimen door ze te vergiftigen. Bij een gesprek daarover hoort buurman Kruimel een en ander door 't dunue beschot maar half en hij meent dat men een aanslag pleegt op het leven van zijne jufvrouw en Anna. Hij stormt in kamerjapon en slaapmuts naar Wakkers kamer om, gewapend met zijn laarzentrekker, de snoode daad te verhoe den. Na allerlei dolle tooneelen heldert de zaak zich op, Kruimel heeft zijn manne lijkheid getoond en is waardig gekeurd ver der aan de zijde van mej. Vermeulen als echtvriend voort te leven. Het stukje gaf stof tot aanhoudende vroolijkheid. Hierna door het orkest, dat zich uitmun tend weerde, het onderhoudende nummer „Offenbachiana" vau Conradi en tot slot door 8 heerenonder leiding van den heer Romijnde allerkeurigst uitgevoerde en hoogst vermoeiende Chineesche dans, een waar sieraad van het programma, voor de uitvoeriug waarvan alle heeren zeer veel lof verdienen. Tea slotte rest ons te vermalden dat ook mej. Koster een bloemruiker werd vereerd en dat de begeleiding door het orkest van de vertoonde nommers werd gedirigeerd beurtelings door de heeren J. Oostelaar en Van Erp. Eerst te kwart na twaalf was de nitvoering geëindigd. Het doel der com missie is voorloopig bereikt; hulde daarvoor aan allen die daartoe hebben meêgewerkt, en hulde vooral aan de dommissie die de zaak op deze wijze heeft aangepakt, de heeren B. W. H. Klandermans, P. J. A. De Nijs en C. H. J. Romijn. Carrousel-V ereeniging. De Leidsche Studenten-Carrousel-Vereeni- ging gaf gisteravond in de rijks-universi- teits-manége eene schitterende uitvoering. Er bleef geen plaatsje onbezet op de tri bunen. Bizonder sierlijk, sierlijker dan we hier ooit zagen, was de manége, aan wan den, plufond en tribunen gedécoreerd, met groen en bloemen, gekleurde lantaarns, doek eu schilden, terwijl ook van den vloer zeer veel werk gemaakt was. Te balfacht nam de uitvoering een aan vang met de zeer nauwkeurig gereden en- trée-mauoeuvreook de flèche-manoeuvre en campagne-manoeuvre door heeren leden en de flèche-manoeuvre, gereden door den directeur, den heer D. Jurriaanse, werden rustig eu keurig nitgevoerd. Na de pauze kregen we het Jeu de grAce", eene spring- manoeuvre en eene quadrille te zien, die alle, op ééne kleine vergissing na, zeer punctueel werden gereden of blijk gaven van vlugheid en vastheid in 't zadel. Op 't programma was het zesde nummer met drie sterretjes aangegeven. Dat was eene verrassing. Daar trad de heer R. Til- man binnen en presenteerde zijn in vrij heid gedresseerden olifant Jumbo. Alle werkzaamheden, het vorige jaar met het in vrijheid gedresseerde paard van den direc teur verricht, werden nu door Jumbo uit gevoerd en zoowel de heer Tilman als het leerzame dier, hebben allen lof verdiend voor hun moeitevollen arbeid. Onze lezers begrijpen dat zich onder de olifantenhuid, twee leden der vereeniging verborgen hiel den, die zich voor deze prachtig geslaagde grap, die lastige positie wel hebben willen getroosten. Er is dus prachtig gewerkt. Door het collegium van het Leidsche studentencorps werd den voorzitter van het bestuur, den heer P. B. J. Reeling Brouwer, een prach tige krans vereerd. Maar eene waarlijk wél verdiende hulde ontving de heer D. Jurriaanse, de wakkere directeur der manége, in den vorm van een bizonder schoonen krans nit handen van de president der car- tousel-vereeniging, den heer Reeling Brou wer, bovengenoemd. De Leidsche studen- ten-carrousei-vereeniging doorleefde gister een schoouen avond. Plantenbeurs. Hedenmiddag werd in de groote zaal van Zomerzorg do tentoonstelling van bloeiende en andere planten, bloeiende bol- eu knolgewassen, bouquetteu en andere bloemwerken gehouden, ingericht vanwege de vereeniging „Leidsche Planteubeurs". Toen te één uur leden en genoodigden aanwezig waren nam de heer J. Mater, voor zitter van het bestuur der vereeniging, het woord om de aanwezigen toe te spreken. Hij wees er op dat de leden der vereeniging waren tuinlieden en bollenkweeker9 en dat liefde voor de goede zaak hen had opgewekt deze vereeniging te sticiiten. Met vele moeielijkheden had ze te kampen gehad, maar thans kon ze wijzen op den steun van velen eu hopen op dien van meerderen. Deze. tentoonstelling reeds bewijst wat de vereeniging vermagze i9 reeds nu breed opgezet en verdient zeer zeker van velen de belangstelling. Spreker kan mededeelen dat de maatschappij voor tuinbouw en plantkunde een subsidie voor deze tentoonstelling had geschonken en ook van anderen bijdragen waren toegezegdhij riep van allen de belangstelling voor deze zaak in en opende de tentoonstelling. Terstond reeds kwamen tal van dames en heeren zich aan den ingang aanmelden om te worden binnengelaten en spoedig vulde zich de zaal. In het midden verheffen zich aan beide einde van een ovaal van groene zoden en perkeu, twee reusachtige planten groepen, terwijl ook vdér het orkest schoone groepen waren opgesteld. Er was zeer veel schoons ingezonden en tentoongesteld, prachtige exemplaren van velerlei planten waren ingekomen en op handige wijze tentoongesteld, en het geheel bood een waarlijk schoouen aanblik, vooral in de maand Maart. Vooral schoon zijn ook de bouquetten en andere bloemwerken, in welke afdeeling de heer W. Van Veen zes eerste prijzen behaalde, de heer A. C. Kriest één en de heer J. G. Ballego één. Het programma bevatte 73 klassen; voor 25 daarvan kwamen geen inzendingeu. We zullen hier alle bekroningen niet noemen, maar wel aangeven dat buiten mededinging voor tulpen een certificaat eerste en een tweede klasse is uitgereikt aan den heer J. A. De Rooy. Bestuursprijzen zijn toegekend aan de volgende beerenA. C. Kriest 3, B. Stooker 2, K. Wezelenburg 2, G. F. Hemerik 2, P. O. Van Nes en Zn. 2, A. J. Kors 1 en J. D. Speet 1. De jury bestond uit de heeren R. U. Van Gelderen te Boskoop; C. M. Knop pert Jr. te Utrecht; J. W. F. Van Rijs wijk, te Den Haag; J. H. Van Waveren, te Hillegom en G. Van der Weijden, te Noordwijk. De tentoonstelling is een be zoek overwaard, de „Leidsche Plantenbeurs" heeft eer van haar werk en kan er met voldoening op terug zien. 't Zal zeker aan bezoekers van de tentoonstelling dezer dagen niet ontbreken. De zaak verdient het ten volle. Zitting van de arrondissements rechtbank te 's Gravenhage van 27 Maart. 27 Mei 1889 stond het hotel Paulez te 's Gravenhage iu den vroegen morgen op stelten, er wordt gescheld of er brand is, en een zenuwachtige mijnheer, die daar logeerde, schreeuwt en jammert als een ra zende „ik ben bestolen." Wat het ergste is, mijnheer Jaques Lion, zoo heette de ka baaimaker, kan zijn kamer niet uit, niet tegenstaande de sleutel van binnen steekt. Het slot is verdraaid. Tegelijkertijd wordt op de kamer, waar de heer H. B. Davelaar, gepensioneerd vice-president van den raad van Indie, met famielje logeerde, ook ge scheld en verklaarde deze, dat zijn portemon- uaie bevattende f 12 en die van zijn vrouw met f5.00 op geheimzinnige wijze verdwe nen waren. Toen de heer Lion verlost was door de passepartout, die elke étagemeid bij zich heeft, bleek bet dat deze nog slech ter af was, zijude bij hem 1525 franks aan goud, bankpapier en zilver ontstolen. In het hotel had iemand gelogeerd, die zich uitgaf voor ingenieur; deze was's mor gens vroeg vertrokken; de verdenking viel op hem, de telegraaf ging aan het werk en 's avonds werd mijnheer in Antwerpen ge arresteerd, met een som geld bij zich nage noeg overeenkomende met de ontvreemde geldswaarde. Deze man zit nu in de bank der beschul digden en zegt de moeielijk uit te spreken Noordsche naam Hjorth te dragen. Of dit waarheid is, durven wij niet be- weeren, want beklaagde had de gewoonte, zoo wat alle weken een anderen naam aan te nemen; mogelijk is hij nu zelf wel zijn eigen naam vergeten, en kan hij die niet meer opvisschen uit den chaos van namen, die hij zich zeiven gaf. Die man was een boteldief van het eerste water; hij is voor verscheidene hoteldief stallen gestraft; overal waar hij logeerde was steeds wat weg. Niet altijd werd hij daar voor gepakt, maar daar de zaken die ver mist werden, niet door den schrik over zijne tegenwoordigheid zijn weggeloopeu, kan men wel bijna met zekerheid zeggen, dat beklaagde ze gekaapt heeft. Hoor maar eens, welk fijn heer beklaag de is. In Noorwegen geboren, geraakte hij in een opvoedingsgesticht, alwaar men niet wist, waar zich meer over te moeten ver bazen, over de groote schrandetheid van be klaagde of over zijn boevenstukken; genoeg, daar moet hij ook al eens met justitie en politie hebben kennis gemaakt. In 1880 verdwaalt hij in Luik, krijgt voor een boeven stuk 7 jaar gevangenisstraf van de Belgische justitie, krijgt afslag, en komt er met 2 jaar af. In 1882 breogi hij een visite aan Holland logeert te Leiden bij Verhaalt', in „de Leeuw" te Haarlem in de „Oude graaf" te Amsterdam en overal waar hij logeert is steeds gestolen, en het lekt pas uit als mijn heer weg is. In 1883 zit hij weder in Gent, wordt daar veroordeeld tot 10 jaar gevan genisstraf wegens diefstal, krijgt 4 jaar af slag. Of hij nu losgebroken is, of gratie gekregen heeft, weten wij niet, maar in 1885 zit mijnheer weder in Haarlem in „de Leeuw," daar legt de Hollandsche politie, die een fijne neus heeft, beslag op hem en zijn boeltje, en vindt een effect bij hem, dat hij in 1882 in de „Oude graaf" te Amsterdam heeft gestolen. Hij werd toen tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld, en heette toen natuurlijk weder anders dan nu. In 1886 komt hij vrij; waar hij toen ge zeten heeft, hooren wij niet, maar daar hij het ter terechtzitting over Porto Bello had, kunnen wij wel gissen, dat de landengte van Panama een poos met hem opgescheept is geweest. Het schijnt zoo'n soort internationaal man te zijn, die volgens den officier van justitie brieven in geheim schrift ontvangt. Hoe of de man aan geld komt is een raadsel. Voor het een of ander boevenstuk wordt hij 4 Mei 1889 door de politie aan gehouden; de ondercommissaris van Ant werpen zeide, voor het voeren van een val- schen naam, maar er zal wel meer achter gezeten hebben. Hij had toen 3 francs op zak. Hij wordt ontslagen, en moet 1 Oc tober voor het tribunaal terugkomenwaarom liet men dit gevaarlijke sujet los Ja, dat is een raadsel ook voor den ondercommis saris. Bij die drie francs vond men nog visitekaartjes met allerlei namen. Eenige dagen later is hij los, en betaalt 38 francs aan logeerkosten; waar kwamen die van daan? Ja, zegt beklaagde, de politie heeft niet goed gezocht; in mijn porte-man- teau zat nog 115 francs. Hij maakt de politie wijs, dat hij geld verwacht van zekeren Johnson uit Engeland, neemt den schijn aan, om met een boot naar Engeland te gaan, déponeert zijn goederen in het station du Pays d'Oise en toen zette deze beminnelijke persoon koers naar Neder land. Natuurlijk was er ook hier en daar wat in de Belgische hotels, waar hij logeerde, verdwenen. Men vraagt beklaagde of hij ook een tolk wil hebben. Beklaagde die misschien alle talen spreekt bedankt daarvoor want bij drukt zich in het Hollandsch met een zeker vreemd accent, ofschoon niet vloeiend, toch heel vlug uitzoo vlug zelfs, dat hij den president door zijn praatjes van zijn A pro pos wil brengen, hetgeen niet gemakkelijk gaat. - Beklaagde komt 22 Mei in het hotel „Paulez" en blijft daar tot den 27eten. De hotelmeid verklaarde dat zij in een kamer beklaagde had zien gluren. Op den mor gen van den diefstal was beklaagde vroeg opgestaan, had naar het Rijnspoor gewan deld, en onderwijl zelf een vigilante besteld, om hem van het hotel te komen halen. Aan het guichet van het Rijnspoor wisselde hij op voor hem heel onvoordeelige manier, 4 gouden 10 francsstukken. Ofschoon beklaagde stokstijf vol houdt, dat hij opgegeven heeft 's morgens vroeg te willen vertrekken, stond zijn naam niet op het nachtbord. Toen hij dus 's morgens vroeg van zijn wandeling terugkwam, keek de nachtportier gek op, dat bij om de rekening vroeg. De oberkell- ner werd gepord, deze dacht eerst, dat dit een praatje was, want hij wist niets van mijnheer's vertrek. Op aanhouden van den portier staat hij op en geeft de rekening aan beklaagde, die daarna wegrijdt. Beklaagde was een poos weg en toen begon de scène die wij beschreven hebben, groot lawaai en bombari in het anders zoo rustige hotel. va eer 'I rac De bestolene Jaques Lion, die zeijt Verneux in Zwitserland te zijn, is nu en door en door neerslachtig. Hij jj als vreemdeling zonder geld in het hem onbekende Nederland. Wat moet vronw wel zeggen, roept bij uit, dat verkeerde wegen ben gegaan. Hij gaat om het telegraafkantoor met een guide, die gk de Haagsche hotels verbonden is, praat] me jammert met den gids over den spitAu die hem bestolen heeft, eu zegt dat hij dje een dochter in Verneux of Mont Evti opi heeft wonen (de juiste naam der p| n„ herinnert zich de gids niet meer). |jnj woonde daar op een villa. De gids,che hem een telegram overgeven. Hij l:(jiei 's middags antwoord, ontving 200 martjoe maakte nog dienzelfden dag, dat hijT kwam; men heeft zijn gangen tot Kei hij na gegaan, eu toen is men zijn spoor bielje geworden. Zonderling, Jaques Lion.Kver kans heeft nu zijn geld voor het gro'^- deel terug te kunnen krijgen, is ni&lje vinden, noch in Verneux of Mout Evtfaart woont een dergelijk personaadje. fi, ra lijk heeft men te Zillesheim bij Mnn, na ontzaggelijke nasporingen, een per somtij e ontdekt, die Jaques Lion heet. De wordt er op uitgezonden, om met hem confronteerd te worden. Maar dat is J» Lion niet, welke bij Paulez heeft gelogj het is een heel ander man. Jaques Lion is zoek en blijft zoek. volgen wij nu het verhaal wat oui™,,»,. klaagde verder deed; deze wil naar An 0ffici pen, waarom nam hij geen snellijuiel Waarom de trein van 7 u. 11 m.jKit, daarna loopt toch de sneltrein. In Ropd. dam doet hij nog zonderlinger, hij aan het centraal station af, en laat zich de halte beurs rijden. Hij had daar kui komen zonder uit den trein te gaan. Beklaagde wil doen voorkomen of onbekend is met de spoorlijn. De oL, van justitie schijnt alles te weten en Jaqu beklaagde toe: van 7 November totwert November 1885, hebt gij in het higsar Williams te Rotterdam gelogeerd, wat jbet gij ons wijs maken, dat gij Rotterdam p 0| Ier me b VI ische pi jnist d ;de VI ooi ho jee 1 Urn ne: pa^lf dien wij uit.' kent. Gij die een wereldburger u overal dadelijk geörienteerd hebt. Wat vernemen wij verder. Mijnheer,ra- er recht gentlemantike uitziet, met eenlo w grijzen demisaison en laag hoedje, ei dat costuum Den Haag verlsten heeft, in Rotterdam reeds in zwarte jas met gen hoed. Niemand heeft hem in wachtkamer zien gaan. Natuurlijk zijn u lieden gelijk aan dr. Faust, en change?1 van jong in oud en van costuum, men bij staat, zonder dat men het me: In zijn kist zijn dan ook de noodige pa: ken en verven gevonden. Hoe de politie in Antwerpen dien bi^, dadelijk te pakken had, vernemen wij nikt. ffi Keeren wij terug naar het hotel; mevroidito Davelaar had altijd de gewoonte, omlfto deur op slot te doendit bad zij den na iel van den diefstal ook gedaan. Maar nu 1 ia zij in dien nacht wakker geworden, daar deur open stond; zij sliep zeer licht, had toch niemand in de kamer gehoo lier Natuurlijk kunnen Chineezen en Javai14166 nog een lesje nemen, bij zulke kerels, een mensch stilletjes te bekruipen, liis alleen de portemonnaies, ook de sigsi *a- koker van mijnheer is weg. 'TB Wat gebeurt er verder, n°. 27 islij^ een onbewoonde kamer geweest. 24 J anari komt er eene mijnheer Tideman, uit Iti 'a/0 daar logeerendeze blijft daar eenige da) op die kamer, maar wil van daar rte-hit n°. 17, die hem beter aanstond, verhui: Ml Het meidenpersoneel helpt aan het transp "4 teeren van zijn goed. Nu worden in 1 jju, ledig spiegelkastje, de ledige portemonnee w: van mijnheer en mevrouw Davelaar gev4i9S den, alsmede de sigarenkoker. In de por J?® monnaie van mevrouw was onder de f 5,1 j aan Bpecie ook een Indisch dubbeltje 1 weest. Toen beklaagde gearresteerd werd, vo!j6^ men in een zijklep van zijn portemonD een Indisch dubbeltje. Dat dubbel86-' was, aan de aandacht der Belgische reehert ontsnapt, omdat het bij het ledig schudijeLn der portemonnaie, door de klep werd tegfiec.s in Holland werd het echter Gec Tu 18 GOD gehouden vonden. Wie is nu Jaques LionP Oppervlaken* zou men meenen een vreesachtig heer, *P"- liever al zijn geld kwijt is, dan dat hij aanraking met de justitie komt, en b j. ob onaangename ondervindt om voor het tribfe. u naai te verschijnen. ",S9r Dergelijke menschen zijn er meer. wij moeten aannemen, dat een officier justitie, die alle draden van het misdrijf handen heeft, beter op de hoogte is eenig ander. In bet requisitoir hooren wij, dat Jaqt Lion in 1880 reeds met beklaagde in L< had gelogeerd. Het waren dus maats, Svr it. S< HP 1876 ST.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1890 | | pagina 2