Binkenlandsche berichten TORE "R® mars wtfj 4C3 dat een paard zoo ongenadig slaag kreeg van een jongen van 14 jaar, die een melk wagen bestuurde, zij gaf hem daarover haar afkeuring te kennen, waarover do jongen woedend werd. In razenden vaart reed hij haar achter op, met het doel haar te over rijden, en de arme dame was, als de ge jaagde hinde, verplicht hulp en bescherming te zoeken bij een straatveger. Zij trof het, de bezemartist was heel galant, en onder hield den jongen dadelijk over de schande lijke manier, waarop hij zich aanstelde. Doch dat was olie in het vuur, de dame die hij nu niet overrijden kon, werd voor al wat leelijk was uitgemaakt en om haar te grieven, kreeg het arme beest er nog eens dunnetjes over heen. Er kwam een klacht bij den officier van justitie, de vader van den jou gen kwam achter het gebeurde, en toonde den bengel met zijn hand hoe of men van „dik hout planken zaagt," waardoor het paardenbeullje in staat was zelf eens te voelen, hoe lekker een vracht slaag smaakt. Doch het recht moest toch zijn loop hebben, en zoo zit hij nu in de bank der beschul digden. De officier van justitie wees er op, dat zoo'n kind geen paard met wagen moet be sturen; hij had door zijn leeftijd bet grie vende van de scheldwoorden, die hij de dame naar het hoofd wierp niet beseft. Er zou om die reden maar een lichte straf voor hem geëischt worden. Het feit werd nu ge kwalificeerd als beleediging en dierenmis handeling en f 25 boete geëischt. De gewezen machinist W. C. H. van de IJseltram stond nu terecht. Zooals men misschien weet, was die tram 15 December ten 5 uur 40 min. van 's Hage vertrokken en bij Voorburg gedérailleerd, juist op het punt waar de tramlijn de spoor baan zal snijden. Men verbeelde zich dat de tram op de spoorbaan staat, terwijl de trein in razenden vaart komt aanstuwen. Geen splinter kwam er van terecht. Maar er is voor gezorgd, dat dit nimmer kan ge beuren, want zoodra het sein op onveilig gezet wordt, komt er een draadtouw in be weging, die een wissel omzet, waar door de tram in een zijspoor raakt en in een zand hoop en tegen een stootmuur stopt. Daar dien avond de goederentrein in aan tocht was, stond het sein al op onveilig, toen de tram uit 's Hage vertrok. De ma chinist schijnt, niettegenstaande er rood licht getoond werd, te hebben doorgereden, met te veel vaart op den wissel te zijn gekomen, waardoor een ontsporing plaats had. Had de machinist toen ook meer geproefd als recht uit? Neen zegt de conducteur daar heb ik niets van gemerkt. De machinist zegt, het was dien avond erg mistig, dit wordt ook door andere ge tuigen bevestigd; de rook en de stoom sloegen voor de locomotief neer, in de bocht meende ik nog wit licht te zien, ik zag hierdoor en door de mist het roode licht wat laat, remde, maar door de vochtigheid der rails, was de wrijving van mijn rem- k lossen niet sterk genoeg, zoodat ik verder liep dan moest. Ware nu de wissel goed geweest, dan had ik op het zijspoor gekomen, en niemand bad er iets van gemerkt; om dat de wissel niet goed is dérailleerde ik. Mr. J. J. Barnet Lyon gaf sis deskundige alle inlichtingen. Zelfs als een machinist, verklaarde deze, met sein onveilig bleef doorrijden, was de kans om op de spoor baan te land te komen nul. De wissel is wel eenigszius gesleten, maar overigens goed. Er zijn wel betere constructies van wiesels, waarbij twee naalden beweegbaar zijn. Eenige getuigen verklaarden, dat het roode licht niettegenstaande den mist dien avond nog op 80 k 100 M. zichtbaar was. De officier van justitie hield het voor bewezen, dat beklaagde te lang doorgeleden had, door dat feit had hij geen gevaar voor personen doen ontstaan, maar wel gevaar voor beschadiging van het trammaterieel, ZEd. achtb. eischte 5 dagen hechtenis. De verdediger legde twee eervolle ont slagbrieven van beklaagde over, eeu als machinist van de staatsspoor en een van de directie der IJseltram; die papieren worden niet uitgereikt aan hem, die schade maakt. Hij meende dat én mist én neer slaan van stoom én rook oorzaak waren, dat er wat langer doorgereden was dan moest. Ware nu de wissel van betere constructie geweest, dan was er niets ge beurd. ZEd. achtbare concludeerde daarom tot vrijspraak. J. H. K., die te Oudshoorn kaarsen en pantoffels stal, werd veroordeeld tot 2 maanden gevangenisstraf, verminderd met 1 maand wegens preventieve hechtenis. C. L. B. en L. A. M. werden wegens vernieling van een vlechtwerk, dat tot af scheiding aan de Teiler's laan diende, elk- veroordeeld tot f 5.00 boete, IHlJaïEK, LETTEREN EU KUNST. Willemsfonds. 't Was waarlijk goed gezien van de Leid- sche studentenafdeeling van het Willems fonds dat hare zaak voor het Leidscbe pu bliek op de beste wijze kon worden bepleit door eeu man uit het Zuiden zelf, door een man midden uit de beweging, warm voor de goede en groote zaak. Wij Noord-Neder landers zouden niet met dien gloed de be langen van die zaak kunnen bepleiten, om dat verre de meesten onzer vreemd zijn aan den strijd door onze Zuidelijke taalbroeders gestreden, omdat wij onze schoone moeder taal bezigen mogen, zonder eenige censuur, zouder gevaar te loopen niet te worden ver staan in ons eigen land, of te worden ver oordeeld door rechters, die de taal niet ver staan waarin we onze onschuld overtuigend kunnen bewijzen. Die strijd wordt reeds zoo lang en zoo vol hoop en moed in Vlaande ren gestreden „in Vlaanderen Vlaamsen" en „geen taal, geen vrijheid" houden daar iederen oprechten Vlaming in 't geweer voor de groote zaak. En zulk een weerbaar man, eeu kundig strijder, voortdurend in marsebteuue voor zijne scboone moedertaal die ook de onze is, een man als professor Julius Sabbe, van Brugge, moest hierheen worden geroepen om ons te verhelen van hunne krijgsbedrijven in onze voorpostenliuie en ons daardoor mede te deelen van die warmte voor den strijd die daar gestreden wordt. En heeft het Leidsche bestuur eene goede keuze gedaan? Wie, die gisteravond tegen woordig was in de groote nutszaal zal dat betwijfelen, 't Had ook wel de kleine nuts zaal kunnen wezen en dat had niet ge zegd mogen worden. De zaak verdient de belangstelling van meer dan twintig studenten aan onze hoogeschool, de eerste van Noord- Nederland, de belangstelling van meei^dan twintig rijen publiek. Geen taal geen vrijheid. Maar onze taal ze wordt evenmin be dreigd als onze vrijheid op dit oogenblik. Zeer waar, maar rust roest, onze rijke taal is betrekkelijk arm aan beoefenaars in den werkelijken zin van 't woord en een dapper leger Vlamingen is in de weer aan die be oefening deel te nemen, het taalgebied uit te breiden op eene wijze die eerbied afdwingt. Alleen, dat leger wenscht erkenning, wenscht hulp, weuscht eeue toegestoken hand. Die hand is hun nit 't Noorden toege stoken door de Noord-Nederlandsche afdee- lingen van het Willemsfonds, dat den naam draagt naar den grooten medestrijder voor onze schoone taal, en daartegenover zullen iu Vlaanderen onze Zuidelijke taalbroeders voor ons voorposten zetten door 't inrich ten van departementen van de Maatschap pij tot nut van 't algemeen. Dat door den ijver van den heer Sabbe in Brugge weldra zulk een departement zal ontstaan en dat Gent en tal van andere plaatsen eerlang volgen zullen die mededeeliug werd met luid applaus begroet. Zoo moeten van daar uit wederzijds de spoelen heen en weder vliegen voor de wor ding van den breedeu band die ons ver eenen zal en de grenzen van Noord en Zuid zal onzichtbaar makeD, en een zéé dicht net van hoofd- en buurtspoorwegen niet met vreemd, maar met Nederlandsch kapi taal tot stand gebracht moet de grenzen bedtkken en, kan 't, doen verdwijnen. In sprekende trekken schetste ons de heer Sabbe de geschiedenis van den strijd thans in VlaandereD gestreden; in van liefde voor zijne taal gloeiende woorden verdedigde hij het goed recht der Belgen om in de Vlaam- sche taal te worden geregeerdte worden berecht, te worden onderwezen. Wie kent uiet bij gedeelten den strijd waarvan het „in Vlaanderen Vlaamsch" de leuze is wie hoorde niet dat Belgische steden waar meer dan 9/10 der bevolking Vlaamsch denkt en Vlaamsch spreekt, de bevelen van hunne overheden niet verstaan dat Vlaamsche jonge mannen in het leger hunne Frausch sprekende officieren niet begrijpen. Maar geheel dien strijd werd ons door Sabbe geteekend op eene uitnemende wijze, op eene wijze die sympathie wekt voor de zaak bij hen die daarvoor te voren niets hebben gevoeld. Hij motiveerde de vaak uitgesproken bewering dat Noord en Zuid nooit gescheiden hadden moeten worden en toonde de adelbrieven van het Zuiden voor den Nederlandschen stamboom. Naar eene vereeniging van Noord- en Zuid-Nederland moest het heen, zei spreker. Krachtiger immers zouden de Vereeuigde Nederlanden staan tegenover de groote mo gendbedeu. En talrijk immers zijn de be wijzen van toenadering iu de laatste jaren door de gekroonde hoofden, door het leger, door de beoefenaars der kunst, door de burgers van beide natiën gegeven. Met reuzenschreden gaat thans de Vlaamsche taal veld winnen in het Zuiden, het „in Vlaan deren Vlaamsch" is langzamerhand een vol dongen feit geworden, ter bevestigiug waar van gestreden en geleden is. Belg en Nederland worden natiën, die e'kander in eene gemeenschappelijke taal toespreken, het Groot Nederlandsch Woordenboek, waaraan de groote Matthias De Vries zijn naam en zijn leven gaf, wordt fiuantieel gesteund, zoowel door de Belgische als door de Neder- landsche regeering. Het zal worden een nationaal monument voor Noord- en Zuid- Nederland, een monument waaraan kosten noch moeiten genoeg kunnen worden besteed. Want 't geldt hier onze taal, en geen taal, geen vrijheid. OFFICIEEL.*; BKHICUrfiC Zijne Majesteit, het weuschelijk acitende dat door eeue commissie vaa deskundigen bestaande uit officieren van zee- en land macht, in een aan hoogstdezelve in te die nen rapport, advies worde uitgebracht om trent de taak die de zee- en landmacht, elk in het bijzonder, doch in ouderlinge samenwerking zullen te vervullen hebben, bij de verdediging van het vaderland aan de zeezijde, op de binnenwateren en op de ri vieren, iu verband met de bij de wel van 18 April 1874 (Staatsblad n°. 64) vastge stelde regeling eu voltooiing van het ves- tiugstelselen door baar worde aangegeven, welk materieel van zee- en landmacht in aansluiting met het bestaande zal noodig zijn tot verkrijging eener voldoende weer baarheid, daarbij rekening houdende met de krachten der natie; heeft, ingevolge de gemeenschappelijke voordracht van de ministers van marine en Van oorlog, bij besluit van den 23sten dezer u°. 28, eene commissie benoemd, be staande uit: den viceadmiraal J. B. A. De Josseliu de Jong, als lid en voorzitter; als leden van de zeemachtden kapitein ter zee G. Kruys; den kapitein ter zee C. Ten Boschden kapitein-luitenant ter zee H. Nijgh; van de landmacht: den generaal-majoor C. D. H. Schneider, inspecteur der artil lerie; den kolonel van den generalen staf A. Kool; den luitenant-kolonel der genie K. Eland; den majoor C. L. W. Moorrees, van het 4de regiment vesting-artillerie; en aan de commissie als secretaris toegevoegd den luitenant ter zee der Iste klasse G. J. Sluyterman. Bij kon. besluit is de heer M. Correa er kend en toegelaten als codsuI van Dene marken op Curapao; is benoemd tot officier van justitie bij de arr.-rechtbank te Winschoten, mr. B. Ort, thans subst.-officier van justitie bij de arr. rechtbank te 's Gravenhage. is benoemd tot kautonrechter-plaatsverv. in het kanton Wijk bij Duurstede, mr. H. J. Van Heyst, notaris te Wijk bij Duurstede; is, met ingang van 1 April a. s., aan mr. D. N. Van Hoytema, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als schoolopziener in het arrond. Zierikzee; is de kapt.-luit. ter zee P. M. W. T. Kraijenhoff van de Leur, met 1 April a. s., eervol ontheven van het bevel over Zr. Ms. artillerie-instructieschip Aruba en dat bevel tijdelijk opgedragen aan den luit. ter zee lste kl. W. E. Hazenberg; is de heer H. A. Molema, arts, met in gang van 1 April a. s. benoemd tot off. v. gez. 2de kl. bij de zeemacht; is de off. v. gez. 2de kl. J. J. Van Driel, van bet personeel van den geneesk. dienst der landmacht, voor den tijd van vijf jaren gedetacheerd bij het leger in Ned.-Indië; is aan den kapitein der artillerie J. C. Fabius, thans op non-activiteit, op zijn ver zoek, met ingang van 1 April a. s., een eervol ontslag uit den militairen dieust verleend; is, met ingang van 1 April 1890, be noemd tot commies der posterijen 4de kl. H. J. M. A. Janssen, tbans surnumerair der posterijen, en zijn bevorderd: tot com mies der posterijen 2de kl. A. De Kok, thans commies der posterijen 3de kl., en tot commies der posterijen 3de kl. C. Zijm, thans commies der posterijen 4de kl. De heer G. Le Masnrier, ingevolge machtiging des konings benoemd tot vice- consul op het eiland Guernsey, is in die hoedanigheid door de Britscbe regeeriug erkend. De minister van financiën zal op 27 en die van marine zal op 28 dezer geen audiëntie verleenen. De Staatscourant n°. 71 bevat de ge wijzigde statuten van de vereeniging Singel- school te Leiderdorp. De minister van financiën maakt be kend dat het saldo van 's rijks schatkist en 22 dezer bedroeg: bij de Nederlandsche bank. f 15,529,261; onti eu bij de betaalmeesters. 1,936,1181 t, Te zamen f. 17,465,385»ber Thans kan de Arnh. Ct. met zeijfens beid medtdeelen, dat de generaai-nnj|®ee Hardenberg binnen eenige dagen den 4- tairen dienst met pensioen gaat verlaten,do I Wij ontvangen ook uil Iudie berit^*ee dat kapiteiu Van Heutz nog tot de leven* re behoort, hoewel hij zwaar gewond is. (D. AH' I, T,1 Wegens de beerscbende ziekte k" het comité der Nederlandsche bedevaai®'8 gemeend het tijdstip der bedevaart nfrm< Paray le-Monial en Lourdes te moeten e 9' schuiven. Die bedevaart zal nu plaats betó'15 den 16den Juni a. s. Een te 'sHage garnizoenboudend oW cier is zonder toestemming de9 koningi'8'" in Engeland gehuwd met een der meest I kende Nederlandsche actrices. Te 'sHi is een onderzoek naar deze zaak ingest ®ini (B. «i. aJ H De heer G. A. Van Goor, notariij''18 Terheiden, heeft tegen Mei a. s. aan Z,Nel den koning eervol ontslag uit zijne be!t'er king aangevraagd. ee' Voor de betrekking vau adspk admiuistrateur bij de Nederlandsche Ar kaansche Stoomvaartmaatschappij te Ri dam opengesteld voor jongelieden tussi de 20 en 25 jaren, hebben zich niet mil dan 364 sollicitanten aangemeld. Er 6 plaatsen open, Naar aan de N. R. Ct. gemeld wol is het bericht dat ds. Heldring te Midi|jci burg bedankt heeft voor de benoeming directeur van de gestichten voor lijders vallende ziekte, voorbarig. In April a.s. zal, naar wij vernemi het monnment op het graf van Jacob bein te Vlissingen, op plechtige wijze oi'deze huid worden. nou, ;t hei rad PER TELEGRAAF. TOULOUSE, 24 Maart. Bij de stemmiug voor een lid der kamer is in eerste district gekozen de republikein guss en in het tweede distriet de repul kein Calvenhac. LONDEN, 25 Maart. Aan de wordt uit Kalro gemeldDe commissi sen der Egyptische Openbare Schuld gei heden machtiging tot het opnemen vg-j 1,750,000, gedeelte eener 4^ pCt. ning ten bedrage van 5 millioen. bevelen der regeering aan nog eenmaal beproeven de toestemming van Frank tot het conversieplan te verkrijgen. De correspondent van de Times te zibar meldt, dat de Engelsche consul Jol ston uit Mozambique daar is aangekomi De consul deelde mede, dat de officieren en de bemanning van het Engelsche o»BE logsschip bij Mozambique door de Poit1ÉE geezen zijn geboycot en het voorwerp i m', geweest van verschillende beleedigingen. ién LONDEN, 25 Maart. Het lagerhuis he jjj het ontwerp tot het verdeelen van gro si onder de pachters in Ierland bij tweede zing aangenomen. ROME, 25 Maart. De Tribuna deelt i st der uitdrukkelijk voorbehoud mede, dat politieke kringen wordt gesproken over i derhandelingen, welke zijn aangeknoopt tl p,ü schen Engeland en Italië, betreffende mi gemeenschappelijk optreden van beide li den tot herstel van de rust in Soedan, men zegt, zijn deze onderhandelingen hm goeden uitslag bekroond. MADRID, 25 Maart. De minister financiën heeft, in antwoord op een intto.5 pellatie, verklaard, dat hij volkomen tronwen stelt in den financieelen toestü^6' des lands. Geen nieuwe leening is nood 66 en de toestand der geldmiddelen is volstri 17 uiet zoo hachelijk als men beweert. Ge< 5Ge LEIBEN, 25 Maart. Benoemd tot onderwijzer aan et l Chr. school te Leiden, de heer D. G. V 0 der Horst, te Dedemsvaart. Bij de tweede kamer zijn in_ de ontslagaanvrage van het kamerlid Fabii de geloofsbrieven van mr. Keuchenius. 1®p< heer Guyot heeft verlof gekregen nader d '8rP minister van marine te interpelleeren o trent de in aanbouw zijnde oorlogschep ieg. aan de kon. fabriek van stoom en werktuigen te Amsterdam, in verband de gevraagde en verleende surceance "Jecv. betaling aan die fabriek. E« Het debat over de belastingvoorstelltfe1 Borgesius is daarna voortgezet. f/. De heer Borgesia» verdedigde ze nafflf|876 de voorstellers; kwam op tegen dr. Setoff man's politieke bestrijding der voorstel^ die slechts het algemeen landsbelang j Iter IS een. in

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1890 | | pagina 2