J
NIEUWS- EN* ADVERTENTIEBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
Bureel: Scheepmakerssteeg 6.
Vrijdag 7 Maart 1890. N". 56.
Uitgevers: Gebroeders Muré.
Stad s-Berichten.
.'burgemeester en wethouders
1.0).
'"S
Leidsche Courant
I>eie Courant verscli ij n t <1 ae 1 ijksbeha I ve op Ton- en Feest<1a j*en.
EG.
I*-U
ABONNEMENT:
Vooi Leiden, per 3 maandenf 1.25.
Franco door het gelteele rijk, per 3 maanden I.OO.
Prijs per Summer 10 Cent.
ADVERTENTIE!*:
Van 16 regelsf 0.90.
Elke regel meer0.15.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen, 4contant, zonder rabat, per regel 0.10.
203. Jaargang.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
ö- fclDEN,
Gezien arlikel O, 2de alinea der Verordening
in II November 1680, regelende de inwen-
inricliling der scbolende loelating en
ll ooislag der leerlingen Gemeenteblad no.
ras 1881
5-><§Brengen Ier algemeene kermis, dal de in-
66' ■fcjjving van nieuwe leerlingen aan de open-
scholen der 3e en 4e klasse zal plaats
9.2oW>l>en van den 3n lol en inel den 15n Maart
io.S!j k, in de schoollokalen in de Rijnstraat, in
'1.51 llrandewijnsleegop de llinnenveslgracht
1 "in hel Plantsoen, in de Van-der-Werfstraat,
j in de korle Mare en aan de Langehrug, des
5'j6 oormnldags van half negen lot negen uren
e..35O des namiddags van half twee lol twee
7M fen, behalve des Zaterdags en des Zondags.
9 >o Rurgemeesler en Welliouders voornoemd,
DE KANTER, burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
yjjUiDBN, 3 Maart 1800.
age.
hul.;
AfloHHing <*el«ll«e*«ii»K-
aanui
Vyt Leiden brengen ter algemeene kennis,
it op Maandag den 10^» Maart a. s.
ïs middags te twaalf uren, in een der
Trtrekken van het Raadhuis, zal worden
i|ergegaau tot de uitloting van 8 obliga
te elk groot een duizend gulden,
moorende tot de 3j percents geldleening
In ƒ600.000, aangegaan krachtens raads-
lluit van 10 November 1888.
En geschiedt hiervan openbare kennisge-
Dg door plaatsing in de Leidsche Courant.
Burgemeester eu Wethouders
voornoemd
DE KANTER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 6 Maart 1890.
lo.ll
n.it
De Raadsvergadering, uitgeschreven tegen
s.ilrijdag 7 Maart, wordt tot uadere oproe-
ing uitgesteld.
LEIDEN, 6 VIaart.
•oj|De minister van onderwijs en fraaie
:n in Frankrijk heeft prof. G. Schlegel
jhier benoemd tot „Officier d'Académie".
Maandag a. s. zal in de Nutszaal
voor de leden der R. K. Kiesvereenigingen
te Leiden en Katwijk als spreker optreden
de heer nir. B. M. Bablmann, lid der tweede
kamer en president van den Noord-Zuid
hollandscheu bond.
Bij het gisteren te 's Gravenhage ge
houden acte-examen voor nuttige handwer-
keu zijn geslaagd de dames G. C. Van der
Woerd en W. J. Van llaaften Weeland
van Leiden.
OFFICIKFL.F BKKICHTKV
Bij Zr. Ms. besluit is agreatie verleend
aan de door bet kapittel der Ridderlijke
Duitsche orde Balye van Utrecht gedane ad
missie van den edel-expectant A. E. C.
Vrijheer Vou Steiger-Münsingeu tot ridder
expectant der orde, met vergunning tot het
dragen van het kleine ordenskruis.
Bij kon. besluit is de kapitein C. H. N.
De Ronde, van het 1ste regiment infanterie
op aanvrage, op pensioen gesleld en het be
drag van het pensioen bepaald op f 1560
's jaars;
zijn bij het wapen der infanterie benoemd
bij het 1ste regimeut, tot kapitein, de
le lult. F. W, Weve, van bet 6de re
giment
bij het 5de regiment, tot le-luit.de
2e-luit. A. II. Van Alphen de Veer, van
het korps;
De luit. ter zee 1ste kl. J. E. Sickens,
gedetacheerd in de maritieme directie te
Willemsoord, wordt met 1 April a. s. op
non-activiteit gesteld en vervangen door
den luit. ter zee 1ste kl. K. J. Bal.
De officier van gezondheid 1ste kl. bij
de zeemacht H. Q. J. Van Doesburgb eti
de officier van administratie lste kl. F. W'.
Spreuger, respectievelijk dienende aan boord
Zr. Ms. instructiekorvet Nautilus eu wacht
schip te Hellevoetsluis, worden met 1 April
a. s. op non-activiteit gesteld en vervangen
door den officier van gezondheid lste kl.
bij de zeemacht W. W. Van der Vegt en
den officier van administratie lste kl. J.
Vasseur.
BLVNEiNLAxNDSOHE BEHIUHTEN
Omtrent de benoemingen van twee
inspecteurs voor het lager onderwijs, ter
vervanging van de heeren Moens en Kree-
nen, die op verzoek huu eervol outslag heb
ben bekomen, schrijft het Ilbl.
De keus der regeering is gevallen voor
Zuid- eu Noord-Holland, Zeeland eu Utrecht
op den lieer J. C. Fabius, lid der tweede
kamer voor Delft en officier der artillerie
op non activiteit, en voor Friesland, Over-
ijsel, Groningen en Drente op mr. A. G. A.
baron Sloet tot Oldhuit, thans schoolop
ziener in het district Zwolle. De heer Ver-
heijen blijft inspecteur voor Gelderland, Bra
bant en Limburg.
iJet inspecteurschap is aldus gelijkelijk
over de drie voornaamste staatspartijen ver
deeld. Als de heer Fabius, die tot de auti-
rev. partij behoort, de benoeming aanvaardt,
zal in het kiesdistrict Delft waarschijnlijk
een verkiezing voor de tweede kamer noodtg
zijn. Het inspecteurschap is niet onverecnig-
baar met het lidmaatschap der staten-gene-
raal. De heer Moens heeft echter in 1880,
bij de aanvaarding van zijn schoolambt, het
mandaat voor Sneek nedergelegd. Of de
heer Fabius zich eveneens geheel aan zijn
ambt zal willen wijden is nog niet bekend.
Waarschijnlijk zal de Nederlandsche
regeeriug op de arbeiders-couferentie te Ber
lijn vertegenwoordigd worden door den heer
mr. Snijder van Wissenkerke, referendaris
bij het departement van justitie.
De le luitenant Van Lilaar, van het
3de eskadron, 3e regiment huzaren in gar
nizoen te Amsterdam, wordt met 1 Mei a.
s. te 'e Gravenhage gedetacheerd, om den
scherm-cursus bij te wonen.
Zr. Ms. schroefstoomschip Koningin
Emma der Nederlanden wordt aan 's rijks
werf te Willemsoord in gereedheid gebracht
voor een tocht naar St. Petersburg eu Croon-
stadt.
Naar wij vernemen zal bet bevel over
dezen bodem worden opgedragen aan den
kapitein ter zee W. J. A. Nolthenius.
(HU.)
Naar het D. v. Z. II. en Gr. ver
neemt, wordt Zr. Ms. stoomschip Atjeh naar
Bassorah (Aziatisch-Turkije) gezonden, waar
ongeregeldheden plaats hadden aan het Ne
derlandsche vice consulaatschap.
Vice-conaul te Bassorab is sindt 1888 de
heer Johan F. B. Rolufs.
Vau de baud van mr. L. W. C. Van
den Berg, hoogleeraar aan de Indisshe In
stelling te Delft, beeft in de JV. R. Ct.
een belangrijk opstel, getiteld „De toekomst
van Atjeh", geachreven. Daarin deelt de
schrijver zijn bevinding mede omtrent den
Atjeher, met wien hij bij herhaling iu aan
raking is geweest.
Een oplossing van het Atjeh-vraagstuk
ziet schr. in het volgende;
Binnen den kring onzer versterkingen
trachte men een andere bevolking te lokken
die er belang bij heeft ons te steunen; een
kolonisatie in massa, vooral van een bevol
king die aan bet hanteeren der wapenen
gewoon is, als Ambonneezen of Madoeree-
sche Barissan. Bij Ambonneezen zoude
bovendieu de godsdienst een onoverkomelijke
hinderpaal opleveren tegeu heulen met de
onderworpen Atjehsche bevolking. Men
geve die kolonisten de thans geheel of
gedeeltelijk braak liggende velden en de
verlaten kampongs in onbezwaar erfelijk be
zit, zoodat zij de vijandige benden helpen
keeren, hun huis en oogst verdedigen. In
den eersten tijd niet bij machte ticlizelf
voldoende te verdedigen, zouden de kolonis
ten vooreerst moeten beschermd en gesteund
worden door de bezettingen, die wij thans
reeds in oze liniën onderhouden. Naarmate
zij later in kracht toeuemen, zullen zij ook
de hulp onzer krijgsmacht meer en meer
kunnen ontberen, en wij ons bepalen tot
bet bezetten van enkele strategische punten.
Als een analoog geval wijst schr. op de
Oostenrijksche militaire grenzen, wier bevol
king vroeger groote diensten heeft bewezen
tegen de plundertochten der Turken.
Wij meenen te weten dat, na de
Dinsdag in den gemeenteraad te 's Hzge ge
vallet! beslissing in de spuiings-quaestie, het
gewone zomerbezoek van Z. K. H. prins
Albert van Pruisen en H. D. geziu aan
Scheveningen als verzekerd mag worden be
schouwd. Dv. Z.-U. en 't Gr.)
In deu Haag is de gasprijs van 7 op
8 cents gebracht; te Utrecht van 4J op
5 cents.
Voor eenigen tijd is door de diaconie
der Ev. Lutherscbe gemeente te Delft, in
FEUILLETON.
10.-
to.se
11.4)
li.5!
1.4)
3. lij
4.0)
3.-
6 41]
S.ttj
10.14
De Wilddief.
een verhaai.
uit den tud van Graae Jan II.
48.)
vrj
I
„Dit sou gemakkelijker gaan, dan dat
volk hier in den omtrek een boom zal
tanden, met welken men de kasteelpoort zou
men openstormen".
Waarom?"
jkOmdat alle hoornen in den omtrek
Jrvoor veel te dik zijn. Uwe ruiters
i|den met de velling en met het vervoer
ibet duister waarlijk een mooi zweetje
n!"
Gij verdiendet, dat ik mijn bedreiging on
adellijk liet uitvoeren, kerel I" schreeuwde
Gentenaar.
IfStellig uit dank, dewijl ik overweeg,
gij het kasteel zoudt kunueu krijgeu,
dat het iemaud een enkele
zweet of bloed zal behoeven te
„Zoudt gij dat vermogen?"
„Misschien, oversteI"
„Hoe dan?"
„Zoo vraagt men de boeren de kunst
af. Mijn betovergrootvader heeft mij al
geleerd, dat men een groot, of machtig
heerschap nooit een gewichtigen dienst moet
bewijzen, als men vooraf niet zeker weet,
dat men een passende belooning zal krijgen.
Dos overste
„Welnu! als ge mij het kasteel kunt
leveren, zal ik u onmiddellijk in vrijheid
stellen".
„Vrijheid zonder geld is de vreeselijkste
slavernij overste I"
„Wat vordert gij dan?"
„Tiend van al de schatten in het
kasteel".
„Maar men heeft mij verzekerd, dat de
ridder bijna al zijn kostbaarheden naar
Haarlem heeft laten brengen, werwaarts
hij morgen met zijn gezin ook wilde
tijgen.
„Misschien", hernam de portier. „Maar
de schatten zijn nog hier. ik weet, waar de
beele aap schuilt",
„En zoudt gij uw heer willen en kunnen
verraden?'' vroeg Adolf de Gentenaar nog
steeds zeer wantrouwend.
„Als ge mijn eisch gunt, ben ik ook in
uw dienst. Mijn betovergrootvader placht
te zeggen, dat men geen twee heeren gelijk
kan dienen en dat de beste afechuiver ook
de beste heer moet heeten".
„Doch wanneer en hoe zondt ge mij na
aanneming van uw voorslag het kasteel
kunnen leveren?"
„Binnen vijf minuten, als ge mij slechts
een uwer ruiters meegeeft naar de kasteel
poort, overste I"
„Wel twintig zal ik er u meegeven. Doch
zeg mij uw plan eerst eens".
„Ruim dertig jaar heb ik onder Van
Noortig's banier ge..."
„Zoo, zoo!"
„Eo ik heb hem waarlijk altijd zeer
trouw gediend".
„Ga voort".
„Mij is de ridder, al beeft hij me voor
al mijn trouwe diensten ook maar een zeer
schraal postje gegeven, zeer genegeu".
„Wat zou dat?"
„Indien ik slleen, of met een uwer
krijgt-rs voor de poort zal komen met bet
voorwendsel, dat ik aan uw macht ben
ontvlucht, zal de ridder mij, zijn trouwen
dienaar, stellig gelonven en zal bij de poort ook
wel onmiddellijk voor mij doen openen".
„Mooi gedacht, sluwe vos!" bromde de
oude speerruiter. „Dan zoudt gij odb
na uw invrijheidstelling aeker eens mooi
bespotten".
Mij zou de vrijheid bekomen, zooals den
bond de gestolen metworst bekwam, kame
raad I" hernam Peter, „omdat mij dan een
strop in plaats van mijn deel in den buit
zou wachten, want in elk geval moet bet
kasteel weldra onder de heldhaftige pogingen
dezer dappere ruiters bezwijken".
„Juist", zei de Gentenaar. „Bepaald
moet mij het kasteel spoedig in banden
vallen. Bij het hoofd van St. Bavo zweet
ik u, dat ik u, indien ge mij mocht
verraden, den raven tot aas aan de hoogste
iorenspits zal ophangen. Doch als gij
woord houdt, zal ik niet alleen aan uw
eisch voldoen, maar dan zult gij ook
ondervinden, dat Adolf de Gentenaar eiken
aan hem bewezen dienst, al wordt hem
ook niets gevraagd, schitterend weet te
beloonen".
Dan aal ik o op mijn beurt ook
bewijzen, dat Peter de portier, al is hy
ook doodarm, niets onvergolden pleegt te
laten en
(Wordt vervolfd.)